BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
In ons clubwerk is een kleine wijziging ge*
komen. Jan Krijger, Jan Winter, Anno van
Beilen, Rinus Middelkoop, Heintje Hopman,
Wim Groen en Jurri Bosker komen voortaan
op de meisjesclub van 4.305.—. Deze wijzi-
ging komt het clubwerk in het algemeen ten
goede. Ik hoop dat a.s. Woensdag zich nie.
mand in den tijd vergist. Ditmaal worden de
briefjes extra kort, later hoop ik, wanneer ik
wat meer tijd heb, de schade in te halen,
Lief BOODSCHAJP5TERTJ1E. St.-Nicolaas
weet dat je een heel lief meisje bent. Wat
prettig dat je met je vader mocht gaan kijken
aan het station. Je hebt hem zeker wel ver
teld dat ik ook heel zoet zal zijn? Dag Bood-
schapstertje.
lEien briefje met het opschrift Lieve juffrouw
enz. kan ik met geen mogelijkheid ontcijferen,
Voortaan s.v.p. wat duidelijker schrijven,
Dag
Beste DICK TROM. Met je cadeau zal je
vader zeker heel blij zijn. Prettig dat je er zoo
flink voor gespaard hebt. Dag Dick Trom,
Beste SNEEUWKONINGIN. Ja telkens een
leuk briefje schrijven is wel wat moeilijk voor
je. Maar het is al flink dat je steeds trouw
schrijft. Nu was je schrift goed leesbaar. Dag
Sneeuwkoningin.
Beste ASS-CHEFOETSTER. Ja hoor Sint
is gearriveerd. Prettig hè? Heb je ook op
school feest? Dag Asschepoetster.
Best ASTERTJE. Nog wel gefeliciteerd
met de herdenking van je vaders geboortedag.
Zoo moest je winkelen? Dat is wel gezellig.
Dag Astertje.
Lief DOORNROOSJE. Prettig dat je zoo
flink werkt. Zal je het vooral netjes doen en
er aan denken dat bij mij aan de achterzijde
ook menschen wonen? Dag Doornroosje.
Lief SPARRETJE. Je hebt dus 1.1. Zondag-
een prettigen dag gehad? Wat griezelig, zeg
boef spelen in het donker, brr. Het koffertje
nam je zeker mede om de spoken, die er niet
waven, te lijf te gaan. Wil je wel gelooven_dat
ik reeds ril bij het lezen van je brief?
Sparretje.
Lief REPELSTEELTJE. Dus je hebt het
•prettig gevonden op de club? Woensdag mag
je aan hetzelfde werkje als Klaasje beginnen.
Dag Repelsteeltje.
Beste RODESIA. Dat was dus een goed
bezette dag. School, Sint-Nicolaas begroeten,
club, film en naar bed. Dag Rodesia.
Beste KOZAKKENHOOFDMAN. Je mag
gerust met potlood schrijven, wanneer de pen
houders door je broertje gebruikt worden. Je
moet echter altijd- duidelijk en niet zoo heel
dun schrijven. Dag Kozakkenhoofdman.
Lief BOSCHVIOOLTJE. Ja, alle strepen
moeten bewerkt worden. Wat spelen j ullie_al-
•tijd fijn, 'k zou zoo wel mede willen doen,
Boschviooltje.
Best ZONNESTRAALTJE. Aan je wensch
zal ik voldoen. De teekening vind ik aardig.
Vlot je werk goed? Dag Zonnestraaltje.
Best INDIAANTJE. Dus Zwarte Piet kan
aardig mikken. Waren het lekkere moppen?
Nu maar extra goed opgepast, zoodat hij niet
boos op je behoeft te worden. Dag Indiaantje,
Lief MEIKEVERTJE. Zoo dus Sint is
weer gearriveerd. Gelukkig dat hij IJmuiden
weer heeft kunnen vinden. Hij wordt al zoo
oud en kon op het gebied van Aardrijkskunde
wel zoo langzamerhand iets gaan vergeten. Hij
schijnt echter een krasse, oude baas te zijn,
Best KLAVERTJE VIER. Hoe heet de
bloem die je op school ge teekend hebt? Is zij
goed uitgevallen en heb je haar ook gekleurd?
Dag Klavertje vier.
Beste WANDELAAR. Dus je broer doet
ook aan figuurzagen? Waar is die zaagschool
en wie helpt daar? Dag Wandelaar.
