Regeering blijft tegen devaluatie. Benauwd borst? DE AVONTUREN VAN PROFESSOR NIMBUS. op de STA TEN-GENERAAL EERSTE KAMER Minister Colijn en Oud verdedigen het beleid. 's-GRAVENHAGE, 3 Febr. Achter de Regeeringstafel staat de Minister- President. Forsch straat hij daar met rustige zekerheid, op glasheldere wijze zet hij de mo tieven die het Regeeringsbeleid beheerschen uiteen. Een geboren docent, die de kunst ver staat op eenvoudige wijze voor zijn gehoor ae moeilijkste problemen in groote trekken te schetsen en die daarbij tevens weet te boeien, terwijl hij bovendien niet nalaat zoo nu en dan ook het wapen van den humor te han- teeren. Als hij b.v. den spellings-critici toe voegt, dat de hier genomen beslissing er een Dr. Colijn. is van het geheele kabinet, doch dat het juis ter is wat later Mr. Fock c.s. zeer bleek te verdrieten Minister Marchant bij Hoofd stuk VI een en ander nader te laten toelich ten, dan ook sprekende namens het Kabi net, en dat het niet juist is nu al vóór 's Mi nisters verdediging een veroordeelend vonnis uit te spreken, interrumpeert Prof. v. Embden (v.d.): „zeer juist". En dan laat de Premier er onmiddellijk op volgen, terwijl hij daarbij een strak gezicht zet, schoon er iets in z'n oogen twinkelt, dat hetzelfde geldtvoor wat de heer v. Embden t.o.v. de defensie- begrooting deed! Hetgeen ook dezen gehar- nasten tegenstander van Minister Deckers hartelijk deed meelachen. Uit Minister Colijn's aan de defensie gewijde beschouwingen zij aangestipt, dat hij in herinnering bracht, hoe er krachtens het Vlootplan 1930 tot nu toe 63 millioen aan vlootbouw had moeten worden uitgegeven en-'t slechts" 41 millioen is ge worden (brr rildevol verontwaardiging Prof. Lohman), hoe hij allerlei komende besparin gen op defensie aankondigde en omtrent het onderzoek naar de particuliere wapenfabri- cage Prof. v. Embden een niet bevredigende mededeeling deed: de procureurs-generaal bij de gerechtshoven houden zich met deze zaak bezig. Na te hebben opgemerkt, waarom de tegen stelling deflatie-devaluatie niet geheel juist is, wees de Premier op de moeilijkheden, die zich voordoen bij het streven om in verband met de belangrijke inkrimping van onzen uit voer, welke een totale wijziging in geheel onze economische structuur heeft gebracht, de noodige aanpassings-wijzigingen in onze pro ductie tot stand te brengen. Voorzichtigheid bij ingrijpen is, in 't licht der ontzaggelijke onzekerheden t.a.v. wat in 't buitenland ge schiedt en zal geschieden, absoluut geboden. Dit geldt o.m. ook t.a.v. den eisch van be vordering der industrialisatie en van een pro tectionistische handelspolitiek in verband daarmee. Als de leden der Staten-Generaal eens bij onderhandelingen met het buitenland tegenwoordig konden zijn, zouden zij daarvan veel leeren, o.m. dat als men den invoer door tarieven belemmert ons dit oogenblikkelijk weer een deel van onze exportmogelijkheden zal ontnemen. Niet vergeten mag men, dat met beperking van den invoer van afgewerkte artikelen terstond heel wat vermindering aan den uitvoer gepaard zal gaan. Kort en goed: ons aan grondstoffen nu eenmaal uiterst arm land zou bij protectie in een aanzienlijk lastige positie komen en dus blijft de Regeering voorshanrs als 'algemeen stelsel contingen- teering boven alomvattende bescherming ver kiezen. Wat niet wil zeggen, dat in bepaalde gevallen Jn verhoogd invoerrecht of andere beschermende overbruggingssteun niet in aan merking zou komen. Wat het devaluatie-procedé betreft, door den Premier besproken, nadat hij eerst nog had geschetst in hoeverre de Regeering zelf daling van loonen en vaste lasten kan be vorderen, wees Dr. Colijn er op, dat niet zoo zeer door onzen gouden gulden als wel door contlngenteeringen elders, onze export-gele genheid belemmerd