UIT HET BUITENLAND
De ondergrond van de
Belgische regeermgscrisis.
ft
THIJS IJS EN DE SCHAT OP DE MAAN.
Theunis vormt de nieuwe Belgische regeering. Hijmans
aan buiteniandsche zaken. Vertegenwoordigers der
Kleine Entente te Genève bijeen. Moord te Marseille in
Januari voor den Volkenbond? De vlootbesprekingen te
Londen. Nieuwe Japansch-Engelsche onderhandelingen
zullen plaats hebben.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
Theunis.
Theunis, die door koning Leopold III belast
was met de vorming van een nieuwe regee
ring is in deze opdracht geslaagd. De koning
heeft de volgende ministerlijst goedgekeurd:
Minister-president, minister zonder porte
feuille Theunis (R.K.)
Minister zonder portefeuille Franqui (Lib.)
Buiteniandsche Zaken, Hymans (Lib.)
Landsverdediging Devèze (Lib.)
Justitie, Bovesse (Lib.)
Binnenlandsche Zaken, Pierlot (Lib.)
Openbaar onderwijs, Hiernaux (R.K.)
Financien, Gutt (Lib.)
Openbare Werken, Landbouw, Middenstand,
V. Cauwelaert (R.K.)
Arbeid, Maatschappelijke Voorzorg, Rub-
bens (R.K.)
Economische Zaken, v. Isacker (R.K.)
Vervoerwezen, P. T. T., Dubus de Warnaf-
fe (R.K.)
Koloniën, Charles (R.K.)
GENèVE.
De drie ministers van buiteniandsche za
ken van de Kleine Entente, Benesj, Jeftitsj
en Titoelescoe, hebben gistermiddag van ge
dachten gewisseld over den politieken toe'
stand. Daarbij stond, naar verluidt, de voor
genomen stap van Zuid-Slavië bij den Vol
kenbond op den voorgrond.
De Zuid-Slavische minister van buitenland
sehe zaken zal een schrijven aan den Volken
bond richten, waarin hij voorstelt de met den
moordaanslag te Marseille in verband staan
de problemen op de agenda te plaatsen van
den Volkenbondsraad, waarbij echter eerst
gedacht wordt aan de volgende raadszitting
in Januari 1935. Uitgesloten zou zijn, dat
Zuid-Slavië een urgentievoorstel indient om
reeds tijdens dë tegenwoordige raadszitting
de kwestie te behandelen, te meer daar het
vooronderzoek naar het schijnt nog niet ten
einde is. Bovendien zou een zoodanige poging
zeer gemakkelijk op ernstig verzet, vooral van
Italiaansche zijde kunnen stuiten. Daaren
tegen wordt wel algemeen verwacht, dat nog
tijdens deze raadszitting het Zuid-Slavische
memorandum en, naar verluidt ook zekere
constateeringen, worden gepubliceerd.
Dit zou dan een document vormen, dat on
geveer 40 pagina's groot zou zijn.
Er verluidt voorts, dat de Kleine Entente
het onderling volkomen eens is geworden over
de door Zuid-Slavië te ondernemen stappen.
Voordat een beslissing genomen wordt zouden
echter nog besprekingen worden gevoerd met
den Fransehen minister van buiteniandsche
zaken, die Dinsdagmorgen hier aankomt.
De voorzitter van de ontwapeningsconfe
rentie, Henderson, die Zondagavond in Ge
nève is aangekomen, heeft gisteren met den
Amerikaanschen gedelegeerde, Wilson, den
Russischen volkscommissaris, Litwinow,
andere gedelegeerden voorbereidende bespre
kingen voor de zitting van morgen van het
presidium van de ontwapeningsconferentie
gevoerd. Naar verluidt is Henderson voorne
mens in overeenstemming met het in Juli in
gediende Amerikaansche en door de Engel-
schen principieel goedgekeurde voorstel, de
toekomstige werkzaamheden van de ontwa
peningsconferentie te concentreeren op de
controle van den wapenhandel. Dit Ameri
kaansche voorstel, dat in hoofdzaak de ver
plichting tot regelmatig rapportuitbrengen aan
den Volkenbond bevat vindt tegenover zich
Fransche plannen tot reglementeering van de
waperiproductie en den wapenhandel.
