VOOR DE VROUW
Brieven van de Hei.
KEUKENGEHEIMEN.
VRIJDAG 7 DECEMBER 1934
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
Hier volgen weer de beschrijvingen
eenige alleraardigste jurkjes.
Nr. 519: eenvoudig japonnetje van donkere
wollen stof. Het wordt van voren geheel ge
knoopt; het kraagje is van wit piqué en de
mouwen zijn in raglanmodel geknipt. Benoo-
digd materiaal: 3 meter stof van 130 c.m.
breedte en 25 centimeter wit piqué.
Nr. 520: japon van wollen tweed. Sportief
slank kleedend model. Kraagje van wit piqué.
Benoodigd materiaal: 3 meter van 130 centi
meter breedte en 40 c.m. wit piqué.
Nr. 521: elegante middagjapon van zwart
satijn. De voorkant is in bolerovorm geknipt
en valt klokkend over een vestje van crème
kleurig kant. Benoodigd materiaal 4 meter
satijn en 50 centimeter kant.
Nr. 522: elegante japon voor zwaardere fi
guren van zwarte of donkerblauwe zijde. De
shawlkraag is van wit of crèmekleurig satijn.
De overslag maakt, dat het patroon zeer slank
doet lijken. Benoodigd materiaal: 4 meter sa
tijn en 26 c.m. satijn voor garneering.
Deze patronen zijn in alle maten tegen de
prijs van 50 ets. per stuk te verkrijgen bij de
„Afdeeling Knippatronen" van de Uitgevers
maatschappij: „De Mijlpaal", postbox 175 te
Amsterdam.
Toezending zal geschieden na ontvangst van
het bedrag, dat kan worden voldaan per post
wissel in postzegels of wel per postgiro 41632.
Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij
bestelling van een der patronen niet alleen
het verlangde nummer; maar tevens de ge-
wenschte maat, d.w.z. boven-, taille-, heup
wijdte, enz. op te geven.
Gelieve verder naam en adres duidelijk te
vermelden; men voorkomt daardoor onnoodige
vertraging in de opsturing.
Asturisclie soep (6 personen)1 savoyè
kool, 1 ons hem (in dobbelsteentjes gesneden),
1/2 pond krabbetjes (stukjes varkensvleesch,
die overblijven bij het snijden van ribstuk), 2
ons rookworst, 4 L. water, wat zout.
Maak de kool schoon, hak ze fijn, laat ze in
ruim kokend water met wat zout 15 minuten,
koken, laat ze op een vergiet uitlekken.
Laat de gewasschen krabbetjes in 4 L. water
koken, voeg na een half uur de uitgelekte kool
de gewasschen rookworst en de blokjes ham
toe. Laat alles samen zachtjes doorkoken tot
de kool en de krabbetjes gaar zijn. Maak de
soep op smaak af met wat zout en bind de
soep desverkiezende met enkele lepels aan
gemengde bloem. Dien het vleesch, in stuk
ken gesneden, afzonderlijk op een schotel op
bij de in de terrine overgegoten soep.
Gestoofd konijn (4 personen)1 konijn,
peper, zout. sap van 1 citroen, 1 ons boter,
60 gr. tarwebloem, 1 ui, 1 klein blikje tomaten
puree, 6 d.L. water.
Verdeel het konijn in stukken, nl. de vier
pooten, de kop. de rug in vier deelen gesne
den, Wasch de stukken, wrijf ze in met- zout,
peper en wat citroensap en wentel ze in wat
bloem. Bak ze in de heete boter aan alle kan
ten bruin en breng ze over in een stoofpan.
Fruit in de boter de fijngesnipperde ui en de
bloem lichtbruin, voeg de tomatenpuree toe
en daarna onder voortdurend roeren, het wa
ter. Giet de saus door een zeef bij het vleesch
in de stoofpan, sluit de pan en laat alles een
uur zachtjes stoven. Presenteer er gekookte
aardappelen en appelmoes of gestoofde ge
droogde vruchten bij.
