Naar lagere Ioodstarieven
DE AVONTUREN VAN PROFESSOR NIMBUS.
Winsf der Nederlandsche Bank
gestegea
Goudwaarde van den gulden in het
middelpunt.
Jaarverslag 19341935.
In het verslag van den President der Ne
derlandsche Bank over het boekjaar 1934
1935 herinnert de president aan zijn opmer
king in het voorverslag, dat de geïsoleerde
krachtsinspanning, waartoe elk land na de
mislukking der Londensche wereldconferen
tie gedwongen werd, onvermijdelijk tot een
uitbreiding van kunstmatige toestanden zou
moeten leiden. Deze verwachting is in het
op 31 Maart 1935 afgesloten boekjaar helaas
gegrond gebleken. De internationale betrek
kin s:en werden in nog sterker mate bemoei
lijkt.
Voorts wordt gewezen op de dalende ten-
denz welke voor van het goud losgemaakte
valuta's heeft bestaan en die het eigen be
lang der betreffende landen zal moeten scha
den. Wellicht heeft deze overweging er toe
bijgedragen, dat de terugkeer naar een inter
nationalen, op goud geh:i.seerden standaard
meer in het middelpunt der belangstelling is
gekomen.
De landen die de goudpariteit van hun
ruilmiddel hebben "«'■•andhaafd hebben zich
voor die handha- directe opofferingen
getroost, niet omd. ?ij het dogma van den
gouden standaard verheerlijken, doch omdat
zij overtuigd zijn dat hun duurzaam eigen
belang het best gediend zal worden door het
voorkomen van verdere ernstige verstoringen
van den wereld toestand.
Dat ook op het gebied van het goederen-,
crediet- en kapitaalverkeer de ontwikkeling
in het afgeloopen jaar in de richting ging
van toenemende afsluiting en isoleering. be
hoeft geen betoog. Het crediet- en kapitaal
verkeer is nagenoeg geheel tot stilstand ge
komen. Wat het bnr>d-<ucverkeer betreft, de
waarde van den wereldhandel daalde in
1934 tot 31 procent van het cüfer van 1928.
p.o omvana daalde tot rond 70 procent van
dien van 1928, Alle landen ondervinden de
schadelijke werking van deze ontwikkeling.
Niettemin ontbreekt ook hier de kracht om
door onderling ovérleg tot een geleidelijke
vermindering van de tallooze belemmeringen
te geraken. Het terugkeer en op den te kwa
der ure ingeslagen weg wordt steeds moei
lijker. vooral daar de overheid zelve als ge
volg van door haar getroffen steunmaatrege
len zich onder die belanghebbenden bevindt,
welke het handhaven van kunstmatige si
tuaties hebben helpen versterken.
Met betrekking tot den internationalen
economlschen toestand kan als voornaam al
gemeen verschbnsel van gunstigen aard het
beperkte herstel in de grondstoffen produ-
ceerende landen en de overzeesche gebieden
met overwegend agrarisch karakter worden
beschouwd. Dit geldt ook voor Nederlandsch
Indië, dat, hoe groot de te overwinnen moei
lijkheden nog mogen zijn, zoowel financieel
als economisch teekenen vertoont van aan
passing en evenwicht. Dat deze ontwikkeling
in de hierboven genoemde groepen van lan
den, mocht zij doorzetten, een invloed ten
goede zal uitoefenen op andere, met name
op de industrieel georienteerde landen, mag
verwacht worden. Naast deze factor kan ge
wezen worden op het proces van interne
aanpassing, dat vele landen veftoonen. Dit
proces ontwikkelt zich slechts traag, maar
tenslotte zal het zich doorzetten onder den
dwang, dien de feiten opleggen. Inredelijk-
heid kan niet anders verwacht worden, dan
dat de overheid temperend optreedt en
naar geleidelijkheid in het aanpassingspro
ces streeft.