wordt, dat wij, als op in voer van grondstoffen aangewezen land bij verlaging van den gulden, onmiddellijk heel wat meer guldens daarvoor zullen moeten neerleggen. Zoo liet hij successievelijk van de argumenten voor devaluatie bijkans niets meer heel! Met betrekking tot het onder wijs-vraagstuk gaf de Minister-President te verstaan, dat in crisistijd aan stelselmatige aanvaarding van het ordenings-beginsel niet te denken valt, en later, ja, dan staat het nog te bezien of onze individualistische volksaard geen domper op sommiger ordeningsgeestdrift zat zetten. In elk geval voelt hij niet voor een ordening, waarbij met behulp van den wetgever de volks gemeenschap als melkkoe zou worden mis bruikt en evenmin voelt hij iets voor een staat-opperfabrikant of opper-koopman. Wel echter ziet hij voor de overheid een taak weggelegd om te voorkomen, dat bepaalde groepsbelangen de volksgemeenschaps-koe zouden gaan melken. Vandaar mijn ontwerp i.z. bindend èn ontbindend verklaring van be- drijfsafspraken. Overigens riep hij het wijze woord van Mr. Aalberse in herinnering, dat de wetgever niet meer kan doen dan een ver standig tuinman: uitwassen afsnijden, groei- ieiden, 'n heel klein beetje groei bevorderen, doch niét het leven zelf schenken. Het leven (de ordening) moet uit de maatschappij op komen. Aldus de R. K. voormantoen hij nog Minister was en dus met de nuchtere wer kelijkheid rekening had te houden. Nadat Minister Colijn had aangekondigd, dat de saneeringsvoorstellen nu ten naaste bij gereed zijn vrij spoedig vermoedelijk kan men, naar men ook uit Minister Oud's rede kon opmaken, de indiening van het groote i bezuinigingsplan tegemoet zien legde hij nog eens den nadruk op de sodidarlteit van de leden van het Kabinet t.a.v. het Regeerings programma en op de plicht van hen, die de Regeering ten val zouden brengen, de teugels van het bewind over te nemen In één opzicht bovenal schonk de rede van den Minister-President o.a. Prof. de Savornin Lohman geen voldoening. Deze afgevaardigde betreurt het, dat het kabinet niet bereid wettelijke regelingen tegen zgn. revolutionaire leden van vertegenwoordigende lichamen te nemen. Op dit punt maakte het betoog van Dr. Colijn uit wiens rede we o.m. nog met vreugde opt-eekenen, dat hij rood-wit- blauw terecht als onze nationale vlag be schouwt, geen sterken indruk op prof. Loh man, doch overigens kwam zijn gehoor over 't algemeen toch nog eens sterk onder den indruk van de kalme vastberadenheid van den premier eenerzijds en anderzijds van de niet met panacees op te lossen moeilijkheden, waarvoor de Regeering zich gesteld ziet. Minister Oud zette nog eens nader uiteen, hoe ernstig de financieele toestand is, welke zwarigheden zich voordoen. Maar, wanhopig is de situatie niet en met medewerking der Staten-Generaal zal men haar kunnen be heerschen. Trouwens, als er nu wel beweerd was, dat het tegenwoordige bewind nog niets van belang met 't oog op 's lands financiën had gedaan, dan mocht inderdaad op een toch zeker belangrijken vooruitgang, in den vorm van daling van het te kort worden gewezen, dat bij het optreden van dit kabinet 190 mil lioen had bedragen. Gelukkig, dat er dus toch nog een wat optimistischer klank ten beste kon worden gegeven. Trouwens, het leek er soms wel op, alsof de Minister-President in het algemeen eenigszins minder somber ge stemd was, dan een half jaar eerder 't geval Mr. Oud. was. Hetgeen in elk geval reden tot hoopvolle gedachten biedt en er den moed weer kan in houden. En dat is tegenwoordig al heel veel waard. Vooral wanneer 'n realist als Minister Colijn hiertoe aanleiding geeft. E. V. R. R.K. KLEINHANDELAREN IN AARDAPPELEN GROENTEN EN FRUIT. De Ned. R.K. bond van kleinhandelaren in aardappelen, groenten en fruit heeft te 's-Her- togenbosch 'n