HIJ OF ZIJ?
De 60.000ste K.L.M. passagier sinds 1 Januari 1934.
Op Schiphol is Maandagmiddag de 60 000ste passagier sinds 1 Januari van
dit jaar gepasseerd De 60,000ste, Erni Gebhard, 14 maanden oud, even voor
het vertrek naar Parijs met haar moeder
Waar een revue gereed gemaakt wordt Een kijkje in de ateliers van de
Bouwmeester-revue te den Haag. waar het schouwspel voor 1935 in elkaar
gezet wordt
De Buitenlandsche Pers te Berlijn hield Zaterdag in het Adlon hotel een feest, dat
door vele prominente figuren der diplomatie werd bijgewoond
De inauguratie van Prof. dr. Willem Mengelberg als hoogleeraar in de muziekwetenschap aan de universiteit te Utrecht heeft Maandag
middag plaats gehad in tegenwoordigheid van vele autoriteiten
Ondanks het koude weer maakte H. M. de Koningin Maandag
middag een rijtoer in de omgeving van Scheveningen in een
open rijtuig
Prins Paul van Jugo Slavië heeft tijdens zijn
bezoek aan Parijs op het Quai d'Orsay
een belangrijk onderhoud gehad met Laval
In den Amsterdamschen Stadsschouwburg vond Maandagavond de Helberg-
herdenking plaats. - De heer en mevrouw de Vlugt bezichtigen oe tentoon
stelling in de foyer
FEUILLETON
door-
BERTA RUCK.
18)
Intusschen begon hij te voelen, alsof hij al
jarenlang chauffeur was op Wellalone Court,
en dat Guelda Rhos dateerde van voor den in
val van de Romeinen.
Sir Ralph voegde weer een hoofdstuk bij
zijn boek en als hij voor een oogenblïk aan
Lady Day dacht, dan was het alleen, om zich
zelf geluk te wenschen met zijn plan, om Smith
zijn plaats te laten innemen, zoowel wat de
auto als wat de boot betrof.
Hij nam, meende hij, zoodoende de beleefd
heid in acht en behoefde niets van zijn kost
baren tijd aan Laetitia te geven.
Ja, het was een uitstekend plan!
HOOFDSTUK X.
Een flirt.
Laetitia Day had ook een plan gemaakt. Ze
had zich voorgenomen, om wat te flirten met
Ralph's knappen chauffeur.
Vier menschen hadden aanleiding gegeven
tot dat besluit.
Laetitia zelf stond bovenaan, dan was er
nog haar kamenier, een tante van haar en
haar neef Sir Ralph Wellalone.
Laetitia's karakter hebben wij al voldoende
besproken. Het aandeel, dat haar kamenier
aan de zaak had, bestond in een enkele op
merking, die zij gemaakt had, terwijl zij een
licht blauwe ninon japon van Laetitia in de
kast hing: ,,Als ik u was, milady, dan zou ik
die prachtige japon hier niet weer aandoen.
Ze bederft geheel in die brandende zon; en
daarbij is er hier geen sterveling, die opmerkt,
wat u aanheeft."
Het was maar een kleine speldenprik ge
weest; maar niet de eenige, er waren er meer
gevolgd.
Dien morgen had de post haar drie brieven
gebracht. Twee waren van haar kleine jon
gens. Die van Here ward begon als gewoonlijk:
„Lieve Moeder,
De jam is op, kunnen we nog niet wat krij
gen. Als het niet kan, hoeft het niet. Gaan we
met de vacantie naar oom Ralf? Ik wou, dat
ik daar altijd woonde
De onderteekening had hij geheel vergeten.
Zijn broertje (de stoutste rekel, die er op de
wereld bestond) had zijn brief meer den keu
rig geschreven, als verwijt tegen hen, die hem
zijn kwaden naam gegeven hadden:
„wil u ons nog wat fruit sturen, als je blieft,
ik heb dertien slechte aanteekeningem. ik
hoop dat u niet schrikken zal. ik heb nu 250
prentbriefkaarten, een jongen op mijn slaap
zaal heeft 600. we hebben zaterdag een tocht
gemaakt, toe stuurt u mij 420. een zoen
van uw zoon henry jasper Day.
nog maar 10 weken.
Deze twee brieven hadden haar hart goed
gedaan. De derde echter niet. Die kwam van
een tante, die altijd over alles gescandaliseerd
was; vooral was dit het geval, waar het haar
nicht Lady Day betrof. Telkens liep deze een
vermaning van haar op. De brief luidde:
Lieve Laetitia.
Wel bedankt voor het kistje met bloemen
en de mand met groenten en perziken enz.,
die zooeven zijn aangekomen. Ik ben toch zoo
blij, dat je daar rustig in Surrey zit. Die kalme
omgeving is zooveel beter geschikt voor je leef
tijd en je tegenwoordige omstandigheden dan
het frivole bestaan, dat je den laatsten tijd in
Londen leidde."
Laetitia voelde, dat zij knorrig werd. Ze
miste het vroolijke leven in Londen heel erg,
en had het alleen opgegeven terwille van de
kinderen.
De brief vervolgde:
„De ergerlijkste verhalen zijn mij van je ter
oore gekomen. Vergeet toch niet, dat je twee
groote jongens hebt. Wat is er voor aardigheid
in, om te doen, of je nog achttien was en de
kleine meisjes na te apen. Je maakt je er be
lachelijk mee. Je man heeft je erg bedorven,
maar dat alles is nu voorbij.
Die dingen trekken een degelijk man stellig
nooit aan. Ja mag heusch wel een beetje
anders worden en alleen voor je kinderen gaan
leven. Die behooren toch alles voor je te zijn,
totdat zij volwassen zijn en'je zorg niet langer
behoeven. Gedraag je toch naar je leeftijd.
