Schiphol vierf een wonder Uiverfeest. waardeeren van elkanders behoeften en in zichten steeds dieper ingrijpt? Maar moeten wij dan in deze verfoeielijk- heid berusten? Is strijden daartegen niet dat gene wat ons geslacht zich als een heerlijk doel moet stellen? En is er beter middel daar voor denkbaar dan menschen bij elkander brengen. Steeds meer en steeds weer grijpen staatslieden, kooplieden, geleerden, kunste naars naar het hulpmiddel van het persoon lijk contact en steeds worden in deze voort schrijdende maatschappij, waarbij de geheele menschheid over de geheele aarde als een or ganisch geheel zich ontwikkelt, de afstanden, die dat contact belemmeren grooter en bedui- dender. Deze afstanden te breken en op te heffen is van eminente beteekenis. Dat de luchtvaart dit kan, staat na de daad van deze vier mannen ons als een stralend feit voor oogen. Zij hebben zich hiervoor gegeven met al hun kracht, hun kunnen, hun durven, hun doorzetting. En het werk van hun hoofden en handen is geworden tot een bezieling van ons allen, tot de erkenning dat in dezen tijd van mislukkingen, teleurstellingen, nood en leed, toch groote dingen mogelijk zijn, die in zich dragen het vertrouwen op een betere toe- 1 komst. Ir. A. Wurfbain dankt de beman ning namens de K.L.M. Kort en krachtig is de toespraak van ir. A. Wurfbain, voorzitter van den Raad van Be heer van de K.L.M. Bij alle welverdiende hulde, die U aan gene en deze zijde van de evenaar gebracht is voor uw werk, voeg ik thans die van het bestuur, de directie en het geheele personeel der K.L.M. Met welke gevoelens ik dit toe behoef ik niet met vele woorden aan te duiden. De wijze, waarop u uw groote taak volbracht heeft strekt u tot eer, de K.L.M. tot heil en het vaderland tot roem. Het hart van elk vaderlander heeft getrild bij het meeleven van uw onvergetelijke daad en die gevoelens zullen thans plaats maken voor een gevoel van groote dankbaarheid, dat wij u thans weer behouden in ons midden zien na uw welvolbrachte taak. Ieder der duizenden, hier thans aanwezigen voelt behoefte u dien dank te brengen e'n ik noodig u, alle aanwezigen, uit die gevoelens samen te vatten en in te stemmen met de t'onen van Valerius' Dancklied. •Nauwelijks zijn de laatste woorden verklon ken en heeft Parmentier met een kort woord dank gebracht voor deze overweldigende hulde, of de geestdrift laait weer op. Het vierman schap wordt in het stationsgebouw eenige momenten rust geschonken. De hoofdstad huldigt. Maar de legioenen vragen om méér. Een open versierde auto zou nu voorrijden. Par mentier, Moll, Van Bruggen en Prins zouden naar buiten treden en plaats nemen in den wagen voor de eereroncle langs de tribunes. Daarna zou de zegetocht naar de hoofdstad via Amstelveen, de woonplaats van Pannen- tier, een aanvang nemen. Deze huldiging' zou weer gevolgd worden door een in het Carlton Hotel waar met een lichtsterkte van 50.000 Watt het balcon in een filmatelier herschapen zou worden. Een diner zou het slot zijn van de grootsche huldiging van heden. De Amsterdamsche luchthaven gelijkt een legkaart van kleuren. Gebeurtenis in het polderland zooals nimmer nog is geweest. (Van een onzer redacteuren). Stil is het nog op Schiphol, het steenen platform vóór het restaurant, waarop ik uit zie, is leeg. Er loopt een heer met een hoogen hoed. Tien agenten slenteren langs leege tri bunes. Schiphol heeft bijna het gewone, da- gelijksche aanzien. Er schijnt vandaag niets te zullen gebeuren, dat van eenig belang is en ons uit onze genoegelijk-rustige stemming kan halen. Een vliegtuig snort over de bijna geheel leege vlakte, muziek klinkt verward van ergens uit de verte, de grijze wolken willen blauwig worden en twee K. L. M. menschen, in overall, kijken terloops naar boven. Maar ziet: daar rechts is eenige roering te bemerken. Bij de staantribune is het al druk ker, nu, omstreeks 9 uurNegen uur tot 2 uur: dat is 5 uur staan, of hinken, of leunen, zoo goed en zoo kwaad als het zal gaan. Dan, op den linkervoet, dan weer op den rechter. Vijf uur tenminste staren naar een veld, dat nog leeg ïs en straks... Ja, wat straks? Een beeld van de stemming wil ik u geven en ik vrees, dat het onvolledig zal worden. Want het terrein van het Uiverfeest is niet te overzien. De tribunes aan alle kanten vragen de aan dacht, het K. L. M.