Regeering blijft tegen devaluatie.
Benauwd
borst?
DE AVONTUREN VAN PROFESSOR NIMBUS.
op de
STA TEN-GENERAAL
EERSTE KAMER
Minister Colijn en Oud verdedigen het beleid.
's-GRAVENHAGE, 3 Febr.
Achter de Regeeringstafel staat de Minister-
President. Forsch straat hij daar met rustige
zekerheid, op glasheldere wijze zet hij de mo
tieven die het Regeeringsbeleid beheerschen
uiteen. Een geboren docent, die de kunst ver
staat op eenvoudige wijze voor zijn gehoor ae
moeilijkste problemen in groote trekken te
schetsen en die daarbij tevens weet te boeien,
terwijl hij bovendien niet nalaat zoo nu en
dan ook het wapen van den humor te han-
teeren. Als hij b.v. den spellings-critici toe
voegt, dat de hier genomen beslissing er een
Dr. Colijn.
is van het geheele kabinet, doch dat het juis
ter is wat later Mr. Fock c.s. zeer bleek te
verdrieten Minister Marchant bij Hoofd
stuk VI een en ander nader te laten toelich
ten, dan ook sprekende namens het Kabi
net, en dat het niet juist is nu al vóór 's Mi
nisters verdediging een veroordeelend vonnis
uit te spreken, interrumpeert Prof. v. Embden
(v.d.): „zeer juist". En dan laat de Premier
er onmiddellijk op volgen, terwijl hij daarbij
een strak gezicht zet, schoon er iets in z'n
oogen twinkelt, dat hetzelfde geldtvoor
wat de heer v. Embden t.o.v. de defensie-
begrooting deed! Hetgeen ook dezen gehar-
nasten tegenstander van Minister Deckers
hartelijk deed meelachen. Uit Minister Colijn's
aan de defensie gewijde beschouwingen zij
aangestipt, dat hij in herinnering bracht, hoe
er krachtens het Vlootplan 1930 tot nu toe 63
millioen aan vlootbouw had moeten worden
uitgegeven en-'t slechts" 41 millioen is ge
worden (brr rildevol verontwaardiging Prof.
Lohman), hoe hij allerlei komende besparin
gen op defensie aankondigde en omtrent het
onderzoek naar de particuliere wapenfabri-
cage Prof. v. Embden een niet bevredigende
mededeeling deed: de procureurs-generaal bij
de gerechtshoven houden zich met deze zaak
bezig.
Na te hebben opgemerkt, waarom de tegen
stelling deflatie-devaluatie niet geheel juist
is, wees de Premier op de moeilijkheden, die
zich voordoen bij het streven om in verband
met de belangrijke inkrimping van onzen uit
voer, welke een totale wijziging in geheel onze
economische structuur heeft gebracht, de
noodige aanpassings-wijzigingen in onze pro
ductie tot stand te brengen. Voorzichtigheid
bij ingrijpen is, in 't licht der ontzaggelijke
onzekerheden t.a.v. wat in 't buitenland ge
schiedt en zal geschieden, absoluut geboden.
Dit geldt o.m. ook t.a.v. den eisch van be
vordering der industrialisatie en van een pro
tectionistische handelspolitiek in verband
daarmee. Als de leden der Staten-Generaal
eens bij onderhandelingen met het buitenland
tegenwoordig konden zijn, zouden zij daarvan
veel leeren, o.m. dat als men den invoer door
tarieven belemmert ons dit oogenblikkelijk
weer een deel van onze exportmogelijkheden
zal ontnemen. Niet vergeten mag men, dat
met beperking van den invoer van afgewerkte
artikelen terstond heel wat vermindering aan
den uitvoer gepaard zal gaan. Kort en goed:
ons aan grondstoffen nu eenmaal uiterst arm
land zou bij protectie in een aanzienlijk lastige
positie komen en dus blijft de Regeering
voorshanrs als 'algemeen stelsel contingen-
teering boven alomvattende bescherming ver
kiezen. Wat niet wil zeggen, dat in bepaalde
gevallen Jn verhoogd invoerrecht of andere
beschermende overbruggingssteun niet in aan
merking zou komen.
