HET NIEUWE AVONDBLAD Geheimen der Zee. Bekende plaats gen oo ten 20e JAARGANG No. 68 WOENSDAG 23 JAN. 1935 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2 y3 cents incasso, per kwartaal 11.20 plus 5 cents Incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBCOM ADVERTENTIEN15 regels f 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeeüngen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Aüe abonnea van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: i 2800.bij algeheele invaliditeit; 600— bij overlijden; 400— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.bij verlies van een wijsvinger; 100— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100— bij break van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000— bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijl of mee* abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Ultkeeririgen krachten* deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank te 8chiedam. IJMUIDEN. Middelen ter verbetering van het visscherijbedrijf. Oud nieuws in een nieuwen vorm. Het wachten is op de Visscherij-Centrale. Het rapport, dat gisteren in de bladen is verschenen en waarvan wordt gezegd, dat het eenigen tijd geleden den minister werd aangeboden, wordt een zeer belangrijk rap port genoemd, omdat daarin de volledige reorganisatie van het visscherijbedrijf wordt uiteengezet. Een belangrijk rapport is het zeker. Maar al lezende trof het ons, dat er zooveel dingen in voorkwamen, waarvan we al eerder iets hadden hooren verluiden en toen we het stuk ten einde hadden uitgelezen was ons duide lijk geworden, dat we hadden gelezen het rapport van de commissie-Welter, waarover reeds eerder het een en ander in een enkel blad was medegedeeld. De opmerkingen in het rapport kunnen we geenszins alle onderschrijven, alhoewelniet ontkend mag worden, dat tal van opmer kingen bewijzen, dat de samenstellers van het rapport wel eens hun licht in IJmuiden op gestoken hebben. De ontwikkeling van het visscherijbedrijf is zeer juist geschetst. Men vindt trouwens iets dergelijks in het rapport der Staatscommis- rie-Rijkens, dat uitvoerig uitweidde over deze materie. Wat er gezegd wordt over den vischhandel, bevat vele onjuistheden. Dat het met het dis-_ tributiestelsel in ons land slecht gesteld is. is' algemeen bekend, dat, zooals de samenstel lers zeggen, de visch zelfs in meerdere streken, vooral in Brabant en Limburg onmogelijk uit IJmuiden is te betrekken, is echter niet in overeenstemming met de feiten. Vooral Noord- Brabant betrekt groote hoeveelheden visch uit IJmuiden. In Tilburg, Eindhoven, den Bosch, Breda enz. loopen tientallen leurders dagelijks met visch uit IJmuiden te venten en in de vischwinkels in genoemde steden is steeds visch uit IJmuiden verkrijgbaar. Dat men nimmer zorg heeft besteed aan af zetgebied is evenmin juist. Want ware dit zoo, dan had het visscherijbedrijf zich in de ja ren 1928, 1929 en 1930 niet zoo spoedig van de schade, geleden door den verminderden uit voer naar Duitschland, kunnen herstellen. Hadden onze exporteurs voor den verloren ge- ganen afnemer geen nieuwe kunnen vinden, dan zouden genoemde jaren geen jaren van hoogconjunctuur geworden zijn. Het is te hopen dat de middelen, die de commissie aanwijst tot verbetering van de distributie van visch, als in de eerste plaats de organisatie van een intensief werkend dis tributiesysteem (systeem Woestenburg?) door de Visscherij-Centrale, ongetwijfeld het centraal orgaan, waarover in het rapport wordt gesproken, ernstig