1934: Strijd om boven te blijven drijven. Necrologie over 1934. Symptomen van verbetering nog heel zwak. Zware slagen voor hef Koninklijk Huis Onderhandelingen met tal van landen. In de laatste boodschap, welke de nobele Zuid-Afrikaansche president Paul Kru- ger tot zijn volk richtte, zeide deze staats man: „Wie zich een toekomst scheppen wil, mag het verledene niet uit het oog ver liezen. Daarom zoekt in het verledene al het goede en schoone, dat daarin te ontdekken valt, vormt daarnaar uw ideaal en beproeft voor de toekomst dat ideaal te verwezenlijken". Deze woorden traden in onze herinnering naar voren, teen wij ons zetten tot het schrijven van een overzicht der binnenlandsche gebeurtenis sen in het jaar 1934. omdat zij schijnbaar voor deze „volheid des tijds" zoo weinig meer te zeggen hebben. Omdat het jaar 1934 schijn baar vol gebeuren was, welks gedachtenis zoo snel mogelijk uitgewischt moet. worden. En toch had Paul Kruger gelijk. Voor de toekomst is het verleden en heden beslissend. Voor een toekomst, beter dan deze dag, zullen wij tus- schen al datgene, dat alleen voor de weten schap van belang zal zijn, nauwgezet en voort durend moeten zoeken naar wat goed en schoon is, gced en schoon voor allen tijd. Ieder zal vin den, naar zijn eigen aard, kleine en groote waarden, maar die alle tezamen gevoegd, zul len ons een volmaakter wereld moeten bren gen. Een wereld, zoo volmaakt als aardbewo ners kunnen bereiken, waarop elk een den eere-titel „mensch" draagt en het „Alle Men- schen werden Brüder" gezegd kan worden zonder beklemtoning van het tweede woord. Indien wij naar een karakteristiek zouden zoeken voor het jaar 1934, zonden wij die ten deele kunnen vinden in de vreugde-benemende spanning, welke op het vliegveld Schiphol op 30 December 1933 heerschte, toen daar tien duizenden stonden te wachten op de Pelikaan, die den veiligen vaderlandschen grond, welke door een mist-vitrage haast onvindbaar was geworden, zocht. De vliegers speurden naar die kleine oppervlakte, waar zij hun machine na een langen tocht konden neerzetten. De toe schouwers tuurden, hoorden de motoren da veren, verstilden, in vreeze, dat de vier dap pere mannen op het laatste moment hun doel zouden kunnen missen. Dan plots ging de kreet langs de rijen, door allen overgenomen: „Daar staat-ie". Zoo zouden wij 1934 ook kunnen zien, de strijd, niet om het voortbestaan der natie, maar om ons rechtop te houden, om tot ons te trekken den .Pelikaan der welvaart" naar wiens terugkomst wij met al onze zenuwkracht verlangen, heeft geen opwekkende kanten meer. We durven niet meer te zeggen, dat onze jeugd leeft in een machtig-lnteressanten tijd. De spanning om boven te blijven drijven is zoo intens geworden, dat de vreugde in den strijd is verdwenen. Hoe graag zouden wij uit het kil-duistere, dat boven ons bestaan hangt, de welvaart zien te voorschijn komen, alle ge dachten aan malaise, crisis, gedwongen niets doen verdrijvend. We hooren nu en dan een zwak gerucht, doch het monster, dat ons nu reeds enkele jaren bedreigt, gaat er nog niet door op de vlucht. In 1935? We hopen het van ganscher harte. De symptomen van beterschap zijn in het buitenland tot nu toe talrijker dan in ons land. Indien deze aanhouden, zal Ne derland, hoewel hier de nedergang later dan elders inzette, daarvan den invloed moeten ondervinden. Wetgeving op allerlei gebied. Voor hen, die met het samenstellen van wetten belast zijn geweest, is 1934 een hausse jaar geweest. Zeker eenige tientallen zijn bij de Staten-Generaal ingediend en dan wor den daarbij alleen de meer belangrijke be doeld. Wij releveeren hiervan dat tot vermin dering van het aantal leden van den Raad van State van veertien tot tien en tot het stellen van een leeftijdsgrens voor de leden; tot het leenen van f 115 millioen