Hitler deelt de Duitsche eischen mede.
EEN WEEK VOLKENBONDSWERK.
THIJS IJS EN DE WINTERKONING.
a,' 0 E N S D A G 22 M E I 1935
BUITENLAND.
Duitschland bereid tot toetreding tot den Volkenbond,
wanneer deie onafhankelijk van Versailles staat.
Locarno zal gerespecteerd worden. Onder voorwaarden
bereid tot deelneming aan collectief vredessysteem.
Duitschland is principieel voor bewapeningsbeperking.
in de toekomst de onderteekening van verdra
gen nog voor zin kan hebben. Ondanks jaren
lang vergeefs wachten op de verdragsinlossing
van den anderen kant, was Duitschland echter
ook verder bereid zijn hand niet te weigeren
voor een werkelijk collectief samenwerken.
Er wordt thans menigmaal de hoop uitge
sproken, dat Duitschland zelf met een con
structief plan komt. Nu, ik heb niet eenmaal,
maar reeds verscheidene malen dergelijke
voorstellen gedaan. Wanneer men mijn con
structief plan van een leger van driehonderd
duizend man had aangenomen, zou men mis
schien thans vele zorgen minder hebben en
zouden vele lasten lichter wegen. Het is ech
ter bijna doelloos constructieve plannen in te
dienen, wanneer hun verwerping van tevoren
reeds kan worden beschouwd als zeker.
In het verdere verloop van zijn redevoering
oefende Hitier critiek uit op ..zekere interna
tionale onderhandelingsmethoden" teneinde
voor zoover Duitschland betrof, het volgende
uiteen te zetten:
Wij zullen aan geen enkele conferentie
deel nemen aan het opstellen van welker
program wij niet van tevoren mede deel
hebben gehad. Wij denken er niet aan
wanneer twee of drie staten een verdrags
gerecht ontwerpen het eerste daarvan te
moeten proeven. Daarmede wil ik niet
zeggen, dat wij ons niet de vrijheid voor
behouden achteraf onze toestemming en
onze onderteekening te geven aan verdra
gen, omdat wij bij het opstellen daarvan,
resp. aan de conferenties geen deel heb
ben genomen.
Volstrekt niet. Het kan mogelijk zijn dat
ons een verdrag ondanks het feit dat wij niet
hebben deelgenomen aan de opstelling of aan
de conferentie, die het voor een reeks van
staten tot besluit maakte, toch nog in den
definitief tot stand gekomen vorm bevalt en
nuttig schijnt.
De Duitsche Rijksregeerïng moet zich zelf
echter voorbehouden dit zelf te bepalen. Even
eens schijnt het mij bedenkelijk den vrede te
misbruiken als voorwendsel voor constructies,
die minder de collectieve veiligheid dienen dan
veeleer, gewild of niet gewild, de collectieve
oorlogsvoorbereiding. De wereldoorlog be
hoorde slechts een schreeuwende waarschu
wing te zijn. Ik geloof niet, dat Europa ten
tweeden male zonder de vreeselijkste ontwrich
ting een dergelijke catastrophe zou doorstaan,
Wat Duitschland deed.
Duitschland heeft tegenover Frankrijk
plechtig de ma het Saarplebisciet ontstane
grenzen aanvaard en gegarandeerd. Duitsch
land heeft met Polen zonder rekening te houden
met het voorbije een aangenomen, dat ge
weld uitsluit.
Wij hebben dit alles gedaan ondanks het
feit. dat wij daarmede b.v. groote oorlogen
hebben gevoerd. Wij willen van onzen kant
alles doen om met het Fransche volk tot een
vrede en tot een werkelijke vriendschap te
komen.
Wanneer wij echter het Duitsche volk een
verder bloedvergieten willen besparen, zelfs
daar, waar dit gepaard gaat met een offer
voor ons. dan denken wij er niet aan ons
bloed zonder keuze te verpanden voor vreemde
belangen. Wij denken er niet aan, voor ieder
op een of andere wijze mogelijk door ons nog
bepaald nog te beïnvloeden conflict ons Duit
sche volk, zijn mannen en zijn zonen bij
verdrag te verkoopen.
