1 DE VROUW IN DE XXe EEUW. KEUKENGEHEIMEN. DOELMATIGE BEROEPSKLEEDING. Een Virtuoos. V R IJ D A G 24 M EI 1935 ONZE ZONNEJURK. In den tijd na Paschen gaan we alvast onze heele zomergarderobe in orde maken, zoodat we, zoodra het wat warmer wordt, niet eerst nog een poosje in te dikke kleeren behoeven te loopen, maar dadelijk onze zomer japonnen aan kunnen trekken. Onze afbeelding toont daarom ook alvast een practische zomerjurk, die echter inplaats van een rok een wijde, op een rok gelijkende, broek heeft. Het is een model dat heel ge makkelijk zelf te maken is. Het lijfje zonder mouwen heeft een vierkante hals en is aan de rugzijde heel diep puntvormig uitgesneden. Als materiaal gebruiken we indanthren linnen. Ook voor fiets- en wandeltochten kimnen we onze jurk gebruiken. Van linnen in een contrasteerende kleur maken we een kleine cape, met een punt op den rug, die aan de jurk geknoopt wordt. De ceintuur is van de stof van de cape. Knippatroon verkrijgbaar bij de redactie van dit blad voor slechts f 0.50, MET CRETONNE EN WAT HANDIGHEID. Het bewaren van de papieren servetjes le vert vaak moeilijkheden op; ze kreukelen en gaan er onoogelijk uitzien en men schaamt zich een beetje om ze te gebruiken. Dat bezwaar is gemakkelijk te ondervangen. Daarvoor moeten we allereerst echter- onze lappenmand eens nasnuffelen, of we er ook een lapje cretonne in vinden. A i Is dat het geval, dan kunnen we aan het werk gaan. Wij snijden een paar cantonnetjes van ongeveer 25 bij 30 centimeter. Deze be plakken we netjes met effen papier. Aan de. beide zijkanten van de car tonnetjes maken we dan een snede (zie teekening). Daardoor ha len we dan de band cretonne, die op dezelfde breedte geknipt is, op de manier, zooals u op de teekening duidelijk kunt zien. De band cre tonne sluiten we met drukkertjes. Nu is de map voor het bewaren van de servetjes klaar; deze steken we n.l. eenvoudig tusschen de rand cretonnen en het cartonnetje. Aan de andere kant kunnen we desgewenscht de ta felmatjes bergen. Zoo ziet u, dat met weinig moeite voor alles een oplossing te vinden is. RITA VAN B. DE EINDSPURT. De laatste ronde van het schooljaar is be gonnen, en nu zal het dan beslist worden overgaan of blijven zitten, door het examen komen of zakken. Voor de meesten is dit een spannende tijd, en dat niet alleen voor de kinderen, maar even erg, misschien nog wel veel erger, voor de ouders, die nu eenmaal de verantwoorde lijkheid dragen. Voor een gering deel zijn er de kinderen die zonder eenigen twijfel zijn, aan den eenen kant de twijfellooze knapperds, aan den anderen kant de hopelooze gevallen, waarvan de ouders zich met het Paasch- rapport noodgedwongen reeds in het geval hebben geschikt, hebben moeten schikken in de meeste gevallen. En dan is soms het overdoen van een klassejaar een verademing voor het kind. dat jaar op jaar achterbleef, en nu tenminste de kans weer krijgt, het verlorene in te halen. Wat niet wegneemt dat de remedie die „zitten-blijven" heet, altijd een bittere pil blijft om te slikken. Het meerendeel echter moet er ettelijke schepjes opleggen om de repetities van de laatste weken met succes te kunnen maken, en dat geeft meer dan.eens aanleiding tot narigheid in huis. Het weer wordt "steeds mooier, de avonden zijn maar kort, en allerlei zomerheerliikheden lokken het kind naar bui ten, terwijl de repetities als dreigingen op den achtergrond staan. Sommige kinderen die een aard van precies heid hebben, deelen hun tijd economisch in en met hen behoeven de ouders zich weinig ten opzichte van het huiswerk te bemoeien. Anderen voelen ook wel voor dit systematische werken, maar hun aard is tegen hen en zij hebben een helpende hand noodig om het systeem door te voeren. Als de ouders zich hiermee eenigszins bemoeien, zal er toch vol doende systeem in zijn om het werken wel te doen slagen. Veel en veel meer