Een 1 averancier van lekkere beetjes. Ie die krater vae de Merapi es Lampe Het Haas Observatiepost met schuilplaats bij uitbarstingen. WOENSDAG 6 FEBRUARI 1935 Onderzoek naar de vreemdelingen. 9 9 1» 9 De alpinesport die in Europa, speciaal de Alpen, zoo belangrijk geworden is, verkeert in ïndië nog in een beginstadium. Vreemd genoeg, want op Java's hooge toppen vindt de tropenbewoner de koelte, waar hij in de kuststreken naar snakt: in de Westmoesson heerlijke lentekoelte, in de Oostmoesson zelfs strenge winterkou in de regionen boven 2000 Meter. Ook bieden Java's vulkanen geen moeilijk heden bij de beklimmingen van zuiver teeh- nischen aard, zoodat hulpwerktuigen als Eispickel, Seil en Steigeisen overbodig zijn. Iedere top op Java is te beklimmen voo- iemand, die over een flink stel longen er een goede hoeveelheid uithoudingsvermogen beschikt. Wel maakt het lieete klimaat van de laag vlakte de mcnschen slap en futloos; de mees ten voelen er niets voor om na een lange vermoeiende week van hardwerken zien des Zondags erg in te spannen, zoodaü het altijd moeilijk is een paar metgezellen voor een klimpartij te vinden. Met de Merapibestijging was het echter anders gesteld. De Merapi. de vuurberg van Midden-Java, de gevaarlijkste en werkzaam, ste vulkaan van Java, ja misschien wel van de geheele Oost-Indische Archipel, de berg die door zijn herhaalde uitbarstingen voortdurend van zich doet spreken, oefent een onweer staanbare aantrekkingskracht op den mensch uit. Toen er zich een kans voordeed met de vulkanologen Dr. Hartmann en Petrochevski een tocht naar de krater te maken, verklaar den er zich direct twee van mijn vrienden bereid mee te gaan. De voorbereidingen waren gauw getroffen en op een Zaterdag middag, even na kantoortijd, bevonden we ons al op weg op twee motoren. Ik was erg benieuwd wat we nu wel te zien zouden krijgen: ik had de berg reeds vijfmaal beklommen, maar steeds van Selo uit dat in het zadel tusschen Merbaboe er. Merapi ligt, vanwaar men op den krater rand uitkomt, zonder echter in de krater te kunnen afdalen. Nu zou de tocht over de lava stroom van 1930 door het hoefijzervormige gat door deze eruptie in de kraterwand ge slagen, leiden, zoodat we het binnenste van de krater, waar sedert een week verhoogde werking was geconstateerd, zelf in oogen- schouw konden nemen. We vertrokken om drie uur uit Semarang en na een snelle rit kwamen we om vijf uur te Moentilan aan, waar we den zijweg naar Doekoen insloegen. Even voorbij Doekoen liep de weg dood op het Senoworavijn, een rivierbedding, diep uitgeschuurd door ver schillende lavastroomen. Onze motoren lieten we in een kampon vlak bij het ravijn achter en te voet ging het nu verder, naar de obser vatiepost Babadan van den vulkalogischen dienst. Eerst het ravijn over (een brug be stond er natuurlijk niet) en toen ging het langzaam stijgend voorwaarts langs den lin keroever van de Senowo. De zon ging onder en de maan kwam op als- een roode schijf, juist tusschen Mebaboe en Merapi. Toen scheurde ook het zware wolkendek, dat om de top hing en de Merapi- kegel met de zware rookpluim werd zicht baar. Dreigend zwart staken de scherpe con touren van den grooten berg tegen de maan lichte hemel af; vreemd wit leek de rook pluim nu in het zilveren maanlicht. Eindelijk, na twee uur langizaam stijgen bereikten we om acht uur Babadan, dat op 1250 M. hoogte aan den rand van de Senowo ligt. Van hier wordt de kratermond dag en nacht door een kijker waargenomen De post is telefonisch met Moentilan verbonden; zoodra er gevaar dreigt, wordt de bevolking van de omliggen- dessa's gealarmeerd. Onder de post is een betonnen schuilplaats gemaakt; met- behulp van zuurstofapparaten kunnen de vulkanologen het daar lang uithouden, ingeval zij door een lava massa zouden worden bedolven. Hier waren de beide vulkanologen Dr. Hartmann en Petrochevski. Na een stevige rijsttafel en na het onderteekenen