Brieven controleur B.B.
Wij in den Haag
Cas!
over mUn prachtlgen tocht over
".Screens om een uur of tien vertrok-
S"1 «vieren in de Chevrolet van den
*(r' ït.tvester de bergen in met Singaradja
'^ïSsDunt. Eerst een kilometer of 30
""Pt terrein, in Noord-Bali. vol met
de om paar schoonheid beroem-
'•€31PfÜiwn<T, die hier echter waar de adat
Jzoo'n beetje aan het verdwijnen is, niet
©ooien,
'eerder een viezen indruk
varkens ziet die op
n Ttr?ar na die eerste dertig K.M. gingen
M in nn wee naar Kinta Mani.
'••n ;fhno2te in, op weg naar Kinta Mani.
in de bergen, ongeveer 1000 me-
de stijging voel je dan het kli-
:<r lotkorder worden, steeds koeler en
'li. voelt ie w
har ie voelt je weer heelemaal fit en
al je spieren en scharnieren
jön?; *\eer beter, de suffigheid waait uit
draaien j
een poosje zaten we dan ook ge-
je sop ~tjer ou<je vad erlan dse he
£5 te galmen, tot^ groote verbazing van
"Jffam is haast altijd een teeken van
roiirpnde levenslust van den Europeaar
?pin tmeDen. als hü sensatie van frisschig-
Jn de troepe-J. k meestal hel
Indrukken van Bali.
f s Mderrindt, vandaar ook meestal het
if en galmen in de mandikamer. Na
^Mhtlee rit door mooi heuvel en berg-
£1?hamen we ln het heerlijke Kinta-
mar we in de keurig door een Balier
Sde passengrahan onzen intrek namen.
tad er een prachtig uitzicht over de
waarbij een oude vulkaan, met praeh
Storneer het middelpunt waren, met
,.azig op den achtergrond de hooge
rvini- van Bali-
tja pen lekkere nasi goreng gingen de
wvester en er op uit om zijn werk daar
Kplriiken Dat bestaat uit het herbebos-
chen ïan de hooge bergruggen en toppen
in vToe^er tijd door den wilden roof-
iïfnw "eheel zijn ontboscht. Hierdoor Is de
twhtlfheid en daardoor vruchtbaarheid van
let eiland sterk achteruitgegaan en hoopt
Sn die door deze bebossching weer op te
vnpren Ook het natuurschoon zal hier. in-
Jirpct 'daar het geen rechtstreeksch doel is.
c^nkkén mooier nog op worden, daar de nu
wak eroote en kale alang-alang vlakken dan
Sen Verdwijnen. Ik heb den houtvester
iZ ook al den titel van .schepper van nieu
we landschappen" gegeven. Het is een ont
zettend groot, maar mooi werk, waaraan hij
^Honderdduizenden zaden worden uitgezet
en opgefokt in kweekbedden, waaruit het
nieuwe bosch geschapen moet worden. Elk
«jantje heeft de noodige verzorging noodig,
wordt na een jaar of meer in klapperbast
eeDukt en zoo in de te bebosschen vlakten,
die nu met groenbemesters worden vrucht
baar gemaakt, uitgezet.
Al tientallen hectaren waren zoo bewerkt
en men kon de verandering die de geheele
streek zal ondergaan, al voorvoelen. Den ge
beden middag ging het ravijn in. ravijn op,
om al die kweekbedden en nieuwe aanplan
tten te bezichtigen. Tegen vijf uur terug,
genoten van een extra lekker koud bad (dus
zwaar gegalm in de mandikamer) buiten, in
Hollandsche kleedij, vanwege de kou, bij
het prachtig uitzicht een kopje thee genoten
en gezellig' zitten babbelen. Na het eenvou-
dig-avondeten, gingen we d.e kampong in,
waar op een klein erf een speciale dansvoor
stelling, de „sang'ean", gegeven zou worden.
Dit is een soort trance dans, uitgevoerd door
twee meisjes van een jaar of twaalf. Het
ging allemaal heel ongedwongen en huiselijk
too. bij zeer primitieve bamboeverlichting.
