1
DE VROUW IN DE XXe EEUW.
KEUKENGEHEIMEN.
DOELMATIGE BEROEPSKLEEDING.
Een Virtuoos.
V R IJ D A G 24 M EI 1935
ONZE ZONNEJURK.
In den tijd na Paschen gaan we alvast onze
heele zomergarderobe in orde maken, zoodat
we, zoodra het wat warmer wordt, niet eerst
nog een poosje in te dikke kleeren behoeven
te loopen, maar dadelijk onze zomer japonnen
aan kunnen trekken.
Onze afbeelding toont daarom ook alvast
een practische zomerjurk, die echter inplaats
van een rok een wijde, op een rok gelijkende,
broek heeft. Het is een model dat heel ge
makkelijk zelf te maken is. Het lijfje zonder
mouwen heeft een vierkante hals en is aan de
rugzijde heel diep puntvormig uitgesneden.
Als materiaal gebruiken we indanthren
linnen.
Ook voor fiets- en wandeltochten kimnen
we onze jurk gebruiken. Van linnen in een
contrasteerende kleur maken we een kleine
cape, met een punt op den rug, die aan de
jurk geknoopt wordt. De ceintuur is van de
stof van de cape.
Knippatroon verkrijgbaar bij de redactie
van dit blad voor slechts f 0.50,
MET CRETONNE EN WAT
HANDIGHEID.
Het bewaren van de papieren servetjes le
vert vaak moeilijkheden op; ze kreukelen en
gaan er onoogelijk uitzien en men schaamt
zich een beetje om ze te gebruiken.
Dat bezwaar is gemakkelijk te ondervangen.
Daarvoor moeten we allereerst echter- onze
lappenmand eens nasnuffelen, of we er ook
een lapje cretonne in vinden.
A
i
Is dat het geval, dan kunnen we aan het
werk gaan. Wij snijden een paar cantonnetjes
van ongeveer 25 bij 30 centimeter. Deze be
plakken we netjes met effen papier. Aan de.
beide zijkanten van de car tonnetjes maken we
dan een snede (zie teekening). Daardoor ha
len we dan de band cretonne, die op dezelfde
breedte geknipt is, op de manier, zooals u op
de teekening duidelijk kunt zien. De band cre
tonne sluiten we met drukkertjes. Nu is de
map voor het bewaren van de servetjes klaar;
deze steken we n.l. eenvoudig tusschen de
rand cretonnen en het cartonnetje. Aan de
andere kant kunnen we desgewenscht de ta
felmatjes bergen.
Zoo ziet u, dat met weinig moeite voor alles
een oplossing te vinden is.
RITA VAN B.
DE EINDSPURT.
De laatste ronde van het schooljaar is be
gonnen, en nu zal het dan beslist worden
overgaan of blijven zitten, door het examen
komen of zakken.
Voor de meesten is dit een spannende tijd,
en dat niet alleen voor de kinderen, maar
even erg, misschien nog wel veel erger, voor
de ouders, die nu eenmaal de verantwoorde
lijkheid dragen.
Voor een gering deel zijn er de kinderen
die zonder eenigen twijfel zijn, aan den
eenen kant de twijfellooze knapperds, aan
den anderen kant de hopelooze gevallen,
waarvan de ouders zich met het Paasch-
rapport noodgedwongen reeds in het geval
hebben geschikt, hebben moeten schikken
in de meeste gevallen. En dan is soms het
overdoen van een klassejaar een verademing
voor het kind. dat jaar op jaar achterbleef,
en nu tenminste de kans weer krijgt, het
verlorene in te halen.
Wat niet wegneemt dat de remedie die
„zitten-blijven" heet, altijd een bittere pil
blijft om te slikken.
