HET NIEUWE AVONDBLAD
Burgemeester Kwint geïnstalleerd.
20e JAARGANG No. 152
DONDERDAG 2 MEI 1935
IJMUIDEP COUPANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR
ADVERTENTIëN: 1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER, COURANT.
jyie abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de rtg sters
lijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli
ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos ver
zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen
ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; 600.- bij overlijden; 400.- bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van
een wijsvinger; 30.- bij breuk van boven- en/of onderarm; 30.—bij breuk
van boven- en/of onderbeen; ƒ50.- bij verlies van een anderen vinger. Ten
gevolge van spoor-, tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man
en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van'den man alleen; ƒ2000.- bij
overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar
tuigen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart,
tot een maximum van ƒ2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf
of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonnéfe) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent
spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen
krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe K.A.V.-
Bank te Schiedam.
VELSEN
Door Wethouder Dunnebier.
Onder zeer groote belangstelling werd he
denmorgen Mr. M. M. Kwint als burgemeestei
van Velsen geïnstalleerd. De raadszaal en de
publieke tribune waren geheel gevuld met be
langstellenden. Onder hen merkten wij op de
burgemeesters van Haarlem, Bloemendaal, Be
verwijk, Wijk a. Zee en Duin, Abcoude en den
oud-burgemeester Rij kens, den heer Dun, in
specteur van het L. O. Uit de vorige gemeente
van Mi-. Kwnt, waren aanwezig de wethouders,
de gemeente-arts, de administrateur van het
Grondbedrijf, van Maatschappelijk Hulpbe
toon, de gemeente-ontvanger, de chef van de
afdeeling onderwijs en financien. Verder was
de politie vetregenwoordigd door 3 hoofd
agenten, den rechercheur en 3 agenten. Oud
burgemeester Rij kens maakte van het tijds
bestek, dat aan de plechtigheid vooraf ging,
gebruik alle raadsleden en andere bekenden
de hand te drukken.
Behalve door den bijna geheel voltalligen
raad werd de plechtigheid bijgewoond door
alle hoofden van takken van dienst uit de ge
meente, den commissaris van politie, den
hoofdinspecteur, en vele ambtenaren.
Te half elf opende de heer Dunnebier de
vergadering met een bijzonder woord van wel
kom tot oud-burgemeester Rij kens, tot de fa
milie van den nieuwen burgemeester en de
afgevaardigden van Zuilen.
Na den raad i:i kennis te hebben gesteld van
het K. B. der benoeming werd de nieuwe bur
gemeester door de heeren Handgraaf en Vis
ser binnengeleid. Alle aanwezigen verhieven
zich van hunne zetels. Toen nam de heer Dun
nebier het woord.
Rede van den heer Dunnebier.
Mijnheer de Burgemeester.
Het is nog maar 3 jaar en enkele dagen ge
leden, dat ik op deze plaats, op hetzelfde uur,
Uw voorganger als Burgemeester dezer Ge
meente mocht installeeren.
Met veel energie en toewijding heeft deze
zich, gedurende de korte periode van zijn bur
gemeesterschap, aan onze Gemeente gegeven,
en gaarne hadden wij hem nog een reeks van
jaren zijn arbeid voor onze nijvere bevolking-
zien voortzetten.
God heeft het echter anders beslist en hier
voor hebben wij ons te buigen.
Wel is bij zijn overlijden overduidelijk ge
bleken hoezeer hij zich in dezen korten tijd
bij alle kringen onzer bevolking bemind had
Het is begrijpelijk, dat na zijn heengaan al
spoedig de gedachten van velen uit deze Ge
meente zich bezig gingen houden met de vraag
wie wel de opvolger zou worden van Burge
meester Rambonnet.
Dat deze spanning nog verhoogd werd toen
een- en andermaal Uw naam genoemd werd,
zonder dat deze berichten bevestiging verkre
gen, spreekt van zelf. Ook ons, die in meer
dere of mindere mate met den Burgemeester
mogen samenwerken, hield deze benoeming
natuurlijk bezig.
