HET NIEUWE AVONDBLAD 20e JAARGANG No. 57 DONDERDAG 10 JAN. 1935 IJMUIDEP COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2 y2 cents incasso, per kwartaal 11.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBCOM ADVERTENTIEN: 1—6 regels r 0.75. Elke regel me» 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeeüngen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn Ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.— bij algeheele invaliditeit; f 600— bij overlijden; 400— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150— bij verlies van een wijsvinger; 100— bij breuk van boven- en/of onderarm, j 100— bij break van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000— bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over lijden van de vtouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van j 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonnètei zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet r/oodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe HA.V.-Bank Schiedam. IJMUIDEN Het jubileum van den heer J. Dalhuijzen. Een welverdiende huldiging van den jubilaris. J. Dalhuyzen. Gistermiddag vond de huldiging plaats van den heer J. Dalhuyzen, hoofd der Insinger- school die 25 jaar verbonden is geweest aan het Hervormd onderwijs in deze gemeente. De huldiging vond plaats in het versierde gymnastieklokaal, dat tot in alle hoeken bezet was. Tal van oud-leerlingen woonden de plech tigheid bij. Ook was aanwezig de heer C. G. Dun, inspecteur van het Lager Onderwijs. De burgemeester, die door ongesteldheid verhin derd was. was vertegenwoordigd door den heer Ch. W. Suwerink. hoofd van de afdeeling On derwijs. Aanwezig waren o.a. nog de heeren Ballast, namens de Creutzbergschool en de Comiteschóol, K. J. Noy, hoofd der Emma school en vele onderwijzers en onderwijze ressen. Toen de jubilaris met zijn gezin binnen kwam verhieven allen zich van hun zetels De heer Selling sprak namens het onderwijzend personeel een kort woord van welkom. De aan wezigen zongen daarna Ps. 103:1, waarna de heer Selling voorging in gebed. Namens het schoolbestuur sprak de voorzit ter de heer J. C. Dunnebier woorden van dank tot den jubilaris voor hetgeen hij in de af- geloopen 25 jaar voor de jeugd van IJmuiden had gedaan. De heer Dunnebier wierp een blik in het verleden en herinnerde aan de kleine school in de Breesaap. Er kan in 25 jaar veel gebeuren, zeide de heer Dunnebier, maar bij de herinnering aan die kleine school met al zijn moeilijkheden, geloof ik dat die weinige jaren, daar doorgebracht, het g\ punt van uw leven zijn geweest. De school in de Breesaap was daar een lichtende plek. Spre ker herinnerde aan de oprichting van de In- singerschool waarvan na de verdwijning van de schori in de Breesaap de heer Dalhuyzen het hoofd werd. Opgericht midden op een zandvlakte, met drie lokalen is de school uit gegroeid tot wat zij nu is. Meester Dalhuyzen gaf zich geheel en al aan zijn school, waarvoor de heer Dunnebier hem namens de geheele school hartelijk dank zegt, er den wensch aan toe voegende, dat het hem gegeven mag zijn in goeden welstand zijn werk voort te zetten, tot zegen van de kinderen. Als stoffelijk blijk van dank bood de heer Dunnebier den heer Dalhuyzen een fraai schilderij in olieverf aam voorstellende een winterlandschap. De heer Dun verheugde zich er over, dat hem de gelgenheid is geboden, dit mooie oogenblik mee te maken. Ofschoon spreker nog slechts korten tijd hier