.41
Het geheim van Lady Littenton
De interacademiale wedstrijden, georganiseerd
door de Amsterdamsche Studenten Tennisclub,
onder auspiciën van den Nederlandschen Lawntennis
Bond zijn Maandag op de banen van Festina in
het Vondelpark te Amsterdam begonnen. De heer
A. J. v. d. Graaff uit Leiden tijdens het enkelspel-heeren
De Koning van Engeland verlaat Buckingham Palace te Londen, om
zich naar de groote parade te begeven ter gelegenheid van zijn
zeventigsten verjaardag
Op het stationsemplacement Delftsche Poort te Rotterdam is Maandagavond een locomotieven loods tot den grond
toe afgebrand
President Lebrun spreekt na de vorming van het
kabinet Bouisson op de trappen van het Elysée
te Parijs de wachtende journalisten en fotografen
toe. Achter hem de premier Bouisson
Cote aan stoot tijdens de wedstrijden om het
wereldkampioenschap biljarten cadre 45/1, welke
Maandag te Scheveningen zijn aangevangen
De grootste tankboot
ooit in Nederland ge
bouwd, de ..C.S. Wal
den" die in opdracht
van de Vacuum Oil
Co. bij de Rotterdam-
sche Droogdok Mij.
te Rotterdam op stapel
staat, nadert de vol
tooiing. Een overzicht
van het reusachtige
schip
Het nieuwe Fransche kabinet Bouisson op de trappen Yan het Elysée
te Parijs
V J
Van Vliet, de Nederlandsche wielrenner, won op de Herne Hill-baan
te Londen den Grooten Prijs van Londen voor den Franschman Chaillot.
De rivalen in den strijd
FEUILLETON.
door
ELSA KAISER.
15)
Zij had een plaats tussehen lady Jane en
Arthur, John Misters zat links naast Lady
Jane en rechts naast de oudste dochter Eve,
terwijl Alice tussehen de meisjes Eve en
Vivian een plaats gekregen had. De meisjes
waren wel aardig wel gereserveerder dan de
Amerikaansche meisjes uit de goede kringen,
■maar zij bezaten een zekere koele gratie, wel
ke Alice goed beviel.
Misschien vond zij de meisjes ook zoo aardig
omdat zij op Arthur geleken. De jongste doch
ter Vivian, was nog een bakvisch en daarom
niet zoo terughoudend als de anderen en deze
Vivian scheen haar, Alice, wel aardig te vin
den, want zij lachte haar voortdurend vrien
delijk en verstolen toe.
Na de lunch bezichtigde men het slot, waar
bij Arthur als leider optrad en nu zagen zij
eerst goed de verwaarloozing van alles. De
woonkamers en een paar salons waren goed
onderhouden, omdat zij geregeld bewoond wa
ren, maar de feestzalen en de groote balzaal
waren geheel vervallen, de geschilderde pla
fonds en de met zijde bekleede wanden, za
gen er armelijk' uit, terwijl het damast en zij-
debrocaat der stoelen en gordijnen ver
scheurd en verkleurd neerhing. Overal lag
stof en hier en daar stond een gebroken vaas
op een wankel voetstuk. Men kon zien. dat er
geen voldoende personeel was om alles naar
behooren te onderhouden.
De groote en onbewoonde, duf ruikende za
len en kamers maakten Claire bedroefd en
nerveus.
„Vroeger," vertelde lord Arthur, „waren er
zooveel gasten op Littenton Castle, dat er
nooit één kamer leeg stond. Er waren altijd
groote jachtpartijen en zomerfeesten of bals
in den winter. De Littentons waren beroemd
om hun gastvrijheid. Sedert het beheer van
wijlen mijn oom was alles zoo treurig verval
len."
„O, dat is niet erg", meende mr. Misters
goedmoedig, „alles zal wel weer terechtko
men".