Voorts wordt verwacht, dat Litwinow zal
voorstellen de conferentie om te zetten in een
permanente vredesconferentie. -
ENGELAND.
Het Japansche antwoord op de Britsche
voorstellen ter overwinning van de impasse in
de vlootbesprekingen te Londen is Maandag
avond door den Japanschen ambassadeur aan
den minister van buiteniandsche zaken, Sir
John Simon, medegedeeld. Dit antwoord kan
niet worden beschouwd als een onmiddellijke
oplossing van de moeilijkheden, doch het
brengt naar V.D. meldt de besprekingen een
stap verder en zal worden gevolgd door verdere
gedachtenwisselingen tusschen Engeland en
Japan.
In tusschen zal uiteraard Sir John Simon
rapport uitbrengen aan het kabinet en er zal
een spoedige gelegenheid worden gezocht,
hetzij Dinsdag of Woensdag om de Ameri
kaansche delegatie op de hoogte te brengen
van de'Japansche houding. Men verwacht, dat
voor het einde van deze week nog Engelsch-
Japansche besprekingen zullen worden gi
houden.
Nu heeft de Fransche pres beweerd dat wij een
Putsch voorbereiden, maar dat is dwaasheid.
Ik verklaar u hier stellig, dat wij ons zullen
schikken naar den uitslag der volksstemming,
hoe deze ook moge uitvallen.
Over de wapeningskwestie heeft Hitier o.m.
gezegd: Frankrijk verwijt ons herwapening,
maar het wapent zichzelf tot de tanden en
rechtvaardigt dat met het argument, dat
Duiitschland weigert zich aan ae ontwape-
ningsverplichting te houden. Is het niet moge
lijk door rechts treeksche onderhandelingen
een einde te maken aan dezen toestand?
Tenslotte zette Hitier uiteen, dat de oud
strijders van alle landen in de handhaving
van den vrede een groot aandeel kunnen heb
ben.
Van de Fransche bladen aldus de N.R.C., die
melding van het interview maken. stellen
enkele, die er korte beschouwingen aan wijden
vast, det Hitier niets nieuws heeft gezegd. Zoo
merkt het „ournal op, oao de Fransene doen
bare meening het op prijs zou stellen, als de
daden der Du-itschers wat meer strookten met
de woorden van hun leider-s.
L"Oeuvre scliijft: „Wil Hitler met ons pra
ten? Niets is gemakkelijker. Er bestaat toch
een aangewezen plaats voor zulke gesprekken:
Genève! Het bureau van de ontwapenings
conferentie komt morgen bijeen".
Bantzig.
Nazi-successen bij de
verkiezingen.
Bij de districts- en gemeenteraadsverkie
zingen in Dantzig hebben de nationaal-socia-
listen een groote overwinning behaald, meldt
het D.N.B.
De officieele uitslagen zijn nog niet bekend;
maar in sommige districten krijgen de natio-
naal-socialisten 89 en 93 pet. der uitgebrach
te stemmen.
Rusland.
Opnieuw zes doodvonnissen
uitgesproken.
Reuter meldt uit Moskou:
Het hooggerechtshof van Oezbekistan, in
Centraal Azië, heeft zes personen, beschuldigd
van sabotage, ter dood veroordeeld, omdat zij
ingebreke waren gebleven de reglementair
voorgeschreven katoenleveringen aan den
taat te doen. Voorts is een aantal beschul
digden veroordeeld tot 3 tot 6 jaar gevange
nisstraf.
Honderd mijnwerkers
bedolven.
Ontploffing in een steenkolenmijn.
Naar het Chineesche blad Sjoenbau meldt,
is in de Foesjoen-steenkolenmijnen in Mand-
sjoerije een ernstige ontploffing ontstaan, ten
gevolge waarvan een honderdtal mijnwerkers
werden bedolven.
DRIE ARBEIDERS BIJ PETROLEUMBRAND
OMGEKOMEN.
Bij een brand in een fabriek van de En-
gelsch-Perzische petroleum-maatschappij in
Abadan (Mesopotamië)die gisteren is uitge
broken. zijn drie niet-Europeesche arbeiders
om het leven gekomen. Twee Europeanen en
15 niet-Europeanen kregen kwetsuren.
