HIJ OF ZIJ? Een held. Wat antwoordt Hitler? In een zeer belangrijke en geruchtmakende ritting van het Engelsche Lagerhuis, gewijd aan Winston Churchill's voorstellen tot uit breiding van de „defensie" (vooral de lucht macht) heeft de plaatsvervangende premier van Engeland, minister Stanley Baldwin, Woensdag het volgende verklaard: „Moge de gelegenheid zich binnen niet al te langen tijd voordoen dat Duitsch- land den sluier van geheimzinnigheid za' verscheuren en de zaken aan het licht zal brengen, die Europa verontrusten, ze be spreken en zelfs nu nog bezien, wat er aan te doen valt. Indien het dit doet. kunnen wellicht de besprekingen met zijn nabu ren hervat worden, die allen bereid zijn om het in handelsopzicht te helpen en te trachten het verbroken ruilverkeer van de oude wereld te stabiliseeren. Doch zoo lang Duitschland op zichzelf blijft staan en geen direct contact met andere staten in Europa onderhoudt, zal de argwaan meer en meer groeien en het zou ook kunnen zijn. dat Duitschlands moeilijk heden meer en meer zullen groeien. Ik hoop, dat dit debat groote en betere con sequenties zal hebben dan velen onzer zouden hebben gemeend en dat de gele genheid is geschapen voor een eersten stap tot het opnieuw samenbrengen van de volken van Europa. Het zou kunnen zijn, dat, nu men eenige wijsheid heeft geput uit het verval van de toestanden in Europa in de afgeloopen jaren, de stem van het verstand en de stem van den vrede beter kans hebben om gehoord te worden". Dit zijn zeer veelbeteekenende woorden. Er is geen twijfel aan, dat de achterdocht ten aanzien van Duitschlands geheimzinnige be wapening in Europa voortdurend stijgende is. Als minister Baldwin thans de bereidheid van al Duitschlands naburen uitspreekt om het in handelsopzicht te helpen en het vrije ruil verkeer te herstellen, en als hij daaraan kop pelt deze opmerking: „het zou ook kunnen zijn dat Duitschlands moeilijkheden meer en meer zullen groeien"dan rijst vanzelf de vraag: „Wat antwoordt Hitier hierop?" Kan hij dit onbeantwoord laten? Het is duidelijk genoeg dat de economische toestand in Duitschland van week tot week slechter wordt. Het zelf verkozen isolement, uitvoerbaar in de dagen van Frederik de Groote, onuitvoerbaar in dezëh modernen tijd wreekt zich. De stijging van de prijzen van levensmiddelen is een onmiskenbaar tee- ken. Uitingen van ontevredenheid onder de bevolking worden telkens bericht, De finan- cieele politiek van dr. Schacht is een myste rie, onoplosbaar voor ieder niet-Duitscher en minstens even geheimzinnig als de bewape ning en de vraag, hoe die eigenlijk betaald wordt. Wat wil men in Duitschland? Voortgaan met fantastische pogingen, om te leven van Heil's en nationalistische leuzen, of zich op nieuw inschakelen in de volkerengemeenschap en meewerken tot een poging om Europa eco nomisch te herstellen? Alleen kan Duitschland evenmin als eenig ander land, zijn herstel bereiken. Wij leven in 1934, en niet een paar eeuwen vroeger. Het is een deel van Europa en een deel van de wereld evenals ieder ander land. Isoleert het zich, dan is het daarmee op den weg naar den ondergang. Het alarm voor oorlogsgevaar in 1935 be hoeft men niet te zwaar op te nemen. Een Duitschland zonder bondgenooten zal niet zoo volslagen