irtfitri
ZATERDAG 4 MEI 1935
En breekt zoo straks de zon weer door
Dan kijkt liij niet meer naar zijn spoor.
Vlug gaan ze samen naar de zee
En nemen schop en emmer mee.
Ze graven bergen o zoo hoog,
Komt dan de vloed, zij zitten droog.
Bij regen en bij zonneschijn,
Spelen die twee toch even fijn.
W. B.Z.
KUNSTJES OM STOFFEN TE LEEREN
KENNEN.
Wil je weten, of een kluwen wol, werkelijk
echte wol is, dan verbrand je een draadje met
een lucifer. De verkoolde restjes moeten dan
een bolletje vormen.
Bij echte zijde is het net zoo, maar dan
glanst het verkoolde bolletje.
Katoen laat heel weinig asch bij verbran
ding achter.
Kunstzijde ook, maar de asch is glanzend.
We kunnen van een noot of beter van de
twee leege halve notedoppen. zonder veel
moeite een grappig molentje maken. Daar
voor gaan we als volgt te werk:
We ledigen de noot, maar zorgen, dat de
schalen niet beschadigen en lijmen deze ver
volgens weer tegen elkaar.
Met een boortje maken we dan voorzichtig
drie gaten in den noot en wel op de plaatsen
die op de teekening bij fig. I met A. B. en C.
is aangegeven. Maak van cellophaan twee
molenwiekjes (fig. 2), die je met behulp van
een speld aan een klein stokje bevestigt. In
het midden van het stokje wind je een tame
lijk iang draadje.
Nu steek je het stokje door de gaten A en
B en de draad laat je bij C uit de noot komen.
Ten einde te verhinderen, dat het stokje weer
uit de nooit valt, sla je er aan den zijkant een
speld dwars door, zoodat het stokje blijft zitten
Als je nu aan het draadje trekt zal 't stokje
in ronddraaiende beweging komen en de mo
lenwiekjes meenemen. Dit gaat tot de draad
heelemaal afgewonden is. Dan wind je hem
weer op en begint opnieuw. Het moeilijkste
van dit werkje is de draad bij C door het
gaatje te krijgen. Je kunt desnoods eerst de
draad goed leggen en dan pas de beide noot-
helften tegen elkaar lijmen.
OOM KEJ0S.
BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDEN.
Vandaag begin ik maar terstond aan de
briefjes en laat 'net eerst een briefje in dicht
vorm volgen, dat ik van een nieuw rubrieker-
tje ontving. De oplossing van het raadlsel
staat er zelfs in vermeld.
Ik schrijf nu
Een briefje aan U
Ik loste op met veel plezier
De oplossing is hier
En zeer terecht
„Waar een wil is, daar is een weg".
Heb ik het goed gedaan?
Dan wil ik er mee verder gaan
Zit er soms een foutje in,
Denk dan maar, het is een begin,
Nu zal ik U vertellen hoe ik heet
Daar U dat nog niet weet.
En om niet te vergeten
M'n adres wilt U zeker ook graag weten.
Mijn leeftijd is negen en een
Nu weet U dat ook meteen.
O, ja nu nog een schuilnaam voorwaar
Dan is het zaakje klaar
Mag het soms „de Jongste" wezen?
Na veel groetjes tot besluit
M'n adres staat hier1 vol uit.
Volgt naam en adres.
Beste PIETJE PELLE. Je hebt het raad
sel goed opgelost. Er zijn echter reeds meer
dan twee goede oplossingen, dus moet het lot
beslissen. Ditmaal heb ik weer een raadsel
geplaatst. Beproef het op te lossen. Dag Pietje
Felle.
Beste ZUS. Je hebt het sluitingsfeestje
fijn gevonden? Dat vind ik prettig. Voorloopig
plaats ik iedere week een raadsel. Ditmaal
heb je de oplossing goed. Dag Zus.
Lieve JULIANA. Heerlijk dat je zoo vaak
speelt met de, op het sluitingsfeestje ontvan
gen, meubeltjes en popjes. Je hebt het raad
sel goed opgelost. Wel gefeliciteerd met je
neefje. Ik dank je voor je mooie teekening.
