P'ya P""5SH bQ DE TWEELINGZUSTERS «SB mati.1 3 u vj i mi n* wem i ^mmwi l?**vucd P^Ö*t*3 ï^'SHf k44,n0o* «KOOCil BSUwu&MM De internationale voetbalwedstrijd Engeland Ierland is te Liverpool door het Engel- pe Prins van Wales (x) bij de wintersport in Zwitserland. De Prins is een enthousiast beoefenaar van sche team met 2-1 gewonnen. Een spannend moment uit de interessante ontmoeting het ski-loopen Pierre Monteux repeteerde Vrijdag met het Concertgebouworkest in het Concertgebouw te Am sterdam voor de uitvoering van „Pelleas en Melisande" op 1 4 Februari a,s. bij de Wagnervereeniging In den hoofdstedelijken schouwburg Het Deensche politievaarluig .Islands Falk" is Vrijdag in de Amsterdamsche haven aangekomen, waar het schip ligplaats koos aan de steiger Van Es Van Ter gelegenheid van het 360-jarig bestaan der Leidsche Universi teit, werd Vrijdagmiddag door de eerstejaars-studenten een vaarjool gehouden FEUILLETON. Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. Nadruk verboden .19) „Daar was geen tijd voor. Zij de Austins kwamen juist de oprijlaan in ze wilde niet (dat ze haar zagen. Ik ging met hen verder. [Ze maakten gekheid je hebt ze zelf gezien. ■Toen ik terugging, was Anne verdwenen 1 haar taxi was weg. Ik kwam net een halve r minuut te laat aan het station om haar op te vangen. Haar adres, Jenny". „Is ze bij Miss Fairlie? Of was dat een leugen?" „O!" riep Jenny uit. Haar bruine oogen fonkelden van woede. „Ik wensch de waarheid en zal die te weten komen ook. Ik wil Anne's adres hebben ook". „Ik dacht dat we vrienden waren. Maar nu word je „Onbeschoft, bedoel je? Ja, dat weet ik. Maar ik moet dat adres hebben, Jenny". Jenny brak opnieuw een tak seringen af voor ze antwoord gaf. Als ze hem het adres gaf, zou hij gaan en ze zou tijd hebben om Anne op te bellen en te waarschuwen dat hij kwam. Anne zou geen lust hebben om hem te woord staan. Ze kon gemakkelijk naar een ander hotel trekken. Of, nog beter, ze kon naar de kamers gaan, die Nanna had aangeraden. Kamers waren verkieslijker dan een hotel; daar liep ze altijd kans om be kenden te ontmoeten. Ze brak nóg twee takken af en hernam toen: 'i „Ze is in Hotel Haydon, Bayswater", Mig I^irlier, „Ja, Aurora is daar ook". „Waarom kwamen ze niet samen hier?" „Anne wilde me spreken". Anne wilde Jenny spreken. En Jenny had haar op die manier laten weggaan! „Wat heb je tegen haar gezegd? Wat heb je haar gedaan?" barstte John uit. „Ze keek Een lichte kreet, die haast een snik leek, kwam oyer Jenny' lippen. „Ik kan het niet uitleggen Anne zou niet willen dat ik het uitlegde. Het o het breekt mijn hart!" John toonde zich uitermate onverschillig voor het feit dat Jenny Marr's hart dreigde te breken Later toen hij met Miss Aurora Fairlie in de auto zat op weg naar Londen, kreeg hij een openhartig advies. „Beste jongen, het heeft absoluut geen zin mij vragen over Anne Waveney te stellen, om dat ik ze toch niet beantwoorden kan. Ik ben niet van plan leugens te vertellen om Jenny of een ander een plezier te doen. Ten eerste gaat liegen mij niet goed af en in de tweede plaats heb ik er gewetensbezwaren tegen. Maar ik kan mijn mond houden over Anne en haar aangelegenheden en ik geef je ern stig in overweging hetzelfde te doen. Hoe minder er over gesproken wordt, hoe beter". John bleef zwijgen en Miss Fairlie zette haar raadgevingen voort: „Bemoei je niet met Anne. Ze zal je niet dankbaar zijn als je je ongevraagd in haar zaken mengt, heusch". „Ik zal ophouden me erin te mengen", was het rustige bescheid, „als ik uit Anne's eigen mond hoor dat ze dit wenscht". Aurora Fairlie bezat een buitengewoon in- quisitieven geest, haar weetgierigheid kende geen grenzen. Haar onweerstaanbaar ver langen om de situatie tot In alle bijzonder heden te leeren kennen, won het van haar discretie. „Ik dacht dat je Anne niet kende. Je hebt haar toch nooit gezien"A t „Enmaal". Zijn toon klonk droog. „Ze was toen nog geen familiegeheim, maar 'n schat van 'n kind". „Lieve deugd!" riep Aurora. „Ben je ver liefd op haar?" John kookte. „Wat 'n misselijke vraag neem me niet kwalijk! Ik zeg je immers dat ze nog een kind was. Er is geen sterveling in je familie, die het ook maar een ziei kan schelen waar ze is, wat ze doet, of ze een shilling bezit om van te leven. Het eenige wat ze interesseert is wormstekige conventie wat de menschen zullen zeggen!" „Juist!" Aurora knikte; ze nam haar lin kerhand van het stuurrad en klopte hem op de schouder. „Mooi, ga door. Voor mijzelf geef ik er geen sikkepit