De meisjes, mooi uitgedost in prachtgewa
den en de Balineesche kroon op, werden bin
nengebracht. Toen begon een zeer eentonige
dreunmuziek te spelen, zeker wel een half
uur lang. Daarna werden twee stokken, op
ongeveer twee meter afstand van elkaar in
den grond gezet, een touw liep er over heen,
waaraan twee fantastische poppetjes hin
gen. Aan dat touw werd door twee mannen
getrokken en geschud, terwijl de meisjes de
stokken, die steeds schokten en trilden, ste
vig vast moesten houden en star naar de
dansende poppetjes moesten kijken. Dit
diende om hen in trance te brengen, waar
aan ook de steeds opwindender muziek mee
hielp Na ruim een kwartier vielen de meis-
kes ln slaap, het lichaam geheel slap en wil
loos. Hierna werden ze overeind gezet, en
begonnen ze precies gelijk en op den cadans
van de muziek, de droomdans, heel mooi en
fijntjes, met bamboetoortsen. Na een poosje
werden ze op de schouders van twee in het
zwart gekleede mannen gezet, en zoo los op
de schouders staande zwaaien ze heen en
weer, als gedragen door de muziek, de vreemd
ste en gewaagdste standen namen ze aan,
zonder evenwel haar evenwicht te verliezen.
Een wonder om te zien! In steeds sneller
tempo draaiden de jannen in een kleinen
kring rond. steeds wilder zwaaiden de meis-
kesrond. Nadat dit een poosje geduurd had.
te kort naar mijn zin, werden de meisjes
weer op den grond gezet, bleven daar even
«taan, en moesten toen door een vuur heen
dansen, gemaakt van in brand gestoken
klapperbast. Het vuur scheen haar niet in
het minste te deren, licht en luchtig drib
belden ze met de bloote voetjes er door heen.
Hierna hield de muziek plotseling op en
ontwaakten zy uit de trance.
Het was een heel mooie en indrukwek
kende vertooning geweest, al moest ik, bij
nadere beschouwing wel toegeven, dat de
trance niet heelemaal echt was, dat acro.
kliek een groote rol vervulde.
Door de duistere kampong weer naar de
P««sengrahan, waar we in de kou van extra
goede nachtrust genoten. Den volgenden
morgen met de auto verder, naar den Pas
ar, de voornaamste plaats aan de zuid-
bist van het eiland, verreweg het mooiste
en interessantste, want opgereptste, deel van
het eiland. De weg er heen is ook prachtig
en we bezochten onder weg een tweetal van
Je mooiste tempels. Die zijn inderdaad prach
itier ?$rukwekkend. Doordat ze van tame-
•Ok licht en vlug verwerend materiaal zijn
leoouwd, moeten ze steeds onderhouden
bi gedeeltelijk vernieuwd worden, wat het
Poote voordeel heeft, dat daardoor de fijne
oast van beeldhouwen, steeds onderhouden
*or<it. Uit de aangebrachte herstellingen
en vernieuwingen kon men duidelijk con-
«-ateeren dat deze kunst er niet het minst
P achteruitgaat. Ik geloof niet dat er een
kunstlievender en kunstvaardiger volk dan
iü?» 5 bestaat- Het is hun aangeboren,
vw .^dhouwer, in hout of steen; de
Rrfv kinderen zijn er al zeer vaardig in
inv ur wefbt dit ook in alle opzichten
«de hand.
J }J)?daSs kwamen we in den Passer, waar
cin£?n intrek namen in het Bali-Hotel.
SS*11161 het °°g op de vele toeristen
d door de K.P.M.. dus een toon-
warpn gezelligheid en kleurigheid! Er
ruimt* ri V€el touristen, zoodat we de
cê 's Middags den passar op en
P°no in ,om te trachten Balineesch
i houtsnijwerk te koopen, waarin ik maar al
te goed slaagde.
Er werd volop aangeboden en alles even
verleidelijk mooi engoedkoop. Ik kon
mijn kooplust dan ook moeilijk bedwingen
en kocht bij elkaar een 15 stukken, een kist
vol. Hoewel alles nog echt Balineesch werk
is, komen er toch ook veel Europeesche
ideeën in, door den invloed van de op Bali
vertoevende Europeesche kunstenaars, die
den Baliërs leiding geven, met een zeer mooi
resultaat. Het blijft echt fijn gestyleerd Ba
lineesch werk, waarin de Europeesche ideeën
verwerkt zijn.
Na dat doen van inkoopen (ik moest me
zelf dwingen om weg te gaan, anders had
ik nog eenige kisten vol gekocht, zoo mooi
was alles), weer naar het hotel, daar de K.