Het meerendeel echter moet er ettelijke
schepjes opleggen om de repetities van de
laatste weken met succes te kunnen maken,
en dat geeft meer dan.eens aanleiding tot
narigheid in huis. Het weer wordt "steeds
mooier, de avonden zijn maar kort, en allerlei
zomerheerliikheden lokken het kind naar bui
ten, terwijl de repetities als dreigingen op
den achtergrond staan.
Sommige kinderen die een aard van precies
heid hebben, deelen hun tijd economisch in
en met hen behoeven de ouders zich weinig
ten opzichte van het huiswerk te bemoeien.
Anderen voelen ook wel voor dit systematische
werken, maar hun aard is tegen hen en zij
hebben een helpende hand noodig om het
systeem door te voeren. Als de ouders zich
hiermee eenigszins bemoeien, zal er toch vol
doende systeem in zijn om het werken wel te
doen slagen.
Veel en veel meer zijn er echter, die zich
door alles laten verlokken, behalve door hun
werk, en die met man en macht aan den
arbeid gezet moeten worden na den school
tijd.
Voor hen houden sommige ouders er het
denkbeeld od na: geen oogenblik mag onge
bruikt voorbijgaan ,en zoo moeten zij dade
lijk na schooltijd aan het werk tot het eten,
om daarna weer direct aan te vallen tot bed
tijd toe.
Als strafmaatregel voor de al te lucht-
hartïgen zal deze methode misschien wel
eenigen zin hebben, maar dan toch slechts
tijdelijk, en volkomen als „straf" opgelegd.
Het lijkt maar al te waarschijnlijk dat kinde
ren die voortdurend op een dergelijke wijze
met hun huiswerk worden achternagezeten.,
uitvluchten en smoesjes gaan verzinnen om
aan die ophooping van werktijden te ont
komen. En eigeHhik- kan men ze dat niet eens
al te kwalijk nemen.
Deze eindspurt geeft ook weieens aanlei
ding tot wel te laat naar bed gaan, wat
allerminst bevorderlijk is voor kinderen,
vooral wanneer zij toch al niet sterk zijn,
wat bij H. B. S.-meisjes nogal eens voorkomt.
Kunnen zulke kinderen 's morgens gemak
kelijk opstaan, dan is het veel beter om ze
intijds naar bed te sturen, en de rest van het
werk vóór het ontbijt te laten afmaken. Eén
voorwaarde daarvan is echter, dat het kind
zich gewoon aankleedt en daarna pas gaat
werken repetities leeren in bed is onbegon
nen werk. omdat dan vast en zeker de noo
dige activiteit ontbreekt, om het noodige
afdoende in zich op te nemen en te ver
werken.
Maar nu zijn er ook de kinderen die 's mor
gens moeilijk wakker te krijgen zijn, waarmee
niet bedoeld zijn zij. die niet uit hun bed
zijn te halen, maar die niet uit hun slaan
zijn te krijgen. Zij hebben een heelen tijd
noodig om volledig bij hun positieven te ko
men en in dien ti.id vermorsen zij hun ijver,
omdat zij toch bijna niets in zich kunnen
opnemen. Voor hen is het avondwerk vrijwel
noodzaak, en het is in de meeste gevallen
beter om ze 's avonds te laten werken totdat
alles af is, en hun dan zoo lang mogelijk te
laten slapen.
Voor degenen die alleen maar lang in bed
willen liggen, ook al zijn ze uitgeslapen, is dat
natuurlijk niet noodig, voor hen is het zelfs
wel eens goed om gedwongen te worden deze
neiging tot luieren te overwinnen.
Bovendien is een beetje poot-aanspelen
heusch niet zoo erg: aan het einde lokt im
mers een vacantie van eenige weken, die ruim
voldoende is om elke overmaat van inspan
ning weer te compenseeren.
E. E. J.—P.
ZUSJES NACHTPON.
Ook als ze naar bed gaan, willen we zoo
graag, dat onze kleintjes er snoezig uitzien.
Voor hun pyama's en nachtjaponnetjes kie
zen we allerlei aardige stoffen in zachte tin
ten, vooral kleine bloemetjes zijn bijzonder
geschikt.