In verband met den toestand in Nederland
vestigt de president de aandacht op de uit
spraak der regeering in de jongste milioenen
nota, volgens welke als regel zal moeten wor
den gesteld, dat overal waar in eenigen vorm
door de overheid steun of hulp wordt ver
leend. die steunverleening steeds zal moeten
geschieden in zoodanigen vorm dat de aan
passing aan een lager niveau daardoor wordt
bevorderd Alleen op deze wijze zal de ver-
eischte verlaging der productiekosten ver
kregen kunnen worden, die noodzakelijk is
voor de versterking van de positie van het
bedrijfsleven en de vermindering van de
werkloosheid. De productiekosten zijn te on
zent over het algemeen gedaald; deze daling
wordt belangrijk in die takken van ons be
drijfsleven weike aan buiteniandsche con
currentie zijn blootgesteld.
De weg, welke naar de overtuiging van den
president voor Nederland in zijn eigen wel
begrepen belang is aangewezen, leidt in het
binnenland naar het aanvaarden en doorzet
ten van de aanpassing, die men door kunst
matige en slechts tijdelijk werkende maat
regelen kan verschuiven maar niet ontgaan.
Ten opzichte van het buitenland voert die
zelfde weg naar de verbetering van de in
ternationale betrekkingen van commerciee-
len, monetairen en financieelen aard. Dat
Nederland in zijn taak zou tekort schieten,
wanneer het vrijwillig zijn ruilmiddel van
het goud zou losmaken, behoeft geen uitvoe
rig betoog.
Ook voor het afgeldopen jaar geldt, dat
de werkzaamheid van de Nederlandsche
Bank zich concentreerde op de handhaving
van de goudwaarde van den gulden. Groote
moeilijkheden leverde dit in bedoeld jaar
niet op. Bij het eindigen van het boekjaar
19331934 beliep de goudvoorraad der Bank
f 787.604.000. Daarna vertoonde dit cijfer een
gestadige stijging tot begin November 1934
toen een bedrag van f 882.567.000 werd be
reikt. Daarna liep de hoeveelheid terug ten
gevolge van de onevenwichtige positie van
den Amerikaansclien dollar en de val van
de Belga. Aan het einde van het boekjaar be
droeg de goudvoorraad f 786.749.000 of slechts
f 855000 minder dan bij den aanvang van
het boekjaar. Het zal geen betoog behoeven,
dat de goudafvloeiing geenerlei verband
hield met de normale ontwikkeling van de
Nederlandsche betalingsbalans. Het betrof
uitsluitend kapitaalbewegingen welke haar
joorsprong vonden in de ongerustheid en spe
culatie. Het is opnieuw gebleken, dat voor
ongerustheid geen reden behoeft te bestaan,
wanneer de geëigende middelen voor de ver
dediging van het ruilmiddel worden aange
wend en de positie van het bankwezen ge
zond is. Noch de speculatie, noch de onjuiste
en tendentieuze voorlichting in eenige bui
teniandsche bladen was in staat het beoog
de doel te verwezenlijken.
De gouddekking van alle direct opeischbare
verplichtingen der bank beliep 77.52 pet. op
31 Maart 1934 tegen 79.28 procent op 31
Maart 1935, hetgeen een gevolg is van de
vermindering der direct opeischbare verplich
tingen van f 1.015.771.000 tot f 992.411.000.
Het verloop der uitstaande bankbiljetten ver
toont een ontwikkeling naar meer normale
verhouding. Op 25 Maart 1S35 stónd voor een
waarde van f 847.769.000 uit, -waarmede het
peil, dat in Juni 1931, voor den val van diet
pond gold wederom bereidt werd. Dë week
staat van 2 November van dat jaar vermeldt
een uitstaand bedrag van niet minder dan
f 1.092.509.000. Waarschijnlijk is het bedrag
der opgepotte biljetten verminderd. Het be-
arag der disconto's liep terug van f 27.794.000
tot f 21.425.000, het totaal der beleeningen en
voorschotten in rekening courant, zonder de
ten behoeve van Nederlandsch Indië ver
strekte beleening verminderde van f89.909.000
tot r 67.795.000. In den aanvang van 't nieuw
ingetreden boekjaar iiepen de uitzettingen
belangrijk op als gevolg van den schok ver
oorzaakt door den val van den Belga.