aan Ned. Indië; tot heffing van een crisisinkomstenbelasting; tot credietverleening aan den middenstand; be treffende een 60-millioenenplan tot bestrijding der werkloosheid; tot het nemen van tarief- maatregelen op korten termijn; tot regeling van de opleiding van onderwijzers en onder wijzeressen bij het L.O.; tot het instellen van een werkloosheidssubsidiefonds; houdende nieuwe regelen voor veilig verkeer; tot wijzi ging der kieswet, met de bedoeling dwergpar tijen uit te schakelen en de benoeming van z.g. vrijgestelden in Provinciale Staten en Ge meenteraden onmogelijk te maken; tot wering van dwergpartijtjes; tot aangaan van een geldleening van f 250 millioen ten bate van Ned. Indië; tot invoering van den Middel- Europeeschen tijd; tot wijziging der Winkel sluitingswet. Ook reeds bij deze opsomming zijn enkele, welke door de Kamer nog niet in behandeling zijn genomen, en ook eenige (o.a. dat betref fende een crisisinkomstenbelasting), welke ver moedelijk nimmer op de agenda geplaatst zul len worden. Desniettemin eeh lijst, waarop menige andere regeering voor meerdere jaren trotsch zou zijn. En bijna alle tot wet verheven ontwerpen, kregen met groote meerderheid de parlementaire goedkeuring. Toch is het regeeringsinitiatief én -beleid nog slechts voor een gering deel geschetst met bovenstaande vermelding. De voorzitter van den raad van ministers reisde in Februari naar Engeland en voerde aldaar besprekingen. Tevens zou hij met één der K.L.M.-toestellen naar Indië zijn gevlogen om zich van de actueele problemen op de hoogte te stellen, indien niet op 16 April de minister van econo mische zaken, mr. Verschuur om gezondheids redenen ontheffing van zijn ambt had ver zocht en de benoeming van een opvolger twee maanden had gevorderd. Handelsbesprekingen op tal van fronten. Een belangrijker deel van de aandacht onzer regeering zal echter in' beslag genomen zijn door de handelsbesprekingen, welke met verschillende buitenlandsche mogendheden moesten worden gevoerd. Dan denkt men in de eerste plaats aan die met Duitschland, welke feitelijk het heele jaar door het zorgenkind van economische zaken zijn geweest. In Januari werd het bestaande transfer-verdrag verlengd en de transfer verhoogd van 50 tot 70%. In Juni echter confereerden de ministers Colijn en Oud met vertegenwoordigers uit de bank wereld over onderhandelingen inzake transfer en op 14 Augustus werd bekend gemaakt, dat. „daar een definitieve oplossing inzake het be talingsverkeer met Duitschland onmogelijk blijkt., 15 Augustus de clearingwet in werking treedt. Tegen het op 21 September gesloten clearingverdrag rees spoedig verzet, zoodat dit begin November werd opgezegd. In plaats van tweezijdige clearing kreeg men toen éénzijdige clearing van Nederland. Enkele weken latei- werd een nieuwe overeenkomst gesloten. Een moeilijkheid voor onze onderhandelaars was vooral gelegen in het feit, dat onze uitvoer jnaar Duitschland steeg en onze invoer daalde. Naast deze economische kwesties zij slechts de mislukte poging uitlevering van M. v. d. Lubbe's lijk te verkrijgen aangestipt Van misschien even groot belang is de strijd geweest, welke de Nederlandsche delegatie te Batavia met Japan heeft moeten voeren. On derhandelingen, welke in de historie bekend zullen blijven door het groote geduld onzer zijds betoond. Alle openlijke en bedekte pogin gen ons in een voor ons min-gunstige richting te duwen, faalden. ,,Van een beleefdheid onzer zijds is schromelijk misbruik gemaakt, aldus moest een Nederlandsch delegatielid verkla ren. Het eerste stadium der conferentie is dezer dagen thans werkelijk geëindigd. Wanneer de volgende stadia even lang zullen duren, hoe ven we niet op overeenstemming in 1935 te rekenen. Behalve deze beide hoofdmomenten zijn er eenige andere, van geringer