HIJ OF ZIJ? Nieuwe tollen. Onderscheidingen. BEVERWIJK DE VACATURE AAN SCHOOL I. Naar wij vernamen hebben zich voor de vacature van hoofd der Openbare Lagere School no. 1 ontstaan wegens vertrek van den heer J. Ehrbecker 57 sollicitanten aange meld. COLLECTE. De in de St. Agathakerk gehouden collecte ten bate van het St.-Jozefgesticht heeft een bedrag van f 160 opgeleverd. VEREENIGING VAN VRIJZ.-HERVORMDEN. De jaarvergadering van de Vereeniging voor Vrijzinnig Hervormden zal op Dinsdag 15 Januari in het kerkgebouw aan de Noorder- parklaan worden gehouden. De agenda ver meldt o.m. een bestuursverkiezing wegens af treding van de heeren A. Boekhout, C. de Boei en C. H. Revelman. MINDERJARIGE AANGEHOUDEN. Op telefonisch verzoek van de politie is te Den Haag aangehouden een minderjarig meisje, dat de ouderlijke woning in Beverwijk was ontloopen. Zij is per trein door de Haag- sche politie naar Beverwijk overgebracht en ter beschikking van de ouders gesteld. GYMNASTIEKVEREENIGING S. S. S. I Woensdagavond zal in een der lokalen van Öe jongensschool aan den Galgenweg een le denvergadering worden gehouden van de R. K. Gymnastiekvereeniging S(port) S(taalt) S(pieren). In deze bijeenkomst zullen de le den moeten beslissen over het al of niet voortbestaan van de vereeniging. Hoewel het bestuur alle pogingen in het werk heeft ge steld om de vereeniging in stand te houden is het daarin niet mogen slagen. De leden zullen in de vergadering volledig met den toestand op de hoogte worden gebracht. OPENBARE LES. De leerlingen van den heer Louis Stiens zul len op op Donderdag 3 Jan. in het Kenneiner Theater proeven van hun bekwaamheid afleg gen. Het programma vermeldt een groot aan tal werkjes voor piano. De Kennemer Orkest Vereeniging, waarvan de heer Stiens dirigent is, zal aan deze muziekuitvoering haar mede werking vevleenen. De K.O.V. brengt o.a. ten gehoore de ouvertures „Jean de Paris" van Boieldieu en Orpheus in der Unterwelt" van Offenbach en Serenade van Widor. Vervolgens zal de sopraanzangeres, Mevr. N. Honigv. Ollefen, optreden met de aria uit II Repastore van Mozart, „De knoppen gaan zwel len" en „Nu heb ik de Lente weer in mijn huis" van J. F. Tieric. Tenslotte zal de jeugdige flui tist Frans Vester, een leerling van Jos. de Klerk, een andante van Mozart ten gehoore brengen. De K.O.V. zal het programma besluiten met de marschen „Die Lustigen Dorfsrpiede" van Fucik en „The Liberty Bell" van Sousa. der opviel, was, dat in dit tooneelspel zoo op-1 vallend vlug gewichtige besluiten* genomen werden we denken o.a. aan de verloving van den zoon des huizes Tom met Henny, het onderwijzeresje en dat De Vries en Henny na een korte kennismaking met Tom zoo spoe dig diens karakter wisten te analyseeren. En buitengewoon onnatuurlijk vonden we de hou ding van den vader, die zijn zoon van 10 jaar, welke in zijn kinderlijke onnoozelheid een gouden vulpen „stal", na 14 jaar nog toevoeg de, dat hij de oorzaak was, dat de eerbied en het ontzag voor den familie-naam verdwenen was, en dat hij de vader zulks nooit zou vergeten. Van de tooneelspelers(sters) noemen we in de eerste plaats den heer Oudendijk, die met veel talent de rol van Tom. den „verloren" zoon, vervulde. De heer Oudendijk bewoog zich met gemak op de planken en had zich geheel in zijn rol ingeleefd. De rol van den ouden fabrikant was bij den heer Kappers in goede handen. Duidelijk liet hij uitkomen, hoe onverzoenlijk hij tegenover zijn zoon stond. De dames Tini en Gré Oudendijk waren de aardige opgewekte bakvischjes, die ze wezen moesten. Een vergissing van laatstgenoemde echter was het, dat ze, terwijl ze er