VOOR DE VROU
FUCH
MARINA-CULTUS.
KEUKENGEHEIMEN.
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
Speciale aanbieding.
De patronen der japonnen, waarvan U hier
de afbeeldingen ziet, zijn tegen den prijs van-
slechts 38 ets. per stuk te verkrijgen in de
„zoogenaamde standaard-maat."
Deze „standaard-maat" is de volgende:
een rijike bovenwijdte: 102 c.M.
taillewijdte 82 c.M.
heupwijdte: 107 c.M.
Door het al of niet aanknippen van naden
kan men het patroon passend maken voor het
eigen figuur.
Nr. 299: jurkje van grijze wollen stof in twee
deelen. Dit is zeer practisch, want men kan
rok en blouse ook apart dragen. Onder de
blouse draagt men een vestje met groote slip
pen van vuurroode gebloemde zijde en even
eens een roode lederen ceintuur Benoodigd
materiaal: 4 meter van 100 c.M. breedte.
Nr. 500: japon van donkerblauw of zwarte
wollen stof. Deze jurk is zeer practisch, daar
men, door andere vestjes de japon telkens een
ander aspect kan geven. Het hier afgebeelde
'figuurtje draagt onder de jurk een vest van
wit satijn met similieknoopjes. Het geheel is
dan een eenvoudige, doch gedistingeerde mid-'
dagjurk. Benoodigd materiaal: 4 meter van
100 c.M. breedte.
Deze patronen zijn tegen de aangegeven
prijs in de bovenvermelde maat te verkrijgen
bij de „Afdeeling Knippatronen" van de Uit
geversmaatschappij: „De Mijlpaal", postbox
175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden
na ontvangst van het bedrag, dat kan worden
overgemaakt per postwissel, in postzegels of
wel per postgiro; 41632.
Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht
duidelijk het nummer van het verlangde pa
troon, en naam en adres op te geven.
Men voorkomt daarmee onnoodige vertra
ging in de opsturing.
OM ZELF TE MAKEN!
L®
'J
b <ëi
0
©„G
worden omgeslagen en de breedtekanten ge
zoomd. Nu stikt men de gebloemde banden
op de effen stof en wel zoo, dat aan iedere
zijde 3 centimeter blijft. Van boven blijven ze
open en vormen daar zakken.
De twee banden, die men nu heeft gekre
gen legt men kruislings over elkaar en stikt
het vierkantje verschillende malen door. De
zijkanten naait men tegen elkaar. Indien
men dit wenscht, kan men de korf met karton
de noodige stevigheid geven; bepaald noodig
is het echter niet.
Hoe vaak gebeurt het niet in huishoudin
gen dat we om 'n touwtje, een elastiekje een
mooi lintje om iets mee te verpakken, een
aardig papiertje enz. verlegen zitten. We we
ten zeker, dat we laatst zooiets bewaard heb
ben, toen Oom Jan die groote doos bonbons
meebracht. Maarwaar hebben we het op
geborgen? Het was een blauw vloeipapiertje
en een goudkoortje.
Het zoeken naar dergelijke dingen kunnen
we vermijden, als we er een vaste bergplaats
voor hebben.
Tenslotte een handvat er aan en de korf is
klaar. Vergeet nu niet de „verpakkingsmidde
len" er in te stoppen.. Met Sinterklaas
Kerstmis, die niet ver meer af zijn kunnen
we dat alles goed gebruiken.
MARIAN B.
DE „KNEPEN VAN HET VAK'
Het is heel gemakkelijk om een fleurige
doos te maken, waarin we al deze soortge
lijke dingen, die we noodig hebben voor het
verpakken van het een of ander, kunnen be
waren.
Uit effen linnen knippen we daarvoor twee
banden van 46 centimeter lengte en 15 cen
timeter breedte. Bovendien uit gebloemde
cretonne ook twee banden van 41 centimeter
lengte en 9 centimeter breedte.
De lengtekanten van de gebloemde stof
Het is een groote verbetering om de messen
niet los in een lade te leggen; maar in een
speciaal er voor vervaardigd houdertje. Men
vermijdt daardoor, dat ze beschadigd worden
en tevens alle gevaar om zich te snijden bij
het zoeken der messen. Bij de vaak puntige
keukenmessen is dit gevaar nog veel gfooter
en het houdertje, dat we hier gaan vervaar
digen, heeft dus wel bestaansrecht.
