Belangrijke verklaring van Minister Steenberghe Nieuwe Hulpmaatregel voor den landbouw. Iaarlem's Kunstschatten. TWEEDE KAMER Inzake de niet noodzakelijke executies den landbouw. bij 's-GRAVENHAGE Dinsdag. De sprekersstroom hield aan. Nummer een was vandaag de heer Droesen (R.K.), die zich zeer gouvernementeel gedroeg en den Minis ter van Economische Zaken hulde bracht voor zijn groote werkkracht ten bate van den land bouw. Vele critici handelen volgens hem onverantwoordelijk door onvermijdelijke fouten en foutjes breed uit te meten. Daarom is het dan ook £00 goed dat de landbouw organisaties zooveel doen om tfen betrok kenen doel en betee- kenis der landbouw- crislsmaatrcgelen dui delijk te maken. Het zwaartepunt der uit voering dier maatrege len moet, natuurlijk in overleg met de Regee- ringsorganen, verlegd naar den georganiseer den landbouw. Boven centralisatie gaat meer gewestelijk optreden. Met alle lof voor de Regeering ging intus- sehen ook wel eenige kritiek gepaard, zoo bv. dat er nog steeds niets is gedaan voor pacht en hypotheekboeren. dat de kleine boeren on voldoenden steun genieten. Mr. Duys (s.d.) verweet der regeering, dat er nog altijd niets wordt gedaan op 't stuk der vaste lasten voor den landbouw; de be trokken Ministers spelen er 'n diplomatiek spelletje mee. Ze zeggen niets en verwijzen al tijd naar elkaar als men informaties tracht te verkrijgen! De steun komt soms ook wel terecht daar waar hij niet hoort. Laten der halve commissies van deskundigen voor de verschillende bedrijven het noodzakelijk be staansminimum vaststellen, waar tegenover steun wordt verleend en tot waar door steun aanvulling zal worden gegeven. De heer Amelink (a.r.) hield zich eveneens met d.Q kwestie der vaste lasten bezig en nam den heer Kersten (H. Ger.) te pakken, waarna do- neer Sneevliet (rev. soc.) wat hij staats vijand nummer één noemde het privaat bezit te lijf ging. De plattelanders-vertegenwoordiger Ver voorn verweet der Regeering, dat haar maat regelen de boeren van den wal in de sloot helpen en nam het, evenals Mr. Westerman (Nat. Herst.) op voor het plan van „Landbouw en Maatschappij", dat in hoofdzaak neerkomt op heffing van compenseerende graanrechten De heermaar neen, het is werkelijk van de lezers te veel gevergd hen te vermoeien met te vermelden wat al de verdere sprekers, die ook nog hun agrarische deskundigheid lucht ten, in het midden brachten. Liefst 27 afge vaardigden achtten zich geroepen in rede voeringen te getuigen van hun belangstelling voor den landbouw. Zoo ging er ook vandaag nog heel wat tijd heen, eer eindelijk de Mi nister aan het woord kwam. Deze zag zich voor de zware taak gesteld na een zoo omvangrijke gedachtenwisseling een redevoering af te steken, waarin hij zoo veel mogelijk elk het zijne moest geven. Hij begon met eerst een aantal kleinere punten te behandelen. Daartoe behoorde o.m. de vernietiging op grooten schaal van bussen vleesch, waarover de heer Kersten (St. Ger.) geklaagd had. Thans bleek, voor de zooveel- ste keer, hoe sterk die afgevaardigde kan overdrijven. Het was goed, dat de Minister nog eens met nauwkeurige cijfers aantoonde wat er in werkelijkheid is geschied. In alle mogelijke opzichten bleek de heer Kersten zijn fantasie al te zeer den vrijen teugel gelaten te hebben. Uitvoering zette de Minister ook nog uiteen hoe zorgvol er van overheidswege wordt opgetreden wat betreft het rekening houden met oprechte gewetensbezwaren tegen het lid zijn van de crisisorganisaties. Van heel het klachtenboek van den heer Kersten bleef niets en niets over. Had de Minister dit optreden van dat Kamerlid moeten qualificeeren, dan zou hij