Hoe de vrede gediend kan worden.
Duitschland wil met alle nabuurstaten, ook
de kleine naties vreedzaam en vriendschap
pelijk omgaan. Maar hoezeer Duitschland
den 'vrede liefheeft, even weinig ligt het in
onze hand, dat niét en juist in het Oosten
tusschen een paar staten conflicten kunnen
uitbreken.
Bij de aanvang vam zoo'n conflict moet gevreesd
worden, dat door de bijstandsverplichtingen
minder de weg zal leiden naar het uitvinden
van den aanvaller dan veeleer naar de onder
steuning van den eigen belangen nuttigen
staat. De zaak des vredes wordt waarschijn
lijk meer gediend, wanneer bij het uitbreken
van een conflict zich onmiddellijk de wereld
terugtrekt van beide partijen, dan haar wa
penen reeds van tevoren bij verdrag in den
strijd te laten brengen.
De Sovjet Unie.
In dit verband, aldus Hitier, doet zich nog
een bijzonder geval voor en wel de diame
trale tegenstelling tusschen het nationaal-
socialisme van den Duitschen staat en het
Communisme van Sovjet-Rusland, hetgeen de
Rijkskanselier uitvoerig schilderde. Tusschen
de nationaal-socialisten en de Bolsjewisten
staan meer dan vierhonderd vermoorde na
tionaal socialistische partijgenooten en al-
Adiolf Hitier.
Vóór de Rijksdagzitting van Dinsdag is
onder voorzitterschap van Hitier een zitting
gehoudenwaarin beraadslaagd werd over
de door den Rijksminister ingediende defen-
siewet, welke werd aangenomen. Verder werd
een wet aangenomen inzake wijziging van
de wet op het Rijksministerschap, volgens
welke algemeen actieve soldaten minister
kunnen worden. Bij een tot Rijksminister
benoemd soldaat berusten de aanspraken op
zijn dienstinkomen.
Hitier spreekt.
Rijksminister Goerïng opende als voorzit
ter van den Rijksdag de zitting met een kor
te redevoering, waarin hij het overleden
Rijksdaglid Hans Schemm herdacht en woor
den van waardeering en deelneming uitte
bij het overlijden van maarschalk Pilsoedski.
Voordat het woord aan Rijkskanselier Hitier
was, deelde de Rijksminister van binnen-
landsche zaken, dr. Frick nog mede, dat de
aangenomen defensiewet Woensdag zal wor
den afgekondigd.
Hierop ving Hitier aan met het uitspre
ken van zijn met spanning verwachte rede
voering.
Hij zette voorop, dat Duitschland en het
nationaal-socialisme den vrede willen.
Duitschland ziet hi een door macht afge
dwongen versmelting van 'n volk niet slechts
een verkeerd politiek doel, maar als resul
taat daarvan een in gevaar brengen van de
innerlijke eenheid en daarmede van de
sterkte van een volk voor zeer geruimeri tijd.
De nationaal-socialistische leer wijst der
halve de gedachte dogmatisch af van een
nationale assimilatie. Daarmede is ook het
burgerlijk geloof aan de mogelijkheid van een
.germaniseering" weerlegd.
Het is derhalve noch onze wensch, noch ons
voornemen vreemde volksgedeelten het volks-
eigen'e, de taal of de cultuur, te ontnemen om
hun daarvoor een vreemde, Duitsche, op te
dwingen.
Antwoord aan Eden.
Duitschland aldus ging Hitier verder
heeft den vrede noodig. Wanneer ik nu hoor
uit den mond van een Èngelschen staatsman,
dat zulke verzekeringen niets zijn, en slechts
in de onderteekening van collectieve verdragen
de waarborg gelegen is, verzoek ik den heer
Eden, daarbij te willen bedenken, dat het in
ieder geval gaat om een „verzekering". Het is
dikwijls veel gemakkelijker een naam te plaat
sen onder verdragen met het innerlijke voor
behoud van een laatste overweging achteraf
omtrent het nakomen daarvan op het beslis
sende uur, dan tegenover een geheel volk, in
volkomen openlijkheid zich uit te spreken voor
een politiek, die den vrede dient, aangezien
zij de voorwaarden voor den oorlog afwijst.
