HET NIEUWE AVONDBLAD
Geheimen der Zee.
Bekende
plaats gen oo ten
20e JAARGANG No. 68
WOENSDAG 23 JAN. 1935
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2 y3 cents incasso, per kwartaal 11.20
plus 5 cents Incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBCOM
ADVERTENTIEN15 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeeüngen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Aüe abonnea van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
i 2800.bij algeheele invaliditeit; 600— bij overlijden; 400— bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.bij verlies van
een wijsvinger; 100— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100— bij break
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000— bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over
lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijl of mee*
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Ultkeeririgen krachten*
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank te
8chiedam.
IJMUIDEN.
Middelen ter verbetering van
het visscherijbedrijf.
Oud nieuws in een nieuwen vorm.
Het wachten is op de Visscherij-Centrale.
Het rapport, dat gisteren in de bladen is
verschenen en waarvan wordt gezegd, dat
het eenigen tijd geleden den minister werd
aangeboden, wordt een zeer belangrijk rap
port genoemd, omdat daarin de volledige
reorganisatie van het visscherijbedrijf wordt
uiteengezet.
Een belangrijk rapport is het zeker. Maar
al lezende trof het ons, dat er zooveel dingen
in voorkwamen, waarvan we al eerder iets
hadden hooren verluiden en toen we het stuk
ten einde hadden uitgelezen was ons duide
lijk geworden, dat we hadden gelezen het
rapport van de commissie-Welter, waarover
reeds eerder het een en ander in een enkel
blad was medegedeeld.
De opmerkingen in het rapport kunnen we
geenszins alle onderschrijven, alhoewelniet
ontkend mag worden, dat tal van opmer
kingen bewijzen, dat de samenstellers van het
rapport wel eens hun licht in IJmuiden op
gestoken hebben.
De ontwikkeling van het visscherijbedrijf
is zeer juist geschetst. Men vindt trouwens iets
dergelijks in het rapport der Staatscommis-
rie-Rijkens, dat uitvoerig uitweidde over deze
materie.
Wat er gezegd wordt over den vischhandel,
bevat vele onjuistheden. Dat het met het dis-_
tributiestelsel in ons land slecht gesteld is. is'
algemeen bekend, dat, zooals de samenstel
lers zeggen, de visch zelfs in meerdere streken,
vooral in Brabant en Limburg onmogelijk uit
IJmuiden is te betrekken, is echter niet in
overeenstemming met de feiten. Vooral Noord-
Brabant betrekt groote hoeveelheden visch
uit IJmuiden. In Tilburg, Eindhoven, den
Bosch, Breda enz. loopen tientallen leurders
dagelijks met visch uit IJmuiden te venten
en in de vischwinkels in genoemde steden is
steeds visch uit IJmuiden verkrijgbaar.
Dat men nimmer zorg heeft besteed aan af
zetgebied is evenmin juist. Want ware dit zoo,
dan had het visscherijbedrijf zich in de ja
ren 1928, 1929 en 1930 niet zoo spoedig van de
schade, geleden door den verminderden uit
voer naar Duitschland, kunnen herstellen.
Hadden onze exporteurs voor den verloren ge-
ganen afnemer geen nieuwe kunnen vinden,
dan zouden genoemde jaren geen jaren van
hoogconjunctuur geworden zijn.
Het is te hopen dat de middelen, die de
commissie aanwijst tot verbetering van de
distributie van visch, als in de eerste plaats
de organisatie van een intensief werkend dis
tributiesysteem (systeem Woestenburg?)
door de Visscherij-Centrale, ongetwijfeld het
centraal orgaan, waarover in het rapport
wordt gesproken, ernstig in overweging geno
men en ook verwezenlijkt worden.
Rake dingen worden gezegd over de wijze,
waarop het visscherijbedrijf door de reeders
van IJmuiden wordt uitgeoefend. Wij behoe
ven daaraan niets toe te voegen. Alleen willen
wij niet nalaten er op te wijzen, dat de slech
te gang van zaken niet alléén het gevolg is
van de fouten, waarmede het visscherijbedrijf
behept is. De middelen, die ter verbetering van
de toestanden in dit bedrijf worden aangege
ven, getuigen van een buitengewoon groote
naïveteit, maar overigens komen er aanwij
zingen in voor, die overweging verdienen.