gek zijn, de rest van de wereld te lijf te gaan. Een Hitler die zijn regime voelde wankelen zou dit zelfs niet aandurven: het zou de zekerste weg zijn om het totaal te gronde te richten. Daarom weiger ik te gelooven dat het Saar-plebisciet, in Januari a.s., oorlogs gevaar. inhoudt. Maar wat zal Hitier antwoorden op deze verklaring van Baldwin? Als hij zwijgt, en deze zeer duidelijk toegestoken hand niet aan vaardt, waar is hij dan aan toe? De spanning is wel zeer toegenomen; de tijd der oplossin gen kan niet ver meer van ons zijn. R. P. BEVERWIJK BONTE AVOND VAN „AMICITIA". De Tooneelvereeniging „Amicitia" opende Donderdagavond het nieuwe seizoen met een zoogen aamden bonten avond, welke gegeven werd in de tooneelzaal van het K.S.A.-ge- bouw. De voorzitter, de heer P. Timmer ver welkomde de in vrij groten getale opgekomen belangstellenden en deelde mede, dat „Amicitia" voor dit eerste optreden geen revue kon samenstellen, omdat de kosten daarvoor zeer hoog zijn. Nochtans uitte spr. de ver wachting, dat de vereeniging tegen den vastenavond weer met een Beverwijksche revue zal kunnen optreden. Het programma werd daarna geopend met een zeer goed gezongen en gespeeld komisch kwartet „Rctruten lijden", dat al aanstonds een vroolijke stemming in de zaal tewee; bracht. Het trio „Sulleman heeft trouw plannen", moest die stemming nog aanwak keren. De beide dames leverden in dit num mer vooral zeer verdienstelijk spel. Een dubbel gemengd kwartet zong vervol gens onder leiding van den heer Lou Ter voort „Wiegeliedje" en „Tante Teinen" van Roeske en „Trauergesang" van Ochs. Dit kwartet zong zeer muzikaal en met fraaie nuanceeringen. Het mocht dan wel wat uit den toon vallen in vergelijking met het geen het programma bood, het neemt niet weg, dat dit kwartet terecht een welverdiend groot succes oogstte. De één-acter „De Oom uit Amerika" werd werd Heel aardig gespeeld en bracht her-' haaldelijk lachsalvo's teweeg Ook in het tweede deel van den avond wer den komische schetsen uitgevoerd. Zeer ver. zorgd van kleeding was het „Mannenkwartet" dat uit goede zangers was samengesteld. De heer G. Spanjaard, de nestor van „Amicitia" gaf met daverend succes „Serenade" ten beste. Het laatste nummer „De Automaat" bracht zoowaar een mechanischen mensch op het tooneel. Dat was een knap staaltje tooneel- werk. Deze mechanische mensch was op zeer vernuftige wijze geconstrueerd. Het publiek volgde met veel instemming de verrichtingen van „Amicitia" en stelde het gebodene op hoogen prijs. De heer Tervoort verzorgde de pianobege leiding. Een gezellig bal onder leiding van den heer Peelen en met medewerking van Roem er's Orkest besloot deze goed geslaagde uitvoering. Z.V.V. 2KENNEMERS 2. De reserves van de rood-zwarten trekken Zondag naar Zaandam, om Z.V.V. 2 partij te geven met het volgende elftal: Doel: Stoppa. Achter: Van 't Hoff, v. d. Bos. Midden: Versluis, v. d. Wal en Blom. Voor: Ten Wolde, Antonisse, Boom, Steeman Sr. en Veenstra. ONDERLINGE DAMWEDSTRIJDEN. De Donderdagavond in café „Bellevue" ge houden damwedstrijden hadden den volgen den uitslag: C. BlokdijkJ. A. Oussoren 11 A. J. Snijders—H. Timmer 11 D. KikkeW. Spanjaard 20 B. ReimersA. Pekel 1i M. HoogvorstF. Bakker o2 K. Kikke Jr.D. Hoogvorst 20 K. Kikke Sr.J. Tolk o2 S. D. Hoogvorst—P. H. Santony 2—0 S.TroostJ. Bakker o2 H. Alders—F. H. Santony 0—2 KENNEMERS—Z ANDVOORT. De Kennemers ontvangen Zondag in het Gemeentelijk Sportpark Zandvoort met het volgende eltal: Doel: Van Urk. Achter: Duivemans, Lindner. Midden: Effern, Dinkla, Gordijn. Voor: Schipper, Horeman, Groot, Steeman Jr. en Brethouwer. XERXES—KENNEMERS. Nadat de V.V. „Beverwijk" in de derde ronde voor den K.N.V.B.