BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES In ons clubwerk is een kleine wijziging ge* komen. Jan Krijger, Jan Winter, Anno van Beilen, Rinus Middelkoop, Heintje Hopman, Wim Groen en Jurri Bosker komen voortaan op de meisjesclub van 4.305.—. Deze wijzi- ging komt het clubwerk in het algemeen ten goede. Ik hoop dat a.s. Woensdag zich nie. mand in den tijd vergist. Ditmaal worden de briefjes extra kort, later hoop ik, wanneer ik wat meer tijd heb, de schade in te halen, Lief BOODSCHAJP5TERTJ1E. St.-Nicolaas weet dat je een heel lief meisje bent. Wat prettig dat je met je vader mocht gaan kijken aan het station. Je hebt hem zeker wel ver teld dat ik ook heel zoet zal zijn? Dag Bood- schapstertje. lEien briefje met het opschrift Lieve juffrouw enz. kan ik met geen mogelijkheid ontcijferen, Voortaan s.v.p. wat duidelijker schrijven, Dag Beste DICK TROM. Met je cadeau zal je vader zeker heel blij zijn. Prettig dat je er zoo flink voor gespaard hebt. Dag Dick Trom, Beste SNEEUWKONINGIN. Ja telkens een leuk briefje schrijven is wel wat moeilijk voor je. Maar het is al flink dat je steeds trouw schrijft. Nu was je schrift goed leesbaar. Dag Sneeuwkoningin. Beste ASS-CHEFOETSTER. Ja hoor Sint is gearriveerd. Prettig hè? Heb je ook op school feest? Dag Asschepoetster. Best ASTERTJE. Nog wel gefeliciteerd met de herdenking van je vaders geboortedag. Zoo moest je winkelen? Dat is wel gezellig. Dag Astertje. Lief DOORNROOSJE. Prettig dat je zoo flink werkt. Zal je het vooral netjes doen en er aan denken dat bij mij aan de achterzijde ook menschen wonen? Dag Doornroosje. Lief SPARRETJE. Je hebt dus 1.1. Zondag- een prettigen dag gehad? Wat griezelig, zeg boef spelen in het donker, brr. Het koffertje nam je zeker mede om de spoken, die er niet waven, te lijf te gaan. Wil je wel gelooven_dat ik reeds ril bij het lezen van je brief? Sparretje. Lief REPELSTEELTJE. Dus je hebt het •prettig gevonden op de club? Woensdag mag je aan hetzelfde werkje als Klaasje beginnen. Dag Repelsteeltje. Beste RODESIA. Dat was dus een goed bezette dag. School, Sint-Nicolaas begroeten, club, film en naar bed. Dag Rodesia. Beste KOZAKKENHOOFDMAN. Je mag gerust met potlood schrijven, wanneer de pen houders door je broertje gebruikt worden. Je moet echter altijd- duidelijk en niet zoo heel dun schrijven. Dag Kozakkenhoofdman. Lief BOSCHVIOOLTJE. Ja, alle strepen moeten bewerkt worden. Wat spelen j ullie_al- •tijd fijn, 'k zou zoo wel mede willen doen, Boschviooltje. Best ZONNESTRAALTJE. Aan je wensch zal ik voldoen. De teekening vind ik aardig. Vlot je werk goed? Dag Zonnestraaltje. Best INDIAANTJE. Dus Zwarte Piet kan aardig mikken. Waren het lekkere moppen? Nu maar extra goed opgepast, zoodat hij niet boos op je behoeft te worden. Dag Indiaantje, Lief MEIKEVERTJE. Zoo dus Sint is weer gearriveerd. Gelukkig dat hij IJmuiden weer heeft kunnen vinden. Hij wordt al zoo oud en kon op het gebied van Aardrijkskunde wel zoo langzamerhand iets gaan vergeten. Hij schijnt echter een krasse, oude baas te zijn, Best KLAVERTJE VIER. Hoe heet de bloem die je op school ge teekend hebt? Is zij goed uitgevallen en heb je haar ook gekleurd? Dag Klavertje vier. Beste WANDELAAR. Dus je broer doet ook aan figuurzagen? Waar is die zaagschool en wie helpt daar? Dag Wandelaar. Beste VERGEETMENIET. Ik was heele- maal niet ongerust. Laat gerust je brieven maar lezen hoor. Ja, wie is nu de echte? 