Ten slotte worden er maatregelen opge
somd, die directe hulp kunnen bieden. Aan
het aankoopen en in de vaart brengen van
verouderd buitenlandsch materiaal moet paal
en perk worden gesteld, meent de commissie.
Als eisch moet daarom worden gesteld, dat
buitenlanasche trawlers (bedoeld wordt: in
het buitenland gekochte trawlers) om een
„vischvergunning" te krijgen- aan bepaalde
voorwaarden zullen moeten voldoen.
Deze opmerking is niet prettig voor de
Scheepvaartinspectie, waarvan bekend is, dat
zij voor het in de vaart brengen van in het
buitenland gekochte tweedehandsch booten
hooge eischen stelt, waardoor, vóórdat zulk
een vaartuig voldoet aan de eischen van deze
inspectie, aanzienlijke reparaties en wijzi
gingen, die meermalen duizenden guldens
kosten, noodig zijn. Maar wie denkt er nu
aan, schepen aan te koopen? Entenslot
te zal tijdelijke hulp op bescheiden schaal
van geval op geval tot de mogelijkheden moe
ten behoor en.
Hiermee eindigt het rapport.
En beginnen wij bij iets anders, n.l. bij de
woorden, gesproken door den minister bij de
behandeling van de afdeeling Visscherij der
begrooting van Economische Zaken en wel
ter beantwoording van het lid der Tweede
Kamer den heer Brautigam.
„De geachte afgevaardigde Brautigam heeft
tenslotte naast de kwestie van den noodzake
lijken export ook naar voren gebracht de
reorganisatie van de vloot. Ik ben het daar
geheel mee eens. Ook ik vind het verschrikke
lijk, wanneer in IJmuiden schepen liggen te
roesten, maar tusschen het verschrikkelijk
vinden en de middelen vinden om dit te voor
komen, bestaat, zou ik haast zeggen, nog een
grooter afstand dan tusschen de functie van
den geachten afgevaardigde en mijn functie".
Ik kan dit alleen verklaren, zoo vervolgde
de minister: wanneer ik op dit gebied iets zal
kunnen doen, zal ik het niet nalaten, ook niet
op het speciale terrein, dat de geachte afge-
yaardigde naar voren heeft gebracht, n.l. de
reorganisatie van de vloot. Maar men begrijpt
dat, waar het geld niet van de straat te ha
len is, waar men onder de tegenwoordige om
standigheden de grootste moeite heeft het te
vinden, niet anders dan in het kader van de
Visscherij Centrale op dit terrein en dan nog
in beperkte mate, maatregelen kunnen wor
den genomen".
De commissie-Rijkens, de commissie-Welter,
de commissie voor werkverruiming, zij kunnen
de mooiste plannen indienen. Maar van al
deze plannen komt niets, getuige de woorden
van den minister van Economische Zaken.
Maatregelen? Ja, in het kader van de Vissche
rij-Centrale en dan nog in beperkte mate.
Nogmaals het visscherijbedrijf
bekeken.
Eigenaardigheden van den
vischhandel.
Een vischconservenfabriek?
Naar aanleiding van het door het Pers
bureau V.D. genoemde rapport over de vol
ledige reorganisatie van het IJmuider Vissche
rijbedrijf heeft een verslaggever van dit bu
reau in IJmuiden een onderzoek gedaan naar
den toestand waarin het bedrijf thans ver
keert. Wij ontleenen aan zijn bevindingen,
welke geen nog niet vermelde feiten bevatten,
het volgende:
Er doen zich nog bij den handel, ten gevolge
van de crisismaatregelen, die de regeering
nam, eigenaardigheden voor, die een fel licht
werpen op de verhoudingen die te IJmuiden
heerschen. Iemand b.v., die vroeger veel van
een bepaalde soort fjjnvisch naar Frankrijk
verzond, krijgt verhoudingsgewijs tot de ove
rige handelaren zijn consent toegewezen. Deze
soort fijnvisch werd te IJmuiden zeer goed
koop ingekocht, dus ten nadeele van de reede-
rijen, terwijl ze in Parijs ontzaggelijk duur ver
kocht werd. Deze handelaren werden ondanks
de crisis, ondanks de uitvoerverboden en on
danks den ondergang van het visscherijbe
drijf slapende rijk! Deze en dergelijke mis
standen deden zich en kunnen zich nog dage-
lijks voordoen.
