HIJ OF ZIJ?
Nieuwe tollen.
Onderscheidingen.
BEVERWIJK
DE VACATURE AAN SCHOOL I.
Naar wij vernamen hebben zich voor de
vacature van hoofd der Openbare Lagere
School no. 1 ontstaan wegens vertrek van den
heer J. Ehrbecker 57 sollicitanten aange
meld.
COLLECTE.
De in de St. Agathakerk gehouden collecte
ten bate van het St.-Jozefgesticht heeft een
bedrag van f 160 opgeleverd.
VEREENIGING VAN VRIJZ.-HERVORMDEN.
De jaarvergadering van de Vereeniging voor
Vrijzinnig Hervormden zal op Dinsdag 15
Januari in het kerkgebouw aan de Noorder-
parklaan worden gehouden. De agenda ver
meldt o.m. een bestuursverkiezing wegens af
treding van de heeren A. Boekhout, C. de Boei
en C. H. Revelman.
MINDERJARIGE AANGEHOUDEN.
Op telefonisch verzoek van de politie is te
Den Haag aangehouden een minderjarig
meisje, dat de ouderlijke woning in Beverwijk
was ontloopen. Zij is per trein door de Haag-
sche politie naar Beverwijk overgebracht en
ter beschikking van de ouders gesteld.
GYMNASTIEKVEREENIGING S. S. S.
I
Woensdagavond zal in een der lokalen van
Öe jongensschool aan den Galgenweg een le
denvergadering worden gehouden van de
R. K. Gymnastiekvereeniging S(port) S(taalt)
S(pieren). In deze bijeenkomst zullen de le
den moeten beslissen over het al of niet
voortbestaan van de vereeniging. Hoewel het
bestuur alle pogingen in het werk heeft ge
steld om de vereeniging in stand te houden is
het daarin niet mogen slagen. De leden zullen
in de vergadering volledig met den toestand
op de hoogte worden gebracht.
OPENBARE LES.
De leerlingen van den heer Louis Stiens zul
len op op Donderdag 3 Jan. in het Kenneiner
Theater proeven van hun bekwaamheid afleg
gen. Het programma vermeldt een groot aan
tal werkjes voor piano. De Kennemer Orkest
Vereeniging, waarvan de heer Stiens dirigent
is, zal aan deze muziekuitvoering haar mede
werking vevleenen. De K.O.V. brengt o.a. ten
gehoore de ouvertures „Jean de Paris" van
Boieldieu en Orpheus in der Unterwelt" van
Offenbach en Serenade van Widor.
Vervolgens zal de sopraanzangeres, Mevr. N.
Honigv. Ollefen, optreden met de aria uit II
Repastore van Mozart, „De knoppen gaan zwel
len" en „Nu heb ik de Lente weer in mijn huis"
van J. F. Tieric. Tenslotte zal de jeugdige flui
tist Frans Vester, een leerling van Jos. de
Klerk, een andante van Mozart ten gehoore
brengen.
De K.O.V. zal het programma besluiten met
de marschen „Die Lustigen Dorfsrpiede" van
Fucik en „The Liberty Bell" van Sousa.
der opviel, was, dat in dit tooneelspel zoo op-1
vallend vlug gewichtige besluiten* genomen
werden we denken o.a. aan de verloving
van den zoon des huizes Tom met Henny, het
onderwijzeresje en dat De Vries en Henny
na een korte kennismaking met Tom zoo spoe
dig diens karakter wisten te analyseeren. En
buitengewoon onnatuurlijk vonden we de hou
ding van den vader, die zijn zoon van 10 jaar,
welke in zijn kinderlijke onnoozelheid een
gouden vulpen „stal", na 14 jaar nog toevoeg
de, dat hij de oorzaak was, dat de eerbied en
het ontzag voor den familie-naam verdwenen
was, en dat hij de vader zulks nooit zou
vergeten.
Van de tooneelspelers(sters) noemen we in
de eerste plaats den heer Oudendijk, die met
veel talent de rol van Tom. den „verloren"
zoon, vervulde. De heer Oudendijk bewoog
zich met gemak op de planken en had zich
geheel in zijn rol ingeleefd.