Apple-pie (Engelsche appelpastei): 1 ons
bloem. 1/2 ons boter, 15 gr. suiker, wat zout;
1 1/2 pond zure appelen, 1 ons suiker, 1 theele
pel kaneel, 1/2 theelepel gemberpoeder, 1/4
theelepel gemalen kruidnagelen.
Hak de boter in de bloem zeer fijn, voeg de
suiker en wat zout toe en roerende, zooveel
koud water, tot een samenhangende massa
verkregen is. Kneed deze tot een gelijkma-
tigen bal en rol hem op een met bloem be
strooide' aanrecht uit tot een ronde lap van
1 c.M. dikte. Laat het deeg op een koele plaats
rusten. Schil en snipper de appelen, roer de
suiker en de kruiden erdoor en vul hiermee
een vuurvast schoteltje. Bevochtig den rand
van de schotel met water, leg de lap deeg er
over en snijd hem gelijk met de rand, plak
het leeg aan den rand vast. Maak van het
overgebleven deeg figuurtjes of tralies en
plak deze met wat water op het deksel. Be
strijk den bovenkant van het schoteltje met
geklopt ei en zet het 30 a 40 minuten in een
warme oven, om gaar en lichtbruin te bak
ken.
KLEINE WENKEN.
Hier volgt een raad voor al tc bezorgde
moeders! Neem niet iedere kibbelpartij van
uw meisjes ernstig. Loop niet naar de onder
wijzer omdat een ander kind dit of dat tegen
uw dochtertje gezegd heeft. Dat maakt, dat
uw kind buiten de klassegemeenschap komt
te staan, want de andere kinderen durven
niets meer tegen haar te zeggen, omdat „ze
er dadelijk haar moeder bij haalt!" Voor de
zelfstandigheid van uw kind is het veel beter,
dat ze het zelf klaar speelt met dergelijke
dingen.
Hoewel we over het algemeen weten, welke
nieuwe dingen de mode ons dit jaar gebracht
heeft en de groote modemagazijnen, al weer
lang bezig zijn met de a.s. zomermode, zien we
toch telkens in de etalages weer aardige
nieuwe vondsten, die de moeite van het ver
melden waard zijn.
Hier volgt de beschrijving van een paar bij
zonder aardige jurken.
Nr. 1: japon vqr cen*!e wollen stof. De
kleine shawlkraar afgezet met een smal
randje plisseée. N...uw is de mouw, die tot op
de elleboog zeer wijd valt om in een nauwe
ondermouw te eindigen.
Nr. 2: aparte blouse van klein geruite wol
len stof met origineele halsafwerking.
Nr. 3: middagjurk van gewerkte tweed. De
zeer nauwe rok krijgt door een ingezet plis-
kind? Een andere vraag: zijn wij van die eer
lijke critiek gediend en hoe hebben wij in
verband met de opvoeding op die critiek te
reageeren?
We moeten allereerst beginnen met te be
kennen, dat we over het algemeen niet erg
van critiek gediend zijn. We zijn wel zoo
„verstandig" om niet boos te willen worden
over welwillende, goed-bedoelde critiek, maar
voor ons gevoel heeft het toch altijd iets min
der aangenaams. We veronderstellen dat bij
anderen ook en uit menschlievehdheid criti-
seeren we dus maar zoo min mogelijk. Dikwijls
komt onze critiek alleen maar los als we
kwaad en verontwaardigd zijn. Zoo in den
dagelijkschen, gezelligen omgang onthouden
we ons er van.
En nu doet het zoo typisch en dikwijls zoo
komisch aan, dat kinderen hun critiek wel
oefenen in het dagelij ksch leven, dat ze op- en
aanmerkingen maken die een volwassene uit
beleefdheid nooit maken zou.
Nu zijn dikwijls wat wij als aanmerkingen
voelen door de kinderen als louter opmer
kingen bedoeld.