Wat het devaluatie-procedé betreft, door
den Premier besproken, nadat hij eerst nog
had geschetst in hoeverre de Regeering zelf
daling van loonen en vaste lasten kan be
vorderen, wees Dr. Colijn er op, dat niet zoo
zeer door onzen gouden gulden als wel door
contlngenteeringen elders, onze export-gele
genheid belemmerd wordt, dat wij, als op in
voer van grondstoffen aangewezen land bij
verlaging van den gulden, onmiddellijk heel
wat meer guldens daarvoor zullen moeten
neerleggen. Zoo liet hij successievelijk van de
argumenten voor devaluatie bijkans niets
meer heel!
Met betrekking tot het onder wijs-vraagstuk
gaf de Minister-President te verstaan, dat in
crisistijd aan stelselmatige aanvaarding van
het ordenings-beginsel niet te denken valt, en
later, ja, dan staat het nog te bezien of onze
individualistische volksaard geen domper op
sommiger ordeningsgeestdrift zat zetten.
In elk geval voelt hij niet voor een ordening,
waarbij met behulp van den wetgever de volks
gemeenschap als melkkoe zou worden mis
bruikt en evenmin voelt hij iets voor een
staat-opperfabrikant of opper-koopman. Wel
echter ziet hij voor de overheid een taak
weggelegd om te voorkomen, dat bepaalde
groepsbelangen de volksgemeenschaps-koe
zouden gaan melken. Vandaar mijn ontwerp
i.z. bindend èn ontbindend verklaring van be-
drijfsafspraken. Overigens riep hij het wijze
woord van Mr. Aalberse in herinnering, dat de
wetgever niet meer kan doen dan een ver
standig tuinman: uitwassen afsnijden, groei-
ieiden, 'n heel klein beetje groei bevorderen,
doch niét het leven zelf schenken. Het leven
(de ordening) moet uit de maatschappij op
komen. Aldus de R. K. voormantoen hij
nog Minister was en dus met de nuchtere wer
kelijkheid rekening had te houden.
Nadat Minister Colijn had aangekondigd,
dat de saneeringsvoorstellen nu ten naaste bij
gereed zijn vrij spoedig vermoedelijk kan
men, naar men ook uit Minister Oud's rede
kon opmaken, de indiening van het groote
i bezuinigingsplan tegemoet zien legde hij
nog eens den nadruk op de sodidarlteit van
de leden van het Kabinet t.a.v. het Regeerings
programma en op de plicht van hen, die de
Regeering ten val zouden brengen, de teugels
van het bewind over te nemen
In één opzicht bovenal schonk de rede van
den Minister-President o.a. Prof. de Savornin
Lohman geen voldoening. Deze afgevaardigde
betreurt het, dat het kabinet niet bereid
wettelijke regelingen tegen zgn. revolutionaire
leden van vertegenwoordigende lichamen te
nemen. Op dit punt maakte het betoog van
Dr. Colijn uit wiens rede we o.m. nog met
vreugde opt-eekenen, dat hij rood-wit-
blauw terecht als onze nationale vlag be
schouwt, geen sterken indruk op prof. Loh
man, doch overigens kwam zijn gehoor over
't algemeen toch nog eens sterk onder den
indruk van de kalme vastberadenheid van
den premier eenerzijds en anderzijds van de
niet met panacees op te lossen moeilijkheden,
waarvoor de Regeering zich gesteld ziet.
Minister Oud zette nog eens nader uiteen,
hoe ernstig de financieele toestand is, welke
zwarigheden zich voordoen. Maar, wanhopig
is de situatie niet en met medewerking der
Staten-Generaal zal men haar kunnen be
heerschen. Trouwens, als er nu wel beweerd
was, dat het tegenwoordige bewind nog niets
van belang met 't oog op 's lands financiën
had gedaan, dan mocht inderdaad op een toch
zeker belangrijken vooruitgang, in den vorm
van daling van het te kort worden gewezen,
dat bij het optreden van dit kabinet 190 mil
lioen had bedragen. Gelukkig, dat er dus toch
nog een wat optimistischer klank ten beste
kon worden gegeven. Trouwens, het leek er
soms wel op, alsof de Minister-President in
het algemeen eenigszins minder somber ge
stemd was, dan een half jaar eerder 't geval
Mr. Oud.
was. Hetgeen in elk geval reden tot hoopvolle
gedachten biedt en er den moed weer kan in
houden. En dat is tegenwoordig al heel veel
waard. Vooral wanneer 'n realist als Minister
Colijn hiertoe aanleiding geeft.
E. V. R.
R.K. KLEINHANDELAREN IN AARDAPPELEN
GROENTEN EN FRUIT.