-beker op zoo eervolle wijze voor de eerste klasser Xerxes het veld moest ruimen, zal thans de andere Beverwijksche voetbalvereeniging „De Kennemers" voor de vierde ronde van den beker de Rotterdam- sche eerste klasser ontmoeten. De loting plaatste Kennemers in een uitwedstrijd tegen Xerxes VOOR DE MICROFOON. De K.R.O. zal op Zondag 13 Januari de Hoogmis uitzenden van de R.K. kerk van O.L.V. van Goeden Raad aan den Arendswei alhier. POTPLANTENVEILING. Aan de in het Veilinggebouw Centrum ge houden potplantenveiling werden onder staande prijzen genoteerd: Adiathum 825, Bladbegonia 830 Bro- melia 25—85, Nephrolepis 30—115, Plumosa 4—7, Sprengerie 4—32, Tradescantia 8—21 Primula 12—25, Cyrtomium 8—24, Cactus 4—35. Cyclamen 16—60, Varens 4—12 Pal men 35—125, Begonia 2585, Erika 15—65. JAARVERGADERING VAN ZANGLUST. In de jaarvergadering van het Mannenkoor „Zanglust" werden de heeren L. Blaauw, voorzitter, J. M. van Buren, secretaris en C. Hoek, tweede penningmeester herkozen. De heer Meinema werd als tweede secretaris ge kozen. De jaarverslagen van secretaris en pen ningmeester ademden een opgewekten geest en getuigden van een opgewekt vereenigings- leven. Met algemeene stemmen werd de heer H. van Dijk weer voor een jaar tot dirigent her benoemd. Tenslotte werd besloten de uitnoo- diging van het Duitsche Mannenkoor „Rhein gold" te aanvaarden en in 1935 een bezoek te brengen aan Essen-Flintrop. POLITIEKE VERGADERING. De groep-Visser. In de lunchroom „Suisse" heeft de groep Visser, die in 1931 den heer Visser op een vrijen zetel in den raad bracht na diens breuk met de S.D.A.P., een vergadering gehouden bedoeld als inleiding voor gemeenteraadsver kiezingen m 1935. Aan de destijds met de S.D.A.P. gerezen verwikkelingen herinnerde de voorzitter van deze groep kiezers. Hij gaf voorts als zijn meening te kennen, dat de arbeid van den heer Visser als raadslid te vredenheid heeft gewekt als is het natuurlijk niet mogelijk allen te bevredigen. Het be stuur meende dan ook, dat het deze vergade ring moest beleggen teneinde de vraag te be spreken of bij de eerstvolgende raadsverkie zingen opnieuw met een vrije lijst moet wor den uitgekomen. De heer J. Visser bracht vervolgens een uit voerig rapport uit over zijn werkzaamheden in den gemeenteraad, waarbij hij er in de eerste plaats op wees, dat in de openbare lichamen gebrek is aan krachten, die opko men voor de meest geteisterde crisisslacht- offers. Spreker bracht vervolgens de regeerings- maatregelen ter sprake, die echter z.i. nim mer tot gevolg mogen hebben, dat in een wereld van overvloed sommigen gebrek lijden. De heer Visser beantwoordde vervolgens de gesteldev ragen, waarbij hij gelegenheid kreeg er op te wijzen, dat de groep"-Visser noch-met de O.S.P. noch met eenige andere partij iets uitstaande had. De vergadering heeft daarna besloten, bij de