Hitler deelt de Duitsche eischen mede. EEN WEEK VOLKENBONDSWERK. THIJS IJS EN DE WINTERKONING. a,' 0 E N S D A G 22 M E I 1935 BUITENLAND. Duitschland bereid tot toetreding tot den Volkenbond, wanneer deie onafhankelijk van Versailles staat. Locarno zal gerespecteerd worden. Onder voorwaarden bereid tot deelneming aan collectief vredessysteem. Duitschland is principieel voor bewapeningsbeperking. in de toekomst de onderteekening van verdra gen nog voor zin kan hebben. Ondanks jaren lang vergeefs wachten op de verdragsinlossing van den anderen kant, was Duitschland echter ook verder bereid zijn hand niet te weigeren voor een werkelijk collectief samenwerken. Er wordt thans menigmaal de hoop uitge sproken, dat Duitschland zelf met een con structief plan komt. Nu, ik heb niet eenmaal, maar reeds verscheidene malen dergelijke voorstellen gedaan. Wanneer men mijn con structief plan van een leger van driehonderd duizend man had aangenomen, zou men mis schien thans vele zorgen minder hebben en zouden vele lasten lichter wegen. Het is ech ter bijna doelloos constructieve plannen in te dienen, wanneer hun verwerping van tevoren reeds kan worden beschouwd als zeker. In het verdere verloop van zijn redevoering oefende Hitier critiek uit op ..zekere interna tionale onderhandelingsmethoden" teneinde voor zoover Duitschland betrof, het volgende uiteen te zetten: Wij zullen aan geen enkele conferentie deel nemen aan het opstellen van welker program wij niet van tevoren mede deel hebben gehad. Wij denken er niet aan wanneer twee of drie staten een verdrags gerecht ontwerpen het eerste daarvan te moeten proeven. Daarmede wil ik niet zeggen, dat wij ons niet de vrijheid voor behouden achteraf onze toestemming en onze onderteekening te geven aan verdra gen, omdat wij bij het opstellen daarvan, resp. aan de conferenties geen deel heb ben genomen. Volstrekt niet. Het kan mogelijk zijn dat ons een verdrag ondanks het feit dat wij niet hebben deelgenomen aan de opstelling of aan de conferentie, die het voor een reeks van staten tot besluit maakte, toch nog in den definitief tot stand gekomen vorm bevalt en nuttig schijnt. De Duitsche Rijksregeerïng moet zich zelf echter voorbehouden dit zelf te bepalen. Even eens schijnt het mij bedenkelijk den vrede te misbruiken als voorwendsel voor constructies, die minder de collectieve veiligheid dienen dan veeleer, gewild of niet gewild, de collectieve oorlogsvoorbereiding. De wereldoorlog be hoorde slechts een schreeuwende waarschu wing te zijn. Ik geloof niet, dat Europa ten tweeden male zonder de vreeselijkste ontwrich ting een dergelijke catastrophe zou doorstaan, Wat Duitschland deed. Duitschland heeft tegenover Frankrijk plechtig de ma het Saarplebisciet ontstane grenzen aanvaard en gegarandeerd. Duitsch land heeft met Polen zonder rekening te houden met het voorbije een aangenomen, dat ge weld uitsluit. Wij hebben dit alles gedaan ondanks het feit. dat wij daarmede b.v. groote oorlogen hebben gevoerd. Wij willen van onzen kant alles doen om met het Fransche volk tot een vrede en tot een werkelijke vriendschap te komen. Wanneer wij echter het Duitsche volk een verder bloedvergieten willen besparen, zelfs daar, waar dit gepaard gaat met een offer voor ons. dan denken wij er niet aan ons bloed zonder keuze te verpanden voor vreemde belangen. Wij denken er niet aan, voor ieder op een of andere wijze mogelijk door ons nog bepaald nog te beïnvloeden conflict ons Duit sche volk, zijn mannen en zijn zonen bij verdrag te verkoopen. Hoe de vrede gediend kan worden. Duitschland wil met alle nabuurstaten, ook de kleine naties vreedzaam en vriendschap pelijk omgaan. Maar hoezeer Duitschland den 'vrede liefheeft, even weinig ligt het in onze hand, dat niét en juist in het Oosten tusschen een paar staten conflicten kunnen uitbreken. Bij de aanvang vam zoo'n conflict moet gevreesd worden, dat door de bijstandsverplichtingen minder de weg zal leiden naar het uitvinden van den aanvaller dan veeleer