Beste VERGEETMENIET. Ik was heele-
maal niet ongerust. Laat gerust je brieven
maar lezen hoor. Ja, wie is nu de echte? 'k Zou
ze maar allemaal voor echt houden. Dag Ver-
geetmeniet.
Best GOUDVLINDERTJE. De zaak komt
nog in orde. Zoodra ik een beetje meer tijd
heb, zal ik aan je denken. Jullie schiet dus
beiden flink op. Dag Goudvlindertje.
Lief HENGELAARTJE. Ja, dat zouden wel
veel meer kinderen willen, maar gaat nu een
maal niet. Eens per week club vraagt reeds
veel van m'n tijd. Als je St. Nicolaas ziet zeg
hem dan, dat ik ook heel gehoorzaam zal zijn.
Dag Hengelaartje.
Best GOUDAPPELTJE. Ja meisje, dat
heb je goed gedacht. Jij hebt maar een briefje
en ik soms twee en veertig en meer briefjes.
Dat eene briefje moet je dus maar heel trouw
schrijven. Dag Goudappeltje.
Best JULIAANTJE. Ja hoor, wacht nu
maar tot Woensdag. Heb je het zoo gauw af,
dan heb je weer geen werk op de club en ik
vind het niet prettig als kinderen hun tijd
zitten te verbeuzelen. Dag Juliaantje-
Beste PIETJE FELLE. Vriend wat stuur
5e me toch steeds een mooie verhalen. Ik dank
je er wel voor.
Dag Pietje Pelle.
Lief FIMSTERRETJE. Natuurlijk heb ik
je gemist. Ja, Meidoomtje heeft goed voor je
zus gezorgd. Neen het woord heb je niet goed
geschreven. Het moet aldus „enthousiast".
Dag Filmsterretje.
Best NAAISTERTJE. Grappig' van je
(nichtje. Ze zal anders wel tevergeefs zoeken,
't Lijkt me een schrander kindje toe. 'k Zal
je in de verjaardagrubriek plaatsen. Veel ge
noegen Maandag,
Dag Naaistertje.
Beste KOMIEK, Freek was heel erg iaat
met z'n briefje. Ik vond het, toen de andere
briefjes reeds op het bureau lagen en kon hem
dus niet meer schrijven.
Dag Komiek.
Lief VLINDERTJE. Ja de club is echt
gezellig. Ben je nu reeds nieuwsgierig naar
het geen je 5 December krijgt. Je zult toch
nog wat geduld moeten hebben, want 5 De
cember is nog 2 1/2 week verwijderd.
Dag Vlindertje.
Best GOUDMUTLTJE. Ja je mag wel
gelijk met de jongens komen en a.s. Woens
dag thuis blijven. Nul fouten in je Duitsch
vind ik prachtig, ik begrijp dat je blij was
Dag Goudmiültj e
Best KABOUTERTJE. Ja hoor, zeg het
Frans maar. Prettig voor je dat je de nieuwe
spelling al kunt toepassen.
Dag Kaboutertje.
Lief GOUDBLONDJE.. Mag dk de raadsels
later eens oplossen? Wat tegen St. Nicolaas
plaats heeft, kan ik nog niet me-dedeelen.
Geef je Elsjes verjaardag nog eens op?
Dag Goudblondje.
Best ROIZA FLUWEELTJE. Ja hoor, de
bel stond niet stil, hoewel ik vaak niet thuis
was en vele kinderen tevergeefs zijn gekomen.
Prettig dat je een nieuwe mantel hebt ge
kregen.
Dag Roza Fluweeltje.
Lief ZONNETJE. Ja nu is het mij helder.
Zoon machine in het klein geeft wel een
duidelijk beeld, duidelijker en beter dan een
teekening of het gesproken woord alleen. St.
Maarten duurt hier. meestal 14 dagen.
Dag Zonnetje.
Beste TOM MIX. Je bent dus no. 2 die
a.s. Maandag jarig is. Ook jij komt in de
rubriek. Dat zal een fijne vertooning worden
zeg. De teekening vind ik grappig. Veel ple
zier Maandag.
Dag Tom Mix.
Lief GOUDVINK JE. Je moeder is je dus
weer eens aan het verwennen. Ik kom zeker
eens naar je poppenhuis kijken. Je mos-;
echter nog wat geduld hebben.
Dag Goudvinkje.