Het hier afgebeelde modelletje is aller
aardigst. Het is gemaakt van witte, ge
bloemde batist in een mille fleurs ressin, en
't is heel lang. Het bestaat uit een pas. die
juist tot onder de armpjes komt met aange
knipte mouwtjes, waaraan een strak man
chetje. Het onderstuk van het nachtjapon
netje wordt ingerimpeld en daarna aan de
pas gezet. Aan den voorkant een splitje met
een rij knoopjes. Langs de hals een effen
biesje in de kleur van de bloemetjes.
Knippatronen verkrijgbaar bij de redactie
San dit blad voor slechts 0.4O,
ANGST VOOR DEN
ZWARTEN MAN!
Pikante Havermoutkoekjes.
150 gram havermout, 3 eieren, 1 flinke ui.
peper, zout, noot, 3 eetlepels water met een
maggibloke, 1 eetlepel fijn gehakte peterselie,
50 gram boter.
De eieren worden met zout, noot en peper
geklopt en het water, waarin te voren het
bouillon blokje is opgelost en dat afgekoeld
moet zijn, daarna wordt de havermout er door
geroerd, die ongeveer l a 11/2 uur moet
weeken.
De ui wordt gesnipperd en in de boter goud
geel gebakken, daarna met de gehakte peter
selie door de havermout geroerd. Van dit
mengsel worden in de koekepan ronde koekjes
gebakken, met boter, slaolie of delfrite
Schotel van Ham en eieren.
150 gram rauwe ham, 2 groote uien, 6 eie
ren en 75 gram boter.
De uien worden aan plakken gesneden en
in 25 gram boter goudbruin gebakken, daar
na warm gehouden, terwijl de aan dikke
plakken gesneden versche ham in een weinig
boter aan beide zijde gaar wordt gebakken in
de koekepan en op een verwarmde schotel
overgebracht bedekt met gebakken uien. Het
laatst worden de spiegeleieren gebakken en
op de uien gelegd. Deze bijzonder smakelijke
schotel kan aan de koffietafel worden ge
geven. maar smaakt ook bijzonder goed bij
spinazie en andere groenten.
en als je nu niet dadelijk met schreeu
wen ophoudt, dan komt de zwarte man en
stopt je in de zak!" Met groote schrikoogen
kijkt het kind naar de moeder en dreigend
legt zich het spook van de zwarte man op het
kinderzieltje! Er is dus ergens een zwarte man,
die kinderen in zijn zak stopt. De moeder heeft
er geen flauw idee van, hoe deze bedreiging in
het kind verder werkt. En ze is heel verbaasd,
wanneer, als eenige weken later een oom in
een donker costuum op bezoek komt, het kind
huilend weg loopt en niet te kalmeeren is.
Zelfs de chocoladereep, die de oom meebrengt
is niet in staat het kind kalm te krijgen.
Een ander geval. Een kleine jongen is ver
dwaald in de stad. Huilend staat hij bij een
halte en weet niet, waar hij naar toe moet. Ik
vraag hem naar zijn naam en zijn adres. Ver
trouwelijk geeft antwoord: hij moet met de
tram naar de buitenwijken. Maar hij staat
aan een verkeerde halte.
Omdat ik zelf geen tijd heb, wil ik de jongen
aan de zorgen van een agent toevertrouwen,
die hem wel in de goede tram zal zetten. Ik
neem hem bij de hand en wil hem naar de
agent brengen. Toen hij merkte, wat mijn be
doeling was, rukte hij zich angstig los, rende
over de straat en werd bijna overreden. Hij
had een ontzettende angst voor de politie. Ik
haal hem snel in, praat even met hem, maar
hij begint dadelijk te huilen, wanneer ik hem
probeer te bewegen mee naar de agent te gaan.