belang, die even wel niet onvermeld mogen blijven: regeling van de Nederlandsch-Belgische handelsbetrek kingen; handelsovereenkomsten met Turkije, Chili, Tsjecho-Slovakije, Spanje en Engeland. Nog andere „Onder handelingen". Een ander soort „onderhandelingen" heeft minister de Wilde gevoerd met de gemeente besturen. Eind April ging van binnenlandsche zaken een schrijven uit inzake aanpassing dei- gemeentelijke salarisregelingen. De wenschen, daarin kenbaar gemaakt, werden later aan enkele gemeentebesturen men denke aan Amsterdam en Rotterdam in herinnering Prins Hendrik. De Koningin-Moeder. gebracht, waarbij tegelijkertijd nog een nadere mededeeling werd gedaan, welke 's ministers verlangen kracht moest bijzetten, Mr. Marchant schreef met ingang van 1 September de z.g. examenspelling (omtrent welker vaderschap nog steeds geen zekerheid bestaat) voor. Mocht de minister van onder wijs zich gevleid hebben met de hoop, dat zijn maatregel goeden weerklank zou vinden hij is bedrogen uitgekomen. Kamerdebatten, moties, openbare vergade ringen. open brieven, nieuwe vereenigingen, radioredevoeringen, scheldepistels, zelfs be dekte bedreigingen waren het gevolg van zijn besluit. Klein werk hierbij waren o.m. de reorgani satie der crisis-diensten, de heffing op vrij wel alle oliën en de stichting tot bevordering der werkverruiming voor academisch gevorm- den. Aparte vermelding verdient de radiorede van jhr. mr. A. C. D. de Graeff over Volkenbonds hervorming. Het Koninklijk Huis zwaar getroffen. Bijzonder zwaar werd het Koninklijk Huis getroffen door het overlijden der Koningin- Moeder op 20 Maart des morgens te 7.45 uur. Deze vorstin uit Waldeck Pyrmont afkomstig, had zich door heur vriendelijkheid en een voud, heur hartelijkheid en gulheid een aparte plaats verworven in de harten van alle Ne derlanders. De droefheid om haar verscheiden werd, door het overlijden van Prins Hendrik in den middag van 3 Juli ontzaglijk verzwaard voor onze Koningin en Prinses Juliana. Verlaging der steun- normen. Met 1 Juli werd het besluit tot verlaging der steunnormen van kracht en op den zesden dier maand braken te Amsterdam ongeregeld heden uit, welke aan eenige personen het ;leven kostten. Ook in andere plaatsen lokte de maatregel verzet uit. De overheid requireerde evenwel een sterke troepenmacht, welke een eind aan de opstootjes (maakte. Het N. V. V. vond in de beslissing der regeering aanleiding in het najaar een petitionnementsactie te or- ganiseeren. Politieke partijen. Hoewel de crisis de politieke partijen niet I geheel ongemoeid heeft gelaten, zijn er toch I geen directe feiten të noemen, welke op com binatie of scheuring wijzen. Wel mogen O.S.P. en R.S.P. elkaar naderen, beslissingen inzake .samensmelting werden niet genomen. De re devoeringen van pater Henricus mogen sen satie verwekt hebben, geen scheuring of af scheiding van de R.-K. Staatspartij is het ge volg er van geweest, Evenmin als de bespre kingen van hervormde anti-revolutionnairen tot tastbare resultaten hebben geleid, De S.D.A.P. legde or haar Paasch-congres vast. dat zij geen illegale middelen ter verdediging der democratie wil gebruiken. Het verkeer. Zoowel de Spoorwegen als de K.L.M. hebben getracht den ouden weg te verlaten en na een aanvankelijk succes is een voorloopïg droef einde gevolgd. Met grooten trots liet de S.S.