kwalijk termen hebben kunnen gebrui ken, die hem niet op z'n minst een voorzitter- lijk fronsen met de wenkbrauwen zou hebben bezorgd. En nu de hoofdpun ten. De Regeerin;. er van overtuigd, dat nog steeds steun aan den landbouw geboden is, want mij moeten dit is een nationaal be lang een goeden, be hoorlijken boerenstand in het leven houden. Met steun wordt dan bedoeld: prijsregeling, die werkelijk noodzake lijk is. Dit behoeft, al dus de Minister, geens- tzins in strijd te zijn (en is 't ook niet) met de politiek van aan. passing, welke goed beschouwd slechts be- teekent: herstel van de verstoorde prijsver houding.. Eer we aan verdere verlaging van den steun kunnen toekomen, is daling der kosten noodig. Dit is de Minister volkomen eens met den heer Ebels (v.d.) De vaste lasten De pacht is in het alge meen niet te hoog; van de rente dorst Mr. Steenberghe niet hetzelfde te zeggen. Aangaande het vraagstuk der vaste lasten en dat der niet noodzakelijke executies, legde de Minister de volgende belangrijke verklaring „Het buitengewoon groote verband, dat be staat tusschen den landbouwsteun en de waarde van het landelijk eigendom, is voor de Regeering aanleiding geweest maatregelen te treffen tegen niet noodzakelijke executies van landelijk eigendom, terwijl in het reeds aangekondigde algemeene bezuinigings-ont- werp van wet, aan de Staten-Generaal voor stellen zullen worden gedaan ter verminde ring van de vaste lasten van dat eigendom. Tegen de niet noodzakelijke executies van landelijk eigendom zijn heden, zoo hield de verklaring verder in, twee Koninklijke Be sluiten afgekondigd, beide steunend op het Crisis-Organisatiebesluit 1933. Daarbij wordt o.a. bepaald, dat een hypothecaire schulde naar wiens landelijk eigendom met executie wordt bedreigd, of wiens faillissement is aan. gevraagd, zich tot den Minister van Econo mische Zaken kan wenden met verzoek te beslissen, dat de toekomstige gebruikers van dat eigendom niet zullen worden toegelaten als georganiseerden tot Crisisorganisaties, of wanneer zij reeds georganiseerden zijn, als zoodanig geschrapt zullen worden. Het ge volg hiervan zal zijn, dat, wanneer de minister een dusdanige beslissing genomen heeft, het land nagenoeg onverkoopbaar zal zijn, aan gezien daarop geen landbouwproducten meer geteeld mogen worden, noch vee mag worden gehouden, terwijl natuurlijk evenmin land bouwsteun voor die bedrijven zal worden ge geven. Het spreekt vanzelf dat de noodige waarborgen tegen een minder juiste toepas sing van dit ingrijpend middel zijn genomen. Voor ieder geval zal Mr. Steenberghe zich doen adviseeren door een Hypotheekcommis sie, bestaande uit juristen en landbouwdeskun digen, welke een onderzoek zal instellen en belanghebbenden zal hooren. Tevens is de mogelijkheid geopend, dat deze Commissie een onderlinge vrijwillige uitstel of betalingsregeling tot stand brengt tusschen den hypothecairen schuldenaar en zijn cre diteuren. Nadrukkelijk is hierbij echter be paald, dat hoofdsommen van hypothecaire geldleeningen in geen geval mogen worden aangetast. Het lid van den Hoogen Raad der- Nederlanden, de oud-Minister van Justitie Mr. Dr. J. Donner heeft zich bereid verklaard de leiding van deze Commissie op zich te ne men".. Zeer in den breede -hield de Minister zich hierna bezig met het. denkbeeld van „Land bouw en Maatschappij" om f 5 invoerrechten te heffen per 100 K.G. ingevoerd graan, peul vruchten en veekoeken (buiten de opbrengst ten -bate van den landbouwsteun. Hij reken de voor. dat dit stelsel een tekort van 30 mil- lioen gulden zou opleveren; het geeft aan den boer minder, veroorzaakt niet minder administratieven rompslomp