Lieve ROBBEDOES. Ja als ik even tijd
heb, kom dk even, maar kam het teusch niet
vast beloven. Ik heb het op het oogenblik
heel erg druk en weet niet of de volgende
week meer of minder tijd geeft. Ik zal je in de
verjaardagenrubriek plaatsen. Weel plezier
Vrijdag.
Dag Robbedoes.
Best MEïDOORNTJfE. Ja ik vind het
leuk postpapier. Jammer dat je thuis geen
pennen voor blokschrift hebt. Prettig dat je
werk zoo goed gaat.
Dag Mei-doorntje.
Lief LACHEBEKJE. Ja bij ons op de
club voelt elk kind zich terstond thuis. Je
vindt het dus prettig dat je moe-der de courant
genomen heeft? Dat begrijp ik.
Dag Lachebekje.
Beste ZUS. Neen op 5 December is er
geen club. De meeste kinderen zijn dan graas
thuis en ik wil ook graag na een extra ver
moeiende schoolochtend wat vrij zijn. School
feestjes zijn altijd heel vermoeiend. Je moet
's avonds ndet langs de duinen gaan, maar
door de straten.
Dag Zus.
Beste MOEDERS HULP. Gelukkig dat je
moeder je even herinnerde. Je hebt dus van
school ook voor thuis handwerk medegekre-
g-en? Dat is vooral 's winters wel prettig.
Dag Moeders Hulp.
Lief KRULLHNKGPJE. Ja, je oom Tom
Mix is Maandag jarig. Moet je ook naar de
lantaarn voorstelling. Dat zal een pret wor
den. Gaat. Bertha ook mede?
Dag Krullenkopje.
Beste MADELIEFJE, lief P-oppenmoedertje.
Neen kinderen, jullie krijgt nu geen lange
brief. Heb je al gezien dat ik thans weer
twee en veertig briefjes moest beantwoorden?
Stel je voor, als dit allemaal lange brieven
moesten worden. De IJm. Courant zou te klein
zij-n. Prettig als Willie weer komen mag en
beter is.
Dag Madeliefje, dag Poppenmoedertje.
VERJAARDAGENRUBRIEK.
Maandag 19 November is jarig:
JACOB GUYT (Tom Mix) Kortenaerstraat
35, IJmuiden-Oost.
Maandag 19 November is jarig:
GRETHA MOO-LENKAMP (Naaistertje)
Fazantenlaan 36, IJmuiden-Oost.
Vrijdag 23 November is jarig:
HEINTJE HOPMAN (Robbedos), Kanaal
straat 53 IJmuiden-W.
Wie sturen ansichten aan de jarigen?
Veel groeten aan al -de rubriekertjes van
Mej. E. VIJLBRIEF.
DE BLOEMENFEE.
Ja, ik ben een bloemenfee»
Zie je dat dan niet.
Rozen bloeien op mijn rok
En ook nog margriet,
'k Heb een kroon van paarlen op.
Dat stelt voor de dauw
En de kant rondom mijn hals
Is van hemelsblauw.
Bloemen, bloemen overal
-Op mijn mooie kleed,
'k Wacht op bruid en bruidegom,
'k Ben al lang gereed.
'k Zeg zoo straks een versje op
In de bloem-entaal,
En dan mag ik mee naar 't feest
In een groote zaal.
Ja, ik ben een bloemenfee
't Is maar voor één dag,
'k- Wou wel voor- mijn mooiste bloem,
Dat je me nu zag.
EEN AVONTUUR MET DE HAAI.
DE BEURT IS AAN KLEINE
TEEKENAARS.
Na hetgeen we gehad hebben van het men-
sehelijk figuur, nemen we thans het land
schap eens nader onderhanden.
Het spreekt natuurlijk wel vanzelf, dat we
het niet naar de natuur zullen teekenen; dat
zou veel te moeilijk zijn. We volgen de verbeel
ding van de leerling.
Ook het landschap wordt met enkele lijnen
voorgesteld; we probeeren het geheel met zoo
weinig mogelijk details weer te geven.
De hier afgebeelde teekening toont een
huisje met een tuin ervoor en eenige boo-
men er achter. Jullie ziet, dat het dadelijk te
herkennen is, terwijl alles toch heel eenvou
dig voorgesteld is.
Probeer het nu maar na te teekenen. Een
heele knappert onder jullie kan er zelfs mis
schien al een menschen fig uurtje bij teekenen.
Dan moet je denken, aan alles wat ik in vo
rige lessen gezegd heb. En nu maar weer aan
den slag, kleine teekenaars!