werkzaam is en daardoor den heer Dalhuyzen weinig heeft ontmoet, kan hij zeggen, dat hij den heer Dal huyzen heeft leeren kennen als iemand, die de woorden: „Ik ben niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen" in praktijk heeft weten te brengen. Als lid van het Rijks- schooltoezicht sprak de heer Dun woorden van dank voor den prettigen omgang dien niet leen hij, maar ook zijn voorgangers met den heer Dalhuyzen heeft mogen hebben. Eveneens richtte spreker woorden van dank tot me vrouw Dalhuyzen voor de vriendelijke gast vrijheid, ten huize van den jubilaris ontvan gen. Met den wensch dat de heer Dalhuyzen nog lange jaren tot zegen van de jeugd werk zaam mag zijn, eindigde spreker. Ds. Swaan, sprekende namens het Kerkbe stuur der Hervormde Gemeente gewaagde van den nauwen band, die steeds bestaan heeft tusschen de school en de gemeente. Het werk van de school is geen werk in de gemeente, maar voor de gemeente, aldus spreker. Ook Ds. Swaan prees den jubilaris voor het vele werk, in zijn ambtsperiode verricht door het onderwijs in het Koninkrijk Gods en wenschte hem nog vele jaren van zegen en voor spoed toe. De heer Selling deelde mede, dat er zeer vele gelukwenschen waren binnengekomen, te veel om voor te lezen. Een uitzondering wilde spreker maken met de felicitatie van mej Graaft hoofd der Insinger Bewaarschool, die door ziekte verhinderd was tegenwooidig te zijn. In dit schrijven dankte zij den heer Dal huyzen voor de hulp en den steun, dien zij van hem heeft mogen ondervinden. Namens het personeel dankte de heer Sel ling den heer Dalhuyzen voor hetgeen hij steeds voor het personeel geweest is. Toen wij als vreemde hier kwamen, aldus de heer Sel ling, traadt gij op ons toe. Uw hartelijkheid uw handdruk maakte, dat wij ons hier spoedig thuis gevoelden. Door uw optreden hadden wij succes met ons werk. Ook de heer Selling richtte woorden van dank tot mevrouw Dalhuysen voor de ondervonden vriendschap. Hij eindigde met den wensch, dat het perso neel nog vele jaren onder de leiding van den heer Dalhuyzen mag voortwerken. Als blijk van erkentelijkheid bood de heer Selling den jubilaris namens het personeel een fraaie leeslamp aan. De heer Ballast bracht de gelukwenschen over namens de Creutzbergschool en de Co- mitéschool. Het moge vreemd klinken, aldus deze spreker, maar hij hoopte, dat de minister den heer Dalhuyzen op zijn 60e jaar een wel verdiend pensioen mag geven, niet omdat hij den jubilaris gaarne bij het onderwijs van daan wil zien, integendeel, maar omdat er nog vele jonge krachten voor de poort staan, die vragen, ook een kans te mogen krijgen. De heer Huijser sprak namens de ouders eenige woorden van gelukwensch, waarna de rij van sprekers gesloten werd door den heer Arentz, hoofd der school te Noordwijkerhout. die het een voorrecht noemde, 9 jaren als on derwijzer bij den heer Dalhuyzen te hebben mogen werken. Deze 9 jaren zijn voor spreker een vorming voor zijn verder leven geweest. Ook hij wenschte den heer en mevrouw Dal huyzen Gods besten zegen toe op hun ver deren levensweg. Met zichtbare ontroering dankte de jubilaris daarna voor de hem gebrachte hulde. Waar aan ik het verdiend heb, weet ik niet; ik heb niets meer gedaan dan mijn plicht, aldus sprak hij. Wat er verricht is, dankte spreker aan het personeel, dat hem steeds trouw ge holpen heeft. De heer Dalhuyzen onderschreef ten volle de woorden van den heer Dunnebier, dat de jaren, in de school in de Breesaap doorgebracht, zijn mooiste