De Ned. R.K. bond van kleinhandelaren in
aardappelen, groenten en fruit heeft te 's-Her-
togenbosch 'n congres gehouden. In zijn ope
ningswoord besprak de voorzitter, de heer J.
G. van Kessel uit Haarlem, den noodtoestand
in het bedrijf. Vele verkeeren in een bijna
hopeloozen toestand. Hulp en steun der over
heid kan thans niet gemist worden. Ordening
en saneering zullen moeten leiden tot een
beter distributiestelsel.
Een bestuursvoorstel tot stichting van een
bondsbureau is met 48 tegen 6 stemmen aan
genomen.
Tot bestuursleden werden gekozen de hee-
ren H. Heumen, 's Bosch, J. Baltus, Bever
wijk, J. H. Broekhoff Amsterdam en Th. van
Bree, Helmond. Besloten werd voorts tot
vorming van kringen en tot benoeming van
een rechtskundig raadsman.
De colleges van prof. Karl
Barth begonnen.
Vrijdagmiddag zijn in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen te Utrecht de
colleges begonnen die prof. Karl. Barth ge
durende demaanden Februari en Maart hou
den zal in de vacature van prof. Van Rhijn.
Een van de groote bovenzalen van het ge
bouw was geheel gevuld met theologische
studenten zoomede predikanten uit alle dee-
len des lands.
Prof. dr. A. M. Brouwer heeft als kerkelijk
hoogleeraar een inleidend woord gesproken.
De colleges dragen een strikt besloten ka
rakter.
Ge
wentel dien last van U af door
intijds Abdijsiroop te nemen.
Wilt Ge verlichting in den kortst mogelij
ken tijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dal
overmatige fluimen doen ophouden, pleeg
dan geen verzuim door te wachten en Uw
hoest te laten ontaarden in een of andere
gevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge
zond, laat ze niet ziek worden door het met
ziektekiemen beladen slijm. Weer op na
tuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zorg dat
die taaie slijm die U het ademen bemoeilijkt,
wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, die
stopt den hoest, maakt Uw ademhalings
organen gezond, geeft Uw borst de weer
stand die deze noodig heeft en zal U
weer vrij, ruim en diep doen ademhalen.
Thans slechts 65 ct. per flacon.'
(Adv. Ingez. Med.)
Suikeraanplant vastgesteld?
Zou op 455.000 ton zijn bepaald.
Naar het Ned. Indisch dagblad „Mataram'
uit betrouwbare bron verneemt, stemde de
regeering er in toe, dat de komende suiker-
aanplant op 455.000 ton zal worden vastge
steld. Een voorstel in dien geest is aan de re
geering in Nederland voorgelegd. Een beslis
sing kan binnen enkele dagen worden ver
wacht.
De conferentie tusschen suikerbelangheb
benden en de regeering dreigde een oogenblik
mis te loopen, aangezien de H. V. A., welke
maatschappij het vorig jaar besloot voor oogst
1936 geen aanplant in den grond te brengen,
te elfder ure een aanvraag indiende voor
73.000 ton.
Na een bespreking werd deze aanvraag tot
52.000 ton teruggebracht,, terwijl voor de
resteerende ondernemingen de aanvrage be
snoeid werd.
Men verwacht dat ruim 30 fabrieken voor
oogst 1936 een aanplant in den grond zullen
brengen.
„ZWARTE ZEE" ZAL „VALVERDA"
SLEEPEN.
Zooals men weet, is het Engelsche motor
tankschip „Valverda", nadat het verscheidene
dagen in den Atlantischen Oceaan in brand
had gestaan, ten slotte door den Engelschen
kruiser „Frobisher" naar Bermuda gesleept.
De Nederlandsche motorsleepboot „Zwarte
Zee" van L. Smit Co's. Int. Sleepdienst zal
thans het beschadigde schip, dat nog 14.000
ton lading aan boord heeft, naar Hamburg
slëepen.
Handelsbetrekkingen met
Japan.
Kamercommissie voor Indische zaken over
het resultaat.
Verschenen is het verslag van de Commis
sie voor Indische Zaken uit de Tweede Khmer
Sedert haar instelling hield de Commissie
vergaderingen, waarin ter sprake kwamen
de rubberrestrictie, de onderhandelingen in
zake de handelsbetrekkingen met Japan en
handelsbetrekkingen met eenige andere
landen.
