Naar lagere Ioodstarieven DE AVONTUREN VAN PROFESSOR NIMBUS. Winsf der Nederlandsche Bank gestegea Goudwaarde van den gulden in het middelpunt. Jaarverslag 19341935. In het verslag van den President der Ne derlandsche Bank over het boekjaar 1934 1935 herinnert de president aan zijn opmer king in het voorverslag, dat de geïsoleerde krachtsinspanning, waartoe elk land na de mislukking der Londensche wereldconferen tie gedwongen werd, onvermijdelijk tot een uitbreiding van kunstmatige toestanden zou moeten leiden. Deze verwachting is in het op 31 Maart 1935 afgesloten boekjaar helaas gegrond gebleken. De internationale betrek kin s:en werden in nog sterker mate bemoei lijkt. Voorts wordt gewezen op de dalende ten- denz welke voor van het goud losgemaakte valuta's heeft bestaan en die het eigen be lang der betreffende landen zal moeten scha den. Wellicht heeft deze overweging er toe bijgedragen, dat de terugkeer naar een inter nationalen, op goud geh:i.seerden standaard meer in het middelpunt der belangstelling is gekomen. De landen die de goudpariteit van hun ruilmiddel hebben "«'■•andhaafd hebben zich voor die handha- directe opofferingen getroost, niet omd. ?ij het dogma van den gouden standaard verheerlijken, doch omdat zij overtuigd zijn dat hun duurzaam eigen belang het best gediend zal worden door het voorkomen van verdere ernstige verstoringen van den wereld toestand. Dat ook op het gebied van het goederen-, crediet- en kapitaalverkeer de ontwikkeling in het afgeloopen jaar in de richting ging van toenemende afsluiting en isoleering. be hoeft geen betoog. Het crediet- en kapitaal verkeer is nagenoeg geheel tot stilstand ge komen. Wat het bnr>d-<ucverkeer betreft, de waarde van den wereldhandel daalde in 1934 tot 31 procent van het cüfer van 1928. p.o omvana daalde tot rond 70 procent van dien van 1928, Alle landen ondervinden de schadelijke werking van deze ontwikkeling. Niettemin ontbreekt ook hier de kracht om door onderling ovérleg tot een geleidelijke vermindering van de tallooze belemmeringen te geraken. Het terugkeer en op den te kwa der ure ingeslagen weg wordt steeds moei lijker. vooral daar de overheid zelve als ge volg van door haar getroffen steunmaatrege len zich onder die belanghebbenden bevindt, welke het handhaven van kunstmatige si tuaties hebben helpen versterken. Met betrekking tot den internationalen economlschen toestand kan als voornaam al gemeen verschbnsel van gunstigen aard het beperkte herstel in de grondstoffen produ- ceerende landen en de overzeesche gebieden met overwegend agrarisch karakter worden beschouwd. Dit geldt ook voor Nederlandsch Indië, dat, hoe groot de te overwinnen moei lijkheden nog mogen zijn, zoowel financieel als economisch teekenen vertoont van aan passing en evenwicht. Dat deze ontwikkeling in de hierboven genoemde groepen van lan den, mocht zij doorzetten, een invloed ten goede zal uitoefenen op andere, met name op de industrieel georienteerde landen, mag verwacht worden. Naast deze factor kan ge wezen worden op het proces van interne aanpassing, dat vele landen veftoonen. Dit proces ontwikkelt zich slechts traag, maar tenslotte zal het zich doorzetten onder den dwang, dien de feiten opleggen. Inredelijk- heid kan niet anders verwacht worden, dan dat de overheid temperend optreedt en naar geleidelijkheid in het aanpassingspro ces streeft. In verband met den toestand in Nederland vestigt de president de aandacht op de uit spraak der regeering in de jongste milioenen nota, volgens welke als regel zal moeten wor den gesteld, dat overal waar in eenigen vorm door de overheid steun of hulp wordt ver leend. die steunverleening steeds zal moeten geschieden in zoodanigen vorm dat de aan passing aan een lager niveau daardoor wordt