De positie van het Nederlandsche particu
liere bankwezen bleef zeer krachtig.
Bij het einde van het boekjaar bedroegen
de stillhaite-credieten aan Duitschland nog
slechts f 41.000 000 tegen f f 62.000.000 bij het
einde van het vorige jaar.
Het beroep dat in het afgeloopen jaar op
de Nederlandsche kapitaalmarkt werd ge
daan bleef wederom achter-bij verleden jaar.
Het totaal der publieke emissies bedroeg na
uitschakeling der conversies f 121.500.000 te
gen f 203.600.000 in het vorge boekjaar. Bui
teniandsche emissies hadden niet plaats.
Het verloop van de wisselkoersen bleef in
het afgeloopen boekjaar onder invloed van
den nog steeds onzekeren toestand, uiterst
onregelmatig.
Het opereerend kapitaal van de bank be
droeg gemiddeld 173.924.840 tegen 185.743.419
gulden. De disconteering van binnenlandsch
papier bedroeg 76.604.998 tegen 100.456.509
gulden. Het verloop der binnenlandsche wis
selportefeuille was uitermate kalm. De
maandgemiddelden varieeren tusschen
f 28.600.000 in Juni 1934 als hoogste en
f 23.100.000 in 1935 als laagste. De omvang
der goederenbeleeningen is in dit jaar iets
gestegen. Speciebeleeningen kwamen dit
boekjaar niet voor. De nieuwe beleenings-
kosten op effecten zijn sterk gedaald. De
voorschotten in rekeningcourant bedroegen
gemiddeld f 38.471.031 tegen f 37.490.545 in
19331934. Zij bewogen zich tusschen f 31.1
millioen als minimum en 71.7 millioen als
maximum. Het rentetarief van de bank bleef
tijdens het afgeloopen boekjaar onveranderd.
Het wisseldisconto beliep 2 1/2 procent. De
bank beschikte aan het einde van het boek
jaar over 786.749.039 aan goud en voor
f 20.769.819 aan zilver.
Op 31 Maart 1934 had de bank in open be-
waarneming 8972 posten tot een gezamenlij
ke nominale waarde van f 797.363.228, op 31
Maart 1935 9102 posten tot een gezamenlijke
nominale waarde van f 803.731.562 en ten be
hoeve van den staat 1301 posten met een
nominale waarde van f 1.695.761.921.
De uitkomsten van het bedrijf der bank
wijzen een verbetering aan. De netto-winst
steeg van f 2.669.408 tot f 3.020.686. Hiervan
komt in vermindering van de vordering op
den staat der Nederlanden f 1.510.342.82 zoo
dat een overeenkomstig bedrag resteert.
Aandeelhouders ontvangen 722.479 gulden,
voor belasting moet f 65.334 worden gereser
veerd, terwijl de staat nog f 722.479 ontvangt.
Het winstsaldo inclusief het saldo 1933'34
bedraagt f 800.908, hetgeen een uitkeering
van 36 gulden per aandeel toelaat.
ONTSLAG BIJ SPOORWEGRESTAURANTS
Aan ruim 500 man personeel, werkzaam
in do restaurants van zeventien voorname
stations in ons land, is tegen I Juli ontslag
aangezegd.
Dit is het gevolg van een conflict tusschen
de Nederlandsche Spoorwegen en de firma
Van Goethem en Neuteboom, die vele jaren
lang deze bedrijven heeft geëxploiteerd.
REORGANISATIE BIJ DE K. L. M.