Het nevenbedrijf.
Wat nu de positie van het nevenbedrijf ten
opzichte van de reederij betreft, hier bestaat
de mogelijkheid tot overdrijving. Het valt in
derdaad niet te ontkennen dat het meeren-
deel der reederij en geheel of gedeeltelijk in
handen is van de nevenbedrijven. Doch met het
grootste deel der varende vloot, circa 80 sche
pen, is dit niet het geval, want men mag niet
vergeten, dat de groote maatschappijen, zij
dus, die verreweg de meeste schepen in de
vaart brengen, van nevenbedrijven onafhan
kelijk zijn.
Ondertusschen verkeeren ook deze maat
schappijen in buitengewoon moeilijke omstan
digheden. De beste besommingen worden op
het oogenbïik gemaakt'door het groote type
trawlers hetgeen het gevolg is van het feit,
dat rondvisch op het oogenbïik een betere
markt heeft dan platvisch, welke door d<
kustbooten wordt aangebracht. Bijzonder ont
wrichtend op de marktverhoudingen werkt de
haringvloot, indien deze zich, wanneer de ha
ringvangst niet meer loonend is, op de versche
zeevisch werpt. De vloot wordt dan plotseling
met 100 loggers versterkt (een capaciteit van
plus minus 50 kustbooten).Dit heeft uiteraard
een sterke weerslag op de marktverhoudingen.
In December b.v. was er een vrij goede markt,
thans, door het optreden der haringvloot, is
de markt zeer slecht. Indien nu de plannen die
in het door ons gepubliceerde rapport door
gang mochten vinden en men daadwerkelijk
zou overgaan tot het sloopen van een groot
aantal minderwaardige schepen en de aan
bouw van nieuwe, dan zouden deze laatsten
slechts van twee types kunnen zijn. Ten eer
ste: de groote trawler en ten tweede: de kust
boot. De middensoort, die ver op zee bij
stormweer niet visschen kan, moet als oneco
nomisch worden uitgeschakeld. Hier doet zich
natuurlijk ook de vraag voor: motorschip of
stoomtrawler. De ervaringen met het diesel
motorschip zijn niet onverdeeld gunstig. De
bediening is niet zoo eenvoudig als men dat
dikwijls voorstelt. Menigmaal worden de sche
pen met motoraverii de haven binnenge
bracht. De stoommachine daarentegen is een
voudig en gemakkelijk door den machinist zelf
te repareeren. Bovendien zijn motorschepen
niet goedkooper in exploitatie. De exploitatie
kosten zijn echter nimmer doorslaggevend wat
betreft de besomming van een schip. Er zijn
schepen, die weliswaar uiterst kostbaar
exploitatie zijn, doch die gestadig zeer hooge
besommingen maken.
Wat nu de technische uitrusting der sche
pen betreft, daarin is alweer wat de grootste
maatschappijen betreft IJmuiden niet zóó
achterlijk als dikwijls wordt voorgesteld. In
het laatste jaar werden pl.m. 30 schepen met
radioteiefonie-zenders uitgerust. Dit is uiter
aard te weinig, doch in verhouding met de
Engelsche zeevisscherijvloot is dit getal nog
betrekkelijk hoog. De Engelsche haringvloot
is goed van radioteiefonie-zenders voorzien.
Al wie in de buurt van de Engelsche kust ge
bruik heeft gemaakt van een radiotelefonie-
zender wordt gefrappeerd door het zeer sterke
gebruik, dat de Engelsche visschers van radio
maken.