P. M. Balineesche dansen liet uitvoeren. Dit
was ook prachtig. Drie nummers werden uit
gevoerd. Eerst een jong danseresje, toen
kwam een beroemde danseres ((die o.a. ook
op de Parijsche wereldtentoonstelling had
gedanst) en toen nog drie meisjes. Het or
kest, bestaande uit een zestig man, was
meesterlijk. Zelden heb ik zoo iets moois ge
hoord. Alles Inlandsche muziekinstrumenten
gamelang, bekkens, violen, een soort xylo
fonen enz. Prachtig van tempo en klank,
schitterend van samenwerking. Ze spelen
geheel zonder dirigent. Vooral die eerste
dans was tooverachtig mooi. Meestal zie je
een danser volgens de muziek dansen. Hier
was het net omgekeerd. Het fiere poppetje
in prachtig costuum, gaf de leiding. Het ge
heele, meer dan forsche orkest hing als het
ware aan haar fijne en zwierige bewogen
vingertjes. Alle stemmingen, roerig en sterk,
dan weer teer en zacht, in vreemde afwisse
ling. gingen als het ware van haar uit en
werden door het orkest gevolgd. Het was
intens mooi.
De twee volgende dansen waren ook mooi
maar konden niet bij dien eersten halen.
Hoewel deze dansen speciaal voor de touris-
risten worden gegeven, is er toch niets on
echts of valsch in.
Den volgenden morgen gingen we nog
naar de beroemde ,.djangir"-dansen kijken,
die iets buiten den Passar plaats vonden.
Deze dansen worden uitgevoerd door een
twintigtal meisjes van een jaar of 18, met
een tiental jongemannen als orkest, alles
onder leiding van een ouden knaap, die in
een fantastisch costuum in het midden zit.
Dit was ook heel mooi, maar maakte toch
meer den indruk van een extra exhibition,
speciaal voor de Amerikaansehe touristen
in elkaar gezet. Deze vertooning zou bijv.
in een revue, lang geen slecht figuur maken
Het was wel heel mooi, van klank en kleur
en lijn, maar toch niet echt. Ze waren nu
allen in specifiek Balineesch costuum, maar
ik liet me vertellen, dat ze, als er veel. echt
Amerikaansehe touristen zijn, wat nu ge
lukkig niet het geval was, zich in matrozen
pakjes steken, om het nog mooier te ma
ken!
Hierna nog even een bezoekje gebracht
aan het Bali-museum, ondergebracht in een
echt Balineeschen tempel. Een bar aardig
museum, dat het groote voordeel heeft niet
te groot en niet te uitgebreid te zijn, juist
geschikt om je overzichtelijk en prettig een
indruk te geven, van alles wat Bali op
kunstgebied presteert en gepresteerd heeft.
Niet een museum, waar je door overdaad
de kluts, kwijt raakt, of dat je te veel tijd
kost
Hierna klommen we weer in de auto en al
zingende ging het verder langs de mooie en
interessante Olifantsgrot en koningsgra
ven (teveel om van te vertellen), door een
prachtige streek vol met tempels (meer tem
pels hier nog dan kerken in het platteland
van Holland) naar het bergmeer Bedoegoel,
1400 meter hoog, groot en vlak, omsloten door
zwaar gebergte. Ik kon mijn zwemlust niet
bedwingen, lag na een heel korte poos al in
het heerlijke koele, maar toch niet koude
water en genoot van heerlijke banen crawl-
slag, waarbij ik echter wel kon merken, dat
ik door drie jaar zwemrust veel van mijn
slag, waarmee ik indertijd op Medan zoo'n
succes had, verloren had. We genoten van een
door den Balineeschen beheerder klaar ge
maakte nassi goreng, namen even nog een
duik in het heerlijke meer, toen weer in de
auto en na een verre rondrit door steeds maar
mooi Bali, dat ik nu in alle richtingen had
doorkruist, waren we tegen zonsondergang
weer terug in Singaradja (en in de warmte!)
buitengewoon voldaan over den heerlijken
tocht. Den volgenden morgen nog even ge
zwommen in het zwembad van de plaats, een
klein en warm kommetje water. Geen be
paald genoegen, al maakten de bewoners van
Singaradja er op dezen Zondagmorgen druk
gebruik van. Na een lunch bij mijn gast
vrijen gastheer, om drie uur me ingescheept
op den sneldienst van de K.P.jVL, een mooi
schip, dat me den volgenden morgen naar
Soerabaja bracht.