dan er thans is en zou de kosten van levensonderhoud voor het Nederlandsche volk in zijn geheel op voeren. Momenteel voelt de Minister er dus met dit alles voor oogen niets voor, dit systeem te gaan invoeren. T.a.v. het overleg met de organisaties van het vrije bedrijfsleven, en andere met de cri sisorganisatie samenhangende problemen, bracht de Minister in herinnering, hoe er aanvankelijk 52 verschillende organen had den bestaan zonder deugdelijk verband. Daar in moest centralisatie worden gebracht, wat dan ook gebeurd is. De coördinatie is vol ledig geslaagd, terwijl voor meer inschakelen van belanghebbenden zorg wordt gedragen. Alle mogelijke waarborgen voor goed en ge regeld contact, juist ook met de organisaties, zijn aanwezig. Ziet daar 's Minister conclusie op dit punt. Dat de Middenstand tot zijn schade te weinig zou. worden „ingeschakeld" ontkende Mr. Steenberghe, die vervolgens aan het vraagstuk der dist-ributiekosten toe kwam. Deze zijn zeer groot, maar volgens hem is de hoofdschuldige de veeleischende, zeer verwende consument! Wat de kleine boeren betreft, diende men te bedenken dat ook vroeger velen dezer categorie niet van het eigen kleine bedrijfje alleen bestonden, doch daarnaast nog op andere wijze in hun levensonderhoud voor zagen. In elk geval is hun toestand zoo uit eenloopend, dat er niet één algemeen middel kan -bestaan om in hun nood te voorzien. De kwestie van de vaste lasten, vooral de rente, speelt bij de kleine boeren een zeer groote rol, zoodat van matig optreden in dat op zicht veel verlichting voor deze menschen te vernachten is. Dat de aanpassing van den landbouw aan dé -nieuiwe aftrekmogelijkheden zoowel in binnen- als in buitenland met eenige voor zichtigheid gebeurt achtte de Minister waar lijk niet onjuist, aangezien wij toch nog geenszins weten, waaraan we toe zijn. Dit nu eischt vanzelfsprekend als in zekeren zin opportunistische politiek, wat intusschen wel degelijk met doortastendheid kan ge schieden. Met alles af te kammen wat momenteel gedaan wordt en dit zonder dat men in staat is het moois, dat men thans voorspiegelt, straks heusch te verwezenlijken, is zeker niet in 't belang van ons volk. Aldus het slot van het ministerieel betoog, dat culmineerde in de aansporing de verschillende bevolkings groepen toch vooral niet tegen elkaar in het harnas te jagen, door beurtelings van elk dier groepen te beweren, dat deze over stief moederlijke behandeling te klagen heeft, ver geleken met wat juist de andere groep aan steun en medewerking geniet. Morgen gaat de Kamer door met behande ling der afzonderlijke onderdeden van de landbouwfonds-begrooting. na eerst beslist te hebben over het verzoek van den heer Wijnkoop om aan -den toestand in de mijn industrie een interpellatie te mogen wijden. E. v. R. Moeilijke redding van een zieke. Bij brand in een goudsmidswinkel. Dinsdag ontdekte de echtgenoote van den horlogemaker Luyer te Weesp, dat de werk plaats in lichter laaie stond. Zij waarschuwde haar man, die op dat oogenblik in het maga zijn was en onmiddellijk naar de bovenver dieping snelde om zijn reeds maanden te bed liggende schoonmoeder te redden. Het vuur greep echter zoo snel om zich heen, dat hem de gewone terugweg werd afgesneden. Geluk kig hadden buren het gevaar bemerkt en een hunner reed met zijn grooten personenauto voor het achterhuis, waar de horlogemaker reeds met zijn schoonmoeder voor een venster was verschenen. De autokap werd met bedden belegd, waarop de schoonmoeder door het venster kon worden gered. De horlogemaker zelf moest uit het raam springen en kwam vrij goed terecht. Zijn echtgenoote ontkwam langs een inmiddels