in overweging geno men en ook verwezenlijkt worden. Rake dingen worden gezegd over de wijze, waarop het visscherijbedrijf door de reeders van IJmuiden wordt uitgeoefend. Wij behoe ven daaraan niets toe te voegen. Alleen willen wij niet nalaten er op te wijzen, dat de slech te gang van zaken niet alléén het gevolg is van de fouten, waarmede het visscherijbedrijf behept is. De middelen, die ter verbetering van de toestanden in dit bedrijf worden aangege ven, getuigen van een buitengewoon groote naïveteit, maar overigens komen er aanwij zingen in voor, die overweging verdienen. Ten slotte worden er maatregelen opge somd, die directe hulp kunnen bieden. Aan het aankoopen en in de vaart brengen van verouderd buitenlandsch materiaal moet paal en perk worden gesteld, meent de commissie. Als eisch moet daarom worden gesteld, dat buitenlanasche trawlers (bedoeld wordt: in het buitenland gekochte trawlers) om een „vischvergunning" te krijgen- aan bepaalde voorwaarden zullen moeten voldoen. Deze opmerking is niet prettig voor de Scheepvaartinspectie, waarvan bekend is, dat zij voor het in de vaart brengen van in het buitenland gekochte tweedehandsch booten hooge eischen stelt, waardoor, vóórdat zulk een vaartuig voldoet aan de eischen van deze inspectie, aanzienlijke reparaties en wijzi gingen, die meermalen duizenden guldens kosten, noodig zijn. Maar wie denkt er nu aan, schepen aan te koopen? Entenslot te zal tijdelijke hulp op bescheiden schaal van geval op geval tot de mogelijkheden moe ten behoor en. Hiermee eindigt het rapport. En beginnen wij bij iets anders, n.l. bij de woorden, gesproken door den minister bij de behandeling van de afdeeling Visscherij der begrooting van Economische Zaken en wel ter beantwoording van het lid der Tweede Kamer den heer Brautigam. „De geachte afgevaardigde Brautigam heeft tenslotte naast de kwestie van den noodzake lijken export ook naar voren gebracht de reorganisatie van de vloot. Ik ben het daar geheel mee eens. Ook ik vind het verschrikke lijk, wanneer in IJmuiden schepen liggen te roesten, maar tusschen het verschrikkelijk vinden en de middelen vinden om dit te voor komen, bestaat, zou ik haast zeggen, nog een grooter afstand dan tusschen de functie van den geachten afgevaardigde en mijn functie". Ik kan dit alleen verklaren, zoo vervolgde de minister: wanneer ik op dit gebied iets zal kunnen doen, zal ik het niet nalaten, ook niet op het speciale terrein, dat de geachte afge- yaardigde naar voren heeft gebracht, n.l. de reorganisatie van de vloot. Maar men begrijpt dat, waar het geld niet van de straat te ha len is, waar men onder de tegenwoordige om standigheden de grootste moeite heeft het te vinden, niet anders dan in het kader van de Visscherij Centrale op dit terrein en dan nog in beperkte mate, maatregelen kunnen wor den genomen". De commissie-Rijkens, de commissie-Welter, de commissie voor werkverruiming, zij kunnen de mooiste plannen indienen. Maar van al deze plannen komt niets, getuige de woorden van den minister van Economische Zaken. Maatregelen? Ja, in het kader van de Vissche rij-Centrale en dan nog in beperkte mate. Nogmaals het visscherijbedrijf bekeken. Eigenaardigheden van den vischhandel. Een vischconservenfabriek? Naar aanleiding van het door het Pers bureau V.D. genoemde rapport over de vol ledige reorganisatie van het IJmuider Vissche rijbedrijf heeft een verslaggever van dit bu reau in IJmuiden een onderzoek gedaan naar den toestand waarin het bedrijf thans ver keert. Wij ontleenen aan zijn