'k Zou ze maar allemaal voor echt houden. Dag Ver- geetmeniet. Best GOUDVLINDERTJE. De zaak komt nog in orde. Zoodra ik een beetje meer tijd heb, zal ik aan je denken. Jullie schiet dus beiden flink op. Dag Goudvlindertje. Lief HENGELAARTJE. Ja, dat zouden wel veel meer kinderen willen, maar gaat nu een maal niet. Eens per week club vraagt reeds veel van m'n tijd. Als je St. Nicolaas ziet zeg hem dan, dat ik ook heel gehoorzaam zal zijn. Dag Hengelaartje. Best GOUDAPPELTJE. Ja meisje, dat heb je goed gedacht. Jij hebt maar een briefje en ik soms twee en veertig en meer briefjes. Dat eene briefje moet je dus maar heel trouw schrijven. Dag Goudappeltje. Best JULIAANTJE. Ja hoor, wacht nu maar tot Woensdag. Heb je het zoo gauw af, dan heb je weer geen werk op de club en ik vind het niet prettig als kinderen hun tijd zitten te verbeuzelen. Dag Juliaantje- Beste PIETJE FELLE. Vriend wat stuur 5e me toch steeds een mooie verhalen. Ik dank je er wel voor. Dag Pietje Pelle. Lief FIMSTERRETJE. Natuurlijk heb ik je gemist. Ja, Meidoomtje heeft goed voor je zus gezorgd. Neen het woord heb je niet goed geschreven. Het moet aldus „enthousiast". Dag Filmsterretje. Best NAAISTERTJE. Grappig' van je (nichtje. Ze zal anders wel tevergeefs zoeken, 't Lijkt me een schrander kindje toe. 'k Zal je in de verjaardagrubriek plaatsen. Veel ge noegen Maandag, Dag Naaistertje. Beste KOMIEK, Freek was heel erg iaat met z'n briefje. Ik vond het, toen de andere briefjes reeds op het bureau lagen en kon hem dus niet meer schrijven. Dag Komiek. Lief VLINDERTJE. Ja de club is echt gezellig. Ben je nu reeds nieuwsgierig naar het geen je 5 December krijgt. Je zult toch nog wat geduld moeten hebben, want 5 De cember is nog 2 1/2 week verwijderd. Dag Vlindertje. Best GOUDMUTLTJE. Ja je mag wel gelijk met de jongens komen en a.s. Woens dag thuis blijven. Nul fouten in je Duitsch vind ik prachtig, ik begrijp dat je blij was Dag Goudmiültj e Best KABOUTERTJE. Ja hoor, zeg het Frans maar. Prettig voor je dat je de nieuwe spelling al kunt toepassen. Dag Kaboutertje. Lief GOUDBLONDJE.. Mag dk de raadsels later eens oplossen? Wat tegen St. Nicolaas plaats heeft, kan ik nog niet me-dedeelen. Geef je Elsjes verjaardag nog eens op? Dag Goudblondje. Best ROIZA FLUWEELTJE. Ja hoor, de bel stond niet stil, hoewel ik vaak niet thuis was en vele kinderen tevergeefs zijn gekomen. Prettig dat je een nieuwe mantel hebt ge kregen. Dag Roza Fluweeltje. Lief ZONNETJE. Ja nu is het mij helder. Zoon machine in het klein geeft wel een duidelijk beeld, duidelijker en beter dan een teekening of het gesproken woord alleen. St. Maarten duurt hier. meestal 14 dagen. Dag Zonnetje. Beste TOM MIX. Je bent dus no. 2 die a.s. Maandag jarig is. Ook jij komt in de rubriek. Dat zal een fijne vertooning worden zeg. De teekening vind ik grappig. Veel ple zier Maandag. Dag Tom Mix. Lief GOUDVINK JE. Je moeder is je dus weer eens aan het verwennen. Ik kom zeker eens naar je poppenhuis kijken. Je mos-; echter nog wat geduld hebben. Dag Goudvinkje. Lieve ROBBEDOES. Ja als ik even tijd heb, kom dk even, maar kam het teusch niet vast beloven. Ik heb het op het oogenblik heel erg druk en weet niet of de volgende week meer of minder tijd geeft. Ik zal je in de verjaardagenrubriek plaatsen. Weel plezier Vrijdag. Dag Robbedoes. Best MEïDOORNTJfE. Ja ik vind het leuk postpapier. Jammer dat je thuis geen pennen voor blokschrift hebt. Prettig dat je werk zoo goed gaat. Dag Mei-doorntje. Lief