huldiging bij de thuiskomst De beteekenis van het succes van de „Uiver". Wij vlogen naar Melbourne. Wat de heer A. Plesman, directeur van deK.L.M. ons daarover vertelde De Vliegende Hollander in werkelijkheid In het groote kantoorgebouw van de K.L.M. dn den Haag wordt door tal van employés in tens gewerkt. Hier klopt het hart van deze onderneming waarop Nederland trots is. Van daaruit worden de luchtdiensten georga niseerd en geleid, waarbij bergen arbeid ver zet moeten worden, veel meer, dan eenig bui tenstaander vermoeden kan. De directeur, de heer A. Plesman, is zijn personeel tot voor beeld, hij is een stoere werker vol initiatief en idealen, die allen aanzet hun volle krachten te geven aan de onderneming, om die groot en steeds grooter te maken. Toen wij op een middag het kantoor binnen stapten om wat gegevens over de K.L.M. te verzamelen, was onze bedoeling een afspraak met den heer Plesman te maken voor een in terview. De leider van pers- en propaganda- bureau zette een bedenkelijk gezicht. Ver ontschuldigend zei hij: de directeur heeft het vooral in deze dagen ontzettend druk. Ik geloof niet dat het hem gelukken zal in de komende dagen nog een half uur voor u vrij te maken. Doch ik besef, dat de IJmuider Crt. dn een nummer aan de „Uiver" gewijd gaarne ook een persoonlijk woord van onzen direc teur wil opnemen. Ik zal uw verzoek even doorgeven, maar Een minuut later kwam de perschef terug. „Over tien minuten heeft de directeur tus- schen twee conferenties in voor u 5 minuten beschikbaar." Terwijl wij in dien tusschentijd het foto materiaal bestudeerden, zat de perschef ge durig op zijn armbandhorloge te kijken. Hij zag dat dit mij verwonderde. Ja zoo ver klaarde hij de directeur is een man van de klok, alles gaat op de minuut af. Ik mag u geen minuut te vroeg of te laat naar de directeurskamer brengen, want alles is precies afgemeten. Dit typeert wel de da-gverdeeling van den man die met vaste hand deze groote onder neming leidt. Toen ik in de statige directeurskamer bin nengeleid werd, was de heer Plesman ook juist met zijn andere werk klaar en gaf mij nu de beloofde vijf minuten. Hij zat nog aan het hoofd der pas ontruimde conferentietafel, terwijl hij zijn secretaresse nog juist den laat- sten zin van een brief dicteerde. Een man in de kracht des levens, een stoere energieke kop met doordringende oogen Geheel het type van een leider. Uw vijf minuten, zoo begon de heer Plesman. Wat wilt u weten. Het is met de deelneming van de K.L.M. aan de Melbourne-race tenslotte anders ge- loopen dan de opzet was. Aanvankelijk had zij het plan de „Uiver" aan de snelheidsrace en de F 36 aan de handicaprace te laten deel nemen. De „Uiver" zou dan voorzien zijn geworden van extra benzine-tanks, om het mogelijk te maken afstanden a,ls Londen—Bagdad (4105 K.M.) en BagdadAllahabad (3699 K.M.) in nonstop te vliegen met een kruissnelheid van 300 K.M. in het uur. De F 36 de nieuwe Fokker die een kruis snelheid van 260 K.M. heeft en niet minder dan 32 passagiers kan vervoeren zou dan aan de handicapsrace deelgenomen hebben. In dit vliegtuig zouden passagiers meege nomen zijn, opdat daarmee de prestaties ge demonstreerd zouden worden van de K.L.M. als passagiersdienst. Maar toen de F 36 niet op tijd door de fa briek kon worden afgeleverd, werd door de K.L.M. besloten om de Uiver zoowel aan de snelheids- als handicaprace te laten deel nemen. Er zou natuurlijk wel zoo snel mo gelijk gevlogen worden als de omstandig heden dit gedoogden, maar de veiligheid van de passagiers stond toch nummer één. In een publicatie van de K.L.M. bij de inschrijving verschenen werd reeds met klem vastgesteld, „dat het niet in de bedoeling lag in deze race er alles op te zetten een prijs te be halen". Maar wij zagen nu aan de verheugde uit drukking op het gelaat van den heer Ples man, dat hij met den eersten prijs van de „Uiver" in de handicaprace zeer ingenomen