De rol van den ouden fabrikant was bij den
heer Kappers in goede handen. Duidelijk liet
hij uitkomen, hoe onverzoenlijk hij tegenover
zijn zoon stond.
De dames Tini en Gré Oudendijk waren de
aardige opgewekte bakvischjes, die ze wezen
moesten. Een vergissing van laatstgenoemde
echter was het, dat ze, terwijl ze er vanwege
de warmte toch zoo naar verlangd had, haar
glas limonade onaangeroerd liet staan.
Mej. Hoogzaad wisselde goed gespeelde ge
deelten met zwakke momenten af. Tot de
laatste rekenen we o.a. haar gesprek in het
laatste bedrijf met haar zoon. waarin haar
groote droefheid niet natuurlijk genoeg was.
Van de kleinere bijrollen noemen we nog de
heer Bouman, als Jacob den knecht, en den
heer Kochx, die zijn kleine, overigens geheel
niets ter zake doende chauffeursrol, op de
juiste komische wijze vervulde.
HEEMSKERK
i
VERGADERING VAN DE N. C. G. O. V.
In het Ned. Herv. Vereenigingsgebouw werd
'een gecombineerde vergadering gehouden van
de N.G.O.V. en de afdeeling N.C.G.J.O.V. „De
Schakel".
Na de opening een behandeling der ingeko
men stukken werd de heer J. v. d. Linde be
noemd als lid der commissie ter voorbereiding
van een bloempjesdag ten bate van eht reclas-
seeringswerk.
De heer H. Kraan uit Haarlem sprak over
„Alcohol-reclame" en heeft daarbij gewezen
op de groote reclame-campagne, welke dooi
den drankhandel in dagbladen en tijdschriften
op suggestieve wijze wordt gevoerd. Spr. be
toogde in verband hiermede, dat ook van de
zijde der drankbestrijding veel meer reclame
voor de beweging moet worden gemaakt. Van
groot belang is, dat in de wijze, waarop die re
clame moet worden gevoerd, ook een vaste lijn
moet zijn te onderkennen.
De heer Kraan spoorde vervolgens zijn ge
hoor aan in een krachtige organisatie een
front te vormen tegen d?n alcohol.
Nadat spr. een aantal vragen had beant
woord werd de vergadering op de gebruikelijke
wijze gesloten.
SANTPOORT
TOONEELUITV OERIN G.
Gisteravond gaf de R.K. Tooneelvereeniging
V.O.O.T.A.G. in de zaal van „Zomerlust" een
opvoering van „Zonsopgang", tooneelspel in 3
bedrijven van Joh. van Eekelen.
In „Zonsopgang" wordt het familie-leven
beschreven van het gezin van een fabrikant.
Laatstgenoemde heeft zijn zoon op jeugdigen
leeftijd naar een kostschool gestuurd, omdat
hij zich aan een vulpenhouder „vergrepen'
had. Na zijn vertrek van de kostschool zwerft
hij eerst wat in de wereld rond en komt dan.
„gewapend" met een uitvinding thuis. Aan
vankelijk lijkt het er veel op, dat hij met deze
uitvinding een concurrent van zijn vader ge
lukkig zal maken, doch later bedenkt hij zich
en brengt de gevonden uitvinding bij de ma
chines van zijn vader aan, waarna de verzoe
ning volgt en voor allen de zon opgaat.
Aan de hand van dit gegeven heeft Joh. van
Eekelen 3 bedrijven weten te vullen. Daarvoor
heeft hij echter meer dan eens lange dialogen
moeten inlasschen, waarvan enkele gerust óf
bekort hadden kunnen worden óf geheel ach
terwege hadden kunnen blijven. Wat ons ver-
(Een wetsontwerp, regelend de
bevoegdheid, om op de groote ver-
keersbruggen tol te heffen, zal
dezer dagen bij de Tweede Kamer
worden ingediend.)
Menschen die met weemoed denken
Aan den „goeie ouwe tijd".