zijn er echter, die zich door alles laten verlokken, behalve door hun werk, en die met man en macht aan den arbeid gezet moeten worden na den school tijd. Voor hen houden sommige ouders er het denkbeeld od na: geen oogenblik mag onge bruikt voorbijgaan ,en zoo moeten zij dade lijk na schooltijd aan het werk tot het eten, om daarna weer direct aan te vallen tot bed tijd toe. Als strafmaatregel voor de al te lucht- hartïgen zal deze methode misschien wel eenigen zin hebben, maar dan toch slechts tijdelijk, en volkomen als „straf" opgelegd. Het lijkt maar al te waarschijnlijk dat kinde ren die voortdurend op een dergelijke wijze met hun huiswerk worden achternagezeten., uitvluchten en smoesjes gaan verzinnen om aan die ophooping van werktijden te ont komen. En eigeHhik- kan men ze dat niet eens al te kwalijk nemen. Deze eindspurt geeft ook weieens aanlei ding tot wel te laat naar bed gaan, wat allerminst bevorderlijk is voor kinderen, vooral wanneer zij toch al niet sterk zijn, wat bij H. B. S.-meisjes nogal eens voorkomt. Kunnen zulke kinderen 's morgens gemak kelijk opstaan, dan is het veel beter om ze intijds naar bed te sturen, en de rest van het werk vóór het ontbijt te laten afmaken. Eén voorwaarde daarvan is echter, dat het kind zich gewoon aankleedt en daarna pas gaat werken repetities leeren in bed is onbegon nen werk. omdat dan vast en zeker de noo dige activiteit ontbreekt, om het noodige afdoende in zich op te nemen en te ver werken. Maar nu zijn er ook de kinderen die 's mor gens moeilijk wakker te krijgen zijn, waarmee niet bedoeld zijn zij. die niet uit hun bed zijn te halen, maar die niet uit hun slaan zijn te krijgen. Zij hebben een heelen tijd noodig om volledig bij hun positieven te ko men en in dien ti.id vermorsen zij hun ijver, omdat zij toch bijna niets in zich kunnen opnemen. Voor hen is het avondwerk vrijwel noodzaak, en het is in de meeste gevallen beter om ze 's avonds te laten werken totdat alles af is, en hun dan zoo lang mogelijk te laten slapen. Voor degenen die alleen maar lang in bed willen liggen, ook al zijn ze uitgeslapen, is dat natuurlijk niet noodig, voor hen is het zelfs wel eens goed om gedwongen te worden deze neiging tot luieren te overwinnen. Bovendien is een beetje poot-aanspelen heusch niet zoo erg: aan het einde lokt im mers een vacantie van eenige weken, die ruim voldoende is om elke overmaat van inspan ning weer te compenseeren. E. E. J.—P. ZUSJES NACHTPON. Ook als ze naar bed gaan, willen we zoo graag, dat onze kleintjes er snoezig uitzien. Voor hun pyama's en nachtjaponnetjes kie zen we allerlei aardige stoffen in zachte tin ten, vooral kleine bloemetjes zijn bijzonder geschikt. Het hier afgebeelde modelletje is aller aardigst. Het is gemaakt van witte, ge bloemde batist in een mille fleurs ressin, en 't is heel lang. Het bestaat uit een pas. die juist tot onder de armpjes komt met aange knipte mouwtjes, waaraan een strak man chetje. Het onderstuk van het nachtjapon netje wordt ingerimpeld en daarna aan de pas gezet. Aan den voorkant een splitje met een rij knoopjes. Langs de hals een effen biesje in de kleur van de bloemetjes. Knippatronen verkrijgbaar bij de redactie San dit blad voor slechts 0.4O, ANGST VOOR DEN ZWARTEN MAN! Pikante Havermoutkoekjes. 150 gram havermout, 3 eieren, 1 flinke ui. peper, zout, noot, 3 eetlepels water met een maggibloke, 1 eetlepel fijn gehakte peterselie, 50 gram boter. De eieren worden met zout, noot en peper geklopt en het water, waarin te voren het bouillon blokje is opgelost en dat afgekoeld moet zijn, daarna wordt de havermout er door geroerd, die ongeveer l a 11/2 uur moet weeken. De ui wordt gesnipperd en in de boter goud geel gebakken, daarna met de gehakte peter selie door de havermout geroerd. Van dit mengsel worden in de koekepan ronde koekjes gebakken, met boter, slaolie of delfrite Schotel van Ham en eieren. 