Zij merkt, wat dit laatste punt betreft, op,
dat niettegenstaande zich gedurende de ge-
dachtenwisseling het verschil van uitgangs
punt ernstig deed gevoelen, het overleg tus
schen de beide delegaties in belangrijke mate
bijgedragen heeft tot verheldering van de
wederzij dsche standpunten op het geheele
gebied der onderhandelingen, dat werd ge
vormd door de scheepvaart, den import uit
en den export naar Japan en de werkzaam
heden van Japansche importeurs in Indië.
Naar de meening der regeering mag het ge
brek aan positieve uitkomsten geenszins leiden
tot de opvatting, dat met de onderhandelin
gen tot dusver geen enkel resultaat is be
reikt.
Zij is integendeel van oordeel, dat die on
derhandelingen een zeer nuttige werking
hebben gehad. De gevoerde besprekingen heb
ben door alle moeilijkheden heen en bij een
gemis van succes in den vorm van bruikbare
formules toch dit niet te onderschatten re
sultaat gehad, dat zij een goede basis voor
voortgezette onderhandelingen hebben ge
legd.
De commissie geeft daarna een overzicht
van de handelsbetrekkingen met andere lan
den en somt op, de regelingen welke in de
verschillende overeenkomsten met Duihsch-,
land, Frankrijk, Italië en Tsjecho-Slowakije
ten aanzien van Nederlandsch-Indië zijn
vastgelegd.
Tenslotte vermeldt de commissie, welke
maatregelen ter bevordering van de econo
mische samenwerking tusschen Nederland en
de overzeesche gebiedsdeelen in Nederland
zijn getroffen (mais, rijst, veekoeken) en
welke in Nederlandsch-Indië zijn getroffen
(bier, bontgeweven stoffen en gebleekte ka
toenen goederen).
Geen was meer op "de gróotë
rivieren.
Vrijdagavond, om zeven uur was de Waal
nog 23 c.M. gestegen. De stand was toen 11.91
M. plus N. A. P. Men verwacht heden ech
ter val,
Maas reeds gevallen,
Vrijdagmorgen bereikte ae Maas bij Grave
haar hoogsten stand op 10.30 M. plus N.AiP.
Daarna trad val in, en tegen den avond tee,
kende de peilschaal een stand aan van 10.25
M., zoodat de rivier gedurende den middag
5 c.M. is gevallen. Daar de waterberichten uit
Maastricht zeer gunstig zijn, verwacht men
heden te Grave een aanmerkelijk sterkeren
val
De was van de IJsel te Deventer bedroeg
cM. per uur.
Verkeersstremmingen,
De A. N. W. B. deelt mede:
Boxmeer: overtocht gestremd.
Druten: overtocht alleen overdag voor
voetgangers.
Tiel: overtocht met één pont.
Culemborg: geen overtocht voor autobus
sen, personenauto's wel.
Nijmegen: aanlegsteiger verlegd naar elec-
trische centrale. Overtocht normaal.
De overige diensten zijn normaal.
Horecaf wil een prijsregeling,
Om den noodtoestand in het cafébedrijf te
beëindigen.
Het hoofdbestuur van den Ned. Bond van
Werkgevers in het hotel-, restaurant- en ca
fébedrijf „Horecaf" heeft een circulaire aan
de verschillende afdeelingen gezonden, waar
in het vraagstuk der prijsregeling nader is uit
gewerkt. De hoofdzaken hiervan zijn:
De zaken zullen worden ingedeeld in twee
of meer klassen. Voor elke klasse zullen mi
nimumprijzen worden vastgesteld van de
voornaamste consumpties en het logies.
De vaststelling der minimumprijzen zal
afdeelingsgewijze geschieden door te vormen
prijsregelingscommissies.
Aan de hand van de statuten, zoo wordt
verder gezegd, zal bij gebleken overtredingen
op de te maken prijsregelingsovereenkomsten
tegen de onwilligen worden opgetreden. Het
hoofdbestuur zal na onderzoek van eventueele
klachten niet aarzelen om hooge boeten op te
leggen. De niet-leden, die- zich niet vrijwillig
aan de prijsregeling zullen houden, zouden to
naleving daarvan gedwongen, worden door
middel van hun leveranciers.
Voor zoover noodig zou door het hoofdbe
stuur overleg gepleegd worden met de leve
ranciersorganisaties. Hun médewerking, aldus
wordt nog betoogd, zal verkregen worden, op
jrond van het feit, dat zij' het hoogste belang
lebben bij een bloeiend „Horecaf-bedrijf
Bioscoopbond wil ordening.
Tegen nieuwe bedrijven.