jaren zijn geweest, ondanks de vele moeilijkheden. Spreker her innerde aan zijn komst in IJmuiden. Men had hem veel van IJmuiden verteld, maar hij heeft er nooit spijt van gehad. Dank bracht spre ker aan het Rijksschool toezicht voor de pret tige samenwerking, in het bijzonder met den vorigen inspecteur den heer Stevringa en ver der aan het schoolbestuur. Na het zingen van het laatste vers van Gez. 196 sloot Ds. Erdmann de bijeenkomst met dankgebed. Alle aanwezigen hebben daarna den jubilaris en zijn gezin geluk gewenscht en onder genot van een kopje thee bleef men nog eenigen tijd bijeen. De vele bloemstukken, die de jubilaris mocht ontvangen alsmede de fraaie versiering, aan gebracht door de fa. Thijsen hadden de zaal in een waar feestpaleis herschapen. De bevoorrechte positie van den Vischhandel. „De ijsbedrijven waren en zijn bereid, zich als dienend onderdeel van het visscherijbedrijf te laten inschakelen." De onderhandelingen over de nieuwe contracten. Reeders zullen nader beslissen. Namens de besturen der organisa ties wordt ons het volgende mede gedeeld: Door de besturen der beide bij de onderhandelingen in het visscherij bedrijf betrokken arbeidersorganisa ties is in een bespreking met het bestuur der Reedersvereeniging te IJmuiden mededeelïng gedaan van de uitslag der gehouden stemming over de voorwaarden, waarop nieuwe col lectieve contracten tot stand kunnen komen. Door het bestuur der Reedersveree niging is nota genomen van de mede- deelingen der besturen. Het bestuur der Reedersvereeniging deelde mede, dat in een op korten termijn te beleggen vergadering met de aangesloten leden de gedane mede- deelingen zullen worden overgebracht. De besturen der arbeidersorganisa ties zullen daarna bericht krijgen over de beslissing van bedoelde ledenver gadering der aangesloten reeders. Het bestuur der Reedersvereeniging was bereid tot dat tijdstip de voor waarden ongewijzigd te doen door- Ioopen. In verband hiermede deelen de be sturen hunne leden mede, dat het uiteindelijke antwoord der Reeders vereeniging zal moeten worden af gewacht. Iedere poging tot het verwekken van moeilijkheden, welke de pogingen tot het bereiken van overeenstemming doorkruisen, wordt door de besturen der vakorganisaties met groote klem afgewezen. REDERS VERGADEREN HEDENMIDDAG. Naar wij vernemen vindt de verga dering van de Reedersvereeniging. waarin de situatie besproken wordt hedenmiddag 3 uur plaats. De heer K. H. Tusenius schrijft ons: Er wordt zeer verschillend geoordeeld over het nut voor enkelingen dan wel voor het al gemeen van allerlei in den laatsten tijd ge dane publicaties over een onderdeel, n.l. het ijsbedrijf en den vischhandel, van het vissche rijbedrijf. Zij, die meer van nabij dan wel op grootexen afstand bijv. als Den Haag, dit ge krakeel volgen, vestigen aich een oordeel niet alleen over dit onderdeel van het bedrijf, maar daardoor over het geheele bedrijf. Wanneer wij dan het bestuur van de iJmui. der Visöhihaindelvereenigdnig, bij monde van de heeren Verwoexd en Uitzimgiex, zeer krasse uitspraken hooren doen, wanneer de een zegt dat een nevenbedrijf bijv. het ijsbedrijf, jaren lang geparasiteerd heeft op het visscherij bedrijf, en de ander zegt dat men bereid zou zijn f 20 te betalen voor buitenlandsch natuurijs, dan geeft ook dit stof tot gepeins. Wanneer de eerste de beste dit zeide dan zou men dit met een schouderophalen voorbij kunnen gaan; wanneer echter de voorzitter van een zoo oude, belangrijke en groote