1934: Strijd om boven te blijven drijven.
Necrologie over 1934.
Symptomen van verbetering nog heel zwak.
Zware slagen voor
hef Koninklijk Huis
Onderhandelingen met tal van landen.
In de laatste boodschap, welke de nobele
Zuid-Afrikaansche president Paul Kru-
ger tot zijn volk richtte, zeide deze staats
man: „Wie zich een toekomst scheppen
wil, mag het verledene niet uit het oog ver
liezen. Daarom zoekt in het verledene al het
goede en schoone, dat daarin te ontdekken
valt, vormt daarnaar uw ideaal en beproeft
voor de toekomst dat ideaal te verwezenlijken".
Deze woorden traden in onze herinnering naar
voren, teen wij ons zetten tot het schrijven van
een overzicht der binnenlandsche gebeurtenis
sen in het jaar 1934. omdat zij schijnbaar voor
deze „volheid des tijds" zoo weinig meer te
zeggen hebben. Omdat het jaar 1934 schijn
baar vol gebeuren was, welks gedachtenis zoo
snel mogelijk uitgewischt moet. worden. En
toch had Paul Kruger gelijk. Voor de toekomst
is het verleden en heden beslissend. Voor een
toekomst, beter dan deze dag, zullen wij tus-
schen al datgene, dat alleen voor de weten
schap van belang zal zijn, nauwgezet en voort
durend moeten zoeken naar wat goed en schoon
is, gced en schoon voor allen tijd. Ieder zal vin
den, naar zijn eigen aard, kleine en groote
waarden, maar die alle tezamen gevoegd, zul
len ons een volmaakter wereld moeten bren
gen. Een wereld, zoo volmaakt als aardbewo
ners kunnen bereiken, waarop elk een den
eere-titel „mensch" draagt en het „Alle Men-
schen werden Brüder" gezegd kan worden
zonder beklemtoning van het tweede woord.
Indien wij naar een karakteristiek zouden
zoeken voor het jaar 1934, zonden wij die ten
deele kunnen vinden in de vreugde-benemende
spanning, welke op het vliegveld Schiphol op
30 December 1933 heerschte, toen daar tien
duizenden stonden te wachten op de Pelikaan,
die den veiligen vaderlandschen grond, welke
door een mist-vitrage haast onvindbaar was
geworden, zocht. De vliegers speurden naar die
kleine oppervlakte, waar zij hun machine na
een langen tocht konden neerzetten. De toe
schouwers tuurden, hoorden de motoren da
veren, verstilden, in vreeze, dat de vier dap
pere mannen op het laatste moment hun doel
zouden kunnen missen. Dan plots ging de
kreet langs de rijen, door allen overgenomen:
„Daar staat-ie".
Zoo zouden wij 1934 ook kunnen zien, de
strijd, niet om het voortbestaan der natie,
maar om ons rechtop te houden, om tot ons
te trekken den .Pelikaan der welvaart" naar
wiens terugkomst wij met al onze zenuwkracht
verlangen, heeft geen opwekkende kanten
meer. We durven niet meer te zeggen, dat onze
jeugd leeft in een machtig-lnteressanten tijd.
De spanning om boven te blijven drijven is zoo
intens geworden, dat de vreugde in den strijd
is verdwenen. Hoe graag zouden wij uit het
kil-duistere, dat boven ons bestaan hangt, de
welvaart zien te voorschijn komen, alle ge
dachten aan malaise, crisis, gedwongen niets
doen verdrijvend. We hooren nu en dan een
zwak gerucht, doch het monster, dat ons nu
reeds enkele jaren bedreigt, gaat er nog niet
door op de vlucht. In 1935? We hopen het van
ganscher harte. De symptomen van beterschap
zijn in het buitenland tot nu toe talrijker dan
in ons land. Indien deze aanhouden, zal Ne
derland, hoewel hier de nedergang later dan
elders inzette, daarvan den invloed moeten
ondervinden.
Wetgeving op allerlei gebied.