van een formulier, waarbij wij verklaarden de tocht geheel op eigen risico te maken, en het In dische gouvernement verklaarde generlei ver antwoording op zich te nemen voor de ge volgen van eventueele valpartijen (een op wekkend formulier!), legden we ons ter ruste op een harde baleh-baieh (houten rustbank). Het was koud en het tentzeil waaronder wij gezamenlijk beschutting trachtten te vinden, verwarmde slechts matig, maar niettegen staande deze onaangenaamheden lukte het toch een paar uren in Morpheus' armen door te brengen. Om drie uur 's morgens was het reveille en om vier uur begon de klim, weer bij mane schijn. Eerst ging het door een mooi oud bosch, totdat we op een ravijn stuitten, waar in zich met donderend geweld een waterval stortte. Langs den rand van het ravijn be reikten we even later de boschgrens aan de voet van de meer aan 1000 M. hooge lava kegel, juist op tijd om de zon achter de Merbaboe te zien opgaan. We waren op bijna 2000 M. hoogte en het vergezicht aan onze voeten was overweldigend. Daar lag de vrucht bare vlakte van Kedoe, overgoten door de eerste roode stralen van de zon. Als groote witte plakkaten lagen daar de grootere ste den zooals Djocja en Magelang, recht onder ons Moentilan: de talrijke suikerfabrieken plekten wit tusschen het groen van suiker riet, sawah's en bossehen. Lang tijd om ons in dit grootsche panorama te verdiepen hadden we niet. want er lag nog een fiksche klim van ruim drie uur voor den boeg. Snel werd de inwendige mensch nog wat versterkt, de schoenen verwisseld voor ijzersterke berg- laarzen, bestand tegen het klimmen op de scherpe lavablokken. Toch is er op den duur niets bestand tegen de lava; de vulkanologen moesten iedere week nieuwe schoenen heb ben; de oude hingen er na drie bestijgingen van den berg als lappen bij. De bijna loodrechte lavakoepel zag er op het eerste gezicht bijna onbeklimbaar uit; toch viel dit bij nader inzien erg mee. De lava was erg verweerd, bood daardoor uitstekende steunpunten. Al zigzaggend kwamen we ge stadig hooger. Eindelijk bereikten we op 2600 M. hoogte de eerste solfatare (gloeiende zwavel- dampspuiter)die een temperatuur had van 200 gr. Celcius. Na dit kort oponthoud ging het weer verder, nu over de lava van 1930, die als een zwarte slang over de oude grijze veel meer verweerde lava lag. Onder de glazige poreuze oppervlakte moet deze lava massa nog een temperatuur van 500 gr. C. hebben. Na nog een uur klimmen bereikten we eindelijk op 2800 M. de hoefijzervormige doorbraak in de kraterwand en konden nu in het binnenste van de krater zelf kijken, voor zoover dit door de zware gele zwaveldampen mogelijk was. Dat was een schouwspel van ongekende pracht, tevens van een onheilspellende woest heid. Het geweldige 400 M. breede en 300 M. diepe kratergat met loodrechte, soms over hangende okerkleurige wanden was geheel ge vuld met geel-grijze dampen, die sissend uit de tallooze solfataren en fumarolen fstoom- spuiters) opstegen. De zon vertoonde zich aan onze blikken als een vuurroode schijf; de zwaveldampen vormden een prisma waardoor de meeste bonte kleuren afwisselend op de naakte wanden getooverd werdenê Dit kleu renspel en het gebrul van de vele honderden dampen uitstootende solfataren en fumarolen, vormde de krater van de Merapi, de door de Javaan zoozeer gevreesde vuurberg. Ofschoon men veel eerbied moet hebben voor zulk een schouwspel, toch verdrijft het den honger niet! Onder groote hilariteit verwarmde een on zer een blikje erwtensoep boven een solfatare; het blikje was in een ommezien gloeiend eu de soep spoot hem om de ooren. Met onze gasmaskers trachtten we de eruptie haard in het midden van de krater te be- riken. Voetje voor voetje ging het nu voor waarts; iedere steen moest eerst aangepeild worden met een bamboestok voor we er de voet op konden zetten. Uiterst langzaam ging het voorwaarts, maar na een uurtje hadden we toch de lavahaard