om, maar ik vind het niet meer dan billijk om je te waarschuwen, dat je je hand in een wespennest steekt. De familie zal je verwenschen; Jenny en Nicholas zullen je haten als vergif. En Anne zelf zal waarschijnlijk niet ingenomen zijn met je blijken van belangstelling. Maar zoo als ik je gezegd heb, mij kan 't niet schelen". De uitdrukking van onderdTrste woede in John's gezicht ontspande zich in een grijns. „Mij evenmin", grauwde hij. In het diepst van haar hart had Aurora sympathie voor zijn houding. Vasthoudend heid was een eigenschap die ze waardeerde en het was koppige vasthoudendheid, wat ze las in eiken trek van John Maurice Waveney. Ze vroeg zich af in welke mate zijn zoeken naar Anne ingegeven werd door een natuur, die door tegenstand slechts tot volhouden aan gevuurd wordt. Ze kwamen aan het Hotel Haydon, om te hooren dat Miss Waveney direct na de lunch was weggegaan. Op Aurora's scherpe onder vraging, wist het meisje in het hotelbureau zich Anne's aankomst te herinneren. „Ja, Miss Fairlie, dat was vanmorgen Neen, ze zei dat ze alleen voor den dag een kamer wenschte. Ik begreep direct dat het niet haar bedoeling was te blijven'.'. Aurora wilde zich juist omkeeren, toen het meisje zich naar haar toeboog. „Er is daarnet voor haar op gebeld; interlocaal". Onmiddellijk flitste de gedachte aan Jenny door John's geest Jenny die uit Waterdene getelefoneerd had; Jenny, die Anne wilde meedeelen dat hij in aantocht was Anne waarschuwen om hem uit de buurt te blij ven. „Dank u, laat u me even weten, als ze terug komt". Aurora wendde zich naar John. ,,'t Moet Jenny geweest zijn, die getelefo neerd heeft. Ik denk niet dat iemand anders wist dat Anne hier was. Ze zal straks wel komen". „Neen, ze komt niet". „Waarom veronderstel je dat?" John schudde het hoofd. „Ze komt hier niet terug", hield hij vol. XIV. Zoodra Aurora Fairlie Waterdene had ver laten, haastte Jenny zich naar de telefoon in de bibliotheek en vroeg verbinding met Hotel Haydon in Londen. In den tijd dat ze op de aansluiting moest wachten, liep ze rusteloos het vertrek op en neer. Het was buiten nog licht, maar de biblotheekvensters zagen op het Oosten uit en de hoeken van de kamer waren vol schaduwen; de wanden met boekenkasten deden het er nog donkerder schijnen, dat het in werkelijkheid was. Jenny draaide de groen-omkapte lamp aan, die op Nicholas' schrijftafel naast de telefoon stond. Ze speelde zenuwachtig met het ink- stel, de penhouders, de stapels papieren. Ni cholas was een heel punctueel man en bij het opnemen der staafjes rood en blauw zegel lak, bedacht Jenny vaag hoe geërgerd Nick zou zijn als hij ze niet op hun vaste plaats terugvond. Ze keerde zich van het schrijfbureau af en liep naar de ramen, die openstonden om den zachten, koele# winti binnen te laten. Ze liet ze open, maar trok de zware bruine gordijnen dicht. Juist toen ze naar het midden van de kamer terugliep kwam Nicholas Marr binnen met een „Hallo, Jen! Ik begreep niet waar je gebleven was". „St.!" zei Jenny, „Nick, doe de deur dicht., Ik moet Anne telefoneeren". „Wat?" De verbazing in zijn stem was on-' miskenbaar. „Ja. Nick, doe de deur dan toch dicht. Ik zag gewoon geen kans om een minuut alleen met je te zijn; ik dacht dat Aurora nooit zou gaan. Ze is in een woord verschrikkelijk met die manier van haar om altijd te beweren, dat ze niet blijven kan, niet blijven wil en dat niets ter wereld haar ertoe kan bewegen te blijven en dan toch te plakken en te plak ken, tot je 't wel zou willen uitgillen. Er hoefde bij mij straks tenminste niet veel meer bij te komen". „Maar wat is er met Anne aan de hand?" Nicholas Marr's mager donker gezicht trok in rimpels. „O, Nick!" riep Jenny. Ze kwam op hem toen en leunde tegen zijn arm. „Het was vree-, selijk, Nick! Ze was hier". „Wie was hier?" vroeg Nicholas scherp. „Anne". j „Wanneer?" .Vanmiddag. We kwamen juist van Grey- stones toen de telefoon ging. En gelukkig hoorde ik het en luisterde zelf. Er was een telegram van Anne dat ze om drie uur der tien kwam. Vind je het niet afschuwelijk?" „Maar ze kwam toch niet!" klonk het onge- loovig. „Ze kwam wel. Ik rende zoo hard als ik kon en ving haar juist in de oprijlaan op. Ik liet haar taxi buiten het hek wachten en sleepte haar mee naar de open ruimte tusschen den hulst. Daar komt nooit iemand op die akelige plek". „En wat moest ze? Lieve deugd, Jenny, wat. bezielde haar om hier te komen? Het is verrë-j gaand onbehoorlijk!" - v* ÏWordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 9