DE TWEELINGZUSTERS
Bij het ernstig auto-ongeluk op den nieuwen
Rijksweg tusschen Zwijndrecht en Rotterdam
werd Dinsdag een persoon gedood en twee
zwaar gewond. Een foto na het ongeval
Te den Haag Is Dinsdag het huwelijk voltrokken tusschen
mej. D A, J. Meyboom en den heer A Wurfbain, zoon
van den directeur der K.N.I L M- en voorzitter Yan den raad
van bestuur der K L M.
De eerste inzending voor de groote Engel-
sche nationale volbloed-paardententoonstel-
ling, welke Dinsdag te Londen is geopend
Buziau werd Dinsdagavond in Theater Carré te Amsterdam gehuldigd ter gelegenheid van zijn 40-jarig tooneeljubileum, waarbij hij onder meer werd
toegesproken door prof. dr. Willem Mengelberg en wethouder Boïssevain
Tot chirurg aan het Groote Ziekengasthuis
te den Bosch is benoemd dr. J. F. Nuboer,
prosector aan de heelkundige kliniek der
Rijksuniversiteit te Utrecht
Op het gemeentehuis van Bodegraven is de
acte Yan ruilverkaveling gepasseerd ten
behoeve van den nieuwen Rijksweg den
Haag Utrecht, waarbij 21 landbouwers, die
hun bedrijf aan de Zuidzijde te Bodegraven
hebben gevestigd, betrokken zijn
De meubelfabriek der firma Leewis te Vlaardingen is Dinsdagnacht door een feilen uitslaanden
brand geheel verwoest. Van het groote gebouw bleef niet meer dan een ruïne over
Vele belangstellenden verzamelden zich Maandag voor Dow-
ningstreet 10 te Londen, waar de Engelsche regeering Maandag
beraadslaagde over de jongste beslissingen terzake van den
dienstplicht in Duitschland
Sir Samuel Hoare en Sir Philip Cunlilf#
Lister bij aankomst in Downingstreet 10 ta
Londen, waar de Engelsche regeering Maan-
dag beraadslaagde over de invoering van
de dienstplicht in Duitschland
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van
PATRICIA WENTWORTH.
Nadruk verboden
52)
Ze ging weer zitten alsof ze geen kracht
meer had om te staan. Nicholas geloofde haar.
Hij zei:
„Heb je mij alles verteld, Jenny?"
„Ik geloof het wel" haar stem klonk erg
mat „Ik geloof van wel. Toen, na een lange
•pauze: „Wat ben je van plan te doen?"
„Ik weet het niet",
f „Ben je van plan om mij weg te sturen?"
Scheiding en honderd tongen, die zich van
het nieuws meester maakten; Jenny alleen en
eenzaam er zouden velen zijn, die haar
zouden willen troosten. Nicholas kende zijn
wereld; hij kon heel duidelijk Jenny's toe
komst zien. Als hun scheiding definitief zou
zijn; zou er maar een gevolg zijn; als het voor
tijdelijk was, wat zou er dan mee gewonnen
zijn behalve een opspatten van veel modder?
Zijn brein dat koel werkte verwierp deze op
lossingen. Een nobele trek in zijn karakter
deed hem een schuld erkennen aan Anne, die
hij niet mocht lijden, en een verplichting aan
Jenny, van wie hij hield. Hij wist dat hij
niet van haar kon scheiden, omdat ze hem
nog nooit zoo noodig had gehad. Het ergerde
hem, maar het was als een dwang. Jenny had
hem aangekeken met oogen, waarin alle hoop
vernietigd was. Hij zou haar wegzenden. Hij
zou Tony van haar afnemen. Ze had Anne
verloren; nu zou ze Nick en Tony ook nog
verliezen. Het was haar straf. Niemand zou
ooit weer van haar houden. Alles zou haar
afgenomen worden, behalve het verdriet. Toen
dacht ze aan Anne, die alles verloren had en
alleen was geweest.
Ze bleef Nicholas aankijken.
Na een langen tijd kwam hij met gefronste
wenkbrauwen naar haar toe.