vanwege de warmte toch zoo naar verlangd had, haar glas limonade onaangeroerd liet staan. Mej. Hoogzaad wisselde goed gespeelde ge deelten met zwakke momenten af. Tot de laatste rekenen we o.a. haar gesprek in het laatste bedrijf met haar zoon. waarin haar groote droefheid niet natuurlijk genoeg was. Van de kleinere bijrollen noemen we nog de heer Bouman, als Jacob den knecht, en den heer Kochx, die zijn kleine, overigens geheel niets ter zake doende chauffeursrol, op de juiste komische wijze vervulde. HEEMSKERK i VERGADERING VAN DE N. C. G. O. V. In het Ned. Herv. Vereenigingsgebouw werd 'een gecombineerde vergadering gehouden van de N.G.O.V. en de afdeeling N.C.G.J.O.V. „De Schakel". Na de opening een behandeling der ingeko men stukken werd de heer J. v. d. Linde be noemd als lid der commissie ter voorbereiding van een bloempjesdag ten bate van eht reclas- seeringswerk. De heer H. Kraan uit Haarlem sprak over „Alcohol-reclame" en heeft daarbij gewezen op de groote reclame-campagne, welke dooi den drankhandel in dagbladen en tijdschriften op suggestieve wijze wordt gevoerd. Spr. be toogde in verband hiermede, dat ook van de zijde der drankbestrijding veel meer reclame voor de beweging moet worden gemaakt. Van groot belang is, dat in de wijze, waarop die re clame moet worden gevoerd, ook een vaste lijn moet zijn te onderkennen. De heer Kraan spoorde vervolgens zijn ge hoor aan in een krachtige organisatie een front te vormen tegen d?n alcohol. Nadat spr. een aantal vragen had beant woord werd de vergadering op de gebruikelijke wijze gesloten. SANTPOORT TOONEELUITV OERIN G. Gisteravond gaf de R.K. Tooneelvereeniging V.O.O.T.A.G. in de zaal van „Zomerlust" een opvoering van „Zonsopgang", tooneelspel in 3 bedrijven van Joh. van Eekelen. In „Zonsopgang" wordt het familie-leven beschreven van het gezin van een fabrikant. Laatstgenoemde heeft zijn zoon op jeugdigen leeftijd naar een kostschool gestuurd, omdat hij zich aan een vulpenhouder „vergrepen' had. Na zijn vertrek van de kostschool zwerft hij eerst wat in de wereld rond en komt dan. „gewapend" met een uitvinding thuis. Aan vankelijk lijkt het er veel op, dat hij met deze uitvinding een concurrent van zijn vader ge lukkig zal maken, doch later bedenkt hij zich en brengt de gevonden uitvinding bij de ma chines van zijn vader aan, waarna de verzoe ning volgt en voor allen de zon opgaat. Aan de hand van dit gegeven heeft Joh. van Eekelen 3 bedrijven weten te vullen. Daarvoor heeft hij echter meer dan eens lange dialogen moeten inlasschen, waarvan enkele gerust óf bekort hadden kunnen worden óf geheel ach terwege hadden kunnen blijven. Wat ons ver- (Een wetsontwerp, regelend de bevoegdheid, om op de groote ver- keersbruggen tol te heffen, zal dezer dagen bij de Tweede Kamer worden ingediend.) Menschen die met weemoed denken Aan den „goeie ouwe tijd". Zijn door bovenstaand berichtje Ongetwijfeld zeer verblijd. Want als iets van d' ouden tijd is, Is dat wel het tolbegrip, Tol van wandelaar en fietser, Tol van auto en van schip. In het laatste tiental jaren Leken wij op 't goede spoor, Oude werden opgeheven, Nieuwe kwamen niet meer voor. 't Geestesoog zag reeds het einde Aller tollenarigheid. Hierin leek de toekomst schooner Dan die goeie ouwe tijd. Maar toen ging men bruggen bouwen, Ten behoeve van 't verkeer, En, in plaats van minder tollen, Zint men plotseling op meer. 