opgezette ladder. Hoewel de brandweer spoedig ter platase was, kon zij niet voorkomen, dat werkplaats, winkel en magazijn geheel uitbrandden. De schade is groot, maar huis en inventaris waren verzekerd. Omtrent de oorzaak tast men nog in het duister. Voorkoming van niet noodzakelijke executies. ENKELE CENTEN fl f 15 UBBEL gezeefd fl (Adv. Ingez. Med.) Vaste lasten zullen verminderd worden. Mr. Steenberghe, de minister van econo mische zaken heeft Dinsdagmiddag in de Tweede Kamer, gelijk in het verslag der zit ting'is vermeld, een verklaring afgelegd be treffende de vaste lasten en de niet nood zakelijke executies. De minister deelde mede, dat het reeds aangekondigde algemeen be- zuinigingsontwerp voorstellen zal bevatten ter vermindering van de vaste lasten van het landelijk eigendom. Omtrent de beide door den minister in zijn verklaring vermelde Kon. besluiten, welke zijn afgekondigd, vernemen wij het volgende: In het eerste besluit worden de artikelen 5 en 7 van het crisis-organisatiebesluit 1933 gewijzigd. Daarbij wordt gelijk in de regee- ringsverklaring is medegedeeld, aan een hy pothecairen schuldenaar, wiens landelijk eigendom met executie wordt bedreigd of wiens faillissement is aangevraagd, de be voegdheid gegeven zich te wenden tot den minister van economische zaken en dezen te verzoeken te beslissen, dat de toekomstige ge bruikers van dat landelijk eigendom als ge organiseerden tot crisisorganisaties niet zul len worden toegelaten, of wanneer zij reeds georganiseerd zijn, als zoodanig geschrapt zullen moeten worden. De minister zal, al vorens zijn beslissing te nemen, eerst het advies moeten inwinnen van een in te stellen hypotheekcommissie. Het tweede besluit steunt op de hiervoren- genoemde artikelen 5 en 7 van het crisisorga- nisatiebesluit 1933 en bevat de uitvoerings- regelen. Het bevat allereerst de termijnen, binnen welke het verzoekschrift moet worden ingediend, alsmede de gegevens welke daarbij moeten worden overgelegd. Nadat de minister de stukken in handen heeft gesteld van de hypotheekcommissie, worden de daarvoor in aanmerking komende crediteuren hiermede in kennis gesteld en hun de bevoegdheid gegeven daarop te antwoorden. Deze antwoorden wor den 'den schuldenaar medegedeeld, waarna een mondelinge behandeling voor de hypo theekcommissie, in tegenwoordigheid van be langhebbenden, volgt. Deze commissie kan voorts trachten een betalingsregeling en/of een uitstelregeling tusschen den hypothecai ren schuldenaar en zijn verschillende schuld- eischers tot stand te brengen. Hierbij zijn echter verschillende restricties gemaakt. In de eerste plaats moet de schuldenaar aan nemelijk maken, dat hij in verband met de heerschende buitengewone tijdsomstandig heden niet in staat is aan zijn verplichtingen geheel te voldoen. In de tweede plaats mag de schuldeischer door de tot standkoming van de betalings- en'of uitstelregeling in zijn be langen niet méér worden benadeeld, dan de schuldenaar bij niet tot standkoming daarvan of mogen er geen andere omstandigheden zijn, die het voorstellen van een betalings- en/of uitstelregeling onredelijk zouden ma ken. Ten slotte is nadrukkelijk bepaald, dat hoofdsommen van hypothecaire geldleenin gen in geen geval door de betalingsregeling mogen worden aangetast. Indien een betaling of uitstelregeling wordt aanvaard, dan is de zaak daarmede afgedaan. Geschiedt dit niet, dan doet de hypotheek commissie den minister haar advies in den vorm van een ontwerp-schikking toekomen. Bij een gunstig advies kunnen alle mogelijke voorwaarden aan den schuldenaar worden opgelegd. WOENSDAG 13 MAART 1933 De minister is niet aan het advies o,* Hij is eveneens bevoegd zijn eeninaafÏÏ-deD* ^umaai beslissing te wijzigen of m te trekken jjj®6® -a. n. zoc J de wel,, indien de~schuldenaar de hem in de voorwaarden wijziging te brer* kan plaats hebben, of wel op grond vS?' wel voor den schuldeischer als vnr* Zo°" schuldenaar, gewijzigde omstandiehïLden rrrol in/^ion HP sflrnlripnaa v /in v.