„Anne moet bij ons komen", zei hij. „Ze
moeten van hier uit trouwen".
Dat was iets vreemds voor hem om te
zeggen. Jenny dacht hoe vreemd het was.
Anne zou hier komen, maar Jenny zou er niet
meer zijn. Ze voelde zich verward.
„We zullen een groot vertoon maken", ver
volgde Nicholas, nog met de wenkbrauwen
gefronst. „Vraag iedereen en haal flink uit".
Jenny hief haar hand op en raakte zijn arm
aan.
„Ga je me dan niet wegsturen, Nick?"
„Wat voor zin heeft het? Je bent mijn
vrouw. We moeten bij elkaar blijven". Jenny
hield zijn mouw vast.
„Nick
„We moeten er het beste van maken. Je
bent uitgeput. Lateen we maar eerst gaan
eten".
Hij trok zich los en liep naar de bel.
Jenny ging achterover zitten in haar stoel.
Alles scheen tot een eind gekomen te zijn. Ze
hoorde de deur opengaan en Nicholas zeg
gen;
„Emmot! We willen eten. Het is te laat om
te dineeren. Breng maar een blad binnen
soep en iets kouds. Mevrouw heeft trek in iets
hartigs".
De deur ging weer dicht. Nicholas stak een
sigaret aan.
John kwam iets na half zeven de salon
van Aurora's flat binnen. Hij vond er Anne
alleen Anne nogal bleek, in een blauwe
japon met zilver afgezet. Ze wendde zich met
een angstig:
„Wat is er gebeurd?" naar hem toe.
„Wat zie je er prachtig uit in die japon",
zei John.
Anne pakte hem bij den arm.
„John vertel me alsjeblieft wat er gebeurd
IsT' w v
„Ik weet het niet".
„Ben je er geweest?"
„Ja. ik ben er geweest. Ze zijn weggeweest
voor de Week-end; Jenny had mijn brief juist
ontvangen. Ik ben er van doorgegaan omdat
ik dacht dat ik te veel was, terwijl zij het
Nicholas vertelde".
Anne's handen vielen omlaag.
„Ze zal het hem niet vertellen", zei ze met
een lage stem.
„Zeker wel. Ze heeft het hem al verteld. Ze
was een beetje in de war en zei 't een en
ander; toen ben ik maar weggegaan. Je zult
vermoedelijk morgen wel van ze hooren. Anne,
lieveling, kijk niet zoo!"
„Wat zal Nicholas doen?" vroeg Anne fluis
terend. „John, hij is trotsch. Als hij haar niet
vergeeft, wat zal er dan met Jenny gebeu
ren?" John sloeg zijn arm om haar'heen.
„Nicholas houdt vreeselijk veel van Jenny",
zei hij. „Ik heb dat veel te goed kunnen zien
toen ik er was. Het is natuurlijk een slag in
het aangezicht voor hem. Maar het is nu
eenmaal zoo. Jenny heeft het gedaan en het
is tenslotte beter dat Nicholas het weet. Het
was toch ook ellendig zooals Jenny steeds
maar leugens vertelde en ieders lieveling was.
Ze zal heel wat aardiger zijn als ze niet om
het andere woord een leugen zegt. Ik had
haar al gauw door en ik had haar dolgraag
iedere leugen willen inpeperen."
„O John!"
Ja, heusch! Ik hoop dat Nicholas haar geeft
wat haar toekomt. Ze verdient het. En je
hoeft heelemaal niet bang te zijn, dat zij er
niet overheen komt daarvoor is Jenny te
aantrekkelijk. Ik ben alleen bang, dat hij er
te gauw overheen komt, Zoo is Jenny; daar
zorgt ze wel voor. Ik ben ook woedend op
haar geweest en als ik haar dan sprak, wilde
ik haar geen verdriet doen. En toen ze van
middag de kamer binnenkwam, had ik erg
met haar te doen, hoewel ze het niet ver
diende". Hij lachte een beetje. „Neen, je hoeft
niet bang te zijn. Nicholas zal haar duchtig
de les lezen, ze zal schreien en zich erg on
gelukkig voelen en dan zal ze hem weer in
palmen. Je kunt er van opaan dat, als ze
het mij doen kan, ze het Nicholas zeker doet.