naar de onder steuning van den eigen belangen nuttigen staat. De zaak des vredes wordt waarschijn lijk meer gediend, wanneer bij het uitbreken van een conflict zich onmiddellijk de wereld terugtrekt van beide partijen, dan haar wa penen reeds van tevoren bij verdrag in den strijd te laten brengen. De Sovjet Unie. In dit verband, aldus Hitier, doet zich nog een bijzonder geval voor en wel de diame trale tegenstelling tusschen het nationaal- socialisme van den Duitschen staat en het Communisme van Sovjet-Rusland, hetgeen de Rijkskanselier uitvoerig schilderde. Tusschen de nationaal-socialisten en de Bolsjewisten staan meer dan vierhonderd vermoorde na tionaal socialistische partijgenooten en al- Adiolf Hitier. Vóór de Rijksdagzitting van Dinsdag is onder voorzitterschap van Hitier een zitting gehoudenwaarin beraadslaagd werd over de door den Rijksminister ingediende defen- siewet, welke werd aangenomen. Verder werd een wet aangenomen inzake wijziging van de wet op het Rijksministerschap, volgens welke algemeen actieve soldaten minister kunnen worden. Bij een tot Rijksminister benoemd soldaat berusten de aanspraken op zijn dienstinkomen. Hitier spreekt. Rijksminister Goerïng opende als voorzit ter van den Rijksdag de zitting met een kor te redevoering, waarin hij het overleden Rijksdaglid Hans Schemm herdacht en woor den van waardeering en deelneming uitte bij het overlijden van maarschalk Pilsoedski. Voordat het woord aan Rijkskanselier Hitier was, deelde de Rijksminister van binnen- landsche zaken, dr. Frick nog mede, dat de aangenomen defensiewet Woensdag zal wor den afgekondigd. Hierop ving Hitier aan met het uitspre ken van zijn met spanning verwachte rede voering. Hij zette voorop, dat Duitschland en het nationaal-socialisme den vrede willen. Duitschland ziet hi een door macht afge dwongen versmelting van 'n volk niet slechts een verkeerd politiek doel, maar als resul taat daarvan een in gevaar brengen van de innerlijke eenheid en daarmede van de sterkte van een volk voor zeer geruimeri tijd. De nationaal-socialistische leer wijst der halve de gedachte dogmatisch af van een nationale assimilatie. Daarmede is ook het burgerlijk geloof aan de mogelijkheid van een .germaniseering" weerlegd. Het is derhalve noch onze wensch, noch ons voornemen vreemde volksgedeelten het volks- eigen'e, de taal of de cultuur, te ontnemen om hun daarvoor een vreemde, Duitsche, op te dwingen. Antwoord aan Eden. Duitschland aldus ging Hitier verder heeft den vrede noodig. Wanneer ik nu hoor uit den mond van een Èngelschen staatsman, dat zulke verzekeringen niets zijn, en slechts in de onderteekening van collectieve verdragen de waarborg gelegen is, verzoek ik den heer Eden, daarbij te willen bedenken, dat het in ieder geval gaat om een „verzekering". Het is dikwijls veel gemakkelijker een naam te plaat sen onder verdragen met het innerlijke voor behoud van een laatste overweging achteraf omtrent het nakomen daarvan op het beslis sende uur, dan tegenover een geheel volk, in volkomen openlijkheid zich uit te spreken voor een politiek, die den vrede dient, aangezien zij de voorwaarden voor den oorlog afwijst. Ik zou de onderteekening hebben kunnen plaatsen onder tien verdragen met de verkla ring, die ik naar aanleiding van het Saar plebisciet aan Frankrijk heb gegeven. Wan neer ik als lasthebber en leider van het Duit sche volk voor de wereld en mijn volk de ver zekering geef, dat er met de oplossing van het Saarprobleem aan Frankrijk geen territoriale eischen meer gesteld zullen worden, dan is dit een bijdrage tot den vrede, die grooter is, dan vele onderteekeningen onder vele pacten. Sedert eenigen tijd leeft de wereld in een ware manie van collectieve samenwerking, col lectieve veiligheid, collectieve verzekeringen enz., die allen op het eerste gezicht een con- creten inhoud hebben, maar bij nader toezien op zijn minst ruimte geven aan veelvuldige interpretaties Herinnering aan Wilson. Hitler wees er in dit verband op, dat