bereikt. Een fantas tisch schouwspel was dat! In een spleet in de lavakoepel gloeide de vloeibare lava. een roodgloeiende streep, net als een slang rood gloeiend ijzer, dat uit een hoogoven loopt. We moesten wel op een afstand van twin j* meter blijven, zoo intens was de hitte. Met behulp van een ijzeren pyrometer met element werd de temperatuur opgemeten 970 gr, C. Bij 1000 gr. C. begint de lava te vloeien en stort zich dan door het kratergat omlaag; geen wonder, dat de beide vulkanologen bijzonder op hun hoede waren en alle toebereidselen tot een overhaaste vlucht reeds gemaakt hadden Duitschers in arrest. AMSTERDAM, 5 Febr. (V.D.) Het on derzoek van dq, politie te dezer stede naar vreemdelingen, die hier zonder middelen van bestaan verblijf houden heeft er de vorige week toe geleid, dat vijf vreemdelingen zijn gearresteerd, die in afwachting van een beslissing van den minister worden vastge houden. Voorts zijn gisteren wederom niet minder dan tien vreemdelingen aangehou den, van wie de meeste Duitschers zijn en eveneens hangende het onderzoek naar hun antecedenten en dc beslissing van den mi nister voorloopig zijn opgesloten We verne men voorts dat behalve genoemde gevallen zich nog een Duitsche vrouw in arrest be vindt wier uitgeleide over de grens vertra ging heeft ondervonden doordat ze moeder moet worden, terwijl zich ook te Haarlem een Duitscher in arrest bevindt, die zonder middelen van bestaan was. Naar aanleiding van deze arrestaties heeft het communistische Kamerlid, de heer Schal- ker zich naar Den Haag begeven, ten einde er bij den minister op aan te dringen dat de aangehouden Duitschers in geen geval over de Duitsche grens zullen worden gezet. GOUDEN ECHTPAAR. Maandag 18 Februari hopen de heer J. v. d. Munnik en mej. M. Sas, Zwaluwstraat 17, (Haarlem Noord), den dag te herdenken dat zij 50 jaar geleden in het huwelijk traden. Zij zijn resp. 76 en 75 jaar. De salarieering van het Provinciaal personeel. Buitengewone zitting Prov. Staten. Het werd nu hoog tijd af te dalen, het be gon benauwd te worden met onze gasmaskers op; ook de oogen, hoewel verborgen achter een beschermende zonnebril, begonnen te tranen door de inwerking der scherpe zwavel- gassen Alles verteert onder den invloed van deze scherpe gassen; de vulkanologen, die in dezen tijd van verhoogde werking drie maal per week de vulkaan beklimmen, moesten iedere week nieuwe kleeren hebben! Het was een herademing toen we eindelijk den uitgang bereikten, waar we volop van de frissche lucht konden genieten De afdaling- geschiedde in een snel tempo; langs de regen geulen in de lava lieten we ons gewoon naar beneden glijden; in elke hand een stok om af te remmen, zoo nu en dan net als op ski's een christiania makend als de vaart wat al te snel werd. Om drie uur 's middags waren we weer in de observatiepost terug. De motoren vonden we in goede orde terug, omringd door een schaar van aandachtig toekijkende Javaantjes, die een veilige be waking vormden. Ze waren veel te bang om de plofjes met een vinger aan te raken, daar ze vreesden dat de machines anders meteen in de lucht zouden vliegen Na de botsingen bij Semarang Politie verricht arrestaties en huis zoekingen. SEMARANG. 5 Febr. (Aneta). Omtrent de vechtpartij met de politie in Semarang, waarbij verschillende slachtoffers zijn geval len kan nog worden medegedeeld; Gisteren zijn ongeveer 500 dessalieden in de omgeving- van kali Gawe aangehouden en ondergebracht op het hoofdbureau. Men heeft onmiddellijk een aanvang gemaakt met de verhooren en aan de hand daarvan de onschuldigen en ver dachten geschift. Gisteravond konden op een tiental dessalieden na allen huiswaarts kee- ren. Onder de aangehoudenen bevindt zich ook een „geestelijk leider" die briefjes uitgaf waarin hij had aangeteekend dat het niet noodig was belasting te betalen. Voorts zijn nog twee hoofdmannen Bosandopo en Hoe- karim aangehouden. Een politiemacht trok er op uit om het tien tal grobakvoerders uit de dessa Genoek, dat nog niet is ingerekend, te arresteeren. Tot hedenmorgen doorzocht men de huizen en sawah's en arresteerde na een kortstondig verzet een aantal personen, die met speren en pieken gewapend waren. Niemand werd ge wond. De begrafenis van de drie dooden vond hedenmorgen met politioneele honneurs plaats. Snelle was van den Rijn. Vrees voor overstroomingen. BERLIJN. 