ver een iging te IJmuiden dergelijke uitdrukkingen doet, en wanneer een groot en invloedrijk man als de heer Uitzinger, mede-bestuurs'lad van deze vereeniging, lid van de Kamer van Koophandel, en lid van allerlei commissies, buitendien bekleed met een belangrijke politieke positie, dergelijke m-eemnigen ver kondigt, dan kan -men dat waarachtig niet met een schouderophalen Voorbij gaan dient daaraan volledige aandacht te worden geschonken. Wat vooral opvalt is dat beide genoemde heeren het vischhandeUbedrijf niet beschouwen als een onderdeel van het geheel. Zoo be schouwen zij de crediieten, door het neven-be drijf verschaft aan het hoofdbedrijf, het reederijbedrijf, als te liggen volkomen buiten hun straatje. Hoe is ri.u eigenlijk de positie? De vischhandel heeft het, deels door trust vorming, volkomen in zijn macht om zijn be drijf zonder verïies te voeren. Het kapitaal, benoodigd voor den vischhandel. behoeft niet gestoken te worden in dure gebouwen, dure schepen, of andere dure exploitatie-middelen. Het gereedschap van den vischhandelaar be staat, behalve uit manden en steekkarren uit geld of crediiet. Kan men zich al geen winst verzekeren, verlies lean men vermijden en vermijdt men door aan den producent, d.i, de reeder, een zoodanig lagien prijs voor zijn product te geven da.t hij er, vooral de laat. ste jaren, niet voor va-ren kan. Gaat nu een schip met een lage besomming van de markt naar de Zuidzijde dan is het kwaad geschied, want dan zijn alle onkosten gemaakt en dan kan men aan de Zuidzijde maar weer zien dat men op eenigerlei wijze het schip naar zee krijgt, met alle kans dat de volgende reis weer even slechte uitkomsten geeft. Minder srediet, door de nevenbedrijven verleend, zou beteeken-en een volkomen plat liggen van een deel van de vloot. Slechts enkele groote kapitaalkrachtigen zouden, met het vooruitzicht van mogelijke regeerings- inmenging, kunnen blijven varen. De neven- bedrijven zien hierin echter weer een andere vorm van trustvorming. Nu zegt de heer Uitzinger dat hij f 20 zou willen betalen voor het buitenlandsche ijs. Zeker, dit kunnen de heer Uitzinger en zijn vrienden zich veroorloven, want om f 20 voor het ijs te kunnen betalen moeten zij weer zoo veel minder voor de visch betalen. Het is juist, wat de heer Verwoerd zegt, voorzoover het de ijsfabrieken betreft heeft de vischhandel in veel mindere mate gebruik behoeven te maken van crediet d!an de reederijen, maar het is de reederij die uit eindelijk het kind van de rekening is ge worden. Het is waarachtig geen wonder dat zij, die in den vorm van een tongenconsent gepensioneerd werden, huin ijsleverancïers betaalden, maar het is evenzeer begrijpelijk dat de kustreeder, welke zich de opbrengst van zijn tong voor een groot deel ontnomen zag, den vischhandelaar, welke zijn tongen kocht, in zoo bevoorrechte positie plaatste, en daardoor in de noodzaak kwam zijn leve ranciers op betaling te laten wachten en uit eindelijk niet te betalen. Aan welke zijde hier de „parasieten" zitten om dit woord van den Voorzitter der IJmuider Vischhandelvereeniging te gebruiken, laten wij gaarne den lezer ter beoordeeling over. Dat uit. deze toestanden, welke wantoestanden genoemd mogen worden, weer andere wan toestanden voortvloeien, spreekt vanzelf. Wanneer in een visscherijbedrijf, opgebouwd uit verschillende onderdeelen, blijkt, dat enkele van deze ondex-deelen wenschen te parasiteeren op het geheel, dan is het geheele bedrijf daardoor z-iek en dient