OOM KEES,
Joe, een jongen uit New-York ging 1-ogeeren
bij zijn oom op het eiland Tres Cruzes in de
Carabisc-he zee. Hij was een goed zwemmer
en nauwelijks was hij er, of hij dacht: „Ik zal
dat negervolk eens laten zien, wat zwemmen
is." „Dat negervolk" waren drie boys, knech
ten van de farm; de jongens Toby, Jim en Sal
vador. Alle drie waren ze ouder en veel ster
ker dan Joe.
De eerste dag van zijn bezoek, tegen den
avond trok Joe zijn badpak aan en ging in het
water. To-by, Jim en Salvador lagen lui in het
roeibootje en vischten. Toen Joe langs de boot
zwom, viel hem plotseling in „haaien". Zou
den er hier haaien zijn?
Hij vroeg het aan de jongens en ze zeiden:
„Nee, sinds zeven jaar is hier in de buurt
geen haai gezien."
Joe was gerustgesteld en zwom met kracht
tige slagen verder, steeds verder en verder, tot
hij op het laatst wel 500 meter van de kust
verwijderd was. Hij was niet bang; hij was een
goed zwemmer.
Maar plotseling kreeg hij een geweldige
schrik; geen vijftig meter van hem af door
een donkere vin uit het water op en verdween
Gespannen tuurde Joe naar de plek waar hij
de massa had zien verdwijnen; hij vergat
zelfs zwembewegingen te maken en kreeg wa
ter naar binnen. Weer dook de reusachtige
vin en een deel van het vissclhenlijf uit de gol
ven op en ditmaal een heel stuk dichterbij.
Joe zag de donkere omtrek van het lichaam in
het water. Geen twijfel, het was een haai.
Joe keerde om en zwom uit alle macht naar
liet eiland toe. De haai achter hem aan. Nu
eens was hij achter hem, dan aan zijn lin
kerkant en dan dook hij weer aan de rechter
kant op. Hij scheen met zijn buit te spelen, in
het bewustzijn, dat deze hem toch niet meer
ontgaan kon. De schrik zat Joe zoo in zijn le
den, dat hij niet zoo snel als gewoonlijk voor
uit kwam. Hij zou nooit op tijd het strand
bereiken; de haai zou hem van te voren al
pakken en verscheuren. Hij dook onder en
probeerde de verschrikkelijke visch o-p deze
manier te ontkomen. Tevergeefs: zoodra hij
weer boven water kwam, was de vin ook te
zien.
In dat oogenblik dacht hij aan de boot met
de negerboys. Die was niet erg ver weg. Met
een zwom hij er op af, terwijl hij uit alle
macht om hul-p schreeuwde. Maar die wree
daards begonnen hard te lachen, toen ze hem
zagen en roeiden de boot telkens verder weg..
Joe schreeuwde en smeekte; maar de boys
luisterden niet naar hem. In zijn angst schoot
hem te binnen, dat haaien bang waren voor
witte voorwerpen in het water; dat had een
badmeester hem eens verteld. Onder het
zwemmen trok hij zijn badpak, dat een wit
bovendeel had, uit, kle-mde het tusschenn zijn
teenen en trok het zoo achter zich aan.
Dat scheen te helpen; want de haai gaf de
vervolging op.
Toen Joe het eiland bereikte en ademloos
het strand opliep, verloor hij echter het bad
pak.
's Avonds aan tafel brandde hij van verlan
gen zijn avontuur te vertellen en daarmee
veel bijval te winnen. Met een haai om het
hardst te zwemmen en het dan te. winnen, is
ook geen kleinigheid.
„Ik heb een avontuur beleefd," begon hij
Daar kwam de kokkin binnen met het eten.
„En Jenny" vroeg Oom, „heb je niet verge
ten Fina eten te geven?" En zich tot Joe wen
dend: „Fina is namelijk een dolfijn, een bijna
tam dier, dat iedere avond tegen zonsonder
gang aan den steiger komt en de resten uit
de keuken krijgt. Een reusachtig dier; maar
absoluut ongevaarlijk. Misschien heb je zijn
vinnen wel boven water uit zien komen?"
Joe schudde het hoofd.
„Vertel ons nu je avontuur een£" zei Tante.
„Oh, dat was niets bijzonders," zei Joe en
nam een groote hap geroosterde bataten.
Op dit oogenblik klopte de negerjongen
Toby aan, Joe's badpak in de hand. „Ik heb
het aan het strand gevonden," zei hij, „ik ge
loof, dat het van de jongeheer is."