5 Febr. (V.D.) Sinds het einde van de vorige week is de waterstand van den Rijn en zijn zijrivieren tengevolge van het snel smelten van de sneeuw op de bergen zeer gestegen. Te Diedesheim is het water sinds Zaterdag 5 1/2 meter gewassen. Bij aanhou dende was der rivieren vreest, men op vele plaatsen overstroomingen. Voorloopig wordt van de vele zijrivieren nog aanhoudende was gemeld. De Bie en Ceelen vrijgesproken Wegens gebrek aan bewijs. ROERMOND. 5 Februari (V. D.) De recht bank alhier heeft hedenmorgen uitspraak ge daan in de zaak van de roofoverval te Deume De beide verdachten P. de Bie en Ceelen uit Oss werden wegens gebrek aan bewijs vrijge sproken. De officier van justitie had vrij spraak geëiseht. Behandeling uitgesteld tot 11 Februari. Dinsdagmorgen half twaalf kwamen de Pro vinciale Staten hl buitengewone zitting bij een ter bespreking van het ontwerp tot her ziening van het Salarisreglement voor het Provinciaal personeel, waarover reeds eerder in ons blad uitvoerige bijzonderheden werden gepubliceerd. (Elders in dit nummer vinden onze lezers een uitvoerig stuk naar aanleiding van een brief van den minister van Binnen- landsche Zaken aan Ged. Staten, waarin hij bezwaren oppert tegen enkele gedeelten van het ontwerp voor de nieuwe salarisregeling en verzoekt eenige veranderingen aan te bren. gen en het ontwerp weer zoo spoedig moge lijk ter beoordeeling aan hem toe te zen den) Voorstel Soc.-Dem. Statenfractie. Mede namens alle andere leden van de sociaal-democratische Statenfractie stelt de heer Ed. Polak aan de Prov. Staten voor, tót het college van Ged. Staten het verzoek te richten NIET te voldoen aan de uitnoodiging vervat in het Koninklijk besluit van 18 Januari 1935 (ook reeds eerder in ons blad gepubliceerd). De heer Ketelaar (V.D.) stelt voor, het voorstel inzake de herziening van het salaris reglement heden niet in behandeling te nemen maar het te behandelen in de vergadering van M.andag 11 Februari naar aanleiding vain den laatsten brief van den minister. De heer Asscher (V.B.) verklaart zich hiertegen. Deze zaak heeft al veel te lang oponthoud gehad. Uit deferentie voor den minister (gelach) wil hij deze zaak niet uit stellen. Er zijn immers ook geen nieuwe ge zichtspunten geopend. De heer Sneevliet (Rev.-soc.) wil zijn stem aan het voorstel tot aanhouding geven, maar niet uit respect voor dezen brieven - schrijvenden minister (gelach). Spreker wil niet van respect voor dezen bewindsman verdacht worden. De Staten kunnen deze kwestie alleen met den grootsten onwil be handelen. Salarissen van f 16.000 plus kinder toeslag en andere emolumenten dienen eer der verlaagd te worden, dan de salarissen van het provinciaal bestuur. De heer Polak (S.D.A.P.) wil eveneens gaarne het voorstel van den heer Ketelaar steunen, omdat hij zich nog niet voldoende ingelicht acht omtrent de houding van Ged. Staten in deze aangelegenheid. Spreker eischt ook den noodigen tijd om de briefwis seling van den minister en Ged. Staten te lezen, opdat er een goede behandeling ver zekerd kan worden. De heer De Jong Schouwenburg (Chr. Hist.) acht uitstel niet gewenscht. Uit de besprekingen kan misschien iets voort, vloeien, dat van invloed op de beslissing van Ged. Staten kan zijn. De heer Weiss (middenstandspartij) wil eveneens geen uitstel, maar ook niet uit respect voor den minister. De heer Slin gen berg (V.D.) (Ged. Sta ten) zegt als zijn persoonlijke meening, dat uitstel gewenscht is, omdat groote groepen uit