Voor hen, die met het samenstellen van
wetten belast zijn geweest, is 1934 een hausse
jaar geweest. Zeker eenige tientallen zijn bij
de Staten-Generaal ingediend en dan wor
den daarbij alleen de meer belangrijke be
doeld. Wij releveeren hiervan dat tot vermin
dering van het aantal leden van den Raad van
State van veertien tot tien en tot het stellen
van een leeftijdsgrens voor de leden; tot het
leenen van f 115 millioen aan Ned. Indië; tot
heffing van een crisisinkomstenbelasting; tot
credietverleening aan den middenstand; be
treffende een 60-millioenenplan tot bestrijding
der werkloosheid; tot het nemen van tarief-
maatregelen op korten termijn; tot regeling
van de opleiding van onderwijzers en onder
wijzeressen bij het L.O.; tot het instellen van
een werkloosheidssubsidiefonds; houdende
nieuwe regelen voor veilig verkeer; tot wijzi
ging der kieswet, met de bedoeling dwergpar
tijen uit te schakelen en de benoeming van
z.g. vrijgestelden in Provinciale Staten en Ge
meenteraden onmogelijk te maken; tot wering
van dwergpartijtjes; tot aangaan van een
geldleening van f 250 millioen ten bate van
Ned. Indië; tot invoering van den Middel-
Europeeschen tijd; tot wijziging der Winkel
sluitingswet.
Ook reeds bij deze opsomming zijn enkele,
welke door de Kamer nog niet in behandeling
zijn genomen, en ook eenige (o.a. dat betref
fende een crisisinkomstenbelasting), welke ver
moedelijk nimmer op de agenda geplaatst zul
len worden. Desniettemin eeh lijst, waarop
menige andere regeering voor meerdere jaren
trotsch zou zijn. En bijna alle tot wet verheven
ontwerpen, kregen met groote meerderheid de
parlementaire goedkeuring.
Toch is het regeeringsinitiatief én -beleid
nog slechts voor een gering deel geschetst met
bovenstaande vermelding. De voorzitter van
den raad van ministers reisde in Februari naar
Engeland en voerde aldaar besprekingen.
Tevens zou hij met één der K.L.M.-toestellen
naar Indië zijn gevlogen om zich van de
actueele problemen op de hoogte te stellen,
indien niet op 16 April de minister van econo
mische zaken, mr. Verschuur om gezondheids
redenen ontheffing van zijn ambt had ver
zocht en de benoeming van een opvolger twee
maanden had gevorderd.
Handelsbesprekingen op
tal van fronten.
Een belangrijker deel van de aandacht
onzer regeering zal echter in' beslag genomen
zijn door de handelsbesprekingen, welke met
verschillende buitenlandsche mogendheden
moesten worden gevoerd. Dan denkt men in de
eerste plaats aan die met Duitschland, welke
feitelijk het heele jaar door het zorgenkind
van economische zaken zijn geweest. In Januari
werd het bestaande transfer-verdrag verlengd
en de transfer verhoogd van 50 tot 70%. In
Juni echter confereerden de ministers Colijn
en Oud met vertegenwoordigers uit de bank
wereld over onderhandelingen inzake transfer
en op 14 Augustus werd bekend gemaakt, dat.
„daar een definitieve oplossing inzake het be
talingsverkeer met Duitschland onmogelijk
blijkt., 15 Augustus de clearingwet in werking
treedt. Tegen het op 21 September gesloten
clearingverdrag rees spoedig verzet, zoodat dit
begin November werd opgezegd. In plaats van
tweezijdige clearing kreeg men toen éénzijdige
clearing van Nederland. Enkele weken latei-
werd een nieuwe overeenkomst gesloten. Een
moeilijkheid voor onze onderhandelaars was
vooral gelegen in het feit, dat onze uitvoer
jnaar Duitschland steeg en onze invoer daalde.
Naast deze economische kwesties zij slechts de
mislukte poging uitlevering van M. v. d.