„Moeder, die juffrouw heeft een wrat op
haar gezicht", zegt het kind argeloos terwijl
het de juffrouw kalm bekijkt. Moeder schrikt
en de juffrouw bloost. Toch heeft het kind die
wrat alleen maar opgemerkt; het zal nu wil
len weten hoe die er komt, of het pijn doet,
enz. Van leelijk of gek vinden is geen sprake.
Maar moeder en de bedoelde juffrouw vinden
wratten leelijk; moeder zal er niet over spre
ken om de juffrouw te sparen en de juffrouw
zwijgt er over omdat ze niet graag de aan
dacht vestigt op haar uiterlijke tekortko
mingen.
Het is heel moeilijk kinderen dezen vorm
van critiek die eigenlijk geen critiek is, af te
leeren. Ze zullen niet inzien waarom dit nu
niét mag. Als iemand een verbandje om zijn
vinger heeft mag je daar wel over praten en
vragen. En waarom dan niet over andere
dingen die je aan iemand opmerkt? We stui
ten op allerlei moeilijkheden als we het kind
dat duidelijk willen maken. We willen het
immers zoo graag vertellen van de goede
eigenschappen die een volwassene behoort te
hebben. En nu zullen we dan moeten spreken
over ij delheid of nog erger in het algemeen
over kleinzieligheid.
Veel makkelijker is het natuurlijk het kind
op het ongepaste van zijn critiek te wijzen
als men aantoonen kan dat zijn op- en aan
merkingen den ander kunnen kwetsen. Met
een „zou je zelf dat nou leuk vinden", bereik
je dikwijls al heel wat. Een gevoelig kind weet
in dat opzicht al heel gauw wat het wel en wat
het niet moet zeggen.
Blijft: de critiek die niet als critiek bedoeld
is en die moeder toch dikwijls zoo in ver
legenheid kan brengen. Opmerkingen over
uiterlijk en kleeding, over spraak en gedrag.
„Wat eet Jij yeel'/, constateert tet kind te»
séédeel van effen wollen stof de noodige wijd
te. De ceintuur is zeer breed en van donker
wildleer, terwijl de eveneens zeer groote gala-
lithknoopen in dezelfde tint zijn gekozen.
Nr. 4: practisch huisjaponnetje van tricot;
kraag, zak, manchetjes en ceintuur zijn van
wit piqué.
No. 5: elegante blouse van zwart fluweel. De
wijd vallende geplisseerde ondermouwen en
het opstaande kraagje zijn van witte crêpe
satin. De wikkelrok bestaat uit hetzelfde ma
teriaal; het geheel vormt een mooi middag-
costuum.
Nr. 6: aardige kantoor japon. Blouse is van
klein genopte wollen stof; de breede eenzijdige
revèr is afgezet met plissée en kan dicht ge
knoopt worden. De rok is van wollen stof in
een lichte kleur.
gen moeders gast of: „wat heb je je lippen
rood gemaakt". Onbehoorlijk om dat te zeg
gen, mag je je niet met den ander bemoeien?
Maar mag je dan niets meer zeggen? Natuur
lijk wel. Maar wat dan wel en wat niet?
We moeten het woord kleinzielig bezigen om
het de kinderen eenigszins duidelijk te maken.
Misschien ook bezigen we het woord niet,
maar we denken het er toch bij. Zou het dan
niet beter zijn de rollen om te keeren en zou
den we niet erkennen dat we in dit opzicht
nog wel iets van het kind kunnen leeren?
Waarom moet een kind zich eigenlijk leeren
voegen naar den bekrompen mensch? Als
iemand veel eten wil laat hem zijn gang
gaan, maar laat hij het dan ook durven er
kennen; maakt een vrouw haar lippen rood,
goed, maar laat ze het dan ook gewoon vin
den er over te praten.