Op Zaterdag 13 April werd echter aan alle
onzekerheid een einde gemaakt door het Ko
ninklijk Besluit, dat bekend maakte, dat Bur
gemeester Kwint, van Zuilen, met ingang van
1 Mei tot Burgemeester van Velsen was be
noemd.
En zoo mag ik U dan thans officieel als zoo
danig welkom heeten namens onze Gemeente,
den Raad en het College van Burgemeester en
Wethouders.
Wij als College hadden reeds het genoegen
een paar maal U te mogen ontmoeten in klei
nen kring, en ik meen te mogen zeggen, dat
deze kennismaking ons goede verwachting-
voor de toekomst heeft gegeven.
Ongetwijfeld zal er groot verschil bestaan
tusschen Uwe oude- en Uwe nieuwe Gemeente.
Velsen, met haar bijna 45.000 inwoners, haar
oppervlakte van ongeveer 5000 H.A., zal, als 4e
Gemeente onzer Provincie, wel veel van U
vragen, Doch gij zijt jong en de berichten uit
Uwe vorige gemeente getuigen van werklust
en doorzettingskracht.
Reeds mocht ik U, als in vogelvlucht, iets
van onze Gemeente laten zien. en U hebt U
reeds over haar uitgestrektheid en haar ver
scheidenheid eenig idee kunnen vormen.
Onze moeilijkheden zijn U niet geheel on
bekend. Ik spreek dan ocik de hoop uit dat,
wanneer U zich na eenigen tijd op de hoogte
zult hebben gesteld van allerlei zaken, U zich
volledig wilt geven om zoo mogelijk te komen
tot herstel en nieuwen opbloei.
Vooral naar opleving onzer visscherij, welke
in het westelijk deel onzer Gemeente zulk een
belangrijke plaats inneemt, wordt verlangend
uitgezien. Moge mede door noodzakelijken
steun onzer Regeering spoedig verbetering in
treden.
Wanneer ik spreek van moeilijke omstan
digheden, waarin deze Gemeente verkeert,
dan geloof ik goed te doen te zeggen, dat onze-
Gemeentelijke huishouding toch nog volkomen
gezond is.
Al mogen wij door den econo,mischen ach
teruitgang en de werkloosheid in groote zorgen
verkeeren, toch behooren wij, dank zij de
door den Raad tot stand gebrachte bezuini
gingen en mede door de wet op het werkloos
heids-subsidiefonds, niet tot de noodlijdende
gemeenten, en hebben wij onze begrooting
niet de in die wet genoemde extra-subsidie
sluitend kunnen maken.
Om hiertoe te geraken hebben wij veel
moeten prijsgeven wat tot de zeer gewenschte
Eaken behoort, doch wij zijn nog altijd met «*e
Mr. M. M. Kwint.
hoop vervuld, dat ook voor onze gemeente eens
weer betere dagen zullen aanbreken.
Moge het U gegeven worden aan deze toe
komst krachtig mede te werken.
Ik durf te verzekeren, dat U hierbij, voor
den tijd, die ons als Raad nog rest, steeds op
den steun van den geheelen Raad zult kunnen
rekenen.
Er mogen hier in den Raad. evenals overal,
vogels van diverse pluimage zitten, allen zoe
ken toch op eigen manier en naar eigen in
zicht het goede voor onze gemeente, al denkt
men niet steeds eenstemmig over een zaak.
over 't algemeen kenmerken onze vergaderin
gen zich door een goeden geest.
Moge ook onder Uw leiding deze geest zich
in onze vergaderingen handhaven.
Als College van Burgemeester en Wethou
ders kunt U op ons aller medewerking reke
nen en wij hopen onder Uwe leiding op een
even aangename wijze de zaken af te doen of
voor den Raad voor te bereiden.
Rest mij nog te verzekeren, dat U hier over
een goeden staf van ambtenaren kunt beschik
ken, op wier hulp U nimmer tevergeefs een
beroep zult doen.
Mijnheer de Burgemeester!
Ik wil eindigen met U nogmaals hartelijk
welkom te heeten en ik spreek de hoop uit,
dat onder Gods zegen Uw komst naar Velsen,
ook voor U zelf, een bron van voldoening moge
zijn tot heil onzer Gemeente.