congres gehouden. In zijn ope ningswoord besprak de voorzitter, de heer J. G. van Kessel uit Haarlem, den noodtoestand in het bedrijf. Vele verkeeren in een bijna hopeloozen toestand. Hulp en steun der over heid kan thans niet gemist worden. Ordening en saneering zullen moeten leiden tot een beter distributiestelsel. Een bestuursvoorstel tot stichting van een bondsbureau is met 48 tegen 6 stemmen aan genomen. Tot bestuursleden werden gekozen de hee- ren H. Heumen, 's Bosch, J. Baltus, Bever wijk, J. H. Broekhoff Amsterdam en Th. van Bree, Helmond. Besloten werd voorts tot vorming van kringen en tot benoeming van een rechtskundig raadsman. De colleges van prof. Karl Barth begonnen. Vrijdagmiddag zijn in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht de colleges begonnen die prof. Karl. Barth ge durende demaanden Februari en Maart hou den zal in de vacature van prof. Van Rhijn. Een van de groote bovenzalen van het ge bouw was geheel gevuld met theologische studenten zoomede predikanten uit alle dee- len des lands. Prof. dr. A. M. Brouwer heeft als kerkelijk hoogleeraar een inleidend woord gesproken. De colleges dragen een strikt besloten ka rakter. Ge wentel dien last van U af door intijds Abdijsiroop te nemen. Wilt Ge verlichting in den kortst mogelij ken tijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dal overmatige fluimen doen ophouden, pleeg dan geen verzuim door te wachten en Uw hoest te laten ontaarden in een of andere gevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge zond, laat ze niet ziek worden door het met ziektekiemen beladen slijm. Weer op na tuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zorg dat die taaie slijm die U het ademen bemoeilijkt, wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, die stopt den hoest, maakt Uw ademhalings organen gezond, geeft Uw borst de weer stand die deze noodig heeft en zal U weer vrij, ruim en diep doen ademhalen. Thans slechts 65 ct. per flacon.' (Adv. Ingez. Med.) Suikeraanplant vastgesteld? Zou op 455.000 ton zijn bepaald. Naar het Ned. Indisch dagblad „Mataram' uit betrouwbare bron verneemt, stemde de regeering er in toe, dat de komende suiker- aanplant op 455.000 ton zal worden vastge steld. Een voorstel in dien geest is aan de re geering in Nederland voorgelegd. Een beslis sing kan binnen enkele dagen worden ver wacht. De conferentie tusschen suikerbelangheb benden en de regeering dreigde een oogenblik mis te loopen, aangezien de H. V. A., welke maatschappij het vorig jaar besloot voor oogst 1936 geen aanplant in den grond te brengen, te elfder ure een aanvraag indiende voor 73.000 ton. Na een bespreking werd deze aanvraag tot 52.000 ton teruggebracht,, terwijl voor de resteerende ondernemingen de aanvrage be snoeid werd. Men verwacht dat ruim 30 fabrieken voor oogst 1936 een aanplant in den grond zullen brengen. „ZWARTE ZEE" ZAL „VALVERDA" SLEEPEN. Zooals men weet, is het Engelsche motor tankschip „Valverda", nadat het verscheidene dagen in den Atlantischen Oceaan in brand had gestaan, ten slotte door den Engelschen kruiser „Frobisher" naar Bermuda gesleept. De Nederlandsche motorsleepboot „Zwarte Zee" van L. Smit Co's. Int. Sleepdienst zal thans het beschadigde schip, dat nog 14.000 ton lading aan boord heeft, naar Hamburg slëepen. Handelsbetrekkingen met Japan. Kamercommissie voor Indische zaken over het resultaat. Verschenen is het verslag van de Commis sie voor Indische Zaken uit de Tweede Khmer Sedert haar instelling hield de Commissie vergaderingen, waarin ter sprake kwamen de rubberrestrictie, de onderhandelingen in zake de handelsbetrekkingen met Japan en handelsbetrekkingen met eenige andere landen. Zij merkt, wat dit laatste punt betreft, op, dat niettegenstaande zich gedurende de ge- dachtenwisseling