Zooals de teekening laat zien, bestaat het
uit een stukje hout, waarin met een zaag in
kepingen gemaakt zijn. In deze inkepingen
worden de messen, met de scherpe kant naar
onderen, geplaatst. Bovendien worden ze nog
beschermd door een soort deksel, dat we
maken van het blik van een conservenblik je.
De scherpe kanten worden botgeklopt, zoodat
men er zich niet meer aan bezeeren kan.
We hoeven nog niet in tie kon te zitten.
Volgens de deskundigen zitten er over de ge-
heele wereld nog zooveel steenkolen in den
grond, dat we er nog minstens 4000 jaar
noeg aan hebben. Met de aanwezige petroleum
kunnen we nog langer toe.
ML m.
Ik zal het maar dadelijk erkennen: ik heb
eigenlijk een beetje het land aan dat woord
plicht. Het klinkt zoo koud en hard en ook
eenigszins schoolmeesterachtig. „Ik heb een
vriend met ijzeren hand en koel gebiedend
oog", zei de Genestet. Een koude, onverbid
delijke vriend dus. En kun je zoo iemand
wel je vriend noemen? Vriendelijk is hij in
geen geval.
Er zal wel geen kind te vinden zijn, dat den
plicht als „zijn beste vriend" beschouwt. Dat
zou al een heel onnatuurlijk, angstig-wijs
kind moeten zijn. Er is de plicht van leeren
als je zoo graag uit zou willen gaan, er is
plicht van den boel opruimen als je juist door
wilt spelen, van moeder helpen als er een
mooi boek ligt te wachten. Nee, plicht is een
last en een bezoeking.
En toch had de Genestet gelijk als hij van
een vriend sprak. Maar daartoe was hij ook
alleen kunnen komen door veel levenserva
ring. Iets was je bij een kind niet kunt ver
onderstellen en er ook niet in kunt gieten.
Het kan wel al iets verstaan van de voldoe
ning na betrachten plicht, van den rust na
den arbeid, die gedaan móest het kijkt toch
eiken keer weer even leelijk als het uit het
plezier naar den plicht geroepen wordt.
Hoe moeten we kinderen leeren dat plicht
niet het harde koude in het leven is, maar
juist het warme, juist de vriend? Als ik zeg,
dat ik het land heb aan het woord plicht, dan
is dat omdat er zoo vele menschen zonder
eenige lief-de hun plicht doen en zich daar
dan ook nog op voor laten staan. „Het is
mijn plicht over mijn kinderen te waken",
zegt menig ouder en bewaakt ze met een
strengheid, die aan het zinlooze grenst. Hoe
dikwijls ook zien we menschen zich „opoffe
ren" voor anderen, thuis blijven voor zieken
of kinderen omdat ze dit als hun plicht weten
maar met wat weinig animo wordt dat dan
gedaan.
Plicht. Doen wat volgens de algemeene
wetten van goed en kwaad goed is, wat de men
schen van je verlangen, dat je doen moet om
aanspraak te kunnen maken op den titel van.
,een braaf mensch". Op deze manier is
plicht een hard, dood ding.
Maar plicht kan ook roeping zijn, plicht
kan datgene zijn waartoe het beste in je Je
drijft. Laten we daarom het kind den plicht
nooit voorhouden als een dood ding, maar
altijd wijzen op de waarden die het plicht-
vervullen inhouden.- We wijzen op den zin die
het heeft zooveel mogelijk te leeren, op den
zin van orde en regelmaat. En bij het moe
der helpen is de waarde al heel makkelijk te
vinden.
Waarom doen we on-zen plicht? Om het le
ven zin en waarde te geven. Om maar niet zoo
stuurloos van het een naar het ander te drij
ven. Plicht hangt nauw samen niet verant
woordelijkheidsgevoel tegenover anderen, met
het keten een schakel in het geheel te zijn.