deze Staten er prijs op stellen, behoorlijk van de briefwisseling kennis te nemen. De heer Ketelaar ontkent, dat hier ge sproken kan worden van „wéér uitstellen", om dat deze zaak door de Staten nog niet uitge steld is. De Staten moeten gelegenheid krijgen om behoorlijk kennis van den gang van zaken te nemen. Van deferentie voor den minister wil de heer Ketelaar niet spreken; maar wèl is hier sprake van deferentie voor de Staten. Het werk van de Prov. Staten moet niet on mogelijk gemaakt worden. Aan Ged. Staten kan niet verweten worden, dat zij niet snel werken. Spreker heeft zelf meermalen gecon stateerd, dat dit college snel kan werken. Het voorstel-Ketelaar (gesteund door de heeren Polak c.s.) wordt in stemming gebracht. Het wordt aangenomen met 41 tegen 23 stemmen. De behandeling van de herziening van het salarisreglement wordt dus uitgesteld tot Maandag 11 Februari. jQe voorzitter deelt mede, dat de Staten op genoemden datum 's morgens half elf ver wacht worden. Jaarwedde Ged. Staten. In behandeling komt het voorstel van de le den Asscher (V.B.), Droog (R.K.), De Jong Schouwenburg (Chr. Hist.), Ke- elaar (V. D.), Polak (S. D. A. P.) en Weiss (middenstandspartij), om de jaar wedde van de leden van Ged. Staten vast te stellen op f 4750 en te bepalen, dat door elk der leden van Ged. Staten een pensioenpremie zal worden betaald van f250 per jaar. Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. De leden der Communistische fractie en de heer Sneevliet (Rev. Soc.) wenschen aan- teekening, dat zij er tegen waren. De vergadering wordt daarop verdaagd. De woordenboeken zeggen „de haas", maar jagers, jachtopzieners, boschwachters en stroo- pers spreken van het haas. Wij zullen 't ook doen. Het habijt van 't haas is van een bruingrau- we of grauwgelige bodemkleur, wat den drager ervan in 't leger een doelmatige beschuttin:, geeft tegen 't oog zijner overtalrijke belagers: jager, strooper, hond, marter, hermelijn, bui zerd, kraai en vos. Er zijn echter heihazen en kleihazen; ook wordt gesproken van duinhazen en grasbui ken. De laatste van beide groepen zoeken hun rustplaats in gras en loof. Ze zijn iets lichter gekleurd dan de twee andere met hun bruin grauwe wol. Bij beide groepen is de kleine pluim van boven altijd zwart, van anderen wit. Het haas hoort scherp met zijn lange lepels 't Ziet minder goed, ofschoon de „spiegels'1 groot zijn en op zij van den bol staan, waar door links en rechts uitkijken gemakkelijk wordt gemaakt. De beste organen echter om een vijand te ontkomen zijn de lange achter- loopers met de stevige klauwen. Die stellen het haas in staat bij de grootste sprongen de scherpste hoeken te slaan zonder uit te glijden Huppelspoor. Hierbij zet het haas de voor- ioopers achter elkaar, de achterloopers tegelijk naast elkaar. Het moerhaas werpt 3 of 4 malen per jaar 3 a 5 jongen, die zij maar korten tijd verzorgt en behoedt. De rammelaar kijkt niet naar zijn kroost om. Op den jeugdigen leeftijd van half was en drieiing moet het haasje al heelemaal voor zich zelf zorgen. Daarom blijft het over dag liefst in de schaduw van het veilige bosch. Tegen den avond breekt het uit om te gaan laveien in den hof van den boer. Daarbij drukt het zich om niet gezien te worden. 'Zoodra 't verzadigd is wordt het leger weer op gezocht. Maar vaak wordt het door een hond Van de achterloopers raken alleen de klauwen den grond. gedwongen weer uit te varen en 't bosch te ruimen. Zoo opgestooten zal de jager het na- oogen en doodelijk treffen met een bladschot gevaarlijk raken met een weidewond, zoodat het klagend in zijn zweet blijft liggen en vaak eerst genekt moet worden, voor het sneuvelt. Het leger van 't haas is een kuiltje van nog geen decimeter diepte door het dier zelf uit gekrabd. 