Zijn door bovenstaand berichtje
Ongetwijfeld zeer verblijd.
Want als iets van d' ouden tijd is,
Is dat wel het tolbegrip,
Tol van wandelaar en fietser,
Tol van auto en van schip.
In het laatste tiental jaren
Leken wij op 't goede spoor,
Oude werden opgeheven,
Nieuwe kwamen niet meer voor.
't Geestesoog zag reeds het einde
Aller tollenarigheid.
Hierin leek de toekomst schooner
Dan die goeie ouwe tijd.
Maar toen ging men bruggen bouwen,
Ten behoeve van 't verkeer,
En, in plaats van minder tollen,
Zint men plotseling op meer.
't Is een sombere gedachte
(Ook al mag d i e tolvrij zijn)
Dat de crisis ons terugdringt
Op zoo'n middeleeuwsch terrein.
Naar dit allerdwaast principe,
Gaan wij straks een stap terug:
Wie over de brug wil komen,
Kome eerst over de brug!
gesteld voor den gewonen dienst in ontvang-'
sten en uitgaven op een bedrag van f 262.416,43
nadeelig slot f 224.091.60.
Kapitaaldienst: ontvangsten f 124.555,90,
uitgaven f 262.243.18, batig saldo f 4.555.90.
Daarna werden vastgesteld de begrootingen
van het GE.B. op f 34.740,60 in ontvangsten
en f 33.725.60 in uitgaven en een batig saldo
van f 1015,34 van het Woningbedrijf op
f 18014,37 in ontvangsten en uitgaven en van
het Burgerlijk Armbestuur in ontvangsten en
uitgaven op f 71641,25.
SANTPOORT—A.D.O. (3—3).
Reeds kort na het begin heeft A.D.O, sue-
:es; als v. d. Kolk een bal goed krijgt aange
geven scoort hij onhoudbaar. Hierna komt
Santpoort flink in den aanval; en zij brengt
met twee goede doelpunten den stand op 2—1.
Bij een aanval van A.D.O. werkt Neve on
voldoende weg; Koedijk maakt gelijk.
Na rust wegen de partijen goed tegen el
kander op. Na ongeveer 20 minuten geeft
Gerrits met een hard schot zijn club de
opuieuw de leiding (32). A.D.O. komt nu
meer in den aanval. Bij een aanval belandt
de bal bij Kos; hij snelt naar binnen en
schiet (33). Het laatste gedeelte van den
strijd is A.D.O. veel sterker, doch de voor
hoede benut de geboden kansen niet.
Het einde komt met een gelijken stand.
A.D.O. 2—V.V.Z. 2 1—2
A. D. O. 3—Oranje-Wit 2 3—1
S. V. A. aA.D.O. a (terrein afgekeurd.)
SCHUUR VERBRAND.
Zondagmiddag omstreeks 5 uur ontstond er
brand in de schuur van den heer G. v. d. Wel
aan den Hoogendorperweg.In de schuur bevon
den zich twee vrachtauto's, en een duizend
tal bloembollenbakjes. De eigenaar was met
zijn gezin naar een kinderfeest in het dorp.
De brandspuit was spoedig ter plaatse, maar
kon tegen den feilen brand niet uitrichten.De
naastgelegen woning kon behouden blijven.
Een vonkenregen die door den hevigen wind
werd voortbewogen was een gevaar voor an-
lere perceelen, doch om ongeveer half acht
was men den brand meester. Verzekering dekt
de schade.
RAADSVERGADERING
Zaterdagmorgen vergaderde de gemeente
raad onder voorzitterschap van burgemees
ter W. Vreugde. Afwezig de heer S. v. d. Kolk.
Wethouder Van Duivenvoorde merkte op,
dat sommige punten van de agenda niet vol
doende door den voorzitter worden toege
licht. Sommige dingen worden er met een
„handigheidje" doorgehaald en dat vond spr.
niet de juiste'manier.
Besloten werd van 1 Januari 1936 af voor
MAANDAG 31 DECEMBER '34
WIJK AAN ZEE
EEN GESCHENK VOOR DE NED. HERV.