De heer F. Guilonard, chef van den tech-
nischen- dièhs't der K.L.M-. is'"tot onder
directeur dier maatschappij benoemd.
Voorts zijn alle eommercieele afdeelingen
der K.L.M. vereenigd'tot één afdeeling .Han
del", aan het hoofd waarvan is geplaatst de
heer D. J. de Vries, tot nu' toe chef van den
Buitenlandschen Dienst die deze laatste
functie voorloopig ad interim blijft waarne
men.
Wijnaccijns wordt lager.
Twaalf galden per hectoliter.
Wetsontwerp bereikt de Tweede Kamer.
De regeering heeft bij de Tweede Kamer
een wetsontwerp ingediend, waarin voorge
steld wordt de opcenten op den wijnaccijns te
verlagen.
Voorgesteld wordt liet aantal op
centen op den wïjnaccijns in het tijd
vak van 1 Juli 1935 tot en met 31
December 1938 te bepalen op 20.
Deze verlaging van de opcenten, ge
heven op druivenwijn en wijn uit ge
droogde boomvruchten, komt neer op
een vermindering van den totalen
accijns van 36 tot 24 per hecto
liter. Van den accijns, gelieven van
bij handelaren als bedrijfsvoorraad
aanwezigen wijn, wordt 12 pe»
hectoliter terugbetaald.
Dit wetsontwerp is een uitvloeisel van de
op 16 April j.l. geparafeerde nieuwe handels-
en scheepvaartovereenkomst tusschen Frank
rijk en Nederland.
Over het loopende dienstjaar schat de
minister den achteruitgang in opbrengst
van den wïjnaccijns ten gevolge van de voor
gestelde verlaging op f 400.000.
Tegenover deze derving van inkomsten
staan echter belangrijke voordeelen van den
handel in Nederland en Nederlandsch-Indië.
Zoo wordt alleen reeds voor Nederland het
voordeel van de vermindering van de „taxe
a l'importation" geschat op ca. f 1.100.000
per jaar
Wegens devaluatie van den
Belgischen franc.
Wetsontwerp ingediend.
Bij de Tweede Kamer is thans een
wetsontwerp ingediend tot verlaging
der Ioodstarieven. waarop voorname
lijk door Amsterdam en Rotterdam na
de devaluatie van den Belgischen
franc is aangedrongen.
Het ontwerp beoogt, de regeering de be
voegdheid te geven de loodsgelden, zooals deze
zijn vastgesteld in de tarieven litt. b., c., d. en
e., behoorende bij de wet van 20 Augustus 1859,
nader vast te stellen op een naar omstandig
heden te bepalen verminderd percentage, met
dien verstande, dat dit percentage niet daalt
beneden elf. De verlaging zal zich dus kunnen
richten naar de mat-e van devaluatie van den
Belgischen franc.
In de memorie van toelichting betoogt de
regeering, dat de devalutatie van den Belgi
schen franc voor het verkeer over de Neder
landsche havens, met name voor dat over
Rotterdam, welke haven reeds vroeger een
zwaren concurrentiestrijd met Antwerpen
had te voeren, zeer ernstige gevolgen heeft.
Dc regeering meent dat het wenschelijk is aan
de Kroon de bevoegdheid te laten tot wijziging
van het percentage der verlaging, daar zij het
niet uitgesloten acht, dat tengevolge van de
wisselende omstandigheden, wijzigingen in het
voorgenomen tarief mogelijk kunnen worden.
De A. K. U. maakte over 1934
winst.
Toch nog geen dividend.
Productie moest weer ingekrompen worden.
Het jaar 1934 liet zich voor de Alg. Kunst
zijde Unie aanvankelijk gunstig aanzien. De
navraag hield gedurende twee kwartalen aan
en overtrof de productie, zoodat een vrij aan
zienlijk deel van den voorraad kon worden af
gezet, aldus vangt het jaarverslag der Alge-
meene Kunstzijde Unie over 1934 aan.
