EEN LIEFDE IN CHINA In tegenwoordigheid van verschillende autoriteiten heeft Maandag de proefrit plaats gehad met den Te Assen heeft Maandag onder groote belanastellina de bearafenis Dlaats oehad van het electrischen trein van Rotterdem naar Hoek van Holland. - De genoodigden voor den versierde- - _w®'«"S«eiiing ae Degraienis piaats genaa van net jen. <111 nomno. u»e genoooigaen voor Oen versierden trein Li. -i i i te Hoek van Holland stoffelijk overschot van wijlen Harmen Smeenge, lid der Eerste Kamer De Koning en de Koningin van België bij hun officieel bezoek aan Antwerpen, ter gelegenheid waarvan zij door de bevolking enthousiast ontvangen werden De Prins van Wales heeft als vertegenwoordiger van den Engelschen Koning in verband met diens zilveren regeeringsjubileum een officieel bezoek gebracht aan Cardiff, waarvan hierboven «en foto. De Prin» wat gekleed in de uniform der .Welsh Guards* De nieuwe veerdienst Dintelsas Ooltgensplaat is Maandag door den com- mittarii der Koningin in Noord-Brabant, mr. dr A. B. G. M. van Rijckevortel, officieel geopend Ven bet gebouw der Pooliche Legatie te den Haag hangt de vlag halfstok In verband met het overlijden van Maarschalk Pilsudski Laval te Warschau De Fransche minister van Buitenlandsehe Zaken is gezelschap van de echtgenoote van den Poolschen minister van Buitenlandsehe Zaken, Beek, ter gelegenheid van de officieele ontvangst op het ministerie in de Poolsche hoofdstad voor haar bezoek aan België. Aan het station werd H. M. luide toegejuicht H. M. de Koningin is Maandag avond van Utrecht vertrokken FEUILLETON. Uit het Engelsch door BEN BOLT. 46) „Edele Heer! Deugdzame Vrouwe!" „Wel?" informeerde Forsyth door het trap gat. „Wat is er?" „Zijne Doorluchtige Excellentie wenscht u onmiddellijk bij zich te zien!" „Wie is Zijne Doorluchtige Excellentie?' wilde Dick weten. „De nieuwe Gouverneur van de provincie en hij is boos, héél boos op de bewoners van dit dorp voor wat u is aangedaan. Zijn oogen zijn als vlammen en zijn woorden priemen als dolken. U zult een goed woord voor me doen, Edele Heer! U zult zeggen dat ik niet bij machte was de dwaasheid van deze lieden te De dokter maakte een eind aan den woor denstroom door de ladder te laten zakken. „Kom Kathleen, kom Ching, de krijgskans is gekeerd". f De herbergier geleidde hen snel naar den wachtenden gouverneur, om wien de menigte nog steeds in ootmoed geknield lag. Toen zij den stoel van den mandarijn bereikt had den, kwam uit den volgenden draagstoel een boose, blijde kreet van een verrasten kinder stem. l i.O, Kathleen, jij bent het!" Stom van verbazing, draaide Forsyth het hoofd om en zag een kleine meisjesfiguur, schitterend getooid, overeind staan in den stoel, het smalle handje wuivend, het aller liefste gezichtje stralend van zonnige vreug de. Kathleen zelf keek ongeloovig, en vloog toen op het kind af. „Jij Nang-Kung! Mijn kleine bloesem!" riep ze. met een gebroken snik in haar stem. Forsyth keek nog eens naar het kleine meisje en daarna verbijsterd naar den gouver neur, die een paar glimlachende oogen op hem gericht hield. „Het is een poover hart, dat geen dank baarheid kent, dr. Forsyth, en een herinne ring Toen daagde het in Forsyth's geest. ,,U Uwe Excellentie!", riep hij verrukt. „Zooals u ziet!" hernam de gouverneur, nog steeds glimlachend. „We zijn nu onder hen. die op het gestoelte der eere zitten en in staat een tegendienst te bewijzen voor wat u en uw vriend dr. Burritt aan mijn kleine in Tai-Ting hebben gedaan". Hij brak af, de glimlach stierf in zijn oogen en hij trok somber de wenkbrauwen samen. „Het schijnt overigens, dat we juist op tijd zijn!" Bij deze woorden op luiden, strengen toon gesproken, bogen de geknielde dorps bewoners opnieuw hun hoofden in het stof De gouverneur keek met een peinzenden blik naar hen, wendde zich af en vervolgde tot Dr. Forsyth: „Vertel u me alstublieft, dr. Forsyth, wat r gaande was! Ik zie dat u gewond bent. „Daarvoor zijn de dorpsbewoners niet aan- •prakelijk Excellentie. Dat komt op de reke ning van een ander. „Aha!" Weer dwaalden zijn oogen naar de dorpelingen. „Maar zij zouden een nieuwe rekening hebben geopend. Ja ik denk dat wij den nacht hier zullen doorbrengen en aan deze menschen een klein lesje in gast vrijheid en beleefdheid geven, met den stok, als het nodig is. U zult onze gast zijn, dokter met Miss Barrington, en