Lubbe's lijk te verkrijgen aangestipt
Van misschien even groot belang is de strijd
geweest, welke de Nederlandsche delegatie te
Batavia met Japan heeft moeten voeren. On
derhandelingen, welke in de historie bekend
zullen blijven door het groote geduld onzer
zijds betoond. Alle openlijke en bedekte pogin
gen ons in een voor ons min-gunstige richting
te duwen, faalden. ,,Van een beleefdheid onzer
zijds is schromelijk misbruik gemaakt, aldus
moest een Nederlandsch delegatielid verkla
ren. Het eerste stadium der conferentie is dezer
dagen thans werkelijk geëindigd. Wanneer de
volgende stadia even lang zullen duren, hoe
ven we niet op overeenstemming in 1935 te
rekenen.
Behalve deze beide hoofdmomenten zijn er
eenige andere, van geringer belang, die even
wel niet onvermeld mogen blijven: regeling
van de Nederlandsch-Belgische handelsbetrek
kingen; handelsovereenkomsten met Turkije,
Chili, Tsjecho-Slovakije, Spanje en Engeland.
Nog andere „Onder
handelingen".
Een ander soort „onderhandelingen" heeft
minister de Wilde gevoerd met de gemeente
besturen. Eind April ging van binnenlandsche
zaken een schrijven uit inzake aanpassing dei-
gemeentelijke salarisregelingen. De wenschen,
daarin kenbaar gemaakt, werden later aan
enkele gemeentebesturen men denke aan
Amsterdam en Rotterdam in herinnering
Prins Hendrik.
De Koningin-Moeder.
gebracht, waarbij tegelijkertijd nog een nadere
mededeeling werd gedaan, welke 's ministers
verlangen kracht moest bijzetten,
Mr. Marchant schreef met ingang van 1
September de z.g. examenspelling (omtrent
welker vaderschap nog steeds geen zekerheid
bestaat) voor. Mocht de minister van onder
wijs zich gevleid hebben met de hoop, dat zijn
maatregel goeden weerklank zou vinden hij
is bedrogen uitgekomen.
Kamerdebatten, moties, openbare vergade
ringen. open brieven, nieuwe vereenigingen,
radioredevoeringen, scheldepistels, zelfs be
dekte bedreigingen waren het gevolg van zijn
besluit.
Klein werk hierbij waren o.m. de reorgani
satie der crisis-diensten, de heffing op vrij
wel alle oliën en de stichting tot bevordering
der werkverruiming voor academisch gevorm-
den.
Aparte vermelding verdient de radiorede van
jhr. mr. A. C. D. de Graeff over Volkenbonds
hervorming.
Het Koninklijk Huis zwaar
getroffen.
Bijzonder zwaar werd het Koninklijk Huis
getroffen door het overlijden der Koningin-
Moeder op 20 Maart des morgens te 7.45 uur.
Deze vorstin uit Waldeck Pyrmont afkomstig,
had zich door heur vriendelijkheid en een
voud, heur hartelijkheid en gulheid een aparte
plaats verworven in de harten van alle Ne
derlanders. De droefheid om haar verscheiden
werd, door het overlijden van Prins Hendrik
in den middag van 3 Juli ontzaglijk verzwaard
voor onze Koningin en Prinses Juliana.
Verlaging der steun-
normen.
Met 1 Juli werd het besluit tot verlaging
der steunnormen van kracht en op den zesden
dier maand braken te Amsterdam ongeregeld
heden uit, welke aan eenige personen het
;leven kostten. Ook in andere plaatsen lokte de
maatregel verzet uit. De overheid requireerde
evenwel een sterke troepenmacht, welke een
eind aan de opstootjes (maakte. Het N. V. V.
vond in de beslissing der regeering aanleiding
in het najaar een petitionnementsactie te or-
ganiseeren.
Politieke partijen.