't Is een sombere gedachte (Ook al mag d i e tolvrij zijn) Dat de crisis ons terugdringt Op zoo'n middeleeuwsch terrein. Naar dit allerdwaast principe, Gaan wij straks een stap terug: Wie over de brug wil komen, Kome eerst over de brug! gesteld voor den gewonen dienst in ontvang-' sten en uitgaven op een bedrag van f 262.416,43 nadeelig slot f 224.091.60. Kapitaaldienst: ontvangsten f 124.555,90, uitgaven f 262.243.18, batig saldo f 4.555.90. Daarna werden vastgesteld de begrootingen van het GE.B. op f 34.740,60 in ontvangsten en f 33.725.60 in uitgaven en een batig saldo van f 1015,34 van het Woningbedrijf op f 18014,37 in ontvangsten en uitgaven en van het Burgerlijk Armbestuur in ontvangsten en uitgaven op f 71641,25. SANTPOORT—A.D.O. (3—3). Reeds kort na het begin heeft A.D.O, sue- :es; als v. d. Kolk een bal goed krijgt aange geven scoort hij onhoudbaar. Hierna komt Santpoort flink in den aanval; en zij brengt met twee goede doelpunten den stand op 2—1. Bij een aanval van A.D.O. werkt Neve on voldoende weg; Koedijk maakt gelijk. Na rust wegen de partijen goed tegen el kander op. Na ongeveer 20 minuten geeft Gerrits met een hard schot zijn club de opuieuw de leiding (32). A.D.O. komt nu meer in den aanval. Bij een aanval belandt de bal bij Kos; hij snelt naar binnen en schiet (33). Het laatste gedeelte van den strijd is A.D.O. veel sterker, doch de voor hoede benut de geboden kansen niet. Het einde komt met een gelijken stand. A.D.O. 2—V.V.Z. 2 1—2 A. D. O. 3—Oranje-Wit 2 3—1 S. V. A. aA.D.O. a (terrein afgekeurd.) SCHUUR VERBRAND. Zondagmiddag omstreeks 5 uur ontstond er brand in de schuur van den heer G. v. d. Wel aan den Hoogendorperweg.In de schuur bevon den zich twee vrachtauto's, en een duizend tal bloembollenbakjes. De eigenaar was met zijn gezin naar een kinderfeest in het dorp. De brandspuit was spoedig ter plaatse, maar kon tegen den feilen brand niet uitrichten.De naastgelegen woning kon behouden blijven. Een vonkenregen die door den hevigen wind werd voortbewogen was een gevaar voor an- lere perceelen, doch om ongeveer half acht was men den brand meester. Verzekering dekt de schade. RAADSVERGADERING Zaterdagmorgen vergaderde de gemeente raad onder voorzitterschap van burgemees ter W. Vreugde. Afwezig de heer S. v. d. Kolk. Wethouder Van Duivenvoorde merkte op, dat sommige punten van de agenda niet vol doende door den voorzitter worden toege licht. Sommige dingen worden er met een „handigheidje" doorgehaald en dat vond spr. niet de juiste'manier. Besloten werd van 1 Januari 1936 af voor MAANDAG 31 DECEMBER '34 WIJK AAN ZEE EEN GESCHENK VOOR DE NED. HERV. KERK. Eenige dorpsgenooten hadden 't initiatief genomen den hulpprediker den heer W. Aal- ders uit sympathie een stoffelijk geschenk aan te bieden. De heer Aalders heeft echter, hoe zeer ingenomen met dit voornemen, den wensch te kennen gegeven deze gelden met goedkeuring van de gevers een andere be stemming te geven en hiervoor den kerkeraad een kerkelijk sieraad aan te bieden. JAARVERGADERING IV. R. B. De Wijk aan Zeeër Reddingsbrigade heeft haar 10e jaarvergadering vastgesteld op Dins dag 15 Januari in café Sonnevanck. PERSONALIA. De kerkeraad van de Ned. Herv. kerk heeft de tijdelijke benoeming van den heer W. Aal ders, hulpprediker, verlengd tot 1 Juli 1935. 5 jaren van het Rijk te pachten 300 M. Noord zeestrand tegen f 300 per jaar. Goedgekeurd werd de door B. en W. gehou den verpachting van grasgewas op de bermen der wegen tot een bedrag van f 56.60.. Daarna kwam aan de orde het voorstel van B. en W. tot het aangaan van een gemeen schappelijke regeling met de gemeenten Vel- sen, Beverwijk, Wijk aan Zee en Duin en Heemskerk betreffende het ontwerpen vaststellen van een streekplan. N. langdurige discussies werd voorgesteld aan de gemeenschappelijke regeling deel te nemen, onder voorwaarden dat het bouwen niet wordt