LACHEBEKJE. Ja bij ons op de club voelt elk kind zich terstond thuis. Je vindt het dus prettig dat je moe-der de courant genomen heeft? Dat begrijp ik. Dag Lachebekje. Beste ZUS. Neen op 5 December is er geen club. De meeste kinderen zijn dan graas thuis en ik wil ook graag na een extra ver moeiende schoolochtend wat vrij zijn. School feestjes zijn altijd heel vermoeiend. Je moet 's avonds ndet langs de duinen gaan, maar door de straten. Dag Zus. Beste MOEDERS HULP. Gelukkig dat je moeder je even herinnerde. Je hebt dus van school ook voor thuis handwerk medegekre- g-en? Dat is vooral 's winters wel prettig. Dag Moeders Hulp. Lief KRULLHNKGPJE. Ja, je oom Tom Mix is Maandag jarig. Moet je ook naar de lantaarn voorstelling. Dat zal een pret wor den. Gaat. Bertha ook mede? Dag Krullenkopje. Beste MADELIEFJE, lief P-oppenmoedertje. Neen kinderen, jullie krijgt nu geen lange brief. Heb je al gezien dat ik thans weer twee en veertig briefjes moest beantwoorden? Stel je voor, als dit allemaal lange brieven moesten worden. De IJm. Courant zou te klein zij-n. Prettig als Willie weer komen mag en beter is. Dag Madeliefje, dag Poppenmoedertje. VERJAARDAGENRUBRIEK. Maandag 19 November is jarig: JACOB GUYT (Tom Mix) Kortenaerstraat 35, IJmuiden-Oost. Maandag 19 November is jarig: GRETHA MOO-LENKAMP (Naaistertje) Fazantenlaan 36, IJmuiden-Oost. Vrijdag 23 November is jarig: HEINTJE HOPMAN (Robbedos), Kanaal straat 53 IJmuiden-W. Wie sturen ansichten aan de jarigen? Veel groeten aan al -de rubriekertjes van Mej. E. VIJLBRIEF. DE BLOEMENFEE. Ja, ik ben een bloemenfee» Zie je dat dan niet. Rozen bloeien op mijn rok En ook nog margriet, 'k Heb een kroon van paarlen op. Dat stelt voor de dauw En de kant rondom mijn hals Is van hemelsblauw. Bloemen, bloemen overal -Op mijn mooie kleed, 'k Wacht op bruid en bruidegom, 'k Ben al lang gereed. 'k Zeg zoo straks een versje op In de bloem-entaal, En dan mag ik mee naar 't feest In een groote zaal. Ja, ik ben een bloemenfee 't Is maar voor één dag, 'k- Wou wel voor- mijn mooiste bloem, Dat je me nu zag. EEN AVONTUUR MET DE HAAI. DE BEURT IS AAN KLEINE TEEKENAARS. Na hetgeen we gehad hebben van het men- sehelijk figuur, nemen we thans het land schap eens nader onderhanden. Het spreekt natuurlijk wel vanzelf, dat we het niet naar de natuur zullen teekenen; dat zou veel te moeilijk zijn. We volgen de verbeel ding van de leerling. Ook het landschap wordt met enkele lijnen voorgesteld; we probeeren het geheel met zoo weinig mogelijk details weer te geven. De hier afgebeelde teekening toont een huisje met een tuin ervoor en eenige boo- men er achter. Jullie ziet, dat het dadelijk te herkennen is, terwijl alles toch heel eenvou dig voorgesteld is. Probeer het nu maar na te teekenen. Een heele knappert onder jullie kan er zelfs mis schien al een menschen fig uurtje bij teekenen. Dan moet je denken, aan alles wat ik in vo rige lessen gezegd heb. En nu maar weer aan den slag, kleine teekenaars! OOM KEES, Joe, een jongen uit New-York ging 1-ogeeren bij zijn oom op het eiland Tres Cruzes in de Carabisc-he zee. Hij was een goed zwemmer en nauwelijks was hij er, of hij dacht: „Ik zal dat negervolk eens laten zien, wat zwemmen is." „Dat negervolk" waren drie boys, knech ten van de farm; de jongens Toby, Jim en Sal vador. Alle drie waren ze ouder en veel ster ker dan Joe. De eerste dag van zijn bezoek, tegen den avond trok Joe zijn badpak aan en ging in het water. To-by, Jim