bevorderd Alleen op deze wijze zal de ver- eischte verlaging der productiekosten ver kregen kunnen worden, die noodzakelijk is voor de versterking van de positie van het bedrijfsleven en de vermindering van de werkloosheid. De productiekosten zijn te on zent over het algemeen gedaald; deze daling wordt belangrijk in die takken van ons be drijfsleven weike aan buiteniandsche con currentie zijn blootgesteld. De weg, welke naar de overtuiging van den president voor Nederland in zijn eigen wel begrepen belang is aangewezen, leidt in het binnenland naar het aanvaarden en doorzet ten van de aanpassing, die men door kunst matige en slechts tijdelijk werkende maat regelen kan verschuiven maar niet ontgaan. Ten opzichte van het buitenland voert die zelfde weg naar de verbetering van de in ternationale betrekkingen van commerciee- len, monetairen en financieelen aard. Dat Nederland in zijn taak zou tekort schieten, wanneer het vrijwillig zijn ruilmiddel van het goud zou losmaken, behoeft geen uitvoe rig betoog. Ook voor het afgeldopen jaar geldt, dat de werkzaamheid van de Nederlandsche Bank zich concentreerde op de handhaving van de goudwaarde van den gulden. Groote moeilijkheden leverde dit in bedoeld jaar niet op. Bij het eindigen van het boekjaar 19331934 beliep de goudvoorraad der Bank f 787.604.000. Daarna vertoonde dit cijfer een gestadige stijging tot begin November 1934 toen een bedrag van f 882.567.000 werd be reikt. Daarna liep de hoeveelheid terug ten gevolge van de onevenwichtige positie van den Amerikaansclien dollar en de val van de Belga. Aan het einde van het boekjaar be droeg de goudvoorraad f 786.749.000 of slechts f 855000 minder dan bij den aanvang van het boekjaar. Het zal geen betoog behoeven, dat de goudafvloeiing geenerlei verband hield met de normale ontwikkeling van de Nederlandsche betalingsbalans. Het betrof uitsluitend kapitaalbewegingen welke haar joorsprong vonden in de ongerustheid en spe culatie. Het is opnieuw gebleken, dat voor ongerustheid geen reden behoeft te bestaan, wanneer de geëigende middelen voor de ver dediging van het ruilmiddel worden aange wend en de positie van het bankwezen ge zond is. Noch de speculatie, noch de onjuiste en tendentieuze voorlichting in eenige bui teniandsche bladen was in staat het beoog de doel te verwezenlijken. De gouddekking van alle direct opeischbare verplichtingen der bank beliep 77.52 pet. op 31 Maart 1934 tegen 79.28 procent op 31 Maart 1935, hetgeen een gevolg is van de vermindering der direct opeischbare verplich tingen van f 1.015.771.000 tot f 992.411.000. Het verloop der uitstaande bankbiljetten ver toont een ontwikkeling naar meer normale verhouding. Op 25 Maart 1S35 stónd voor een waarde van f 847.769.000 uit, -waarmede het peil, dat in Juni 1931, voor den val van diet pond gold wederom bereidt werd. Dë week staat van 2 November van dat jaar vermeldt een uitstaand bedrag van niet minder dan f 1.092.509.000. Waarschijnlijk is het bedrag der opgepotte biljetten verminderd. Het be- arag der disconto's liep terug van f 27.794.000 tot f 21.425.000, het totaal der beleeningen en voorschotten in rekening courant, zonder de ten behoeve van Nederlandsch Indië ver strekte beleening verminderde van f89.909.000 tot r 67.795.000. In den aanvang van 't nieuw ingetreden boekjaar iiepen de uitzettingen belangrijk op als gevolg van den schok ver oorzaakt door den val van den Belga. De positie van het Nederlandsche particu liere bankwezen bleef zeer krachtig. Bij het einde van het boekjaar bedroegen de stillhaite-credieten aan Duitschland nog slechts f 41.000 000 tegen f f 62.000.000 bij het einde van het vorige jaar. Het beroep dat in het afgeloopen jaar op de Nederlandsche kapitaalmarkt werd ge daan bleef wederom