„Nee, nee, niet naar den agent; die heeft- een
sabel, waarmee hij me dood slaat!" Pas na lan[
praten kan ik hem meekrijgen en een onge
loovig glimlachen glijdt over het gezicht van
het kind, wanneer de agent zich over hem
buigt en hem vriendelijk toespreekt.
„Ja, ja", zegt de agent, „verschillende moe
ders maken het ons heel moeilijk. Ze dreigen
de kinderen met ons en als dan werkelijk de
nood eens aan den man komt, als zoo'n kind
verdwaalt en we willen het helpen, dan loopt
het weg. Daar zijn al heel wat ongelukken mee
gebeurd ook. En dat alles door onverstandige
moeders."
Het „dreigspook" moet verdwijnen uit de
opvoeding der kinderen. De „zwarte mannen"
„booze politieagenten", de „heksen" en „too-
venaars" hooren niet in de moderne opvoe
ding. Zonder te denken wordt zooiets gezegd;
maar het kind vergeet het nooit meer. De kin
derlijke fantasie spint het gedachtenloos door
de moeder gebruikte woord verder uit, wordt
bang in het donker en ziet overal spoken.
Geen enkel kind is van nature bang. Als
niemand het kind op het idee zou brengen,
dat een donkere kamer iets was om bang in
te zijn, zou het kind er niet op komen. Dreigt
men het echter: „Als je weer stout bent, st-op
ik je in een donker hok", dan denkt het kind
dadelijk, dat de donkerheid iets is om bang
voor te zijn.
Met dreigementen moet men een kind niet
opvoeden. Men kan een kind ook op andere
wijze straffen, als het noodig is. Het maakt
veel meer indruk op een kind, wanneer men
ernstig mee praat en beroep op zijn verstand
doet.
„Wie is er bang voor de zwarte man?"
Niemand moeder; want de zwarte man heb
ben we voor altijd uit de kinderwereld ver
bannen.
Ook in haar beroep wil de werkende vrouw
graag smaakvol en vooral doelmatig gekleed
zijn. De rok en blouse is wel het meest prac
tische, omdat we op dezelfde rok steeds een
andere blouse kunnen dragen. Het is veel
goedkooper, om een of twee rokken met een
paar blouses te hebben dan verschillende ja
ponnen, en we zien er toch altijd goed gekleed
uit. De rok moet donker zijn, b.v. bruin of
donkerblauw, waarop stof en vuil minder gauw
te zien zijn dan op een lichte rok. De blouse
kan licht zijn en moet liefst goed gewasschen
kunnen worden. En natuurlijk moet het mo
del heel eenvoudig zijn; géén overbodige strik
ken of slippen, die tijdens het werk alk
maar hinderlijk zijn.
Dat smaak en doelmatigheid heel goed
vereenigen zijn toont de blouse op onze af
beelding. Het modelletje is van rechte, gele
angorakasha. Het is een heel gewoon model
letje met een heel eenvoudig kraagje en korte
mouwen. De blouse wordt gesloten met vier
heel groote donkerbruine houten knoopen
Op de drie zakjes donkerbruine gespen, die
een eenvoudige, smaakvolle garneering vormen
Er wordt een donkerbruine rok onder ge
dragen.
De Vrouw in Italië.
Natuurlijk is er niet „de" vrouw in Italië.
Er is verschil tusschen de vrouw uit de aris
tocratie, uit den middenstand, uit het volk;
tusschen de vrouw van het platteland en
haar zuster uit de stadEven vriendelijk
als het Italiaansche kamermeisj e, is de vrouw
op straat, die men den weg vraagt en die
meeloopt, een omweg maakt, opdat de vreem
deling niet zal verdwalen! Even beminnelijk
de Marchese, die over den muur harer villa
de vreemdelinge gratielijk de roos biedt welke
deze bewonderde.
„En de moeders willen immers den vrede!
