HIJ OF ZIJ? De telling der stemmen voor het Saarplehisciet. Speenhoff naar Saarhrücken. De uitslag van de stemming voor het Saar plehisciet wordt door den voorzitter der Siem Hevden, de bekende Nederlandsche schaatsenrijder, te Davos in training voor commissie, Rodhe, per radio bekend gemaakt j i j de komende internationale wedstrijden Koos Speenhoff en zijn vrouw vertrokken Dinsdag naar het Saargebied óm aldaar voor de Nederlandsche mariniers eenige liederen te zingen De hoogdruk gashouder, gebouwd bij de Rotterdamsche Droogdok Mij voor de ge meente Schiebroek werd Dinsdag naar de plaats van bestemming gebracht. Het moeilijk transport door de straten van Hillegersberg Tijdens de omvangrijke telling der uitgebrachte stemmen voor het Saarplebisciet in de Wartburg te Saarbrücken Een der notabelen van Stephney inviteerde Maandag op zijn 88sten verjaardag een aantal daklooze mannen en vrouwen die eveneens den 88-jarigen leeftijd bereikt hadden op een lunch. Twee die het zich best lieten smaken FEUILLETON door BERTA RUCK. 52) We vinden haar terug in een kimono van Patricia, nadat ze de laatste sporen van haar vermomming als waarzegster had weggewas- schen. Ze praatte zenuwachtig en met een zekere I verlegenheid. j Patsy, die haar al door zooveel heen gehol pen had, luisterde aandachtig toe. I „Patsy, hij weet het. Ik bedoel, Sir Ralph, j Hij komt weer terug. Hij zou komen hooren, hGc het met mij ging, zei hij. Je moet zeggen, dat ik me heel goed voelde en uitgegaan ben." i „Maar je zult hem toch niet zoo weg laten j gaan, Guelda?" f „Hoe kan ik hem nu ontmoeten?.Het is niet j mogelijk; nadat hij me als jongen gekend heeft. Je weet niet, hoe ik me voel, Pats. Ik weet niet, hoe ik me houden moet." „Wees niet zoo kinderachtig." „Kinderachtig? Ik denk niet aan mezelf, maar aan Sir Ralph, en hoe penibel het voor hem zal wezen. Ik heb hem veertien dagen lang met succes voor den gek gehouden, dat is waar, maar toen hij mij daar mijn pet voor hield en zei: „Is die van jou, Smith?" toen wist ik mij niet te bergen. Neen, ik durf hem nooit weer aan te kijken." daarop riep ze: „Waar ik plan heb te gaan eten vanavond? Ik blijf rustig hier en eet een paar biscuits en een banaan met een glas melk er bij en ga vroeg naar bed. En als hij mocht komen hemel, daar gaat de bel; het is de jouwe, Patsy! Als je nog één sprankje liefde voor me hebt. help me dan uit mijn moeilijk heden. Doe je het niet. dan spreek ik nooit meer tegen je. Trek het gordijn toe. Hij is het, natuurlijk!" Hulpeloos lag Guelda daar achter het gordijn op Patricia's divanbed, en luisterde naar het gesprek, dat in de voorkamer gevoerd werd. Zij had nooit gedacht, dat Pat zoo dubbel hartig kon wezen. Die geëngageerde meisjes! Je kon ze toch nooit vertrouwen! Neen, niet een van hen! Guelda hoorde Patricia zeggen, dat zij juf frouw Rhos tegen etenstijd terug verwachtte, en dat het haar, Patsy, speet, dat ze voor dien avond een afspraak had, maar dat ze wel met hen hier of daar kon gaan eten, mits het restaurant niet te ver weg was. Ze zou het juffrouw Rhos zeggen, zoodra deze thuis kwam. Het beste plan zou zijn, dat zij Sir Ralph bij het restaurant ontmoetten. Guelda hoorde hem zeggen; „Uitstekend. Waar zal ik een tafeltje bestellen? Bij Savoy? Berkeley? Of zullen we naar Carlton gaan? Daar is het tegenwoordig erg gezellig." „Maar wel een beetje te druk. Ik bedoel, het