achter-bij verleden jaar. Het totaal der publieke emissies bedroeg na uitschakeling der conversies f 121.500.000 te gen f 203.600.000 in het vorge boekjaar. Bui teniandsche emissies hadden niet plaats. Het verloop van de wisselkoersen bleef in het afgeloopen boekjaar onder invloed van den nog steeds onzekeren toestand, uiterst onregelmatig. Het opereerend kapitaal van de bank be droeg gemiddeld 173.924.840 tegen 185.743.419 gulden. De disconteering van binnenlandsch papier bedroeg 76.604.998 tegen 100.456.509 gulden. Het verloop der binnenlandsche wis selportefeuille was uitermate kalm. De maandgemiddelden varieeren tusschen f 28.600.000 in Juni 1934 als hoogste en f 23.100.000 in 1935 als laagste. De omvang der goederenbeleeningen is in dit jaar iets gestegen. Speciebeleeningen kwamen dit boekjaar niet voor. De nieuwe beleenings- kosten op effecten zijn sterk gedaald. De voorschotten in rekeningcourant bedroegen gemiddeld f 38.471.031 tegen f 37.490.545 in 19331934. Zij bewogen zich tusschen f 31.1 millioen als minimum en 71.7 millioen als maximum. Het rentetarief van de bank bleef tijdens het afgeloopen boekjaar onveranderd. Het wisseldisconto beliep 2 1/2 procent. De bank beschikte aan het einde van het boek jaar over 786.749.039 aan goud en voor f 20.769.819 aan zilver. Op 31 Maart 1934 had de bank in open be- waarneming 8972 posten tot een gezamenlij ke nominale waarde van f 797.363.228, op 31 Maart 1935 9102 posten tot een gezamenlijke nominale waarde van f 803.731.562 en ten be hoeve van den staat 1301 posten met een nominale waarde van f 1.695.761.921. De uitkomsten van het bedrijf der bank wijzen een verbetering aan. De netto-winst steeg van f 2.669.408 tot f 3.020.686. Hiervan komt in vermindering van de vordering op den staat der Nederlanden f 1.510.342.82 zoo dat een overeenkomstig bedrag resteert. Aandeelhouders ontvangen 722.479 gulden, voor belasting moet f 65.334 worden gereser veerd, terwijl de staat nog f 722.479 ontvangt. Het winstsaldo inclusief het saldo 1933'34 bedraagt f 800.908, hetgeen een uitkeering van 36 gulden per aandeel toelaat. ONTSLAG BIJ SPOORWEGRESTAURANTS Aan ruim 500 man personeel, werkzaam in do restaurants van zeventien voorname stations in ons land, is tegen I Juli ontslag aangezegd. Dit is het gevolg van een conflict tusschen de Nederlandsche Spoorwegen en de firma Van Goethem en Neuteboom, die vele jaren lang deze bedrijven heeft geëxploiteerd. REORGANISATIE BIJ DE K. L. M. De heer F. Guilonard, chef van den tech- nischen- dièhs't der K.L.M-. is'"tot onder directeur dier maatschappij benoemd. Voorts zijn alle eommercieele afdeelingen der K.L.M. vereenigd'tot één afdeeling .Han del", aan het hoofd waarvan is geplaatst de heer D. J. de Vries, tot nu' toe chef van den Buitenlandschen Dienst die deze laatste functie voorloopig ad interim blijft waarne men. Wijnaccijns wordt lager. Twaalf galden per hectoliter. Wetsontwerp bereikt de Tweede Kamer. De regeering heeft bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend, waarin voorge steld wordt de opcenten op den wijnaccijns te verlagen. Voorgesteld wordt liet aantal op centen op den wïjnaccijns in het tijd vak van 1 Juli 1935 tot en met 31 December 1938 te bepalen op 20. Deze verlaging van de opcenten, ge heven op druivenwijn en wijn uit ge droogde boomvruchten, komt neer op een vermindering van den totalen accijns van 36 tot 24 per hecto liter. Van den accijns, gelieven van bij handelaren als bedrijfsvoorraad aanwezigen wijn, wordt 12 pe» hectoliter terugbetaald. Dit wetsontwerp is een uitvloeisel van de op 16 April j.l. geparafeerde nieuwe handels- en scheepvaartovereenkomst tusschen Frank rijk en Nederland. Over het loopende dienstjaar schat de minister den achteruitgang