HIJ OF ZIJ? Laval te Rome. Prins George en Prinses Marina te Parijs. Op hun doorreis naar München passeerden Prins George van Engeland met zijn echtgenoote, Prinses Marina van Griekenland, de Fransche hoofdstad, waar zij door de Parijzenaars hartelijk begroet werden H. K H. Prinses Juliana bracht Maandag een bezoek aan de tentoonstelling van Tsjecho Slowaaksche Kunst, welke in het Stedelijk Museum te Amsterdam gehouden wordt Niet alledaagsche belangstelling voor den doelverdediger in den voetbalwedstrijd Fulham Norwich City (Eng). De zwarte kat, die zich een enthousiast sportbewon- deraarster toonde Oud-minister dr. F. E. Posihuma en de beer C. Eygenraam vertrokken Maandag naar Brussel om deel te nemen aan de Nedep» iandsch Belgische handelsbesprekingen Zaalberg te Leiden viert feest. Op 31 December heeft het Hare Majesteit behaagd de bronzen medaille, verbonden aan de Oranje Nassau Orde, toe te kennen aan zes veteranen van bovengenoemde firma, n I. de heeren J. Klinkhamer, J, Pikaar, J. Hoppenbrouwer, L. Boom, J. van Putten en H. Labordus Groote bedrijvigheid heerschl thans bij den opbouw van de groote Internationale bloemen tentoonstelling .Flora 1935' welke op 15 Maart as. te Heemstede geopend zal worden. Een deel der lichtzuilen op het hoofdterrein Laval te Rome. Bij het graf van den Onbekenden neergelegd Soldaat werd een krans Dr. J. Ronda, geneesheer-directeur van de stichting .Wolfheze" te Wolfhezen, zal op 1 Mei a.s, afscheid nemen uit zijn functie FEUILLETON door BERTA RUCK. 45) Ze keek Patricia niet aan en was blij, dat haar hoofdtooisel grootendeels haar gelaat maskeerde, en haar verhoogde kleur dus niet zoo opviel bij die onwaarheid. In geen geval wilde Patsy, of zichzelf, of wie ook bekennen, dat Liefde bij haar ook boven aan zou gestaan hebben. Die zou echter nooit haar deel zijn. Als ze alle gedachte er aan maar uit haar hart kon bannen! Als ze dat laatste onderhoud in de studeerkamer van Wellalone maar vergeten kon! Als ze het maar weg kon cijferen, wat ze toen gevoeld had! Patricia, voor het oog alleen bezig met haar aardbeien met room, voelde, hoe geagiteerd haar vriendin was, en zij leed er onder. Ondertusschen vervolgde Guelda: „Ik heb aan mijn bezoekers niets dan ge luk voorspeld. Tegen een van de meisjes, die mij kwamen raadplegen, zei ik: „De vriend, die u die smaragd broche gegeven heeft, denkt op dit oogenblik aan u." Tegen een ander zei ik: .,U heeft getobd over een blonden man, een man met goud blond haar. Is het niet goud blond?" „O, ik weet het niet," antwoordde het arme kleine ding. „Hij is heel blond met blauwe oogen." „Nu," ging ik voort, „het eenige, wat ik u raden kan, is niet meer over het geval te blijven tobben. Hij heeft u nog altijd lief, alleen zijn er omstandigheden, die u beiden voor een tijd gescheiden houden. Het is een moeilijke tijd voor u, dat is zeker, maar ik zie daar weldra een eind aan. Het mag Sep tember, October. November, of misschien zelfs December worden, maar dan komt de zaak ;toch in orde- Een pond. Dank u." „Heeft er nog iemand aan je gevraagd, op welk paard je hem zou raden te wedden?" „Dat wat het eerste, wat al de mannen mij vroegen." „Wat ter wereld moest je hun daarop ant woorden?" „Dat viel er mee. Heb ik je niet verteld, dat een neef van juffrouw Simpson jockey is? Nu. Willis en de anderen hadden gisteren hun mond vol over de verschillende paarden, die ze