is. Vooral omdat die onder deze omstandig heden behaald is. A. PLESMAN, Directeur der K. L. M. Wat is zoo vroegen wij naar uw mee ning de beteekenis van het succes van de „Uiver" voor het vliegwezen in het algemeen en voor de K.L.M. in het bijzonder? Het antwoord luidde: De beteekenis is, da.t door de kranige prestatie van de „Uiver" in deze groote lucht- race de aandacht van de geheels wereld op Nederland en de K.L.M. gevestigd is geworden Het toeval wilde dat de spanning zeer sterk vergroot werd omdat de „Uiver" juist tusschen No. 1 en No. 3 is aangekomen. Eerst was het groote Britsche rijk in opschudding, of het den Engelschen vlieger Scott met zijn race- vliegtuig zou gelukken vóór de Hollanders in Melbourne te landen. Daarna was heel Ame rika weer in spanning of de „Uiver", die ge- yolgd werd door een Amerikaansche machine zijn voorsprong zou blijven behouden. Dank zij de uitstekende en vlugge bericht geving van Reuter is men over de geheels wereld ingelicht over het verloop van den strijd en het succes van de „Uiver". Men heeft nu gezien waartoe de K.L.M. in staat is. De wereld is overtuigd geworden, dat goede verkeersvliegtuigen aan bekwame handen toevertrouwd, in een zeer snel tempo groote afstanden kunnen afleggen. Natuurlijk kon men niet verwachten, dat met een vliegtuig dat voor verkeersdoeleinden gebouwd is en ook bij deze race met passagiers en post vloo;_ hetzelfde gepresteerd zou worden wat snelheid betreft als met 'n speciaal race-vliegtuig. Dat hebben wij van stonde af aan geweten! Het was dus geen verrassing dat de Engelschman Scott met zijn race-machine vóór de „Uiver" te Melbourne landde. Dat de „Uiver" den eersten prijs in de handicap-race behaald heeft, was voor ons voldoende. Het succes van de „Uiver" is zoo zei de heer Plesman ook van veel beteekenis voor de luchtvaart in het algemeen. Er is namelijk door komen vast te staan, dat het luchtver keer veel verder is dan velen meenden. Wat de „Uiver" als verkeersvliegtuig presteerde was voor velen een openbaring, wat ongetwij feld goede resultaten voor de toekomst zal afwerpen. In 2 dagen en 4 uur vloog de „Uiver" van Londen naar „Batavia". Zal deze recordvlucht nog tengevolge hebben, dat de duur van de gewone vluchten naar Indië binnenkort ingekrompen worden? De heer Plesman: Voorloopig niet, maar hel is aan te nemen, dat het later tot een korte re vliegtuig-route zal komen. Na de vlucht van de „Pelikaan", die destijds in 4 dagen en 4 uur Batavia bereikte, werd het reisschema voor den zomerdienst 1934 op de Indiëlijn van 8 op 7 1/2 dag gebracht. Zoo zal ook het „Uiver"-succes wel zijn invloed laten gelden. De K.L.M. nam deel aan de Londen-Mel bourne-race omdat dit van groote beteekenis is voor de mogelijkheid om de lijn Amsterdam —Batavia uit te breiden tot Australië. Ik hoop van harte zoo zei de heef Plesman dat wij wat de kansen betreft om daarvoor toestemming te verkrijgen, vorderingen ge maakt hebben. De 5 minuten waren verstreken. De direc teur was daardoor gedwongen ons voor ver dere inlichtingen naar de betrokken chefs te verwijzen. Wij vernamen nog een en ander over de toekomst-plannen vande K. L. M. Allereerst over snellere tochten naar Oost-ïndië. Het zal niet lang meer duren of de F 36 ii klaar. Wij wezen er hierboven op, dat de K. L. M. aanvankelijk het voornemen had dei nieuwe machine een Fokker met 4 cylone motoren van 575 P.K., die een kruissnelheid heeft van 260 K.M. en 32 passagiers vervoeren kan ook te laten deelnemen aan de Mel bourne-race. Nu zal met de F 36 in Januari de eerste vlucht naar Oost-Indië gemaakt worden. Tot heden werd de dienst AmsterdamBatavia onderhouden met Faltkervliegtuigen, waar van de grootste toch niet,meer dan 14 passa giers kan meenemen. Voor de Indië-vloot der K. L. M. is dit dus een zeer belangrijke aanwinst. Er wordt en dit voornemen zal door het succes van de „Uiver" natuurlijk wel bevor derd zijn ernstig