Ik zou de onderteekening hebben kunnen
plaatsen onder tien verdragen met de verkla
ring, die ik naar aanleiding van het Saar
plebisciet aan Frankrijk heb gegeven. Wan
neer ik als lasthebber en leider van het Duit
sche volk voor de wereld en mijn volk de ver
zekering geef, dat er met de oplossing van het
Saarprobleem aan Frankrijk geen territoriale
eischen meer gesteld zullen worden, dan is dit
een bijdrage tot den vrede, die grooter is, dan
vele onderteekeningen onder vele pacten.
Sedert eenigen tijd leeft de wereld in een
ware manie van collectieve samenwerking, col
lectieve veiligheid, collectieve verzekeringen
enz., die allen op het eerste gezicht een con-
creten inhoud hebben, maar bij nader toezien
op zijn minst ruimte geven aan veelvuldige
interpretaties
Herinnering aan Wilson.
Hitler wees er in dit verband op, dat de ge
dachte aan collectieve samenwerking tusschen
de volkeren oorspronkelijk afstamt van den
Amerikaanschen president Wilson, maar dat
reeds in 1919 over de collectieve samenwer
king van alle volkeren met het opleggen van
den vrede van Versailles aan het Duitsche
volk, het doodvonnis was uitgesproken, door
dat inplaats van de gelijkheid van allen, de
klassificatie trad van overwinnaars en over
wonnenen. In het vredesdictaat van Versailles
desondanks uitdrukkelijk vastgelegd dat de
ontwapening van Duitschland slechts vooraf
moest gaan tot tiet mogelijk maken van de
ontwapening der anderen. Door dit eene voor
meld wordt vastgesteld hoezeer de gedachte
der collectieve samenwerking juist door die
genen geschonden is, die thans de luidruchtig
ste voorstanders daarvan zijn. Duitschland
heeft de in het Vredesverdrag opgelegde ver
plichtingen „met een waar fanatisme" nage
komen, hetgeen Hitler met een reeks cijfers
staafde.
Mogendheden pleegden verdrags
breuk.
Met een reeks voorbeelden staafde Hitier
bewering, dat door de overwinnaars de
offensieve wapenen als vliegtuigen, tanks,
^vare artillerie, onderzeeërs enz. verder ont
wikkeld, verbeterd en vermeerderd werden,
forwijl Duitschland deze wapenen alle moest
•omietigen en dit ook deed. Wanneer dit niet
mn eclatante verdragsbreuk en wel een een-
zijdige verdragsbreuk is, terwijl de andere
Jga» zijn verplichtingen volkomen had. na-
n, zal men moeilijk kunnen inzien, wat
leen reeds- ruim 43.000 gewonden van de
N.S.D.A.P. voor zoover het bij het bolsjewisme
om een Russische aangelegenheid gaat, heb
ben wij er ,in het geheel geen interesse voor,
verklaarde de Rijkskanselier. Ieder volk wil op
zijn eigen manier zalig worden. Voor zoover
dit bolsjewisme evenwel Duitschland in zijn
ban trekt, zijn wij zijn meest fanatieke vijand.
Litauen.
Hitier legde er den nadruk op, dat Duitsch
land bij geen enkelen Europeeschen oorlog
iets te winnen heeft, dat 't slechts vrijheid en
onafhankelijkheid wil en daarom bereid is
met el zijn buurstaten non-agressiepacten
sluiten. Wanneer wij Litauen daarbij uit
zonderen. geschiedt dit niet omdat wij daar
een oorlog wenschen, maar omdat wij geen
politieke verdragen kunnen aangaan met een
staat, welke de méést primitieve wetten van
menschelijke samenleving desavoueert.
Oostenrijk.