-gebouw en de wegen rond om ook. Iedereen kan zich een denkbeeld ma ken, hóe het er hier om en in de Amsterdam sche luchthaven uitziet. Een denkbeeld ma ken is makkelijk genoeg, een indruk vast leg gen ook, maar een echt beeld geven, neen dat is schier onmogelijk. Men moet het zien, hoe Schiphol gemetamorphoseerd is; men moet het hooren, hoe anders de stemmen hier vandaag klinken, men moet het hier hebben gevoeld, hoe opgewonden de men schen in de vroegte reeds zijn. „Zes koffie, acht koffie!" De massa zwelt aan. Het lachen wordt la- waaiïger, het gesticuleeren drukker. Het woord „Uiver" wordt.... nauwelijks gehoord. Men weet dat er iets gaat komen, men voelt het ook, maar waar het over gaat, over de Uiver zelf...., daarover spreekt haast nie mand. Wij kijken naar de vlaggen op het ge bouw, spreken over het weer (natuurlijk!) over den mist die vanmorgen deed alsof hij weer voor de sensationeeïe verrassing wilde zorgen: wij kijken naar hen die binnen ko men, zien vrienden en kennissen en „bekende menschen", roepen om de deur dicht te hou den, die ons van buiten scheidt. Kortom, wij zijn hier gewone menschen, dietoch weer anders zijn! Want, wat we zeggen mag wel gewoon zijn, de wijze waarop wij doen en laten, geeft blijk dat er wat anders aan de hand is. Wij weten het allen en niemand bekent het. Dan gebeurt het wonder! Tegen half elf veranderen Schiphol en de omgeving als waren zij door een tooverstaf aangeraakt. De grijze koepel, die alles over spande, draait weg, als door een mechaniek gedreven en een helder blauw keert er voor in de plaats, dat aan de menschen en de din gen die aarde en de lucht een feestelijk aan zien geeft, vooral op een deg als deze eigenlijk onmisbaar. Wat is er toch met Schiphol aan de hand? Als was het een lentezon die alles doet ont luiken groeien als het ware de toeschouwers uit het gras op. Vooral de tribunes ter rech terzijde van het gebouw geven een mensehen- men geling te zien, die bij geen enkele andere gebeurtenis te vergelijken is. Nu gaat het pas goed leven op Schiphol. Nu wordt het woord Uiver aan alle kanten gehoorde nu weet en zegt men elkander, waarvoor men het dage lij ksche werk heeft neergelegd en naar Schiphol is ge-autod, gebust, gefietst, geva ren, geloopen. Groote menschen, kleine menschen, dikke menschen, dunne menschen, alle zijn het Uivermenschen, Nederlanders, Het moge waar wezen, dat het enthousiasme, integen- stelling tot dat, ter gelegenheid van de aan komst van de Pelikaan, in banen is geleid, is gereglementeerd, toch is de spontaneïteit waarachtig en eerlijk. Het uit zich aan alle kanten, het breekt door de dikke laag van conventie en de vrees-wat- de-buren-wel-zullen-denken. Men komt met klapstoeltjes van allerlei grootte, formaat en kleur, men staat op bankjes, men leunt tegen paaltjes, men eet bananen, broodjes, cho cola en pepermunt; koffie en snert, vliegen over de toonbanken der consumptietenten, kortom Schiphol beleeft iets, wat het nog nooit heeft gezien en misschien ook nooit meer zien zal ook. Vergelijkingen met alle andere evene menten, die tienduizenden op de been kunnen brengen, gaan hier niet op: Het lijkt niet op een voetbalwedstrijd, het heeft niets van een Zesdaagsche, het heeft niets vain alles, wat wij kennen en het heeft van alles toch iets. Nogmaals, wat gebeurt er met Schiphol? De veelvuldige indrukken zijn on mogelijk tot één geheel te verwerken, zoo juist kwamen de muziekkapellen binnen. De mechanische muziek zweeg en de clandestie ne harmonica- en vioolspelers worden wegge