is wel wat ver hier vandaan, en ik heb niet zooveel tijd te missen. Kunnen we niet liever naar dat kleine restaurant gaan hier aan het eind van het Embankment? Juffrouw Rhos en ik kunnen u dan om acht uur ontmoeten. Zul len we dat dus nu maar afspreken?" Sir Ralph had geen klagen over Patricia, want het gelukte haar werkelijk, Guelda te bewegen, de uitnoodiging aan te nemen, en precies vijf minuten over achten waren zij en Patsy op de afgesproken plek aanwezig. Hij stond hen daar natuurlijk reeds te wachten. Wellalone kon zijn oogen niet van het meisje van zijn keuze afhouden, nu hij haar voor het eerst zonder eenige vermomming zag. Dat haar avondjapon naar de mode van drie jaar ge leden gemaakt was, (het was een vroegere jurk van Patricia) dat zag hij niet eens. Haar korte haar had zij wat gemaskeerd door er een breed zilveren lint om heen te strikken. Patricia had haar ook een paar zil veren schoentjes geleend. Terwijl Wellalone haar zijn hand toestak moest hij echter toch onwillekeurig terug den ken aan de pet en de schoenen van Smith. Het duurde piet lang, of zij zatea zoo ge noeglijk mogelijk met elkaar al de gebeurte nissen van de laatste veertien dagen te be spreken. Wat zij aten, wist vermoedelijk alleen Pa tricia. Ze dronken champagne en waren de eenige bezoekers in avondtoilet en ergerden daardoor niet weinig de andere aanwezigen. Eindelijk vroeg Sir Ralph: „Maar hoe kwam u er toch toe, om dat dwaze plan te bedenken?" en hij lachte vroolijk. Eveneens lachend antwoordde Guelda„Om dat ik er zoo'n zin in had. Zegt u nu gerust „Dat is net iets voor een vrouw." „Wat? De woorden, die aanleiding geven tot de helft van de oneenigheden, die er in de wereld bestaan?" „Ja, gelukkig maar tot de helft, want de rest wordt veroorzaakt door de woorden „Net iets voor een man." Glimlachend keken ze elkaar aan over hun glas wijn. Het was, alsof ze reeds de belofte aflegden: „Ik zal dat nooit tegen je zeggen. We zullen niet kibbelen samen." „Het is, alsof zij beiden denken, dat het min derwaardig is om tot de andere sekse te be- hooren," zei Patsy. „Daarom zou het zoo geschikt zijn, als ieder een eens een poosje kon omwisselen, zooals ik gedaan heb," zei Guelda. „Stel u voor, dat de mannen genoodzaakt waren ten minste voor een paar weken met een jurk aan rond te loo- pen en huishoudelijke bezigheden te verrichten en zich bescheiden te gedragen, zooals wij dat moeten! Ik denk, dat ze na dien tijd veel meer consideratie zouden gebruiken tegenover de vrouwen. En denkt u eens, hoe het de kennis van de meisjes zou verrijken, als zij net als ik voor een paar weken als man konden fungee- ren Ralph Wellalone onderdrukte een glimlach. Hij schudde eens met het hoofd en zei: „Ik geloof niet, dat we deze dingen in praktijk zouden kunnen brengen. Het zou niet overal gaan en ook niet voor iedereen geschikt zijn. Ik hoorde in het kort," vervolgde hij tegen Patricia, „een jonge man toevallig nog een andere nieuwe theorie verkondigen. Hij zei, 'dat, w#t eep. vrouw verlangde, was, om als vrouw beschouwd en gerespecteerd te worden, maar toch tegelijkertijd behandeld te worden als een man en broeder. Wat denkt u daarvan, juffrouw Lloyd-Hughes?" „Ik vermoed, dat het Smith was, van wien u dat hebt. Een gewone jonge man zou nooit zoo'n helder inzicht gehad hebben." Daarop vroeg Guelda: „Herinnert u zich dat vers van Geraldy, waar de