in opbrengst van den wïjnaccijns ten gevolge van de voor gestelde verlaging op f 400.000. Tegenover deze derving van inkomsten staan echter belangrijke voordeelen van den handel in Nederland en Nederlandsch-Indië. Zoo wordt alleen reeds voor Nederland het voordeel van de vermindering van de „taxe a l'importation" geschat op ca. f 1.100.000 per jaar Wegens devaluatie van den Belgischen franc. Wetsontwerp ingediend. Bij de Tweede Kamer is thans een wetsontwerp ingediend tot verlaging der Ioodstarieven. waarop voorname lijk door Amsterdam en Rotterdam na de devaluatie van den Belgischen franc is aangedrongen. Het ontwerp beoogt, de regeering de be voegdheid te geven de loodsgelden, zooals deze zijn vastgesteld in de tarieven litt. b., c., d. en e., behoorende bij de wet van 20 Augustus 1859, nader vast te stellen op een naar omstandig heden te bepalen verminderd percentage, met dien verstande, dat dit percentage niet daalt beneden elf. De verlaging zal zich dus kunnen richten naar de mat-e van devaluatie van den Belgischen franc. In de memorie van toelichting betoogt de regeering, dat de devalutatie van den Belgi schen franc voor het verkeer over de Neder landsche havens, met name voor dat over Rotterdam, welke haven reeds vroeger een zwaren concurrentiestrijd met Antwerpen had te voeren, zeer ernstige gevolgen heeft. Dc regeering meent dat het wenschelijk is aan de Kroon de bevoegdheid te laten tot wijziging van het percentage der verlaging, daar zij het niet uitgesloten acht, dat tengevolge van de wisselende omstandigheden, wijzigingen in het voorgenomen tarief mogelijk kunnen worden. De A. K. U. maakte over 1934 winst. Toch nog geen dividend. Productie moest weer ingekrompen worden. Het jaar 1934 liet zich voor de Alg. Kunst zijde Unie aanvankelijk gunstig aanzien. De navraag hield gedurende twee kwartalen aan en overtrof de productie, zoodat een vrij aan zienlijk deel van den voorraad kon worden af gezet, aldus vangt het jaarverslag der Alge- meene Kunstzijde Unie over 1934 aan. Nadat het, ondanks de krachtigste inspan ning en het aanvaarden van risico's voor ons onmogelijk bleek eenig aandeel van beteeke- nis in het meerdere kunstzij de-verbruik over de wereld voor onze Nederlandsche bedrijven te verwerven en dus de voorraden niet onbe denkelijk toenamen, moest tot het teruggaan tot den omvang per productie van het begin van het jaar worden besloten. Dit had tot ge volg, dat het in Augustus aangenomen perso neel, en zelfs meer dan dat, weer moest wor den ontslagen. Bovendien ontging ons daar door het berekende voordeel, dat de vergroote productie door verlaging, van den kostprijs had medegebracht. Met des te meer inspanning en ijver moest worden getracht door technische ver be term gen en verder voortgezette rationaliseering hierin te voorzien, en vooral door kwaliteits verbetering zoowel onzen afzet te handhaven als onze opbrengst per kilogram te verbeteren. Dank zij de bekwaamheid en de toewijding van onzen staf en ons geheele personeel verwier ven wij het uitzicht hierin te zullen slagen. Toch wordt de positie der Nederlandsche be drijven, vergeleken met die der concurreeren- de ondernemingen, voortdurend moeilijker. Ofschoon het percentage der productie, dat in het eigen land afzet vond, steeg van 8% in 1932 tot bijna 16% in 1934, moet dus nog steeds 84% buiten onze grenzen verkocht wor-- den. Geleidelijk zijn belangrijke markten ge heel of grootendeels voor dien afzet weggeval len, hetzij door onoverkomelijke invoerrechten, hetzij door andere afweefmaatregelen, dan wel een concurrentie met al te lage prijzen, verre beneden die in het eigen land. De bedrijfswinst over 1934 bedroeg 2.206.685 (857.071), waarbij nog komt een bedrag van f 2.182.802 (934.478) uit andere