Ik ontmoette er, zooals altijd in Indië, weer
een paar oude kennissen aan boord; het wa.
dus ook weer gezellig. Aan tafel 's avonds
nog een pijnlijk avontuurtje. Als volgt. We
zaten gevijven te soupeer en. De „baas"
(hoofdwerktuigkundige) een meisjesstudente
uit Groningen die een reisje naar Indië
maakte, een oude Franschman, een stille
Amerikaan en ik. Zooals meestal, als er
vreemdelingen bij zijn, werd er niet ge-mag-
ik-evend en ge-aangenaamd, maar we waren
toch al gauw in vlot gesprek, voornamelijk
in het Engelsch, daar natuurlijk zooals ge
woonlijk de buitenlanders toch geen Hol-
landsch kenden. Soms spraken we gedrieën
ook even Hollandsch, wat ook het geval was
toen we na den uitgebreiden en steeds lekkere
maaltijd aan de koffie zaten Het gesprek
kwam toen op Amerika waarheen ik toen nog
het plan had de reis te maken. Plots begon
toen we na den uitgebreiden en steeds lekkeren
rika was geweest zooals wel meer gebeurt, erg
op de Amerikanen en Amerika af te geven.
Zij sprak van gebrek aan beschaving, snobis
me enz. In eens viel toen de „baas" haar in
de rede, met de ontstellende mededeeling dat
de Amerikaan consul was in een van de voor
naamste plaatsen in Indië, en buitendien
zeer goed Hollandsch verstond. Tableau!!
Het meiske een kop als vuur; excuses werden
aangeboden en zeer ruim en prettig opgevat,
waarop het gesprek weer gezellig en vlot
laat in den avond doorging.
Zoo zie je weer, dat het altijd gevaarlijk is
in tegenwoordigheid van vreemdelingen, in
het Hollandsch critiek uit te oefenen.
Den volgenden morgen met daglicht waren
we voor Soerabaja, namen na de korte ken
nismaking afscheid en gingen elk onzen weg.
Over mijn belevenissen op Java, waar ik
ook nog een dag of tien blijf, in den volgen
den vliegbrief, die dan net even voor mij aan
komt.
Voelen de lente.
Wanneer wij in den Haag de lente gaan
voelen, gaan wij niet onmiddellijk kopje dui
kelen.
Dat zou ongepast zijn. Als anderen het zagen
zouden wij niet meer met goed fatsoen op De
Witte kunnen komen en wanneer je een lintje
in 't knoopsgat draagt kun je zoo iets eerst
recht niet doen.
Wanneer wij in Den Haag vroolijk willen
doen gaan we naar Brussel of Parijs of orga-
niseeren we een fancy-fair voor arme kinder
tjes met een pracht van een dames-comité
en belangelooze medewerking van de Fritz
Hirsch-operette. Of we gaan een beschaafd
en correct dansje doen in The House of Lords.
Toch veranderen wij onze levenswijze
eenigszins, wanneer de crocus-bespikkelde ga
zons van den Langen Voorhout zich in 't
vroege lente-zonnetje liggen te koesteren.
Wij borrelen en tea-en dan buiten.
Zoolang het winter is scharen wij ons, aan
genaam babbelend als dame zijnde ach
ter de gulle en overdadige thé-complet van
Royal, die even koninklijk-uitgebreid is als de
lunch daar, die wereldberoemd is en érg prac-
tisch wanneer het dagmeisje haar Zondagsche
uitgangsbeurt heeft. Dan gaan we bij Royal
lunchen en daar teren we dan op tot 't
twaalf-uurtje met radijs en een stukje kaas
Maandag.
Of wij gaan met een boezem-vriendin naar
Regina om een simpel kopje thee te drinken
met een zoete Voorburg na en te vernemen
wie met wien waar gesignaleerd is terwijl ze
altijd nèt doet of het bij haar thuis rozengeur
en maneschijn is.
Wanneer we heelemaal lak hebben aan het
strakke keurslijf der oirbaarheid gaan we naar
Old Dutch, waar nou letterlijk van alles komt
en waar je moet je je voorstellen! kans
hebt te zitten tusschen een tafeltje met juf
frouwen van de operette en een met menschen
die je van-zien-in-de-bioscoop wel kent, maar
die geen schijn van kans zouden krijgen bij je
thuis te komen.