Toen men in de portrettengallerij gekomen
was, waar de schilderijen van het geslacht
Littenton hingen, keek John Misters vol be
wondering rond en zeide schuchter: ..Ach, wij
zullen alles weder laten restaureeren, Caste
Littenton zal weder zijn ouden roep van
gastvrijheid hebben en Claire en jij zullen
weder als de rijkste uit de omgeving gelden".
De jonge lord antwoordde niet direct, het
was hem bijzonder pijnlijk dat er op deze echt
Amerikaansche wijze zoo openlijk over zijn
financieele verhouding tot zijn bruid gespro
ken werd. John Misters was de eenige, die
dit niet opmerkte. Hij praatte onophoudelijk
over de veranderingen en verbeteringen wel
ke volgens hem noodig waren Lord Arthur
hoorde hem beleefd maar met een afwezig
zwijgen aan. Claire zeide geen woord, zij was
zichtbaar ontevreden en verwonderd over het
verval van het oude slot, alleen toen men den
toren beklommen had en van het prachtige
uitzicht over de omgeving genoot leefde zij
op. „Je land is mooi, Arthur" gaf ze toe en
lachte een beetje verlegen.
„Ook dit oude slot is mooi, Claire", meende
hij en had 'n liefvollen blik over 't mooie
landschap dat zich aan hun voeten, diep be
neden, uitbreidde.
„Ik houd ervan vervolgde Arthur, „omdat
het een stuk van onze eigen familiegeschie
denis is, een stuk romantiek uit lang vervlo
gen tijden."
„Ach weerde Claire af, „ik ben een modern
meisje, ik houd niet van de beschimmelde ro
mantiek van vervallen spookkasteelen."
Littenton zweeg gekrenkt. Hij keek Alice
aan en zag op haar gezicht de geestdrift die
ook hem bezielde en hij wist plotseling, dat
zij hetzelfde dacht, hetzelfde voelde als hij.
Waarom zeide zij dan niets meer? O, dat was
waar, hij vergat dit telkens als hij haar zag,
zij was ondergeschikt, als haar meesteres een
meening had, mocht zij geen andere hebben,
zij had altijd weinig gesproken als Claire in
hun gezelschap was. Dit meisje bezat alle
eigenschappen waarom hij haar zou kunnen
liefhebben en het kon niet, het mocht niet
zijn, zijn moeder wilde geen mésalliance en
bovendien hij kon toch niet meer terug, daar
was mr. Misters een gentleman en een best
mensch die hij geen leed zou kunnen doen en
dan Claire, zij hield toch van hem! Er was
geen geluk voor hem! Er was enkel geld, dat
hij noodig had voor zijn huis, zijn staat en
zijn moeder en zusters die huwelijken moesten
doen in haar stand daar moest hij voor zor
gen, dat had hij als hoofd van de familie op
zich genomen
Claire keerde zich om en liep vlug de toren
trappen af, de anderen volgden.
Bij haar kamerdeur gekomen namen zij
afscheid.
„U wilt nu zeker allen wel een beetje rus
t-en", meende lord Arthur, tot weerziens dus
bij five o'clock tea in mama's boudoir".
„Miss Forth, een oogenblik alstublieft?" ver
zocht Claire en Alice volgde haar in haar
kamer.
Daar omhelsde Claire haar vriendin. „Ik ga
hier dood, ik bevries hier." riep Claire wan
hopig uit.
„Ach lieveling, je zult er wel aan wennen",
trachtte Alice haar vriendin te kalmeeren.
„Neen, neen, ik weet het zeker dat ik het
niet zal doen!" verzekerde Claire, „ik wordt
steenkoud tussehen deze hooge trotsche
vrouwen. Hoe vindt jij hen?"
„Zij zijn niet gemakkelijk te winnen, Claire,
maar het zijn alle drie heel lieve menschen.
Vivian vind ik allerliefst, maar ook lady Jane
en de oudste dochter zijn aardig."
„Ik begrijp je niet, klaagde Claire. „Alles
bevalt jou hier beter dan mij. Je schijnt een
veel betere heerscheres van dit oude roovers-
nest te zijn dan ik." Alice lachte, maar een
donkerrood verfde daarbij haar gezicht. „Als
je maar eerst getrouwd bent, Claire dan gaat
lady Jane weder in Londen wonen en ben je
alleen met je man".