de ge dachte aan collectieve samenwerking tusschen de volkeren oorspronkelijk afstamt van den Amerikaanschen president Wilson, maar dat reeds in 1919 over de collectieve samenwer king van alle volkeren met het opleggen van den vrede van Versailles aan het Duitsche volk, het doodvonnis was uitgesproken, door dat inplaats van de gelijkheid van allen, de klassificatie trad van overwinnaars en over wonnenen. In het vredesdictaat van Versailles desondanks uitdrukkelijk vastgelegd dat de ontwapening van Duitschland slechts vooraf moest gaan tot tiet mogelijk maken van de ontwapening der anderen. Door dit eene voor meld wordt vastgesteld hoezeer de gedachte der collectieve samenwerking juist door die genen geschonden is, die thans de luidruchtig ste voorstanders daarvan zijn. Duitschland heeft de in het Vredesverdrag opgelegde ver plichtingen „met een waar fanatisme" nage komen, hetgeen Hitler met een reeks cijfers staafde. Mogendheden pleegden verdrags breuk. Met een reeks voorbeelden staafde Hitier bewering, dat door de overwinnaars de offensieve wapenen als vliegtuigen, tanks, ^vare artillerie, onderzeeërs enz. verder ont wikkeld, verbeterd en vermeerderd werden, forwijl Duitschland deze wapenen alle moest •omietigen en dit ook deed. Wanneer dit niet mn eclatante verdragsbreuk en wel een een- zijdige verdragsbreuk is, terwijl de andere Jga» zijn verplichtingen volkomen had. na- n, zal men moeilijk kunnen inzien, wat leen reeds- ruim 43.000 gewonden van de N.S.D.A.P. voor zoover het bij het bolsjewisme om een Russische aangelegenheid gaat, heb ben wij er ,in het geheel geen interesse voor, verklaarde de Rijkskanselier. Ieder volk wil op zijn eigen manier zalig worden. Voor zoover dit bolsjewisme evenwel Duitschland in zijn ban trekt, zijn wij zijn meest fanatieke vijand. Litauen. Hitier legde er den nadruk op, dat Duitsch land bij geen enkelen Europeeschen oorlog iets te winnen heeft, dat 't slechts vrijheid en onafhankelijkheid wil en daarom bereid is met el zijn buurstaten non-agressiepacten sluiten. Wanneer wij Litauen daarbij uit zonderen. geschiedt dit niet omdat wij daar een oorlog wenschen, maar omdat wij geen politieke verdragen kunnen aangaan met een staat, welke de méést primitieve wetten van menschelijke samenleving desavoueert. Oostenrijk. Met betrekking tot Oostenrijk verklaarde de Rijkskanselier,, dat de Duitsche regeering de met Oostenrijk ontstane spanning des te meer betreurt1, d&ar'daardoor een storing is ingetreden in onze vroeger zoo goede betrek kingen met Italië, een staat, waarmede wij overigens geenerlei belangentegenstellingen hebben. De Duitsche Rijksregeering staat tegenover de actueele problemen op het volgende standpunt: Dertien punten. 1. De Duitsche Rijksregeering verwerpt de op 17 Maart door den Volkenbond aange nomen resolutie. Niet Duitschland heeft het verdrag van Versailles eenzijdig geschonden, doch het dictaat van Versailles werd in de bekende punten eenzijdig geschonden en daarmede buiten werking gesteld door die mogendheden, die er niet toe konden beslui ten de door Duitschland geeischte ontwape ning op de bij het verdrag vastgelegde wijze te laten volgen. De door dit besluit van Genève Duitsch land toegebrachte -nieuwe discrimineering maakt het de regeering van het Duitsche Rijk onmogelijk, in dit instituut terug te kee- ren, aleer de voorwaarden voor een werke lijk gelijke rechtspositie van' alle deelnemers zijn geschapen. Deze rechtsgelijkheid moet zich uitstrekken tot alle functies en alle bezitsrechten in het internationale leven 2. De Duitsche Rijksregeering heeft zich harerzijds tengevolge van de niet nakoming der ontwaoeningsverplichtinsen door de an dere staten losgemaakt van de artikelen, welke een discrimineering van de Duitsche natie beteekenen. Zij verklaart hiermede plechtig, dat deze hare maatregelen uitslui tend betrekking hebben op de het Duitsche volk moreel en zakelijk discrimineerende en medegedeelde punten. De Duitsche regeering zal derhalve