Héél erge schalken gaan dan nog wel eens
naar de thé-dansant in Central. Maar zóó iets
doe je maar één keer per jaar, want u hebt
géén begrip, mevrouw, wat daar in dure bont
jassen en met zilvervossen om, laat ik nou 's
weinig zeggen, maar dan toch minstens twee
honderd gulden, zit en danst met zoo maar de
eerste de beste Leidsche student of mon
daine meneer met 'n te wijde broek en te vier
kante schouders rond-danst óók nog.
Dat doen we in den winter plus twee maal
in de week een middag-bioscoopje, één maal in
de twee weken Annie van Ees en iederen avond
bridge, tenzij er iets liefdadigs is.
Maar zoodra de lente begint; zoodra de zon
de wilgenkatjes in de zoele warmte zet, de
duinpaadjes bij Meyendel rul en zanderig wor
den en de eenden in de vijvers van het Haag-
sche Bosch duiken dat d'r lui staartje recht
standig uit het water naar de lichtblauwe
lucht wijst, dan gaan we buiten thee-drinken.
Op het terras van Regina.
Achter rose-kanten theemutsen en lekker
uitkijken over het Buitenhof en over den Hof
vijver, waar het eilandje als een dikke toef
zomersche belofte schijnt te drijven op het
water, waarin de oude grafelijke gevels lood
recht en steil zich te spiegelen staan.
En babbelen en ernstig praten en een heel
enkel ondeugend cigaretje
Dat is zoo één aspect van de lente bij ons in
den Haag.
Dat is er ook 's morgens wanneer wij ons
kopje koffie drinken.
Bij Lensvelt in de noenzaal, waar het volle
zonlicht in golven stroomt over de zilveren
kannetjes en de tafel met heerlijkheden waar
uit wij onze Zweedsche koffietafel componee-
ren, wanneer we „in stad" lunchen blijven.
Bij Central, dorado der provincialen, die nog
immer in de lieve verbeelding verkeeren, da
zij op-en-top Hagenaars zijn wanneer zij in
die volière met vogels van velerlei veer (doch
meestal 'n beetje te opzichtige veer) gezeten
zijn.
Voor het Gouden Hoofd, op het terras langs
een der meest intense verkeersaderen der stad,
maar waar alleen maar mannen zitten eigen
lijk, terwijl de heeren elders hun schichtig oog
laten gaan over lentelij ke schoonheid in tailor-
made en bisamrat.
Bij Houtmeyer in Schevingen. Bij het verre
en toch zoo dichtbije zuiden van de
eeuwige branding, bij die aardige oudeiwet-
sche koffiekopjes met bloempjes-motief, bij
knappende wafels met weelderige voorj aars-
geurige slagroom.
En op nog zoo véél plaatsen meer. Plaatsen
die allemaal hun geheel eigen sfeer en cachet
hebben. Waar de één bij voorkeur komt en de
ander voor zijn stand en plaats-in-de-maat-
schappij eenvoudig niet komen kan.
Zóó ontvangt den Haag de lente. Tenminste
het den Haag dat „Haagsch" is.
Er is óók nog een ander den Haag. Dat ge
vormd wordt door lieden, die evengoed in
Zwolle of Breskens of Haarlem zouden kunnen
wonen, die zoozeer geen oog en geen intuïtie
hebben.
Die ontmoet ge op stille duinweggetjes of
op het strand zoo om en bij Katwijk; op een
eenzaam boschpaadje of een stil laantje ergens
bij een vijver.
Die beleven ook de simpele en des te inten
ser vreugden des levens ver van de menschen,
de koffiehuizen, de correcte thee-gelegen
heden.
Maar die zijn voor „ons-in-den-Haag" non-
valeurs.
Waardelooze zwervers langs de wegen.
Menschen waar je niet over praat.
En waar ik dus de Haagsche hemel be
ware mij niet aan dénk over te schrijven
Mr. E. ELIAS,
FLORA.
WOENSDAG 27 MAART 1935
Nu hef Bloemenpaleis is
gesloten.