a.s. gemeenteraadsverkiezingen evenals in 1931 weer actief aan den strijd deel te nemen. VELSEN PROPAGANDAVERGADERING N.S.B. Donderdagavond werd door de N.S.B. een oropagandavergadering gehouden in Hotel de Prins. Spreker voor dezen avond was Ds. G. van Duyl. De kringvoorzitter, de heer Kok. opende de vergadering waarbij hij bekend maakte, dat voor hen. die wegens de uitver kochte zaal teleurgesteld moesten worden, op 16 Jan a.s. een tweede propaganda-avond ge houden zal worden in Thalia te IJmuiden. waar Ds. van Duyl weer als spreker hoopt op te treden. Hierna gaf hij het woord aan Ds van Duyl. Ds. van Duyl ving zijn rede aan met er op te wijzen, dat men hier vanavond niet geko men is als vertegenwoordigers van politieke partijen of kerkgenootschappen, maar als volksgenooten, als zonen en dochteren van één natie. Er wordt, zoo zegt spr alom geklaagd over de slechte tijden, maar wanneer wij dit goed nagaan, blijkt dit juist een tijd te zijn, waar in oude waarden afsterven en nieuwe moge lijkheden zich openen. Een van deze voor naamste mogelijkheden kenmerkte spr. als het Nat. Socialisme. "Vervolgens stelde Ds. van Duyl de vergadering de vraag: „Wat is het Nat. Soc.". Alvorens spr .overging tot de beantwoor ding van deze vraag, weersprak hij de laster, als zou de N.S.B. van deze wereld afscheid ge nomen hebben. Integendeel beweerde spr. be- heerscht het Nat. Soc. het geheele politieke leven. Het Nat. Soc. brengt bézieling en geest-1 drift, het Nat. Soc. is geen uitvinding van leeghoofden, geen uiting van terreur, maar een uiting van volwaardige gedachten, die de moeite van het in zich opnemen loont en be loont. Ook is het Nat. Soc. geen partijenstaat. Hierbij wijst Ds. van Duyl er op, dat geen en kele politieke partij in ons land de meerder heid heeft en dus haar beginselen ook nooit ten volle kunnen uitvoeren, daar zij zich steeds blind staren op het getal „vijftig en een". Spr. laakte de beginselen, volgens welke ons land geregeerd wordt, doordat deze staat het belang der partijen prefereert boven het be lang van de natie. Het Nat. Soc. gaat niet uit van bepaalde groepen, daar men op die manier nooit tot hét Nederlandsche volk nadert. Het Nat. Soc. stelt boven persoonlijk belang het groepsbe lang en daarbovenuit het nationale belang. De geest van het Nat. Soc. is saamhoorig- heid. maar deze saamhoorigheid is. aldus spreker, onmogelijk in een land waar de een heid door tallooze politieke partijen verbrok keld wordt. Partijpolitiekwezen vergiftigt den heelen staat. In een dergelijken staat vraagt men niet wie de beste is, maar welke kleur men op zijn jas draagt, terwijl het principe van de N.S.B. juist is „Allen voor één en een voor allen". (Applaus). Tenslotte besprak Ds. van Duyl het Inter nationaal Soc. waarbij hij dit totaal op zij schoof, als zijnde een illusie, die nooit ver wezenlijkt zal worden, daar het Intern. Soc. niet begrijpen wil, dat wat voor het eene volk goed is. voor het andere niet opgaat. t Verder behandelde spr. nog den gang van het Nat. Soc. in Duitschland en in ons land en bestreed de beschuldiging als zou de Duit sche Rijksregeering ook maar een vinger uit gestoken hebben naar de Duitsche kerken. Spr eindigde zijn rede met de boodschap, dat het Nat. Soc. komt, waar het