en Salvador lagen lui in het roeibootje en vischten. Toen Joe langs de boot zwom, viel hem plotseling in „haaien". Zou den er hier haaien zijn? Hij vroeg het aan de jongens en ze zeiden: „Nee, sinds zeven jaar is hier in de buurt geen haai gezien." Joe was gerustgesteld en zwom met kracht tige slagen verder, steeds verder en verder, tot hij op het laatst wel 500 meter van de kust verwijderd was. Hij was niet bang; hij was een goed zwemmer. Maar plotseling kreeg hij een geweldige schrik; geen vijftig meter van hem af door een donkere vin uit het water op en verdween Gespannen tuurde Joe naar de plek waar hij de massa had zien verdwijnen; hij vergat zelfs zwembewegingen te maken en kreeg wa ter naar binnen. Weer dook de reusachtige vin en een deel van het vissclhenlijf uit de gol ven op en ditmaal een heel stuk dichterbij. Joe zag de donkere omtrek van het lichaam in het water. Geen twijfel, het was een haai. Joe keerde om en zwom uit alle macht naar liet eiland toe. De haai achter hem aan. Nu eens was hij achter hem, dan aan zijn lin kerkant en dan dook hij weer aan de rechter kant op. Hij scheen met zijn buit te spelen, in het bewustzijn, dat deze hem toch niet meer ontgaan kon. De schrik zat Joe zoo in zijn le den, dat hij niet zoo snel als gewoonlijk voor uit kwam. Hij zou nooit op tijd het strand bereiken; de haai zou hem van te voren al pakken en verscheuren. Hij dook onder en probeerde de verschrikkelijke visch o-p deze manier te ontkomen. Tevergeefs: zoodra hij weer boven water kwam, was de vin ook te zien. In dat oogenblik dacht hij aan de boot met de negerboys. Die was niet erg ver weg. Met een zwom hij er op af, terwijl hij uit alle macht om hul-p schreeuwde. Maar die wree daards begonnen hard te lachen, toen ze hem zagen en roeiden de boot telkens verder weg.. Joe schreeuwde en smeekte; maar de boys luisterden niet naar hem. In zijn angst schoot hem te binnen, dat haaien bang waren voor witte voorwerpen in het water; dat had een badmeester hem eens verteld. Onder het zwemmen trok hij zijn badpak, dat een wit bovendeel had, uit, kle-mde het tusschenn zijn teenen en trok het zoo achter zich aan. Dat scheen te helpen; want de haai gaf de vervolging op. Toen Joe het eiland bereikte en ademloos het strand opliep, verloor hij echter het bad pak. 's Avonds aan tafel brandde hij van verlan gen zijn avontuur te vertellen en daarmee veel bijval te winnen. Met een haai om het hardst te zwemmen en het dan te. winnen, is ook geen kleinigheid. „Ik heb een avontuur beleefd," begon hij Daar kwam de kokkin binnen met het eten. „En Jenny" vroeg Oom, „heb je niet verge ten Fina eten te geven?" En zich tot Joe wen dend: „Fina is namelijk een dolfijn, een bijna tam dier, dat iedere avond tegen zonsonder gang aan den steiger komt en de resten uit de keuken krijgt. Een reusachtig dier; maar absoluut ongevaarlijk. Misschien heb je zijn vinnen wel boven water uit zien komen?" Joe schudde het hoofd. „Vertel ons nu je avontuur een£" zei Tante. „Oh, dat was niets bijzonders," zei Joe en nam een groote hap geroosterde bataten. Op dit oogenblik klopte de negerjongen Toby aan, Joe's badpak in de hand. „Ik heb het aan het strand gevonden," zei hij, „ik ge loof, dat het van de jongeheer is." Daarbij keek hij Joe schelmseh aan. „Ja," zei Joe, en hij kreeg een vuurroode kleur, „ik heb het verloren, toen ik met de dolfijn om het hardst zwom." En daarmee had hij zich versproken. D. v. Z. EEN TASCH