bevindingen, welke geen nog niet vermelde feiten bevatten, het volgende: Er doen zich nog bij den handel, ten gevolge van de crisismaatregelen, die de regeering nam, eigenaardigheden voor, die een fel licht werpen op de verhoudingen die te IJmuiden heerschen. Iemand b.v., die vroeger veel van een bepaalde soort fjjnvisch naar Frankrijk verzond, krijgt verhoudingsgewijs tot de ove rige handelaren zijn consent toegewezen. Deze soort fijnvisch werd te IJmuiden zeer goed koop ingekocht, dus ten nadeele van de reede- rijen, terwijl ze in Parijs ontzaggelijk duur ver kocht werd. Deze handelaren werden ondanks de crisis, ondanks de uitvoerverboden en on danks den ondergang van het visscherijbe drijf slapende rijk! Deze en dergelijke mis standen deden zich en kunnen zich nog dage- lijks voordoen. Het nevenbedrijf. Wat nu de positie van het nevenbedrijf ten opzichte van de reederij betreft, hier bestaat de mogelijkheid tot overdrijving. Het valt in derdaad niet te ontkennen dat het meeren- deel der reederij en geheel of gedeeltelijk in handen is van de nevenbedrijven. Doch met het grootste deel der varende vloot, circa 80 sche pen, is dit niet het geval, want men mag niet vergeten, dat de groote maatschappijen, zij dus, die verreweg de meeste schepen in de vaart brengen, van nevenbedrijven onafhan kelijk zijn. Ondertusschen verkeeren ook deze maat schappijen in buitengewoon moeilijke omstan digheden. De beste besommingen worden op het oogenbïik gemaakt'door het groote type trawlers hetgeen het gevolg is van het feit, dat rondvisch op het oogenbïik een betere markt heeft dan platvisch, welke door d< kustbooten wordt aangebracht. Bijzonder ont wrichtend op de marktverhoudingen werkt de haringvloot, indien deze zich, wanneer de ha ringvangst niet meer loonend is, op de versche zeevisch werpt. De vloot wordt dan plotseling met 100 loggers versterkt (een capaciteit van plus minus 50 kustbooten).Dit heeft uiteraard een sterke weerslag op de marktverhoudingen. In December b.v. was er een vrij goede markt, thans, door het optreden der haringvloot, is de markt zeer slecht. Indien nu de plannen die in het door ons gepubliceerde rapport door gang mochten vinden en men daadwerkelijk zou overgaan tot het sloopen van een groot aantal minderwaardige schepen en de aan bouw van nieuwe, dan zouden deze laatsten slechts van twee types kunnen zijn. Ten eer ste: de groote trawler en ten tweede: de kust boot. De middensoort, die ver op zee bij stormweer niet visschen kan, moet als oneco nomisch worden uitgeschakeld. Hier doet zich natuurlijk ook de vraag voor: motorschip of stoomtrawler. De ervaringen met het diesel motorschip zijn niet onverdeeld gunstig. De bediening is niet zoo eenvoudig als men dat dikwijls voorstelt. Menigmaal worden de sche pen met motoraverii de haven binnenge bracht. De stoommachine daarentegen is een voudig en gemakkelijk door den machinist zelf te repareeren. Bovendien zijn motorschepen niet goedkooper in exploitatie. De exploitatie kosten zijn echter nimmer doorslaggevend wat betreft de besomming van een schip. Er zijn schepen, die weliswaar uiterst kostbaar exploitatie zijn, doch die gestadig zeer hooge besommingen maken. Wat nu de technische uitrusting der sche pen betreft, daarin is alweer wat de grootste maatschappijen betreft IJmuiden niet zóó achterlijk als dikwijls wordt voorgesteld. In het laatste jaar werden pl.m. 30 schepen met radioteiefonie-zenders uitgerust. Dit is uiter aard te weinig, doch in verhouding met de Engelsche zeevisscherijvloot is dit