deze ziekte genezen te worden. Wanneer een onderdeel van een organisme niet goed functioneert, en parasiteert op het geheel, dan zal zonder genezing dit organisme sterven en hiermede zijn wij in IJmuiden bezig. Dan zal uiteinde lijk de noodzaak onafwendbaar blijk-en tot ingrijpen van het eenig orgaan dat daartoe -in staat is en de macht heeft, n.l. de re geering. Blijkt dan. dat het ijsbedrijf te IJmuiden zaeh inderdaad veroorloofd heeft een f-parasiteerende positie, dan dient dit ijsbe- j-drijf het eerst aan de beurt te komen om bij ken. herhaaldelijk aan de regeering in den loop der jaren hebben verzocht een deskundig onderzoek te willen doen instellen naar de vraag of er te IJmuiden gesproken kan wor den van slecht en duur ijs en of er misbruik gemaakt is, of zelfs maar gebruik gemaakt is van macht. Bij herhaling heeft het ijsbedrijf aan Reedersvereeniging en aan Vü-schihan-del ver eeniging onderzoek en samenwerking aange boden en wij herhalen hierbij dit aanbod. De ijsbedrijven waren en zijn bereid zich als dienend onderdeel van het visscherijbedrijf te laten inschakelen. Is dit ook zoo met de IJmuider Vischhandelvereeniging? De ijsbedrijven hebben zelfs in de gouden periode te IJmuiden geen geld verdiend, slechts een enkele maal werd er dividend uit- ekeerd, dit was in de jaren dat er groote hoeveelheden ijs naar het buitenland en aan buitenlanders verkocht werden, -bijv. in het jaar van de Engelsche kolenstaking en daar om hebben de ijsfabrieken waarachtig niet voor hun gezondheid, groote bedragen moe ten besteden tot den ombouw van hun bedrij ven. In de laatste jaren waren de verliezen op de ijsbedrijven ontzettend. Wij zijn bereid dit verlies door accountantsonderzoek te doen staven. gemeene vergadering voor de visscherij-arbei ders in Cycloop. De besturen van den Christelijken Bond en de IJmuider Federatie zijn voor deze verga dering uitgenoodgid. Op deze vergadering zul len besproken worden de resultaten van de ge houden ledenvergaderingen. ST. NICOLAASVER. „ALGEMEEN BELANG". De St, Nicolaasver. „Algemeen Belang" houdt a.s. Vrijdagavond in „De Griffioen" haar j aarvergadering. Zaterdag 19 Januari geeft de vereeniging een propaganda-uitvoering in „Het Wapen van Velsen" met medewerking van het „A. B." Tooneelgezelschap, regisseur de heer D. P. Kossen. Opgevoerd wordt „Op gemakkelijke condities" en „Een Pandoeravondje". Na afloop is er bal met muziek van de Willy Band onder leiding van den heer H. van Slooten. VELSEN „SCHENDERS DER WET". Slechts nauwe samenwerking maakt het misschien mogelijk het visscherijbedrijf irs zijn geheel door deze ellendige periode heen te voeren. Dat de IJmuider Vischhandelvereeni ging dit niet wil en voor eendracht niets voelt, blijkt wel uit de noodzaak welke er was tot uifeenvahen van de beroemde oude IJmuider Vischhandelvereeniging en het oprichten daarnaast van een nieuwe Vereeniging van Vischhandelaren. want onder het beleid var de heeren Verwoerd, Uitzinger en Wijnschenk werd zelfs de samenwerking in eigen boezem onmogelijk voor de vischhandelaren. Dat genoemde heeren buitenlandsche va luta-concurrenten, vliegende winkels dus. als hulptroepen moesten binnenhalen. pleit waar achtig niet voor hun geneigdheid tot orde ning en samenwerking. Er worden in een dergelijke twist dikwijls onaangenaam klinkende woorden gebruikt en het is vooral in ons land gewoonte de waar heid van dergelijke onaangenaam klinkende woorden om hun onaangenaamheid ter zijde te leggen. De naakte waarheid