de andere, op de samenleving der naties betrekking hebbende artikelen, met inbegrip van de territoriale bepalingen onvoorwaardelijk respecteeren en de in den loop der tijden onvermijdelijke herzieningen slechts ten uitvoer leggen langs den weg van een .vredelievende overeenstemming. Het geschil tusschen Abessynië en Italië. Nogmaals de oorlog tusschen Bolivia en Paraguay. De zitting van het financiëele Volkenbondscomité. Een conferentie in Nederlandsch-lndië voor de bestrijding van den vrouwen handel in het Verre Oosten? (Van onzen correspondent) Genève, 18 Mei 1935 De week. die aan de 86ste zitting van den Volkenbondsraad, die Litwinof tot voorzitter zal hebben, is voorafgegaan, heeft zelf reeds heel wat leven in het sinds Paschen zoo stille Volkenbondsgebouw gebracht. De nieuwe nota van de regeering van Abessynië heeft vooral de aandacht getrokken en veel gedachtenwis seling uitgelokt. De Abessynische regeering heeft hierbij een nieuw beroep op den Volkenbondsraad ge daan, om ervoor te zorgen, dat het geschil met Italië op vreedzame wijze zal worden bij gelegd, De regeering van Abessynië heeft stel lig het recht gebruik te maken van de be voegdheid. die artikel 11 van t Volkenbonds verdrag allen Volkenbondsleden toekent, om de aandacht van den Raad te vestigen op eelti ge omstandigheid, die den vrede en de goede betrekkingen tusschen twee staten dreigt te verstoren. Zij heeft echter een slechten raad gever gehad, die haar ertoe bewogen heeft zich niet op dit artikel te beroepen, dat den Vol kenbondsraad de plicht tot bemiddelend op treden oplegt, doch de toepassing van arti kel 15 te verlangen, dat den Volkenbond er toe verplicht zelf een uitspraak over de beste oplossing van het geschil te doen zooals met helaas zoo weinig succes in de geschillen tusschen China en Japan en tusschen Bolivia en Paraguay geschied is. Niet alleen bestaat er bij de andere Volkenbondsstaten een be grijpelijke huivering, om dit. artikel toe te passen, van wege de bittere ervaringen in de beide vorige gevallen opgedaan, doch boven dien heeft de Abessynische regeering het hierdoor aan Mussolini's vertegenwoordiger gemakkelijk gemaakt, om op juridische gron den zich tegen een behandeling van het ge schil door den Volkenbond te verzetten. Want in tegenstelling tot art. II van het Volken bondsverdrag is het door Abessynië ingeroe pen artikel 15 uitsluitend toepasselijk op ge schillen „die niet aan arbitrage onderworpen zijn". In het Wal-Wal-geschil tusschen Abes synië en Italië zijn beide landen echter reeds overeengekomen dit geschil aan de arbitrage procedure van art. 5 van het Abessynlsch Italiaansche vriendschapsverdrag van 1928 te onderwerpen, ook al is men met deze arbitra geprocedure nog heel weinig opgeschoten! De Abessynische nota aan den Volkenbond geeft ons een verklaring, waarom het met die arbitrage nog steeds hokt! Iedere regeering 3. De Duitsche Rijksregeering is niet voor nemens een verdrag té onderteekenen, dat haar niet na te komen, schijnt, zij zal even wel ieder vrijwillig oridérteekend verdrag, ook wanneer het-is opgesteld voor zij aan het bewind is gekomen, scrupuleus nakomen. Zij zal derhalve in het bijzonder alle uit het verdrag van Locarno voortvloeiende ver plichtingen zoo lang nakomen als de andere .partners hunnerzijds eveneen.?,bereid zijn dit pact "te handhaven. De Duitsche regè.ering, ziet in de respec teering vah 'de 'gedemilitariseerde zone een voor een souvereinen staat buitengewoon moeilijke bijdrage tot de pacificatie van Eu ropa. Zij meent er op te moeten wijzen dat de voortdurende vergrooting der troepen contingenten aan de andere zijde geenszins beschouwd kunnen worden als een aanvul ling op dit streven. 4. De Duitsche Rijksregeering is te allen tijde- bereid deel te nemen aan een systeem van collectieve samenwerking voor de garan tie van den Europeeschen vrede. 5. De Duitsche Rijksregeering is van mee ning. dat de organisatie van een Europeesche samenwerking niet kan tot stand komen in den vorm van eenzijdig opgelegde voor waarden. 