En hiermede draag ik het voorzitterschap
van deze vergadering aan U over.
Ik heb gezegd.
Nadat de heer Dunnebier burgemeester
Kwint den ambtsketen had omhangen nam
deze het woord:
Rede van den Burgemeester.
Mijnheer.de Loco-Burgemeester, Mijne Hee
ren Wethouders, Mijne Heeren Leden van den
Gemeenteraad van Velsen en verder Gij allen
die deze plechtigheid met Uw aanwezigheid
wilt vereeren.
Dames en Heeren,
Bij de aanvaarding van het ambt van Bur
gemeester dezer Gemeente moge mijn eerste
woord een woord van diepgevoelden dank zijn
jegens H.M. onze geëerbiedigde Koningin aan
Wie het behaagd heeft mij tot dit ambt te be
noemen.
Daarnaast spreek ik gaarne mijn groote er
kentelijkheid uit jegens Zijne Excellentie den
Minister van Binnenlandsche Zaken en den
Commissaris der Koningin in dit Gewest, die
mij voor deze benoeming hebben willen voor
dragen.
Vreemd zal het U te moede zijn thans den
Voorzitterszetel te zien ingenomen door hem
wien de eer is te beurt gevallen de opvolger
te zijn van wijlen Mr. F. L. J. E. Rambonnet,
den voor tref felij ken magistraat, den trouwen
hoeder Uwer belangen, die in zijn helaas te
kortstondige ambtsperiode reeds zoozeer Uw
aller vertrouwen en sympathie heeft weten te
verwerven. Hem zij door mij, zijn ambtsopvol
ger, nog eenmaal in deze zaal groote en eer
biedige dank gebracht voor wat de gemeente
Velsen hem verschuldigd is. Door mijn instal
latie is er thans een einde gekomen aan een
interregnum van een drietal maanden en ik
prijs mij gelukkig. Mijnheer de loco-Burge
meester, dat het mijn eerste officieele hande
ling mag zijn om sprekende namens Raad en
Gemeente U dank te zeggen voor de uitne
mende wijze, waarop Gij, naast Uw omvang
rijke wethouderlijke taak, het Burgemeesters
ambt hebt waargenomen. Eenmaal te meer
hebt Gij hierdoor de gemeente Velsen aan U
verplicht.
Door haar fraaie ligging en rijk natuur
schoon van ongewone bekoring, belangrijk
door het gevestigd zijn van groot-industrieën
van internationale vermaardheid, in het bezit
T
van de grootste continentale visschershaven
met veelsoortige nevenbedrijven, kunnende
bogen op waterbouwkundige werken van den
eersten rang, door wegen te water en te land
rechtstreeks verbonden met de Hoofdstad
des Rijks, heeft deze gemeente op mij een
diepen, een grooten indruk gemaakt, toen ik
voor het eerst, Mijnheer de loco-Burgemees
ter, door U in nader contact met Velsen werd
gebracht, en bevoorrrecht heb ik mij gevoeld
geroepen te zijn tezamen met U. Mijne Heeren
leden van den Raad, het bestuur dezer ge
meente te mogen vormen.
Daarnaast ben ik er ten volle van over
tuigd, dat een uiterst moeilijke en zware taak
ons wacht; nieuwe en mij geheel vreemde be
langen worden aan mijne zorgen toevertrouwd
en zal ik voor hebben te waken. De sombere
tijden van economische depressie, waarin onze
samenwerking aanvangt verzwaren onze ver
antwoordelijkheid.
Met deernis denk ik daarbij aan die gxoote
schare onzer nijvere inwoners voor wie geen
arbeid te vinden is en die niet meer in staat
zijn zelve in hun onderhoud te voorzien.
Uiterst gecompliceerd is onder deze ongun
stige conjunctuur de taak van hen. die leidins
moeten geven aan industrie, handel en vis
scherij; tastende hun weg zoeken te midden
van invoerverboden en contingenteeringsbe-
palingen, veelal gehandicapt door valuta
moeilijkheden, kampende met vaak ontmoe
digende bedrijfsresultaten is er inderdaad veel
taaie energie en groote vastberadenheid noo
dig om niet bij de pakken te gaan neerzitten.