verzoening eensgezindheid en kameraadschap brengt en sprak tenslotte de hoop uit, dat met de aan staande Prov. verkiezingen de N.S.B. als één eenheid naar voren zal komen. Tijdens de pauze was er gelegenheid om schriftelijke vragen in te dienen, welke hierna uitvoerig behandeld werden. Met het zingen van het eerste couplet van het „Wilhelmus" werd deze druk bezochte ver gadering besloten. VRIJDAG 30 NOVEMBER 1934 Het vorstelijk bruidspaar, Z. K. H. Prins George van Engeland en H. K. H. Prinses Marina van Griekenland, omringd door de bruidsmeisjes. Boven v.l.n.r.Prinses Irene van Griekenland: lady Mary Cambridge; Prinses Elisabeth van York en Prinses Juliana. Onder v.l.n.r.: Prinses Catharina van Griekenland; lady Iris" Mountbatten-, Prinses Eugenie van Griekenland en Groothertogin Kyra van Rusland DE TELEFOONKWESTIE. Op de gehouden protestvergadering tegen de verhogode telefoontarieven werd besloten de actie voort te zetten. We vernemen thans dat „Santpoort's Bloei", dat de leiding van deze actie in handen heeft, zich met adressen zal wenden tot de Mi nisters van Binnenlandsche- en Economische Zaken, alsmede tot den directeur-generaal van P. T. T. KIEN AVOND. De vereeniging „Santpoort's Bloei" is voor nemens, behoudens goedkeuring van B. en W. op 20 December a.s. een kien-wildavond voor naar leden te organiseeren. (Een veldwachter in een Duitsch plaatsje vlak bij de Nederlandsche grens bracht zijn eigen vrouw op, toen zij van de markt thuiskivam met 10 K.G. aardappelen, abusie velijk ajgewogen, terwijl zij slechts voor 5 betaald had. Hij beschoitw- de dit als diefstal en zij werd door den rechter beboet.) Dit maakt u, mannenbroeders, stil, Dit gaat uw pet te boven, Gij kunt het, met den besten wil, Misschien zelfs niet gelooven. Toch is het waar van a tot z, Of 'k zou het niet vermelden, Die handhaver van orde en wet Behoort tot 's werelds helden. Hij vraagt alleen naar goed gedrag, Voor hem geen transigeeren, Zijn meerdere van 't hoogst gezag Durft hij te arresteeren. Dit, mannenbroeders, is je wat, Om rillend van te droomen, Toch heb 'k zoo'n flauw vermoeden, dat 1 Zijn boete nog moet komen. P. GASUS. SANTPOORT HEEMSKERK JONGE L. T. B. Donderdagavond 8 uur vergaderde de jonge afdeeling van den Land- en Tuinbouwbond in het R.K. Vereenigingsgebouw. In de vacature ontstaan door het bedan ken van den heer T. Timmer werd met bijna algemeene stemmen gekozen de heer J. v. Roon, die zijn benoeming aanvaardde. Vervolgens hield kap. van Rijn een lezing over „De sociale kwestie in den loop der tijden". Uit de vergadering werd nog een vraag ge steld over de tomatenteelt welke op de eerst volgende vergadering door de heer J. van Roon zal worden behandeld. Tot slot hield de voorzitter der oude af deeling nog een praatje over aardbeiëncul- tuur. ST. NICOLAASFEEST. Voor de kinderen van de leden van den R.K. Volksbond is op Zondag 2 December een St.. Nicolaasfeest georganiseerd. Zondagmiddag wordt de groote zaal in de K.S.A. om 2 uur geopend; om half drie zal St. Nicolaas zijn intocht doen en aan alle kin deren geschenken uitreiken. AGENDA VOOR VELSEN EN IJMUIDEN VRIJDAG 30 NOVEMBER Thalia Bioscoop: Miss Fane's Baby is ont voerd. 8.15 uur. Bioscoop de Pont: „Hoepla". 