het verschil van uitgangs punt ernstig deed gevoelen, het overleg tus schen de beide delegaties in belangrijke mate bijgedragen heeft tot verheldering van de wederzij dsche standpunten op het geheele gebied der onderhandelingen, dat werd ge vormd door de scheepvaart, den import uit en den export naar Japan en de werkzaam heden van Japansche importeurs in Indië. Naar de meening der regeering mag het ge brek aan positieve uitkomsten geenszins leiden tot de opvatting, dat met de onderhandelin gen tot dusver geen enkel resultaat is be reikt. Zij is integendeel van oordeel, dat die on derhandelingen een zeer nuttige werking hebben gehad. De gevoerde besprekingen heb ben door alle moeilijkheden heen en bij een gemis van succes in den vorm van bruikbare formules toch dit niet te onderschatten re sultaat gehad, dat zij een goede basis voor voortgezette onderhandelingen hebben ge legd. De commissie geeft daarna een overzicht van de handelsbetrekkingen met andere lan den en somt op, de regelingen welke in de verschillende overeenkomsten met Duihsch-, land, Frankrijk, Italië en Tsjecho-Slowakije ten aanzien van Nederlandsch-Indië zijn vastgelegd. Tenslotte vermeldt de commissie, welke maatregelen ter bevordering van de econo mische samenwerking tusschen Nederland en de overzeesche gebiedsdeelen in Nederland zijn getroffen (mais, rijst, veekoeken) en welke in Nederlandsch-Indië zijn getroffen (bier, bontgeweven stoffen en gebleekte ka toenen goederen). Geen was meer op "de gróotë rivieren. Vrijdagavond, om zeven uur was de Waal nog 23 c.M. gestegen. De stand was toen 11.91 M. plus N. A. P. Men verwacht heden ech ter val, Maas reeds gevallen, Vrijdagmorgen bereikte ae Maas bij Grave haar hoogsten stand op 10.30 M. plus N.AiP. Daarna trad val in, en tegen den avond tee, kende de peilschaal een stand aan van 10.25 M., zoodat de rivier gedurende den middag 5 c.M. is gevallen. Daar de waterberichten uit Maastricht zeer gunstig zijn, verwacht men heden te Grave een aanmerkelijk sterkeren val De was van de IJsel te Deventer bedroeg cM. per uur. Verkeersstremmingen, De A. N. W. B. deelt mede: Boxmeer: overtocht gestremd. Druten: overtocht alleen overdag voor voetgangers. Tiel: overtocht met één pont. Culemborg: geen overtocht voor autobus sen, personenauto's wel. Nijmegen: aanlegsteiger verlegd naar elec- trische centrale. Overtocht normaal. De overige diensten zijn normaal. Horecaf wil een prijsregeling, Om den noodtoestand in het cafébedrijf te beëindigen. Het hoofdbestuur van den Ned. Bond van Werkgevers in het hotel-, restaurant- en ca fébedrijf „Horecaf" heeft een circulaire aan de verschillende afdeelingen gezonden, waar in het vraagstuk der prijsregeling nader is uit gewerkt. De hoofdzaken hiervan zijn: De zaken zullen worden ingedeeld in twee of meer klassen. Voor elke klasse zullen mi nimumprijzen worden vastgesteld van de voornaamste consumpties en het logies. De vaststelling der minimumprijzen zal afdeelingsgewijze geschieden door te vormen prijsregelingscommissies. Aan de hand van de statuten, zoo wordt verder gezegd, zal bij gebleken overtredingen op de te maken prijsregelingsovereenkomsten tegen de onwilligen worden opgetreden. Het hoofdbestuur zal na onderzoek van eventueele klachten niet aarzelen om hooge boeten op te leggen. De niet-leden, die- zich niet vrijwillig aan de prijsregeling zullen houden, zouden to naleving daarvan gedwongen, worden door middel van hun leveranciers. Voor zoover noodig zou door het hoofdbe stuur overleg gepleegd worden met de leve ranciersorganisaties. Hun médewerking, aldus wordt nog betoogd, zal verkregen worden, op jrond van het feit, dat zij' het hoogste belang lebben bij een bloeiend „Horecaf-bedrijf Bioscoopbond wil ordening. Tegen nieuwe