Als we tegen een kind enkel zeggen: het Is je
plicht te werken, je plicht te leeren en te
helpen, dan wordt plicht tot dat koude, starre
begrip waartoe het veelal geworden is en dat
het woord een naren klank heeft gegeven.
Maar het kan ook anders. Als we wijzen op de
redenen die er achter dien plicht liggen, als
we den plicht zinvol maken, kan een kind
daar al wel wat van begrijpen, al zal hem
nog wel eens de vreugde van dat plicht-doen
ontgaan. Natuurlijk. Het ontgaat ons immers
ook nog zoo dikwijls, vooral als hart en ver
langen een anderen kant op drijven,. Maar
wij hebben door het leven toch al geleerd, dat
het doen van onzen plicht in ons leven den
eenigen waren vrede lean brengen.
Maag plicht niet tot een dood ding in het
leven van kinderen niet tot iets van wat nu
eenmaal moet. Het kan levend zijn, op een
doel gericht, een waardevol bezit voor ons in
nerlijk bestaan. Een vriend.
BEP OTTEN.
Eenvoudige seltlerysoep (4 personen). 1
kleine seldery-knol, 1 bosje prei, 3 aardap
pelen, 1/2 dL. rijst, een .bosje peterselie en
seldery, 11/2 L. bouillon of water met zout,
30 gr. boter.
Snijd de selderij knol in plakken, schil deze
en snijd ze in dobbelsteentjes; snijd de prei
in plakjes. Wasch de groente en zet ze op met
de bouillon of het water met zout, de ge
schilde en in blokjes gesneden aardappelen
en de gewasschen rijst. Laat de soep zacht
jes koken totdat de groente gaar is en de
soep gebonden (ongeveer 11/2 uur) laat ge
durende de laatste vijf minuten de fijnge
hakte peterselie en selderij meekoken en roer
even vóór het opdienen, de boter door de
Schoteltje van knolselderij (4 personen)
1 knolselderij, 3 eieren, 3 koude aardappelen,
4 dL. van het selderij vocht, 35 gr. bloem, 40
gr. boter, zout, nootmuskaat, wat fijngehakt
selderij groen.
Snijd de selderij knol in plakken, schil deze
en snijd ze in dobbelsteentjes. Wasch de
selderij en kook ze in 1/2 L. water met zout
gaar (pl.m. 1/2 uur). Kook een van de eieren
hard, pel het ei en snijd het in blokjes, snijd
de aardappelen eveneens in blokjes. Verwarm
roerende de boter met de bloem, voeg lang
zamerhand, onder voortdurend roeren, 4 dL.
kooknat van de selderij toe en laat de saus
even doorkoken, maak ze op smaak af met
zout en nootmuskaat en roer er het fijnge
hakte selderij groen door. Laat de blokjes sel
derij, aardappel en ei in de saus 5 minuten
stoven; bak inmiddels van twee eieren met
wat zout, peper, nootmuskaat en twee lepels
melk een omelet, snijd deze in reepjes. Breng
de selderij ragout over op een verwarmde
schotel en leg er de reepjes omelet kruis
lings overheen
Rijstpannekoelcen (4 personen): 100 gr.
bloem, 20 gr. gist, 2 eieren, 2 1/2 d'L. lauwe
melk, 1/2 theelepel zout, 400 gr. droge ge
kookte rijst (of 125 gr. rauwe rijst, gekookt
met 3 1/2 kopje water) ongeveer 50 gr. boter
Klop de eieren met het zout, voeg er de
bloem bij en klop alles met elkaar tot een
glad deegje; verdun dit langzamerhand met
de lauwe melk waarmee de gist is aangemengd
en roer er tenslotte ook de gekookte rijst
door. Laat het beslag ongeveer 1 uur toege
dekt op een lauw plekje rijzen; bak er dan
met behulp van telkens eengedeelte van de
boter, in de koekepan pannekoeken van.
Presenteer er suiker en lean eel bij.