Een onbekrompen mensch zal de kinder
lijke opmerkingen, voortkomende uit belang
stelling en ontdekkings-zin, niet euvel duiden
BEP OTTEN
DWEIL-WEDSTRIJD.
Een origineele wedstrijd is uitgeschreven!
een dweil-wedstrijd die nadere toelichting
behoeft. Want geen emmers, bezems en pot
ten groene zeep komen hier aan te pas. De
Amsterdamsche Weefinrichting schrijft een
wedstrijd uit waaraan jong en oud kan deel
nemen, en welkom is om deel te nemen.
Maar laat ik u eerst een korte Inleiding ge
ven over deze inrichting, die stellig ons aller
sympathie behoeft. Reeds eenigen tijd gele
den heeft in Haarlem's Dagblad een uitvoeri
ger artikel gestaan over de Amsterdamsche
Weefinrichting, waar tientallen jongemeisjes
en vrouwen geestelijk onvolwaardig, worden
bezig gehouden met handenarbeid, en meer
speciaal met weven.
Wat een vreugde geeft het, deze stakkerds
hier aan de weefgetouwen samen te zien; nu
niet als stakkerds, maar als menschen die
toch ook nuttig zijn. Die nu óok eigen werk,
een eigen taak hebben elke dag, en zelfs een
kleinigheid verdienen, net als hun broers en
zusters, en daarmee thuis in de financieele
zorgen kunnen steunen. Zij leeren nu ook de
vreugde kennen van werk te hebben en dit
werk naar behooren te volbrengen.
Een „specialiteit" van deze meisjes is het
weven van dweilen, die geschikt zijn om als
handwerkmateriaal te dienen. De Amster
damsche Weefinrichting heeft nu een prijs
vraag uitgeschreven om een handwerk te ma
ken van dergelijke dweilen. Hoe meer deel
neemsters, hoe meer kans er bestaat de
weefstertjes de eerstvolgende maanden aan
werk te helpen!
De dweilen hebben een afmeting van 50 bij
50 c.M., maar men kan bij de bestelling op
geven dat de ketting, die de dweilen onder
ling verbindt, niet wordt doorgeknipt, zoodat
deze dweilen zich dan uitstekend leenen voor
't maken van buffetloopers, schoorsteenklee-
den, ja zelfs gordijnen, tafelkleeden, etc. De
prijs per stuk is op 45 cent gesteld, men kan
de dweilen af halen bij de Amsterd. Weefin
richting, Prinsengracht 717, Amsterdam, of ze
kunnen franco worden toegezonden, verhoogd
mt portokosten. Het gironummer is 181764.
De inzending sluit 1 Februari 1935. Alle
werkstukken moeten aan bovengenoemd
adres worden ingezonden onder motto, doch
ook met adres in gesloten enveloppe, en
postzegel voor terugzending van het werk.
De jury bestaat uit mevr. ZensveltBron-
ger, mej. Elis. M. Rogge en den heer Paul
Bromberg. Als prijzen werden uitgeloofd:
een gratis abonnement op het tijdschrift „De
Vrouw en haar Huis", een handgeweven ta
pijtje, en een theemuts. Bovendien wordt
er nog een tentoonstelling gehouden van alle
i ingezonden werkstukken.
Ik heb reeds twee dweilen ge
kocht. Een held in 't ontwerpen ben ik niet,
maar wat een heerlijk materiaal is dit om te
verwerken. Wat een alleraardigste Kerstca-
deaux kan men er van maken!
Mag ik u allen veel succes toewenschen,
want u doet toch zeker mee?
H. y, d. s.
DONKER WEER.
Het typische van de Decembermaand
De laatste zes weken van het jaar wat
kenmerken zij zich door een zeer geringe hoe
veelheid licht! En erger wordt dat nog, wan
neer, zooals de laatste weken het geval was,
de zon ons dag in dag uit in den steek laat, en
geen oogenblik kans ziet om door het dichte
wolkendek heen te dringen.