zeker wisten, dat het winnen zouden. Je herinnert je Willis, den tuinman, toch wel, met wien ik zoo gevochten heb?" „Dat zou ik denken", fluisterde Patsy; maar wat haar opviel en wel eenigszins bezorgd maakte, was de veranderde toon in de stem van haar vriendin, zoodra ze het over verblijf in Surrey had. Arme Guelda. zou niets haar voortaan meer eenig genot verschaffen, dan om over Wellalone Court te kunnen praten? „Ik liet voor mijn goeden raad betreffende die weddenschap zes shilling extra betalen. Dat was hij ook wel waard, en het komt die arme weesjes ten goede. Toe. Pats, eet de rest van de aardbeien op, en dan mag je vertrek ken. Ik zal zoo meteen wel weer bezoekers krijgen. Ik geloof, dat ik al menschen hoor aankomen. Ja, het zijn een heer en een dame. Je kunt het hooren aan den klank van haar lachen, dat er een man bij is," zei Madame Vera zachtjes. „Maak, dat je weg komt, Pats. Kun je er uitkomen?" „O, er staat „Gesloten gedurende lunch tijd"!" riep iemand op teleurgestelden toon uit. „Ja, dat zie ik," antwoordde een mannen stem. ..Nu, dan moeten we straks nog maar eens gaan kijken." Patricia keerde zich nog even om en vroeg: „Zal ik ze maar binnenlaten?" „Ja," klonk het van achter den sluier, „maar Pats „Ja?" „Neem die menschen eens goed op, terwijl ze naar binnen gaan. Ik geloof, dat het ik denk, dat ik ze ken." „Nu, maar. wie ze ook zijn, jou kunnen ze niet herkennen," fluisterde Patricia op gerust stellenden toon. Niets dan je oogen komen te zien, en die zijn onherkenbaar door al die blauwe poeder. Zeg, til de klep even op en laat me er uit." De man en de vrouw, hij lang en zij klein en gezet, stonden een eindje van de schaar der andere bezoekers verwijderd. Ze wilden juist teruggaan en hadden zich al omgekeerd. Patricia zei dus met eenige verheffing van stem: „Hadt u een bezoek willen brengen aan Ma dame Vera?" Zij keerden zich om. „O, ja, als je blieft," riep het kleine vrouw tje uit. De man nam zijn hoed af. Het was een knappe blonde man. Zijn ge zellin was donker en heel mooi, opvallend mooi, en bijzonder goed gekleed. Opeens bedacht Patsy, wie het waarschijn lijk waren. „Zou het Sir Ralph zijn?" zei ze bij zich zelf, en is zij Lady Day?" Zij zag hen de tent binnengaan. Gauw schoof ze haar theeblad onder een naastbij staanden rhododendronstruik. Toen, in plaats van meteen naar haar tentje terug te keeren, liep zij achter de tent van Madame Vera om en ging daar in het gras zitten. Ze vond, dat ze wel even kon afwachten, hoe de zaak verloopen zou. Het leek Guelda later, alsof zij vooruit gewe ten had, wat er dien middag gebeuren zou, en wel zoo zeker, alsof ze het alles gezien had in den glazen bol op het ebbenhouten voetstukje. Nu leek het haar echter zoo onverwacht, dat haar hart bijna stilstond, toen ze de zoo wel bekende stem hoorde zeggen: „Heel goed, Tut, ga jij maar naar binnen. Ik zal hier wel op je wachten." „Als je blieft niet, Ralph," antwoordde de vrouwenstem. „Ik ben zoo huiverig van die waarzegsters." „Nu, laten we er dan ook niet heengaan," zei haar geleider, „als je er huiverig van bent, is het veiliger, om uit hun buurt vandaan te blijven." Het hart van de jeugdige waarzegster zonj^ haar in de kleine roode schoentjes. Stel je voor, dat hij niet mee naar binnen wilde? Dan zou ze hem ook niet terugzien? Meteen hoorde ze echter Laetitia zeggen: „O, maar Ralph, ik wou toch zoo graag even naar