bemoeilijkt voordat het streek plan is vastgesteld. Dit voorstel werd met 46 stemmen verworpen. (Tegen de heeren De Wilde. N. Henneman, Klaasse, C. Baltus, A. E; de Wildt en wethouder Henneman). De wethouder stemde tegen, omdat hij het gestelde voorbehoud een „paskwil" vond. Na langdurige besprekingen werd besloten de salarisklassen als volgt vast te stellen: le kl. f 1000—f 1400; 2e kl. f 1400—f 1800; 3e kl. f 1800—f 2200; 4e kl f 2200—f 2600. Eenige ambtenaren werden in hoogere klas sen geplaatst teneinde de onderlinge verhou dingen te verbeteren. Evenzoo geschiedde ten aanzien van de werklieden. De raad bracht de post brandbluschmid- delen op f 1500. De subsidies voor de t.b.c. bestrijding wer den op de bedragen van 1934 gehandhaafd. De post voor de wegen werd goedgekeurd. Het subsidie voor de R.-K. Bewaarschool werd op f 300 uitgetrokken. Voorgesteld was f 150.—. De aanvrage van den nieuwen geneesheer. Dr Wildervanck, om te worden aangesteld als gemeente-geneesheer werd een jaar aange houden. Een voorstel van den heer De iWlde om den nieuwen dokter met ingang van 1 Juli 1935 aan te stellen als tweeden gemeente-genees heer tegen een vergoeding van f 300 's jaars werd aangenomen. Een bedrag van f 50 werd uitgetrokken ten behoeve van den tuinbouwcursus. De memorie-post, welke was uitgetrokken voor een eventueele pensionneering van de wethouders werd met 61 stem van de be- grooting verwijderd. De gemeentebegrooting werd eindelijk vast IJMUIDEN De inbraak bij de N.V. Van Vliet Co. Nog geen spoor van den dader. Naar wij vernemen is totnogtoe geen licht gekomen in de inbraak ten kantore van de N.V. Van Vliet en Co. Het onderzoek heeft echter uitgewezen, dat er niet aan behoefd te worden getwijfeld of de daders zijn met den toestand ter plaatse goed op de hoogte geweest. Zij hebben gereedschappen gebruikt, afkomstig uit het magazijn van Bureau Wijs muller, welke gereedschappen lang niet voor de hand lagen, zoodat de inbrekers van de aanwezigheid daarvan geweten moeten heb ben. Voor het opsporen van de daders wordt gebruik gemaakt van politiehonden, De firma was tegen inbraak verzekerd. Veilig is maar betrekkelijk. Uit de opengereten brandkast is ook een portefeuille ontvreemd met f 150 welke ge heel toevallig daarin was opgeborgen. Deze was het eigendom van een vletterman, die met een boto naar Amsterdam moest. Ten einde niet het gevaar te loopen de portefeuille bij zijn werkzaamheden onderweg naar Am sterdam te verliezen, heeft hij ze aan den directeur der firma Van Vliet en Co. in be waring gegeven, die de portefeuille „veili<_ in de brandkast opborg. Deze veiligheid was dus maar betrekkelijk, want thans is de man zijn geld kwijt. De omzet in Ben Rijksvisch- afslag. De omzet in den Rijksvischafslag in de maand December 1934 bedroeg f 676.005 waarmede dit jaar een totaal bereikt werd van f 6.708.965 tegen in 1933: f 5.573.610. De omzet was dit jaar dus f 1.135.355 meer dan in 1933. VERWACHTE VISCHAANVOER. Thuisstoomende voor de Woensdagmarkt: Ewald IJm. 48, vangst 500 manden. Alma IJm. 44, vangst 10 manden schel- visch, 25 manden braadschelv-isch, 55 manden gul en leng, 15 manden makreel, 290 man den koolvisch, 70 manden wijting, 10 manden witjes, 20 manden hake, 35 manden varia, totaal 520 manden. Derika 5 IJm. 418 vangst 700 stuks kabeljauw, 120 stuks stijve kabeljauw, manden gul. 5 manden platvisch. WEDEROM INBRAKEN. Bij Koninklijk besluit: is benoemd: tot Minister van Staat: mr. P. J. M. Aalberse, tot grootkruis in de Orde van Oranje- Nassau W. L. F. C. ridder van Rappard, te Kopen-" hagen; tot commandeur in de Orde van Oranje- Nassau: jhr. mr. A. M. Snouck