is nu eenmaal meestal buitengewoon onaangenaam. Een lek ker sausje, een mooi kleedje en een aardig verfie camoufleeren zoo dikwijls smaak, vorm en kleur, maar bij operaties ontbreekt ge woonlijk alle camouflage. Ziek. doodziek, is het visscherijbedrijf, en men geneest dit niet met eenzijdig samenge stelde Kamers van Koophandel en andere commissies. De positie van de nevenbedrij ven is nu eenmaal belangrijker dan velen willen erkennen en ik acht het miin plicht, gedwongen door -de positie welike ik in een nevenbedrijf inneem, deze dingen te blijven zesgen, zooals ik ze zie. In het jaar dat achter ons ligt heb ik dit eenmaal in sterke termen medegedeeld aan den Burgemeester van Velsen. wij hébben dit ook uitvoerig en met cijfers naar waarheid toegelicht aan de Staatscommissie Rijkens. wij hebben dit ook medegedeeld aan de Re- geeringspersonen wanneer men ons er naar vroeg: en nu fluistert men dat er plannen zijn om ook iets voor IJmuiden te doen. Maar alles, wat -men ook zal gaan doen. zal stran den. zal mislukken wanneer de verdeeldheid te IJmuiden regelmatig, moedwillig wordt aangewakkerd. Is men misschien hier te IJmuiden in som mige kringen zoo gebeten op het ijsbedrijf omdat juist door dit ijsbedrijf regelmatig op samenwerking en eenheid wordt aangedron gen? Zijn er misschien onderdeelen van dit bedrijf welke door cultiveering van de ver deeldheid een buitengewoon voordeelige posi tie wenschen te behouden? Een groot deel van het reedersbedrijf zit nu eenmaal onverbrekelijk vastgekoppeld aan sommige nevenbedrijven en de tijd is niet ver meer dat de vischhandel zijn bedrijf zal voort zetten met buitenlandsche visch en dat de zuidzijde van de Visschershaven zal worden gesloten, want dezelfde vischhandel. welke buitenlandsch ijs zóó beschermt nadat het werd binnengehaald, heeft in den grond toch ook eigenlijk de IJmuider reeders niet noodig. Daarom begrijpen wij niet goed de kortzich tigheid van sommige reeders wanneer ook zij 'oo nu en dan blijk geven dat zij zich verheu gen in den ondergang van de ijsbedrijven, want in werkelijkheid verkeert ook het vis scherijbedrijf in dezelfde positie, nl. de be dreiging door een -buitenlandsch product. Nog slechts korten tijd en de groote ijsbe drijven zullen hun productie moeten staken, nadat zij eerst pogingen hebben aangewend om hun uitstaande credieten binnen te krij gen. Maar weten de vischhandelaren wel dat er nog zeer kort geleden ook groote credieten werden verstrekt door de ijsfabrieken aan deze vischhandelaren? En hebben zij wel eens met elkander overwogen wat de gevolgen zul len zijn wanneer de ijsfabrieken niet meer medevisschen? Een oud-Hollandsch spreekwoord zegt: .Wanneer de kok met de keukenmeid kijft, weet men waar de boter blijft". Welnu, de kok en de keukenmeid, in dit geval de IJrnui- ïer Vischhandelvereeniging en het Ijsbedrijf. hebben nu gekeven: over de vraag, of er bo ter was en nog is. zullen wij maar niet ver der sprekp-. Wii beseffen heel goed dat der gelijk gekijf, in meer of minder gekuischte woorden, den lust tot hul-pverleening door de Regeering niet bevordert, maar daarnaast brengt het toch het voordeel dat de zieke vlekken voor den gereedstaan den geneesheer duidelijker aanwijsbaar worden. Wij hebben wel eens gehoord dat het in het belang van den patiënt is wanneer hij zich in vol ver trouwen aan zijn geneesheer overgeeft. Welnu, de ijsbedrijven zijn bereid tot on derzoek en behandeling. Wie volgt? VERGADERING COMITé VAN ACTIE. GEORGE