-— ca°n, n? als voorwaarden niet nakomt. Ten slotte is nog bepaald, dat vor, schriften, welke zullen worden ingedi^i oavVloirfina ven thans aanhn^.^111^ II aanleiding van thans aanhangige^*!? ïat door de commissie voor alle ander* J1!65' worden behandeld Samenstelling hyMlh eominissjp De samenstelling van de hypothepW», sie zal als volgt zijn: Voorzitter: mr. dr. J. Donner, lid van Hoogen Raad der Nederlanden, oud-mi!,- 3 van justitie. Onder-voorzitter: mr. Th. R. j w raadsheer in het gerechtshof te 's-HerïI wnh- ^wsogea. bosch; Leden: mr. Th. L. van Berckel, raadshp* het gerechtshof te 's-Gravenhagen- p ff Ronants te Tilburg; prof mr. dr. s. van «3 kei, hoogleeraar te Utrecht; prof' mr 1* Cohen, hoogleeraar te Groningen; jhr mr r W. v. d. Does, advocaat en procureur 's-Gravenhage; F. E. H. Ebeis, lid var Tweede Kamer te Nieuw-Beerta; mr b d* Gaay Fortman, rechter in de rechtbank t! Amsterdam; Chr. v. d. Heuvel, lid van a Tweede Kamer te 's-Gravenhage. Het secretariaat van de hypotheekeommk sie zal worden waargenomen door het land bouwcrisisbureau van het departement va economische zaken, Lange Voorhout 1 t 's-Gravenhage. w M. Wijziging van de wet op de Staatsloterij. Zal ongeveer 1 November in werking treden, Naar wij vernemen is het ontwerp van wet tot wijziging van de wet op de staatsloterH volgens hetwelk verboden zou zijn gebruik te maken van de trekkingen van de staatslote rij door de Koningin bekrachtigd en ligt het in het voornemen van den minister van fi- nanciën te bevorderen, dat de wijziging in werking treedt na afloop van de 469ste staats, loterij dus ongeveer l November 1935. Ongewenschte vreemdelingen naar fort Hondswijk? Daar zou een arbeidskamp worden ingericht. Het arbeidskamp, dat ingevolge artikel 22 van het Vreemdelingenreglement zal worden ingericht voor ongewenschte vreemdelingen, die niet kunnen worden uitgewezen, zal, vol gens de N.R.Crt. gevestigd worden in het Fort Honswijk onder de gemeente Tuil en 't Waal (provincie Utrecht). Met de leiding van het kamp zal worden belast de heer B. G. A. Smeets, directeur van de tuchtschool te Nijmegen. De heer Smeets zal deze laatste functie blijven vervullen. Een landschap van Jan Kobell in Teyler's Museum. Ook het begin van de negentiende eeuw. periode in de schilderkunst, die wij ons als eenigszins hartstochtloos plegen voor te stellen, heeft zijn kunstenaarsdrama's gehad. Zoo ge ons „schilderij van de week", dit rustig genoegelijke beeld van het buitenleven er nog eens op aankijkt zal het u vreemd lijken dat de maker er van op nog geen vijf en dertig- jarigen leeftijd krankzinnig werd..., naar men in zijn tijd zeide, doordat zijn 'vroeg tijdige successen in binnen en buitenland, het evenwicht in zijn denken verstoord hadden. Hoe treurig dat geval op zich zelf geweest zij, na honderd en twintig jaar staan wij daar toch eenigszins anders tegenover. Niet zoozeer dat deze kalme, elegische kunst, die in den grond toch. weer een repetitie van de zeven tiende -ee uwsohe Cuyp, Potter etc. beduidt zooveel succes kon hebben, verbaast ons. De tijd waardeerde en vroeg dat werk, dat met zijn eigen karakter overeen kwam. Maar dat de maker ervan, toch blijkbaar iemand met een rustige evenwichtige natuur, door zijn succes ermede, pit het lood geslagen kon wor den kan ons bevreemden, omdat