Das: Juliaantje.
Beste TOM MIX. De zetter Is Inderdaad
zoo vriendelijk geweest fouten te maken. De
fouten die jij ontdekt hebt vind ik niet zoo
erg. Ieder rubriekertje weet dat ik op no. 27
en niet op no. 275 woon. Het weglaten van
een t, waar deze moest staan, heb ik verve
lender gevonden. Maar toch, wie werkt maakt
fouten en zoo ook de zetter. Dat is heel men-
schelijk en vergeeflijk. Daarbij is het best
mogelijk, dat mijn copie öok wel eens iets on
duidelijk is, althans voor iemand die vlug de
regels in zich op moet nemen en terugwerken,
zooals de zetter. Je hebt dus Donderdag veel
plezier gehad en je kleine nichten ook! Dat
was met, rech^ een kleine volksverhuizing zeg.
Woon je nu in het huis van je zuster? Je ge
looft weer een reep te winnen omdat het
raadsel vrij moeilijk was. Maar vriend, er zijn
reeds zooveel goede oplossingen, waaronder
ook de oplossing die je hebt ingezonden be
hoort. dat het lot moet beslissen. Voorloopig
geef ik iedere week een raadsel. Dag Tom Mix.
Lief Elfje. Je bent van harte welkom. Veel
vriendinnetjes en vriendjes te bezitten, vind
ik ook heel prettig. Het raadsel heb je slechts
gedeeltelijk goed. Je moest echter van de ver
kregen woorden, door het samenvoegen van de
daarin voorkomende letters op de aangegeven
volgorde, een spreuk maken. Het maken van
de spreuk heb je achterwege gelaten. Kijk de
door mij geplaatste oplossing maar na, dan
begrijp je wat ik bedoel. Dag Elfje.
Lief MEIDOORNTJE. Het raadsel heb je
goed opgelost. Heb je het moeilijk gevonden?
'k Ben benieuwd of het lot je gunstig is. Wist
je geen nieuwtjes te vertellen? Zoo'n simpel
briefje ben ik niet van je gewend. Dag Mei
doorntje.
Lief ZONNESTRAALTJE. Je raadsel heb
je goed opgelost. Heb je de film mooi gevon
den en heb je den spreker goed kunnen ver
staan? Het aantal goede oplossingen vind- je
elders in de rubriek vermeld, 'k Zal de groe
ten van je aan Oom Kees doen. Dag Zonne
straaltje
Best INDIAANTJE. Ja prachtig is het in
Groenendaal. Heb je de Flora ook bij avond
gezien? De verlichting is heel mooi. In het
bloemenpaleis komt men geheel onder den in
druk van het de schitterende bloemenpracht.
De vijver was niet aan het spuiten, maar men
heeft in den vijver een fontein geplaatst en die
fontein doet het water uit den vijver omhoog
spuiten. Zoowel in de zonneschijn, als des
avonds bij kunstlicht,, komt de fontein prach
tig uit. Jij bent zeker met je school naar
Flora geweest? Dag Indiaantje.
Lief KLA VIERT JE VIER. Nog wel gefeli
citeerd met je vaders verjaardag. Dat was dus
dubbel feest Donderdag 1.1. Is de uitvoering
goed geslaagd? Heb je nog mooie krullen in
je haar? Dag Klavertje vier.
Best MEIKEVERTJE. Je raadsel heb je
niet goed en Indiaantje heeft het eveneens
foutief. De oplossing staat elders in de rubriek
Heb je al eenige vlechtmatjes af? Prettig dat
je het feestje zoo fijn gevonden hebt. Ik weet
nog geen bezorgadres maar zal eens op het
bureau informeeren. Dag Meikevertje.
Lief POPPENMOEDERTJE. Natuurlijk
mag je mededoen. Je bent zelfs hartelijk wel
kom. Het raadsel heb je niet heelemaal goed.