De moeders willen niet, dat haar zonen wor
den gedood of verminktDit was een
onderdeel van een gesprek tusschen twee
Italianen in den trein, dat sterk was gericht
tegen den oorlog, den vernietiger van wel
vaart en arbeid. We keken even op en knik
ten toestemmend: „Niet waar, herhaalden
zij tot ons: de moeders over de geheele we
reld willen immers den vrede?"
We dachten aan het gesprek, toen de meis
jes met de zwarte rokken en witte blouses
opgewekt marcheerden naar het monument
voor Victor Emanuel te Rome, waar haar leid
sters een saluut brachten aan den onbeken
den soldaat. Marcheeren? 'h Was de bedoe
ling, maar evenmin als bij haar mannelijke
kameraden kregen we den indruk van den
regelmatigen militairen pas Het soldaatje
spelen schijnt toch niet te liggen in den aard
van het Italiaansche volk, hoe goed het thuis
moge zijn in de geschiedenis van zijn monu
menten. De moeders willen den vrede! De
Italiaansche „Moeders"!
De verheerlijking van de Madonna, van de
Moeder, welke zich uitte in de meesterwer
ken van hun grootste schilders en beeld
houwers, leeft nog altijd in de menigte. Een
eenvoudig voorbeeld daarvan zagen we in de
hulpvaardigheid van de conducteurs van
trams en treinen iegens de moeder, die een
beroep deed op hun medewerking. Het was
nooit vergeefsch. Met oneindig geduld zocht
.er. een de treinen op voor een ondernemend
moedertje, dat met haar zuigeling haar
ouders in Genua ging bezoeken, en in Catania
in den trein stapte, zonder tevoren ooit al
leen te hebben gereisd, zonder eenig begrip
van aardrijkskunde of van de organisatie
van zulk een reis. Hij beloofde haar. wel voor
de bagage te zullen zorgen. Zij was niet de
eenige moeder, die zich met haar kinderen
waagde aan zulk een ver traject. Zijn in
Italië niet altijd de afstanden groot? Het
sterkste staaltje van dapperheid vonden we
bij een moedertje dat met twee verwende
jongetjes, een van drie en een van vijf, van
Rome naar Parijs in één stuk door. nacht
en dag reisde, om daar haar man te vinden,
met wien zij naar Engeland zou vertrekken.
Hij wachtte haar aan den Nord, had hij ge
schreven! Zij wist niet, dat de trein uit het
zuiden aan de gare du Lyon stilhield, zij
kende geen woord Fransch, zij had geen
Fransch klein geld bij zich, zij vroeg telkens
aan ieder, die haar in het Italiaansch te
woord kon staan, hoe laat de trein aankwam
te Parijs en bij elk station verwachtte zij er
te zijn.
Haar omvangrijke uitrusting was in slechts
één koffer en tal van doozen verpakt en
steeds weer haalde zij onsystematisch alles
overhoop om iets te zoeken, dat zij voor den
nacht noodig had. Op het eind was zij wa-
genziek van nervositeit en moeheid, want de
kinderen waren druk en lastig en zij had
niets om ze bezig te houden, sloeg erop, om
als ze huilden een volgend oogenblik toe te
geven en ze aan te halen. Toch waagde zij
zich voor de lunch met haar tweetal aan haar
rokken hangend naar den restauratiewagen,
al moest ze ettelijke wagons passeeren! In
derdaad het „Houdt moed", dat de Italianen
elkaar te pas en te onpas toeroepen, scheen
op haar wel toepasselijk. We herinneren ons
niet vroeger zooveel vrouwen alleen in Italië
te hebben zien reizen, maar in restaurants
is de verschijning van de Italiaansche dame
zonder heer nog altijd iets bijzonders. Naar
mate we -Parijs naderden nam.bij. de-moeder-1
SCHOONHEIDSHOEKJE. Glanzend en
droog haar.
Met een behandeling van het hoofdhaar
met ei verkrijgt men uitstekende resultaten.