liet streven, de strijd en de eerzucht van de kunstenaars uit die periode ons vrij ver afliggen. Doch ook blijft de mogelijkheid open dat Kobell's ziels ziekte met zijn overspannen zelfschatting slechts in verwijderd verband stond en dat de „men" van zijn tijd slechts op gemakkelijke wijze haar oorzaak in Kobell's vluggen, maat- schappelijken opgang wilde zoeken. Hoe dit alles geweest moge zijn Jan Bap- tiste Kobell is voor zijn tijd een representa tieve figuur in de kunst van 't landschap. Hij stamde uit een Rotterdamsche kunstenaars familie en werd in Delftshaven in 1779 gebo ren, doch na den dood zijner ouders te Utrecht opgevoed in een weeshuis. Daardoor vinden wij als zijn leermeester den Utrechtschen schilder Van der Wall genoemd, van wien wij teeke- ningen kennen die hem als een accuraat en smakelijk dier-teekenaar doen waardeeren. Eerbied voor de groote zeventiende-eeuwers was dezen laatkomers onzer dix-huitième in geboren en het verbaast dan ook niets te hoo ren, dat Jan Kobell op zijn beurt een serieuse studie maakt van zijn grooten voorganger Paulus Potter. Die eerbied voor Potter is in onze eigen dagen merkwaardigerwijze aan het tanen gegaan. Zijn Stier in het Mauritshuis wordt meen ik thans met veel minder ontzag bekeken, dan een halve eeuw geleden, toen dat groote schilderij voor het groote pu bliek zoo ongeveer de clou van genoemd mu seum betee kende Jacob zoowel als Willem Marls behoorden tot de standvastige bewonderaars van de techniek waarmee dit meesterwerk was tot stand gebracht en alleen een jongere genera tie die andere picturale emoties zocht, begon bij dit doek van verveling te spreken. Doch de jonge Gerard Bilders, die als een voorlooper der Haagsche School beschouwd kan worden (en over wien, in Elsevier's van de vorige maand, Mr. Jeltes een hoogst interessante studie schreef, waarop ik dezer dagen terug kom) was van den Stier niet weg te slaan en ontdekte er telkens nieuwe schilderkunstige schoonheid in. Doch keeren wij tot Jan Kobell terug over wien zelfs, als ik mij niet bedrieg, zelfs Goethe woorden van waardeering uitte, en memoreeren wij zijn successen te Parijs waar hij van 1810 tot 1812 verbleef. Toen hij vandaar terugkeerde schenen de symptomen zijner ziekte op te vallen. Tenminste de brave Haarlemmers Van Eynden en Van der Willigen noteerden bij zijn dood dat zij hem kort daar voor ontmoet hadden en zijn „verward ge sprek en eenigszins wild uiterlijk" hun op gevallen was. De stakker! Wie ons Teyler-schilderij, dat 1804, gedateerd is, in haar aquarel-achtige, fijne kleurgeving bekijkt, haar uitvoerigheid van boom en bodem bewondert, haar arcadi- schen zang ter eer der natuur beluistert zou achter den maker er van een geestelijk drama vermoed hebben! Dat het werk tradi tioneel is in dien zin dat het op Potter, Cuyp c.s. gebaseerd is, zeiden we reeds. In de groe peering van de liggende koe, de schapen en den ram, links, vinden wij een arrangement dat ook door Kobell's leeraar, den genoemden Van der Wall, gaarne gezocht werd. Aardig gaat door het middaglicht op het tweede plan, die beladen hooiwagen langs het poeltje dat heel fijn een zuivere zomerlucht weer spiegelt. Aan zulk een fragment zou een Hol- landsch paysagiste van honderd jaar later, een Geo Poggenbeek bijvoorbeeld, zijn plezier gehad hebben. Wil men van deze kunst ge nieten dan moet men even aan de totaal-kleur gewend zijn, die het briljante der impressio nisten niet zocht en ook het meer substan- tieele der kleur van de meesters uit de gou den eeuw mist. De schilderkunst uit Kobell's tijd heeft de charme der reflexen, ijl is ze vaak en door zichtig, maar eerlijk en zonder valschen