150 gram rauwe ham, 2 groote uien, 6 eie ren en 75 gram boter. De uien worden aan plakken gesneden en in 25 gram boter goudbruin gebakken, daar na warm gehouden, terwijl de aan dikke plakken gesneden versche ham in een weinig boter aan beide zijde gaar wordt gebakken in de koekepan en op een verwarmde schotel overgebracht bedekt met gebakken uien. Het laatst worden de spiegeleieren gebakken en op de uien gelegd. Deze bijzonder smakelijke schotel kan aan de koffietafel worden ge geven. maar smaakt ook bijzonder goed bij spinazie en andere groenten. en als je nu niet dadelijk met schreeu wen ophoudt, dan komt de zwarte man en stopt je in de zak!" Met groote schrikoogen kijkt het kind naar de moeder en dreigend legt zich het spook van de zwarte man op het kinderzieltje! Er is dus ergens een zwarte man, die kinderen in zijn zak stopt. De moeder heeft er geen flauw idee van, hoe deze bedreiging in het kind verder werkt. En ze is heel verbaasd, wanneer, als eenige weken later een oom in een donker costuum op bezoek komt, het kind huilend weg loopt en niet te kalmeeren is. Zelfs de chocoladereep, die de oom meebrengt is niet in staat het kind kalm te krijgen. Een ander geval. Een kleine jongen is ver dwaald in de stad. Huilend staat hij bij een halte en weet niet, waar hij naar toe moet. Ik vraag hem naar zijn naam en zijn adres. Ver trouwelijk geeft antwoord: hij moet met de tram naar de buitenwijken. Maar hij staat aan een verkeerde halte. Omdat ik zelf geen tijd heb, wil ik de jongen aan de zorgen van een agent toevertrouwen, die hem wel in de goede tram zal zetten. Ik neem hem bij de hand en wil hem naar de agent brengen. Toen hij merkte, wat mijn be doeling was, rukte hij zich angstig los, rende over de straat en werd bijna overreden. Hij had een ontzettende angst voor de politie. Ik haal hem snel in, praat even met hem, maar hij begint dadelijk te huilen, wanneer ik hem probeer te bewegen mee naar de agent te gaan. „Nee, nee, niet naar den agent; die heeft- een sabel, waarmee hij me dood slaat!" Pas na lan[ praten kan ik hem meekrijgen en een onge loovig glimlachen glijdt over het gezicht van het kind, wanneer de agent zich over hem buigt en hem vriendelijk toespreekt. „Ja, ja", zegt de agent, „verschillende moe ders maken het ons heel moeilijk. Ze dreigen de kinderen met ons en als dan werkelijk de nood eens aan den man komt, als zoo'n kind verdwaalt en we willen het helpen, dan loopt het weg. Daar zijn al heel wat ongelukken mee gebeurd ook. En dat alles door onverstandige moeders." Het „dreigspook" moet verdwijnen uit de opvoeding der kinderen. De „zwarte mannen" „booze politieagenten", de „heksen" en „too- venaars" hooren niet in de moderne opvoe ding. Zonder te denken wordt zooiets gezegd; maar het kind vergeet het nooit meer. De kin derlijke fantasie spint het gedachtenloos door de moeder gebruikte woord verder uit, wordt bang in het donker en ziet overal spoken. Geen enkel kind is van nature bang. Als niemand het kind op het idee zou brengen, dat een donkere kamer iets was om bang in te zijn, zou het kind er niet op komen. Dreigt men het echter: „Als je weer stout bent, st-op ik je in een donker hok", dan denkt het kind dadelijk, dat de donkerheid iets is om bang voor te zijn. Met dreigementen moet men een kind niet opvoeden. Men kan een kind ook op andere wijze straffen, als het noodig is. Het maakt veel meer indruk op een kind, wanneer men ernstig mee praat en beroep op zijn verstand doet. „Wie is er bang voor de zwarte man?" Niemand moeder; want de zwarte man heb ben we voor altijd uit de kinderwereld ver bannen. Ook in haar beroep wil de werkende vrouw graag smaakvol en vooral doelmatig gekleed zijn. De rok en blouse is wel het meest prac tische, omdat we op dezelfde rok steeds een andere blouse kunnen dragen. Het is veel goedkooper, om een of