8 uur. ZATERDAG 1 DECEMBER Thalia Bioscoop: Miss Fane's Baby is ont voerd' 8.15 uur. Bioscoop de Pont: Hoepla. 8 uur. AGENDA TE HAARLEM Heden: VRIJDAG 30 NOVEMBER Palace: „Bleeke Bet". Op het tooneel Jopie Koopman. 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „Als een vrouw lief heeft". Van 7 uur af doorloopende voorstelling. Rembrandt Theater: „Goud". Op het tooneel 4 Serenaders (accordeonisten) 7 en 9.15 uur. I ZATERDAG 1 DECEMBER Bioscoopvoorstellingen 's middags en des I avonds. FEUILLETON BERTA RUCK. 15) „Zeg, Smith, je kijkt net, alsof we hem valsch beschuldigen. Kan hij nu en dan wel aardig zijn?" „Hij is aardig," kon ik niet nalaten te zeg gen, maar hij hoort tot de stille naturen." „Nu, ik vind hem een saaie vent. Welken dag heb je je vrijen middag, Smith?" „Ja, wanneer neem je ons nu eens mee in den wagen? Wanneer komt het er nu eens van?" „Het spijt me, juffrouw," zei ik. (Het was waar, het speet me. Ik had hun graag een ritje gegund.) Ik vergat voor een oogenblik, wie ik in werkelijkheid was. „Ik ben bang, dat ik dat niet klaar zal kunnen spelen." „O, wat een schande!" klonk het in koor. „Wat een bestaan! Kan niet rooken! Drinkt niet! Mag geen ritjes doen voor zijn plezier! Wat voer je dan uit, Smith? Je hebt toch geen plan om ziekenbroeder te worden?" Een schaterlach volgde op die dwaze vraag. Smith lachte onwillekeurig mee. Ze lachten alle vier zoo hard, dat ze de hoef slagen van een paard geen van allen gehoord hadden. Op het zelfde oogenblik kwam de Baas aangereden. „Pat, het was gewoon afschuwelijk! Waarom, dat weet ik eigenlijk niet. Er was niets, om be schaamd over te zijn. Ik had hen toevallig onderweg ontmoet, hen geholpen, om de din gen, die uit het net gevallen waren, op te rapen. Ik had hen vriendelijk en beslist te kennen gegeven, dat ik hen niet stilletjes in den wagen mee uit kon nemen. Ik had mij als een voorbeeldig chauffeur gedragen. „Toch bloosde ik tot achter de ooren, toen Sir Ralph, terwijl hij langs reed, op koelen toon riep: „Denk je die benzine nog te gaan halen, Smith?" „Ja, meneer," zei Smith, en hij voelde, alsof hij een vlieg was, waar iemand zijn voet op heeft gezet. De Baas was echter al lang weer voorbij, en Maudie en Co. konden dus vrijelijk uitroepen, dat hij op een paard er lang niet slecht uitzag. Ik nam meteen het ben- zineblik in mijn andere hand, sloeg aan en vervolgde mijn weg naar de stad, zonder een enkel woord meer te zeggen. „Ik wou, dat ik maar niet voor hem op was gekomen en gezegd had, dat ik hem aardig vond; want die eene blik, dien hij op mij wierp, deed mij voelen, alsof ik een verkleede dwaas was! Ik weet niet waarom. Gelukkig kon hij niet raden, dat hij maakte, dat ik iets anders voelde dan een jonge man, die betrapt is op lanterfanten; maar. dat is, wat mij knorrig maakt; voor het moment deed hij mij voelen, alsof ik nog een meisje was. Ik voelde, alsof ik een dwaas meisje was. „Gelukkig, dat is alles weer voorbij. Ik „O, lieve schat, het is later dan ik dacht. Ik moet al weer met de schuit naar Lady Day toe. Ik heb dus geen tijd, om je iets meer te vertellen van dit eene: Die niet te verbeteren kleine flirt, genaamd Tut. zou zelfs oogjes geven aan een stok, als die maar aangekleed was als een man. Bij afwezigheid van iemand anders probeert ze met mij te flirten, of