„Ja, dat heeft Arthur ook gezegd en dat is
zijn geluk, want ik zal op den duur toch niet
met die ijskegel kunnen opschieten. Ik wil zelf
ook een prachtig huis in Londen hebben, ik
denk er niet aan mijn ladyschap op het land
te begraven."
„Maar Claire, het leven kan hier prachtig
worden en je kunt het hier ook echt prettig
maken, je kunt massa's menschen uitnoodi-
gen."
„Massa's menschen, waar moet ik die van
daan halen, ik ken hier niemand?"
„Ja dat weet ik wel, maar lord Arthur kent
ze en hij zal je voorstellen".
Claire haalde haar schouders op en zeide
ongeduldig. ..Zoodra ik hier wat te zeggen heb
laat ik al die oude rommel er uit halen en
het heele kasteel moderniseeren, met centrale
verwarming en zoo."
„Dan zul je het heele huis bederven, Claire,
de betoovering ervan is juist dat wat jij die
oude rommel noemt."
„Ik voel niets voor betoovering en ik mis
den romantischen knobbel, ik zeg je nog
eens, jij past hier beter," bromde Claire onte
vreden.
„Nu al zeg jij dit, ik zal toch weggaan,
Claire".
„Is het heusch, heb je er nu al genoeg van,
Alice, ga je naar Amerika terug'', a
„Wie praat er van teruggaan?"
„Nu Ik dacht dat je dat meende, heb jij ook
die groote advertenties in de kranten ge
zien?"
„Ik heb geen flauw idee waarover je praat,
Claire."
„Je vader zoekt je, Alice. Ik heb de adver
tenties en oproepingen vluchtig ingekeken en
ik heb de bladen door den butler boven laten
brengen, hier lees zelf maar."
Het waren de grootste en meest gelezen,:
bladen van Engeland en Amerika die Claire
voor haar vriendin uitspreidde. De groote ad
vertenties vielen onmiddellijk in het oog en
hoewel Mr. Gordon zijn naam niet genoemd
had, kon iedereen direct uit deze oproe
pingen opmaken wie het verloren meisje was,
want haar voornaam was er bij opgegeven.
„Het verwondert mij van vader, die zoo
bang is voor openbare schandalen en klets
praatjes", zeide Alice koel.
„Hij schijnt naar je te verlangen, Alice",
zeide Claire tastend en keek haar vriendin
onzeker aan.
„Ach hij weet niet eens wat verlangen is."
„Misschien heeft hij het nu geleerd. Lees
maar, hij belooft je gouden bergen. Alles wat
jij wilt zal gebeuren, dus geen huwelijk met
Nelson, nu ik vind, méér kun je van hem
niet verlangen, Alice. Of geloof je hem niet?"
„Natuurlijk, als hij het zoo openlijk uit
spreekt zal hij natuurlijk doen wat hij hier
schrijft."
„Waarom kijk je dan zoo donker? Wil je
werkelijk niet meer terug?"
„Nooit", zeide Alice vastbesloten. Ik wil een
vrij mensch zijn die voorzich zelf kan zorgen.
Als ik nu terugging, was alles belachelijk en
onnut geweest"
„Dat zie ik niet in, je hebt toch vroeger zelf
gezegd
„Dat ik van hier weg wil, ja, Claire. Ik moet
eindelijk een ernstig plan hebben en toonen
dat het geen leege praatjes van mij zijn een
nieuw leven te beginnen, ik kan niet eeuwig
jou gezelschapsjuffrouw blijven".
„O, Alice dat zal je mij niet aandoen, je
zult mij met deze koude vrouwen niet hier
alleen in dit rooversnest laten, je bent de
eenige die mij begrijpt, je gaat niet weg, je
moogt niet weggaan".
„Je bent niet alleen Claire, je hebt je vader
enje verloofde"
(Wordt vervolgdjj,