- directie de Dieseltreinen op de baan verschij nen. Dra bleken er evenwel defecten te zijn, welke een langdurigen reparatietijd zullen ver eischen. De teruggang der inkomsten zette zich bij dit bedrijf voort, waartegenover de salarissen van het personeel evenzeer vermin dering ondergingen. Bij de luchtvaartmaat schappij was en bleef het vooruitgang De vreugde over het uitstekende resultaat ln de Melbourncrace (tweede achter Scott en Black» en de eerste Oceaanvlucht is echter geheel neergeslagen door de ramp, welke de Uiver vlak bij het vliegveld Rutbah Wells trof. Door wettelijke bepalingen zijn wijzigingen gekomen in de motor- en rijwieiwet. Ook zul len de lasten, welke op het autobedrijf druk ken verzwaard worden. Op verschillende wijze wordt gestreefd naar een veiliger verkeer. Des niettegenstaande zijn tientallen families in rouw gedompeld, doordat een harer leden slachtoffer werd van onzen haastigen tijd. Dan denken we onwillekeurig aan het vreese- lijke ongeluk in het Munsterscheveld aan dat, waarbij nabij Alkmaar drie wielrenners om het leven kwamen, aan de autobus met te werkgestelde n. welke op een onbewaakten overweg nabij Emmen door den trein werd gegrepen. Maar ook aan de treinbotsing nabij het Weesperpoortstation te Amsterdam. Verschillende feiten. Al deze ongevallen waren van een treurige vermaardheid, welke werd geëvenaard door die van het drama te 's-Gravenhage. waarbij een vader en vier kinderen om het leven kwamen; door het noodlot, dat den Pander ja ger te Allahabad trof; door de stranding van de „Oakford", door de kwestie in de Vereeni- MAANDAG 31 DECEMBER '34 ging „Trein 8.28"; door de Onnes-za&k; dooi den moord op Sarah Beugeltasch; door den filmbrand te Hilversum; door het vergaan van een Belgisch schip nabij Haaks; door het zinken van de „Orania" maar zij allen heb ben hoeveel wondeplekken bij de nabe staanden zullen blijven schrijnen geen be- teekenis voor den tijd. Die beteekenis mag wel worden toegekend aan de reorganisatie van de Nederlandsche Handelmaatschappij, aan de berechting der muiters van ..De Zeven Pro vinciën". aan de actie van burgemeesters uit Noord-Brabant en Limburg tot versterking van het leger, aan het instellen van een be trouwbaarheidsonderzoek bij de schepelingen in Indië, aan den tocht van de K XVHI. Dit zal nog bekend zijn, nadat men bovengenoem de „gevallen" reeds lang vergeten is en si-echts de weerkundigen nog weten, dat in December 1934 bijna een warmterecord is gevestigd. Eveneens zal nog gesproken worden over de Nederlanders, die naar het Saargebied trok ken, om daar mede te helpen aan het hand haven van de orde, indien de tijd reeds lang de herinnering aan het eerste lustrum van den Radioraad. het eindigen van de telefoon storing te Amsterdam, veroorzaakt door den brand in de Centrale, de veroordeeling van de Straperio-exploifcanten, de ontslagneming van Pierre Monteux. het ontslag van Zwertbroek, het eerste anti-lawaaicongres in Nederland, het Stadionconcert te Amsterdam, het ontslag aan ir. Mussert. de benoeming van oud-mi nister Reymer tot burgemeester van Roer mond, de reis van de Koningin en de Prinses naar Noorwegen, de verlaging van de rijkste lefoontarieven, radioredevoeringen van mi nister Marchant. converteeren van rijks-, pro vinciale- en gemeentelijke leeningen, acties voor huurverlaging. de bijlegging van het vis- scherijconflict te IJmuiden, verliezen van rechtspersoonlijkheid door den bond van min der marinepersoneel, de arrestatie van acht hulpkeurmeesters te Rotterdam, de Larensche conferentie met haar nasleep, de heffing op vrijwel alle oliën, de „uitvinding" van Warde nier, de strijd tegen de wilde autobusdien sten heeft uitgevaagd. Zoo staan we voor de jaarwisseling. Het ver leden is moeilijk geweest, de symptomen, welke op een verbetering van den economischen toe stand wijzen, zijn ook voor ons land zwak. Maar genoeg. De een zal na lang zoeken en wegen weinig vinden, dat de moeite van be waren loont, de ander zal veel .schoon en goed" prijzen. Dan denken wij aan de woor den, welke minister Oud op 27 September voor de radio sprak: „Wij bevinden ons in de po sitie van den scheepskapitein, die een deel zijner lading, moet uitwerpen. Hij doet dat alleen om te voorkomen, dat geheel zijn schip, met bemanning