Hoewel de crisis de politieke partijen niet I
geheel ongemoeid heeft gelaten, zijn er toch I
geen directe feiten të noemen, welke op com
binatie of scheuring wijzen. Wel mogen O.S.P.
en R.S.P. elkaar naderen, beslissingen inzake
.samensmelting werden niet genomen. De re
devoeringen van pater Henricus mogen sen
satie verwekt hebben, geen scheuring of af
scheiding van de R.-K. Staatspartij is het ge
volg er van geweest, Evenmin als de bespre
kingen van hervormde anti-revolutionnairen
tot tastbare resultaten hebben geleid, De
S.D.A.P. legde or haar Paasch-congres vast.
dat zij geen illegale middelen ter verdediging
der democratie wil gebruiken.
Het verkeer.
Zoowel de Spoorwegen als de K.L.M. hebben
getracht den ouden weg te verlaten en na een
aanvankelijk succes is een voorloopïg droef
einde gevolgd. Met grooten trots liet de S.S.-
directie de Dieseltreinen op de baan verschij
nen. Dra bleken er evenwel defecten te zijn,
welke een langdurigen reparatietijd zullen ver
eischen. De teruggang der inkomsten zette
zich bij dit bedrijf voort, waartegenover de
salarissen van het personeel evenzeer vermin
dering ondergingen. Bij de luchtvaartmaat
schappij was en bleef het vooruitgang De
vreugde over het uitstekende resultaat ln de
Melbourncrace (tweede achter Scott en Black»
en de eerste Oceaanvlucht is echter geheel
neergeslagen door de ramp, welke de Uiver
vlak bij het vliegveld Rutbah Wells trof.
Door wettelijke bepalingen zijn wijzigingen
gekomen in de motor- en rijwieiwet. Ook zul
len de lasten, welke op het autobedrijf druk
ken verzwaard worden. Op verschillende wijze
wordt gestreefd naar een veiliger verkeer. Des
niettegenstaande zijn tientallen families in
rouw gedompeld, doordat een harer leden
slachtoffer werd van onzen haastigen tijd.
Dan denken we onwillekeurig aan het vreese-
lijke ongeluk in het Munsterscheveld aan dat,
waarbij nabij Alkmaar drie wielrenners om
het leven kwamen, aan de autobus met te
werkgestelde n. welke op een onbewaakten
overweg nabij Emmen door den trein werd
gegrepen. Maar ook aan de treinbotsing nabij
het Weesperpoortstation te Amsterdam.
Verschillende feiten.
Al deze ongevallen waren van een treurige
vermaardheid, welke werd geëvenaard door
die van het drama te 's-Gravenhage. waarbij
een vader en vier kinderen om het leven
kwamen; door het noodlot, dat den Pander ja
ger te Allahabad trof; door de stranding van
de „Oakford", door de kwestie in de Vereeni-
MAANDAG 31 DECEMBER '34
ging „Trein 8.28"; door de Onnes-za&k; dooi
den moord op Sarah Beugeltasch; door den
filmbrand te Hilversum; door het vergaan
van een Belgisch schip nabij Haaks; door het
zinken van de „Orania" maar zij allen heb
ben hoeveel wondeplekken bij de nabe
staanden zullen blijven schrijnen geen be-
teekenis voor den tijd. Die beteekenis mag wel
worden toegekend aan de reorganisatie van
de Nederlandsche Handelmaatschappij, aan
de berechting der muiters van ..De Zeven Pro
vinciën". aan de actie van burgemeesters uit
Noord-Brabant en Limburg tot versterking
van het leger, aan het instellen van een be
trouwbaarheidsonderzoek bij de schepelingen
in Indië, aan den tocht van de K XVHI. Dit
zal nog bekend zijn, nadat men bovengenoem
de „gevallen" reeds lang vergeten is en si-echts
de weerkundigen nog weten, dat in December
1934 bijna een warmterecord is gevestigd.