FRANSCHE WERKLOOZEN ORGANISEEREN
EEN HONGERMARSCH.
Ongeveer 5000 werkloozen uit het Fransche
industriebekken van Neuves Maisons en Cha-
ligny hebben gisteren met hun gezinnen een
hongermarseh ondernomen naar Nancy, waar
zij den prefect van het departement verschil
lende eischen overhandigden. Het is daarbij
niet tot incidenten gekomen.
Doodstraf tegen Matoesjka
geëischt.
Vonnis kan niet ten uitvoer worden
gelegd.
Het Matoesjka-proces te Boedapest nadert
thans zijn einde.
In de zitting van Maandag begon de pro
cureur-generaal zijn requisitoir met een be
schrijving van den aanslag, waarna hij den
levensloop van den beklaagde 'schilderde.
Daarbij stelde hij vooral de spoorwegaan
slagen bij Ansbach en bij Juetei'bog in het
licht. De beklaagde heeft zijn daden gepleegd
met de opzettelijke bedoeling een massa
moord te verrichten. Hij bestudeerde de trei
nenloop, beschikte over spoorwegte'chnische
kennis en zocht voor zijn aanslag het ge
vaarlijkste punt uit. Onder verwijzing naar de
medische rapporten constateerde'de aankla
ger, dat de beklaagde noch onder hypnoti-
schen invloed, noch onder suggestie heeft ge
handeld. Er is bij. hem verstoring van de
wilsuitingen, van het bewustzijn of van de
toerekeningsvatbaarheid aanwezig. Aan het
einde van zijn requisitoir eischte de procu
reur-generaal ten slotte tegen Matoesjka de
doodstraf, die echter in geval van een ter-
doodveroordeeling door het gerechtshof niet
ten uitvoer kan worden gelegd, daar, Matoesj
ka Oostenrijksch onderdaan is en ten tijde
van het begaan van den aanslag in Oosten
rijk geen doodstraf bestond.
In zijn pleidooi trachtte de verdediger het
bewijs te leveren, dat Matoesjka in hooge
mate geestesziek is. Winzucht is niet het mo
tief van zijn daden geweest. Ook politieke
bedoelingen waren bij de aanslagen niet aan
wezig.
Een stemming van angst en onzekerheid.
WOEINSDAG 21 NOVEMBER.
HILVERSUM 301.5 M.
8.Vara. Gramofoonmuziek. 9.30 Onze
Keuken door P. J. Kers. Jr. 10.— VPRO. Mor
genwijding. 10.15 Vara. Uitzending voor de
arbeiders in de continubedrijven. 12.Gra
mofoonmuziek. 12.15 De Zonnekloppers o.l.v.
Cor Steyn. 12.45 De Flierefluiters o.l.v. Eddy
Walls. 1.45 De Zonnekloppers o.l.v. van Cor
Steyn. 2.Verzorging van den zender. 2.15
Vara-knipcursus voor beginners, door mevr.
A. van Blanken—van Kuyk. 3.— Voor de kin
deren m.m.v. Vara-tooneel. o.l.v. W. van Capel-
len. 5.15 XX-Ensemble o.l.v. Cor Steyn. 5.45
Strijkorkest o.l.v. Eddy Walis. 6. Sportuit-
zending. 6.20 Schamei o. 1. v. Pieter, Renes.
R.V.U. 6.30 Dr. Th. van Schelven, zenuwarts:
„Moeilijkheden met kinderen". 7.Vara
„Schakels", vroolijk spel van de huiselijke
haard, door Herman Hëyermans. Opvoering
door het Vara-tooneel o.l.v. Willem van Ca-
pellen. 8.— Herhaling SOS-berichten. 8.03 Eva
Busch zingt en Jo Huy speelt saxofoon. A. d.
.vleugel: Jan Wals. 8.30 Hulde aan de .TJLver.
Programma n.a.v. de hèdeh. verwachte terug
komst in Nederland van Parmentier, "Moll
Prins en v. Bruggen. 10.Vaz Dias en varia.
10.15 Orgelspel dor Joh. Jong. 10.30 Notenkra
kers o.l.v. Daaf Wins. 11.15 Gramofonomnziek.
12.— Sluiting.
HUIZEN 1875 M.