Juist nü, tusschen Flora Eén en Flora Twee,
moet u naar de buitententoonstelling gaan
kijken. Lijkt dat wonderlijk? Het is juist erg
practisch. Er zijn dozijnen en grossen men
schen, die vinden dat ze nu weg moeten blij
ven, en daardoor zal het op de Flora deze vier
dagen gezellig rustig zijn juist een reden
om er heen te gaan, en op uw gemak alles te
bekijken. Want 't wordt nu langzamerhand
tijd voor uw eigen tuin ook en een klein op
knappertje kan die wel gebruiken. Op de
Flora, in het bosch en langs de vijvers, op het
hofterrein en in de wei staan tientallen dingen
te bloeien die erop wachten dat u op uw ge
mak studie van ze maakt; eerst goed kijken
dan nog eens kijken, dan een blokje omloopen
en terugkomen om te zien of u 't nóg zoo mooi
vindt. Dan kijken naar ligging en grond en
vergelijken met de plaats die u aan de plant
kunt aanbieden. Klopt het niet. dan het zaakje
maar moedig uit uw hoofd zetten, tenzij u
noeg kennis van zaken hebt om het er onder
andere omstandigheden tóch op te durven
wagen.
Een vorig maal hebben we de bladverliezen
de Hulst al gesignaleerd. Ditmaal eens iets
heel anders: het kleingoed. Er staan ergens in
het bosch wondermooie Primula's, die nog zóó
nieuw zijn dat ze geen eigen naam hebben,
maar aangeboden worden als v. Veen's hybri
den, een heele kleurschaal van indigo- naar
zacht-blauw en via paars en mauve naar vurig
karmijnrood. Wat zou dat aardig staan in uw
tuin. vooraan bij het gazon, nog vóór de
groepjes bolgewassen! Het geel van de Nar
cissen en het bleekrood van Vogeltje-op-de
kruk harmonieert met deze tinten rood-paars-
blauw uitstekend.
Een eindje verder is zoo'n echt plekje voor
rustige liefhebbers. Allerlei fijne gewasjes, de
meeste volslagen onbekend voor een leek,
staan daar onder de boomen. Hier zou een
klapstoeltje geen overbodigheid zijn. Want ze
vragen nauwkeurige beschouwing en ik be
grijp best, dat de juffrouw uit de groote stad,
die van drie-hoog-voor nooit anders ziet dan
huizen en nog eens huizen, hier voorbijloopt
en haar hart ophaalt aan de felle plekken
paars en geel van de Crocusperken op het
vlakke terrein. Maar wij Haarlemmers hoeven
gelukkig niet zoo hoog te wonen en zelfs van
twee-hoog zien we nog wel iets van groen en
boomen behalve de arme Verwulftenaren
die van hun fleurige bloemenmarkt en hun
mooie boomen zijn beroofd in naam van het
monster Verkeer. We wijdden ons dus aan de
kleine fijne dingetjes in het bosch: winter
harde Cyclaampjes. die nog steeds door-
bloeien, Anemone hepatica in rose, blauw en
wit, Anemone blanda in rose en blauw of wit
met blauwe buitenzijde, en dan komt binnen
kort de echte Bosch-Anemone voor den dag
ook. Lichte schaduw en koele grond hebben ze
noodig en denkt u eraan, ze nooit in versch-
gemesten bodem te zetten? Dan is er een
eigenaardig bolgewas, dat heusch het meeste
weg heeft van een Herfsttijloos, die zich ver
slapen heeft; Bulbocodium vernum. met licht
paarse Crocus-bloemen. Die kunt u erg mooi
in den rotstuin zetten op groepjes van 3 of 5.
Over de species-Crocussen hebben we het
vroeger al eens gehad. Ze beginnen nu te ver
bloeien en moeten plaats maken voor de
gekweekte soorten, waarvan Vanguard, die al
geruimen tijd staat te bloeien, wel een van de
mooiste is. Dan het eigenaardige Hondstand
viooltje (Erythronium), dat heelemaal geen
Viooltje is, en behalve de kleine Kievietseitjes
(FiritaiUaria meleagris) met hun wonderlijk
geblokte grijzige en bruin-paarse klokken is er
het groote familielid Fritillaria imperialis of
tewel Keizerskroon, die warempel al bezig is
zijn forsche gele of oranje klokbloemen bo
venaan den dichtbebladerden stengel te ope
nen. Een oude dichter zegt er zoo aardig van
„Clocken, hoogh orangie of geel,
ront gehangen op den steel,
die van binnen in de blaren
hare peerelkens bewaren".
Een oude bekend, dat ziet u dus, die Kei
zerskroon. En prachtig voor uw tuin, als
voedzamen grond voor de bollen heeft en veel
zon. Ziet u in de komende weken de bloei van
al dit moois eens aan, en als het iets voor
uw tuin is, dan kunt u de vaste planten dit
voorjaar nog mooi in den grond zetten en de
bollen zullen dit najaar aan de beurt zijn. Die
Flora zal nog maken dat uw heele tuin wordt
omgewerkt!