KERK.
Eenige dorpsgenooten hadden 't initiatief
genomen den hulpprediker den heer W. Aal-
ders uit sympathie een stoffelijk geschenk aan
te bieden. De heer Aalders heeft echter, hoe
zeer ingenomen met dit voornemen, den
wensch te kennen gegeven deze gelden met
goedkeuring van de gevers een andere be
stemming te geven en hiervoor den kerkeraad
een kerkelijk sieraad aan te bieden.
JAARVERGADERING IV. R. B.
De Wijk aan Zeeër Reddingsbrigade heeft
haar 10e jaarvergadering vastgesteld op Dins
dag 15 Januari in café Sonnevanck.
PERSONALIA.
De kerkeraad van de Ned. Herv. kerk heeft
de tijdelijke benoeming van den heer W. Aal
ders, hulpprediker, verlengd tot 1 Juli 1935.
5 jaren van het Rijk te pachten 300 M. Noord
zeestrand tegen f 300 per jaar.
Goedgekeurd werd de door B. en W. gehou
den verpachting van grasgewas op de bermen
der wegen tot een bedrag van f 56.60..
Daarna kwam aan de orde het voorstel van
B. en W. tot het aangaan van een gemeen
schappelijke regeling met de gemeenten Vel-
sen, Beverwijk, Wijk aan Zee en Duin en
Heemskerk betreffende het ontwerpen
vaststellen van een streekplan.
N. langdurige discussies werd voorgesteld
aan de gemeenschappelijke regeling deel te
nemen, onder voorwaarden dat het bouwen
niet wordt bemoeilijkt voordat het streek
plan is vastgesteld. Dit voorstel werd met 46
stemmen verworpen. (Tegen de heeren De
Wilde. N. Henneman, Klaasse, C. Baltus, A. E;
de Wildt en wethouder Henneman).
De wethouder stemde tegen, omdat hij het
gestelde voorbehoud een „paskwil" vond.
Na langdurige besprekingen werd besloten
de salarisklassen als volgt vast te stellen: le
kl. f 1000—f 1400; 2e kl. f 1400—f 1800; 3e kl.
f 1800—f 2200; 4e kl f 2200—f 2600.
Eenige ambtenaren werden in hoogere klas
sen geplaatst teneinde de onderlinge verhou
dingen te verbeteren.
Evenzoo geschiedde ten aanzien van de
werklieden.
De raad bracht de post brandbluschmid-
delen op f 1500.
De subsidies voor de t.b.c. bestrijding wer
den op de bedragen van 1934 gehandhaafd.
De post voor de wegen werd goedgekeurd.
Het subsidie voor de R.-K. Bewaarschool
werd op f 300 uitgetrokken. Voorgesteld was
f 150.—.
De aanvrage van den nieuwen geneesheer.
Dr Wildervanck, om te worden aangesteld als
gemeente-geneesheer werd een jaar aange
houden.
Een voorstel van den heer De iWlde om den
nieuwen dokter met ingang van 1 Juli 1935
aan te stellen als tweeden gemeente-genees
heer tegen een vergoeding van f 300 's jaars
werd aangenomen.
Een bedrag van f 50 werd uitgetrokken ten
behoeve van den tuinbouwcursus.
De memorie-post, welke was uitgetrokken
voor een eventueele pensionneering van de
wethouders werd met 61 stem van de be-
grooting verwijderd.
De gemeentebegrooting werd eindelijk vast
IJMUIDEN
De inbraak bij de
N.V. Van Vliet Co.
Nog geen spoor van den dader.
Naar wij vernemen is totnogtoe geen licht
gekomen in de inbraak ten kantore van de
N.V. Van Vliet en Co. Het onderzoek heeft
echter uitgewezen, dat er niet aan behoefd
te worden getwijfeld of de daders zijn met
den toestand ter plaatse goed op de hoogte
geweest. Zij hebben gereedschappen gebruikt,
afkomstig uit het magazijn van Bureau Wijs
muller, welke gereedschappen lang niet voor
de hand lagen, zoodat de inbrekers van de
aanwezigheid daarvan geweten moeten heb
ben. Voor het opsporen van de daders wordt
gebruik gemaakt van politiehonden, De firma
was tegen inbraak verzekerd.