en lading, een prooi der gol ven wordt". Die uitgeworpen lading vertegen woordigt hooge waarden. De hoogste behou den wij echter, onze idealen. D^ze zullen en moeten we blijven uitdragen. Ook in 1935. Mr. H. P. Marchant. Bezoek van den Gouverneur-Generaal. Dit is waarschijnlijk de laatste kroniek die ik van hier kan sturen, want met de volgende mail vertrek ik zelf van hier! Fijn vooruitzicht en maar goed ook, want is ben heusch over Soembawa zoo'n beetje uitgepraat, na drie en een half jaar verblijf. Gelukkig valt er degze maal weer veel te schrijven, namelijk het verslag over de komst van de G. G. en gezelschap die hier den vorigen Woensdag geweest zijn. De dagen er vóór was het al druk met alle voorbereidingen die aan de hooge komst vast zaten. Een paar maal met Argusoogen de kotta doorgewandeld en elke ongerechtigheid doen opruimen. Hui zen en paggers kregen een extra streekje verf of kalk, er werden een vijftal eerebogen gezet waarvan die van de Arabieren en Chineezen heel mooi waren, zoodat Soembawa er extra Zondagsch ging uitzien! Zondags hielden we repetitie van de optochten en volksvoorstel lingen die den G.G. vertoond zouden worden. Dat was een langdurig, warm en vervelend werkje. Het viel niet mee, een dikke duizend schoolkinderen, een 150 ruiters, een stel van 60 dansers en danseressen op tijd te laten doen wat je van plan bent, temeer omdat de menschen en beesten hier niet al te pienter zijn. Maar enfin, we kregen er zoom beetje orde in, het was echter nog lang niet ideaal zoodat we besloten, den dag vóór de komst van den G.G. nog een generale repetitie te houden. Dat was dus Dinsdag, 's Morgens kwam met de K.P.M. de vrouw van den Resi dent, die ik ging verwelkomen. Daarna de generale repetitie die vlot verliep, zoodat we vol goeden moed den volgenden dag konden afwachten. Den verderen middag nog diverse regelingen gemaakt, voor de schikking der stoelen en de opstelling der menschen ge. zorgd en toen kwam de groote dag. Zes uur op er in mijn piekfijnste witte uniform gestoken. Daar de Rigel en het begeleidend oorlogsschip Soemba om' 8 uur zouden aankomen, was het olan, dat Sultan en ik om half acht naai de Laboean zouden trekken om de komende dingen af te wachten. Maar ziet, daar komt plots om 7 uur een officier van de Soemba bij me thuis, die me de officieele G.G. vlag gen brengt die geheschen moesten worden en me tevens een briefje geeft van Adjudant de Stoppelaar. die me namens den G. G. mede deelde, dat Z.E. niet, zooals het plan was en zooals op Bima was gebeurd, ineens naar de Astanah (paleis) van den Sultan wilde gaan, maar eerst bij mij thuis de Europeanen wilde ontmoeten. Dat was wel een heele schrik, om dat ik er heelemaal niet op gerekend had, maar aan den anderen kant vond ik het ook wel fijn, omdat ik 't ook in 't te Koepang vast gestelde programma het minder juist en pret tig vond dat het bezoek van den G. G. geheel aan den Sultan gewijd was en de Europeanen in de tweede plaats kwamen. Dit had de G.G gedurende zijn bezoek aan Bima ook gemerkt, zooals hij mij later vertelde, en daarom had hij me dat briefje laten sturen. Haast je rep je, mijn huis voor ontvangst in orde gemaakt, de Europeanen en Sultan ingelicht en toen vlug naar de Laboean. De Soemba lag al voor de reede, we ontmoetten den commandant er van en zagen de Rigel komen aanstoomen, die precies om 8 uur het anker liet vallen De Sultan en ik, vergezeld van den Soemba- commandant met de motorsloep er heen. Wij werd ontvangen door Adjudant de Stoppe- !aar, terwijl er druk gefilmd werd. Toen naar het bruggedek,, waar ik door den Adjudant aan den G. G., mevrouw, dochters en zoon en secretaris Geerke werd voorgesteld en ik op mijn beurt den Sultan presenteerde. De Sultan bleef maar eventjes,moest naar de Astanah terug, om den G.G. c.s. daar