L. S.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 26 Maart.
Bevallen;
22 Maart: A. M. KranenburgGiebels, z.
A. van Eerden—v. d. Haak, z.; M. V. Köhnke-
Voogt, d.; 23 Maart: C. ter Maatv. Ooster
hout, z.; A. L. G. SchavemakerBergkamp, z.
H .M. BlankevoortSickler, z.; E. A. Diele-
mans—Frischalowski, z.; P. H. M. Koeleman
v. Sprundel, d.; 24 Maart; M. Haver—Nijman,
z.; A. van NieuwenhuijzenVerkroost, z.; H.
C. J. VoetsNijs, z.; I. HendriksCaris, z.
T. Gooijerv. d. Tuin, z.; J. M. Sikkink-
Zwart, z.;
Overleden 22 Maart: B. Panvis, 78 j. ,Leid-
schevaart; 23 Maart: M. E. van Waveren
van Berkel, 76 j,; Rollandstraat; G. Sleutel-
Bongen, 78 j., v. Zeggelenplein; G. Hulsebosch,
82 j., Kampersingel; 24 Maart: J. Hurkmans,
64 j., Gen. Bothastraat; J. Dalmeijer, 86 j., M.
van Heemskerkstraat.
Een nieuw vliegveld bij
Batavia.
BATAVIA. 26 Maart. (Anetal. In een se-
heime vergadering van den Gemeenteraad
hebben voorloopige besprekingen plaats ge-
bad over den aanleg van een nieuw vlieg
veld. Men heeft de keuze bepaald tusschen
twee velden, van welke beide het voornaam
ste kenmerk is dat zij dichter bij de stad en
dichter bij Tandjone-Priok gelegen zijn.
Het is de bedoeling deze aangelegenheid
zoo spoedig mogelijk voor te brengen bij den
Volksraad, aangezien het Departement van
Verkeer en Waterstaat der Gemeente ver
zocht heeft deze kwestie onder de oogen te
De geschiedenis van de
Engelsche Gas-Brigade.
Een afschuwelijk boek.
G. B. Shaw heeft eens gezegd, dat ge maar
een blik hoeft te werpen in het Imperial War-
Museum in Londen, om te zien, dat de groot
ste energie en genialiteit, der menschheid aan
destructie is gewijd. Sinds de publicatie van
Majoor Foulkes' boek is dit oorlogsmuseum
niet meer het eenige bewijs voor deze stelling
en er is dan ook geen twijfel aan of dit boek
zal een voorname plaats in de biliotheek van
genoemd museum vinden.
Het is een afschuwelijk, maar hoogst be
langwekkend document.
Afschuwelijk, omdat de schrijver die com
mandant van de eerste Engelsche Gas-briga-
de was, en later de leiding van het geheele
„gas-werk" gedurende den wereld-oorlog had,
geen enkele poging doet om mede-gevoel voor
de slachtoffers en en afschuw voor de mon
sterachtigheden van den wereldoorlog te sug-
gereeren. Oorlog is voor hem een gelegenheid
voor officiers en generaals om van zich te
doen spreken, en voor de natie om als sterkste
te overleven. Hij drukt dat aan het einde van
zijn boek aldus uit; „Bovendien zouden na
ties, als zij de gewoonte van oorlogvoeren op
gaven, hun kans om uiteindelijk te overleven,
niet bevorderen."(!) Oorlog wordt in zijn ge
dachten-schema niet gevoerd door menschen
maar door legers en h ij spreekt van zijn sol
daten slechts als „legersterkte" en bemoeit
zich slechts in zooverre met hun leed, als het
die legersterkte betreft. Vandaar dat hij erg
trotsch op zichzelf is als trouwens in
veel andere gevallen: h ij is het steeds die be
paalde dingen al voorzien heeft, voor dat an
deren het begrijpen en voorstellen doet, die
eerst later als noodzakelijk worden erkend
wanneer hij een methode vindt, die het moge
lijk maakt, om door mosterdgas vergiftigde
soldaten, in plaats van na een maandenlange
behandeling in Engeland, na een behandeling
van enkele weken in Frankrijk, weer in het
front te brengen: „er dreigde een bedenkelijke
schaarschte aan materiaal na de eerste Duit-
sche aanvallen met mosterdgas, die veel
slachtoffers maakte." Een nieuw gebruikt gas
heet „teleurstellend" ais het minder slacht
offers maakt, dan verwacht werd, een aanval
met thermietbommen, die een vreeselijke ver
nietiging aanricht en de Duitsche loopgra
ven in vlam zet, wordt vermeld als een „schit
terend schouwspel" en de uitlating van een
zijner collega's die door een constructie-ver
andering in een mortier, „den prijs van een
Duitsch leven met 6 shilling verlaagde", wordt
met instemming aangehaald.