getal nog betrekkelijk hoog. De Engelsche haringvloot is goed van radioteiefonie-zenders voorzien. Al wie in de buurt van de Engelsche kust ge bruik heeft gemaakt van een radiotelefonie- zender wordt gefrappeerd door het zeer sterke gebruik, dat de Engelsche visschers van radio maken. Te dikwijls, werden, zooals wij dezen zomer zelf herhaaldelijk konden constateer en, de gesprekken, die de Hollandsche visschers der haringvloot met elkander hadden, gestoord j door Engelsche scheepszenders. Wij meenen in dit verband goed te doen op het buitenge- Iwone nut van het zgn. echolood, dat sinds kort op onze vloot is ingevoerd, te wijzen. De bodem d_er zee is terrasvormig. Tegen de kan ten van deze terrassen, die zich zigzag-gewijs door zee slingeren, schuilt de visch. Door mid del van het echolood kan men zonder opont houd de terrasvorming volgen en zoodoende beste vischgronden vrij gemakkelijk zoe ken. De resultaten van dit nieuwe instrument overtreffen de verwachtingen. Een bezwaar dat van zekere zijde naar voren werd gebracht tegen de tegenwoordige exploi tatie der trawlers is de toestand van de visch- ruimen. De schotten zijn in het algemeen on geverfd, waardoor de bederfkiemen moeilijk kunnen worden geweerd. Het product heeft hieronder uiteraard sterk te leiden. Vischconserven-industrie. Indien men in IJmuiden met vertegenwoor digers uit verschillende kringen spreekt, ver tegenwoordigers van reeders, dan wordt bijna overal de sterke decentralisatie, het individua lisme, dat in dit bedrijf hoogtij viert, als een der factoren aangevoerd, die er mede schuld van zijn, dat het bedrijf zoo zwak staat tegen over de crisis. Unaniem wordt de behoefte aan de vischfileeringsindustrie gevoeld. Voor het oprichten van een dergelijke in dustrie is geen zeer groot kapitaal noodig. Voor het voeren van een intensieve reclamecam pagne waardoor dit artikel onder ons volk populair gemaakt wordt, zal wel zeer veel geld noodig zijn. Hiervoor zal inderdaad een over- heidscrediet noodig zijn. Als zeer voorname factor geldt bij deze kwestie ook het feit, dat een goede vischfileeringsindustrie in sterke mate prijsregelend zou kunnen optreden. Al deze vraagstukken komen uiteraard bij de vis scherij centrale ter sprake, wat uit deze eer ste poging van regeeringsbemoeienis nog groeien zal, weet men niet, men wacht af en hoopt het beste Het visscherijbedrijf een nationaal bedrijf. Bij een groot deel van de bij de visscherij betrokkenen groeit meer en meer het besef, dat het bedrijf slechts voor den volledigen on dergang behoed kan worden als men de alge heele industrialisatie doorvoert. Bovendien moet er zeer spoedig een einde komen aan het toomelooze individualisme, dat de consolidee ring van de verschillende bedrijfsgroepen in den weg staat. Het blijkt reeds dat de pogin gen van de handelaren in Nederland een af zetgebied voor hun producten te vinden met succes worden bekroond. Er is inderdaad een tendenz aanwezig, die erop wijst dat de visch- consumptie in Nederland toeneemt. Ook dit laatste feit wijst erop, dat de op richting van een vischconservenfabriek (vischfileeringsindustrie) op het oogenbïik niet als oneconomisch of als te gewaagd mag wor den verworpen. IJmuiden wacht hierop! Wat de trawlers in 1934 besomden. En schepen verdwijnen spoorloos Door onze lens gesnapt Zeer uiteenloopende resultaten. Uit de gegevens omtrent de besommingen der stoomtrawlers in 1934 blijkt, dat de resul taten van de 96 trawlers, die aan de visscherij deelnamen, zeer uiteenloopend zijn. Dit voornamelijk