op te wachten. Ik bleef nog een minuut of tien aan boord praten, waarbij het heel genoegelijk toeging. De G.G. is een buitengewoon prettige en een voudige man, mevrouw, dochters en zoon waren ook zeer belangstellend en onderhou dend. Na een poosje zouden we den wal op gaan. Bij het verlaten van de Rigel loste de vlak bij liggende Soemba de 21 saluutschoten, we naderden den wal, waar het zwart van de menschen stond, stapten den pas nieuwen en versierden steiger op, de gereedstaande acht man veldpolitie presenteerde het geweer (ik had voor geen grootere eerewacht kunnen zorgen daar ik tien man had weg moeten sturen voor quarantaine-maatregelen bij de miltvuurepidemie onder het vee). Ze werden door den G.G. geïnspecteerd. Daarna stapten we in de auto's; vijf volle wagens; de G.G. en ik in den eersten wagen, met vóórop de bok. de Adjudant van Bemmelen. Onderweg hebben we samen genoegelijk zitten praten, ik moest allerlei inlichtingen geven over mijn ressort enz., de G.G. ook vertellend van zijn reis. Toen we bij mij thuis kwamen, stonden daar „alle". Europeanen, teweten zeven stuks! waaronder drie dames in een rijtje gereed. De kleine Margij Helder bood zeer dapper bloemen aan mevrouw aan; toen moest ik stuk voor stuk de G.G. en gevolg aan hen voorstellen. We bleven nog een kwartiertje bij mij babbelen en toen reden we nara de Astanah. Het laatste stuk van den weg was afgezet, links en rechts, -door ruim duizend schoolkinderen die juichten en met vlaggetjes waaiden. Bij het binnenrijden van het erf ging de standaard van den G G. omhoog en traden we binnen. Ik moest alle menschen weer aan den sultan, familie en ambtenaren voorstellen, een heel werkje, steeds maar weer dezelfde namen afdreunen. Toen dat af- geloopen was, werden de plaatsen aangewe zen en zaten we in een lange rij op de voor galerij om de optochten enz. te aanschouwen. Eerst kwamen de schoolkinderen langs, alle maal in uniform, dapper zwaaiend met de vlaggetjes en salueerend. Door het fluit- orkest werd het Wilhelmus geblazen, dat na tuurlijk staande werd aangehoord. Het was een heele file en leuk al die kleuters, vooral die kleine Chineesjes en deftig stappende Ara biertjes. Hierna kwam de keratji: een vecht partij, waarbij twee mannen, heelemaal in kussens verpakt, en voorzien van groote schilden van karbauwenhuid, elkaar met dikke knuppels te lijf gingen. Toen een paar speciale dansen van hier en daarna traden de Badjo- danseresjes van de eilanden op, die veel suc ces hadden; dan weer een serie mannen- dansen en vechtdemonstraties en toen kwam het slot en hoofdnummer n.l. het défilé van paarden. Eerst trad een door een kampong-- man gedresseerd paard op, dat veel succes had, daarna de kamponghoofden en mannen- met.vrouwen tezamen op een paard. Alles maakte een levendigen en aardigen indruk. Tenslotte kwamen de 80 hoofden te paard tot vlak voor de galerij gegaloppeerd en brach ten drie cheers uit. Hiermee was het feest afgeloopen. De Sultan stak een speechje. af dat zeer uitvoerig en buitengewoon goed dooi den G.G. werd beantwoord, en waarbij de Sul tan een foto met handteekening van Z. E. als aandenken ontving. Hierna werd afscheid genomen en reden we naar de Laboean. De G.G. en ik weer voorop, toen de Sultan met mevrouw en daarachter de rest van het ge zelschap. Eerst nog eens de kotta rond en op de Laboean namen we afscheid, waarbij ik nog eens speciaal werd bedankt voor de keurige regeling der ontvangst en wij natuurlijk voor de hooge eer van het bezoek bedankten. Stram in de houding staande zagen wij de motorboot met de hooge gasten vertrekken naar boord toe. Wij blij en in onze sas dat alles zoo prettig en goed verloopen was, naar Soembawa terug waar we onder een koud biertje nog een tijd na zaten te boomen; Een ambtenaar, die we op verzoek van