Te dikwijls, werden, zooals wij dezen zomer
zelf herhaaldelijk konden constateer en, de
gesprekken, die de Hollandsche visschers der
haringvloot met elkander hadden, gestoord
j door Engelsche scheepszenders. Wij meenen
in dit verband goed te doen op het buitenge-
Iwone nut van het zgn. echolood, dat sinds
kort op onze vloot is ingevoerd, te wijzen. De
bodem d_er zee is terrasvormig. Tegen de kan
ten van deze terrassen, die zich zigzag-gewijs
door zee slingeren, schuilt de visch. Door mid
del van het echolood kan men zonder opont
houd de terrasvorming volgen en zoodoende
beste vischgronden vrij gemakkelijk zoe
ken. De resultaten van dit nieuwe instrument
overtreffen de verwachtingen.
Een bezwaar dat van zekere zijde naar voren
werd gebracht tegen de tegenwoordige exploi
tatie der trawlers is de toestand van de visch-
ruimen. De schotten zijn in het algemeen on
geverfd, waardoor de bederfkiemen moeilijk
kunnen worden geweerd. Het product heeft
hieronder uiteraard sterk te leiden.
Vischconserven-industrie.
Indien men in IJmuiden met vertegenwoor
digers uit verschillende kringen spreekt, ver
tegenwoordigers van reeders, dan wordt bijna
overal de sterke decentralisatie, het individua
lisme, dat in dit bedrijf hoogtij viert, als een
der factoren aangevoerd, die er mede schuld
van zijn, dat het bedrijf zoo zwak staat tegen
over de crisis. Unaniem wordt de behoefte aan
de vischfileeringsindustrie gevoeld.
Voor het oprichten van een dergelijke in
dustrie is geen zeer groot kapitaal noodig. Voor
het voeren van een intensieve reclamecam
pagne waardoor dit artikel onder ons volk
populair gemaakt wordt, zal wel zeer veel geld
noodig zijn. Hiervoor zal inderdaad een over-
heidscrediet noodig zijn. Als zeer voorname
factor geldt bij deze kwestie ook het feit, dat
een goede vischfileeringsindustrie in sterke
mate prijsregelend zou kunnen optreden. Al
deze vraagstukken komen uiteraard bij de vis
scherij centrale ter sprake, wat uit deze eer
ste poging van regeeringsbemoeienis nog
groeien zal, weet men niet, men wacht af en
hoopt het beste
Het visscherijbedrijf een nationaal
bedrijf.
Bij een groot deel van de bij de visscherij
betrokkenen groeit meer en meer het besef,
dat het bedrijf slechts voor den volledigen on
dergang behoed kan worden als men de alge
heele industrialisatie doorvoert. Bovendien
moet er zeer spoedig een einde komen aan het
toomelooze individualisme, dat de consolidee
ring van de verschillende bedrijfsgroepen in
den weg staat. Het blijkt reeds dat de pogin
gen van de handelaren in Nederland een af
zetgebied voor hun producten te vinden met
succes worden bekroond. Er is inderdaad een
tendenz aanwezig, die erop wijst dat de visch-
consumptie in Nederland toeneemt.
Ook dit laatste feit wijst erop, dat de op
richting van een vischconservenfabriek
(vischfileeringsindustrie) op het oogenbïik niet
als oneconomisch of als te gewaagd mag wor
den verworpen. IJmuiden wacht hierop!
Wat de trawlers in 1934
besomden.
En schepen
verdwijnen spoorloos
Door onze lens gesnapt
Zeer uiteenloopende resultaten.
Uit de gegevens omtrent de besommingen
der stoomtrawlers in 1934 blijkt, dat de resul
taten van de 96 trawlers, die aan de visscherij
deelnamen, zeer uiteenloopend zijn. Dit
voornamelijk het gevolg van de reis-frequentie
dezer trawlers, die tengevolge van de wissel
vallige resultaten eveneens zeer schommelend
was. Het aantal, door de trawlers, die aan de
visscherij deelnamen, gemaakte reizen va
rieerde van 2 (Magpie en Johanna) tot 30
(Condor, Oostzee en IJselmond). Verder zorgde
Fortuna voor de groote verschillen en speelde
hierbij natuurlijk de grootte der trawlers een
belangrijke rol.