Eveneens zal nog gesproken worden over de
Nederlanders, die naar het Saargebied trok
ken, om daar mede te helpen aan het hand
haven van de orde, indien de tijd reeds lang
de herinnering aan het eerste lustrum van
den Radioraad. het eindigen van de telefoon
storing te Amsterdam, veroorzaakt door den
brand in de Centrale, de veroordeeling van de
Straperio-exploifcanten, de ontslagneming van
Pierre Monteux. het ontslag van Zwertbroek,
het eerste anti-lawaaicongres in Nederland,
het Stadionconcert te Amsterdam, het ontslag
aan ir. Mussert. de benoeming van oud-mi
nister Reymer tot burgemeester van Roer
mond, de reis van de Koningin en de Prinses
naar Noorwegen, de verlaging van de rijkste
lefoontarieven, radioredevoeringen van mi
nister Marchant. converteeren van rijks-, pro
vinciale- en gemeentelijke leeningen, acties
voor huurverlaging. de bijlegging van het vis-
scherijconflict te IJmuiden, verliezen van
rechtspersoonlijkheid door den bond van min
der marinepersoneel, de arrestatie van acht
hulpkeurmeesters te Rotterdam, de Larensche
conferentie met haar nasleep, de heffing op
vrijwel alle oliën, de „uitvinding" van Warde
nier, de strijd tegen de wilde autobusdien
sten heeft uitgevaagd.
Zoo staan we voor de jaarwisseling. Het ver
leden is moeilijk geweest, de symptomen, welke
op een verbetering van den economischen toe
stand wijzen, zijn ook voor ons land zwak.
Maar genoeg. De een zal na lang zoeken en
wegen weinig vinden, dat de moeite van be
waren loont, de ander zal veel .schoon en
goed" prijzen. Dan denken wij aan de woor
den, welke minister Oud op 27 September voor
de radio sprak: „Wij bevinden ons in de po
sitie van den scheepskapitein, die een deel
zijner lading, moet uitwerpen. Hij doet dat
alleen om te voorkomen, dat geheel zijn schip,
met bemanning en lading, een prooi der gol
ven wordt". Die uitgeworpen lading vertegen
woordigt hooge waarden. De hoogste behou
den wij echter, onze idealen. D^ze zullen en
moeten we blijven uitdragen. Ook in 1935.
Mr. H. P. Marchant.
Bezoek van
den Gouverneur-Generaal.
Dit is waarschijnlijk de laatste kroniek die
ik van hier kan sturen, want met de volgende
mail vertrek ik zelf van hier! Fijn vooruitzicht
en maar goed ook, want is ben heusch over
Soembawa zoo'n beetje uitgepraat, na drie
en een half jaar verblijf.
Gelukkig valt er degze maal weer veel te
schrijven, namelijk het verslag over de komst
van de G. G. en gezelschap die hier den
vorigen Woensdag geweest zijn. De dagen er
vóór was het al druk met alle voorbereidingen
die aan de hooge komst vast zaten. Een paar
maal met Argusoogen de kotta doorgewandeld
en elke ongerechtigheid doen opruimen. Hui
zen en paggers kregen een extra streekje verf
of kalk, er werden een vijftal eerebogen gezet
waarvan die van de Arabieren en Chineezen
heel mooi waren, zoodat Soembawa er extra
Zondagsch ging uitzien! Zondags hielden we
repetitie van de optochten en volksvoorstel
lingen die den G.G. vertoond zouden worden.
Dat was een langdurig, warm en vervelend
werkje. Het viel niet mee, een dikke duizend
schoolkinderen, een 150 ruiters, een stel van
60 dansers en danseressen op tijd te laten
doen wat je van plan bent, temeer omdat de
menschen en beesten hier niet al te pienter
zijn. Maar enfin, we kregen er zoom beetje
orde in, het was echter nog lang niet ideaal
zoodat we besloten, den dag vóór de komst
van den G.G. nog een generale repetitie te
houden. Dat was dus Dinsdag, 's Morgens
kwam met de K.P.M. de vrouw van den Resi
dent, die ik ging verwelkomen. Daarna de
generale repetitie die vlot verliep, zoodat we
vol goeden moed den volgenden dag konden
afwachten. Den verderen middag nog diverse
regelingen gemaakt, voor de schikking der
stoelen en de opstelling der menschen ge.
zorgd en toen kwam de groote dag. Zes uur op
er in mijn piekfijnste witte uniform gestoken.