Hurgronje, te 's-Gra- venhage; zijn benoemd: tot ridder in de Orde van den Nederland- schen Leeuw: P. E. Teppema, te Buenos-Aires; J. Burgij, te 's-Gravenhage. tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: P. A. van Buttingha Wichers, te Teharan; M. S. Wiersum, te Yokohama; A. F. E. Mahler, te Bordeaux; W. F. Browne, te Le Havre; G. van Duiken, te Malaga; tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: J. W. van Gelderen, te 's-Gravenhage; G. M. Byvanck, te Shanghai; A. Methöfer, te Bogota; dr. H. C. Holtz, te Turijn; S. A. Blitz, te Bilbao; J. Vreede, te Boedapest; A. J. Binnendijk, te Straatburg; A. van der Spek, te Seattle; J. H. Reurs, te Boston; T. Bremer, te Manilla; J. W. E. de Lange, te Talcahuano; J. da Costa Gomez, te Maracaibo; C. E. Stutterheim. te Berlijn; dr. P. C. D. Schaap, te Monaco; D. C. F. van Eendenburg; J. van Boven, te Vlissingen; H. H. van Waveren, te Buenos-Aires; tot ridder in de Orde van den Nederland- schen Leeuw: mr. G. A. Servatius, te 's-Gravenhage; mr. P. Polvliet, te 's-Gravenhage; mr. G. M. J. Bonhomme, te Maastricht; prof. mr. F. A. Molster, te Amsterdam; mgr. dr. J. H. G. Lemmens, te Roermond; mr. dr. F. Sleutelaar, te Amsterdam; mr. Ph. B. Libourel, notaris te Delft; tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: ds. D. den Breems, te 's-Gravenhage; ds. J. H. Grottendieck, te Dordrecht; ds P. B. Westerdijk, te Amsterdam; kanunnik dr. J. de Jong. te Driebergen; J. L. van Mulukom, te Nijmegen; mr. dr. N. Muller, te Amsterdam; Op de wereldtentoonstelling, welke in 1935 te Brussel zal worden gehouden, zal een stukje Oud-Brussel opgebouwd worden. In den nacht van Zaterdag op Zondag wederom op eenige plaatsen ingebroken wel in de omgeving van de Huijgenstraat in de Stephensonstraat. Zondagmorgen heeft een jongen op een terrein nabij de Lippersheystraat eenige voor werpen gevonden, vermoedelijk van deze in braken afkomstig, o.a. een opengebroken geldkistje, een opengebroken spaarpot, een damestasch en een rozenkrans. HET SCHOUWTOONEEL. In verband met de moeilijkheden elders van het Schouwtooneel, kunnen wij melden, dat alhier de leden zijn gebleven, ja dat er tot Vrijdag zelfs 14 nieuwe leden waren bijgeko men. O.g. half Januari zal hier weer een too- neeluitvoering worden gegeven. mr. J. R. M. van Angeren, te 's-Gravenhage;] mr. J. S. Korteweg, te 's-Gravenhage; dr. J. Scholtens, te 's-Gravenhage; tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: ds. H C. Briët, te Utrecht; ds. M. Meijering, te Delfzijl; J. L. van Baren, te Hilversum;' C. van de Pol, te Rotterdam; G. F. Brinkman, te Eindhoven; I. J. Hulsenboom, te Amsterdam; G. Scholten, te Hoorn; F. W. A. J. van Peski, te Rotterdam; mr. dr. P. J. Witteman, te Amsterdam; G. Dumbar, te Hilversum; tot ridder in de Orde van den Nederland- schen Leeuw: jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, te Utrecht; ir. L. J. M. Feber, te 's-Gravenhage; jhr. mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg, te Baarn; Th. Heukels, te Rotterdam; jhr. dr. H. W. L. de Beaufort, te Driebergen- Rijzenburg; H. van Boeijen, te Voorburg; mr. L. A. Kesper, te 's-Gravenhage; C. A. van den Briel, te Amsterdam; Ph. Mees, te Rotterdam; zijn bevorderd: toA officier in de Orde van Oranje-Nassau: J. J. F. Hoogendoorn, te 's-Gravenhage; J. W. Groeneijk, te 's-Gravenhage (Hoofd bestuur) J. A. R. Bosma, te Winterswijk; J. Buiskool te Delfzijl; A. Sanders, te Rotterdam; zijn benoemd: tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: dr. B. D. H. Tellegen Azn., te Middelburg; jhr. dr. C. G. C. Quarles van Ufford, te Apeldoorn