Je begint ook maar pas en zult het oplossen
wel leeren, als je maar trouw mededoet. Je
vriendinnetje mag wel mededoen, tenminste
als haar ouders op de IJm. Cour. geabonneerd
zijn. Dag Poppenmoedertje.
Beste ADRIANA. Je zult een anderen
schuilnaam moeten kiezen. Ik heb onder m'n
vriendinnen reeds een Asschepoetstertje en
ik kom met twee dezelfde namen in de war.
Neem b.v. een bloemennaam. Het raadsel heb
je slechts gedeeltelijk goed en niet geheel af-
gmaakt. Je vindt elders in de rubriek de op
lossing. Dag Adriana
Lief REPELSTEELTJE. Wil je m'n groe
ten aan je moeder doen? Ik zal probeeren je
raadsels op te lossen ik hoop dat ik ze goed
heb. 1. Schoolborden. 2. Winterbloemen op de
ruiten. 3. Spoorboom. 4. Meikever. 5. Nacht
arbeid. Laat je me in je volgend briefje weten
of ik de raadsels goed heb opgelost? Dag Re
pelsteeltje.
Beste JENNIE. Het feestje is dus wel in
je smaak gevallen. Het collier kan je bij je
zomerjurken heel best dragen, het zal zelfs
heel gezellig staan. Je raadsel heb je goed
opgelost. Of je dit keer gelukkig bent? Het lot
moet beslissen. Je kunt weer je kracht be
proeven. 'k Heb weer een raadsel geplaatst.
Dag Jennie.
Beste „DE JONGSTE". Wat een typische
schuilnaam heb je uitgedacht. Je raadsel heb
je goed opgelost en als je er niets tegen hebt,
zal Ik het gedicht in de rubriek plaatsen. Al
de andere vriendinnetjes en vriendjes kunnen
er dan ook van genieten. Dag „de Jongste".
Beste WANDELAAR. Moet ik alweer lij-
meel met je hebben? Heb je het nu toch
heusch zoo druk stakker? Waarmede heb je
het zoo volhandig? Met voetballen, stelten
loopen of ander spel? Ja een beetje plagen
mag wel, niet? Maar nu iets anders. Prettig
dat je zusje weer beter is ik hoop dat ze ge
zond blijft. Krijg ik volgend keer een meer
beteekenend briefje van je? Dag Wandelaar.
Beste DEUGNIET. Je raadsel heb je goed
opgelost, 'k Weet de beteekenis van het spreek
woord wel, maar vond je teekening niet zoo
slecht, om het bijgeschreven spreekwoord er
van toepassing op te doen zijn. Het nu ge
plaatste raadsel ga je natuurlijk ook weer
spoedig oplossen. Dag Deugniet.
Best KABOUTERTJE. Dat heb je even
tjes getroffen zeg. 'k Denk dat je meer me'
je vader mede zal gaan. Prettig dat Je me
trouw wilt blijven schrijven. Ik dank je voor
de teekening. Dag Kaboutertje.
Lief SPARRETJE. Heb je het raadsel niet
opgelost? 'k Meen toch dat je er aan gewerkt
hebt. Een briefje heb ik ook niet ontvangen,
'k Heb nu m'n hoop op de volgende week ge
vestigd. Begin er maar in tijds mede. dan
schiet het er beslist niet bij in. Moppig zeg.
dat ik je Dinsdagmiddag juist moest zien. Ik
verwachtte je niet zoo ver van huis. Dag Spar
retje.
Lief BOODSCHAPSTERTJE. Was Jannie
blij met haar pop" Jammer dat ik haar ver
jaardag totaal vergeten heb. 't Gebeurt me
niet vaak. dat ik iets vergeet, 't Mooiste was
echter dat ik voelde dat er iets bijzonders
was en toch desondanks er niet aan dacht,
dat ik naar jullie moest, om haar en je ouders
te feliciteeren. 'k Hoop dat het me niet weer
gebeurt. Dag Boodschapstertje.