Jenny heeft zoo iets over zich".
„Ja, dat is zoo", beaamde Anne. Haar oogen
straalden.
„Ze moet met liegen op houden, anders
komt ze in nog grooter moeilijkheden. Ik
hoop van harte, dat Nicholaas het haar niet
te gemakkelijk maakt daar ben ik nu al
leen maar bang voor. Zoo, nu hebben we ge
noeg over Jenny gepraat. Geef me een kus.
Je hebt me nog heelemaal niet gekust. Ben
ie binnenmeisje af?"
„O John, het was afschuwelijk!" zei Anne
in zijn armen.
„Werkelijk?"
„Mrs. Fossick-Yates liet mij na het ontbijt
bij zich komen en vertelde mij dat een vrien
din van haar mij met een man had zien
thuis komen. John, ze moet een soort X-stra-
len in haar oogen hebben gehad, want je
weet hoe donker het was".
„Er zijn lantaarns".
John ontdekt^ plotseling dat Anne een
kuiltje in een van haar wangen had. „Hè. wat
doe je toch mal! John. Ze heeft werkelijk
niets kunnen zien; maar ze zei van wel. Anne
had een allerliefste blos,
„Wat zag ze dan?"
„Ze zag niets onmogelijk! Maar ze had
Mrs. Fossick-Yates verteld dat ze zag dat
jij mij kuste!"
„Vreeselijk!"
„Jij hebt makkelijk lachen, maar het was
afschuwelijk voor mij. Ze praatte een half
uur aan een stuk door. En toen ik er eindelijk
een woord tusschen kon krijgen, deelde ik
haar mee, dat het beter was, dat ik niet lan
ger bleef. En tQen dacht ze wat dat voor haar
zou beteekenen, en ze zei, dat ik niet kon
gaan, omdat ik de kleeren nog niet verdiend
had, die ze voor mij gekocht- heeft John, het
was afschuwelijk dat gekijf. Ik vond het
vreeselijk".
„Wat heb je toen gedaan?"
„Ik vertelde haar, dat ik naar vrienden
ging en haar het geld voor de kleeren zou
•sturen. Toen zei ze de vreeselijkste dingen
Anne was doodsbleek. „Daarom ging ik mijn
koffers pakken en verdween. Met mijn zes
stuivers kon ik net hier komen. Aurora was
een engel. Ik moest van haar een brief schrij
ven en ze deed er het geld in, dat Mrs. Fossick
zei dat ik schuldig was en ze stuurde een jon
gen om mijn koffer te halen. Daar zou ik niet
eens aan gedacht hebben'. Ze is een schat.
John's attentie scheen afgeleid te worden.
„Zou je in een blauwe japon als deze kun
nen trouwen?"
„Neen ik geloof van niet".
Het kuiltje was weer te voorschijn ge
komen.
„O". Een korte pauze en toen: „Wij gaan
over veertien dagen trouwen. Ik vind morgen
over veertien dagen een mooie dag. Dat is
Dinsdag. Ik vind het fijn om op Dinsdag te
trouwen".
Anne lachte en kreeg een kus
„Er valt niets te lachen. Morgen gaan we
je verlovings- en je trouwring koopen. En ais
er voor de koffie nog tijd is, kan je i-&
koopen om in te trouwen", Anne uitte een
zachten kreet en gelijkertijd kwam mi»
Failie binnen. Ze was uitgedost in een voo -
oorlogsche zwart satijnen japon en droeg ar
rijen buitengewoon kostbare paarlen om e
vurroode hals. t
„Slaat hij je soms al?" vroeg ze. „Dat doe
hij vast als je niet oppast zou hem
moeten hebben. Hij is je zoo de baas
Anne keek John aan. Nu naa ze w-
kuiltjes in haar wangen. Er was eenl sc.-
ring achter de donkere wimpers, ciie
opgeslagen waren.
„Het zal mij benieuwen!" zei ze.
EINDE.