Met betrekking tot Oostenrijk verklaarde de
Rijkskanselier,, dat de Duitsche regeering de
met Oostenrijk ontstane spanning des te
meer betreurt1, d&ar'daardoor een storing is
ingetreden in onze vroeger zoo goede betrek
kingen met Italië, een staat, waarmede wij
overigens geenerlei belangentegenstellingen
hebben.
De Duitsche Rijksregeering staat tegenover
de actueele problemen op het volgende
standpunt:
Dertien punten.
1. De Duitsche Rijksregeering verwerpt
de op 17 Maart door den Volkenbond aange
nomen resolutie. Niet Duitschland heeft het
verdrag van Versailles eenzijdig geschonden,
doch het dictaat van Versailles werd in de
bekende punten eenzijdig geschonden en
daarmede buiten werking gesteld door die
mogendheden, die er niet toe konden beslui
ten de door Duitschland geeischte ontwape
ning op de bij het verdrag vastgelegde wijze
te laten volgen.
De door dit besluit van Genève Duitsch
land toegebrachte -nieuwe discrimineering
maakt het de regeering van het Duitsche
Rijk onmogelijk, in dit instituut terug te kee-
ren, aleer de voorwaarden voor een werke
lijk gelijke rechtspositie van' alle deelnemers
zijn geschapen.
Deze rechtsgelijkheid moet zich uitstrekken
tot alle functies en alle bezitsrechten in het
internationale leven
2. De Duitsche Rijksregeering heeft zich
harerzijds tengevolge van de niet nakoming
der ontwaoeningsverplichtinsen door de an
dere staten losgemaakt van de artikelen,
welke een discrimineering van de Duitsche
natie beteekenen. Zij verklaart hiermede
plechtig, dat deze hare maatregelen uitslui
tend betrekking hebben op de het Duitsche
volk moreel en zakelijk discrimineerende en
medegedeelde punten. De Duitsche regeering
zal derhalve de andere, op de samenleving
der naties betrekking hebbende artikelen,
met inbegrip van de territoriale bepalingen
onvoorwaardelijk respecteeren en de in den
loop der tijden onvermijdelijke herzieningen
slechts ten uitvoer leggen langs den weg van
een .vredelievende overeenstemming.
Het geschil tusschen Abessynië en Italië. Nogmaals de
oorlog tusschen Bolivia en Paraguay. De zitting van het
financiëele Volkenbondscomité. Een conferentie in
Nederlandsch-lndië voor de bestrijding van den vrouwen
handel in het Verre Oosten?
(Van onzen correspondent)
Genève, 18 Mei 1935
De week. die aan de 86ste zitting van den
Volkenbondsraad, die Litwinof tot voorzitter
zal hebben, is voorafgegaan, heeft zelf reeds
heel wat leven in het sinds Paschen zoo stille
Volkenbondsgebouw gebracht. De nieuwe nota
van de regeering van Abessynië heeft vooral
de aandacht getrokken en veel gedachtenwis
seling uitgelokt.
De Abessynische regeering heeft hierbij een
nieuw beroep op den Volkenbondsraad ge
daan, om ervoor te zorgen, dat het geschil
met Italië op vreedzame wijze zal worden bij
gelegd, De regeering van Abessynië heeft stel
lig het recht gebruik te maken van de be
voegdheid. die artikel 11 van t Volkenbonds
verdrag allen Volkenbondsleden toekent, om
de aandacht van den Raad te vestigen op eelti
ge omstandigheid, die den vrede en de goede
betrekkingen tusschen twee staten dreigt te
verstoren. Zij heeft echter een slechten raad
gever gehad, die haar ertoe bewogen heeft zich
niet op dit artikel te beroepen, dat den Vol
kenbondsraad de plicht tot bemiddelend op
treden oplegt, doch de toepassing van arti
kel 15 te verlangen, dat den Volkenbond er
toe verplicht zelf een uitspraak over de beste
oplossing van het geschil te doen zooals met
helaas zoo weinig succes in de geschillen
tusschen China en Japan en tusschen Bolivia
en Paraguay geschied is. Niet alleen bestaat
er bij de andere Volkenbondsstaten een be
grijpelijke huivering, om dit. artikel toe te
passen, van wege de bittere ervaringen in de
beide vorige gevallen opgedaan, doch boven
dien heeft de Abessynische regeering het
hierdoor aan Mussolini's vertegenwoordiger
gemakkelijk gemaakt, om op juridische gron
den zich tegen een behandeling van het ge
schil door den Volkenbond te verzetten. Want
in tegenstelling tot art. II van het Volken
bondsverdrag is het door Abessynië ingeroe
pen artikel 15 uitsluitend toepasselijk op ge
schillen „die niet aan arbitrage onderworpen
zijn". In het Wal-Wal-geschil tusschen Abes
synië en Italië zijn beide landen echter reeds
overeengekomen dit geschil aan de arbitrage
procedure van art. 5 van het Abessynlsch
Italiaansche vriendschapsverdrag van 1928 te
onderwerpen, ook al is men met deze arbitra
geprocedure nog heel weinig opgeschoten!