Nadat het, ondanks de krachtigste inspan
ning en het aanvaarden van risico's voor ons
onmogelijk bleek eenig aandeel van beteeke-
nis in het meerdere kunstzij de-verbruik over
de wereld voor onze Nederlandsche bedrijven
te verwerven en dus de voorraden niet onbe
denkelijk toenamen, moest tot het teruggaan
tot den omvang per productie van het begin
van het jaar worden besloten. Dit had tot ge
volg, dat het in Augustus aangenomen perso
neel, en zelfs meer dan dat, weer moest wor
den ontslagen. Bovendien ontging ons daar
door het berekende voordeel, dat de vergroote
productie door verlaging, van den kostprijs had
medegebracht.
Met des te meer inspanning en ijver moest
worden getracht door technische ver be term
gen en verder voortgezette rationaliseering
hierin te voorzien, en vooral door kwaliteits
verbetering zoowel onzen afzet te handhaven
als onze opbrengst per kilogram te verbeteren.
Dank zij de bekwaamheid en de toewijding van
onzen staf en ons geheele personeel verwier
ven wij het uitzicht hierin te zullen slagen.
Toch wordt de positie der Nederlandsche be
drijven, vergeleken met die der concurreeren-
de ondernemingen, voortdurend moeilijker.
Ofschoon het percentage der productie, dat in
het eigen land afzet vond, steeg van 8% in
1932 tot bijna 16% in 1934, moet dus nog
steeds 84% buiten onze grenzen verkocht wor--
den. Geleidelijk zijn belangrijke markten ge
heel of grootendeels voor dien afzet weggeval
len, hetzij door onoverkomelijke invoerrechten,
hetzij door andere afweefmaatregelen, dan
wel een concurrentie met al te lage prijzen,
verre beneden die in het eigen land.
De bedrijfswinst over 1934 bedroeg
2.206.685 (857.071), waarbij nog komt een
bedrag van f 2.182.802 (934.478) uit andere
winstbronnen. In dit laatstgenoemde bedrag
is begrepen f 813 988. zijnde het voordeelig
saldo van den omruil en inkoop van eigen
aandeelen ad f 4.937.793, verminderd met het
verlies van de Maekubee-liquidatie ad
f 4.123.804.
Na aftrek van de rente op de obligatielee-
ningen en concern onkosten (incl. proefbe
drijven) tot een bedrag van resp. f 591.675
en f 247.001. blijft er een bruto-winstsaldo over
van f 3.550.811 (1.417.799).
Indien voor afschrijvingen een bedrag van
f 2.552.916 (1.727.317) wordt aangewend en
het voorstel tot valuta verliezen, groot f 500.000,
wordt aanvaard, zal het resultaat over het
jaar 1934 een winst aanwijzen van f 497.894
(v. j. verlies f 309.517).
In den loop van het jaar 1934 is nog een
bedrag van f 202.000 omgewisseld tegen aan
deelen „Vereinigte Glanzstoff-Fabriken A.-G.".
Door overname van eigen aandeelen is de post
„aandeelen in portefeuille" gestegen met
f 34.061.200 tot f 44.061.200.
In verband met de nog steeds heerschende
onzekerheid van den algemeenen economi-
schen toestand achten wij het tijdstip voor
revaluatie van de deelnemingen nog niet ge
komen.
Ten gevolge van de liquidatie van de Mae-
kubee is een deel van het bedrag, hetwelk als
noodige afschrijving door onze accountants
de laatste jaren was berekend, gerealiseerd.
Voorgesteld wordt te bestemmen voor; af
schrijvingen: op vastgelegd kapitaal 10% van
de boekwaarde f 1.550.027 (1.612.967), op zijde-
voorraden f 188.900 (30.824) en op vorderingen
f 813.988 (45.794), totaal f 2.552.916 (1.727.317)
te reserveeren tegen valuta-verliezen
f 500.000
Daar de bruto-winst over het jaar 1934 be
draagt f 3.550.811 (1.417.799), blijft een winst
voor 1934 van f 497.894 (v. j. verlies f 309.517).