ze probeert eigenlijk mij verliefd op haar te maken! „Je volstrekt onomstootelijke en niet ontvlambare John Arthur Smith. P.S. Stel je voor, ik zal daar flirten met haar! P.P.S. Vandaag voel ik, alsof ik mijn Baas haat." HOOFDSTUK IX. Een tweesnijdend gesprek. Op den avond van den dag, waarop Sir Ralph Wellalone zijn chauffeur gesnapt had in gezelschap van de drie jonge koristen, deed hij, terwijl hij zich in zijn kleedkamer be vond, een vraag aan zijn ouden bottelier, die dikwijls ook dienst deed als valet. „Hoe schikt die jonge man zich hier, Simp son? Ik bedoel Smith. Kunnen jullie het nog al goed met hem vinden?" „Uitstekend, meneer. Het kon niet beter," was Simpsons uitspraak over de kleine be driegster. die zich in hun midden bevond. „Ik heb al tegen me vrouw gezegd, dat we hier nog nooit zoo'n aardigen, rustigen, beleefden jongen man gehad hebben." „Goed. Ik vraag het ten eerste, omdat ik vind, dat het nazien van mijn kleeren op den duur wel wat te veel voor je zal worden bij al je andere werk, en ik had er daarom over ge dacht, hem als valet te houden," zei Sir Ralph. „Jij zou hem natuurlijk in moeten leiden en als je het zoo goed met hem kan vinden, zal dat wel geen bezwaren inhebben." „Dat is zoo, meneer. Smith is het soort van jongen, waar je direct voor voelt, alsof hij je eigen jongen was. Toch Simpson zweeg, hij had moeite met een van de manchetknoopen. „Wel, wat wou je zeggen van Smith?" „Dat je onwillekeurig medelijden hebt met den armen jongen." „Medelijden? Waarom?" „Wel, meneer, omdat de vrouwen hem nooit met rust zullen laten," antwoordde Simpson met den grootsten ernst. „Zij zullen hem altijd moeite geven." („Een vermakelijke oude praatjesmaker, die Simpson." dacht zijn meester.) „Het is, zooals ik zeg. meneer," ging Simpson voort. „De meisjes zijn het gevaar voor Smith, waar hij ook heengaat. Hier hebben we op het oogenbliek een net, fatsoenlijk, betrouwbaar stelletje, maar „Ja, maar wat?" „Zelfs hier daar heeft u nu Anne, het binnenmeisje. Ze is geëngageerd met den tuin man, maar ze ziet er geen kwaad in, om dien Smith het hoofd op hol te brengen, door hem boeken te leenen en zoo meer. Dan Betty, de werkmeid, en Mary, de keukenmeid, altijd probeeren ze een praatje met hem te houden. Nou zijn onze meisjes wel te vertrouwen, maar anderen zijn dat mogelijk niet. U kan begrij pen, wat er van zoo'n knappen jongen moet worden, als hij in handen valt van dat gewe- tenlooze soort; en van die zijn er genoeg. Hier kan hij natuurlijk geen kwaad, maar een jon gen met zoo'n uiterlijk als Smith kan niet anders dan altijd de meisjes achter zich zien. Ik wil natuurlijk geen oogenblik zeggen, dat de jongen er eenige schuld aan heeft „Neen, ik geloof ook niet, dat het aan hem ligt," stemde Wellalone toe, terwijl hij zijn lange armen in het dinner-jacket stak, dat de oude knecht hem hielp aantrekken, „en het is zooals je zegt; hier kan hij niet veel kwaad." Zoo eindigde het gesprek. (Wellalone dacht; „Waarschijnlijk was het ook niet de schuld van Smith, dat die meis jes zoo blij waren, hem weer eens te zien.") Hoe verbaasd zou Sir Ralph geweest zijn, als hij gemerkt had, dat iemand, behoorende tot zijn familie, ook al begonnen was, om

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5