Lief MANESCHIJNTJE. Piet mag rubrie
kertje worden en is van harte welkom. Hij
moet maar een mooien schuilnaam bedenken
en zorgen dat ik iedere week een briefje van
hem ontvang. Een prettig werkje niet, die
vlechtmatjes. Snoezige plaatjes randjes zit
ten er om. Ze zijn extra mooi. Vlecht maar
prettig. Dag Maneschijntje.
Lief ROZA FLUWEELTJE. Je hebt het
feest „fijn" gevonden? Dat dacht ik wel. Pret
tig dat het presentje je zoo goed bevalt. Je
kunt er ook echt gezellig mede spelen. Je ziet
geen kans het gegeven raadsel op te lossen?
Toch, is het. .raadsel, „niet erg,moejlij,k„. Dag
Roza Fluweeltje.
Best GOUDBLONDJE. Ook al zeer tevre
den over het feestje. Het was ook gezellig en
ik zie dat je je cadeautje reeds goed gebruikt
hebt. 'k Dank je voor de oplossing van de
raadsels. Zie je geen kans het gegeven raad
sel op te lossen? Zilverpapier en theelood dat
wordt gegeven voor de Zending, wordt ver
kocht. De opbrengst wordt gebruikt om de on
kosten, aan de Zending verbonden, te bestrij
den. Dag Goudblondje.
OPLOSSING VAN HET RAADSEL
10 2 3 16 18: laars
24 4 2 3 21: graan.
13 15 12: das
17 20 4 10 14 7 13: Ierland
8 9 5 10: wiel
1 6 24: weg
6 11 ei
22 23 19 16: weer.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 10
Waar eenwil i s daar
17 18 19 20 21 22 23 24.
is een w e, g.
Waar een wil is, daar is een weg.
Na loting zijn thans Marietje van Herle
(Zonnestraaltje) en Jeanne Broekhoff (Mei
doorntje) de gelukkige chocolade winsters. De
AVONTUREN VAN BARON
VAN MUNCHHAUSEN.
DE TOCHT OP DEN KANONSKOGEL.
„Heeren" zei baron van Munchhausen en
hij streek zijn snor eens in de hoogte, „ik
zal u een avontuur vertellen, dat leelijk voor
mij had kunnen afloopen, indien ik niet over
een behoorlijke hoeveelheid tegenwoordigheid
van geest had beschikt. Indien u er prijs op
stelt, zal ik het u vertellen! Het was in den
oorlog tegen de Turken; wij belegerden een
stad. Het beleg was al eenige weken aan den
gang en, eerlijk gezegd, we verwonderden ons
er over, dat de Turken ons beleg zoo goed
doorstonden. Er scheen geen gebrek aan le
vensmiddelen en evenmin gebrek aan kruit te
zijn; want de mannen, die we op de muren
zagen, waren goed doorvoed en welgedaan en
iederen aanval van ons werd beantwoord met
een regen van kogels.
Op deze manier schoten we met de belege
ring niet veel op en onder de manschappen
begon ontevredenheid te heerschen.
De legeraanvoerder wist ook niet goed raad
meer. Als we de zekerheid hadden, dat de Tur
ken nog slechts voor enkele weken voorraad
hadden, dan zetten we de belegering natuurlijk
voort; wisten we daarentegen, dat ze nog een
heel jaar hadden, dan zou het nutteloos zijn
het beleg voort te laten duren. Misschien
hadden ze zelfs wel geheime ondergrondsche
uitgangen, waardoor ze levensmiddelen bin
nen haalden.
Dat te weten te komen, was nu zaak.
Maar hoe?
De verschillende voorstellen, die de andere
officieren deden, waren allemaal onuitvoer
baar. Toen kreeg ik een plan! Ik meldde me
bij den legercommandant aan en legde hem
mijn plan voor. Deze vond het uitstekend en
toen kon ik het ten uitvoer brengen.
Ik zette mij boven op een kanon, vlak bij
den mond. Het was een groote veertienponder
Daarna kreeg de kanonnier opdracht het ka
non op de stad te richten en af te schieten
Hij zou dan wel zien, wat er gebeurde.
Vol spanning wachtte iedereen, wat er zou
gebeuren. Dat zou hun gauw duidelijk worden.