Slechts twee trawlers hebben een totale be
somming van f 100.000 overschreden. Dit
waren de Caroline, die in 28 reizen f 104.745
besomde en de Gloria, die het in 27 reizen tot
f 100.560 bracht. Maar nog eenige ander traw
lers van de Vem bereikten een zeer bevredi
gende jaarbesomming, zooals de Christine (28
reizen f 81.864), de Hercules (21 reizen
f 75.477), de Utrecht (25 reizen f 91.563), de
Gerberdina Johanna (24 reizen f 95.681), de
Amsterdam (24 reizen f 34.898) en de Rotter
dam (25 reizen f 81.008).
Na de Vem moeten we bij de Mij. „Petten"
zoeken om hooge cijfers. De vier booten van
deze maatschappij besomden in totaal
f 319.640, de 18 booten van de Vem f 1.288.076,
zoodat het gemiddelde per boot bij de Mij.
Petten hooger is (Vem f 71.555. Mij. Petten
f 79.410). De vier trawlers van deze maat
schappij, die in 1934 in de vaart waren hebben
elkaar weinig toegegeven: Bergen f 73.972,
Alkmaar f 86.154, Schoorl f 79.428 en Petten
f 80.084.
Bij de Marezaten, van welke reederij 14 boo
ten in de vaart waren met totaal f 386.003
vinden we de Condor met f 43.626 in 30 reizen
aan den top. De zes booten van de fa. Wed. S.
I. Groen staan voor f 243.348 te boek, met
bovenaan de Eveline (18 reizen f 51.507). Fra
ter Smid en Prins hadden vijf booten in de
vaart met totaal f 201.634. Hier was de Oostzee
met f 54.205 in 30 reizen de hoogste. De vier
Rotterdamsche motortrawlers Antje, Bet je,
Claesje en Dirkje besomden in totaal f 186.260,
maar de Dirkje deed slechts 11 reizen.
Opvallend is, dat de beide reederijen, die
alleen met schelvischbooten varen, met hun
booten bovenaan stonden wat het gemiddeld
aantal reizen per boot betreft, nJ. de Vem en
de Mij. Petten. Voor beide reederijen was dit
aantal 238. De Marezaten met haar kustbooten
bracht het slechts tot een gemiddelde van 18.
Hieruit blijkt duidelijk, dat het jaar beter was
voor de schelvischbooten dan voor de kust
booten. Maar dit is geen nieuwtje.
De gemiddelde besomming per reis bedroeg:
bij de Mij. Petten f 3364.64, bij de Vem
f 3030.77, bij Frater Smid en Prins f 1833.04. bij
de Marezaten f 1478.94 en bij Piscator ca.
f 2328.
En ten slotte nog een paar cijfers, die aan-
toonen, welk een crisis de trawlvisscherij_ mee
maakt: de totale besomming van alle in be
drijf zijnde stoomtrawlers bedroeg f 3.993.000.
De zee heeft haar geheimen, die zij zich
niet ontfutselen laat. Niet door al die uitvin
dingen van deze eeuw: diepzee-duikinstalla-
ties, ultra-sonoor-echolood, radiotelegraphie,
draadlooze bakens en kompassen, infra-roo-
de mistkijkers, enz.
Dat de zee in de 17de eeuw vliegende Hol
landers op haar baren droeg is men bereid
zonder meer aan te nemen en iedereen is ove
rigens ook min of meer op de hoogte van die
„bij na-historische" aangelegenheid.
Echter niet alleen, reeds ver in het verleden
doch ook in de jaren, die vlak achter ons lig
gen, vonden er spookachtige gebeurtenissen
op zee plaats, gebeurtenissen naar welker op
lossing men vergeefs zocht.
Reeds meermalen hebben wij aan zulke
speciale gevallen in deze kolommen een korte
beschouwing gewijd.
Van krasse staaltjes hebben we onze lezers
dikwijls mededeeling gedaan. Een van die
.sterke stukjes" was het verhaal over de
mysterieuze bark Marie Celeste" op zee ver
laten aangetroffen en te Gibraltar binnen
gebracht. Aan boord verkeerde alles in nor
male condities en verschillende sporen wezen
uit, dat de opvarenden in het geheel geen toe
bereidselen tot een vlucht of ook maar iets
van dien aard genomen hadden. Toch vond
men van hen geen spoor terug.