Daarbij keek hij Joe schelmseh aan.
„Ja," zei Joe, en hij kreeg een vuurroode
kleur, „ik heb het verloren, toen ik met de
dolfijn om het hardst zwom."
En daarmee had hij zich versproken.
D. v. Z.
EEN TASCH IN DEN VORM
VAN EEN HOND.
Veel meisjes zouden graag een tasch wil
len hebben; maar niet een gewonenee,
een leuke taseli; een tasch, die je niet overal
ziet. Zoo'n model hebben we nu eens voor
jullie bedacht. En, wat het aardigst is, je kunt
de tasch zelf maken.
Wat hoor ik een van jullie zeggen?
Heelemaal zonder moeders hulp?
Kijk, als je een beetje handig bent en je
durft een beetje, dan kun je hem heelemaal
alleen maken. Maar, je mag daarom wel vra
gen, of moeder een waakzaam oogje houdt,
hoor.
Nu gaan we beginnen. Als materiaal nemen
we fluweel, pluche of vilt. De kleur kun je zelf
kiezen: zwart, wit, grijs of beige. Dan knip je
van papier het patroon, waarvan de deelen op
de teekening'zijn afgebeeld.
Deze deelen' zijn de volgende: twee stukkien
(1) voor het lichaam; vier deelen (6) voor de
ooren; twee (4) voor de staart; vier deelen (3)
voor de voorpooten en tenslotte vier deelen (2)
voor de aehterpooten. Knip uit carton vervol
gens de vorm van de kop en omwind deze met
meerdere lagen watten, zoodat het geheel
eenigs-zins rond wordt. Nu stik je de beide
deelen van de romp op elkaar; maar laat de
afstand A B open. Stop de wa-ttenvorm van de
kop hierin en houdt het geheel op de goede
plaats met een paar steken. Daar komt later
toch het lint om, zoodat er niets van te zien
komt. Maak de oogen van zwarte kraaltjes,
borduur de neus met zwarte en de mond met
roode zij. De verschillende deelen van de poo-
ten stik je op elkaar en vult ze op met zeegras
evenals de staart. Ik zou jullie aanraden om
in de staart een dun ijzerdraadje te do-en, dat
dezelfde vorm van de staart heeft. Bevestig ze
daarna aan de romp.
WITTE NEGER.
„Moesje, och mijn negerpopje
Is zoo zwart als chocola.
'k Maak maar gauw een lekker sopje
Waar 'k hem straks in wasschen ga."
,,'t Zal niet baten, beste kindje",
Lacht haar lieve Maatje dan.
„Want je zwarte negervrindje
Wordt daar toch niet blanker van."
„Negers worden zwart geboren,
Blijven zwart hun leven lang,
Negers zijn zoo naar belhoren
En voor water heusoh niet bang."
,'t Kleine meisje ging aan 't plassen
Maakte dra een badje klaar,
Om den neger toch te wasschen.
Maar, o jeewat zag ze daar?
't Water werd zoo zwart als modder,
't Negertje zoo wit als sneeuw,
't Meisje staakte haar geklod'der
En ze gaf van schrik een schreeuw.
„Moesje", riep ze, „kom eens kijken,
O, er is wat ergs gebeurd!
Pop gaat op Sneeuwwitje lijken,
't Negerpopje is verkleurd 1"
„Foei-," lacht Moe, „jij stoute kindje,
't Popje is nu wit, gewis,
Maar dat komt, omdat jouw vrindje
Ook geen échte neger is!"
G. LIMPER.
AAN ALLEN!
De deelen van het oor leg je op elkaar, stikt
ze en draait ze om, zoodat de nad-en aan den
binnenkant komen. Nu naai je ze op de goede
plaats tegen de kop.
Tegen de opening langs den bovenkant
naai je een zoogenaamde „ritssluiting", Een
lintje om de hals van de hond en je hebt een
tasch, die zoo leuk is, dat al je vriendinnetjes
je er om zullen benijden en er ook een willen
gaan maken.
TANTE TINE.
Heb je ze al hooren zingen, of heb je soms
zelf meegezongen het oude Sint-Maarten
liedje:
Sinterde Maarten 't is zoo koud,
Geef me een turfje of wat hout.