Want toen het kanon afgeschoten werd
Wist je dat? Aan den Sint Pieterskerk te
Rome heeft men 450 jaar gebouwd.
komen toen ik van den tegenovergestelden
kant een kanonskogel zag komen, die in de
richting van ons kamp vloog en door de Tur
ken was afgeschoten. Snel wist ik wat me te
doen stond. De kogel passeerde niet ver van
de mijne. Met een geweldigen sprong belandde
ik op den anderen kogel, die me veilig naar 't
kamp bracht. De vreugde over mijn behou
den aankomst daar was groot; want zoodra
ik vertrokken was, had de commandant spijt
gehad van zijn gegeven toestemming.
Enfin, al had ik niet de stad verkend, ik
had er in ieder geval het leven afgebracht. De
Turksche vesting hebben we trouwens toch
ook nog veroverd.
Dat is dus weer een van de voorbeelden, dat
ik mijn leven te danken had aan mijn tegen
woordigheid van geest."
E. W.
BIJ REGEN EN BIJ ZONNESCHIJN.
WAT WE VAN VERSCHILLENDE
VRUCHTEN KUNNEN MAKEN.
reepen kunnen zij Woensdagmiddag 1 uur bij
mij komen afhalen.
RAADSEL.
Van boven naar beneden ben ik een in
strument dat muziek weergeeft en van links
naar rechts ben ik iets, dat 's zomers gedra
gen wordt.
x
X
X
X
xxxxxxxxx
X
X
X
X
medeklinker
niet rijk.
viervoetig dier.
weg met rails.
draagt men 's zomers.
wordt op school gebruikt.
eet men dagelijks
leeft in den grond.
medeklinker
Als prijzen stel ik 2 chocaladereepen be
schikbaar. Bij meer dan twee goede oplossin
gen, beslist het lot.
Allen maar vlijtig aan het oplossen.
Veel groeten van
MEJ. E. VTJLBRIEF.
NAGEKOMEN BRIEFJES.
Feitelijk ontving ik ondensaande briefjes
veel te laat en ik zal ze bij uitzondering thans
nog beantwoorden.
Lief BOSCHVIOOLTJE. Dat tref je ook
even! Twee vriendinnen die gelijk met je van
IJm.-O. naar IJm. W. verhuizen. Je weet, dat
de ouders van je vriendinnetjes de IJm. Cou
rant moeten lezen, om rubriekertjes te kun
nen worden. Dag Bosch viooltje.
Beste WILDZANG. Je bent alweer uit
geweest? Je gaat maar eens uit zeg. Je hebt
natuurlijk weer heel veel in Amsterdam ge
noten. Prettig dat je op ons feestje plezier ge
had hebt en blij bent met je collier. Dag Wild
zang.
Beste MOEDERSHULP. Je album is klaar
en je mag haar as. Woensdagmiddag om 1
uur komen halen. Je mag ook wel eerder ko
men maar dan zul je me soms niet thuis tref
fen. Waar blijft je zus met haar brief? Dag
Moeders Hulp.
Tante: Liesje, nu mag je zelf een pop uit
zoeken. Welke wil je hebben?
Liesje: Een tweeling, tante.
vloog ik door den schok naar voren en
kwam precies op den kogel terecht!
Een luid gejuich beloonde mijn prestatie;
maar ik hoorde het al niet eens goed meer;
want ik ging met groote snelheid in de rich
ting van de stad. Onderweg kreeg ik echter
spijt van mijn plotseling genomen besluit. Het
was nu allemaal goed en wel om te probeeren
den toestand bij den vijand eens op te nemen,
maar hoe kwam ik er weer vandaan, als ik er
eenmaal was? De Turken zouden heusch niet
zoo vriendelijk zijn me door de poort weer te
laten vertrekken. Hoe meer ik de stad na
derde, hoe minder lust ik kreeg in het avon
tuur en hoe meer ik mijn opwelling betreurde.
Maar of ik wilde of niet, de kogel nam mij
mee.
Juist was ik van plan me maar in mijn lot
te schikken en af te wachten wat er van zou
HOE RINA VAN DIEREN GING HOUDEN.