Mocht ik hen bij hun onvermoeid streven om
bestaande bronnen van inkomst te behouden
en nieuwe aan te boren van dienst kunnen
zijn, zoo kunnen zij zich reeds van te voren
van mijn meest gul geboden medewerking
verzekerd houden. Van u, mijne Heeren Leden
van den Raad, verwacht ik in de allereerste
plaats: voorlichting; Gij immers als Raad de
representanten der burgerij in haar geheel,
maar daarnaast als enkelingen voortkomende
uit en in nauw verband levende mét de ver
schillende uiterst gevarieerde groepeeringen
onzer gemeentelijke samenleving, zijt wel in
het bijzonder geschikt om het nieuwe hoofd
der gemeente van voorlichting te dienen en
hem op de hoogte te brengen van wat leeft
onder de burgerij. Daarnaast roep ik van deze
plaats de medewerking en steun in van een
lange rij onzer verdienstelijke medeburgers,
waarmede ik spoedig in aanraking hoop te
komen. Ik heb hier het oog op de verzorgers
der geestelijke belangen onzer gemeentenaren,
bestuurderen der onderscheidene Kerkgenoot
schappen en van Corporatiën en vereenigin-
gen, werkzaam op hygiënisch, sociaal, sportief
en cultureel gebied. Het zal U overduidelijk
zijn, Mijne Heeren Leden van den Raad, dat
ik naast veel voorlichting ook tijd noodig zal
hebben om mij in te werken in deze gemeente
en vertrouwd te raken met haar nooden en
speciale moeilijkheden. Een werkprogram zult
Gij dan ook niet van mij verwachten; ik stel
er echter wel prijs op te verklaren, dat de
nood in het visscherij-bedrijf van stonde aan
mijn bijzondere aandacht zal hebben en er
door mij naar zal worden gestreefd om met
de onmisbare steun der Regeering dit. voor
onze gemeente zoo waardevolle, bedrijf voor
ondergang te vrijwaren. Uit de rede van den
loco-Burgemeester vernam ik, dat door Uw
Raad belangrijke bezuinigingen zijn tot stand
gebracht; hierdoor onstaat er reeds contact
tusschen U en mij, want ook ik ben van mee
ning, dat aanpassing ook voor onze gemeen
telijke huishouding aan een verlaagd wel
vaartsniveau een onafwijsbaar postulaat is;
hoe ver men op dien voor vele moeilijk be-
gaanbaren weg moet voortgaan acht ik een
vraag van bestuursbeleid. Met een zekere trots
en zeer terecht kondigde Uw loco-Bur
gemeester mij aan, dat Velsen niet noodlijdend
is. Ik vernam dit met vreugde, al moet ik hier
aan toevoegen, dat dit op zichzelf verheugen
de feit ons allerminst ontheft van de ver
plichting om de alleruiterste soberheid in
acht te blijven nemen; mij persoonlijk plaatst
het niet noodlijdend zijn voor de eigenaardige
moeilijkheid, dat ik van het bestuur eener
niet noodlijdende gemeente nog geene erva
ring heb opgedaan.
Op den laatstleden Juliana-dag nam ik af
scheid uit mijn vorige gemeente; aan mijn be
stuursperiode aldaar zal ik steeds een onuit-
wischbare en dankbare herinnering bewaren.
Velsen, Noord-Holland's vierde gemeente; Zui
len, Utrecht's vierde gemeente. Inderdaad een
toevallige coïncidentie, maar toch brengt dit
punt van overeenkomst en er zijn er veel
meer tusschen mijn voormalig en toekom
stig arbeidsveld mij al nader tot U. Moge ik
mij spoedig geheel in uw kring thuis gevoe
len en moge onderling en wederzij dsch ver
trouwen ons samenbinden.
Mijne Heeren Wethouders,
Tezamen met U zal ik vanaf heden het da
gelij kseh bestuur dezer Gemeente vormen.