twee rokken met een paar blouses te hebben dan verschillende ja ponnen, en we zien er toch altijd goed gekleed uit. De rok moet donker zijn, b.v. bruin of donkerblauw, waarop stof en vuil minder gauw te zien zijn dan op een lichte rok. De blouse kan licht zijn en moet liefst goed gewasschen kunnen worden. En natuurlijk moet het mo del heel eenvoudig zijn; géén overbodige strik ken of slippen, die tijdens het werk alk maar hinderlijk zijn. Dat smaak en doelmatigheid heel goed vereenigen zijn toont de blouse op onze af beelding. Het modelletje is van rechte, gele angorakasha. Het is een heel gewoon model letje met een heel eenvoudig kraagje en korte mouwen. De blouse wordt gesloten met vier heel groote donkerbruine houten knoopen Op de drie zakjes donkerbruine gespen, die een eenvoudige, smaakvolle garneering vormen Er wordt een donkerbruine rok onder ge dragen. De Vrouw in Italië. Natuurlijk is er niet „de" vrouw in Italië. Er is verschil tusschen de vrouw uit de aris tocratie, uit den middenstand, uit het volk; tusschen de vrouw van het platteland en haar zuster uit de stadEven vriendelijk als het Italiaansche kamermeisj e, is de vrouw op straat, die men den weg vraagt en die meeloopt, een omweg maakt, opdat de vreem deling niet zal verdwalen! Even beminnelijk de Marchese, die over den muur harer villa de vreemdelinge gratielijk de roos biedt welke deze bewonderde. „En de moeders willen immers den vrede! De moeders willen niet, dat haar zonen wor den gedood of verminktDit was een onderdeel van een gesprek tusschen twee Italianen in den trein, dat sterk was gericht tegen den oorlog, den vernietiger van wel vaart en arbeid. We keken even op en knik ten toestemmend: „Niet waar, herhaalden zij tot ons: de moeders over de geheele we reld willen immers den vrede?" We dachten aan het gesprek, toen de meis jes met de zwarte rokken en witte blouses opgewekt marcheerden naar het monument voor Victor Emanuel te Rome, waar haar leid sters een saluut brachten aan den onbeken den soldaat. Marcheeren? 'h Was de bedoe ling, maar evenmin als bij haar mannelijke kameraden kregen we den indruk van den regelmatigen militairen pas Het soldaatje spelen schijnt toch niet te liggen in den aard van het Italiaansche volk, hoe goed het thuis moge zijn in de geschiedenis van zijn monu menten. De moeders willen den vrede! De Italiaansche „Moeders"! De verheerlijking van de Madonna, van de Moeder, welke zich uitte in de meesterwer ken van hun grootste schilders en beeld houwers, leeft nog altijd in de menigte. Een eenvoudig voorbeeld daarvan zagen we in de hulpvaardigheid van de conducteurs van trams en treinen iegens de moeder, die een beroep deed op hun medewerking. Het was nooit vergeefsch. Met oneindig geduld zocht .er. een de treinen op voor een ondernemend moedertje, dat met haar zuigeling haar ouders in Genua ging bezoeken, en in Catania in den trein stapte, zonder tevoren ooit al leen te hebben gereisd, zonder eenig begrip van aardrijkskunde of van de organisatie van zulk een reis. Hij beloofde haar. wel voor de bagage te zullen zorgen. Zij was niet de eenige moeder, die zich met haar kinderen waagde aan zulk een ver traject. Zijn in Italië niet altijd de afstanden groot? Het sterkste staaltje van dapperheid vonden we bij een moedertje dat met twee verwende jongetjes, een van drie en een van vijf, van Rome naar Parijs in één stuk door. nacht en dag reisde, om daar haar man te vinden, met wien zij naar Engeland zou vertrekken. Hij wachtte haar aan den Nord, had hij ge schreven! Zij wist niet, dat de trein uit het zuiden aan de gare du Lyon stilhield, zij kende geen woord Fransch, zij had geen Fransch klein geld bij zich, zij vroeg telkens aan ieder, die haar in het Italiaansch te woord kon staan, hoe laat de trein aankwam te Parijs en bij elk station verwachtte zij er te zijn. Haar omvangrijke uitrusting