winstbronnen. In dit laatstgenoemde bedrag is begrepen f 813 988. zijnde het voordeelig saldo van den omruil en inkoop van eigen aandeelen ad f 4.937.793, verminderd met het verlies van de Maekubee-liquidatie ad f 4.123.804. Na aftrek van de rente op de obligatielee- ningen en concern onkosten (incl. proefbe drijven) tot een bedrag van resp. f 591.675 en f 247.001. blijft er een bruto-winstsaldo over van f 3.550.811 (1.417.799). Indien voor afschrijvingen een bedrag van f 2.552.916 (1.727.317) wordt aangewend en het voorstel tot valuta verliezen, groot f 500.000, wordt aanvaard, zal het resultaat over het jaar 1934 een winst aanwijzen van f 497.894 (v. j. verlies f 309.517). In den loop van het jaar 1934 is nog een bedrag van f 202.000 omgewisseld tegen aan deelen „Vereinigte Glanzstoff-Fabriken A.-G.". Door overname van eigen aandeelen is de post „aandeelen in portefeuille" gestegen met f 34.061.200 tot f 44.061.200. In verband met de nog steeds heerschende onzekerheid van den algemeenen economi- schen toestand achten wij het tijdstip voor revaluatie van de deelnemingen nog niet ge komen. Ten gevolge van de liquidatie van de Mae- kubee is een deel van het bedrag, hetwelk als noodige afschrijving door onze accountants de laatste jaren was berekend, gerealiseerd. Voorgesteld wordt te bestemmen voor; af schrijvingen: op vastgelegd kapitaal 10% van de boekwaarde f 1.550.027 (1.612.967), op zijde- voorraden f 188.900 (30.824) en op vorderingen f 813.988 (45.794), totaal f 2.552.916 (1.727.317) te reserveeren tegen valuta-verliezen f 500.000 Daar de bruto-winst over het jaar 1934 be draagt f 3.550.811 (1.417.799), blijft een winst voor 1934 van f 497.894 (v. j. verlies f 309.517). Wordt deze winst gevoegd bij het onverdeeld winstsaldo 1933 ad f 1.087.735 (1.397.252), dan wordt het onverdeelde winstsaldo 1934 f 1.585.629 (1.087.735). Voorgesteld wordt geen dividend uit te kee- ren op de gewone aandeelen, op de cumulatief preferente aandeelen en op de prioriteitsaan- deelen. NIEUW SCHIP VAN DE JAVA-CHTNA- JAPANLIJN. Batavia, 3 Juni (Aneta). De Java-China- Japanlijn overweegt ernstig een nieuw schip in aanbouw te geven als eerste stap ter ver vanging van de huidige vloot. Het nieuwe vaartuig zal in Nederland worden gebouwd. JUBILEERENDE RIDDERS DER M.W.O. GEHULIGD. Tien oud-militairen beneden den rang van officier van het Koninklijk Nederlandsch- Indisch Leger, wien destijds voor de door hen in onzen Indischen Archipel verrichte wapenfeiten het ridderkruis der Militaire Willemsorde was verleend, zijn Zaterdag vanwege de stichting „Fonds Ridderdagen" te Amsterdam gehuldigd. Het waren de heeren L. A. Zwaan, J. van der Meer, en J. H. Teutelink, wien resp. 50, 40, en 25 jaar geleden deze hooge onder scheiding was ten deel gevallen voor hun gedrag gedurende de pacificatie van Atjeh, alsmede de heeren C. Verstraaten, J. Was- sington, F. Raes, B. van Faassen, J. A. Schra- der. C. Bos en G. H. Doorschodt, wien allen veertig jaar geleden de orde was toegekend voor hun optreden gedurende de Lombok expeditie. UIT DE PERS Na het aftreden van Mr. Steenberghe. Het Algemeen Handelsblad (lib.) consta teert, dat hoewel voor de vierde maal een persoonswisseling in het crisis-kabinet plaats vindt, het thans de eerste maal is, dat een conflict over een van de grondslagen van het regeeringsbeleid oorzaak van het heengaan van een minister is. Na de devaluïstische op vatting van den aftredenden bewindsman be streden te hebben en de inzichten van prof. Gelissen te hebben geschetst, besluit het blad: „Industrialisatie dus als schepper van ar beidsgelegenheid en als versterker van onze handelspositie tegenover het buitenland. Het denkbeeld is aantrekkelijk, enzwaar van consequenties. Maar wanneer het