Daar de Rigel en het begeleidend oorlogsschip
Soemba om' 8 uur zouden aankomen, was het
olan, dat Sultan en ik om half acht naai
de Laboean zouden trekken om de komende
dingen af te wachten. Maar ziet, daar komt
plots om 7 uur een officier van de Soemba
bij me thuis, die me de officieele G.G. vlag
gen brengt die geheschen moesten worden en
me tevens een briefje geeft van Adjudant de
Stoppelaar. die me namens den G. G. mede
deelde, dat Z.E. niet, zooals het plan was en
zooals op Bima was gebeurd, ineens naar de
Astanah (paleis) van den Sultan wilde gaan,
maar eerst bij mij thuis de Europeanen wilde
ontmoeten. Dat was wel een heele schrik, om
dat ik er heelemaal niet op gerekend had,
maar aan den anderen kant vond ik het ook
wel fijn, omdat ik 't ook in 't te Koepang vast
gestelde programma het minder juist en pret
tig vond dat het bezoek van den G. G. geheel
aan den Sultan gewijd was en de Europeanen
in de tweede plaats kwamen. Dit had de G.G
gedurende zijn bezoek aan Bima ook gemerkt,
zooals hij mij later vertelde, en daarom had
hij me dat briefje laten sturen.
Haast je rep je, mijn huis voor ontvangst
in orde gemaakt, de Europeanen en Sultan
ingelicht en toen vlug naar de Laboean. De
Soemba lag al voor de reede, we ontmoetten
den commandant er van en zagen de Rigel
komen aanstoomen, die precies om 8 uur het
anker liet vallen
De Sultan en ik, vergezeld van den Soemba-
commandant met de motorsloep er heen. Wij
werd ontvangen door Adjudant de Stoppe-
!aar, terwijl er druk gefilmd werd. Toen naar
het bruggedek,, waar ik door den Adjudant
aan den G. G., mevrouw, dochters en zoon
en secretaris Geerke werd voorgesteld en ik op
mijn beurt den Sultan presenteerde. De Sultan
bleef maar eventjes,moest naar de Astanah
terug, om den G.G. c.s. daar op te wachten.
Ik bleef nog een minuut of tien aan boord
praten, waarbij het heel genoegelijk toeging.
De G.G. is een buitengewoon prettige en een
voudige man, mevrouw, dochters en zoon
waren ook zeer belangstellend en onderhou
dend. Na een poosje zouden we den wal op
gaan. Bij het verlaten van de Rigel loste de
vlak bij liggende Soemba de 21 saluutschoten,
we naderden den wal, waar het zwart van
de menschen stond, stapten den pas nieuwen
en versierden steiger op, de gereedstaande
acht man veldpolitie presenteerde het geweer
(ik had voor geen grootere eerewacht kunnen
zorgen daar ik tien man had weg moeten
sturen voor quarantaine-maatregelen bij de
miltvuurepidemie onder het vee). Ze werden
door den G.G. geïnspecteerd. Daarna stapten
we in de auto's; vijf volle wagens; de G.G.
en ik in den eersten wagen, met vóórop de bok.
de Adjudant van Bemmelen. Onderweg hebben
we samen genoegelijk zitten praten, ik moest
allerlei inlichtingen geven over mijn ressort
enz., de G.G. ook vertellend van zijn reis.
Toen we bij mij thuis kwamen, stonden
daar „alle". Europeanen, teweten zeven stuks!
waaronder drie dames in een rijtje gereed.