het gevolg van de reis-frequentie dezer trawlers, die tengevolge van de wissel vallige resultaten eveneens zeer schommelend was. Het aantal, door de trawlers, die aan de visscherij deelnamen, gemaakte reizen va rieerde van 2 (Magpie en Johanna) tot 30 (Condor, Oostzee en IJselmond). Verder zorgde Fortuna voor de groote verschillen en speelde hierbij natuurlijk de grootte der trawlers een belangrijke rol. Slechts twee trawlers hebben een totale be somming van f 100.000 overschreden. Dit waren de Caroline, die in 28 reizen f 104.745 besomde en de Gloria, die het in 27 reizen tot f 100.560 bracht. Maar nog eenige ander traw lers van de Vem bereikten een zeer bevredi gende jaarbesomming, zooals de Christine (28 reizen f 81.864), de Hercules (21 reizen f 75.477), de Utrecht (25 reizen f 91.563), de Gerberdina Johanna (24 reizen f 95.681), de Amsterdam (24 reizen f 34.898) en de Rotter dam (25 reizen f 81.008). Na de Vem moeten we bij de Mij. „Petten" zoeken om hooge cijfers. De vier booten van deze maatschappij besomden in totaal f 319.640, de 18 booten van de Vem f 1.288.076, zoodat het gemiddelde per boot bij de Mij. Petten hooger is (Vem f 71.555. Mij. Petten f 79.410). De vier trawlers van deze maat schappij, die in 1934 in de vaart waren hebben elkaar weinig toegegeven: Bergen f 73.972, Alkmaar f 86.154, Schoorl f 79.428 en Petten f 80.084. Bij de Marezaten, van welke reederij 14 boo ten in de vaart waren met totaal f 386.003 vinden we de Condor met f 43.626 in 30 reizen aan den top. De zes booten van de fa. Wed. S. I. Groen staan voor f 243.348 te boek, met bovenaan de Eveline (18 reizen f 51.507). Fra ter Smid en Prins hadden vijf booten in de vaart met totaal f 201.634. Hier was de Oostzee met f 54.205 in 30 reizen de hoogste. De vier Rotterdamsche motortrawlers Antje, Bet je, Claesje en Dirkje besomden in totaal f 186.260, maar de Dirkje deed slechts 11 reizen. Opvallend is, dat de beide reederijen, die alleen met schelvischbooten varen, met hun booten bovenaan stonden wat het gemiddeld aantal reizen per boot betreft, nJ. de Vem en de Mij. Petten. Voor beide reederijen was dit aantal 238. De Marezaten met haar kustbooten bracht het slechts tot een gemiddelde van 18. Hieruit blijkt duidelijk, dat het jaar beter was voor de schelvischbooten dan voor de kust booten. Maar dit is geen nieuwtje. De gemiddelde besomming per reis bedroeg: bij de Mij. Petten f 3364.64, bij de Vem f 3030.77, bij Frater Smid en Prins f 1833.04. bij de Marezaten f 1478.94 en bij Piscator ca. f 2328. En ten slotte nog een paar cijfers, die aan- toonen, welk een crisis de trawlvisscherij_ mee maakt: de totale besomming van alle in be drijf zijnde stoomtrawlers bedroeg f 3.993.000. De zee heeft haar geheimen, die zij zich niet ontfutselen laat. Niet door al die uitvin dingen van deze eeuw: diepzee-duikinstalla- ties, ultra-sonoor-echolood, radiotelegraphie, draadlooze bakens en kompassen, infra-roo- de mistkijkers, enz. Dat de zee in de 17de eeuw vliegende Hol landers op haar baren droeg is men bereid zonder meer aan te nemen en iedereen is ove rigens ook min of meer op de hoogte van die „bij na-historische" aangelegenheid. Echter niet alleen, reeds ver in het verleden doch ook in de jaren, die vlak achter ons lig gen, vonden er spookachtige gebeurtenissen op zee plaats, gebeurtenissen naar welker op lossing men vergeefs zocht. Reeds meermalen hebben wij aan zulke speciale gevallen in deze kolommen een korte beschouwing gewijd. Van krasse staaltjes hebben we onze lezers dikwijls