bedrijven. Het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoopbond heeft maatregelen overwogen om een overcompleet op liet bioscóopterrein te voorkomen. Het heeft daartoe een voor stel ontworpen, dat hl een Maandag a.s. te houden spoedeischende ledenvergadering zal worden besproken. Het houaf o.a. in: Het is van 7 Februari af, voorloopig tot 31 Maart 1936 aan de leden van den Bond verboden om nieuwe zaken te gaan exploitee- ren, behoorende tot een der navolgende be drijven: filmfabrieken, (w.o. mede wordt verstaan het vervaardigen van filmjournalen, filmtitels en filmreclame; echter niet: een zaak uitsluitend voor het produceer en van films), filmimportzaken, filmverhuurkianto- ren, permanente bioscopen en reizende bios copen, echter met dien verstande, dat het ge oorloofd zal zijn permanente bioscopen nieuw te gaan exploiteeren in gemeenten, waarin dusdanige bioscopen nog niet gevestigd1 zijn, mits de nieuwe zaak tenminste 5 KM. rechte lijn verwijderd is van den meest na- bijzijnden permanenten bioscoop. Voorts: Het is aan reizende bioBcopen, voorloopig tot 31 Maart 1936 verboden, meer tournées te maken en op hun tournées meer plaatsen te bezoeken, dan zij gemaakt en be zocht hebben in 1934, met dien verstande, dat het hun geoorloofd zal zijn gemeenten te be zoeken, waarin geen "permanente bioscopen gevestigd zijn, ook al hebben zij die in 1934 niet bezocht, mits het te bespelen gebouw in de betreffende gemeente tenminste 5 K.M. in rechte lijn verwijderd is van den meest nabij- zijnden permanenten bioscoop. Twee oude menschen over vallen. Dader aangehouden. Bij den landbouwer K. Runia, wonende aan den weg Nes—Oosternijkerk in het noorden van Friesland, werd Donderdagavond elf uur aan een van de ramen geklopt. Toen de ruim 70-jarige echtgenoote ging kijken werd haar door een man toegeroepen: Je geld. of je le ven. Het oude mensch, dat daardoor zeer ver schrikt was, wist in de eerste oogenblikken niet wat te beginnen. Zij ging naar een ka mer om eenig geld, ongeveer 100 gulden, te halen, dat zij den man overhandigde, die er mee verdween. Bij het politie-onderzoek verrichte een po litiehond goed werk. Het dier was onmiddel lijk op het spoor van den door de politie verdachten man. Deze man is Vrijdag aange houden. ZATERDAG 9 FEBRUARI 1935 Totale verarming in de mijnstreek dreigt. Bedrnven in moeilijkheden. Gebrek aan liquide middelen. Heden heeft de heer ir. mr. dr. W. A. J. M. van Waterschoot van der Gracht voor de ge zamenlijke kernen van de R. K. Gemeente raadsleden in Limburg een voordracht ge houden over: „De moeilijkheden bij den Ne- derlandschen Steenkolen-mijnbouw". Het is niet mijn bedoeling aldus ving de de heer Van Waterschoot van der Gracht zijn voordracht aan op iemand kritiek te gaan uitoefenen, noch op de mijnen, noch op de Regeering, noch op de arbeiders. In deze da gen van verbijsterende moeilijkheden zijn napleiten en kritiek goedkoop; waar het op aankomt is wat wij moeten doen. Onze mijnen zijn een der allergrootste Ne derlandsche bedrijven, wanneer wij de verge® lijking maken voordat de crisis allerwege d§ verhouding ontwrichtte. Er is 115 millioen kapitaal in belegd, aan de 38000 arbeiders werd in 1931 een jaarloon uitbetaald van 55 millioen gulden. Daarmede staat dit bedrijf vooraan. Het dichtst benaderen ons nog in 1929 onze scheepswerven met 37000 ar beiders en 50 millioen jaarloon en de katoen spinnerijen en weverijen met 35000 arbeiders en 39 millioen loon. In 1931 waren deze beide laatste bedrijven reeds zeer sterk afgezakt. Onze zeer moderne Nederlandsche mijnen, die onder de allerbeste der wereld te rekenen zijn, bewezen in den huidigen crisistijd ten volle hun levensvatbaarheid; gespeend van allen Regeeringssteun, die in de naburige mijndistricten verleendwordt, blootgesteld aan de vrije onbelemmerde