6. De Duitsche Rijksregeering is princi pieel bereid niet aanvalspacten te sluiten met haar afzonderlijke nabuurstaten en deze te compl.etéeren door alle bepalingen welke stre ven naar 'n isoleering van de oorlogvoerenden en-'n localiseering van den haard van den oor log, in het bijzonder ten aanzien van de leve ring van materiaal en wapens in tijd van oorlog of vrede. 7. De Duitsche Rijksregeering is bereid toe te stemmen in de aanvulling van het pact van Locarno met een Luchtpact en op dit punt in onderhandeling te treden. 8) De Duitsche Rijksregeering heeft de mate van uitbreiding der nieuwe Duitsche weer macht bekend gemaakt. Zij zal daarvan on der geen omstandigheden afwijken. Zij ziet noch te lande noch in de lucht, noch ter zee in de vervulling van haar programma's eeni- ge bedreiging van een anderen staat Zij is evenwel op ieder tijdstip bereid in Hoofdpijn, Kiespijn. pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist (Adv. Ingez. Med.) ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Na een langen, kouden tocht vond het vogeltje het land, het elfen land van koning Oberon, dat er prachtig uitzag. De vogel daalde voor den koning neer en groette hem eerbiedig. „Wel, kleine vogel," vroeg Oberon. „wat is er aan de hand?" „Ik kom zoo juist," zei het vogeltje, „uit het verre gebied van den winter. Ik kom U zeggen, dat Thijs IJs bevroren-en gevangen is in koning Winter's kasteel." „Hè," riep Oberon, „wat zeg je? Maar dan is hij in groot gevaar!" haar bewapening die beperkingen toe te pas sen welke eveneens door de andere staten worden aangegaan. De beperking der Duitsche marine met 35 pet. der Engelsche marine ligt nog 15 pet. be neden de totale tonnage der Fransche vloot. De Duitsche Rijksregeering verklaart: deze eisch is voor Duitschland definitief en perma nent. Duitschland heeft noch het voornemen, noch de noodzaak of de middelen over te gaan tot een bewapeningswedloop ter zee. De Duitsche regeering heeft liet oprechte voornemen alles te doen om tot het Britsche volk en de Britschen staat een verhouding te vinden en te behouden, welke een herhaling van een eenigen strijd tusschen beide naties voor altijd zal verhinderen. 9) De Duitsche Rijksregeering is bereid ac tief deel te nemen aan alle pogingen, welke zouden kunnen leiden tot practische beper king der bewapeningen. De Duitsche Rijksregeering acht de ge dachte, vliegtuigen af te schaffen doch 't bom bar dement bestaanbaar te laten, onzinnig en niet effectief. Zij is voor het verbod van wel pen met gas-, brand- en ontplofbare ham men buiten een eigenlijke strïjdzone. Indien het bommenwerpen als zoodanig evenwel als een barbaarschheid welke in strijd is met het volkenrecht zou worden ge brandmerkt, dan zal de bouw van bommen werpers derhalve spoedig als overbodig en doelloos, vanzelf worden gestaakt. 10). De Duitsche Rijksregeering is bereid toe te stemmen in iedere beperkingen, welke zal leiden tot 'n terzijdestelling van de juist voor den aanval geschiktste zwaarste wape nen. Deze wapenen zijn artillerie van het grootste kaliber en de zware tanks. Met het oog op de ontzaglijke versterkingen der Fransche grens zou een dergelijke inter nationale afschaffing der zwaarste aan valswapenen Frankrijk automatisch in het bezit stellen van een volkomen veiligheid. 11) Duitschland verklaard) zich bereid toe te stemmen in iedere beperking van het kaliber der artillerie, der slagschepen kruisers en tor pedobooten, terwijl de Duitsche Rijksregee ring eveneens bereid is iedere internationale beperking der scheepstonnage te accepteeren, zoo mede ten slotte van de beperking van de tonnage der duikbooten of ook tot hun volledige afschaffing in geval van een inter nationale regeling. 12) De Duitsche Rijksregeering is van mee ning, dat alle pogingen door internationale of multilaterale verdragen een meer effec tieve ontspanning tusschen verschillende sta ten te bereiken, vergeefs zullen moeten zijn zoolang niet door geschikte maatregelen een vergiftiging van de openbare meening der volken door onverantwoordelijke elementen in woord en geschrift, in cinema en theater op doeltreffende wijze wordt voorkomen. 