IN DEN VORM VAN EEN HOND. Veel meisjes zouden graag een tasch wil len hebben; maar niet een gewonenee, een leuke taseli; een tasch, die je niet overal ziet. Zoo'n model hebben we nu eens voor jullie bedacht. En, wat het aardigst is, je kunt de tasch zelf maken. Wat hoor ik een van jullie zeggen? Heelemaal zonder moeders hulp? Kijk, als je een beetje handig bent en je durft een beetje, dan kun je hem heelemaal alleen maken. Maar, je mag daarom wel vra gen, of moeder een waakzaam oogje houdt, hoor. Nu gaan we beginnen. Als materiaal nemen we fluweel, pluche of vilt. De kleur kun je zelf kiezen: zwart, wit, grijs of beige. Dan knip je van papier het patroon, waarvan de deelen op de teekening'zijn afgebeeld. Deze deelen' zijn de volgende: twee stukkien (1) voor het lichaam; vier deelen (6) voor de ooren; twee (4) voor de staart; vier deelen (3) voor de voorpooten en tenslotte vier deelen (2) voor de aehterpooten. Knip uit carton vervol gens de vorm van de kop en omwind deze met meerdere lagen watten, zoodat het geheel eenigs-zins rond wordt. Nu stik je de beide deelen van de romp op elkaar; maar laat de afstand A B open. Stop de wa-ttenvorm van de kop hierin en houdt het geheel op de goede plaats met een paar steken. Daar komt later toch het lint om, zoodat er niets van te zien komt. Maak de oogen van zwarte kraaltjes, borduur de neus met zwarte en de mond met roode zij. De verschillende deelen van de poo- ten stik je op elkaar en vult ze op met zeegras evenals de staart. Ik zou jullie aanraden om in de staart een dun ijzerdraadje te do-en, dat dezelfde vorm van de staart heeft. Bevestig ze daarna aan de romp. WITTE NEGER. „Moesje, och mijn negerpopje Is zoo zwart als chocola. 'k Maak maar gauw een lekker sopje Waar 'k hem straks in wasschen ga." ,,'t Zal niet baten, beste kindje", Lacht haar lieve Maatje dan. „Want je zwarte negervrindje Wordt daar toch niet blanker van." „Negers worden zwart geboren, Blijven zwart hun leven lang, Negers zijn zoo naar belhoren En voor water heusoh niet bang." ,'t Kleine meisje ging aan 't plassen Maakte dra een badje klaar, Om den neger toch te wasschen. Maar, o jeewat zag ze daar? 't Water werd zoo zwart als modder, 't Negertje zoo wit als sneeuw, 't Meisje staakte haar geklod'der En ze gaf van schrik een schreeuw. „Moesje", riep ze, „kom eens kijken, O, er is wat ergs gebeurd! Pop gaat op Sneeuwwitje lijken, 't Negerpopje is verkleurd 1" „Foei-," lacht Moe, „jij stoute kindje, 't Popje is nu wit, gewis, Maar dat komt, omdat jouw vrindje Ook geen échte neger is!" G. LIMPER. AAN ALLEN! De deelen van het oor leg je op elkaar, stikt ze en draait ze om, zoodat de nad-en aan den binnenkant komen. Nu naai je ze op de goede plaats tegen de kop. Tegen de opening langs den bovenkant naai je een zoogenaamde „ritssluiting", Een lintje om de hals van de hond en je hebt een tasch, die zoo leuk is, dat al je vriendinnetjes je er om zullen benijden en er ook een willen gaan maken. TANTE TINE. Heb je ze al hooren zingen, of heb je soms zelf meegezongen het oude Sint-Maarten liedje: Sinterde Maarten 't is zoo koud, Geef me een turfje of wat hout. 11 November was de dag van S-t. Maarten of Sint Martinus. Venlo is de stad van Sint Mar- tinus. Daar vindt men ook de kerk, die naar zijn naam genoemd is. Daarboven is zijn af beelding in steen uitgehouwen, 't Geheel stelt voor een Romein-schen krijgsman te paard en nevens hem een naakte bedelaar. De krijgs man is bezig