Wordt deze winst gevoegd bij het onverdeeld
winstsaldo 1933 ad f 1.087.735 (1.397.252), dan
wordt het onverdeelde winstsaldo 1934
f 1.585.629 (1.087.735).
Voorgesteld wordt geen dividend uit te kee-
ren op de gewone aandeelen, op de cumulatief
preferente aandeelen en op de prioriteitsaan-
deelen.
NIEUW SCHIP VAN DE JAVA-CHTNA-
JAPANLIJN.
Batavia, 3 Juni (Aneta). De Java-China-
Japanlijn overweegt ernstig een nieuw schip
in aanbouw te geven als eerste stap ter ver
vanging van de huidige vloot. Het nieuwe
vaartuig zal in Nederland worden gebouwd.
JUBILEERENDE RIDDERS DER M.W.O.
GEHULIGD.
Tien oud-militairen beneden den rang van
officier van het Koninklijk Nederlandsch-
Indisch Leger, wien destijds voor de door
hen in onzen Indischen Archipel verrichte
wapenfeiten het ridderkruis der Militaire
Willemsorde was verleend, zijn Zaterdag
vanwege de stichting „Fonds Ridderdagen"
te Amsterdam gehuldigd.
Het waren de heeren L. A. Zwaan, J. van
der Meer, en J. H. Teutelink, wien resp. 50,
40, en 25 jaar geleden deze hooge onder
scheiding was ten deel gevallen voor hun
gedrag gedurende de pacificatie van Atjeh,
alsmede de heeren C. Verstraaten, J. Was-
sington, F. Raes, B. van Faassen, J. A. Schra-
der. C. Bos en G. H. Doorschodt, wien allen
veertig jaar geleden de orde was toegekend
voor hun optreden gedurende de Lombok
expeditie.
UIT DE PERS
Na het aftreden van
Mr. Steenberghe.
Het Algemeen Handelsblad (lib.) consta
teert, dat hoewel voor de vierde maal een
persoonswisseling in het crisis-kabinet plaats
vindt, het thans de eerste maal is, dat een
conflict over een van de grondslagen van het
regeeringsbeleid oorzaak van het heengaan
van een minister is. Na de devaluïstische op
vatting van den aftredenden bewindsman be
streden te hebben en de inzichten van prof.
Gelissen te hebben geschetst, besluit het blad:
„Industrialisatie dus als schepper van ar
beidsgelegenheid en als versterker van onze
handelspositie tegenover het buitenland. Het
denkbeeld is aantrekkelijk, enzwaar van
consequenties. Maar wanneer het prof. Ge-
lissen zal gelukken aannemelijk te maken dat
het geheel onzer Nederlandsche volkswelvaart
er zonder onhoudbaar risico door gediend kan
worden, dan zal hij ongetwijfeld op de mede
werking der regeering en van het particulier
initiatief kunnen rekenen. Wij herinneren ons
daarbij echter de woorden welke minister
Steenberghe nog geen drie weken geleden in
Den Haag op het katholieke Industrialisatie
congres sprak: „Het is nu geen tijd voor breede
theorieën!" De realiteit vraagt om practisch
uitvoerbare middelen. Wanneer de bedrijfs
leider uit de praetijk van het zakenleven, die
prof. Gelissen is, evenals mr. Steenberghe dat
was, ons die middelen kan aanwijzen, dan zal
het land geen reden hebben om de persoons
wisseling. die thans onvermijdelijk is gewor
den, te betreuren".
De Maasbode (r.k.) schrijft:
..De kwestie, thans uit den ministerraad zoo
scherp in de openbaarheid gesprongen, zal
nu ook buiten het kabinet intense behandeling
en practische oplossing vragen.