De meeste van ons staan in het donker op.
en wanneer het u gaat zooals mij, heeft u
geen lust om zoo vroeg al licht aan te doen,
omdat het heelemaal de gewaarwording
geeft als of het nog volop nacht is.
Dus doen we alles in schemerdonker, en
zien eigenlijk pas goed daglicht wanneer het
half negen is geweest.
Wanneer het dan twee uur na den middag
is begint het licht al weer af te nemen, en is
het voor heel wat werkjes in onze huiskamers
al te donker.
Deze geringe hoeveelheid licht mist op som
mige menscehn zijn sombere uitwerking niet,
zij voelen zich lamgeslagen, en hebben de
grootste moeite zich er zoo tegen in te zetten,
dat zij het voor hun omgeving niet al te
veel laten merken. Anderen echter worden
door mooi of leelijk, zonnig of somber weer
niet in het minst beïnvloed, zij kunnen u
nauwelijks vertellen, zonder naar buiten te
kijken, hoe het weer vandaag is, en of het
gisteren regende of niet weten zij in de verste
verte niet meer.
Meestal zijn dat menschen die het druk
hebben, en die zoo in hun werk verdiept zijn,
dat zij voor het weer zeker geen oog hébben,
daarom is het gelukkig wanneer zij, wier ge
moed wel wordt beïnvloed door het weer
weinig tijd hebben om er aan te denken en
zich af te vragen of het mooi of leelijk weer
is
Toch heeft dat getemperde licht in deze
weken een aparte bekoring, want ten eerste
zouden wij ons een Sinterklaasviering, een
Kerstfeest en een Oudejaarsdag onmogelijk
bij helle zonneschijn en lang daglicht kunnen
voorstellen. Denk u dat eens in, winkelen in
December met helder licht, surprises en ge
heimzinnigheden voorbereiden met licht als
op een zomerdag, wat zou er veel van de ty
pische bekoring van de Decemermaand ver
loren gaan.
Wanneer dan in den middag het licht vroeg
moet worden ontstoken, sluiten wij het
laatste restje van den somberen dag buiten,
en bemoeien ons niet meer met wat het
weer daarbuiten wenscht uit te voeren. Koud
is het bij regen of wind in dit jaargetijde
meestal niet, zoodat dit de gezelligheid van
onze huiskamer ook niet zal belagen. Wij
moeten ons dan instellen op werkjes in huis,
op spelletjes die gedaan kunnen worden, op
allerlei waarbij het slechte weer ons niet in
den weg zit, en waarbij wij het zelfs met
het grootste gemak kunnen vergeten.
En dan zijn deze laatste zes weken met
een minimum aan licht toch nog een tijd van
vreugde en vroolijkheid.
E. E. J.—P.
HOEDEN.
Op het gebied van hoeden volgen de nieuw
tjes elkaar dezen winter wel met buitengewo
nen spoed op. Het eerst kregen we de groote,
platte hoeden met breeden rand, die al om
trent eind Augustus en begin September ver
schenen, daarna volgden de modellen met
grooten geplooiden en gedrapeerden bol, en
veelal versierd met een enkelen veer, waar
door ze de allure van een Tyroolsch jagers
hoedje kregen. Op het oogenblik is alweer een
derde model bezig burgerrecht te verkrijgen,
namelijk randlooze toques, die vrijwel recht
toe, recht aan, naar boven gaan, en die in
een aantal zeer verschillende hoogten gelan
ceerd worden.
De teekening toont een model van de Fran-
sche hoedenontwerpster Rose Descat; het ls
versierd met drie strikjes en heel laag: het
soort van model, dat de Engelschen „pill-
boxhat" of wel „pillendooshoed" noemen, en
dat ook één van de geliefde modellen van
Prinses Marina van Griekenland is, die, zoo
als men weet, zoowat de belangrijkste mode-
aangeefster van dezen winter is.