concurrentie van deze buitenlandsche mededingers op een on beschermde binnenlandsche markt, bij den export overal voor gesloten deuren staande, of voor dumpingsprijzen ingevolge hooge export premies der mededingende kolenlanden, ble ven onze mijnen niettemin tot dusverre on verminderd in bedrijf In den oorlog bewe zen zij reeds hun onmisbaarheid voor Neder land. Men vraagt soms waarom de productie on zer mijnen niet afneemt. Vermindering der productie is bij groote moderne kolenmijnen, een onmogelijkheid staat gelijk met sluiten der schachten. De algemeene kapitaalïasten per ton zijn zoo hoog, dat deze over een ;roote tonnage verdeeld moeten worden, daar anders de verliezen tot het onmogelijke stijgen. Sluiten van een diepe kolenmijn is vrijwel hetzelfde als vernietiging en afbraak, daar de onderhoudskosten van de onder- grondsche werken onmogelijk groot zijn, als er geen productie tegenover staat. Een ge abandonneerde diepe kolenmijn is zelfs later schier niet meer in bedrijf te stellen. 'De prestatie onzer mijnwerkers is sedert 1926 opgevoerd met 70 pet. en staat zeer hoog met gemiddeld 1700 K.G. per mijnwer ker per werktijd (algemeen gemiddelde in October 1934) veel hooger b.v. dan in België (slechts 773 K.G.), ook in het Roergebied was de prestatie in October 1934 lager: 1670 K.G. Ook de mijnwerkers deden' dus ten volle het hunne, niet slechts in prestatie maar ook in verdiensten. De zeer sterk verhoogde presta tie bij niet-verhoogde productie had als ge volg een personeels-vermindering met pl.m. 8000 man (20 pet.) '*en een sterke inkrimping der werkgelegenheid voor hen die bleven (de verzuimdiensten)Al zijn onze loonen bij het mijnbedrijf nog nominaal hoog (gemiddeld f 4.96 per werkdag), en betrekkelijk nog niet sterk gedaald (13 pet.), dit alles wordt echter daardoor opgeheven, dat er, vooral bij de particuliere mijnen, maar 4 dagen per week en soms nog minder gewerkt wordt, waar door 't weekinkomen der mijnwerkers geheel onvoldoende wordt, vooral met het oog op den zeer zwaren, sloopenden arbeid, waarbij de menschen gemiddeld reeds met 45 jaar versleten zijn. Deze arbeid vereischt dan ook zeer speciale verzekeringen, die de arbeiders voor de helft mededragen. Deze verzekerin gen en bondsliüdragen beloopen pl.m. f 15 per maand. Daarbij kómen dan nog transport kosten van en naar de mijn (ook gemiddeld 45 gulden per maand), dan tenslotte de huur (pl.m. 1617 gulden) zoodat er vele ge zinnen zijn, waarvan de man in de mijnen werkt, die met minder moeten toekomen dar de gezinnen van gesteunde werkloozen (1314 gulden). Dit is absoluut onaanvaardbaar! Hiervan werden verdere cijfers gegeven uit de praktijk. De conclusie is dus, dat de toestand een zoodanige geworden is, dat van vele mijnen het bestaan thans onmiddellijk bedreigd wordt, daar de liquide middelen uitgeput ra ken, tenzij verdere drastische besparingen worden verkregen, groótendeels ten koste der arbeiders, waar zulks, daar de bestaansgrens ten deele reeds overschreden is, volkomen ontoelaatbaar is. Noch de verlichting door watertransport over het Julianakanaal, noch internationale afspraken als de z.g. kolen- conventie, kunnen dit verhinderen. Er zullen dus nog andere maatregelen ver eischt zijn om onze mijnindustrie te redden en wel in den geest van overheidshulp aae onzen landbouw en gelijk die in alle omlig- gene mijndistricten reeds worden toegepast. Dat er iets gebeuren moet staat wel vast: het behoud onzer mijnen en het levensonder houd onzer nog 30.000 arbeidende mijnwer kers (er waren er eenmaal bijna 39.000), zijn een groot algemeen belang. Sluiten van mijnen of dalen der loonen onder het uiterste bestaans-minimum, dus to tale verarming der geheele mijnstreek, kan niet geduld worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2