M. Fernhout, Middelburg. M. W. J. Coenders Sittard; ir. J. Rutten, te s-Gravenhage; J. van de Kamp, te Amsterdam; mr. E. Lankhout te Amsterdam; W. Jansen, te Almelo; H, Ringers, te Rotterdam; J. J. Theling te 's-Gravenhage; H. Winters, te Gi-oningen; tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: F. C. van Lith, te Veghel; A. C. de Vries Broekman te Oud-Beijerland; G. van der Valk Bouman, te Linschoten en Snelre waard; J. L. van Voorthuysen. te Domburg; J. Bleeker, te Opsterland; S. J. Praamsma, te Bolsward; B. H. A. Allessie, te Hilversum; A, Dominicus, te Wemeldinge; A. A. Bajema, te Warns; A. Kelderman. Deventer; B. J. Bruna, Schoonebeek; D. Govers, te Alkmaar; J. O. Bosker te Termunten; L. W. Heikens. Winschoten; W F. Wijthoff, te 's-Gravenhage; E. A. Keiser, te Groningen; P. Brasser, te Almelo; G. Tammes, te Groningen; A. F. Tiebackx, te Roosendaal; A'. Dortland, te Gouda; P. M. van Beekum, te Culemborg; mej. S. M. Lefébure. te Amsterdam: FEUILLETON door BERTA RUCK. 39) Weer vlogen haar gedachten terug naar een man, groot, met gebruinde gelaatskleur, en in polo-costuum gekleed; een man, wiens blonde haar eigenlijk altijd samen gaat met blauwe oogen, maar wiens oogen haar geheel onverwacht herinnerd hadden aan de bruin gespikkelde vleugels van een schildpad-vlinder. Als die oogen haar zoo eens zien konden! „Wat geeft het echter, om zoo aan hem te blijven denken? Het dient tot niets," zei Guelda tot zich zelf. „Het wordt hoog tijd voor mijn rendez-vous met milady," zooals Smith zou zeggen. Gelukkig, dat de andere bedienden altijd zoo vroeg naar bed gaan. Ik kan nu ten minste niemand tegenkomen. Als dit een film was, dan zou het nu het geschikte oogenblik zijn voor de garage, om in brand te vliegen. Iedereen zou dan naar buiten rennen, om den vermisten chauffeur te redden en daar een onbekende vrouwelijke figuur afgeteekend vin den tegen den achtergrond van vlammen. Ge lukkig, dat in het werkelijke leven een mensch niet altijd zoo gauw gesnapt wordt!" Na deze overdenking sloot Guelda voorzich tig haar deur open en liep zachtjes de trap naar de garage af. Een oogenblik later sloeg zij, door het bleeke maanlicht beschenen, den weg naar het Dower House in. Wat zij doen zou, als zij daar aankwam, dat had zij ook reeds besloten. Zij zou recht op de glazen deuren van de mooie, vroolijk verlichte zitkamer aanloopen, waar de bekoorlijke weduwe, vermoedelijk bevend en geagiteerd tusschen de sofakussens zou zitten, om daar de komst af te wachten van den wel wat ondankbaren jongen man, die wel toegestemd had, om te komen, maar een termijn van uiterlijk vijf minuten gesteld had. Zij, Guelda, zou meteen naar binnen stappen en zonder eenige inleiding beginnen: „Lady Day, daar ben ik. Ik ben gekomen, omdat ik het beloofd had. U verwachtte Smith. Welnu, ik ben die Smith, tenminste alles, wat er ooit van Smith bestaan heeft. Mijn naam is Guelda Rhos, en ik ben de zuster van Lord Glanseiont. Ik ben hier onder een valsch voorwendsel als chauffeur in dienst bij uw neef. Hij weet na tuurlijk niets van mij af. Niemand, hier, weet iets van mij af. Niemand vermoedt, dat ik een meisje ben. U is de eerste persoon, aan wie ik het vertel. Ik smeek u, verraad mij niet. Ik blijf u eeuwig dankbaar, als u mij belooft, niets te zullen zeggen." Zou zij dat willen doen? Terwijl Guelda in de schuit stapte, was zij benieuwd, hoe de mooie, kleine vrouw die ontknooping zou op nemen. Zij zou natuurlijk woedend zijn, zich vernederd gevoelen. Er was kans, dat zij wei geren zou, om iets te beloven. In dat geval zat er voor Guelda niets anders op, dan eerlijk op te biechten, niet alleen aan Lady