De Abessynische nota aan den Volkenbond
geeft ons een verklaring, waarom het met die
arbitrage nog steeds hokt! Iedere regeering
3. De Duitsche Rijksregeering is niet voor
nemens een verdrag té onderteekenen, dat
haar niet na te komen, schijnt, zij zal even
wel ieder vrijwillig oridérteekend verdrag,
ook wanneer het-is opgesteld voor zij aan het
bewind is gekomen, scrupuleus nakomen. Zij
zal derhalve in het bijzonder alle uit het
verdrag van Locarno voortvloeiende ver
plichtingen zoo lang nakomen als de andere
.partners hunnerzijds eveneen.?,bereid zijn dit
pact "te handhaven.
De Duitsche regè.ering, ziet in de respec
teering vah 'de 'gedemilitariseerde zone een
voor een souvereinen staat buitengewoon
moeilijke bijdrage tot de pacificatie van Eu
ropa. Zij meent er op te moeten wijzen dat
de voortdurende vergrooting der troepen
contingenten aan de andere zijde geenszins
beschouwd kunnen worden als een aanvul
ling op dit streven.
4. De Duitsche Rijksregeering is te allen
tijde- bereid deel te nemen aan een systeem
van collectieve samenwerking voor de garan
tie van den Europeeschen vrede.
5. De Duitsche Rijksregeering is van mee
ning. dat de organisatie van een Europeesche
samenwerking niet kan tot stand komen in
den vorm van eenzijdig opgelegde voor
waarden.
6. De Duitsche Rijksregeering is princi
pieel bereid niet aanvalspacten te sluiten met
haar afzonderlijke nabuurstaten en deze te
compl.etéeren door alle bepalingen welke stre
ven naar 'n isoleering van de oorlogvoerenden
en-'n localiseering van den haard van den oor
log, in het bijzonder ten aanzien van de leve
ring van materiaal en wapens in tijd van
oorlog of vrede.
7. De Duitsche Rijksregeering is bereid
toe te stemmen in de aanvulling van het pact
van Locarno met een Luchtpact en op dit
punt in onderhandeling te treden.
8) De Duitsche Rijksregeering heeft de mate
van uitbreiding der nieuwe Duitsche weer
macht bekend gemaakt. Zij zal daarvan on
der geen omstandigheden afwijken. Zij ziet
noch te lande noch in de lucht, noch ter zee
in de vervulling van haar programma's eeni-
ge bedreiging van een anderen staat
Zij is evenwel op ieder tijdstip bereid in
Hoofdpijn, Kiespijn.
pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder
Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist
(Adv. Ingez. Med.)
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC.
Na een langen, kouden tocht vond het vogeltje het land, het elfen
land van koning Oberon, dat er prachtig uitzag. De vogel daalde voor
den koning neer en groette hem eerbiedig.
„Wel, kleine vogel," vroeg Oberon. „wat is er aan de hand?"
„Ik kom zoo juist," zei het vogeltje, „uit het verre gebied van den
winter. Ik kom U zeggen, dat Thijs IJs bevroren-en gevangen is in
koning Winter's kasteel."