Onvermijdelijk lijkt het ons, dat de voor
naamste politieke partijen, dat vooral het par
lement zoo beslist mogelijk een keuze doen uit
het dilemma, waarvoor ook het kabinet door
mr. Steenberghe zoö' resoluut 'werd gesteld;
devaluatie of consequente deflatie.
Bij deze hachelijke kéuzé zullen allerlei fac
toren een woord moeten meespreken. Dat
met devaluatie de zaak als met één slag gered
zal zijn, gelooft geen deskundige. Dat zij on
getwijfeld groote nadeelen en voor een deel
slechts tijdelijke voordeelen biedt staat ook
vast, maar dat zij op bepaalde punten reëele
verlichting kan brengen eveneens, terwijl de
vraag klemt of zij te vermijden zal blijven.
Louter moreel beschouwd lijkt zij ons niet vol
strekt te verwerpen. Moreele bezwaren, als
tegen devaluatie worden aangevoerd, kunnen
ook worden ingebracht tegen het andere deel
van het onvermijdelijk dilemma: consequente
deflatie".
De Rotterdammer (a.r.):
„Wij hadden van minister Steenberghe
waarlijk groote verwachtingen.
Wij mogen echter ook niet verzwijgen, dat
dr. Colïjn deze bejegening niet heeft verdiend.
Na zorgvuldige voorbereiding en heel veel
overleg is mr. Steenberghe nauwelijks een
jaar geleden in het Kabinet getreden en heeft
hij het program van het kabinet aanvaard.
Met vaderlijke welwillendheid heeft dr. Co-
lijn zijn pad geëffend (wetsontwerp Lintbe
bouwing en indiening Ordeningswet) en nu
vlucht de nieuwe minister van zijn zetel.
Kan hij aannemelijk maken, dat er voor
devaluatie thans meer motieven zijn dan zes
maanden geleden?
En voorts, heeft hij wel overwogen hoe hij
de speculatie aanmoedigt door dezen opzien-
barenden stap?
Vlak voor de behandeling van het Bezuini-
gingsontwerp, waaronder ook de naam van
minister Steenberghe staat, verzwakt dit uit
treden het kabinet meer dan het heengaan
van minister Marchant of indertijd, dat van
minister Verschuur".
De Telegraaf oordeelt, dat het thans een
tijd is, „waarin wij allen in gesloten gelederen
achter onzen bekwamen en energieken kapi
tein, dr. Colijn, hebben te staan. Hij voert te
midden van een hevigen storm 'het bevel over
het Nederlandsche schip van Staat. Persoon
lijke acties, onder dergelijke omstandigheden,
kunnen door niemand worden goedgekeurd.
Dit heeft niets te maken met de fel omstreden
kwestie of wij, als de overige goudlanden er
toe mochten besluiten, eveneens zouden moe
ten devalueeren. Zou een dergelijk ongeluk
over ons land moeten komen, dan zullen de
noodlottige gevolgen het krachtdadigst be
perkt kunnen worden, indien wij vastbesloten
lieden, zooals dr. Colijn als minister-president
en mr. Trip als president van de Nederlandsche
Bank, aan het bewind hebben. Gelukkig is dit
gevaar nog ver verwijderd en zoowel het gis-
D'ÏN'SD'AO 4 JUNI 1V35
I
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
4 Juni
Vrijdag is de voorstelling van „Les
petites Voisines" in het Palais Royal te
Parijs niet kunnen doorgaan, omdat ie
reusachtige gaskroon, die naar beneden,
gehaald wordt om aangestoken te wor
den, niet weer naar boven te krijgen
was. Men- moest, zeer tot ergernis van
directie en schrijvers, het geld terug
geven en het publiek naar huis zenden.
teren gehouden plebisciet in Zwitserland, als
het verloop der gebeurtenissen in Frankrijk,
schijnen er op te duiden, dat de inflationisten
ook in de overige goudlanden nog altijd aan
het kortste eind trekken.