't Is lang en breed genoeg om het li chaam plaats te geven en den rug maar even te laten zien, als het haas de voorloopers strekt, den bol daar op legt en de lepels neer vlijt. De legers die ik zag, waren alle aan den voorkant (noordzijde) open, op zij en van achteren begroeid met lang gras of heidekruid. Lampe in 't leger, drukt zich. De zon staat in 't westen. De stammen der boomen blinken nog in een goudgeel zonnetje. Zwarte meezen fluisteren in de lage dennetjes. Een eekhoorntje springt uit den ouden eik over naar een forschen beuk, die den eik een lan gen arm toesteekt, Daar schiet een haas de open plek binnen, houdt echter plotseling halt, maakt een man netje en kijkt om zich heen. Geen onraad, en toch rent het weer verder het bosch in. Zeker een moer, die weet dat haar een rammelaar op de hielen zit. Ja, daar is hij al met den neus aan den grond. Vol liefdedrift snelt hij haar na. Maar een tweede ridder voegt zich bij het paar. Als de eerste eindelijk de moer inhaalt, slaat deze een haak, maar wordt daarbij dooi den andere omvergeloopen, dat de wol er af stuift. Dat beweegt den eersten minnaar een duel met zijn rivaal aan te gaan. Na eenige oorvegen gegeven en ontvangen te hebben, ko men beiden tot bezinning en bedenken, dat ze eigenlijk voor iets anders zijn uitgegaan dan voor vechten. Plotseling staken ze 't gevecht en hervatten de achtervolging. Haas, in doodsangst. In een greppeltje achter een hooge meidoorn ligt het moerhaas. Zij zoogt drie kleine wol lige dingetjes. Als dat gewichtige werk is afge- loopen, maakt ze zich gereed om aan den boschrand een groen spruitje te beknabbelen. Boven in een naburigen spar heeft een kraai al haar bewegingen gevolgd. Ze daalt neer tot op den ondersten tak van den spar, houdt den kop scheef en ziet daar beneden het jonge leven. Ze grijpt toe, maar schril is de kreet van de kleine en fel is de aanval van de moer, die de kraai omver rent en de dievegge met een paar goedgemikte klappen doet afdeinzen. Een paar weken later durven de jonge haas jes de greppel al verlaten om op den aangren- zenden akker te gaan knabbelen. Wat een overvloed daar van jong koren, malsch gras Verdere uitbreiding der Japansche luchtvloot. Nieuwe oorlogsschepen worden gebouwd. en klaver! Jammer, dat er zooveel kraaien over vliegen. Maar dan duiken de haasjes neer en leggen de lepels op den rug. Kijk, nu zijn 't net oude molshoopen of grauwe steenen, en de kraaien geven er geen acht op. En 't koren wordt- eiken dag hooger 't schiet al in de aar, nu de Usheiligen in 't land zijn geweest. Dat verhoogt de veiligheid, ofschoon Polio hen pas geleden hevigen schrik aanjoeg met zijn geblaf. Gelukkig, dat de dui ker vlak in de buurt was. Nu moeder niet meer naar haar kinderen omziet, gaan deze uit elkaar. Een van de drie zit in den boschzoom, luistert en spiedt. Geen onraad. Nu vlug dat smalle paadje langs, de greppel door naar de weide. Daar grazen vier koeien. Dat beteekent veiligheid. Maar wat is dat? Een knarsend geluid, 't Komt van gind- I schen kunstweg. O, een boerenkar met een paard er voor en een jongen er op. Onge vaarlijk. Maar daar knalt de jongen met de zweep.' Nu is er geen houden aan. Met den doodschrik op 't lijf jaagt het haas de greppel door. Maar wat nu weer dat geruisch boven in de lucht? Een hevige stoot en 't haas slaat neer. Het schreeuwt als een kind. Scherpe klauwen drin gen in zijn vleesch, gele moordzuchtige bui- zerdoogen fonkelen het tegen, een kromme snavel richt op zijn oogen. 't Haas werpt zich om, de roover moet loslaten, 't Haas er van door. De buizerd hernieuwt den aanval. Vlok ken wol vliegen in 't rond. De vechtenden hoo- ren noch zien, wat er om hen heen gebeuit. Een zware snavelhauw brengt bezinning. De' buizerd kijkt op. Wie waagt het tusschenbeide te komen? Een zwarte kraai. Dat is erg. Want die is nooit alleen. Zie, daar komt de tweede al aanwieken. Twee tegen een, dat is geen par tij. De buizerd stijgt mi-ee-schreeuwend om hoog. De kraaien volgen hem een eind de lucht in. Het haas kiest de wijste partij: het kruipt onder een doornige struik om van schrik en vermoeienis te bekomen. Tegen den avond verschijnt een man in een donker pak met een buks onder den arm aan den boschrand van de wei. Hij zoekt een zit- plaatsje in d-e schaduw van een elzenboschje. Met de buks over de knieën, steekt hij een pijp aan en wacht, Het haas onder de struik is hersteld en heeft honger, 't Kruipt het doorngewas uit en hup pelt weer de wei in. Nu aan 't smullen. Klik! Wat nu weer? 