Maar ditzelfde soort van modellen wordt
ook gebracht in een veel hooger uitvoering,
een soort van beren- of kozakkenmuts, die
dan ook meestal van bont gemaakt is, bij
voorkeur van astrakan. De inspiratrices van
deze modellen waren de twee filmsterren
Mariene Dietrich en Greta Garbo, die beiden
zoo'n soort van muts droegen in de films
„Catharina van Rusland" en „Koningin
Christina". Uit den aard van de zaak zijn ze
veel excentrieker dan de lage modellen, en
het feit, dat ze nu al tegen zeer lage prijzen
en in allerlei soorten va.n namaakbont te koop
worden aangeboden, duidt erop, dat hen wel
geen lang bestaan beschoren zal zijn, en dat
ze vermoedelijk wel weer even snel zullen ver
dwijnen als ze verschenen zijn. Wie aan de
mode voor toques mee wil doen, schaffe zich
liever een minder buitenissig en eenvoudiger
model aan: we zijn nu eenmaal niet allemaal
Greta Garbo's en Mariene Dietrich's en het
leven van allen dag is evenmin een historische
film.
W. T.
Onze thee en koffie. Het is dit jaar, 1934.
264 jaar geleden dat de koffie in Europa be
kend werd; eerst 13 jaar later leerde men hier
de thee kennen*
„Ongeveer drie K.M. buiten de stad ga je
op den driesprong links af" begonnen Hein's
brieven, als iemand vroeg hoe de bewoners
van het „Hei-huis" te bereiken waren. Dan
bleef de vulpen op het velletje papier steken
en keek het hoofd-van-het-huisgezin pein
zend naar Nel, waarna een discussie volgde
hoe je nu verder het beste den weg langs het
karrespoor kon uitduiden.
Nel wou altijd vervolgen met de volgens
Hein ellenlange zin „eerst links kijken naar
het nieuw gebouwde landhuis met de breede
borders met Zinnia's, dan 1.7 K.M. verder (op
den Kilometerteller nauwkeurig berekende af
stand) rechts kijken naar het „alpenweidje"
en dan bij het bordje halte-autobus links-af
het boschweggeje in". Daarna het slot van het
relaas, door de beide Hei-huisbewoners goed
gekeurd: „Rechtuit over den onbewaakten
overweg, langs „Berk-en-Eik" langs een veldje
knollen-voor-de-koeien, langs de boerderij
van Theunis recht door de hei op, en bij een
dennenboschje het groene tuinhekje in".
In elk geval lag het Hei-huis 5,9 K.M. buiten
de stad, inderdaad aan een karrespoor, op de
hei en tussehen de dennenbosschen in. Groot
was het niet. maar de beide vroolijke jonge-
menschenkinderen die er sedert een dag of
tien in woonden, waren er bizonder tevreden
over, spraken met een rechtmatige trots
over „ons huis", en schreven opgewonden
brieven en uitnoodigingen om te komen be
wonderen. Gelukkig dat de helft van de vrien
den te ver weg wonenwant Nel's huis
houdgeld is niet toereikend om dagelijks vier
of vijf gasten te hebben. Weliswaar zijn deze
Hei-menschen optimist, en vertellen zij met
trots over twee logeerkamers, 5 extra bed
den en alles-bij-elkaar 12 dekens. En als je
Nel's verhalen wilde gelooven over „ik koop
een reuze groote ham, zoomaar op een boer
derij ergens en ik bak zelf brood en zoo, en
eieren kosten haast niets denk ik, want de
kippen loopen zoo maar buiten, en groenten
en aardappelen gaan we zelf verbouwen", dan
zouden er misschien minder bezwaren naar
voren komen.