Het meest krasse staaltje leek ons wel het
geheimzinnige lot, dat den Russischen krui
ser „Russalka" in 1893 trof. De „Russalka'
was voor een oefenreis den vijver, dien men
Oostzee noemt, ingestoken en passeerde ge
heel overeenkomstig de berekening het eiland
Dagö, waar hij door visschers gezien werd.
Sedert dien tijd heeft men echter nimmer
meer iets van den oorlogsbodem gehoord of
gezien. De opvarenden, 80 officieren en 390
manschappen zijn tezamen met hun schip
zoo absoluut van den aardbodem wegge-
wischt, als was er van hun bestaan nooit
sprake geweest.
Het stormde in den nacht van de katastrofe
niet en aan een optloffing kan kwalijk ge
dacht worden; immers wordt dit traject vrij
druk bevaren o.a. met kleine kustvaarders en
van wrakstukken heeft men nooit een spoor
ontdekt, ondanks ijverige nasporingen van
het Russische gouvernement, daarin door
Zweedsche visschers bijgestaan.
Zoodat er niets anders overbleef dan te
moeten vaststellen, dat de kruiser met zijn
bemanning voor 100 pet. verdwenen is. Geen
enkele gissing was zelfs te maken, hoe, waar
en wanneer de ramp plaats had.
In 1931 verdween het kleine Engelsche
mailschip „Calder", dat tusschen Huil
Hamburg op en neer voer eveneens van 't zee
oppervlak. Zij het dan, dat men er later wa
wrakhout en een ledige reddingboot van
terugvond. Het was eind April en het mooi
ste weer van de wereld, zoo als de volksmond
zegt. Het schip was een jaar te voren ge
bouwd en was technisch met de nieuwste snuf
jes toegerust.
De radio-installatie was puik in orde, de of
ficieren en andere opvarenden waren ervaren
en bevaren lieden, die de reis tusschen de
twee havensteden reeds tientallen malen af
gelegd hadden. Maar zonder ook maar een
kik te geven is de „Calder" verdwenen. Het
laatst zag haar de loods, die zich bij den
mond van de Elbe van boord liet zetten en
haar „goeie reis" wenschte!
Alle radiokuststations rondom de Noord
zee en in de nabijheid zijnde schepen werd,
toen het schip niet tijdig te Huil verscheen,
t consigne gegeven, scherp naar de boot uit
te zien of te luisteren.
Maar het schip zelf zweeg en heeft zijn
stilte nimmer verbroken
En kent IJmuiden en zijn trawlerbedrijf
ook niet soortgelijke gevallen?
LEGER DES HEILS.
Donderdagavond a.s. zal Envoy A. van
Vlaardingen een lezing houden over het on
derwerp: „Van Tweeërlei Zendingsveld In-
dië en de Jordaan".
De Envoy is de bekende schrijfster van
„Mijn Jordanertjes" en heeft door haar Ra
dio-praatjes ook reeds algemeene bekend
heid in om land verworven. Jarenlang was
zij als onderwijzeres aan een school in de Jor
daan te Amsterdam werkzaam en kan als zoo
danig spreken uit een schat van ervaring. En
kele jaren geleden maakte ze een studiereis
naar Ned.-Indië en heeft, daardoor een uitge
breide kennis over het zendingswerk aldaar
verworven. Het zal mejuffrouw van Vlaar
dingen, die een zeer onderhoudend spreek
ster is. zeer zeker niet aan een talrijk en be
langstellend gehoor ontbreken.
BURGERLIJKE STAND.
Bevallen: C. Harsveld—Floris, d., Kruis
straat 25, Velsen-N., W. Maks—Jutten z., de
Ruyterstraat 94, IJmuiden; A. van der Velde
Butter d., Melklaan 55, Velsen-N., K. Heil-
mannZwart z. Conradstraat 10, IJmuiden
P. M. Pimentel— Jansen d., Cypressenstraat
20, IJmuiden; A. E. Deen— de Zwart z„ Schuit
straat 16, Santpoort.