binnen. Sommige waarzegsters vertellen je alleen maar, wat je al beleefd hebt, en voorspellen geen griezelige dingen voor je toekomst. „Vind je daar dan zooveel aan, om, nog eens te hooren, wat je zelf allang weet?" zei Sir Ralph lachend. „Ja, kom ga even mee, dan weten we gauw genoeg, welke soort die Madame Vera is." „Goed dan," zei Sir Ralph en trok meteen aan de lange bel, die buiten aan de tent hing. Bij het hooren van die bel was het Guelda. alsof zij al haar zelfbeheersching weer terug kreeg. Met de grootste kalmte riep zij: „Binnen." Zij zou Sir Ralph bijna niet herkend hebben, want tot nog toe had ze hem nog nooit in zwarte jas, grijze gestreepte broek en hoogen hoed gezien. De waarzegster stond van haar lage stoeltje op. „Wie van u beiden wenscht mij te raadple gen?" vroeg zij. „Wij alle twee," zei Laetitia, „maar eerst ik." „Ik geloof niet, dat ik er eigenlijk plan op heb," zei Wellalone, terwijl hij glimlachend neerzag op de Oostersche verschijning met de geverfde oogen; „vandaag ten minste niet." „Hè, wat flauw, Ralph. Je moet het doen, hoor. Anders doe ik. het ook niet. Je mag wel wachten, totdat ze klaar is met mij." „Meneer wil dan zeker wel even buiten de tent gaan wachten," zei Madame Vera. „Ik laat nooit twee personen te gelijk toe. Ik kan niet spreken, als er een tweede persoon bij is. De trillingen vermengen zich dan en hinderen mij bij mijn clairvoyance." („Dat is niet kwaad gezegd," dacht ze. „Heb ik dat wel eens eer hooren zeggen, of heb ik het zelf be dacht?") „Heel goed, dan zal ik u maar eerst raad plegen", zei Lady Day. „Ralph, ga jij dan maar 7&9&&2L ee& schiettjgntje of koop 3 kleine sachets met lavendel. Hoe lang duurt zoo'n séance, Madame Vera?" „Dat hangt er vanaf," zei Guelda. „Zal fk uit uw hand de voorspellingen doen of doo* middel van den glazen bol? Voor het lezen van de lijnen van uw hand neem ik een ponüjü voor het raadplegen van den glazen bol even eens een pond." „En geeft u geen korting, al u minder aan gename dingen in dien glazen bol ziet?" vroeg Wellalone lachend. Hij wist niet, hoe hij er toe kwam, maar hij had echt lust, om die kleine bedriegster wat te plagen. Wat had ze een aardige stem! Waar had hij die echter meer gehoord? Want ge- j hoord had hij haar. Wie kon het wezen, die zich zoo in haar draperieën gehuld had, dat je ongeveer niets van haar onderscheiden kon. Langzaam en geheimzinnig schudde zij haax gesluierd hoofd. „Daar waren die sluiers dus voor," dacht Wellalone bij zichzelf. „Ze waren, om je ver langend te maken naar wat er onder verbor gen was." De vergulde muntjes rinkelden, terwijl ze haar hoofd schudde. De bekoorlijke stem, die hem toch zoo be kend voorkwam, zei: „Ik vraag een pond vooot het lezen in den glazen bol. Hoe kan ik voor uit zeggen, of het goed of kwaad zal zijn, wat' ik er in lees." „Goedkoop is het niet?" zei Ralph Wellalone quasi ernstig. Laetitia keek hem een beetje knorrig aan., Ralph, pas toch op, anders wil Madame: Vera niet eens voor ons in de toekomst lezen." „Dat zou me spijten. Ik wou maar een grap je maken. U is toch niet boos op me, Madame Vera?" De waarzegster schudde het hoofd. Ze had een mooi profiel, dat kon Wellalone nog net onderscheiden door haar sluier heen, „Ik word zoo gauw niet boos," zei Guelda- alias-Madame Vera. Ze begon schik in hefl! spelletje te krijgen. (Wordt y.eryggd^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8