13). De Duitsche Rijksregeering is ten allen tijde bereid toe te stemmen in een internatio nale overeenkomst, welke op effectieve wijze alle pogingen tot inmenging van buiten af in andere staten onmogelijk maakt. Zij moet evenwel eischen dat een dergelijke regeling internationaal zal gelden en alle staten ten goede komt. Daar het gevaar bestaat, dat in landen met regeeringen, welke niet door het algemeen vertrouwen van het volk worden gedragen, bimie-nlandsche geschillen door belangheb bende zijde maar al te gemakkelijk als buiten- landsche inmenging kan worden genoemd, schijnt het noodzakelijk het begrip „inmen ging" internationaal nauwkeurig te defi- nïeeren. Ten slotte verklaarde Hitier als leider dei- natie en als kanselier van het Rijk geen twij fel te kunnen laten over de mogelijkheid den vrede te handhaven. De volken willen den vrede Het moet de regeeringen mogelijk zijn den vrede te bedaren. heeft het recht twee der arbiters te benoe men. die dan den vijfden in gemeen overleg zullen aanwijzen. Terwijl Italië echter be weert. dat dc twee door de regeering van Abessynic te benoemen arbiters zelf staatsbur gers van Abessynië moeten zijn, is de Abessy nische regeering van oordeel, dat zij ook bui tenlanders tot haar vertrouwensmannen mag benoemen. De vertraging, die door dit mec- ningsverschil over de nationaliteit der door Abessynië te kiezen arbiters is verwekt, waar door de toestand steeds scherper geworden is, leert weder, hoe noodzakelijk het is, dat de regeeringen bij het sluiten van een arbitrage verdrag voor een hoogst duidelijken tekst zor gen. Hierdoor zal moeten vermeden worden, dat in tijden van spanning plotselinge onvoor ziene meehlngsverschil 1 en over de beteekenis van een verdragsbepaling de crisis nog ver scherpen. Zullen de leden van den Volkenbondsraad in deze zaak stellig met grooten ijver ernaar streven, zij het ook meer door besprekingen buiten de Raadszaal dan in de vergadering zelf, om een oorlog nog te verhoeden, de Bui tengewone Volkenbondsvergadering zal in haar waarschijnlijk kortstondige bijeenkomst zich nogmaals met een geschil hebben bezig te houden, dat reeds een oorlog verwekt heeft: het Chaco-geschil tusschen Bolivia en Para guay. In deze week is de Commissie van Drie- en-twintig weder bijeen geweest, om de hier aan gewijde zitting der Volkenbondsvergade- ring voor te bereiden. Het is weder het oude liedje geworden. Tel kens wanneer de Volkenbond bijeenkomt om den nog steeds voortdurenden oorlog te be spreken, begint weder een nieuwe bemidde lingspoging in Zuid-Amerika zelf. En steeds heet het daarvan, dat deze nu werkelijk zoo veel kansen op succes en dus op herstel van den vrede biedt, dat „Genève" het best zal doen maar weer een .afwachtende houding aan te nemen. Zoo is het ook ditmaal weer gegaan. Toen de „Commissie van 23" in Maart bijeen kwam, deelden de gedelegeerden van Argentinië en Chili mede. dat hun regeeringen een nieuw vredesplan hadden. De Commissie van '23 gaf den Zuid-Amerikanen haar zegen op hun po gen en besloot, dat de Buitengewone Volken bondsvergadering eerst twee maanden later zou bijeenkomen, om te zien. hoe de toestand zich ontwikkeld heeft en of wellicht scher pere maatiegelen tegen den staat, die den vrede verhindert, te nemen zouden zijn. Bijna twee maanden is er vrijwel niets aan bemid delen gedaan. Doch op 11 Mei gelukt het Ar gentinië en Chili eindelijk een nieuwe Anie- rikaansche „groep van bemiddelaars" te Vor men en de ministers van buitenlandsche za ken van Bolivia en Paraguay te bewegen per soonlijk naar Büenos-Ayres te komen, om daar over het herstel van den vrede te on derhandelen. Voor het eerst sinds het uitbre ken van den oorlog twee jaren geleden zullen de leiders van de buitenlandsche politiek der twee strijdende, landen