8.NCRV. Schriftlezing en meditatie. 8.15
Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst, door
ds. D. Ringnalda Jr. 1.1.Harmoniumbespe
ling dor Mo. F. Juriaanz. Zang mejuïfr. D.
Mijnhout, sopraan. 12.Politieberichten. 12.15
Gramofonmuziek. 12.30 Politieberichten. 12.15
Gramofoonmuziek. 12.30. Amisterdamsch Ka-
cner-Muziek-Kwartet. ;2.Reportage-aan
komst van de „Uiver". "(Wijzigingen voorbe
houden) 2.Gramofoonmuziek. 3.Bespe
ling van het Studio-orgel door S. P. Visser. 3.45
Verzorging van den zender. 4.— We bouwen
„De Uiver". Spreker*: H. J. Steinvoort. 5.
Kinderuurtje door mej. N, Verhaar. Zang: mej.
L. v. d. Valk; piano: K. Brouwer. 6.Land-
bouwhal f uurtje. Spreker: P. Tillema. 6.30 On
derwijsfonds voor de Scheepvaart. 7.Politie
berichten en Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Gra-
mofoonmuzieik of een greep uit het dage-
lijksch gebeuren. 7.30 -Technische lezingen
door A. Hulsbergen. 8...Ons Offeruur". Het
NCRV. Klein Orkest o.l.v. P. v. d. Hurk met so
listen. 9.Gramofoonmuziek. 9.15 Het NCRV.
Klein-Orkest o.l.v. Piet v. d. Hurk. Solist:
Laurens Bogtman, bas. 10.Vaz Dias en Gra
mofoonmuziek. 11.— Gramofoonmuziek
'sluiting.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING.
Diutsclhland.
Hitler over de stemming in het
Saargebied.
In een onderhoud dat twee Fransche oud-
strijders Jean Coy (Kamerlid en voorzitter
van de Union Nationale des Combattan.ts) en
Robbert Moimier (lid van den Parijschen ge
meenteraad) te Berlijn in de rijkskanselarij
met Hitier hebben gehad, heeft deze volgens
het verslag dat de Matin van het onderhoud
geeft, o.a. gezegd: De moeilijkheden die op
het oogenblik tusschen Frankrijk en Duitsch-
iand bestaan', vloeien voort uit de Saaa*kwestie
Glimmer stelde zich aan beide vrienden voor.
„Wij danken U zeer," zeiden Thijs en Sim tegelijk, ;,als U niet tijdig
was gekomen, had je naar den afloop van het gevecht niet hoeven
vragen!"
„Ach," zei Glimmer, „het was voor mijzelf al een plezier: ik heb het
land aan zulke dieven, vooral als zij met veel lawaai vreedzame
reizigers lastig vallen. Ga nu maar even mee naar huis om U wat op
te knappen; dat je je niet zoo frisch meer voelt, kaïi ik me best voor
stellen.
Dat deden Thijs en Sim maar al te graag; van verder gaan kwam
toch niets meer.
(Van onzen correspondent).
BRUSSEL, 19 November.
Zelfs wanneer men in zijn dagblad nauw
keurig de opeenvolgende feiten van de Belgi
sche regeeringscrisis heeft nagegaan, kan men
zich nog geen juist denkbeeld vormen van de
situatie; omdat in de politiek, de feiten nu
eenmaal niet alles en dikwijls zelfs het voor
naamste niet zijn. Wil men den zin ontdek
ken van hetgeen er gebeurt, dan moet men de
verschijnselen zien in de atmosfeer waaruit
en waarin ze ontstonden. Dit is trouwens
geen gewone regeeringscrisis en hier moet
men meer dan ooit rekening houden met
stemmingen, gevoelsschakeeringen en impon
derabilia.