O. EJ
„All the world loves a lover", zegt een En
gelsch spreekwoord; en hoe Engelsch "lat
spreekwoord is, zullen vermoedelijk de Engel-
schen zelf wel het allerminst van alles besef
fen. Want het mag waar zijn, dat de heele
wereld bijna even verliefd is op een paar
.„lovers" als de „lovers" op elkaar in de
meeste landen is die verliefdheid nogal be
daard en lang duren doet ze er ook niet. Niet
aldus echter in Engeland; de En.gelsch.en zijn
nu eenmaal een sentimenteel en dweepziek
volk en als het Engelsche volk zich verheft
op een paar „lovers", dan doet ze dat gron-
en dan zijn die lovers dikwijls weinig te
benijden.
Gelukkig zijn het uit den aard van de zaak
ewoonlijk personen, die toch al aan een vrij
groote mate van publiciteit gewend waren,
waarin een volk zich meestal verlieft: pu
blieke belangstelling- is dan tenminste een
begrip, dat hen bekend was, al zullen zij zich
nog wel eens verwonderen, over de enormitei
ten, waartoe het in een zekere situatie ove
rigens volkomen bedaarde en bescheiden
menschen voeren kan
Aan de hand van de verloving van prins
George van Engeland, nu hertog van Kent,
en prinses Marina van Griekenland, is in de
afigeloopen maanden ten minste voor de zoo-
veelste keer weer eens bet bewijs geleverd va-n
de bewering dat „All the world loves a lover"
toch wel bij uitstek een Engelsch spreekwoord
is. In geen tijden hebben een vorstelijke ver
loving en een vorstelijk huwelijk zooveel stof
doen opwentelen als deze keer sinds maan
den brengen de couranten en tijdschriften ge
regeld belangwekkende berichten en nieuw
tjes omtrent de Engelsche „royai lovers"; en
die geweldige golf van publieke belangstel
ling wordt niet veroorzaakt door het feit, dat
deze verloving een zoo bijzonder romantische
ls, en evenmin doordat Europa in tijden geen
koninklijk huwelijk te beleven heeft gehad
het komt alleen, doordat de bruidegom een
Engelsch koningszoon is, en doordat de reus
achtige belangstelling van het Engelsche volk
voor deze aangelegenhend die van de meeste
andere volkeren van het Europeesche wereld
deel onweerstaanbaar stimuleert. Vorstelijke
en ex-vorstelijke verlovingen hebben we in
den laatsten tijd genoeg gehad dank zij de
democratische geest van den tegemwoordigen
tijd hebben we ook romantische huwelijken te
over gehad prinsen van vorstelijken Oioede
verbonden hun naam aan die van heel een
voudige meisjes en boetten die naam er
toen wel meteen bij in, maar dat -hadden ze
van te voren geweten en ze hadden het er
graag voor over: twee prinsen van Zweden
zijn op die manier tot dood eenvoudige me-
neeren Bemadotte gedegradeerd. Een ex-
kroonprins verspeelde er zelfs den kans op een
koningskroon bij en scheen er gansoh niet
rouwig om te zijn: als hertog van Covadonga
chijnt de Spaansche ex-kroonprins het le
ven aanmerkelijk aangenamer te vinden dan
toen hij nog wel troonpretendent, maar nog
geen getrouwd man was. De zoon van den
Duitschen ex-kroonprins deed ongeveer het
zelfde. Dit alles speelde zich nog maar in de
laatste paar jaar af; romantiek dus te over
toch, de Europeesche publieke belangstel
ling hield zich maar spelenderwijs een paar
dagen met al deze gevallen bezig, en liet ze
toen weer los om ze voor altijd te vergeten.
Daar zat geen stimulans van Engelsche zijde
achter dat was niet de ware publieke be
langstelling, die niet meer loslaat, wat zij
eenmaal beet heeft, die uit het geval alles
haait wat er uit te halen valt, die onver
moeibaar gen onverzadigbaar is en die geen da
gen en ook geen weken, maar zeker maan
den en missohen wel jaren duren kan. De toe
komstige hertog en hertogin van Kent heb
ben groote kans, dat al hun verdere daden
met meer dan gewone belangstelling be
schouwd zullen worden, ook al vormen zij
eigenlijk het minst romantische koninklijke
paar, dat de geschiedenis' in de laatste paar
jaar opgeleverd heeft. Maar „All the world lo
ves a lover" is een Engelsch spreekwoord; het
Engelsche volk heeft zich van het tweetal
meester gemaakt, en wie eenmaal waarlijk
lief heeft gehad, vergeet nooit meer heele-
maal.