over gedacht voor de lijn AmsterdamBatavia meer Bouglas-toestellen aan te schaffen. Op den duur zou dan op deze lijn alleen met Douglas-machines gevlogen worden. Daardoor zal het dan ook mogelijk worden om den vliegduur in te krimpen. In een publicatie van de K. L. M. is reeds opge merkt, dat een dienst met Douglas-vliegtui- gen tusschen Amsterdam en Batavia in den zomer een reistijd van 5 dagen en in den win ter een reistijd van 6 dagen zou mogelijk maken. Bovendien is een verdubbeling van den we- kelijkschen dienst niet uitgesloten. Ook vliegdiensten op de West. Het is bekend, dat de „Snip" een Kerst- vlucht naar West Indië maakt. Als die vlucht volbracht is zal dit vliegtuig in de West ach terblijven om daar voor vliegdiensten be schikbaar te zijn. Wat zijn in de West de plannen der K. L, M.? zoo vroegen wij. Als aldus het antwoord van onze eilanden een luehtdienst zou worden inge steld met Venezuela, zou dit beteeke-nen dat daarvoor aansluiting verkregen zou worden op de groote Amerikaansche luchtlijnen naar Midden-, Noord- en Zuid-Amerika. Voor een geregelde luehtdienst NederlandWest Indië is de tijd nog niet rijp, maar wat niet is kan komen. Er zijn immers ook eenige jaren ver- loopen na den tocht van Van der Hoop naar Indië voor het tot een geregelde luchtlijn op Batavia gekomen is. Zoo kan de Kerstvlucht van de Snip naar West Indië misschien ook in de toekomst leiden tot het openen van een luchtlijn AmsterdamWest Indië. De Uiver op een vlucht boven Rotterdam. Hoop, teleurstelling, verwachting en toen 't resultaat! Parmentier kijkt uit de cockpit van de Uiver. Jaren zullen we nog spreken over de Uiver over de spannende dagen van de Melbourne- race. Jaren zullen we nog spreken over het enthousiasme, volgens sommigen de Uiver- razernij, waaraan geheel Nederland ten prooi is gevallen, en we zullen ons herinneren de uren van zenuwsloopend, energie-beroovend medeleven. We zullen ons herinneren hoe we aan onze stoelen als vastgenageld waren en luisterden met gretig verlangen naar elke lettergreep over de Uiver, hoe elke minuut nieuw nieuws kon brengen, en de redacties der dagbladen over geheel Nederland zullen in haar herin-nering telefoonbellen hooren rinkelen, en zenuwachtige, nieuwsgierige, hoopvolle stemmen van abonnés. Uiver en Uivertocht. Wat is daar nu nog wel van te zeggen? We herinneren ons de echt ouderwetsche, spreekwoordelijk geworden, Hollandsche dege lijkheid, die de Uiverbemanning reeds in Mildenhall ,de plaats van vertrek, toonde. Wij schreven toen dat de houding van de Neder landers vertrouwen wekte. De Nederlanders waren klaar. Zij waren eigenlijk al gereed toen zij uit Amsterdam vertrokken, eerst voor den gewonen dienst naar Londen en toen voor de trip naar Melbourne. Alle andere deelnemers werkten als door koorts bevangen aan hun toestellen, mecani ciens holden heen en weer om dan dit dan weer dat te herstellen of te verbeteren, hier iets toe te voegen, daar weer wat uit te halen en terwijl dit gehaast en gerep aan den gang was, korte oogenblikken voor den sprong naar het Oosten, en elke minuut van rust juist toen van de allergrootste beteekenis was toen zeiden de Nederlanders die de Uiver zouden brengen naar het roemrijke Melbourne: „Wij zijn klaar, wij.rusten". Dat wekte vertrouwen en ontzag, en zij hebben het niet beschaamd. De start. Ook de start was iets 'bijzonders. Herinnert u zich nog de bewondering die het vertrek van de Uiver achterliet bij hen die het zagen? Er waren lichte toestellen die niet konden loskomen, en twee keer moesten taxiën. En de zware Uiver, die groote Neder- landsche vogelwas in «en ommezien uit het gezicht verdwenen, en de toeschouwers waren verbaasd. Niet alleen dat de Uiver zoo snel los was, ook het feit dat na enkele oogenblikken niets meer van de Nederlan ders was te zien. Dat was de start en toen begon de tocht. De route, die voor Parmentier en de zijnen bijna zoo bekend