stuurd. Ginds staat een militaire keukenauto, precies als was het in oorlogstijd, verder op staat de brandweerauto, elders een ambulan cewagen. Een Amsterdamsche firma heeft een nieuw soort straalkachel op het terrein neer gezet, opdat men zich zoo noodig zou kunnen verwarmen, maar in deze lente-achtige herfst zon, die ons van binnen en van buiten ver warmt zijn zij overbodig en dienen uitslui tend als reclame. Padvinders, padvindsters, allerlei soorten politiemenschen, Roode Kruissoldaten, alles loopt dooreen. Hoog hoeden, sjako's, dameshoeden van allerlei kleur en vorm, geven het beeld, dat Schiphol van boven af biedt en van welke zij de men Schiphol beziet, het verwisselt voort durend, is nooit hetzelfde en de beelden trek ken aan onze oogen voorbij als was 't een ka- leidoscoop, die werkelijkheid geworden is. Nog enkele uren scheiden ons van de aan komst van de Uiver. Demonstraties met ver schillende vliegtuigen boeien de aandacht der tienduizenden. Zonnige druppelen bespren kelen groen, rood, wit, grijs, blauw, alle kleuren Schiphol, dat er als een legkaart uitziet. Wij wachten Wij wachten en het wachten valt ons lang. Provinciale Begrooting. De Memorie van Antwoord. Aan de Memorie van Antwoord op het al gemeen verslag der afdeelingen van de Pro vinciale Staten van Noordholland omtrent de Begrooting der Provinciale inkomsten en uit gaven voor het dienstjaar 1935 ontleenen wij het volgende: Ged. Staten moeten bezwaar maken tegen een gedachtenwisseling over de wijze, waar op zij het hun door de wet opgedragen toe zicht op de Gemeentebesturen in het gewest uitgeoefend hebben. We hebben zij geen bezwaar, ditmaal mede te deelen. welk algemeen inzicht hen daarbij geleid heeft, en op welke wijze zij zich in het algemeen daarvan hebben gekweten. Zij hebben in de eerste .plaats overwogen, dat de gemeenten in dit gewest, evenals het gewest zelf sedert 1931 én door den economi- sehen toestand, én als gevolg van Rege ringsmaatregelen in voortdurend moeilijker financieele omstandigheden zijn gaan ver- keeren; aanvankelijk in een langzaaam, later in een versneld en In de laatste maanden in een hollend tempo. Zij hebben voorts overwogen, dat de finan cieele draagkracht der ingezetenen dier ge meenten belangrijk gedaald is, en dat de laatste reserves van bijna alle gemeenten en van nagenoeg alle contribualen verbruikt zijn. Zij hebben er zich eindelijk rekenschap van gegeven, dat primaire eisch voor eene gezon de democratische ontwikkeling van alle pu bliekrechtelijke lichamen is evenwicht in de uitgaven en inkomsten, waaruit volgt, dat uit dalende inkomsten dalende uitgaven nood wendig moeten voortvloeien. Ged St. deeien geheel de meening van de leden, die van oordeel zijn dat energiek ge poogd moet worden, de werkloosheid sterk te doen verminderen en het bedrijfsleven steun te bieden. Dat de Overheid daarbij krachtig adviseerend en stimuleerend dient op te tre den, staat ook voor hen buiten twijfel. Evenzeer echter meenen Ged. Staten, dat de verschillende overheidslichamen daarbij hun eigen taak hebben en dat de Provincie geen leidende rol moet vervullen bij de be hartiging van belangen, welke uit hun aard voor verzorging door Rijik of gemeenten in aanmerking komen. Zoo blijven Ged. Staten nog steeds het standpunt innemen, dat bestrijding van de werkloosheid in de eerste plaats de zaak is van Rijk en gemeenten, en dat de Provincie op dit terrein slechts een aanvullende taak heeft. Dat Gedeputeerde Staten de medewerking van de Provincie aan de bestrijding van de werkloosheid niettemin van groot belang achten, toonen zij duidelijk door, ondanks de dalende inkomsten, aan de Staten voor te» stellen ook voor het jaar 1935 weer een be drag van f 200.000 voor de bestrijding van de werkloosheid te besteden; nog steeds is deze provincie de eenige, welke voor dit doel gel den beschikbaar stelt. Doortrekking verder noordwaarts van den weg ZandvoortBloemendaal (Noord-boule vard) achten Ged. Staten niet aanbevelings waardig; het natuurschoon zou daardoor ern stig worden geschaad. Ged. Staten hebben een beroep gedaan op het Werkfonds 1934 voor de uitvoering van het kanaal HoornMedemblik en voor in het provinciaal duinterrein uit te voeren werken als bebossching, aanleg van wegen, enz. Ged. Staten moeten voorts ontkennen, dat van een trage uitvoering van het kanalen- plan zou kunnen worden gesproken. De natuurlijke gesteldheid van Noord-Hol land maakt het voor de gemeenten in deze provincie dikwijls zeer moeilijk geschikte ob jecten voor werkverschaffing te vinden. Aan activiteit op het terrein van de werk verschaffing ontbreekt het naar de ervaring van Ged .Staten aan de gemeentebesturen in de provincie echter allerminst. Het wil hun dan ook voorkomen, dat de gemeentebesturen in deze provincie in het algemeen geen opwekking behoeven om gele genheden tot werkverruiminig en werkver schaffing op te sporen. Ged. Staten meenen thans echter niet ver- der op deze aangelegenheid te moeten in gaan, daar zij voornemens zijn ook deze zaak nader onder het oog te zien bij de behande- ling van de onder dagteekening van 17 Octo ber jl. ingekomen voorstellen van een vijf tiental leden der Staten (F. van der Walle e.a), welke voorstellen luiden als volgt: „De Staten van Noord-Holland, noodigen Ged. Staten uit: le. zoo spoedig mogelijk in te stellen een commissie, welke van voorlichting zal kun nen dienen voor de gemeentebesturen, om te komen tot uitvoering van bepaalde wer ken en welke Commissie ook activeerend en stimuleerend zal kunnen optreden. 2e. het initiatief te nemen tot oprichting van een Economisch Technologisch Instituut voor de provincie en de mogelijkheid te on derzoeken van het oprichten van een indus- triebank voor Noord-Holland". Ged. Staten achten deze voorstellen van te diep ingrijpenden aard en van te wijde strekking om daarover reeds thans eene de finitieve uitspraak tegenover de Staten te doen en geven daarom in overweging bedoel de voorstellen om praeadvies in hunne han den te stellen. De vraag of er aanleiding bestaat voor krachtiger werkzaamheid van de Provincie op het gebied van werkverschaffing en ont wikkeling van jonge werkloozen zal mede bij het bovenbedoelde praeadvies onder het oog worden gezien. Ten aanzien van de spelling stellen Ged. Staten zich op het standpunt, dat zoolang van regeeringswege in ambtelijke stukken de tot nu toe gebruikelijke wordt gehandhaafd, deze ook in de tfan de Provincie of van pro vinciale diensten uitgaande stukken behoort te worden gevolgd. Voor verhooging van de bijdragen aan de Noord-Hollandsche Vereeniging tot bestrij ding der tuberculose met f 5000 bestaat naar mening van Gedeputeerde Staten geen enkele reden. Het verslag der Vereeniging over 1933 toont aan, dat het uitgetrokken be drag ruim voldoende is. IJMJUTOEN. BESOMMINGEN. Penelope IJm. &4 90 m. f 85. Holland 2 IJm. 76 70 m. f 1270. Azimuth IJm. 195 470 m. f 2200 Margaretha IJm. 94 125 m. f 590. Irene IJm. 89 190 m. f 1?60. Eendracht IJm. 117 220 m. f 1450 Gezina IJm. 140 100 m. f 1130. Jacq. Clasina IJm. 10 745 m. f 3100 Caroline IJm. 26 930 m. f 3500. Alma IJm. 44 625 m. f 2630 Julie Streiff IJm. 159 70 m. f 1220. Logger: KW. 42 f 630. Kotter: E 325 f 1070. Versche haring: KW. 105 f 130. KW. 31 f 240. VL. 78 f 330. 1 Reeds in de vroege morgenuren bevonden zich de belangstellenden op Schiphol, om zich van een goed plaatsje te verzekeren. De burgemeester van Haarlemmermeer, Mr. Slob, in gesprek met politie en legerautoriteiten betreffende de verkeersregeling op Schiphol. De laatste parade yan de politie-manschappen, veldwachters en marechaussées op het vliegveld Schiphol. SNERT-ETEN OP SCHIPHOL. Vanwege het departement van defensie zijn op Schiphol legerkeukens geïnstalleerd, waar de wachtenden een warm hapje kunnen feekonr-*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 12