Önze aanvankelijke kennismaking doet mij
voor de toekomst het beste verwachten. Moge
onze gezamenlijke arbeid geschieden in een
spheer van onderlinge waardeering en goede
kameraadschap. Laten wij ons bovenal ge
dragen gevoelen door het ideaal om al onze
krachten te stellen in dienst dezer Gemeente
en van hare ingezetenen.
Mijnheer de Secretaris.
Het is mij een aangename en geruststellende
gedachte mij bij de aanvaarding van mijn
ambt verzekerd te weten van Uwe toegewijde
medewerking en steun. Ik begroet hier ook
den Commissaris van Politie, de Directeuren
onzer Gemeentelijke instellingen, de Hoofden
van de verschillende takken van Dienst en
verder alle gemeentelijke functionarissen; ik
beschouw U allen van hoog tot laag van
af heden als mijne dagelijksche medewerkers
en ik wensch U toe tezamen met mij te mogen
gevoelen het voorrecht om werkzaam te zijn
ten bate van het algemeen belang.
Elfjarig jongetje verdronken.
Mijnheer de loco-Burgemeester,
Voor Uwe vriendelijke en hartelijke wel
komst-woorden. aan den aanvang van deze
vergadering tot mij gericht, ben ik zeer erken
telijk. Ik waande mij daarbij een oogenblik
aan onze IJmuider havens. Er is mij n.l. ver
haald. dat op het moment, waarop de boot
de buitenhaven verlaat en zee kiest, de stuur
lieden, matrozen en het verdere deel der be
manning hun kapitein een: „Welkom in' zee.
schipper" toeroepen; zoo klonk mij Uw wel
komstwoord toe; maar laat mij dan daarop
ook mogen antwoorden met het weliswaar tra-
ditioneele, maar mij uit het hart wellende:
„Welkom in zee, mannen
Wilde zijn zusje redden.
Mijne Heeren Leden van den Raad,
Diep doordrongen van de groote verantwoor
delijkheid door Hare Majesteit de Koningin en
Hare Regeering op mij gelegd en in diep be
sef. dat ik het in mij gestelde vertrouwen al
leen door een ernstige en voortdurende in
spanning van al mijn krachten mij zal kun
iien waardig toonen, verklaar ik mijn geheele
persoon tot Uwen dienst bereid. Ik aanvaard
hiermede het Burgemeestersambt dezer Ge
meente en het Voorzitterschap van Uwen
Raad en roep onder erkenning van onze men
schelijke onvolkomendheid des Allerhoogsten
bijstand in.
Ik heb gezegd.
De heer Vermeulen sprak als oudste raads
lid enkele woorden. Allereerst wenschte hij
den nieuwen burgemeester met zijn benoe
ming geluk. Hij herinnerde aan de installatie
van wijlen burgemeester Rambonnet nu drie
jaar geleden. Er is toen gezegd, dat bur ge
meester Rambonnet in Velsen geen gemakke
lijke taak zou hebben en daarin lag een toon
van waarheid, maar dit behoort voor u geen
reden te zijn om tegen uw taak op te zien
Wanneer uw ambtsvoorganger zoo'n groote
plaats in onze harten heeft kunnen innemen,
moet dit voor u zijn een bemoediging, want
het bewijst, dat er in Velsen een hart
waarin plaats is voor dankbaarheid, voor ge
noten weldaden en dat in dat hart ook plaats
is voor u.
Over de economische crisis wil spreker het
niet hebben, maar hij zeide. er op te willen
wijzen, dat er niet alleen is een economische
maar ook een zedelijke crisis, die er toe kan
leiden, dat orde en rust in onze gemeente ver
stoord kunnen worden. Spreker hoopte, dat
het burgemeester Kwint zal mogen gelukken
de orde en de rust naar zijn vermogen te be
waren, waarbij hij op den steun van den raad
zal kunnen rekenen. Verder memoreerde de
heer Vermeulen de betere verhouding, die er
is gekomen tusschen Velsen en Den Haag en
hij hoopte, dat het burgemeester Kwint mag
gelukken de banden met de regeering te ver
stevigen.