Day, maar ook aan haar Baas. Het zou dan morgen uit zijn met Smith. Hij zou van het tooneel moe ten verdwijnen. Bij die gedachte begon Guelda's hart onder de lichtgrijze japon ontstuimig te kloppen. Zij begon er werkelijk naar te verlangen, om haar bekentenis achter den rug te hebben. Zij voelde zelfs een oogenblik, alsof het haar niets kon schelen, om zoo spoedig, reeds haar rol te moeten opgeven. Met dezelfde behendigheid als dien middag boomde zij de schuit voort. „Nu er op af," dacht zij. Zij bevestigde de schuit aan den haak op de landingsplaats en stapte aan wal. „Als iets haar helpen zal, om haar boosheid op zijde te zetten en mij mijn bedrog te ver geven," zei ze bij zichzelf, „dan zal het wezen, omdat ik haar een gunst te vragen heb. De menschen voelen altijd vriendelijker gestemd jegens iemand, dien zij een gunst bewezen hebben. Misschien zal Lady Day wel willen be- looven, dat zij niets zeggen zal." Vreemd, dat zij zich er niet langer bezorgd over maakte, of Lady Day het haar wel zou willen beloven! Met vluggen tred stak zij het gazon over, dat naar de zitkamer voerde. Wat eigenaardig, dat er geen licht brandde! Zij wachte even. Toen tikte ze voorzichtig tegen een van de ruiten. Geen antwoord. Weer wachtte ze. Daarop tikte ze nogmaals tegen het glas. Nog geen antwoord. Misschien was de bedoeling dat zij recht streeks naar binnen zou stappen en daar op Lady Day wachten. Zij probeerde de kruk om te draaien. De deur was gesloten. Hoe kwam dat? Was het een vergissing? Zou Lady Day van gedachte veranderd zijn? Op die mogelijkheid had Guelda niet gerekend. Ze wist wel, dat de vrouwen bekend staan om hun veranderlijkheid, en dat de mannen van meening zijn, dat je alles van hen verwachten kunt; maar toch verraste het haar. Ze wist niet, wat ze doen moest. Eindelijk stapte ze weer van de veranda af en keek eens naar de ramen boven de zit kamer. Ze wist, dat daar de slaapkamer was van Lady Day. Misschien was ze daar en had ze zich in den tijd vergist. Guelda bukte zich en raapte een kiezel steentje op. Ze mikte dit daarop tegen de ruiten. Het steentje rolde terug langs het dak van de veranda; maar geen ander geluid stoorde de stilte van den nacht. Zij nam een tweede steentje op, maar er kwam geen ant woord. Zij wachtte. „Goed, dat ik niet in chauffeursuniform ben," dacht ze, „nu kan ik tenminste geen schade doen aan iemands goeden naam, terwijl ik hier ronddwaal om het huis van een ander. De bedienden slapen natuurlijk allen aan de achterzijde van het huis; maar zij! Wat kan haar overkomen zijn?" Nog altijd stond Guelda te wachten: zij ver nam echter geen ander geluid dan het ritselen van de bladeren, het kabbelen van het water en de zachte kreten van enkele van de kleine boschbewoners, die op roof uit waren. Van den kant van Wellalone Court klonken de klagende, lang uitgerekte kreten der uilen. Laten we ondertusschen even naar den an deren kant van het meer terugkeeren en wel naar den bezitter van Wellalone. Het geschreeuw van de uilen had hem nog nooit zoo gehinderd. „Wat een helsch lawaai maken die ellendige dieren vanavond," zei hij bij zichzelf. Zoo met een ga ik er met mijn geweer op uit. Als ik maar eerst dat telefoontje van Tut heb." Rusteloos liep hij de kamer op en neer. Hij was de eenige, die nog op was. Er was wel niets om over te tobben meende hij, maar hij tobde toch. Wat een ellendige dag had hij gehad! Eerst dat dansen van Tut met dien jongen. Toen had hij er niet aan gedacht, dat het afgesproken was, dat Smith weer met de schuit naar het Kleine Huis zou gaan. Zoodoende had di$

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5