Men klopt twee dooiers schuimig en voegt
hierbij, in den beginne druppels-gewijze. 3
eetlepels heet water, waarin een flinke thee
lepel zeepvlokken en 1 theelepel keizcr-borax
is opgelost. Met deze oplossing wordt het haar
;oed ingewreven en daarna eerst eenige malen
met warm water nagespoeld; vervolgens spoelt
men met 1/2 liter lauw water, waar een 1/2
citroen of 1/2 d.L. azijn aan is toegevoegd.
Het haar wordt met een badhanddoek flink
afgewreven, terwijl men tevens de hoofdhuid
raakt, waardoor men de bloedcirculatie be
vordert; daarna wordt het haar uitgekamd en
indien dit van nature springt, dan legt men
er met de vingers de golven in, waardoor het
na gedroogd te zijn een geheel ander aanzien
heeft gekregen.
Het Roodborstje.
van het tweetal de zorg voor eigen uiterlijk
toe. Ze wist nog van japon te wisselen. Haar
tweetal had zij een paar uur tevoren reeds
schoone witte sokjes aangetrokken, die na
tuurlijk bij aankomst pikzwart waren, even
als de handjes, die overal naar graaiden. We
konden inderdaad niet 't practische of pae-
dagogisehe talent bewonderen van vele moe
ders, die haar kinderen bovendien meestal
veel te laat naar bed zenden. Maar we be
sluiten daarom niet tot domheid van de ge
middelde Italiaansche. We hebben voortref
felijke leidsters van hotels en zaken ont
moet, zijn in reisbureaux en aan de post uit
stekend te woord gestaan door Italiaansche
vrouwen, hebben vrouwelijke professoren ge
kend en andere begaafde Italiaanschen.
In Sicilië, dat zeer arm is, ondanks den
vruchtbaren bodem, trof het ons, hoe de moe
ders haar kinderen africhtten op bedelen.
Een moedertje ze zag er heusch netjes uit
zei: „Maakt U niet een compliment aan
mijn baby?" We uitten onze bewondering
voor het mooie kind, maar ze maakte een
bekend gebaar met de vingers en voegde er
aan toe: „Geef hem een paar soldi". We za
gen vrouwen op het land werken en kwamen
er velen tegen, die den berg opklommen,
rechtop, met sierlijken gang den zwaren last
op het hoofd torsend, net Grieksche beeld
jes uit de oudheid! De vrouwen in Sicilië zijn
over het algemeen mooi, zoolang zij jong zijn,
zij dragen den doek over het hoofd en dra-
peeren de shawl even gracieus als de Vene-
tiaansche, maar dragen geen costuum. Al
leen de tarantelle zagen we in costuum
dansen.
In Rome chauffeerden enkele dames, maar
het is er nog een uitzondering. We zullen het
laten bij deze enkele indrukken over de vrouw
uit het land dat we reeds herhaaldelijk als
toeriste bereisden, dat ons om zijn natuur
en kunstschatten en ook om zijn beminne
lijke zonnige bevolking altijd weer trekt. De
Italiaansche vrouw verheft haar stem wel
eens te hard. als zij ruzie heeft met haar
echtgenoot, of als ze haar kinderen tot de
orde roept, zij is niet volmaakt zoomin als
haar zusteren elders, maar zij heeft een
politesse de coeur, die haar altijd weer het
hart van de vreemdelinge doet winnen, wel
ke een van de sympathiekste eigenschappen
is van de vrouw uit „het land van de zon".
BMMX *L_B«
't Was in 't begin van April, toen de avond
wind ging liggen en wij naar den Bloemen-
aaalschen weg gingen, waar de roodborstjes
zich al eenige dagen druk oefenden in hun
lenteliedje.
„Tsik, tsik, tsikketsikketsik!" Die korte
scherpe geluidjes verrieden de aanwezigheid
van de lieve zangertjes met hun sierlijke
houding, hun kleurige pluimage en hun ver
trouwelijkheid.