Veilig is maar
betrekkelijk.
Uit de opengereten brandkast is ook een
portefeuille ontvreemd met f 150 welke ge
heel toevallig daarin was opgeborgen. Deze
was het eigendom van een vletterman, die
met een boto naar Amsterdam moest. Ten
einde niet het gevaar te loopen de portefeuille
bij zijn werkzaamheden onderweg naar Am
sterdam te verliezen, heeft hij ze aan den
directeur der firma Van Vliet en Co. in be
waring gegeven, die de portefeuille „veili<_
in de brandkast opborg. Deze veiligheid was
dus maar betrekkelijk, want thans is de man
zijn geld kwijt.
De omzet in Ben Rijksvisch-
afslag.
De omzet in den Rijksvischafslag in de
maand December 1934 bedroeg f 676.005
waarmede dit jaar een totaal bereikt werd
van f 6.708.965 tegen in 1933: f 5.573.610.
De omzet was dit jaar dus f 1.135.355 meer
dan in 1933.
VERWACHTE VISCHAANVOER.
Thuisstoomende voor de Woensdagmarkt:
Ewald IJm. 48, vangst 500 manden.
Alma IJm. 44, vangst 10 manden schel-
visch, 25 manden braadschelv-isch, 55 manden
gul en leng, 15 manden makreel, 290 man
den koolvisch, 70 manden wijting, 10 manden
witjes, 20 manden hake, 35 manden varia,
totaal 520 manden.
Derika 5 IJm. 418 vangst 700 stuks
kabeljauw, 120 stuks stijve kabeljauw,
manden gul. 5 manden platvisch.
WEDEROM INBRAKEN.
Bij Koninklijk besluit:
is benoemd:
tot Minister van Staat:
mr. P. J. M. Aalberse,
tot grootkruis in de Orde van Oranje-
Nassau
W. L. F. C. ridder van Rappard, te Kopen-"
hagen;
tot commandeur in de Orde van Oranje-
Nassau:
jhr. mr. A. M. Snouck Hurgronje, te 's-Gra-
venhage;
zijn benoemd:
tot ridder in de Orde van den Nederland-
schen Leeuw:
P. E. Teppema, te Buenos-Aires;
J. Burgij, te 's-Gravenhage.
tot officier in de Orde van Oranje-Nassau:
P. A. van Buttingha Wichers, te Teharan;
M. S. Wiersum, te Yokohama;
A. F. E. Mahler, te Bordeaux;
W. F. Browne, te Le Havre;
G. van Duiken, te Malaga;
tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau:
J. W. van Gelderen, te 's-Gravenhage;
G. M. Byvanck, te Shanghai;
A. Methöfer, te Bogota;
dr. H. C. Holtz, te Turijn;
S. A. Blitz, te Bilbao;
J. Vreede, te Boedapest;
A. J. Binnendijk, te Straatburg;
A. van der Spek, te Seattle;
J. H. Reurs, te Boston;
T. Bremer, te Manilla;
J. W. E. de Lange, te Talcahuano;
J. da Costa Gomez, te Maracaibo;
C. E. Stutterheim. te Berlijn;
dr. P. C. D. Schaap, te Monaco;
D. C. F. van Eendenburg;
J. van Boven, te Vlissingen;
H. H. van Waveren, te Buenos-Aires;
tot ridder in de Orde van den Nederland-
schen Leeuw:
mr. G. A. Servatius, te 's-Gravenhage;
mr. P. Polvliet, te 's-Gravenhage;
mr. G. M. J. Bonhomme, te Maastricht;
prof. mr. F. A. Molster, te Amsterdam;
mgr. dr. J. H. G. Lemmens, te Roermond;
mr. dr. F. Sleutelaar, te Amsterdam;
mr. Ph. B. Libourel, notaris te Delft;
tot officier in de Orde van Oranje-Nassau:
ds. D. den Breems, te 's-Gravenhage;
ds. J. H. Grottendieck, te Dordrecht;
ds P. B. Westerdijk, te Amsterdam;
kanunnik dr. J. de Jong. te Driebergen;
J. L. van Mulukom, te Nijmegen;
mr. dr. N. Muller, te Amsterdam;
Op de wereldtentoonstelling, welke in 1935 te Brussel zal worden gehouden,
zal een stukje Oud-Brussel opgebouwd worden.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
wederom op eenige plaatsen ingebroken
wel in de omgeving van de Huijgenstraat
in de Stephensonstraat.