De kleine Margij Helder bood zeer dapper
bloemen aan mevrouw aan; toen moest ik
stuk voor stuk de G.G. en gevolg aan hen
voorstellen. We bleven nog een kwartiertje
bij mij babbelen en toen reden we nara de
Astanah. Het laatste stuk van den weg was
afgezet, links en rechts, -door ruim duizend
schoolkinderen die juichten en met vlaggetjes
waaiden. Bij het binnenrijden van het erf
ging de standaard van den G G. omhoog en
traden we binnen. Ik moest alle menschen
weer aan den sultan, familie en ambtenaren
voorstellen, een heel werkje, steeds maar
weer dezelfde namen afdreunen. Toen dat af-
geloopen was, werden de plaatsen aangewe
zen en zaten we in een lange rij op de voor
galerij om de optochten enz. te aanschouwen.
Eerst kwamen de schoolkinderen langs, alle
maal in uniform, dapper zwaaiend met de
vlaggetjes en salueerend. Door het fluit-
orkest werd het Wilhelmus geblazen, dat na
tuurlijk staande werd aangehoord. Het was
een heele file en leuk al die kleuters, vooral
die kleine Chineesjes en deftig stappende Ara
biertjes. Hierna kwam de keratji: een vecht
partij, waarbij twee mannen, heelemaal in
kussens verpakt, en voorzien van groote
schilden van karbauwenhuid, elkaar met dikke
knuppels te lijf gingen. Toen een paar speciale
dansen van hier en daarna traden de Badjo-
danseresjes van de eilanden op, die veel suc
ces hadden; dan weer een serie mannen-
dansen en vechtdemonstraties en toen kwam
het slot en hoofdnummer n.l. het défilé van
paarden. Eerst trad een door een kampong--
man gedresseerd paard op, dat veel succes
had, daarna de kamponghoofden en mannen-
met.vrouwen tezamen op een paard. Alles
maakte een levendigen en aardigen indruk.
Tenslotte kwamen de 80 hoofden te paard tot
vlak voor de galerij gegaloppeerd en brach
ten drie cheers uit. Hiermee was het feest
afgeloopen. De Sultan stak een speechje. af
dat zeer uitvoerig en buitengewoon goed dooi
den G.G. werd beantwoord, en waarbij de Sul
tan een foto met handteekening van Z. E.
als aandenken ontving. Hierna werd afscheid
genomen en reden we naar de Laboean. De
G.G. en ik weer voorop, toen de Sultan met
mevrouw en daarachter de rest van het ge
zelschap. Eerst nog eens de kotta rond en op
de Laboean namen we afscheid, waarbij ik
nog eens speciaal werd bedankt voor de keurige
regeling der ontvangst en wij natuurlijk voor
de hooge eer van het bezoek bedankten.
Stram in de houding staande zagen wij de
motorboot met de hooge gasten vertrekken
naar boord toe.
Wij blij en in onze sas dat alles zoo prettig
en goed verloopen was, naar Soembawa terug
waar we onder een koud biertje nog een tijd
na zaten te boomen; Een ambtenaar, die we
op verzoek van mevrouw de Jonge met kaïns
en zilverwerk van hier naar boord hadden ge
stuurd, kwam terug met het verblijdend
nieuws dat hij voor 170 pop had kunnen ver-
koopen. Ook hierbij dus succes.
En hiermede is het verslag van den grooten
dag, dien we hier hadden, uit.
Ik voeg nog een aardige foto bij van mij met
den G.G. en Van Bemmelen in de auto. Ik
weet niet of ik dat moment een standje krijg
of dat me een strikvraag gedaan wordt, waar
schijnlijk geen van twee, daar ik er me niet.
van bewust ben dat dit gedurende de rit ge
beurde!
Twee dagen daarna ben ik met Helder op
mijn laatste binnenland-tournee geweest en
heb zoo afscheid genomen van dit mooie land.
Ik had de mooiste route uitgezocht en
daar het weer prachtig was, genoten we echt.
Vijf dagen van zwaar terrein en mooie uit
zichten; wat dat betreft zal ik Soembawa
missen. We keken onderweg nog uit naar
vliegtuigen van de Melbourne-race maar zagen
jammer genoeg niets. Ik ga nu een drukke
kantoormaand tegemoet om alles voor mijn
vertrek in orde te maken; de Resident komt
ook nog begrootingsvergadering houden, zoo
dat die laatste maand wel druk zal worden.