De schrijver vertelt dus zonder scrupules
en met de ware krijgsmentaliteit van zijn
„Levens"-werk. Zijn boek wint daardoor in
zekeren zin aan belangrijkheid.Het is echter in
de eerste plaats belangrijk uit historisch oog
punt. Want nadat in een breedvoerig relaas
Duitschland aansprakelijk wordt gesteld voor
het introduceeren van het gas-wapen in den
wereldoorlog, worden met de grootste open
hartigheid want het is voor dezen man zijn
trots en zijn leven de Engelsche maatre
gelen, uitvindingen en oorlogsmethodes met
naam en toenaam besproken. En het is bijna
ongelooflijk te lezen tot welk een moorddadig
heid Engeland den chemischen oorlog wist op
te voeren, terwijl het volgens Majoor Foul
kes in tegenstelling tot Duitschland
hierop niet was voorbereid en in zijn labora
toria nog aan het vinden en fabriceeren van
gifgassen moest beginnen. Wat een afgrijselijk
spel met front-soldaten: gas- en rookwolken,
die het mogelijk maken ongezien dich bij den
vijand te komen: gas, afgewisseld met rook,
zoodat gasmaskers uitgeput raken; het zenden
van een licht gas dat niezen veroorzaakt en
benauwdheden, zoodat gasmaskers worden af
gezet en prompt daarop een zwaar en doode-
lijk gas; en tenslotte alles gecombineerd: gas
aanvallen met verschillende soorten gas, ge
steund door hevige bombardementen en vuur-
projectielen. Het is bladzijde na bladziide al»"
of Shaw gelijk krijgt: een vernuft zoo scherp,
gedachten zoo geslepen, een zoo vaardige
techniek, een ongeëvenaard intellect alles
voor jaren gericht op de meest volkomen
vernietigen. Daarom is dit in heroïschen stijl
geschreven boek een van de somberste his
torische documenten. En tegelijk een van de
hevigste dreigementen voor de toekomst-
Want als in enkele jaren tijds destructie tot
een zoodanige perfectie kan worden opge
voerd. dan is het onmogelijk zich een voor
stelling te maken van wat thans, 17 jaar na
den oorlog, door deze sinds 1914 aan het werk
gezette hersenen is uitgewerkt. Nadat alle fei
tenmateriaal uit den oorlog is doorgewerkt en
uitgewerkt, en „vervolmaakt"
En nog een tweede gevolgtrekking uit dit
boek is hoogst verontrustend Dat is dit, dat
uit het feit. dat hier zonder eenige geheim
zinnigheid tot in de kleinste details over de
in den oorlog gebruikte wapens en speciaal
over de samenstelling, het gebruik en de uit
werking van de aangewende gassen wordt ge
sproken, moet worden afgeleid, dat deze „re
cepten" alweer tot het verleden behooren, dat
wil zeggen gemeengoed zijn van iedere regee
ring en dus niet meer van doorslaggevende
beteekenis, als een volgende oorlog mocht uit
breken! „Knappe koppen" hebben ons alweer
tot een hooger ontwikkelde vernietigingsca
paciteit gebracht.
The Earl of Cavan heeft voor dit boek een
voorwoord geschreven, waarin hij het aanbe
veelt „voor de opvoeding van zijn mede-bur
gers". Het is te hopen, dat niet alleen zijn
medeburgers, maar ook zijn mede-menschen
in andere werelddeelen het als zoodanig zul
len behandelen. Echter niet voor dat hun op
voeding in meer menschelijken zin is vol
tooid, zoodat zij het met verstand kunnen
lezen.
Vr. S.
Stresa aan het Lago Maggiore, waar op 11 April de vertegenwoordigers van
Frankrijk, Engeland en Italië zullen confereeren, voordat de Volkenbondsraad
in buitengewone zitting bijeenkomt.
„Gas, The Story of The Special Brigade"
door Major-General G. H. Foulkes, uitg. Wil
liam Blackwood, Londen,