Juist in deze jaren zal het zoo noodig zijn,
wil er zijn een goede wisselwerking en samen
werking tusschen het college en den raad,
dat het college zooveel mogelijk, ook onver
plicht, den raad mededeelingen doet van alles,
wat de belangen der gemeente betreft
De heer Vermeulen besloot met de opmer
king, dat in deze zittingsperiode van den raad
burgemeester Kwint reeds de .derde voorzitter
is. Voor de ouderen zijt gij reeds de vierde,
voor de zeer ouderen de vijfde.
Bij de installatie van burgemeester
Rambonnet heeft spreker den wensch geuit,
dat het de laatste maal zou zijn, dat hij een
nieuwen burgemeester zou toespreken. Dit
heeft niet mogen zijn. Spr. herhaalde dezen
wensch en besloot met den wensch, dat God
mr. Kwint nog langen tijd mag sparen.
Burgemeester Kwint dankte de heeren Dun
nebier en Vermeulen voor hun woorden en
zeide o.a. nog, dat het hem een genoegen heeft
gedaan van mr. van der Flier dezen morgen
een vriendelijk schrijven te hebben mogen
ontvangen en met belangstelling had spr. van
den heer Vermeulen gehoord, wat deze heeft
gezegd over de verhouding met de regeering.
Tenslotte sprak burgemeester Kwint den
wensch uit, dat de raad hem zou volgen op
den weg der bezuiniging en de raadsleden zich
daarbij zouden geven geheel zooals zij zijn.
Daarom wilde hij eindigen met het Konink
lijke woord: „Wij willen ons zelf zijn en blij
ven".
Hiermede was de plechtigheid geëindigd.
De toegang tot het raadhuis, de trap en de
gang naar de raadzaal waren op eenvoudige,
doch smaakvolle wijze met palmen en andere
planten versierd.
DIEFSTAL.
Door den hotelhouder van hotel „Augusta"
is aangifte gedaan van een gisteravond ge-
pleegfden diefstal van een halve kaas van
pl.m. 5 K.G. en 1/2 K.G. roastbief. De daders
hebben zich toegang verchaft tot de binnen
plaats achter genoemd hotel door overprik-
keldraad te klimmen, daarna een poort te
openen dwaarna zij het ontvreemde uit een
ongesloten ijskast hebben weggenomen, die
op genoemde binnenplaats stond.
Door de politie is onmiddellijk een onder
zoek ingesteld
RIJKSPOSTSPAARBANK.
Aan het postkantoor IJmuiden en de daar
onder ressorteerende hulppostkantoren werd
gedurende de maand April 1935 Ingelegd
f 46.458,77 Terugbetaald f 82.154.03.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 27280.
Woensdagmiddag half drie liep de elfjarige
M. A. Leliveld. wonende aan de Lombokstraat
31. met zijn zevenjarig zusje op den houten
rand aan 't betonnen voetstuk van de hijsch-
kraan der N. V. De Groot aan den Spaarn-
damscbenweg. Het meisje had het ongeluk, in
het water van het Noordei; Buitenspaarne te
•allen. Haar dapper broertje sprong onmid
dellijk te water om zijn zusje te redden, maar
verdronk helaas zelf bij die pogingen, Het
meisje werd op het droge gebracht door den
heer Lenze. Bantamstraai 94, die zich daartoe
gekleed te water begaf. Ook de heer W. van
den Bosch sprong te water. Het meisje werd
door den heer J. C. van der Kuil naar de
ouderlijke woning aan de Pape-otorenvest 62
gebracht, waar een geneesheer ontboden
werd. Deze constateerde geen letsel.
Een hoofdagent van politie heeft te drie uur
met behulp van een dreg het lijk van het jon
getje opgehaald.
Leden van den Ongevallen dienst en van
de Reddingsbrigade hebben onder leiding van
dokter Mauritz geruimen tijd getracht de le
vensgeesten op te wekken zonder het ge
wenschte resultaat.
Het lijkje is per auto van de firma Mathot
naar de Mariastichting vervoerd.
Vereeniging van haring
handelaren.
Woensdagmiddag heeft de vereeniging van
haringhandelaren in het Handelsgebouw te
Vlaardingen vergaderd onder leiding van den
heer Joh. van Toor.