Eind November zal het huwelijk gesloten
worden, eind Augustus werd de verloving be
kend, en dus al bijna drie maanden lang ver-
teedert het wereldpubliek, onder leiding van
het Engelsche, zich nu al over de vorstelijke
bruid, prinses Marina van Griekenland, nicht
van den ex-koning van Griekenland. Meestal
zijn het de bruiden waarover men zich vooral
verteedert dat is ook sentimentaliteit. Prins
George wordt dus een beetje stiefmoederlijk
behandeld maar over de bruid kan men niet
genoeg te hooren krijgen. Alles moet men van
haar weten, de onbelangrijkste dingen ver
krijgen belangrijkheid, haar familieleden,
vrienden en kennissen deelen in de eer; geen
Engelsche, maar ook geen Hollandsche, Fran-
sche, Belgische of Zweedsche krant kan men
opslaan, of men treft er prinses Marina in
woord of beeld in aan.
Prinses Marina's kapper heeft verklaard, dat
zij altijd haar eigen kapsels ontwierp. Prinses
Marina's vader, prins Nicolaas van Grieken
land, is een bekend schilder, die op Parijsche
exposities altijd inzendt onder den naam Le-
prinee. Prinses Marina heeft op gelukkige
wijze zoowel Frankrijk, dat haar tweede va
derland was, als haar toekomstig vaderland,
Engeland, emplooi gegeven aan haar bruids
japon: de Engelsche handweefsters in Bethnal
Green in Londen zullen de stof weven en Pa
rijsche couturiers zullen de japon maken.
De invloed van dit alles begint al merkbaar.
te worden. Prinses Marina heeft een mantel
van luipaardbont gekocht in Parijs ver
wacht men een hausse in luipaardbont. Prin
ses Marina draagt nooit groen men vraagt
zich af of groen ook niet eigenlijk een zeer
onflatteuze kleur is. Prinses Marina heeft een
groot aantal mantelpakken besteld voor haar
uitzet het Parijsche huis Molyneux heeft
onmiddellijk een collectie wintercnantelpak-
ken gelanceerd.
De invloed gaat nog verder: een Londensche
kapper heeft een nieuw kapsel ontworpen en
prinses Marina verlof gevraagd om dit naar
haar te noemen. Prinses Marina heeft dit toe
gestaan. De Britsche Kleurenraad, die de kleu
ren officieel hun namen geeft, heeft 'prinses
Marina verzocht een nieuwe tint groen met
haar naam te mogen aanduiden. Prinses Ma
rina heeft dit goed gevonden. Het Nieuwe Ma-
rina-groen zal een soort van turkooisgroen
zijn met 'n jadetint erin. In dien kleurenraad
hebben natuurlijk alleen maar mannen zit
ting vrouwen zouden allang geweten heb
ben. dat prinsevs Marina geen groen draagt!
Hiermee houdt het echter nog niet op. Ook
moeilijkheden zijn aan de orde van den dag.
Prinses Marina heeft haar Parijschen kapper
gevraagd oen ter gelegenheid van den 29en
November naar Londen te komen, opdat zij
voor den grooten dag door vertrouwde handen
gekapt kon worden. Iedere vrouw kan zich dat
natuurlijk volkomen indenken de Londen
sche kappers zijn hierop echter in woede ont
stoken en vinden, dat zij gepasseerd en belee-
digd zijn. De narigheid is groot in Londen
zit men met de handen in het haar de
eenige oplossing zal waarschijnlijk zijn, dat
men zuiver Engelsche haarkammen en speld
jes en ondulatietangen gebruikt, en dat men
dan in ruil daarvoor den Parijschen kapper
tolereert.
Het moet geen onverdeeld genoegen zijn de
bruid van een koningszoon te zijn. Als prinses
Marina in Londen is, pleegt het Londensche
publiek haar hotel te belegeren; zij en haar
aanstaande echtgenoot hebben zich al een
paar maal slechts via de keukens en door een
achteruitgang naar buiten kunnen begeven:
de gewone uitgang was geblokkeerd. Ook in
Parijs, waar ze tot nu toe een volkomen vredig
bestaan voerde om-dat niemand haar voor iets
anders aanzag dan wat ze was. een meisje van
zeven en twintig, zooals er zooveel zijn, is ze
niet meer veilig: men probeert er haar ver
zoekschriften te overhandigen, en fotografeert
er haar tot vervelens toe. Waarom? Omdat
„All the world loves a lover" een Engelsch ge
zegde is.