11 November was de dag van S-t. Maarten of
Sint Martinus. Venlo is de stad van Sint Mar-
tinus. Daar vindt men ook de kerk, die naar
zijn naam genoemd is. Daarboven is zijn af
beelding in steen uitgehouwen, 't Geheel stelt
voor een Romein-schen krijgsman te paard en
nevens hem een naakte bedelaar. De krijgs
man is bezig om met zijn zwaard zijn mantel
in tweeën te snijden en volgen-s het verhaal
gaf hij de helft van zijn kleed aan dien bede
laar.
Op 11 November zijn altijd in Venlo alls
scholen gesloten en 's avonds is het overal
feest. Natuurlijk moet de jeugd in optocht
langs de straten. Blikjes en busjes zijn reeds
lang verzameld. Er worden gaatjes ingeslagen
en een ijzerdraad wordt er doorheen gehaald.
Op den .bodem komt een laagje turf, daarop
een gloeiend kooltje en wat hooi en stroo. Dit
is het wierookspotje. Met het ijzerdraadje in
de hand zwaait'men nu het potje in alle rich
tingen. Je snapt wel, dat het er om te doen
is door de gaatjes gloeienid vuur te zien. Zon
der gevaar is dit spelletje natuurlijk niet en
op den avond van „Sintermerte" (in 't Lim-
burgsch gesproken) heeft de politie handen
vol werk.
Eigenlijk gezegd mag het niet meer. Be
merkt de politie het, dan wordt de pot afge
nomen. In de winkelstraten ziet men het ook
al verscheidenn jaren niet meer, maar in de
buitenwijken leeft het oude gebruik voort.
Ook d-e Sint-Maartensvuren worden nog elk
jaar ontstoken. Al weken van te voren is men
aan het „trossen". Dat wil zeggen: al-les, wat
maar branden kan, wordt bijeen gegaard-.
Stroo, takken, manden, kisten worden op Sint-
Maartensdag opgestapeld en zoodra het don
ker is, aangestoken. Wie de hoogste Sin-ter
mertes houp" heeft, wordt lui-de toegejuicht.
Die brandende vuren geven altijd een fantas
tisch gezicht. Ze zingen dwaarbij in rasecht
Limburgsch:
Sintermertes veugelke
Het ein rooëd keugel-ke,
Het ein blauw sterretje
Hoepsa Sinterd-emerte.
Dat vogeltje beteekent waarschijnlijk het
vuurtje. Dat rood en blauw zijn de kleuren dan
van de vlammen.
Sintermerte komt ook strooien in de huizen:
appelen, peren, noten en kastanjes. De moe
ders bakken koeken. Appelkoekjes of de ouder-
wetsche bookeskook, dat is een koek van boék-
weitemeel gebakken.
Wel zag je door de winkelstraten lampionop-
tochten. Optocht met „luehjes". Er zijn ver
schillende vereenigingen, die zoo met mu
ziek voorop door de straten trekken. En dan
zit Sint Maarten met zijn knecht in een sta
tiekaros en trekt achter de muziek aan. In ons
land is er geen plaats, waar nog zoo prettig
Sint Maarten gevierd wordt als te Venlo.
Boven op den Domtoren te Utrecht kun je
Sint-Maarten ook op zijn paard zien zitten.
In de boogvensters van de gangen van de dom
kerk kun je 19 tafreel-en zien afgebeeld uit het
leven van Martinus, bisschop van Tours, die
in de 4de eeuw leefde en aan wien deze kerk
is gewijd. Men noemt daarom de Utrechtena
ren nog wel eens Sint-Maartensmamien.
Boven den toegang tot de gehoorzaal van
de Universiteit staat Sint-Maarten heel dui
delijk afgebeeld te paard, terwijl hij zijn
kleed deelt met den berooiden bedelaar. Dit
moet gebeurd zijn in het jaar 332 te Amiens.
Hij prijkt zoo ook in het gemeentewapen van
St. Maarten en Maartensdijk, welke plaatsen
dan ook naar hem zijn gedoemd.
In Oostenrijk is zelfs een klein plaatsje,
St. Martin geheeten, dat in oorlogstijd nood
geld uitgaf met de beeltenis van Shit-Maarten.
Laatst hadden wij het over herfstdraden,
welnu de Franschman noemt deze fils de St.
Martin, d.w.z. draden van Sint-Maarten. Men
heeft indertijd gedacht aan de d-raden, die
ontstonden door het doorscheuren van den
mantel. In Duitschland spreekt men ook van
Spek-Maarten, want een oud rijmpje luidt:
Slacht op St. Martijn
De arme zijn zwijn.
55.