zwier. Technisch is ze veel en veel betrouw baarder dan veel wat later kwam. Wat ze aan emotionaliteit te kort soms komt, vergeet ze door de degelijkheid van het handwerk, een qualiteit die in veel modern werk is zoek ge raakt en die dit daardoor altijd onvolledig zal doen zijn. Het is onjuist die onvolledigheid aan het tempo van onzen tijd te wijten, al schijnt dat overhaast gelee f van thans soms een excuus. Maar aan een Kobell zien we dat zelfs in een kort leven in die jaren een gaaf en vrij omvangrijk oeuvre ontstaan kon. J. H. DE BOIS. Afleggen van rijvaardigheids- proef wordt goedkooper. Het Centraal Bureau voor afgifte van be wijsstukken van rijvaardigheid maakt be kend, dat met ingang van 1 April 1935 de kos ten voor het afleggen van een proefrit ter verkrijging van een bewijsstuk van rijvaar digheid zijn verlaagd van f 3,50 tot f 3. „NOS JUNGUNT ROSAE". Dinsdag hield de Vereeniging ter bevordering der Rozenteelt „Nos Jungunt E-osae" een bui. tengewone ledenvergadering te Amsterdam. Nadat de bijeenkomst door de voorzitter, de heer Jhr. P. P. de Beaufort, was geopend, wer den achtereenvolgens de verschillende agenda punten behandeld. 0.a. deed men mededeelin- gen over de stichting van een openbaar Ro sarium te Driebergen. Oorspronkelijk zou dit project reeds eerder zijn uitgevoerd hetgeen echter door verschillende omstandigheden werd belemmerd. In het najaar zal dit rosarium een feit zijn. Het bestuur van de vereeniging deed een voorstel omtrent het houden van een rozen-, bloemen- en plaiitententoonstelling, in September a.s. te Venlo. in samenwerking met de plaatselijke Vereeniging voor Vreem delingenverkeer. Met algemeene stemmen werd dit voorstel aangenomen. Het proefveld te Aalsmeer voor nieuwe rozen zal dit jaar althans door binnenlandsche kweekers in gebruik worden genomen, terwijl men hoopt dat in het komende jaar ook buitenlanders zullen meedoen. Uitvoerig werd de vraag besproken of in de commissie ter be oordeeling van de inzendingen in deze proef tuin behalve vaklieden, ook liefhebbers moeten worden opgenomen. Vooralsnog werd in deze geen besluit genomen. EXTRA NUMMER VAN „DE ZAKEN WERELD". „De Zakenwereld" heeft ter gelegenheid van de Voorjaarsbeurs. welke van 12 tot t.m. 21 Maart te Utrecht wordt gehouden een extra-nummer uitgegeven, waarin een aan tal vooraanstaande figuren uit het bedrijfs leven en de wetenschappelijke wereld hun inzichten mededeelen over verschillende vraagstukken en onderwerpen, welke op het oogenblik onze bandel en industrie bii uit stek bezig houden. Minister Steenberghe heeft een Ter Inleiding geschreven. Van de artikelen noemen wij dat van den heer F. H. Fentener van Vlissingen, voorzitter van den Raad van Beheer der Kon. Ned. Jaarbeurs en voorzitter der Internationale Kamer van Koophandel over: De handelsbarrières die nen opgeruimd; van den heer F. K. J. He ringa. Raadsadviseur aan het departement van Economische Zaken, over: Jaarbeurs en bedrijfsleven; van prof. mr. G. W. J. Brums, president-directeur van het Nederlandsche Clearing Instituut, over: Clearing en Jaar beurs. AMOKMAKER VALT EEN BESTUURS AMBTENAAR AAN. AMPENAN, 12 Maart. (Aenta). Een Boegi- nees die zich in preventieve hechtenis De- vond, maakte gisterenmiddag amok tu&- schen zijn mede-gevangenen. Hij ^eep een bijl en liep de gevangenis uit; op suaat bracht hij een Inlander lichte verwondingen Hierna drong hij door tot in het huis van den controleur en viel dezen bestuursamow- naar aan, Hij wist den controleur slechts oi- beduidende verwondingen toe te brengen, w bestuursambtenaar kon hem tenslotte over mannen, -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2