't Wil er vandoor gaan. Te laat! Een schot, 't Haas slaat over den kop en blijft voor dood liggen. De strooper nekt het en stopt het ïn den z-ak dien hij bij zich heeft. Levenslang blijft het haas door vijanden be dreigd. Al in zijn prille jeugd snuffelen bun zing, hermelijn, vos en alle stroopende honden en katten in struiken en greppels om het te verschalken. Sperwer, buizerd, boschuil, kraai en ekster bespieden het van boven uit de lucht. Gelukkig, dat het haas in staat is leering uit ondervinding te putten. Als de gaai krassend waarschuwt, zoekt het dekking; sluipt de vos nader, dan houdt het zich dood of tracht door haken te slaan hem het spoor bijster te ma ken. Ook is 't een geluk voor 't hazengeslaeht, dat de moer 3 a 4 maal per jaar werpt. Daar door zijn al de vijanden samen nog niet bij machte het haas uit te roeien. KERST ZWART. Rosenberg over Het accoord van Londen. BERLIJN, 5 Februari (D. N. B.l In de .Voelkische Beobachter" wendt Alfred Roden berg een hoofdartikel aan het communiqué: Hij zegt o.a.: Dat de Britsch-Fransche auteurs van oordeel zijn dat men thans naar een rechtstreeksche en doeltreffende samen werking met Duitschland moet streven, kan met instemming worden begroet. Wanneer de leider der twee staten hierin overeenstemmen, dat niemand gerechtigd is de door de vredesverdragen vastgestelde be wapening door eenzijdige maatregelen te wij zigen, dan gaan wij daarmede volkomen ac coord. Alleen laat men na er op te wijzen, dat juist de tot ontwapening verplichte staten deze wijziging reeds eenzijdig ten uitvoer hebben geleid, door niet te ontwapenen, maar zich op een reusachtige wijze te bewapenen. Ook wij zijn van oordeel dat een algemeene geling, die vrij tusschen Duitschland en de anadere mogendheden wordt gesloten, een be langrijken vooruitgang kan beteekenen, wan neer de gelijgerechtigheid van beide zijden bij voorbaat gegarandeerd schijnt. Dat- is de voorwaarde, waaronder alleen een onderhandeling vruchtbaar kan zijn en de be spreking dezer principieele kwestie kan niet onmiddellijk worden aangevuld met kwesties, die andere politieke prolblemen betreffen. Uit dit enkele gezichtspunt, de duidelijk te erkennen Duitsche rechtsgelijkheid, kan dan naar wij hopen het nagestreefde „systeem der veiligheid" geboren worden en dat deel V van Versailles hiermede reeds zoo- gegeven, schijnt ons een hoopgevend teeken, wel door Engeland als Frankrijk wordt prijs- dat. men thans ook de Duitsche verdediging het recht wil geven, zoodanige maatregelen te nemen, als de openliggende Duitsche grenzen dit eischen. TOKIO, 5 Februari (Reuter) De onlangs ingestelde commissie voor de vloot besloot de regeering voor te stellen verschillende ver ouderde typen oorlogsschepen door nieuwe te vervangen. Tevens zullen bij de regeering stappen worden gedaan tot uitbreiding van de luchtverdediging PROVINCIALE STATEN VERKIEZING De lijst der Christ. Historische Unie. De Christelijk Historische Unie heeft voor den Kieskring Amsterdam de volgende candi- datenlijst vastgesteld. 1. Mr. L. M. de Jong Schouwenburg, 2. Jhr. F. J. E. van Lennep, 3. J. H. V. Riemens, 4. Mr. Dr. M. Visser, 5. Jaes. Rustige, 6 L. Feenstra, 7. J. Vlugt, 8. L. J. van Splunter, 9. J. C. Heer- land, 10. N. G. J. van Schouwenburg, 11. S. Attema, 12. J. Kats Azn., 13. Mr. A. J. Honig, 14. J. Ph. Teune,15. E. Luden. De lijsten voor de kieskringen Haarlem en Velsen worden binnenkort vastgesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8