prof. Ge- lissen zal gelukken aannemelijk te maken dat het geheel onzer Nederlandsche volkswelvaart er zonder onhoudbaar risico door gediend kan worden, dan zal hij ongetwijfeld op de mede werking der regeering en van het particulier initiatief kunnen rekenen. Wij herinneren ons daarbij echter de woorden welke minister Steenberghe nog geen drie weken geleden in Den Haag op het katholieke Industrialisatie congres sprak: „Het is nu geen tijd voor breede theorieën!" De realiteit vraagt om practisch uitvoerbare middelen. Wanneer de bedrijfs leider uit de praetijk van het zakenleven, die prof. Gelissen is, evenals mr. Steenberghe dat was, ons die middelen kan aanwijzen, dan zal het land geen reden hebben om de persoons wisseling. die thans onvermijdelijk is gewor den, te betreuren". De Maasbode (r.k.) schrijft: ..De kwestie, thans uit den ministerraad zoo scherp in de openbaarheid gesprongen, zal nu ook buiten het kabinet intense behandeling en practische oplossing vragen. Onvermijdelijk lijkt het ons, dat de voor naamste politieke partijen, dat vooral het par lement zoo beslist mogelijk een keuze doen uit het dilemma, waarvoor ook het kabinet door mr. Steenberghe zoö' resoluut 'werd gesteld; devaluatie of consequente deflatie. Bij deze hachelijke kéuzé zullen allerlei fac toren een woord moeten meespreken. Dat met devaluatie de zaak als met één slag gered zal zijn, gelooft geen deskundige. Dat zij on getwijfeld groote nadeelen en voor een deel slechts tijdelijke voordeelen biedt staat ook vast, maar dat zij op bepaalde punten reëele verlichting kan brengen eveneens, terwijl de vraag klemt of zij te vermijden zal blijven. Louter moreel beschouwd lijkt zij ons niet vol strekt te verwerpen. Moreele bezwaren, als tegen devaluatie worden aangevoerd, kunnen ook worden ingebracht tegen het andere deel van het onvermijdelijk dilemma: consequente deflatie". De Rotterdammer (a.r.): „Wij hadden van minister Steenberghe waarlijk groote verwachtingen. Wij mogen echter ook niet verzwijgen, dat dr. Colïjn deze bejegening niet heeft verdiend. Na zorgvuldige voorbereiding en heel veel overleg is mr. Steenberghe nauwelijks een jaar geleden in het Kabinet getreden en heeft hij het program van het kabinet aanvaard. Met vaderlijke welwillendheid heeft dr. Co- lijn zijn pad geëffend (wetsontwerp Lintbe bouwing en indiening Ordeningswet) en nu vlucht de nieuwe minister van zijn zetel. Kan hij aannemelijk maken, dat er voor devaluatie thans meer motieven zijn dan zes maanden geleden? En voorts, heeft hij wel overwogen hoe hij de speculatie aanmoedigt door dezen opzien- barenden stap? Vlak voor de behandeling van het Bezuini- gingsontwerp, waaronder ook de naam van minister Steenberghe staat, verzwakt dit uit treden het kabinet meer dan het heengaan van minister Marchant of indertijd, dat van minister Verschuur". De Telegraaf oordeelt, dat het thans een tijd is, „waarin wij allen in gesloten gelederen achter onzen bekwamen en energieken kapi tein, dr. Colijn, hebben te staan. Hij voert te midden van een hevigen storm 'het bevel over het Nederlandsche schip van Staat. Persoon lijke acties, onder dergelijke omstandigheden, kunnen door niemand worden goedgekeurd. Dit heeft niets te maken met de fel omstreden kwestie of wij, als de overige goudlanden er toe mochten besluiten, eveneens zouden moe ten devalueeren. Zou een dergelijk ongeluk over ons land moeten komen, dan zullen de noodlottige gevolgen het krachtdadigst be perkt kunnen worden, indien wij vastbesloten lieden, zooals dr. Colijn als minister-president en mr. Trip als president van de Nederlandsche Bank, aan het bewind hebben. Gelukkig is dit gevaar nog ver verwijderd en zoowel het gis- D'ÏN'SD'AO 4 JUNI 1V35 I Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 