„Het moet", zei een andere Novemiberbruid
dezer dagen tegen ma. „erg prettig zijn om de
bruid van een prins t% zijn. maar ik ben toch
maar liever de bruid van een gewoon sterve
ling". Het werd gezegd en ook opgevat als een
invitatie aan den gewonen sterveling, die on
middellijk toeschoot'om het subtiele compli
ment op de juiste wijze te beloonen; het idee
is niet nieuw trouwens ook, maar het heeft
nog niets van zijn kracht verloren, hoe zeer de
tijden ook veranderd zijn.
EEN GARNITUUR.
Men ziet op het oogenblik veel g-arn..u.en,
die bestaan uit een tasch met bijpassende
ceintuur. Meestal zijn deze vervaardigd van
stof, linnen; maar oo-k van peau de suède of
ander leer.
Het garnituur, dat op onze illustratie af-
jebeeld is, was van stof gedacht en gegar
neerd met zilveren loovertjes.
Hoe deze loovertjes bevestigd worden, laat
de teekening duidelijk zien. D$ kleur, die
men voor het garen neemt is die van de stof
of het leer.
De vorm van de tasch Is zoo eenvoudig
mogelijk gehouden; het is een langwerpig
model met twee zij- .en een onderstukje om
de noodige ruimte te verkrijgen. Een lange
knip aan den bovenkant is de eenige opening
een ritssluiting wordt er langs genaaid; twee
pandjes aan lederen kant voor het vasthou
den en de tasch is klaar.
De ceintuur is van dubbele stof en wordt
met een metalen gesp gesloten.
Het opnaaien van de loovertjes moet van
zelfsprekend gebeuren voor men de ceintuur
dubbel neemt, zoodat de steken aan den ach
terkant niet te zien komen.
De teekening toont duidelijk het motief; en
ook hoe de loovertjes vastgezet moeten wor
den, teneinde eenige afwisseling in het werk
te krijgen.
Het is een aardig werkje, dat weinig tijd
kost en men zal eens zien hoe aardig de
ceintuur zal staan op een eenvoudig donker
jurkje.
Dameskousen. De meeste zijden dames
kousen bevatten ruim 60 pet. aan tinver
bindingen.
Een groote familie. Op het eiland Aruba
in West-Indië overleed onlangs een 107-jarige
dame. Mevrouw Suzanna Hors, dde 6 kinderen
46 kleinkinderen, 103 achterkleinkinderen en
11 bet-achterkleinkinderen naliet.
Een vleeschetende plant. Niet alleen onze
zonnedauw behoort tot deze plantensoort,
doch ook in Zuid-Afrika komen zonnedauw-
soorten voor; de meest typische vleescheter is
zeker wel de kokerplant, die in haar koker-
vormige bladeren zelfs grootere dieren als
de kakkerlak verschalkt. Aangelokt door den
geur en de vleeschkleur dezer bladen daalt
het insect in deze ko-kervormige bladen naar
beneden om er niet weer uit te komen, want
het blad sluit zich heelemaal om het dier heen
en de koker opent zich eerst als het insect ge
heel verteerd is.
Wanneer zullen wij zoover zijn. In New-
York werken tal van menschen, die dagelijks
naar en van de stad vliegen per speciale vlieg
tuigen langs de zoogenaamde forense-n-vlieg-
lijnen. Men noemt deze menschen dan ook al
vlieg-forensen.
Bc zegen van den arbeid. Menschen dia
veel en bard werken leven gemiddeld langer
dan zij, die den dag in ledigheid doorbrengen
of weinig uitvoeren.
Wie had dat gedacht? Ben kellner of kell-
nerin van een flink beklant restaurant legt
per dag gemiddeld 25 KM. af met hun heen
WHJmY VAN DER TAK, en weer geloop van de klant naar het buffet.