mededeeling gedaan. Een van die .sterke stukjes" was het verhaal over de mysterieuze bark Marie Celeste" op zee ver laten aangetroffen en te Gibraltar binnen gebracht. Aan boord verkeerde alles in nor male condities en verschillende sporen wezen uit, dat de opvarenden in het geheel geen toe bereidselen tot een vlucht of ook maar iets van dien aard genomen hadden. Toch vond men van hen geen spoor terug. Het meest krasse staaltje leek ons wel het geheimzinnige lot, dat den Russischen krui ser „Russalka" in 1893 trof. De „Russalka' was voor een oefenreis den vijver, dien men Oostzee noemt, ingestoken en passeerde ge heel overeenkomstig de berekening het eiland Dagö, waar hij door visschers gezien werd. Sedert dien tijd heeft men echter nimmer meer iets van den oorlogsbodem gehoord of gezien. De opvarenden, 80 officieren en 390 manschappen zijn tezamen met hun schip zoo absoluut van den aardbodem wegge- wischt, als was er van hun bestaan nooit sprake geweest. Het stormde in den nacht van de katastrofe niet en aan een optloffing kan kwalijk ge dacht worden; immers wordt dit traject vrij druk bevaren o.a. met kleine kustvaarders en van wrakstukken heeft men nooit een spoor ontdekt, ondanks ijverige nasporingen van het Russische gouvernement, daarin door Zweedsche visschers bijgestaan. Zoodat er niets anders overbleef dan te moeten vaststellen, dat de kruiser met zijn bemanning voor 100 pet. verdwenen is. Geen enkele gissing was zelfs te maken, hoe, waar en wanneer de ramp plaats had. In 1931 verdween het kleine Engelsche mailschip „Calder", dat tusschen Huil Hamburg op en neer voer eveneens van 't zee oppervlak. Zij het dan, dat men er later wa wrakhout en een ledige reddingboot van terugvond. Het was eind April en het mooi ste weer van de wereld, zoo als de volksmond zegt. Het schip was een jaar te voren ge bouwd en was technisch met de nieuwste snuf jes toegerust. De radio-installatie was puik in orde, de of ficieren en andere opvarenden waren ervaren en bevaren lieden, die de reis tusschen de twee havensteden reeds tientallen malen af gelegd hadden. Maar zonder ook maar een kik te geven is de „Calder" verdwenen. Het laatst zag haar de loods, die zich bij den mond van de Elbe van boord liet zetten en haar „goeie reis" wenschte! Alle radiokuststations rondom de Noord zee en in de nabijheid zijnde schepen werd, toen het schip niet tijdig te Huil verscheen, t consigne gegeven, scherp naar de boot uit te zien of te luisteren. Maar het schip zelf zweeg en heeft zijn stilte nimmer verbroken En kent IJmuiden en zijn trawlerbedrijf ook niet soortgelijke gevallen? LEGER DES HEILS. Donderdagavond a.s. zal Envoy A. van Vlaardingen een lezing houden over het on derwerp: „Van Tweeërlei Zendingsveld In- dië en de Jordaan". De Envoy is de bekende schrijfster van „Mijn Jordanertjes" en heeft door haar Ra dio-praatjes ook reeds algemeene bekend heid in om land verworven. Jarenlang was zij als onderwijzeres aan een school in de Jor daan te Amsterdam werkzaam en kan als zoo danig spreken uit een schat van ervaring. En kele jaren geleden maakte ze een studiereis naar Ned.