4 Juni Vrijdag is de voorstelling van „Les petites Voisines" in het Palais Royal te Parijs niet kunnen doorgaan, omdat ie reusachtige gaskroon, die naar beneden, gehaald wordt om aangestoken te wor den, niet weer naar boven te krijgen was. Men- moest, zeer tot ergernis van directie en schrijvers, het geld terug geven en het publiek naar huis zenden. teren gehouden plebisciet in Zwitserland, als het verloop der gebeurtenissen in Frankrijk, schijnen er op te duiden, dat de inflationisten ook in de overige goudlanden nog altijd aan het kortste eind trekken. Minister Steenberghe heeft zich echter tot den tolk gemaakt van die elementen in de Katholieke Staatspartij, die zich met de lei ding van dr. Colijn niet kunnen vereenigen en na aanvankelijk het regeeringsprogram te hebben onderschreven, beproeft hij thans in deze regeering tweedracht te brengen. Hij is daarin niet geslaagd. Maar de opzet alleen reeds was afkeurenswaardig." De N. Rott. Courant (lib.) besluit een hoofd artikel met den titel „Koers houden" aldus: „Op onze volksvertegenwoordiging rust thans de moeilijke taak om de regeering in haar be zuinigingsplannen te steunen. Niemand zal ontkennen, dat de weg, dien wij gaan moeten om op eerlijke wijze en met een ongeschokt internationaal aanzien en crediet de moeilijk heden te overwinnen, waarin de internationale verwarring en zinneloosheid ons land gedom peld hebben, met doornen begroeid is. Thans meer dan ooit mogen wij echter bij onze Ka merleden den ernstigen wil veronderstellen om alle partij geschillen op zij te zetten en door eendrachtig schouder aan schouder te strijden het einddoel te bereiken: een met eerlijke mid delen verkregen nationaal herstel." Kansen der Normandie stijgen. In record-snelheid op het einddoel af. Van boord van het nieuwste en grootste Fransche Oceaanschip ..Normandïë", dat zijn eerste reis naar New York maakt, wordt ge meld, dat het schip met record-snelheid New York nadert. Gemiddeld loopt het een snel heid van bijna 30 knoopen per uur. In het af geloopen etmaal bedroeg de gemiddelde snel heid 28,92 knoopen per uur. De kansen voor de „Normandië", om den blauwen wimpel te veroveren, zijn dus zeer gunstig. Groote brand woedde in Moekden. 60 personen omgekomen. SJANGHAI, 3 Juni (Reuter) Eerst thans wordt bekend; dat bij een grooten brand te Moekden zestig personen om het leven zijn ge komen. Onder de slachtoffers bevinden zich dertig soldaten. Het vuur richtte in het Noor den der stad groote schade aan en 150 gezin nen werden dakloos. Hearst breekt met Roosevelt. De president van schending der Grondwet beticht. NEW YORK, 3 Juni (V.D.) De bekende krantenmagnaat, William Randolph Hearst, publiceert een artikel, dat beschouwd wordt als de definitieve breuk tusschen Roosevelt en de Hearst-pers. President Roosevelt wordt er in beschuldigd, in meer dan één geval in strijd met de grondwet te zijn opgetreden en meer macht te hebben, dan de Europeesche consti- tutioneele vorsten, en practisch dezelfde macht, als de Europeesche dictators. AGENDA VOOR VELSEN EN IJMUIDEN DINSDAG 4 JUNI Bioscoop de Pont: „Liliom" en „Das Lied vom Glück". 8 uur. WOENSDAG 5 JUNI Bioscoop de Pont: „Liliom" en „Das Lied vom Glück". 8 uur. AGENDA TE HAARLEM Heden: DINSDAG 4 JUNI Frans Hals Theater: „Prinses voor dertig dagen." 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: .Alleen op de wereld". Op het too- neel: Lupesco Sisters, equilibristen. 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „In de haven van San Fran cisco". Doorloopende voorstelling 711.30 u, Rembrandt Theater: Josephine Baker in „Zou-Zou". Op het tooneel: Les Diodattis, porceleingroepen. 2.30, 7 en 9.15 uur. WOENSDAG 5 JUNI Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2