elkander persoonlijk ontmoeten en spreken!. Wat kon de Commis sie van 23 onder deze omstandigheden anders doen dan aan de Buitengewone Volkenbonds vergadering aan te bevelen maar opnieuw ge duld te oefenen en het woord aan de Ameri- kaansche bemiddelaars te laten? Maar het is begrijpelijk, dat..,althans enkele leden der commissie, zooals de Sovjetgedelcgeerde Birschfeld en de Zweed Westman, tegenover het optimisme"vah Argentinië en Chili aan de vele teleurstellingen, die de Amerikaansche bemiddelingspogingen in de laatste jaren ge bracht hebben, herinnerden en erop aan drongen, dat de Commissie van 23 onmiddel lijk weder bijeen zou komen, als ook ditmaal onverhoopt de vredesconferentie van Buenos- Ayres een mislukking zou worden! Van het uitspreken van een wensch, dat de gehoopte „vrede van Buenos-Ayres" op de aanbeve lingen der Volkenbondsvergadering van 24 November 1934 gegrond zou zijn, heeft de Commissie van 23 zich geheel onthouden. Hoezeer een dergelijke vrede ook het meest rechtvaardig' zou schijnen, de Commissie van 23 heeft zich op het standpunt gestéld, dat i zij de kansen op beëindiging van het bloed vergieten niet zou mogen verkleinen door erop aan te dringen, dat de „groep van bemidde laars" aan de aanbevelingen van Genève zal vasthouden. Thans nog een enkel woord over twee ge beurtenissen uit deze week, die op meer vreedzaam terrein voorvielen. Twee Volken bondsorganen, het Financieele Volkenbonds comité en de Volkenbondscommissie voor de bestrijding van den vrouwenhandel, hebben hun rapport aan den Volkenbondsraad inge zonden. Het Financieele Comité bespreekt hierin den financieelen en economischen toe stand van Oostenrijk, Hongarije en Bulgarije, drie staten die nog steeds eenigszins onder toe zicht van den Volkenbondsraad staan, omdat de Raad eenige verantwoordelijkheid voor hun goed financieel beheer heeft op zich genomen door het aanbevelen van de deelneming aan de door deze landen uitgegeven internationale leeningen. Opvallend is het verschil in toon, waarop het Financieele Volkenbondscomité over deze drie landen en hun regeeringen spreekt. Oos tenrijk krijgt slechts woorden van lof te hoe ren; de toestand gaat voort steeds beter te worden, ook al ontbreekt het natuurlijk niet aan financieele zorgen. In Hongarije is de fi nancieele en economische toestand nog steeds zorgwekkend, doch de regeering doet althans haar best en wordt voor haar bemoeiingen geprezen. In Bulgarije is het echter vrijwel een janboel. Het tekort over 1934 is onrust barend groot; en het geheele begrootings- stelsel is daar zoo ingewikkeld en duister, dat niemand, nóch de Bulgaarsche regeering zelf, nóch het Financieele Volkenbondscomité, ook maar eenigszins zich een zuiver beeld van den werkelijken toestand maken kan! Het Fi nancieele Comité geeft een lange lijst van hervormingen ter aanbeveling. Wat liet eco nomisch rcgceringsbeleid betreft, dit is niet alleen onverstandig, doch bovendien wordt vaak meer met de belangen van een bepaalde groep dan men het algemeen belang rekening gehouden. Kortom, het oordeel der financieele Volkenbondsdeskundigen over het beleid der Bulgaarsche regeering is vernietigend! Uit het rapport der Volkenbondscommissie voor de bestrijding van den vrouwenhandel wil ik nog slechts dit ééne aanhalen, dat er ernstig sprake van is, dat de Volkenbondscon ferentie voor een doeltreffender bestrijding van den vrouwenhandel in het Verre Oosten het volgende jaar gehouden zal worden in een stad in Nederlandsch-lndië. Men had eerst gedacht aan Singapore of Honkong, doch beide steden bedankten voor de eer. De lieve vrouwenhandelaars schijnen daar zoo talrijk en machtig te zijn, dat men het niet raad zaam achtte de centrale politie-autoriteiten uit de landen uit het Verre Oosten daar te ontvangen! In Nederlandsch-lndië hebben wij gelukkig gezondere toestanden, waardoor Java thans het ernstigst voor deze Volkenbonds conferentie in aanmerking komt. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 3