Het verdwijnen van de regeering, door
graaf de Broqueville gevormd en geleid, vormt
een episode in de parlementaire geschiede
nis des lands, waarvan men de wedergade nog
niet ontmoet heeft. Van den zomer, na hevige
debatten, veroverde de Broqueville met moeite
voor de tweede maal de volmachten. Over het
algemeen zijn parlementen niet scheutig met
dit voorrecht, Zij zijn alleen bereid zich zelf
uit te schakelen, wanneer zij de overtuiging
hebben dat er een uitzonderingstoestand ge
schapen is, waaraan slechts door snelheid en
eenheid der actie een bevredigend einde ge
maakt kan worden. De heer de Broqueville
heeft de Kamer bezworen dat alléén pleins
pouvoirs het land van den ondergang konden
redden. Hiermede heeft hij de oppositie der
democratische katholieken overwonnen
zijn meerderheid gekregen. Hij breidde toen
zijn kabinet uit met twee extra parlementaire
finantieele deskundigen, de heeren Paul van
Zeeland en Ingelbleek, die minister zonder
portefeuille werden. Het land verwachtte toen
ingrijpende maatregelen, waardoor het aan
passingsproces, dat we thans doormaken,
zoodanig verhaast zou worden, dat zoo spoe
dig mogelijk normale toestanden op een lager
niveau konden intreden. Er gebeurde echter
niets, heelemaal niets. Tegen het eind van de
periode van volmachten verschenen een aan
tal decreten, welke niets met den algemeenen
economischen toestand te maken hadden, be
treffende zaken welke even goed in een nor
male parlementaire zitting behandeld hadden
kunnen worden. Zoo bijvoorbeeld: eenige na
dere regelingen in zake de effectenhandel. In
tusschen liet zich de toestand van 's lands
finantiën steeds somberder aanzien, terwijl
de wildste geruchten daaromtrent begonnen
te circuleeren. Als een donderslag kwam toen
het bericht dat alle rijkssalarissen wederom
met vijf procent verminderd zouden worden,
terwijl men de bevordering stop zette. De ge
middelde salarisverlaging der rijksambtena
ren bedraagt 28 pet. Op zich zelf beschouwd
is dit percentage niet exorbitant, in vele om
liggende landen is het hooger. Men moet er
echter: rekening bij houden dat de salarissen
in België te allen tijd lager dan elders ge
weest zijn. Men mag vooral niet Belgische
met Hollandsche toestanden vergelijken. Het
Hollandsche loonpeil is oneindig veel hooger
dan het Belgische en het Hollandsche levens
peil is wel iets meer toch niet zoo bijzonder
veel hooger dan het Belgische.
Wanneer men een ambtenaar op een der
ministeries hier neemt, met, laten we zeggen,
vijftien dienstjaren en een rang overeenko
mende met die van referendaris, dan is zijn
loon niet heel veel meer dan twee honderd
gulden per maand. Om daarvan in Brussel
met een gezin, een zekere stand op te houden,
is zeer moeilijk. In de lagere rangen vindt
men salarissen van zestig tot honderd gulden
in de maand, waarvan gezinnen leven moe
ten. Loonsverlaging van 5 pet. beteekent in
die gevallen, zéér veel. Bovendien hadden tij
dens de laatste verkiezingen, verschillende
leden van de Broquevilles regeering met ver
heffing van stem verklaard, dat zij nóóit aan
verlagingen van salarissen, pensioenen en
steimuitkeeringen zouden medewerken, om
dat in die richting de uiterste grenzen bereikt
waren.
Het spreekt van zelf dat een regeering
welke met veel poeha pleins pouvoirs vraagt
om het land van den wissen ondergang te
kunnen redden en die na maanden van werk
loosheid met niets anders voor den dag komt
dan met een salarisverlaging, welke belofte
breuk is, moeilijk de sympathie van het volk
kon behouden. Toen de heer de Broqueville in
de Kamer zijn verklaring voorgelezen had,
ging hij heen onder een hoongelach van
links en een ijzerige stilte van rechts. Zelfs
zijn politieke vrienden en bondgenooten ga
ven hem geen bewijs van instemming.
Wat is er in die vijf maanden gebeurd?
Langzamerhand dringen daaromtrent be
trouwbare berichten tot ons door. In het ka
binet, dat zich voorgenomen had, snel en
krachtig te handelen, heerschte de grootste
onderlinge verdeeldheid, welke zoo hoog liep,
dat ernstige conflicten aan de orde van den
dag waren. Dokter Paul van Zeeland, direc
teur van de Nationale Bank, die als een finan
cier van internationale beteekenis geldt, kwam
voor den dag met een samenhangend plan tot
fiscale en economische reorganisatie. Hij
meende terecht dat men hem daarvoor als
deskundige in de regeering had opgenomen.