Zondagmorgen heeft een jongen op een
terrein nabij de Lippersheystraat eenige voor
werpen gevonden, vermoedelijk van deze in
braken afkomstig, o.a. een opengebroken
geldkistje, een opengebroken spaarpot, een
damestasch en een rozenkrans.
HET SCHOUWTOONEEL.
In verband met de moeilijkheden elders
van het Schouwtooneel, kunnen wij melden,
dat alhier de leden zijn gebleven, ja dat er tot
Vrijdag zelfs 14 nieuwe leden waren bijgeko
men. O.g. half Januari zal hier weer een too-
neeluitvoering worden gegeven.
mr. J. R. M. van Angeren, te 's-Gravenhage;]
mr. J. S. Korteweg, te 's-Gravenhage;
dr. J. Scholtens, te 's-Gravenhage;
tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau:
ds. H C. Briët, te Utrecht;
ds. M. Meijering, te Delfzijl;
J. L. van Baren, te Hilversum;'
C. van de Pol, te Rotterdam;
G. F. Brinkman, te Eindhoven;
I. J. Hulsenboom, te Amsterdam;
G. Scholten, te Hoorn;
F. W. A. J. van Peski, te Rotterdam;
mr. dr. P. J. Witteman, te Amsterdam;
G. Dumbar, te Hilversum;
tot ridder in de Orde van den Nederland-
schen Leeuw:
jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, te
Utrecht;
ir. L. J. M. Feber, te 's-Gravenhage;
jhr. mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg,
te Baarn;
Th. Heukels, te Rotterdam;
jhr. dr. H. W. L. de Beaufort, te Driebergen-
Rijzenburg;
H. van Boeijen, te Voorburg;
mr. L. A. Kesper, te 's-Gravenhage;
C. A. van den Briel, te Amsterdam;
Ph. Mees, te Rotterdam;
zijn bevorderd:
toA officier in de Orde van Oranje-Nassau:
J. J. F. Hoogendoorn, te 's-Gravenhage;
J. W. Groeneijk, te 's-Gravenhage (Hoofd
bestuur)
J. A. R. Bosma, te Winterswijk;
J. Buiskool te Delfzijl;
A. Sanders, te Rotterdam;
zijn benoemd:
tot officier in de Orde van Oranje-Nassau:
dr. B. D. H. Tellegen Azn., te Middelburg;
jhr. dr. C. G. C. Quarles van Ufford, te
Apeldoorn
M. Fernhout, Middelburg.
M. W. J. Coenders Sittard;
ir. J. Rutten, te s-Gravenhage;
J. van de Kamp, te Amsterdam;
mr. E. Lankhout te Amsterdam;
W. Jansen, te Almelo;
H, Ringers, te Rotterdam;
J. J. Theling te 's-Gravenhage;
H. Winters, te Gi-oningen;
tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau:
F. C. van Lith, te Veghel;
A. C. de Vries Broekman te Oud-Beijerland;
G. van der Valk Bouman, te Linschoten en
Snelre waard;
J. L. van Voorthuysen. te Domburg;
J. Bleeker, te Opsterland;
S. J. Praamsma, te Bolsward;
B. H. A. Allessie, te Hilversum;
A, Dominicus, te Wemeldinge;
A. A. Bajema, te Warns;
A. Kelderman. Deventer;
B. J. Bruna, Schoonebeek;
D. Govers, te Alkmaar;
J. O. Bosker te Termunten;
L. W. Heikens. Winschoten;
W F. Wijthoff, te 's-Gravenhage;
E. A. Keiser, te Groningen;
P. Brasser, te Almelo;
G. Tammes, te Groningen;
A. F. Tiebackx, te Roosendaal;
A'. Dortland, te Gouda;
P. M. van Beekum, te Culemborg;
mej. S. M. Lefébure. te Amsterdam:
FEUILLETON
door
BERTA RUCK.