Even v/achten tegenover Bloemenheuvel.
Daar kwam het liedje, zacht, schuchter en
fijn. Je kunt het stemmetje maar hooren....
het ruischt, murmelt, vloeit als een beekje
over een kiezelig bed. Rustig en vredig vallen
de toontjes uit het trillende keeltje. Mooi,
nietwaar?
Half April kwamen we er weer.
Toen viel 't ons dadelijk op, dat het gezang
in kracht had gewonnen en voller was gewor
den. Nog wel een inleiding van fijne hooge
gedragen tonen, maar gevolgd door andere,
luider en krachtiger; dan een trillerweer
hooge fluittonen en aan 't eind een paar korte
noten.
Volgde een pauzedan een herhaling
van 't heele liedje, toch weer anders, inniger,
vol smeltende tonengroepjes, als 't ware aan
eengeregen met een fijnen zilverdraad.
Tot in Mei bleef 't liedje hetzelfde. Toch
elke week vuriger. Nu het fijne looi' den bosch-
en duinrand in een doorzichtig gordijn van
groen neteldoek heeft gehuld, heeft het rood-
borstlied zijn hoogsten graad van heftigheid
bereikt. Nu is er een wedstrijd in 't zingen,
waarbij ieder mannetje zijn rivalen in wel
luidendheid, kracht en innigheid tracht te
overtreffen. Dat duurt tot in den avond. Eerst
als de zanglijster zich op een hoogen top laat
wiegen in den avondwind om de zon den af
scheidsgroet van den dag te brengen, verstom
men allengs de zangen der roodborstjes.
Het roodborstje bouwt gewoonlijk aan den
waikant. in een houtmijt, in klimop of in de
ruigte aan den boschzoom. Kieskeurig is 't
niet, want het neemt ook wel een blikje, een
omgekeerden bloempot met een scherf er uit,
een kapotte kruik of een gescheurde hekpost
tot zijn gerief. Maar wat dunkt u van het
volgende?
In een wagon van de Rheingold-cxpres die
eenigen tijd tc Bazel in reparatie had gestaan,
had een roodborstpaar een nest gebouwd,
waarin drie jongen waren uitgekomen. Toen
de wagon weer in dienst werd gesteld, gingen
de oude vogels een eind mee, maar raakten
op den voederzoek het voertuig kwijt. De jon
gen werden door het personeel met gekookte
eitjes gevoerd, en deden eenige kecren de reis
AmsterdamLuzern vice versa, tot ze einde
lijk konden uitvliegen.
Nog interessanter is een geval dat ik op de
lijn Doetinchem—Enschede mocht waarnemen.
In een goederenwagon van een dagelijks op
en neergaanden trein had een roodborstpaar
een nest met jongen. Op den voederzoek ble
ven de oude vogels het boemelende treintje
volgen en hadden na een paar weker, hun
kleintjes zoover, dat deze het nest konden ver
laten.
Den heelen winter door hadden we dagelijks
bezoek van een roodborstje, 't Kon een na-
blijvertje zijn, want verreweg de meeste onzer
vaderlandsche roodborstjes gaan op trek naar
Noord-Afrika. Maar 't kon er ook een uit het
Noorden wezen die de plaats van een Neder -
landsche soortgenoot had ingenomen. Balti-
sche roodborstjes komen graag hier de voed-
selschaarschte en de nijpende kou van hun
vaderland ontwijken. Zij zoeken naar kever
tjes, larven, poppen en bessen maar vooral
naar de rooae vierkante zaden der kardinaals-
mutsjes. Daar zijn ze verzot op.
Over veen, Mei.
KERST ZWART.
Een reuzenkaart. In de Amerikaansche
republiek Guatemala heeft men een reliëf
kaart van de heele republiek van steen, kalk
en cement. l/h. a rivieren.zijn voorzien van
strcomend water, de bergen hebben een flinke
•hoogte en, geheel beslaat, eenige Hectarels,