misschien zal ik in de gelegenheid zijn de rekening tusschen ons voor een deel te vereffenen". „Als Miss Barrington...." „O", lachte de mandarijn zachtjes, „als u denkt dat u haar meteen mee krijgt, dan kent u Nang-Kung niet. Zij stamt, zooals haar overleden moeder, uit een geslacht van vrouwen dat vijf honderd jaar lang China geregeerd heeft. Over een maand zal zij de baas zijn van deze provincies en ik, als altijd, zal haar bevelen hebben te gehoorzamen! Hij lachte nogmaals en toen, ernstiger weer: „maar dat ze dat kanik hoef u niet te zeggen, wie daarvoor onze dank toekomt. Nietwaar dokter, U kunt haar de gezondheid van het gelaat lezen? Zie mijn kleinen bloe sem aan. Nu zijn er geen schaduwen onder haar oogen, en haar gezicht is als de bloe sem van den perzik. Ze is gezond, ze is ge lukkig en haar gouden lelies...." De mandarijn maakte even een pauze voor hij dezen poëtischen term voor voeten ge bruikte, en glimlachte toen. „Ik vertrouw dat ze goed zijn", sprak Forsyth. „Nog wel niet heelemaal goed, maar beter, veel beter. Ze kan, zooals u zult zien, nu oopen Hij maakte den zin niet af, zich blijkbaar de dorpelingen weer herinnerend, die nog steeds in het stof gebogen lagen. Hij riep een van zijn dienaren, gaf een kort bevel en een halve minuut later stonden allen overeind en holden naar huis. Nang-Kung's vader staarde hen na. „Dwazen", klonk het medelijdend. „Groote dwazen! Maar dat kunt ge verwachten dr. Forsyth, wanneer mannen als ik zelf onze dochters kunnen martelen op het altaar der oude, ingeroeste gewoonten! Ik heb me ech ter bij de vooruitstrevende beweging aan gesloten en waar ik kan, zal ik me tegen zulke dwaasheden verzetten. Hier in de wes telijke provincie heeft dat starre conserva tisme nog de overhand, maar als gouverneur zal ik veel kunnen doen. Ik heb mijn vriend Dr. Burrit geschreven, om zijn zendings station naar mijn hoofdstad over te bren gen". „Dan zal Burrit dat zeker doen", ver klaarde Forsyth met overtuiging. De mandarijn, die heelemaal vervuld was geweest van de onverwachte ontmoeting dacht nu aan z-ijn koelies, gaf hen order den stoel neer te zetten en steeg uit. „Kom dokter, wij zullen in deze „Geluk ster" afstappen en terwijl mijn bedienden het kamp opslaan, zult u me vertellen, wat u zoover van Yong-Foo doet". Terwijl Forsyth het verhaal deed, luister de de gouverneur met al de vreemde onbe wogenheid, zijn ras eigen en pas aan het einde deed hij een kiesche vraag: „En het meisje, wat is zij u, mijn vriend?" „Alles!" „Dat veronderstelde ik al!" Het was een oogen blik stil en de mandarijn sprak ver der: „Yong-Foo is een gesloten poort voor u en Miss Barrington, zoolang Li Weng-Ho daar heer en meester is. Waarom komt ge niet met Burrit naar Yunnan? Daar houd ik, een vriend, de teugels van het bewind. en zult ge van harte welkom zijn, u en Kathleen. Een lachje danste in de oogen van den mandarijn toen hij dien naam ge bruikte. „Die vrijheid is onder vrienden veroorloofd, nietwaar? Zoo spreken Nang- Kung en ik altijd over de edele dame, die haar kinderlijke vrees verjoeg. U zult naar Yunnan komen, Forsyth? Ik verlang het zeer!" De amicale manier, waarop de mandarijn hem toesprak, roerde den jongeman diep. „Als het uw wensch is dan gaarne", ant woordde hij, „maar ik moet eerst naar Can ton rapport uitbrengen?" „Dat wil zeggen, vóór alles naar Yunnan", verbeterde de mandarijn opgewekt. „Daar sta ik op. Vergeet niet dat u zich in mijn provincie bevindt en u zich dus niet tegen mijn voorschriften verzetten moogt!" En zoo gebeurde het dat ze naar Yunnan- Fu trokken, langzaam reizend door rustige, vriendelijke streken. Ten laatste, op een zonnigen middag, bereikten ze den Yamen van den gouverneur. Saamgestroomde bur gers gaven den weg aan en buiten de poor ten van het paleis bevond zich de gebruike lijke verzameling misdadigers, vastgebonden met de zwaren houten halsbanden, die een deel van hun tuchtiging uitmaakten. Uit zijn stoel liet Forsyth een meewarigen blik langs hen glijden, toen hij plotseling een ge zicht opmerkte, vastgezet in een schandblok met spijkers. Verbazing en schrik maakte zich van hem meester. De oogen van den bestrafte ontmoetten de z'men Hij zas dat de man hem herkende en toen hij door de Yamenpoort ging, wist hij zeker, dat hij zich zooeven niet vergist had. (Wordt vervolgd)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 5