39)
Weer vlogen haar gedachten terug naar een
man, groot, met gebruinde gelaatskleur,
en in polo-costuum gekleed; een man, wiens
blonde haar eigenlijk altijd samen gaat met
blauwe oogen, maar wiens oogen haar geheel
onverwacht herinnerd hadden aan de bruin
gespikkelde vleugels van een schildpad-vlinder.
Als die oogen haar zoo eens zien konden!
„Wat geeft het echter, om zoo aan hem te
blijven denken? Het dient tot niets," zei
Guelda tot zich zelf. „Het wordt hoog tijd voor
mijn rendez-vous met milady," zooals Smith
zou zeggen. Gelukkig, dat de andere bedienden
altijd zoo vroeg naar bed gaan. Ik kan nu ten
minste niemand tegenkomen. Als dit een film
was, dan zou het nu het geschikte oogenblik
zijn voor de garage, om in brand te vliegen.
Iedereen zou dan naar buiten rennen, om den
vermisten chauffeur te redden en daar een
onbekende vrouwelijke figuur afgeteekend vin
den tegen den achtergrond van vlammen. Ge
lukkig, dat in het werkelijke leven een mensch
niet altijd zoo gauw gesnapt wordt!"
Na deze overdenking sloot Guelda voorzich
tig haar deur open en liep zachtjes de trap
naar de garage af.
Een oogenblik later sloeg zij, door het bleeke
maanlicht beschenen, den weg naar het
Dower House in.
Wat zij doen zou, als zij daar aankwam, dat
had zij ook reeds besloten.
Zij zou recht op de glazen deuren van de
mooie, vroolijk verlichte zitkamer aanloopen,
waar de bekoorlijke weduwe, vermoedelijk
bevend en geagiteerd tusschen de sofakussens
zou zitten, om daar de komst af te wachten
van den wel wat ondankbaren jongen man,
die wel toegestemd had, om te komen, maar
een termijn van uiterlijk vijf minuten gesteld
had.
Zij, Guelda, zou meteen naar binnen stappen
en zonder eenige inleiding beginnen: „Lady
Day, daar ben ik. Ik ben gekomen, omdat ik
het beloofd had. U verwachtte Smith. Welnu,
ik ben die Smith, tenminste alles, wat er ooit
van Smith bestaan heeft. Mijn naam is Guelda
Rhos, en ik ben de zuster van Lord Glanseiont.
Ik ben hier onder een valsch voorwendsel als
chauffeur in dienst bij uw neef. Hij weet na
tuurlijk niets van mij af. Niemand, hier, weet
iets van mij af. Niemand vermoedt, dat ik een
meisje ben. U is de eerste persoon, aan wie ik
het vertel. Ik smeek u, verraad mij niet. Ik blijf
u eeuwig dankbaar, als u mij belooft, niets te
zullen zeggen."
Zou zij dat willen doen? Terwijl Guelda in
de schuit stapte, was zij benieuwd, hoe de
mooie, kleine vrouw die ontknooping zou op
nemen. Zij zou natuurlijk woedend zijn, zich
vernederd gevoelen. Er was kans, dat zij wei
geren zou, om iets te beloven. In dat geval zat
er voor Guelda niets anders op, dan eerlijk op
te biechten, niet alleen aan Lady Day, maar
ook aan haar Baas. Het zou dan morgen uit
zijn met Smith. Hij zou van het tooneel moe
ten verdwijnen.