O' BRIEN, IRENE BENTLEY EN GEORGE E. STONE. De nieuwe hoofdfilm in „De Pont", „Schen ders der Wet" (Frontier Marshal) is een film vol spannende avonturen uit het oude Westen. George O' Breen en Irene Bentley, die er de hoofdrollen in vervullen doen dit op zulk een meesterlijke wijze, dat men geboeid raakt door hun uitbeelding. De korte inhoud is als volgt: Michael Wyatt moet op zijn reis door Ari zona van diligence veranderen in Tomb stone, een verdorven mijnwerkersplaatsje, waar losbandigheid en revolverschoten aan de orde van den dag zijn. De achter de schermen werkende aanvoer der van de wetovertreders is Hiram Melton, de burgemeester van het plaatsje, die met zijn geld veedieven en struikroovers steunt. Wyatt schept zich een reputatie bij de be volking van het stadje, wanneer hij een ge vaarlijk misdadiger gevangen neemt. Het ge volg is dan ook, dat men hem het baantje van stadssiheriff opdringt. Hij besluit zijn plannen te veranderen, blijft in Tombstone en accep teert de betrekking. Een van de eerste plichten, welke hij zichzelf oplegt, is het opsporen van den moordenaar van burgemeester's zaken- compagnon, wiens dochter zijn hart in vlam. heeft gezet. Zijn tweede sterke staaltje is het temmen van „Doe" Warren, een vogelvrijver klaarde, voor wien iedereen tot nu toe uit den weg ging. ,,Doc'"s bewondering voor Wyatt is groot en beiden worden de beste vrienden. „Doe" toont zijn vriendschap openlijk door Wyatt te vertellen, dat de burgemeester aan het hoofd van de bandieten staat, die Tomb stone onveilig maken. Wyatt vindt dan, dat hij de burgemeester eens duchtig na moet gaan en betrapt hem, als hij zijn eigen bank probeert te bestelen. Terwijl hij hem wil arresteeren, wordt hij knock-out geslagen door Melton's hel per en wordt hij, als hij weer bijkomt, zelf be schuldigd van de inbraak. Terwijl hij, gehol pen door „Doe" vlucht voor de woedende menschenmenigte, hoort hij, dat Mary, die hem eerst liefhad, maar hem, nu zij hoort, dat hij beschuldigd wordt van roof, haat, ont voerd zal worden door Melton's mannen. Doe en hij houden nu zelf de postkoets aan, waar in zij reist en ontvoeren haar, waarna zij haar achterlaten onder de hoede van Queenie La Verne, de eigenares van het cabaret in Tombstone, die tot over haar ooren verliefd is op den sheriff. Wyatt achtervolgt de ontvoerders, schiet er twee neer en dwingt de derde, als hij hem ge vangen genomen heeft, tot een bekentenis, daarbij vernemende, dat Melton het hoofd is van de bende bandieten en hij ook Mary's vader vermoordde. Hierna keert hij met sljn gevangene terug naar Tombstone, komt jnist op tijd om „Doe" te beschermen tegen de woede van het volk en beschuldigt den burge meester van den moord op zijn compagnon. Melton trekt zijn revolver en schiet op Wyatt, doch Queenie werpt zich tusschen hen en vangt den kogel zelf op. Zij sterft in Wyatt's armen. Mary vraagt nu vergiffenis voor het wantrouwen van den man, dien zij liefheeft en de film eindigt in een happy end. De tweede film „De Dame van Maxim" is het- nekvel te worden genomen. Ter verheldering van een en ander zij hier Het comité van actie uit de havenarbeiders I vervaardigd naar een Fransche klucht. Ook •onderstreept dat de beide groote ijsfabrieken en zeelieden van den Christelijken en den Mo- deze film, rijk aan verwikkelingen, is bijzon- te IJmuiden, welke reeds 12 jaar sarneiuwer-1 dernen Bond houdt hedenavond 8 uur een al-1 der spannend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 1