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bioscoopbond heeft maatregelen overwogen
om een overcompleet op liet bioscóopterrein
te voorkomen. Het heeft daartoe een voor
stel ontworpen, dat hl een Maandag a.s. te
houden spoedeischende ledenvergadering zal
worden besproken. Het houaf o.a. in:
Het is van 7 Februari af, voorloopig tot
31 Maart 1936 aan de leden van den Bond
verboden om nieuwe zaken te gaan exploitee-
ren, behoorende tot een der navolgende be
drijven: filmfabrieken, (w.o. mede wordt
verstaan het vervaardigen van filmjournalen,
filmtitels en filmreclame; echter niet: een
zaak uitsluitend voor het produceer en van
films), filmimportzaken, filmverhuurkianto-
ren, permanente bioscopen en reizende bios
copen, echter met dien verstande, dat het ge
oorloofd zal zijn permanente bioscopen nieuw
te gaan exploiteeren in gemeenten, waarin
dusdanige bioscopen nog niet gevestigd1 zijn,
mits de nieuwe zaak tenminste 5 KM.
rechte lijn verwijderd is van den meest na-
bijzijnden permanenten bioscoop.
Voorts: Het is aan reizende bioBcopen,
voorloopig tot 31 Maart 1936 verboden, meer
tournées te maken en op hun tournées meer
plaatsen te bezoeken, dan zij gemaakt en be
zocht hebben in 1934, met dien verstande, dat
het hun geoorloofd zal zijn gemeenten te be
zoeken, waarin geen "permanente bioscopen
gevestigd zijn, ook al hebben zij die in 1934
niet bezocht, mits het te bespelen gebouw in
de betreffende gemeente tenminste 5 K.M. in
rechte lijn verwijderd is van den meest nabij-
zijnden permanenten bioscoop.
Twee oude menschen over
vallen.
Dader aangehouden.
Bij den landbouwer K. Runia, wonende aan
den weg Nes—Oosternijkerk in het noorden
van Friesland, werd Donderdagavond elf uur
aan een van de ramen geklopt. Toen de ruim
70-jarige echtgenoote ging kijken werd haar
door een man toegeroepen: Je geld. of je le
ven. Het oude mensch, dat daardoor zeer ver
schrikt was, wist in de eerste oogenblikken
niet wat te beginnen. Zij ging naar een ka
mer om eenig geld, ongeveer 100 gulden, te
halen, dat zij den man overhandigde, die er
mee verdween.
Bij het politie-onderzoek verrichte een po
litiehond goed werk. Het dier was onmiddel
lijk op het spoor van den door de politie
verdachten man. Deze man is Vrijdag aange
houden.
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1935
Totale verarming in de
mijnstreek dreigt.
Bedrnven in moeilijkheden.
Gebrek aan liquide middelen.
Heden heeft de heer ir. mr. dr. W. A. J. M.
van Waterschoot van der Gracht voor de ge
zamenlijke kernen van de R. K. Gemeente
raadsleden in Limburg een voordracht ge
houden over: „De moeilijkheden bij den Ne-
derlandschen Steenkolen-mijnbouw".
Het is niet mijn bedoeling aldus ving de
de heer Van Waterschoot van der Gracht zijn
voordracht aan op iemand kritiek te gaan
uitoefenen, noch op de mijnen, noch op de
Regeering, noch op de arbeiders. In deze da
gen van verbijsterende moeilijkheden zijn
napleiten en kritiek goedkoop; waar het op
aankomt is wat wij moeten doen.
Onze mijnen zijn een der allergrootste Ne
derlandsche bedrijven, wanneer wij de verge®
lijking maken voordat de crisis allerwege d§
verhouding ontwrichtte. Er is 115 millioen
kapitaal in belegd, aan de 38000 arbeiders
werd in 1931 een jaarloon uitbetaald van 55
millioen gulden. Daarmede staat dit bedrijf
vooraan. Het dichtst benaderen ons nog
in 1929 onze scheepswerven met 37000 ar
beiders en 50 millioen jaarloon en de katoen
spinnerijen en weverijen met 35000 arbeiders
en 39 millioen loon. In 1931 waren deze beide
laatste bedrijven reeds zeer sterk afgezakt.