Minister Sap, oud onderwijzer en alles behal
ve een financieele specialiteit, wist echter zóó
te manoeuvreeren dat Van Zeeland's projec
ten nimmer ernstig ter sprake konden ko
men. Niemand kan het Dr. Van Zeeland kwa
lijk nemen dat hij ten slotte in arren moede
het bijltje er bij neer wierp. Van dit feit af
dateert de snelle ontbinding van de Broque
ville's kabinet. Wat Van Zeeland precies wil
de is niet bekend en men kan dus moeilijk
de mérites daarvan beoordeelen. Maar wat
men hier niet goed begrijpt is, waarom men
in een zoo ernstigen tijd als deze een deskun
dige in de regeering opneemt om hem vervol
gens volkomen links te laten liggen. Wij
komen hier aan een belangrijk element in de
politieke crisis van nu: de publieke opinie.
Het Belgische volk is over het algemeen
bijzonder gemakkelijk te regeeren. De gemid
delde man staat vrij onverschilig tegenover
de politiek en als het hem maar redelijk goed
gaat heeft hij meer belangstelling voor zijn
vereenigingen en zijn wedstrijden, dan voor
's lands aangelegenheden. De duiven en de
muziek, de twee hartstochten van dit volk,
maken het leven van de overheid gemakke
lijk. De Belg is bovendien gemoedelijk van
natuur, houdt van zijn natje en zijn droogje
en vraagt verder dat men hem „gerust laat".
Maar ook aan de lankmoedigheid en de on
verschilligheid van een volk zijn grenzen.
Vóór of tegen het goud?
Wanneer men leest dat de regeering de
Broqueville den kostbaren tijd verdaan heeft
met onderling krakeel en dat er niets tegen
de crisis gedaan werd door de jalouzie van
mijnheer Sap tegenover mijnheer Van Zee
land, dan begint men. de groote „men" in de
huiskamers en de café's, zich toch af te vra
gen, of hij niet in het ootje genomen wordt.
Gedurende de gansche crisis, die hier moedig
zonder al te veel sputteren gedragen wordt,
is er in België niet zoo'n gevaarlijke stem
ming van wantrouwen en ontevredenheid ge
weest als nu.
Deze stemming werd geenszins weggenomen
toen bekend werd dat de heer Jaspar de
nieuwe regeering zou vormen. Het maakt in
derdaad een vreemden indruk, wanneer men
hier na iedere regeeringscrisis, steeds weer
precies dezelfde heeren op het kussen ziet te
rugkomen. Het is niets dan stuivertje verwis
selen. Nu eens is de heer Henri Jaspar Minis
ter van koloniën, dan weer van financiën en
een ander maal van buiteniandsche zaken.
Er zijn hier een stuk of zes, zeven persoon
lijkheden. die met korte eclipsen eigenlijk
voortdurend op den eersten rang zitten. Toen
de koning Dr. Henri Jaspar de opdracht gaf.
had niemand eenig vertrouwen in den goe
den afloop. Jaspar is een zeer middelmatig fi
guur, die een groote fout heeft: zijn ijdelheid,
maar ook een groote deugd: zijn onbaatzuch
tigheid. Hij zou zich wel graag vrij willen
maken van de voogdijschap welke het bank
wezen over iedere Belgische regeering uit
oefent. Zijn ideaal is het. den rentestandaard
aanzienlijk te drukken, opdat handel en nij
verheid goedkooper crediet kunnen krijgen,
maar hij is niet sterk genoeg om tegen de
geldmachten op te tornen. De „mur d'argent"
waarover het eerste kamerlid Paul Crockaert
indertijd sprak, staat nog stevig overeind en
ieder vrij initiatief loopt er tegen te pletter.
Ik geloof niet dat op dit oogenblik in eenig
land van Europa een toestand bestaat als in
België, waar het bankwezen en in het bijzon
der dc Société Générale den geheelen eco
nomischen en politieken toestand beheerscht.
De heer Jaspar trok moedig aan het werk
en bracht een ministerie bijeen dat als twee
droppels water geleek op het ministerie de
Broqueville, dat heengegaan was. Maar op
het laatste oogenblik zag hij er toch van af,
met dit gezelschap in zee te gaan. Waarom?