was in slechts één koffer en tal van doozen verpakt en steeds weer haalde zij onsystematisch alles overhoop om iets te zoeken, dat zij voor den nacht noodig had. Op het eind was zij wa- genziek van nervositeit en moeheid, want de kinderen waren druk en lastig en zij had niets om ze bezig te houden, sloeg erop, om als ze huilden een volgend oogenblik toe te geven en ze aan te halen. Toch waagde zij zich voor de lunch met haar tweetal aan haar rokken hangend naar den restauratiewagen, al moest ze ettelijke wagons passeeren! In derdaad het „Houdt moed", dat de Italianen elkaar te pas en te onpas toeroepen, scheen op haar wel toepasselijk. We herinneren ons niet vroeger zooveel vrouwen alleen in Italië te hebben zien reizen, maar in restaurants is de verschijning van de Italiaansche dame zonder heer nog altijd iets bijzonders. Naar mate we -Parijs naderden nam.bij. de-moeder-1 SCHOONHEIDSHOEKJE. Glanzend en droog haar. Met een behandeling van het hoofdhaar met ei verkrijgt men uitstekende resultaten. Men klopt twee dooiers schuimig en voegt hierbij, in den beginne druppels-gewijze. 3 eetlepels heet water, waarin een flinke thee lepel zeepvlokken en 1 theelepel keizcr-borax is opgelost. Met deze oplossing wordt het haar ;oed ingewreven en daarna eerst eenige malen met warm water nagespoeld; vervolgens spoelt men met 1/2 liter lauw water, waar een 1/2 citroen of 1/2 d.L. azijn aan is toegevoegd. Het haar wordt met een badhanddoek flink afgewreven, terwijl men tevens de hoofdhuid raakt, waardoor men de bloedcirculatie be vordert; daarna wordt het haar uitgekamd en indien dit van nature springt, dan legt men er met de vingers de golven in, waardoor het na gedroogd te zijn een geheel ander aanzien heeft gekregen. Het Roodborstje. van het tweetal de zorg voor eigen uiterlijk toe. Ze wist nog van japon te wisselen. Haar tweetal had zij een paar uur tevoren reeds schoone witte sokjes aangetrokken, die na tuurlijk bij aankomst pikzwart waren, even als de handjes, die overal naar graaiden. We konden inderdaad niet 't practische of pae- dagogisehe talent bewonderen van vele moe ders, die haar kinderen bovendien meestal veel te laat naar bed zenden. Maar we be sluiten daarom niet tot domheid van de ge middelde Italiaansche. We hebben voortref felijke leidsters van hotels en zaken ont moet, zijn in reisbureaux en aan de post uit stekend te woord gestaan door Italiaansche vrouwen, hebben vrouwelijke professoren ge kend en andere begaafde Italiaanschen. In Sicilië, dat zeer arm is, ondanks den vruchtbaren bodem, trof het ons, hoe de moe ders haar kinderen africhtten op bedelen. Een moedertje ze zag er heusch netjes uit zei: „Maakt U niet een compliment aan mijn baby?" We uitten onze bewondering voor het mooie kind, maar ze maakte een bekend gebaar met de vingers en voegde er aan toe: „Geef hem een paar soldi". We za gen vrouwen op het land werken en kwamen er velen tegen, die den berg opklommen, rechtop, met sierlijken gang den zwaren last op het hoofd torsend, net Grieksche beeld jes uit de oudheid! De vrouwen in Sicilië zijn over het algemeen mooi, zoolang zij jong zijn, zij dragen den doek over het hoofd en dra- peeren de shawl even gracieus als de Vene- tiaansche, maar dragen geen costuum. Al leen de tarantelle zagen we in costuum dansen. In Rome chauffeerden enkele dames, maar het is er nog een uitzondering. We zullen het laten bij deze enkele indrukken over de vrouw uit het land dat we reeds herhaaldelijk als toeriste bereisden, dat ons om zijn natuur en kunstschatten en ook om zijn beminne lijke zonnige bevolking altijd weer trekt. De Italiaansche vrouw verheft haar stem wel eens te hard. als zij ruzie heeft met haar echtgenoot, of als ze haar kinderen tot de orde roept, zij is niet volmaakt zoomin als haar zusteren elders, maar zij heeft een politesse de coeur, die haar altijd weer het