jonge man vraagt: Zouden wij ook vrienden hebben kunnen zijn, als je een man was geweest? Hij denkt van neen; maar ik zou het veel mooier gevonden hebben, als hij gedacht had, dat het volstrekt niet onmogelijk geweest zou zijn." „Ja, het zou veel mooier geweest zijn," zei Ralph rustig. „Het had zoo moeten zijn." Daarop zwegen beiden. Elk van hen wist, dat zij vrienden waren of hadden kunnen zijn, zelfs in de dagen, toen Hij niet had geweten, dat Smith een Zij was. Hij sloeg haar gade, terwijl zij haar broodje zat te kruimelen, en hij zag weer in gedachten, hoe Jim Smith die presse-papier in zijn hand hield en er zachtjes met zijn duim overheen streek. Jim Smith, dien hij aangeboden had, om hem naar Engelsch Indië te vergezellen Even later verliet Patricia hen. Aan de deur van het restaurant gaf ze een zeker adres op aan den taxi-bestuurder, maar aan den hoek van de straat veranderde ze het en liet zich naar haar kamers brengen, waar ze aan een langen brief naar China begon. Mijn eigen Boy, Zooeven is Guelda met haar bewonderaar naar „Little Queen's Hall" vertrokken. Hij stelde voor, om naar den Dak-tuin te gaan, maar ik was bang, dat Guelda daar al haar oude bekenden tegen het lijf zou loopen, te beginnen met haar tante, Lady Portcullis. Het zou al niet erger kunnen zijn voor Guelda, die in Wales heet te logeeren. Was je hier vanavond ook maar geweest, zoodat wij ook naar Little Queen's Hall hadden kunnen gaan. Daar zijn we nog nooit geweest, is het wel? Ik ken het, geloot i£> niet. Ik kon duidelijk aan het gelaat van den jon gen man zien, dat hij van plan was, haar van avond ten huwelijk te vragen, als dat tenmin-' ste nog noodig is. Weet je nog Het verdere van den brief was uitsluitend over Patsy en haar aanstaande, en we zullen dus liever terugkeeren naar Guelda en Sir Ralph Wellalone. Het zou Guelda later niet mogelijk zijn ge weest, een beschrijving te geven van hoe „Little Queen's Hall" er uitzag met haar met bloemen gedekte tafeltjes, haar beelderige fresco's en haar prachtige lampen. Zij zag niets, van wat er om haai1 heen gebeurde en vooral niet, nadat Wellalone op een bepaald oogenblik eenvoudig weg, zoo en passant ge zegd had: „Wat heb ik je lief!" Guelda's broer was dus blijkbaar niet de eenige jonge man, die de zaken graag wat be kortte. Was het niét eigenaardig, dat Ralph Wellalone dat zoo kortaf op eens zei? Hij meende het. Hij had behoefte, om het op dat oogenblik te zeggen. Hij herinnerde zich den blik, dien Smith hem bij het afscheid nemen gegeven had, en waarin hij de grootste toege negenheid had gelezen. Die zelfde blik las hij nu in de heldere oogen van Guelda. „Ik heb je lief, zie je," herhaalde hij nog eens. „Ik ook," zei Guelda daarop. „Ik bedoel, ik heb jou ook lief." Zij proestten het samen uit en bonsden meteen tegen een ander span aan; een blo zende jonge man en een dame in het zwart van middelbaren leeftijd, tenminste zoo leek zij, hoewel ze in werkelijkheid al aardig wat ouder was. Terwijl van beide zijden de gewone excuses werden gemaakt, klonk opeens de stem der in 1 het zwart gekleede dame er boven uit. „Guelda!" riep zij op verschrikten toon uit, i „Guelda, kind, hoe kom je hier zoo opeens?"' Guelda was echter in de laatste weken al; aan verrassingen gewend geraakt en stak heel kalm haar hand uit. (Wordt vervolgd.). J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8