Minister Steenberghe heeft zich echter tot
den tolk gemaakt van die elementen in de
Katholieke Staatspartij, die zich met de lei
ding van dr. Colijn niet kunnen vereenigen en
na aanvankelijk het regeeringsprogram te
hebben onderschreven, beproeft hij thans in
deze regeering tweedracht te brengen. Hij is
daarin niet geslaagd. Maar de opzet alleen
reeds was afkeurenswaardig."
De N. Rott. Courant (lib.) besluit een hoofd
artikel met den titel „Koers houden" aldus:
„Op onze volksvertegenwoordiging rust thans
de moeilijke taak om de regeering in haar be
zuinigingsplannen te steunen. Niemand zal
ontkennen, dat de weg, dien wij gaan moeten
om op eerlijke wijze en met een ongeschokt
internationaal aanzien en crediet de moeilijk
heden te overwinnen, waarin de internationale
verwarring en zinneloosheid ons land gedom
peld hebben, met doornen begroeid is. Thans
meer dan ooit mogen wij echter bij onze Ka
merleden den ernstigen wil veronderstellen
om alle partij geschillen op zij te zetten en door
eendrachtig schouder aan schouder te strijden
het einddoel te bereiken: een met eerlijke mid
delen verkregen nationaal herstel."
Kansen der Normandie
stijgen.
In record-snelheid op het einddoel af.
Van boord van het nieuwste en grootste
Fransche Oceaanschip ..Normandïë", dat zijn
eerste reis naar New York maakt, wordt ge
meld, dat het schip met record-snelheid New
York nadert. Gemiddeld loopt het een snel
heid van bijna 30 knoopen per uur. In het af
geloopen etmaal bedroeg de gemiddelde snel
heid 28,92 knoopen per uur. De kansen voor
de „Normandië", om den blauwen wimpel te
veroveren, zijn dus zeer gunstig.
Groote brand woedde in
Moekden.
60 personen omgekomen.
SJANGHAI, 3 Juni (Reuter) Eerst thans
wordt bekend; dat bij een grooten brand te
Moekden zestig personen om het leven zijn ge
komen. Onder de slachtoffers bevinden zich
dertig soldaten. Het vuur richtte in het Noor
den der stad groote schade aan en 150 gezin
nen werden dakloos.
Hearst breekt met Roosevelt.
De president van schending der Grondwet
beticht.
NEW YORK, 3 Juni (V.D.) De bekende
krantenmagnaat, William Randolph Hearst,
publiceert een artikel, dat beschouwd wordt
als de definitieve breuk tusschen Roosevelt en
de Hearst-pers. President Roosevelt wordt er
in beschuldigd, in meer dan één geval in strijd
met de grondwet te zijn opgetreden en meer
macht te hebben, dan de Europeesche consti-
tutioneele vorsten, en practisch dezelfde
macht, als de Europeesche dictators.
AGENDA
VOOR VELSEN EN IJMUIDEN
DINSDAG 4 JUNI
Bioscoop de Pont: „Liliom" en „Das Lied
vom Glück". 8 uur.
WOENSDAG 5 JUNI
Bioscoop de Pont: „Liliom" en „Das Lied
vom Glück". 8 uur.
AGENDA TE HAARLEM
Heden:
DINSDAG 4 JUNI
Frans Hals Theater: „Prinses voor dertig
dagen." 2.30, 7 en 9.15 uur.
Palace: .Alleen op de wereld". Op het too-
neel: Lupesco Sisters, equilibristen. 7 en
9.15 uur.
Luxor Theater: „In de haven van San Fran
cisco". Doorloopende voorstelling 711.30 u,
Rembrandt Theater: Josephine Baker in
„Zou-Zou". Op het tooneel: Les Diodattis,
porceleingroepen. 2.30, 7 en 9.15 uur.
WOENSDAG 5 JUNI
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.