Maar dat doet de tijd opschieten en dat is
lang niet kwaad. Wat wel kwaad is, dat is
op het oogenblik de warmte die ik hier nog
niet zoo erg heb meegemaakt. Je bent trempe
als je je maar eventjes inspant. We snakken
dan ook allemaal naar regen, Alles is zoo dol
en droog van de hitte. En nu stop, ik ben
door mijn pyjama heen en ga in de mandi-
kamer even verkoeling zoeken. En dan over
een kort poosje naar jullie en de kou tege
moet!! So long!
G. N. L.
20 Maart Koningin-Moeder,
3 Juli: Prins Hendrik.
Prof. Dr. S, Hoogewerf, te Delft.
C. A. P. van Stolk, in den oorlog regeer-
ringsadviseur bij de voedselvoorziening.
J. C. Laan, bekend industrieel en oud-wet
houder van Bloemendaal.
S. P. van Eeghen, koopman.
A. C. Bos, administrateur Centraal Genoot
schap.
Lr. W. K. du Croo. oud-inspecteur-generaal
van den Rijkswaterstaat.
Ds. J. D. v. d. Munnik
Ir. J. F. Lichtenberg, hoofd-ingenieur bij
de Zuiderzeewerken.
Dr. J. Th. Oudemans, entomoloog.
W. Th. de Booy, gepens. vice-admiraal.
Prof. J. A. Blok, hoogleeraar te Leiden,
Miedema, beeldhouwer.
Antoon Averkamp, musicus.
Johan Winnubst. musicus.
Jhr. Mr. D. E. van Lennep, oud-burgemees
ter van Heemstede en oud-lid van Gedeputeer
de Staten van Noordholland.
Riek de la Mar-Kley, actrice.
Dr. ir. C. F. Stork, industrieel.
G. C. baron van Asbeck, oud-directeur der
rekenkamer.
Ir. E. P. Wallenstein, directeur van Econ.
Zaken in Indië.
Jhr. mr. E. L. Elias, secretaris der Ned.
Spoorwegen.
Mr. A. Tak, proc.-gen, bij den Hoogen Raad.
Dr. H. P. Berlage, bouwmeester.
P. T. H. M. Dobbelman, oud-lid der Eerste
Kamer,
R D. van Eysden, oud-dir. Rott. Tooneel.
J. H. A. Schaper, vice-voorzitter Tweede-
Kamer.
Isaac Israels, kunstschilder.
Wilhelmina Kley, tooneelspeelster.
Mr. W. A. Mees, bankier.
Jhr. mr. T. R. J. E. Stoop.
S. C. J. Heerma van Voss, industrieel.
D. F. W. van Rees, onder-voorzitter manda-
tencommissie Volkenbond.
A. Dreesmann, koopman.
Prof. dr. W. de Sitter.
Prof. Walch, hoogleeraar te Batavia.
W. D. Berretty, directeur van Aneta.
Mr. T. J. Verschuur.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM. 29 December.
Ondertrouwd 28 December: w. C. de -Jong
en A. G. Lameris; D. Davids en M. U vail
Rijn.
Bevallen 23 December: Ivf. Floor—Zwikker,
z.; 24 December: L ReindersKoster, d 26
December: J. Olijerhoek—Roelofsma, z.; M.
A. T. van Koppen—Franssen, z.; A. C. van
EekelenKorsman, z.
28 December: A Büleveld—Hoogeboom z.
Overleden: 26 December: J. Eckhard -van
Polen, 84 jA. L. Dycerinekstraat; 27 Decem
ber: J. J. Smits, 69 j.. Heerensingel: C. C.
Sloot, 85 j., Jansstraat; H. Nieuwenhuijsen, 85
j., Brouwersstraat; 28 December: J Tienstra,
32, j., Gasthuisvest.