„Hè," riep Oberon, „wat zeg je? Maar dan is hij in groot gevaar!"
haar bewapening die beperkingen toe te pas
sen welke eveneens door de andere staten
worden aangegaan.
De beperking der Duitsche marine met 35
pet. der Engelsche marine ligt nog 15 pet. be
neden de totale tonnage der Fransche vloot.
De Duitsche Rijksregeering verklaart: deze
eisch is voor Duitschland definitief en perma
nent. Duitschland heeft noch het voornemen,
noch de noodzaak of de middelen over te
gaan tot een bewapeningswedloop ter zee.
De Duitsche regeering heeft liet oprechte
voornemen alles te doen om tot het Britsche
volk en de Britschen staat een verhouding te
vinden en te behouden, welke een herhaling
van een eenigen strijd tusschen beide naties
voor altijd zal verhinderen.
9) De Duitsche Rijksregeering is bereid ac
tief deel te nemen aan alle pogingen, welke
zouden kunnen leiden tot practische beper
king der bewapeningen.
De Duitsche Rijksregeering acht de ge
dachte, vliegtuigen af te schaffen doch 't bom
bar dement bestaanbaar te laten, onzinnig en
niet effectief. Zij is voor het verbod van wel
pen met gas-, brand- en ontplofbare ham
men buiten een eigenlijke strïjdzone.
Indien het bommenwerpen als zoodanig
evenwel als een barbaarschheid welke in
strijd is met het volkenrecht zou worden ge
brandmerkt, dan zal de bouw van bommen
werpers derhalve spoedig als overbodig en
doelloos, vanzelf worden gestaakt.
10). De Duitsche Rijksregeering is bereid
toe te stemmen in iedere beperkingen, welke
zal leiden tot 'n terzijdestelling van de juist
voor den aanval geschiktste zwaarste wape
nen. Deze wapenen zijn artillerie van het
grootste kaliber en de zware tanks.
Met het oog op de ontzaglijke versterkingen
der Fransche grens zou een dergelijke inter
nationale afschaffing der zwaarste aan
valswapenen Frankrijk automatisch in het
bezit stellen van een volkomen veiligheid.
11) Duitschland verklaard) zich bereid toe te
stemmen in iedere beperking van het kaliber
der artillerie, der slagschepen kruisers en tor
pedobooten, terwijl de Duitsche Rijksregee
ring eveneens bereid is iedere internationale
beperking der scheepstonnage te accepteeren,
zoo mede ten slotte van de beperking van
de tonnage der duikbooten of ook tot hun
volledige afschaffing in geval van een inter
nationale regeling.
12) De Duitsche Rijksregeering is van mee
ning, dat alle pogingen door internationale
of multilaterale verdragen een meer effec
tieve ontspanning tusschen verschillende sta
ten te bereiken, vergeefs zullen moeten zijn
zoolang niet door geschikte maatregelen een
vergiftiging van de openbare meening der
volken door onverantwoordelijke elementen in
woord en geschrift, in cinema en theater op
doeltreffende wijze wordt voorkomen.
13). De Duitsche Rijksregeering is ten allen
tijde bereid toe te stemmen in een internatio
nale overeenkomst, welke op effectieve wijze
alle pogingen tot inmenging van buiten af in
andere staten onmogelijk maakt. Zij moet
evenwel eischen dat een dergelijke regeling
internationaal zal gelden en alle staten ten
goede komt.
Daar het gevaar bestaat, dat in landen met
regeeringen, welke niet door het algemeen
vertrouwen van het volk worden gedragen,
bimie-nlandsche geschillen door belangheb
bende zijde maar al te gemakkelijk als buiten-
landsche inmenging kan worden genoemd,
schijnt het noodzakelijk het begrip „inmen
ging" internationaal nauwkeurig te defi-
nïeeren.