Onze zeer moderne Nederlandsche mijnen,
die onder de allerbeste der wereld te rekenen
zijn, bewezen in den huidigen crisistijd ten
volle hun levensvatbaarheid; gespeend van
allen Regeeringssteun, die in de naburige
mijndistricten verleendwordt, blootgesteld
aan de vrije onbelemmerde concurrentie van
deze buitenlandsche mededingers op een on
beschermde binnenlandsche markt, bij den
export overal voor gesloten deuren staande, of
voor dumpingsprijzen ingevolge hooge export
premies der mededingende kolenlanden, ble
ven onze mijnen niettemin tot dusverre on
verminderd in bedrijf In den oorlog bewe
zen zij reeds hun onmisbaarheid voor Neder
land.
Men vraagt soms waarom de productie on
zer mijnen niet afneemt. Vermindering der
productie is bij groote moderne kolenmijnen,
een onmogelijkheid staat gelijk met sluiten
der schachten. De algemeene kapitaalïasten
per ton zijn zoo hoog, dat deze over een
;roote tonnage verdeeld moeten worden,
daar anders de verliezen tot het onmogelijke
stijgen. Sluiten van een diepe kolenmijn is
vrijwel hetzelfde als vernietiging en afbraak,
daar de onderhoudskosten van de onder-
grondsche werken onmogelijk groot zijn, als
er geen productie tegenover staat. Een ge
abandonneerde diepe kolenmijn is zelfs later
schier niet meer in bedrijf te stellen.
'De prestatie onzer mijnwerkers is sedert
1926 opgevoerd met 70 pet. en staat zeer
hoog met gemiddeld 1700 K.G. per mijnwer
ker per werktijd (algemeen gemiddelde in
October 1934) veel hooger b.v. dan in België
(slechts 773 K.G.), ook in het Roergebied was
de prestatie in October 1934 lager: 1670 K.G.
Ook de mijnwerkers deden' dus ten volle het
hunne, niet slechts in prestatie maar ook in
verdiensten. De zeer sterk verhoogde presta
tie bij niet-verhoogde productie had als ge
volg een personeels-vermindering met pl.m.
8000 man (20 pet.) '*en een sterke inkrimping
der werkgelegenheid voor hen die bleven (de
verzuimdiensten)Al zijn onze loonen bij het
mijnbedrijf nog nominaal hoog (gemiddeld
f 4.96 per werkdag), en betrekkelijk nog niet
sterk gedaald (13 pet.), dit alles wordt echter
daardoor opgeheven, dat er, vooral bij de
particuliere mijnen, maar 4 dagen per week
en soms nog minder gewerkt wordt, waar
door 't weekinkomen der mijnwerkers geheel
onvoldoende wordt, vooral met het oog op
den zeer zwaren, sloopenden arbeid, waarbij
de menschen gemiddeld reeds met 45 jaar
versleten zijn. Deze arbeid vereischt dan ook
zeer speciale verzekeringen, die de arbeiders
voor de helft mededragen. Deze verzekerin
gen en bondsliüdragen beloopen pl.m. f 15 per
maand. Daarbij kómen dan nog transport
kosten van en naar de mijn (ook gemiddeld
45 gulden per maand), dan tenslotte de
huur (pl.m. 1617 gulden) zoodat er vele ge
zinnen zijn, waarvan de man in de mijnen
werkt, die met minder moeten toekomen dar
de gezinnen van gesteunde werkloozen (1314
gulden). Dit is absoluut onaanvaardbaar!
Hiervan werden verdere cijfers gegeven uit de
praktijk.
De conclusie is dus, dat de toestand een
zoodanige geworden is, dat van vele mijnen
het bestaan thans onmiddellijk bedreigd
wordt, daar de liquide middelen uitgeput ra
ken, tenzij verdere drastische besparingen
worden verkregen, groótendeels ten koste der
arbeiders, waar zulks, daar de bestaansgrens
ten deele reeds overschreden is, volkomen
ontoelaatbaar is. Noch de verlichting door
watertransport over het Julianakanaal, noch
internationale afspraken als de z.g. kolen-
conventie, kunnen dit verhinderen.
Er zullen dus nog andere maatregelen ver
eischt zijn om onze mijnindustrie te redden
en wel in den geest van overheidshulp aae
onzen landbouw en gelijk die in alle omlig-
gene mijndistricten reeds worden toegepast.
Dat er iets gebeuren moet staat wel vast:
het behoud onzer mijnen en het levensonder
houd onzer nog 30.000 arbeidende mijnwer
kers (er waren er eenmaal bijna 39.000), zijn
een groot algemeen belang.
Sluiten van mijnen of dalen der loonen
onder het uiterste bestaans-minimum, dus to
tale verarming der geheele mijnstreek, kan
niet geduld worden.