hart van de vreemdelinge doet winnen, wel ke een van de sympathiekste eigenschappen is van de vrouw uit „het land van de zon". BMMX *L_B« 't Was in 't begin van April, toen de avond wind ging liggen en wij naar den Bloemen- aaalschen weg gingen, waar de roodborstjes zich al eenige dagen druk oefenden in hun lenteliedje. „Tsik, tsik, tsikketsikketsik!" Die korte scherpe geluidjes verrieden de aanwezigheid van de lieve zangertjes met hun sierlijke houding, hun kleurige pluimage en hun ver trouwelijkheid. Even v/achten tegenover Bloemenheuvel. Daar kwam het liedje, zacht, schuchter en fijn. Je kunt het stemmetje maar hooren.... het ruischt, murmelt, vloeit als een beekje over een kiezelig bed. Rustig en vredig vallen de toontjes uit het trillende keeltje. Mooi, nietwaar? Half April kwamen we er weer. Toen viel 't ons dadelijk op, dat het gezang in kracht had gewonnen en voller was gewor den. Nog wel een inleiding van fijne hooge gedragen tonen, maar gevolgd door andere, luider en krachtiger; dan een trillerweer hooge fluittonen en aan 't eind een paar korte noten. Volgde een pauzedan een herhaling van 't heele liedje, toch weer anders, inniger, vol smeltende tonengroepjes, als 't ware aan eengeregen met een fijnen zilverdraad. Tot in Mei bleef 't liedje hetzelfde. Toch elke week vuriger. Nu het fijne looi' den bosch- en duinrand in een doorzichtig gordijn van groen neteldoek heeft gehuld, heeft het rood- borstlied zijn hoogsten graad van heftigheid bereikt. Nu is er een wedstrijd in 't zingen, waarbij ieder mannetje zijn rivalen in wel luidendheid, kracht en innigheid tracht te overtreffen. Dat duurt tot in den avond. Eerst als de zanglijster zich op een hoogen top laat wiegen in den avondwind om de zon den af scheidsgroet van den dag te brengen, verstom men allengs de zangen der roodborstjes. Het roodborstje bouwt gewoonlijk aan den waikant. in een houtmijt, in klimop of in de ruigte aan den boschzoom. Kieskeurig is 't niet, want het neemt ook wel een blikje, een omgekeerden bloempot met een scherf er uit, een kapotte kruik of een gescheurde hekpost tot zijn gerief. Maar wat dunkt u van het volgende? In een wagon van de Rheingold-cxpres die eenigen tijd tc Bazel in reparatie had gestaan, had een roodborstpaar een nest gebouwd, waarin drie jongen waren uitgekomen. Toen de wagon weer in dienst werd gesteld, gingen de oude vogels een eind mee, maar raakten op den voederzoek het voertuig kwijt. De jon gen werden door het personeel met gekookte eitjes gevoerd, en deden eenige kecren de reis AmsterdamLuzern vice versa, tot ze einde lijk konden uitvliegen. Nog interessanter is een geval dat ik op de lijn Doetinchem—Enschede mocht waarnemen. In een goederenwagon van een dagelijks op en neergaanden trein had een roodborstpaar een nest met jongen. Op den voederzoek ble ven de oude vogels het boemelende treintje volgen en hadden na een paar weker, hun kleintjes zoover, dat deze het nest konden ver laten. Den heelen winter door hadden we dagelijks bezoek van een roodborstje, 't Kon een na- blijvertje zijn, want verreweg de meeste onzer vaderlandsche roodborstjes gaan op trek naar Noord-Afrika. Maar 't kon er ook een uit het Noorden wezen die de plaats van een Neder - landsche soortgenoot had ingenomen. Balti- sche roodborstjes komen graag hier de voed- selschaarschte en de nijpende kou van hun vaderland ontwijken. Zij zoeken naar kever tjes, larven, poppen en bessen maar vooral naar de rooae vierkante zaden der kardinaals- mutsjes. Daar zijn ze verzot op. Over veen, Mei. KERST ZWART. Een reuzenkaart. In de Amerikaansche republiek Guatemala heeft men een reliëf kaart van de heele republiek van steen, kalk en cement. l/h. a rivieren.zijn voorzien van strcomend water, de bergen hebben een flinke •hoogte en, geheel beslaat, eenige Hectarels,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7