-Indië en heeft, daardoor een uitge breide kennis over het zendingswerk aldaar verworven. Het zal mejuffrouw van Vlaar dingen, die een zeer onderhoudend spreek ster is. zeer zeker niet aan een talrijk en be langstellend gehoor ontbreken. BURGERLIJKE STAND. Bevallen: C. Harsveld—Floris, d., Kruis straat 25, Velsen-N., W. Maks—Jutten z., de Ruyterstraat 94, IJmuiden; A. van der Velde Butter d., Melklaan 55, Velsen-N., K. Heil- mannZwart z. Conradstraat 10, IJmuiden P. M. Pimentel— Jansen d., Cypressenstraat 20, IJmuiden; A. E. Deen— de Zwart z„ Schuit straat 16, Santpoort. Overleden: H. J. de Jong, 71 jaren, echtgen van G. D. Bode, VLissingen. C. Meijer 71 jaren, Brederoodscheweg 57, C. J. P. Maas. De heer C. J. P. Maas, administrateur van het Ziekenfonds Groot-IJmuiden, neemt in het R.K. politieke- en vereenigingsleven een vooraanstaande plaats in. Het is thans ongeveer 12 jaar geleden, dat hij zijn intrede deed in den Gemeenteraad en reeds spoedig zou blijken, dat hij in dit col lege een belangrijke rol zou spelen. Hij is de woordvoerder der R.K. raadsfractie geworden, niet alleen haar woordvoerder, maar ook haar voorzitter. Hij is een goed spreker en een han dig debater en vooral wanneer er arbeiders aangelegenheden behandeld worden, kan men er zeker van zijn, dat de heer Maas aan de debatten deelneemt. Want alhoewel hij sedert jaren niet meer, zooals oorspronkelijk, in de metaalindustrie werkzaam is. was hij niet voor niets gedurende 6 jaar voorzitter van de af deeling IJmuiden van den R.K. Metaalbewer- kersbond Sint Eloy en 4 1/2 jaar ongesalarieerd lid van het hoofdbestuur van dien bond. Ook bij den heer Maas kruipt het bloed waar het niet gaan kan en zoo komt dan steeds de vak- vereen igingsman in hem boven. De heer Maas is voorts voorzitter van de af deeling Veis en van den R.K. Volksbond. Ge durende eenige jaren was hij penningmeester van V.S.V. in de jaren voor de crisis (1928, 1929 en 1930) I Santpoort, was dit cijfer gemiddeld f 12.000.000 of ruim W. van der Wal, 72 jaren, echtgen. van A. A. driemaal zooveelL I Logeman, Zinneveldtlaan 7, Santpoort, J. E. Westgeest, 18 jaren, ongehuwd, Wijk aan Zee en Duin. A. Brunt, 75 jaren, echtgen. van D. Mieze- rus, Hoofdstraat 44, Santpoort. T. van der Gaag. 40 jaren, echtgen. van W. Ketting, Wijk aan Zeeërweg 12, IJmuiden. JAARVERGADERING „DE GIETELING". Dinsdag 29 Januari a.s. houdt de vereeni- ging „De Gieteling" een algemeene jaarver gadering in het Casino. Aan de orde komen o.m. de bestuursverkie zing wegens periodieke aftreding van de be stuursleden, Mys, Gregouir en Bakker. De Bata-boot verkocht. Eenige jaren geleden kocht de Bata-schoen- fabriek een stoomscheepje van zes honderd ton voor het vervoer van hare producten naar verschillende havens en bracht dit onder Tchechise vlag met den naam Little Evy. In Augustus van het vorig jaar was het scheepje in aanvaring met een Russisch stoomschip en moest toen met zware schade naar Holtenau binnenloopen. Sedert heeft het daar stilge legen. Naar gemeld wordt is het stoomschip nu aan een Fransche reederij verkocht, die het naar een Nederlandsche werf zal laten komen om het schip tot motorschip te laten ver bouwen. Verscheping teerolie. Teneinde een lading teerolie in te nemen is het Duitsche stoomschip Emmy Friedrich van Kiel in de haven van het Hoogovenbedrijf aangekomen. Belangrijke reparatie. Het Nederlandsche stoomschip Leersum, dat eenige maanden geleden op reis van Archan gel naar Baltimore op de Noorsche kust aan den grond geraakte en daarbij tamelijk bo- demschade beliep, is thans na de lading in Rotterdam te hebben gelost naar Amsterdam gepasseerd om deze schade in één der droog dokken aldaar te laten herstellen. Binnendoor gegaan. Het Nederlandsch motorschip Eems, dat van Londen naar Delfzijl bestemd is en wegens den harden tegenwind hier binnenkwam, is direct binnendoor naar de bestemmingshaven verder gegaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 1