Ten slotte verklaarde Hitier als leider dei-
natie en als kanselier van het Rijk geen twij
fel te kunnen laten over de mogelijkheid den
vrede te handhaven. De volken willen den
vrede Het moet de regeeringen mogelijk zijn
den vrede te bedaren.
heeft het recht twee der arbiters te benoe
men. die dan den vijfden in gemeen overleg
zullen aanwijzen. Terwijl Italië echter be
weert. dat dc twee door de regeering van
Abessynic te benoemen arbiters zelf staatsbur
gers van Abessynië moeten zijn, is de Abessy
nische regeering van oordeel, dat zij ook bui
tenlanders tot haar vertrouwensmannen mag
benoemen. De vertraging, die door dit mec-
ningsverschil over de nationaliteit der door
Abessynië te kiezen arbiters is verwekt, waar
door de toestand steeds scherper geworden is,
leert weder, hoe noodzakelijk het is, dat de
regeeringen bij het sluiten van een arbitrage
verdrag voor een hoogst duidelijken tekst zor
gen. Hierdoor zal moeten vermeden worden,
dat in tijden van spanning plotselinge onvoor
ziene meehlngsverschil 1 en over de beteekenis
van een verdragsbepaling de crisis nog ver
scherpen.
Zullen de leden van den Volkenbondsraad in
deze zaak stellig met grooten ijver ernaar
streven, zij het ook meer door besprekingen
buiten de Raadszaal dan in de vergadering
zelf, om een oorlog nog te verhoeden, de Bui
tengewone Volkenbondsvergadering zal in
haar waarschijnlijk kortstondige bijeenkomst
zich nogmaals met een geschil hebben bezig
te houden, dat reeds een oorlog verwekt heeft:
het Chaco-geschil tusschen Bolivia en Para
guay. In deze week is de Commissie van Drie-
en-twintig weder bijeen geweest, om de hier
aan gewijde zitting der Volkenbondsvergade-
ring voor te bereiden.
Het is weder het oude liedje geworden. Tel
kens wanneer de Volkenbond bijeenkomt om
den nog steeds voortdurenden oorlog te be
spreken, begint weder een nieuwe bemidde
lingspoging in Zuid-Amerika zelf. En steeds
heet het daarvan, dat deze nu werkelijk zoo
veel kansen op succes en dus op herstel van
den vrede biedt, dat „Genève" het best zal
doen maar weer een .afwachtende houding
aan te nemen.
Zoo is het ook ditmaal weer gegaan. Toen
de „Commissie van 23" in Maart bijeen kwam,
deelden de gedelegeerden van Argentinië en
Chili mede. dat hun regeeringen een nieuw
vredesplan hadden. De Commissie van '23 gaf
den Zuid-Amerikanen haar zegen op hun po
gen en besloot, dat de Buitengewone Volken
bondsvergadering eerst twee maanden later
zou bijeenkomen, om te zien. hoe de toestand
zich ontwikkeld heeft en of wellicht scher
pere maatiegelen tegen den staat, die den
vrede verhindert, te nemen zouden zijn. Bijna
twee maanden is er vrijwel niets aan bemid
delen gedaan. Doch op 11 Mei gelukt het Ar
gentinië en Chili eindelijk een nieuwe Anie-
rikaansche „groep van bemiddelaars" te Vor
men en de ministers van buitenlandsche za
ken van Bolivia en Paraguay te bewegen per
soonlijk naar Büenos-Ayres te komen, om
daar over het herstel van den vrede te on
derhandelen. Voor het eerst sinds het uitbre
ken van den oorlog twee jaren geleden zullen
de leiders van de buitenlandsche politiek der
twee strijdende, landen elkander persoonlijk
ontmoeten en spreken!. Wat kon de Commis
sie van 23 onder deze omstandigheden anders
doen dan aan de Buitengewone Volkenbonds
vergadering aan te bevelen maar opnieuw ge
duld te oefenen en het woord aan de Ameri-
kaansche bemiddelaars te laten? Maar het is
begrijpelijk, dat..,althans enkele leden der
commissie, zooals de Sovjetgedelcgeerde
Birschfeld en de Zweed Westman, tegenover
het optimisme"vah Argentinië en Chili aan
de vele teleurstellingen, die de Amerikaansche
bemiddelingspogingen in de laatste jaren ge
bracht hebben, herinnerden en erop aan
drongen, dat de Commissie van 23 onmiddel
lijk weder bijeen zou komen, als ook ditmaal
onverhoopt de vredesconferentie van Buenos-
Ayres een mislukking zou worden! Van het
uitspreken van een wensch, dat de gehoopte
„vrede van Buenos-Ayres" op de aanbeve
lingen der Volkenbondsvergadering van 24
November 1934 gegrond zou zijn, heeft de
Commissie van 23 zich geheel onthouden.