Nu ligt het Heihuis inderdaad in een groo
ten tuin. als je het zoo noemen wilt. Alleen
bestaat het geheele tuinoppervlak (meer dan
1/4 H.A.) uit zand-met-hei. Behalve bij het
terras, waar een klein grasveld Hein's po
gingen om het met een geleende grasmachine
te bewerken, probeert te overleven. Tot nu toe
lukt dit vrijwel. Hein beweert dat dit komt
omdat de sprieten te ver uit elkaar gezaaid
zijn, Nel zegt dat het een voorbeschikking van
Moeder Natuur is, omdat Hein nu na een en
kele poging, die tot resultaat had dat er twee
kale streepen door „het gazon" loopen, de1
grasmachine den ettelijke K.M. langen weg
heeft teruggebracht.
Her Heihuis is nu bijna tien dagen weer be
woond .Op een zonnigen middag reed er een
ongeveer 8 jaar oud voertuig voor, door Hein
„Mijn oude Renaultje" en door Nel „Onze wa
gen'5 genoemd. In het dagelijksch gebruik
spraken beiden over „Rex", nadat zij gelezen
hadden hoe het Italiaansche passagiersschip
„Rex" de Blue ribbon had gewonnen door in
record-tijd den Oceaan naar Amerika over te
Wanneer Rex niet dadelijk wou aanslaan,
als Nel met man en macht op den startknop
beukte heette hij „Lieve Rexie. och-toe-doe-
het-maar", wanneer het slot was dat Rex
door een voorbijgaanden slagersjongen moest
worden opgeslingerd heette hij „Lam ding".
Rex je was dezen dag echter uitermate
vroolijk, huppelde met een kant in het karre
spoor, en liet zijn andere zijde door het eiken
hakhout stofvrij maken. Hein zat den koning
te rijk aan het stuur en Nel, op haar schoot
een massa bloemen uit moeders tuin, met
zes zeer breekbare koffiekopjes en een pot
Begonia's, keek angstig achterom, daar Rex
achterin volgepropt was met koffers, hoeden-
doozen, pakjes thee, eieren, een meloen, twee
flesschen spuitwater, een paraplubak, een
electrisch strijkijzer en een aantal etsen en
schilderijtjes.
Met een korte snik stopte Rex, en twee ge
lukkige menschen stonden op den „Hei-huis"-
stoep, Hein haalde de huissleutel te voor
schijn en Rex bleef het eerste half uur ver
laten en vergeten buiten staan. Den volgen
den morgen was er nieuwe sensatie. Vooral
voor Nel, die zich van nu af aan met den
eeretitel „Huisvrouw" liet aanspreken. Er
kwamen leveranciers!
De groente-boer leverde geen moeilijkheden
op. Er was er maar één in het naburige dorp
en hij kwam tweemaal per week.
Melk en eieren kwamen van Theunis' boer
derij, en eiken Vrijdag kwam de petroleum-
man, daar Nel pogingen zou aanwenden op
een petroleum-vergasser te koken. (Hetgeen
thans blijkt wonderwel te lukken! Ook volgens
Hein!)
De slager had het gemakkelijk. Nel's kook
boek was in de verhuisdrukte voorloopig zoek
geraakt, en biefstuk bakken was het parool
voor de eerste drie dagen.
Zou moeder de eerste brieven naar huis be
waard hebben, die begonnen met: „Koken is
niet moeilijk. We hebben gewoon enorme
diners, biefstuk, met aardappelen (lekker
kruimig, en heelemaal geen pao, of te hard!)
en groente is niks aan. We hebben een prach-
tigen blikopener en je doet het zoo maar in
een pannetje, het wordt van zelf gaar".
Moeilijker was het na het terugvinden van
het kookboek, toen Nel zich herinnerde hoe
fijn het was om reuze lekkere soep te eten, en
dan den volgenden dag jachtschotel. Waarom
weten slagers niet dadelijk uit het hoofd hoe
zulk vleesch heet. als sedert drie-dagen-zelf-
stardige-huisvrouwtjes moeilijkheden hebben
met officieele namen voor runder- of kalfs
poulet, soepvleesch, schenkel of jachtschotel-
soepvleesch?
H. y. S.