Overleden: H. J. de Jong, 71 jaren, echtgen
van G. D. Bode, VLissingen.
C. Meijer 71 jaren, Brederoodscheweg 57,
C. J. P. Maas.
De heer C. J. P. Maas, administrateur van
het Ziekenfonds Groot-IJmuiden, neemt in
het R.K. politieke- en vereenigingsleven een
vooraanstaande plaats in.
Het is thans ongeveer 12 jaar geleden, dat
hij zijn intrede deed in den Gemeenteraad en
reeds spoedig zou blijken, dat hij in dit col
lege een belangrijke rol zou spelen. Hij is de
woordvoerder der R.K. raadsfractie geworden,
niet alleen haar woordvoerder, maar ook haar
voorzitter. Hij is een goed spreker en een han
dig debater en vooral wanneer er arbeiders
aangelegenheden behandeld worden, kan men
er zeker van zijn, dat de heer Maas aan de
debatten deelneemt. Want alhoewel hij sedert
jaren niet meer, zooals oorspronkelijk, in de
metaalindustrie werkzaam is. was hij niet voor
niets gedurende 6 jaar voorzitter van de af
deeling IJmuiden van den R.K. Metaalbewer-
kersbond Sint Eloy en 4 1/2 jaar ongesalarieerd
lid van het hoofdbestuur van dien bond. Ook
bij den heer Maas kruipt het bloed waar het
niet gaan kan en zoo komt dan steeds de vak-
vereen igingsman in hem boven.
De heer Maas is voorts voorzitter van de af
deeling Veis en van den R.K. Volksbond. Ge
durende eenige jaren was hij penningmeester
van V.S.V.
in de jaren voor de crisis (1928, 1929 en 1930) I Santpoort,
was dit cijfer gemiddeld f 12.000.000 of ruim W. van der Wal, 72 jaren, echtgen. van A. A.
driemaal zooveelL I Logeman, Zinneveldtlaan 7, Santpoort,
J. E. Westgeest, 18 jaren, ongehuwd, Wijk
aan Zee en Duin.
A. Brunt, 75 jaren, echtgen. van D. Mieze-
rus, Hoofdstraat 44, Santpoort.
T. van der Gaag. 40 jaren, echtgen. van W.
Ketting, Wijk aan Zeeërweg 12, IJmuiden.
JAARVERGADERING „DE GIETELING".
Dinsdag 29 Januari a.s. houdt de vereeni-
ging „De Gieteling" een algemeene jaarver
gadering in het Casino.
Aan de orde komen o.m. de bestuursverkie
zing wegens periodieke aftreding van de be
stuursleden, Mys, Gregouir en Bakker.
De Bata-boot verkocht.
Eenige jaren geleden kocht de Bata-schoen-
fabriek een stoomscheepje van zes honderd ton
voor het vervoer van hare producten naar
verschillende havens en bracht dit onder
Tchechise vlag met den naam Little Evy. In
Augustus van het vorig jaar was het scheepje
in aanvaring met een Russisch stoomschip en
moest toen met zware schade naar Holtenau
binnenloopen. Sedert heeft het daar stilge
legen.
Naar gemeld wordt is het stoomschip nu
aan een Fransche reederij verkocht, die het
naar een Nederlandsche werf zal laten komen
om het schip tot motorschip te laten ver
bouwen.
Verscheping teerolie.
Teneinde een lading teerolie in te nemen is
het Duitsche stoomschip Emmy Friedrich
van Kiel in de haven van het Hoogovenbedrijf
aangekomen.
Belangrijke reparatie.
Het Nederlandsche stoomschip Leersum, dat
eenige maanden geleden op reis van Archan
gel naar Baltimore op de Noorsche kust aan
den grond geraakte en daarbij tamelijk bo-
demschade beliep, is thans na de lading in
Rotterdam te hebben gelost naar Amsterdam
gepasseerd om deze schade in één der droog
dokken aldaar te laten herstellen.
Binnendoor gegaan.
Het Nederlandsch motorschip Eems, dat van
Londen naar Delfzijl bestemd is en wegens den
harden tegenwind hier binnenkwam, is direct
binnendoor naar de bestemmingshaven verder
gegaan.