mevrouw de Jonge met kaïns en zilverwerk van hier naar boord hadden ge stuurd, kwam terug met het verblijdend nieuws dat hij voor 170 pop had kunnen ver- koopen. Ook hierbij dus succes. En hiermede is het verslag van den grooten dag, dien we hier hadden, uit. Ik voeg nog een aardige foto bij van mij met den G.G. en Van Bemmelen in de auto. Ik weet niet of ik dat moment een standje krijg of dat me een strikvraag gedaan wordt, waar schijnlijk geen van twee, daar ik er me niet. van bewust ben dat dit gedurende de rit ge beurde! Twee dagen daarna ben ik met Helder op mijn laatste binnenland-tournee geweest en heb zoo afscheid genomen van dit mooie land. Ik had de mooiste route uitgezocht en daar het weer prachtig was, genoten we echt. Vijf dagen van zwaar terrein en mooie uit zichten; wat dat betreft zal ik Soembawa missen. We keken onderweg nog uit naar vliegtuigen van de Melbourne-race maar zagen jammer genoeg niets. Ik ga nu een drukke kantoormaand tegemoet om alles voor mijn vertrek in orde te maken; de Resident komt ook nog begrootingsvergadering houden, zoo dat die laatste maand wel druk zal worden. Maar dat doet de tijd opschieten en dat is lang niet kwaad. Wat wel kwaad is, dat is op het oogenblik de warmte die ik hier nog niet zoo erg heb meegemaakt. Je bent trempe als je je maar eventjes inspant. We snakken dan ook allemaal naar regen, Alles is zoo dol en droog van de hitte. En nu stop, ik ben door mijn pyjama heen en ga in de mandi- kamer even verkoeling zoeken. En dan over een kort poosje naar jullie en de kou tege moet!! So long! G. N. L. 20 Maart Koningin-Moeder, 3 Juli: Prins Hendrik. Prof. Dr. S, Hoogewerf, te Delft. C. A. P. van Stolk, in den oorlog regeer- ringsadviseur bij de voedselvoorziening. J. C. Laan, bekend industrieel en oud-wet houder van Bloemendaal. S. P. van Eeghen, koopman. A. C. Bos, administrateur Centraal Genoot schap. Lr. W. K. du Croo. oud-inspecteur-generaal van den Rijkswaterstaat. Ds. J. D. v. d. Munnik Ir. J. F. Lichtenberg, hoofd-ingenieur bij de Zuiderzeewerken. Dr. J. Th. Oudemans, entomoloog. W. Th. de Booy, gepens. vice-admiraal. Prof. J. A. Blok, hoogleeraar te Leiden, Miedema, beeldhouwer. Antoon Averkamp, musicus. Johan Winnubst. musicus. Jhr. Mr. D. E. van Lennep, oud-burgemees ter van Heemstede en oud-lid van Gedeputeer de Staten van Noordholland. Riek de la Mar-Kley, actrice. Dr. ir. C. F. Stork, industrieel. G. C. baron van Asbeck, oud-directeur der rekenkamer. Ir. E. P. Wallenstein, directeur van Econ. Zaken in Indië. Jhr. mr. E. L. Elias, secretaris der Ned. Spoorwegen. Mr. A. Tak, proc.-gen, bij den Hoogen Raad. Dr. H. P. Berlage, bouwmeester. P. T. H. M. Dobbelman, oud-lid der Eerste Kamer, R D. van Eysden, oud-dir. Rott. Tooneel. J. H. A. Schaper, vice-voorzitter Tweede- Kamer. Isaac Israels, kunstschilder. Wilhelmina Kley, tooneelspeelster. Mr. W. A. Mees, bankier. Jhr. mr. T. R. J. E. Stoop. S. C. J. Heerma van Voss, industrieel. D. F. W. van Rees, onder-voorzitter manda- tencommissie Volkenbond. A. Dreesmann, koopman. Prof. dr. W. de Sitter. Prof. Walch, hoogleeraar te Batavia. W. D. Berretty, directeur van Aneta. Mr. T. J. Verschuur. BURGERLIJKE STAND HAARLEM. 29 December. Ondertrouwd 28 December: w. C. de -Jong en A. G. Lameris; D. Davids en M. U vail Rijn. Bevallen 23 December: Ivf. Floor—Zwikker, z.; 24 December: L ReindersKoster, d 26 December: J. Olijerhoek—Roelofsma, z.; M. A. T. van Koppen—Franssen, z.; A. C. van EekelenKorsman, z. 28 December: A Büleveld—Hoogeboom z. Overleden: 26 December: J. Eckhard -van Polen, 84 jA. L. Dycerinekstraat; 27 Decem ber: J. J. Smits, 69 j.. Heerensingel: C. C. Sloot, 85 j., Jansstraat; H. Nieuwenhuijsen, 85 j., Brouwersstraat; 28 December: J Tienstra, 32, j., Gasthuisvest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 7