De beantwoording van die vraag werpt een
schel licht op de situatie in België. Ten einde
elke kans op een persoonlijke interpretatie uit
te sluiten, laten we het woord aan dr. Henri
Jaspar zelf. Deze verklaarde aan een verte
genwoordiger van het persagentschap Belga:
„Vrijdagochtend liet de heer Francqui (pre
sident-directeur van de Société Générale) aan
wien ik gevraagd had, mij zijn medewerking te
verleenen, mij op het onverwachtst weten,
dat hij mij die niet verleenen kon. Op deze
weigering heb ik mij genoodzaakt gezien, den
koning te verzoeken, mij van zijn opdracht te
ontslaan."
Een ervaren politicus als dr. Jaspar moet
dus afzien van kabinetsformatie, eenvoudig
omdat een bankdirecteur hem zijn vertrou
wen ontzegt. Nadat de heer Cyriel van Over-
bergh in de ziekte gevlucht was, gaf de ko
ning de opdracht aan den heer Theunis, die
voor zoover we op het oogenblik dat dit arti
kel geschreven wordt, weten, een aantal mi
nisters bijeengebracht heeft.
Als dit nieuwe kabinet wordt, z-ooals de laat
ste berichten luiden, dan is de „haute banque"
duchtig in vertegenwoordigd. De heer
Theunis stond zijn leven lang in nauw verband
met de Banque de Bruxelles, terwijl de hee
ren Francqui (schatkist) en Gutt (financiën)
als afgezanten van de Société Générale be
schouwd kunnen worden.
Zelfs lieden, die een afschuw voelen voor
iedere revolutionnaire gezindheid, en die in
geen enkel verband staan met de socialisten,
komen In opstand tegen de al te nauwe be
trekkingen, welke er in de laatste jaren tus
schen regeering en bank bestaan.
De afkeer van deze al te innigevermenging
van openbaar en particulier belang, wordt op
het oogenblik nog versterkt door de angst
voor inflatie. Het publiek, dat van economi
sche zaken geen benul heeft, maar dat de af
schuwelijke ellende van de inflatie aan den
lijve gevoeld heeft, is doodsbenauwd voor een
herhaling van dit onheil. Alle gesprekken,
welke men hoort hebben tot thema: zal de
franc het houden en alle menschen worden
beoordeeld naar hun meening over het goud.
Terecht of ten onrechte staat de heer
Francqui, die de functie van sterken man
moet vervullen, bekend al.°. een voorstander
van inflatie. Zijn veto tegen Jaspar en zijn
toetreden tot de ploeg Theunis, hebben de
onrust sterk verhoogd.
Er heerscht op het oogenblik In België tot
m de meest onpolitieke lagen der bevolking
een onzekerheid welke elk oogenblik in prik
kelbaarheid kan overslaan. Men voelt dat
er iets anders gebeuren moet dan tot nu toe
geschiedde, om uit het moeras te raken en
men vreest dat de bankiers niet de ware
menschen zijn om daarbij als leiders op te
treden. Het is dan ook heelemaal niet zeker
dat de combinatie welke de heer Theunis
voorloopig bekend maakte, definitief zal
worden. En het is evenmin zeker dat als zij
definitief wordt, de Kamer er haar vertrou
wen aan zal schenken. Een Roomsch-libe-
raal coalitie-kabinet als ook dit weer zal zijn,
komt alleen aai; een meerderheid, wanneer
het de Christen-democraten mee heeft. De-
ze.n nu zijn over het algemeen zeer mee
gaand, maar het is de vraag, of zij niet einde
lijk zullen inzien dat er een te groot verschil
ligt tusschen hun zeer radikale programma
op sociaal gebied en de belangen welke een
man als Francqui vertegenwoordigt.
Algemeen gelooft men dat met de vorming
van een kabinet Theunis. de regeeringscrisis
nog niet definitief geëindigd is.
JAN GRESHOFF.
HET VETORECHT IN ZUID AFRIKA
VERVALLEN.
PRETORIA. 19 November (V. D.) Van he
den af houdt het vetorecht, dat de koning
heeft om de besluiten die door den gouver
neur-generaal zijn goedgekeui*d op.
Dit is in overeenstemminj met de wijziging
van desbetreffende wetten, waa sectie 65,
die het vetorecht behandelt, is komen te ver
vallen.