De secretaris de heer P Goedknegt bracht
het jaarverslag uit waarvan wij het volgende
ontleenen.
Hoewel men dankbaar is, dat de regeering
de haringvlsscherij tracht te steunen, moet
toch bezwaar worden gemaakt wanneer men
maatregelen neemt, welke voor den toch al
zoo belemmerden handel geheel funikend zijn.
Toen dan ook in September bekend werd, dat
de opvangprijzen voor gekaakte en onge-
kaakte haring resp. 9 en 7 zouden be
dragen, heeft de vereeniging in een telegram
aan den minister uiteengezet, dat hierdoor
onze exporthandel nog eens extra belemmerd
zou worden en dat het gewenscht was aan den
handel een exportpremie toe te kennen.
Voorts, dat bij handhaving van deze prijzen
alleen haring van mindere kwaliteit voor
den goeden naam van de Hollandsche haring
groote schade zou medebrengen en tenslotte,
dat de reeders-handelaren een voorsprong
houden hebben op de uitsluitend-handelaren,
waarom dan ook in overweging werd gegeven
de reederijen. welke haar eigen aangevoerde
haring wenschten te behouden, te gverplich-
ten ƒ1 per kantje in de kas van de Stichting
voor de Ned.'Haringvisscherij te storten als
waarborg voor een eventueel te lijden verlies.
Daarop is geen antwoord ontvangen, maar
wel zijn later de" prijzen nog eens extra
verhoogd, zoodat men nog met circa 30.000
kantjes haring in de stichting zit, welke tot
normale prijzen onverkoop zijn.
Tot bestuursleden werden gekozen de hee
ren P. Goedknegt en H. J. Knoester en tot
leden van de vaste commissie: a. voor event,
regeerïngsmaatregelen de heeren Joh. van
Toor, P. Goedknegt en A. I-Ioogendijk en b.
voor het ziekenfonds Ons Belaing de heeren
P. Goedknegt, M. van der Valk en P. Hooger-
werf.
BESOMMINGEN.
Trawlers:
Eveline IJM. 115 575 manden f 2740.
Ewald IJM- 48 495 manden f 2160.
Derika 7 IJm. 417 235 manden f 1380.
Kotter: E 548 f 540.
Loggers: SCH 250 f 450, SCH 133 f 270, KW
68 f 290, KW 102 f 300, KW 144 f 370, KW 48
f 330 KW 78 f 1090, KW 40 f 340, KW 29 f 350.
KW 43 f 280. KW 70 f 240, KW 172 f 210, KW 18
f 170, KW 64 f 310.
Bosch bij Ede brandde.
Vermoedelijk kwaadwilligheid in het spel.
Woensdagmiddag omstreeks drie uur is
brand ontstaan op een terrein, gelegen ten
Westen van de Renkumsche Beek tusschen
Bennekom, Renkum en Bunderkamp, op het
grondgebied van de gemeente Ede, De brand
nam spoedig een grooten omvang aan en liet
zich zeer ernstig aanzien. Onmiddellijk toe
geschoten burgers en militairen van het gar
nizoen te Ede slaagden er echter spoedig in
het vuur te stuiten. Toen de brandweer van
Ede ter plaatse verscheen, was de brand na
genoeg gebluscht. Om half vijf waren de laat
ste vlammen gedoofd, Eenige perceelen hoog
dennenbosch, welke gevaar liepen, konden
worden gespaard.
Ongeveer 25 H.A. hooge heide en vliegden
nen zijn door het vuur vernield. De oorzaak
van dezen boschbrand is nog niet bekend. Het
verbrande terrein ligt niet aan den grooten
weg en is ongeveer 500 Meter van den spoor
weg verwijderd. De mogelijkheid, dat hier
kwaadwilligheid in het spel zou zijn, acht de
politie, die een onderzoek heeft ingesteld, niet
uitgesloten. In dit verband wijst men op de
omstandigheid, dat de heide in dezen tijd van
het jaar nog niet geheel „droog" Is, zoodat de
kans op het uitbreken van boschbranden door
normale oomken gering geacht wordt.