om met zijn zwaard zijn mantel in tweeën te snijden en volgen-s het verhaal gaf hij de helft van zijn kleed aan dien bede laar. Op 11 November zijn altijd in Venlo alls scholen gesloten en 's avonds is het overal feest. Natuurlijk moet de jeugd in optocht langs de straten. Blikjes en busjes zijn reeds lang verzameld. Er worden gaatjes ingeslagen en een ijzerdraad wordt er doorheen gehaald. Op den .bodem komt een laagje turf, daarop een gloeiend kooltje en wat hooi en stroo. Dit is het wierookspotje. Met het ijzerdraadje in de hand zwaait'men nu het potje in alle rich tingen. Je snapt wel, dat het er om te doen is door de gaatjes gloeienid vuur te zien. Zon der gevaar is dit spelletje natuurlijk niet en op den avond van „Sintermerte" (in 't Lim- burgsch gesproken) heeft de politie handen vol werk. Eigenlijk gezegd mag het niet meer. Be merkt de politie het, dan wordt de pot afge nomen. In de winkelstraten ziet men het ook al verscheidenn jaren niet meer, maar in de buitenwijken leeft het oude gebruik voort. Ook d-e Sint-Maartensvuren worden nog elk jaar ontstoken. Al weken van te voren is men aan het „trossen". Dat wil zeggen: al-les, wat maar branden kan, wordt bijeen gegaard-. Stroo, takken, manden, kisten worden op Sint- Maartensdag opgestapeld en zoodra het don ker is, aangestoken. Wie de hoogste Sin-ter mertes houp" heeft, wordt lui-de toegejuicht. Die brandende vuren geven altijd een fantas tisch gezicht. Ze zingen dwaarbij in rasecht Limburgsch: Sintermertes veugelke Het ein rooëd keugel-ke, Het ein blauw sterretje Hoepsa Sinterd-emerte. Dat vogeltje beteekent waarschijnlijk het vuurtje. Dat rood en blauw zijn de kleuren dan van de vlammen. Sintermerte komt ook strooien in de huizen: appelen, peren, noten en kastanjes. De moe ders bakken koeken. Appelkoekjes of de ouder- wetsche bookeskook, dat is een koek van boék- weitemeel gebakken. Wel zag je door de winkelstraten lampionop- tochten. Optocht met „luehjes". Er zijn ver schillende vereenigingen, die zoo met mu ziek voorop door de straten trekken. En dan zit Sint Maarten met zijn knecht in een sta tiekaros en trekt achter de muziek aan. In ons land is er geen plaats, waar nog zoo prettig Sint Maarten gevierd wordt als te Venlo. Boven op den Domtoren te Utrecht kun je Sint-Maarten ook op zijn paard zien zitten. In de boogvensters van de gangen van de dom kerk kun je 19 tafreel-en zien afgebeeld uit het leven van Martinus, bisschop van Tours, die in de 4de eeuw leefde en aan wien deze kerk is gewijd. Men noemt daarom de Utrechtena ren nog wel eens Sint-Maartensmamien. Boven den toegang tot de gehoorzaal van de Universiteit staat Sint-Maarten heel dui delijk afgebeeld te paard, terwijl hij zijn kleed deelt met den berooiden bedelaar. Dit moet gebeurd zijn in het jaar 332 te Amiens. Hij prijkt zoo ook in het gemeentewapen van St. Maarten en Maartensdijk, welke plaatsen dan ook naar hem zijn gedoemd. In Oostenrijk is zelfs een klein plaatsje, St. Martin geheeten, dat in oorlogstijd nood geld uitgaf met de beeltenis van Shit-Maarten. Laatst hadden wij het over herfstdraden, welnu de Franschman noemt deze fils de St. Martin, d.w.z. draden van Sint-Maarten. Men heeft indertijd gedacht aan de d-raden, die ontstonden door het doorscheuren van den mantel. In Duitschland spreekt men ook van Spek-Maarten, want een oud rijmpje luidt: Slacht op St. Martijn De arme zijn zwijn. 55.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 10