Bij die gedachte begon Guelda's hart onder
de lichtgrijze japon ontstuimig te kloppen. Zij
begon er werkelijk naar te verlangen, om haar
bekentenis achter den rug te hebben. Zij voelde
zelfs een oogenblik, alsof het haar niets kon
schelen, om zoo spoedig, reeds haar rol te
moeten opgeven. Met dezelfde behendigheid
als dien middag boomde zij de schuit voort.
„Nu er op af," dacht zij.
Zij bevestigde de schuit aan den haak op de
landingsplaats en stapte aan wal.
„Als iets haar helpen zal, om haar boosheid
op zijde te zetten en mij mijn bedrog te ver
geven," zei ze bij zichzelf, „dan zal het wezen,
omdat ik haar een gunst te vragen heb. De
menschen voelen altijd vriendelijker gestemd
jegens iemand, dien zij een gunst bewezen
hebben. Misschien zal Lady Day wel willen be-
looven, dat zij niets zeggen zal."
Vreemd, dat zij zich er niet langer bezorgd
over maakte, of Lady Day het haar wel zou
willen beloven!
Met vluggen tred stak zij het gazon over,
dat naar de zitkamer voerde. Wat eigenaardig,
dat er geen licht brandde! Zij wachte even.
Toen tikte ze voorzichtig tegen een van de
ruiten.
Geen antwoord.
Weer wachtte ze. Daarop tikte ze nogmaals
tegen het glas.
Nog geen antwoord.
Misschien was de bedoeling dat zij recht
streeks naar binnen zou stappen en daar op
Lady Day wachten.
Zij probeerde de kruk om te draaien. De deur
was gesloten. Hoe kwam dat? Was het een
vergissing?
Zou Lady Day van gedachte veranderd zijn?
Op die mogelijkheid had Guelda niet gerekend.
Ze wist wel, dat de vrouwen bekend staan om
hun veranderlijkheid, en dat de mannen van
meening zijn, dat je alles van hen verwachten
kunt; maar toch verraste het haar.
Ze wist niet, wat ze doen moest.
Eindelijk stapte ze weer van de veranda af
en keek eens naar de ramen boven de zit
kamer. Ze wist, dat daar de slaapkamer was
van Lady Day. Misschien was ze daar en had
ze zich in den tijd vergist.
Guelda bukte zich en raapte een kiezel
steentje op. Ze mikte dit daarop tegen de
ruiten. Het steentje rolde terug langs het dak
van de veranda; maar geen ander geluid
stoorde de stilte van den nacht. Zij nam een
tweede steentje op, maar er kwam geen ant
woord.
Zij wachtte.
„Goed, dat ik niet in chauffeursuniform
ben," dacht ze, „nu kan ik tenminste geen
schade doen aan iemands goeden naam, terwijl
ik hier ronddwaal om het huis van een ander.
De bedienden slapen natuurlijk allen aan de
achterzijde van het huis; maar zij! Wat kan
haar overkomen zijn?"
Nog altijd stond Guelda te wachten: zij ver
nam echter geen ander geluid dan het ritselen
van de bladeren, het kabbelen van het water
en de zachte kreten van enkele van de kleine
boschbewoners, die op roof uit waren.
Van den kant van Wellalone Court klonken
de klagende, lang uitgerekte kreten der uilen.
Laten we ondertusschen even naar den an
deren kant van het meer terugkeeren en wel
naar den bezitter van Wellalone.
Het geschreeuw van de uilen had hem nog
nooit zoo gehinderd.
„Wat een helsch lawaai maken die ellendige
dieren vanavond," zei hij bij zichzelf. Zoo met
een ga ik er met mijn geweer op uit. Als ik
maar eerst dat telefoontje van Tut heb."
Rusteloos liep hij de kamer op en neer. Hij
was de eenige, die nog op was. Er was wel
niets om over te tobben meende hij, maar hij
tobde toch.
Wat een ellendige dag had hij gehad! Eerst
dat dansen van Tut met dien jongen. Toen had
hij er niet aan gedacht, dat het afgesproken
was, dat Smith weer met de schuit naar het
Kleine Huis zou gaan. Zoodoende had di$