is, als voor een Haarlemsche automobilist de Amsterdamsche Vaart. Par mentier kende elke hobbel, wij zouden bijna zeggen elke boom en bocht die de weg maakte. Ja, dat was wel een groote steun, maar de Uiver heeft bewezen die steun ook te kunnen missen. Dat bleek immers na Bata via en vooral boven het in ons land beroemde, beruchte Albury Trotsche telefoontjes. De Uiver sloeg zijn vleugels uit, en maaide dorpen steden, provincies, landen, wereld- deelen onder zijn staart weg. En wij in het kleine land, wij die achter bleven, wij voelden het direct, als wij het in Mildenhall nog niet wisten: er gaat wat gebeuren met die Uiver. „Hij ligt aan den kop", dachten wij en wij gloeiden van trots. „De Uiver is nummer een", riepen wij elkander toe, en wij waren vol hoop en ge lukkig. „-De Uiver laat ze allemaal ver achter zich", telefoneerden wij naar vrienden en kennissen, en de Uiverkoorts had ons bevangen. En toen kwamen die oogenblikken dat we wisten dat de Mollisons sneller waren en dat Scott en Black al zoo ver waren. Dat waren donkere wolken aan onzen hemel van gelukza ligheid om die snelle Uiver. Wij wenschten zóó dat de Hollanders nummer één zouden zijn, en we vergaten dat de Uiver geen snelheids wedstrijd hield, maar een betrouwbaarheids- vlucht. Wij vergaten het omdat wij het wilden vergeten en het Zesdagenbloed, het voetbal- bloed werd koortsig van de Uiveritis en we hadden ook een nieuw werkwoord: uiveren. De Mollisons kregen pech en door hun on geluk stegen onze kansen. Uiver was tweede en joeg Scott na. En we vergaten alle_ andere vliegers, we hoorden nauwelijks dat één van de deelnemende toestellen verongelukt was en dat twee menschenlevens door de monsterrace verloren waren gegaan, wij dachten alleen maar aan het voor ons Nederlanders onbe kende traject BataviaMelbourne, Wij gre pen atlassen en.namen meetlatten, legden die over de Indische eilanden en rekenden, den afstand uit. Australië werd in de Nederland- sche huiskamers ontdekt, lang vergeten school kennis kwam weer helder voor den geest en de Uiver snorde middelerwijl verder over In dië, Australië tegemoet. Hier was 't nacht', daar was 't dag, hier was het dag, daar was het nacht, en de Uiver smeet de lucht terug en smeet alles terug en aan den einder stond: Melbourne. Scott kreeg pech in Fort Darwin en toen werd Nederland, laten we het noemen: nóg enthousiasterDe Uiver zou Scott voorbij vliegen, de telefoons rinkelden twee keer zoo hard en men was drie keer zoo opgewonden en de hoop nam reuze-vormen aan. Maar Scott vloog verder en de Uiver was nog achter. O, die laatste uren De Uiver was wel achter, maar was veel in- geloopen. Misschienmen kon toch nooit weten. Zeer zeker, men kan nooit weten. Dat heeft Albury ons geleerd!! En hij die nu nog niet weet wat er in Albury is gebeurd, interesseert zich niet voor de Melbourne-race en zal dit niet lezen, en hij die het wel weet, heeft aan het woord Albury genoeg om weer kippevel en schier grijze haren te krijgen. Albury en Uiver zijn twee onafscheidelijke namen geworden. Wie Albury zegt, zegt Uiver, zegt Parmentier, zegt Moll, zegt Van Brugge, zegt Prins, zegt K. L. M., zegt Nederland op z'n best. De Uiver wérd eerste in de betrouwbaar heidsrace, de Uiver wérd de favoriet en wie het niet gelooft, bedenke de woorden van Par mentier toen hij in Singapore gehuldigd werdri „Wij hebben nog nooit zoo'n benauwd kwar tiertje gehaden daarmee bedoelde hij het kwartiertje „huldigen" dat de bevolking hem daar had bereid. Daarom vroeg hij ook om degelijke afzettingen op de andere plaat sen van huldiging en wij gelooven dat zijn verzoek niet overbodig is geweest De Uiver is weer thuis, Parmentier en de an deren zijn ook thuis, dat wil zeggen: zij zijn weer in Nederland. Maar we vreezen voor hen dat er van thuis zijn in de echte beteekenis van het woord, voorloopig weinig zal komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 9