Die les moeten we allen" leeren.
Met hartelijke groeten
je liefhebbende tante,
L. Handcock.
Die welgemeende waarschuwing maakte
Lady Day meer dan woedend. Zij lachte
schamper en frommelde denbrief in elkaar.
Toen streek ze hem echter weer glad en al
vorens hem in duizend stukjes te scheuren en
in de prullenmand te gooien, las ze hem nog
eens door. Booze uitroepen gingen met dat
tweede lezen gepaard.
„Dat alles is nu voorbij! Waarom voorbij?
Verbeeldt ze zich, dat er niemand anders is, die
me erg bederven wil? Maak ik mij belachelijk?
En de kleine meisjes naapen! Hoe durft ze het
te zeggen. Hoe durft ze te zeggen, dat ik alleen
voor mijn kinderen moet gaan leven! Die
schatten! Als ze ouder waren, zouden ze het
zeker opnemen voor hun moeder! Ze slikte
haar tranen weg. Hoe kan iemand toch rulke
akelige dingen zeggen. Ik wou, dat ik iemand
den brief kon laten lezen! Wacht, ik zal hem
Ralph laten lezen en hooren, wat die er van
zegt
De niets kwaads vermoedende Ralph Wella
lone zou nu de vierde aanleiding worden tot
het flirten van Laetitia.
Laetitia nog vuurrood van kwaadheid liep
naar de telefoon en belde Wellalone Court op.
Haar teleurstelling was groot, toen Simpson
met de grootste beleefdheid antwoordde:
„Sir Ralph, milady? Sir Ralph is niet thuis
op het oogenblik. Ik denk, dat. hij is gaan
rijden. Direct na de lunch lieeft hij zijn paard
voor laten brengen. Ik meen, dat Sir Ralph
eerst tegen het diner terugkomt, milady."
Dus kon zij Ralph ook weer niet te spreken
krijgen, en ze had zoo op hem gerekend. Dat
hij het zoo druk had met zijn boek en geen
minuut kon missen, was dus maar een uit
vlucht geweest, want nu was hij er voor ver
scheidene uren op uitgegaan. Hij was echter
niet bij haar aangereden, had niet eens even
getelefoneerd, of hij ook iets voor haar doen
kon! Net nu ze hem noodig had, nu ze behoefte
had aan zijn medegevoel, had hij haar in den
steek gelaten. En ze had hier in dit akelige af
gelegen oord niemand anders, aan wien ze
haar leed kon uitstorten. Overal elders zou ze
hebben kunnen rekenen op een gansche schaar
van bewonderaars, gereed, om haar gerust te
stellen, te troosten, te steunen en op te vroo-
lijken; maar hier had ze, als ze zich ter neer
geslagen en van streek voelde, alleen maar
Ralph, tot wien ze zich kon wenden. En wat
deed Ralph? Die ging er stilletjes van dooi
en liet haar aan haar lot over!
„O!" zuchtte Tut.
„Milady," vroeg daarop Simpson, „kan ik
ook misschien een boodschap voor u overbren
gen?"
„Ja." (Ze had opeens bedacht, wat ze zeggen
zou.) „Ik wilde alleen maar vragen, of Sir
Ralph het schikken kon, dat zijn chauffeur
Die was in allen gevalle een gentleman en
aantrekkelijk om te zien, en hij vond je ook
nog niet zoo akelig „oud!" Het was een intel
ligente jongen, met wien je ten minste praten
kon.
Dit alles schoot milady door het hoofd, ter
wijl ze voortging:
dat zijn chauffeur vanmiddag wat vroe
ger met de schuit bij mij komt. Denk je, dat
dat gaan zou, Simpson?"
„Zeker, milady; natuurlijk kan de jongen
net zoo vroeg komen, als u wil. Hij heeft toch
niets te doen, en ik weet, dat Sir Ralph blij is,
als hij u den jongen kan sturen, wanneer u
hem ook maar noodig kan hebben. Zal ik
zeggen, dat hij dadelijk naar u toe moet gaan,
milady? Zeker, milady, ik zal er voor zorgen.
Vijf minuten later klonk de stem van
Simpson, den grappenmaker: „Smith, me jon
gen, je moet er op uit! Ben je weer aan de
schrijverij? Is het weer aan je meisje in Lon
den? Je zult het toch even moeten staken,
want je moet direct met de schuit naar milady
toe. Vergeet niet je linkerschouder wat af te
borstelen. Ja, ja, nu is het nooit anders dan
Stuur Smith. Toen ik zoo'n knappe jongen was,
zooals jij nu, toen was abet eiken dag weer aan
Stuur Simpson vanmiddag met de schuit, om
de jonge dames af te halen! Niet waar, Sally?"
en hij keek zijn vrouw eens lachend aan. „Ik
wou, dat ik voor eiken middag een bankbiljet
van vijf pond had! Nu kunnen ze mij er niet
meer voor gebruiken en valt het werkje jou
te beurt. Maak maar gauw, dat je weg komt!"
Smith was er al met de schuit, voor Laetitia
hem nog verwacht had. Het was toch een aar
dige jongen! Je kon echt van hem opaan!
Laetitia voelde zich al weer wat opgewek
ter. Vlug zette ze haar hoed op voor den spie
gel op haar slaapkamer. Daarop keek ze door
het open raam naar den jongen man, die daar
op den oever bij het meer stond. Hij keek In
de richting van het huis, maar alleen naar de
onderste verdieping, die bijna geheel bedekt
was door een schat van klimrozen. Ja, hij was
wel een aantrekkelijke verschijning, dat is
zeker. Het kijken naar hem kalmeerde haar
reeds.
(Wordt vervolgd.)"'