Rina van Ommen logeerde op de boerderij
van haar oom en tante; maar deze logeer
partij, waarvan ze zich zooveel had voorgesteld
viel haar bitter tegen.
En dat kwam door de vele dieren op de
boerderij. Rina was bang voor dieren en kon
ze niet uitstaan. Toen ze den eersten dag aan
gekomen was, was Spit, de groote hond van
oom, met zijn pooten tegen haar jurk gaan
staan en had geprobeerd haar in het gezicht
te likken. Op het erf scharrelden de kippen
rond en Rina verkeerde in doodsangst, dat de
haan tegen haar op zou springen. Ze bleef
meters van de stallen vandaan, uit a n est, dat
de paarden aan haar zouden snuffelen.
Oom lachte en zei, dat ze een „echte stads-
deerne" was. Tevergeefs probeerde hij haar
van haar angst te genezen, maar het lukte
niet.
En Rina zat het grootste gedeelte van den
tijd in huis en was niet te bewegen naar bui
ten te gaan.
Maar op een dag, dat iedereen het druk
had op de boerderij, vroeg tante haar, of
ze in het dorp, dat niet ver was, een paar
boodschappen wilde halen. Hoewel met tegen
zin, ging Rina weg. De boodschappen in het
dorp waren gauw gedaan.
Ten terug. Ze was niet ver meer van de
boerderij en liep op het smalle weggetje, dat
naar de boerderij voerde. Het was stil en ze
zag geen mensch.
Daar ritselde iets aan den kant van den
weg; Rina keek op en zag van achter een boom
een man, de pet diep in de oogen getrokken,
op haar toekomen.
„Hier het geld en je horloge," beet hij haar
toe. Even stond Rina verstomd van schrik;
toen gaf ze een schreeuw. Eén slechts; want
de man hief zijn hand op en zei:
„Als je nog een geluid durft te geven, zul
je eens zien, wat ik je doen zal. En schiet
eens op; ik heb geen uur den tijd."
Er bleef Rina niets anders over dan te doen,
wat haar gezegd werd.
Heel langzaam maakte ze het slootje van
haar horloge open. Maar plotseling werd een
woedend geblaf hoorbaar in de verte, dat snel
naderbij kwam.
„Spit", dacht Rina en een wilde vreugde
maakte zich van'haar meester., De man had
ongerust in de richting van het geblaf ge
keken. Daarvan maakte Rina gebruik:
„Spit, Spit, help me,", gilde ze, zoo luid ze
kon. Daar kwam de hond aanrennen; zijn
tong uit zijn bek. Snel maakte de man zich
uit de voeten; maar de hond zette hem na
en beet woedend naar zijn beenen. De man
trapte, maar de hond hield vast.
„Spit, hier! Hierl" riep Rina gebiedend. Met
hangenden kop kwam de hond terug.
„Oh, jij lieve, lieve Spit; je hebt me van
een groot gevaar gered," zei Rina huilend en
ze sloeg haar beide armen om den nek van
den hond. „Jij lieve Spit; ik zal nooit meer
een hekel aan je hebben. Kom mee naar huis"
Tante schrok erg, toén ze de huilende Rina
binnen zag komen en nog meer, toen Rina
haar verteld had, wat er gebeurd was. „Maar
tante" zei Rina, „een voordeel heeft de nare
geschiedenis nog had; ik heb geen hekel meer
aan dieren en ik ben ook niet bang meer voor
ze; want ik heb gezien, hoe nuttig een dier
kan zijn."
RITA.
WIE ZOEKT ER MEE?
Rijdt dit paard zonder koetsier?
Neen; want als je goed kijkt, kun je hem
zien!
Bij regen en bij zonneschijn,
Spelen Wim en Toosje even fijn.
Bij regen komt eerst Bruintje Beer,
Of spellen, kegels en nog meer.
Ze teek'nen samen op het bord,
Van Toosje weet ik niet wat 't wordt.
Maar Wim teekent een dieseltrein
Want teekenen kan hij o zoo fijn.