Hoezeer een dergelijke vrede ook het meest
rechtvaardig' zou schijnen, de Commissie van
23 heeft zich op het standpunt gestéld, dat
i zij de kansen op beëindiging van het bloed
vergieten niet zou mogen verkleinen door erop
aan te dringen, dat de „groep van bemidde
laars" aan de aanbevelingen van Genève zal
vasthouden.
Thans nog een enkel woord over twee ge
beurtenissen uit deze week, die op meer
vreedzaam terrein voorvielen. Twee Volken
bondsorganen, het Financieele Volkenbonds
comité en de Volkenbondscommissie voor de
bestrijding van den vrouwenhandel, hebben
hun rapport aan den Volkenbondsraad inge
zonden. Het Financieele Comité bespreekt
hierin den financieelen en economischen toe
stand van Oostenrijk, Hongarije en Bulgarije,
drie staten die nog steeds eenigszins onder toe
zicht van den Volkenbondsraad staan, omdat
de Raad eenige verantwoordelijkheid voor hun
goed financieel beheer heeft op zich genomen
door het aanbevelen van de deelneming aan
de door deze landen uitgegeven internationale
leeningen.
Opvallend is het verschil in toon, waarop
het Financieele Volkenbondscomité over deze
drie landen en hun regeeringen spreekt. Oos
tenrijk krijgt slechts woorden van lof te hoe
ren; de toestand gaat voort steeds beter te
worden, ook al ontbreekt het natuurlijk niet
aan financieele zorgen. In Hongarije is de fi
nancieele en economische toestand nog steeds
zorgwekkend, doch de regeering doet althans
haar best en wordt voor haar bemoeiingen
geprezen. In Bulgarije is het echter vrijwel
een janboel. Het tekort over 1934 is onrust
barend groot; en het geheele begrootings-
stelsel is daar zoo ingewikkeld en duister, dat
niemand, nóch de Bulgaarsche regeering zelf,
nóch het Financieele Volkenbondscomité, ook
maar eenigszins zich een zuiver beeld van
den werkelijken toestand maken kan! Het Fi
nancieele Comité geeft een lange lijst van
hervormingen ter aanbeveling. Wat liet eco
nomisch rcgceringsbeleid betreft, dit is niet
alleen onverstandig, doch bovendien wordt
vaak meer met de belangen van een bepaalde
groep dan men het algemeen belang rekening
gehouden. Kortom, het oordeel der financieele
Volkenbondsdeskundigen over het beleid der
Bulgaarsche regeering is vernietigend!
Uit het rapport der Volkenbondscommissie
voor de bestrijding van den vrouwenhandel
wil ik nog slechts dit ééne aanhalen, dat er
ernstig sprake van is, dat de Volkenbondscon
ferentie voor een doeltreffender bestrijding
van den vrouwenhandel in het Verre Oosten
het volgende jaar gehouden zal worden in
een stad in Nederlandsch-lndië. Men had
eerst gedacht aan Singapore of Honkong, doch
beide steden bedankten voor de eer. De lieve
vrouwenhandelaars schijnen daar zoo talrijk
en machtig te zijn, dat men het niet raad
zaam achtte de centrale politie-autoriteiten
uit de landen uit het Verre Oosten daar te
ontvangen! In Nederlandsch-lndië hebben wij
gelukkig gezondere toestanden, waardoor Java
thans het ernstigst voor deze Volkenbonds
conferentie in aanmerking komt.
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK