Haarlem's Kunstschatten.
Het koninklijk bezoek aan
Den Helder.
Pe monumenten op het Westplein
onthuld
Koningin bezocht ook de Remavi.
Bezoek aan het monument.
DEN HELDER, 4 Juni. In den vroegen
morgen zag het er niet al te best uit met het
weer. Den geheelen morgen was de wind in
liet Noorden geweest en later kroop de wind
verraderlijk naar het Westen. Regen is er
echter niet gekomen, integendeel, de zon is
verschenen. Een groote menigte heeft zich
opgesteld rondom het Havenplein om het
monument „Voor hen die vielen", vielen in
een tijd, dat de Nederlandsche wateren vol
waren met mijnen. In de haven ligt de Her-
tog Hendrik, duizenden staan op het plein en
de politie geassisteerd door de rijksveldwacht
regelt het verkeer. Het is acht uur. Op het
wachtschip worden eenige vlaggen geheschen.
De tamboer blaast: „Jongens bij de vlag".
Even later staan allen stram in de houding
en dan gaan tegelijkertijd alle vlaggen van de
verschillende schepen omhoog; dan klinkt het
Wilhelmus van het wachtschip, De stafmu-
ziek staat ook op de buitenhaven. Zij heeft
zich opgesteld achter de met de Nederland
sche driekleur versierde tribune.
Een gejuich wordt gehoord. De handen
gaan omhoog en een groot enthousiasme
maakt zich van de menigte meester.
De Koningin nadert. Zij houdt stil bij het
monument. De Koningin is vergezeld van den
schout bij nacht Th. L. Kruys, overste J. C.
Bentz van den Berg, garnizoenscommandant
en den burgemeester van Den Helder, den
heer Driessen.
De Koningin is gekleed in het wit.
De stafmuziek speelt een vaandelmarsch en
dan worden de hoeden afgenomen. Alle mili
tairen zetten zich in de houding en wederom
klinkt over het breede plein het Wilhelmus.
Onder het geroffel van de tamboers begint
daarna het défilé, waaraan wordt deelge
nomen door een compagnie adelborsten met
vaandels. Onmiddellijk hierop volgen resp. een
compagnie manschappen van de marineka
zerne, een compagnie van de Hertog Hendrik,
een gecombineerde compagnie van de onder -
zeedienstkazerne en het vliegkamp De Kooy
en eveneens een combinatie van het Wacht
schip en de Van Speyk.
Het défilé in zijn geheel staat onder lei
ding van den kapitein-luitenant te zee J.
Lagaay. Herhaaldelijk knikt de Koningin de
defileerenden toe.
Inmiddels hebben de adelborsten zich op
gesteld, terwijl de overige manschappen een
korten rondgang door de gemeente maken.
De Koningin begeeft zich naar het front van
het monument. Aan de voorzijde ervan ge
komen plaatst zij de lauwerkrans aan den
voet van de zuil „voor hen die vielen". Even
verwijlt zij daar met haar gevolg, waarna zij
zich weer naar haar auto begeeft.
Nadat om het monument is heengereden,
rijden de auto's door de Paleisstraat naar de
Rijkswerf. Ook hier wordt de hooge bezoek
ster spontaan toegejuicht. Van de Rijkswerf
begeeft mij zich naar de Buitenhaven, waar
de Hertog Hendrik gepavoiseerd gereed ligt.
Ook hier staat een groote menigte opge
steld. De officieren en manschappen van de
Hertog Hendrik zijn in klein tenue. Op het
Buitenhavenplein heerscht een opgewekte
stemming; herhaalde malen breekt het ge
juich los. Kinderen zwaaien met vlaggetjes
en met hoeden en petten wordt naar de ko
ninklijke bezoekster gewuifd. De Koningin
dankt vriendelijk groetend voor de spontane
ontvangst.
Gevolgd door den schout bij nacht
Kruys begeeft de Koningin zich vervolgens
naar de Hertog Hendrik.
Aan boord van de Hertog Hendrik inspec
teert de Koningin de bemanning.
VdM. de commandobrug slaat de Koningin
het vertrek van de Hertog Hendrik gade, die
door de sleepboot Drenthe langzaam van de
wal wordt getrokken. Van de brug af groet de
Koningin voortdurend naar de juichende
massa.
Tegen kwart voor drie, het tijdstip waarop
door de Koningin de plechtigheid van de
onthulling en inwijding der beide monumen
ten zou plaats hebben had zich een groote
menschenmassa op het Westplein in den Hel
der verzameld. De ruimte ter plaatse is be
perkt, zoodat buitengewone maatregelen van
orde genomen moesten worden.
Aan de Noordzijde van het plein waren 500
zangers en de musici van het Stedelijk Muziek
corps, die de plechtigheid zouden opluisteren,
geplaatst.
Nadat de Koninklijke auto's waren gearri
veerd en H.M. was uitgestapt zetten koor en
orkest het oude Wilhelmus in.
Hierna werden de verschillende autoritei
ten aan de Koningin voorgesteld door den
burgemeester van Den Helder, den heer W. F.
G. L. Driessen. Vervolgens werd het „Vlagge-
lied" van Verhulst ten gehoore gebracht,
waarna de burgemeester van Den Helder een
rede hield waaraan wij het volgende ont-
leenen:
Tijdens den bouw van het monument voor
het Nederlandsche Reddingwezen kwam het
denkbeeld naar voren om voor onzen gewe
zen Beschermheer wijlen den Prins der Ne
derlanden in de onmiddellijke nabijheid van
het Reddingmonument een borstbeeld op te
richten. Hij was het, die, ook als Bescherm
heer der beide reddingsmaatschappijen, zeer
veel voor het reddingwezen heeft gedaan en
zichzelf met stoere eenvoudige mannen te
midden der woeste golven waagde om zoo
mogelijk aan de zee haar prooi te ontrukken.
Maar daarnaast wist hij zich met grooten
eenvoud de harten der ingezetenen te winnen
Hij is als Duitsche vorst gekomen, maar als
Nederlandsche prins van ons gegaan. Dat dit
denkbeeld met sympathie is ontvangen kan
hieruit blijken, dat de vereischte gelden in
den tijd van drie weken zijn bijeengebracht.
Tenslotte bracht spr. dank aan allen die op
eenigerlei wijze aan de totstandkoming van
het monument medewerkten, in het bijzonder
de secretaris van het comité, de heer L.
Bandsma.
Daarna verzocht spr. aan de Koningin de
plechtigheid van de onthulling en inwijding
te willen vervullen.
Rede van de Koningin.
De Koningin sprak hierop de volgende
rede uit:
„Meneer de Voorzitter van het „Comité Mo
nument Reddingwezen",
Alvorens aan Uw verzoek te voldoen door
het borstbeeld van mijn geliefden gemaal te
onthullen en daarna in de plaats mijner
dochter, die nog niet voldoende hersteld is
om hier tegenwoordig te kunnen zijn, het
„Monument voor het Nederlandsche Redding-
wezen" in te wijden wensch Ik van deze plaats
woord van bijzondere waardeering te-
richten tot Uw Comité voor zijn initiatief in
deze genomen. Moge dit gedenkteeken tot in
lengte van dagen den dank van ons volk ver
tolken voor de daden van moed, van zelfop
offering en van naastenliefde, door de kloeke
redders op 0112e kust verricht. Te meer ge
voel Ik Mij gedrongen uiting te geven aan
Mijn waardeering voor hetgeen U heeft tot
stand gebracht, waar Ik overtuigd ben daar
mede weer te geven de gevoelens van Hem die
Beschermheer was van Uw Comité en van de
beide Reddingmaatschappijen, die met warme
belangstelling Uw arbeid volgde en voor wien
het heden een groote dag zoude geweest zijn.
Met ontroering en dankbaarheid hebben mijn
Dochter en Ik kennis genomen van Uw voor
nemen, tegenover het Monument voor het
Reddingwezen het borstbeeld te plaatsen van
Onzen Echtgenoot én Vader, wiens naasten
liefde en medeleven hem zoo nauw verbon
den met de ziel van ons volk en het opof
ferende werk van de helden der zee. En thans
wensch Ik de Nederlandsche Reddingsmaat
schappijen en met name de bemanningen der
reddingbooten en redding-sloepen oprecht ge
luk te wenschen met dezen voor hen allen
zoo heugelijken dag. Met groote voldoening
kunnen zij terugzien op een meer dan 100-
jarigen zegenrijken arbeid op de golven ver
richt dank zij de persoonlijke plichtsbetrach
ting en durf van hen die hun leven voor an
deren waagden.
En nu verzoek Ik de aanwezigen met Mij op
te staan, teneinde op deze wijze met eenige
oogenblikken stilte plechtig te gedenken de
velen, die in hun moedige pogingen om schip
breukelingen te redden hun leven gaven Moge
God het schoone voorbeeld van stille opoffe
ring en naastenliefde, door de kloeke zonen
van ons Vaderland bij hun reddingwerk te al
len tijde gegeven, in heden en toekomst doen
strekken tot bezieling en zegen van ons
Volk."
De onthulling.
Hierna begaf de Koningin zich naar het
plantsoen, waar de plechtigheid der inwij
ding en onthulling zou plaats hebben. Het
borstbeeld van wijlen Prins Hendrik, vervaar
digd door den beeldhouwer G. v. d. Veen, is
ingebouwd in den muur, die hier het Helder-
sche kanaal afsluit.
Twee leerlingen der Zeevaartschool hielden
er de wacht bij. Het beeldhouwwerk was om
huld met de Prinsevlag, het oranje-blanje-
bleu.
Onmiddellijk na de onthulling van dit
borstbeeld had de inwijding van het monu
ment plaats. Deze plechtigheid zou aanvan
kelijk door Prinses Juliana geschieden, het
geen door haar ongesteldheid evenwel verviel,
en nu geschiedde door de Koningin. Door een
druk op een electrische contactknop wei'd een
alarmschei in het inwendige in werking ge
steld. De vlag viel en de carillonnist;, de be
kende Utrechtsche beiaardier Johan Wage
naar, zette het Wilhelmus is.
Een aardig moment was het toen op dit
zelfde oogenblik duizend postduiven werden
opgelaten. Bij het vallen der vlaggen ging een
aantal witte duiven de lucht in, en onmiddel
lijk daarna iedere seconde honderd gekleur
de duiven. Nu liet zich het zangkoor met or
kest weer hooren. Handel's Zegezang en een
compositie van den dirigent, den heer Lee-
wens, „De kabels los", klonken schoon door
de lucht.
Door het Comité werden beide monumenten
thans aan de Gemeente overgedragen en
door Wethouder P. A. Smits aanvaard.
Namens het Nederlandsche Reddingwezen
sprak vervolgens de heer P. E. Tegelberg,
voorzitter van de Noord- en Zuid-Hollandsclie
Redding Maatschappij te Amsterdam.
Met het spelen van Handels machtige Hal
leluja-koor éindigde de plechtigheid.
Vanzelfsprekend bestond voor .deze histo
rische gebeurtenis groote belangstelling. Zoo
waren de redders van de tien stations der
maatschappijen te Den Helder tezamen ge
komen, en deze mannen woonden de plechtige
gebeurtenis bij.
Na afloop van de plechtigheid begaf de Ko
ningin zich met Haar gevolg naar de ten
toonstelling Remavi, welke zij om ongeveer
vijf uur verliet.
Met den gewonen trein van 19,53 uur, waar
aan de Koninklijke wagens waren aangehaakt,
is de Koningin met gevolg uit Den Helder
vertrokken.
„Sumatra" Kostte reeds
2Vz millioen aan reparatie.
Tevens reeds 2Vs jaar „in groote
herstelling".
Bij het afdeelingsonderzoek van wetsont
werpen betreffende aanvulling van de Indi
sche begrooting voor 1935. hebben vele Tweede
Kamerleden gevraagd welk bedrag sedert de
indienststelling is besteed aan herstellingen
van den kruiser „Sumatra" en hoeveel dagen
dit schip wegens reparatie buiten dienst- is
geweest.
In de memorie van antwoord wordt thans
medegedeeld, dat het totaalbedrag der her
stellingskosten van de. ..Sumatra"2.408.502
bedraagt.
De Memorie geeft verder nog het volgende
lijstje over de dienst- en hersteltijden van
dezen kruiser.
1 Juni 1927: aankomst in Ned.-Indië.
28 Oct. '27—27 Febr. '28; jaarlijksche stil-
ligtijd.
7 Sept. 28—6 Nov. '28: kruisvaart, turbine-
defect. Gedeeltelijk gereed voor den dienst.
6 Nov. '28—4 Maart '29: volledig geschikt
voor den dienst.
22 Mei '291 Juni '29: stuurboord lage
drukturbine defect- In de vaart met bakboord
zij turbines en middenturbines
1 Juni '2927 Juli '30: in herstelling we
gens bedrijfsstoring (stuurboordzij turbine),
niet geschikt voor den dienst.
27 Juli '2922 Maart '31: ten gevolge van
brand in ketelruïm 3 wederom in herstelling
22 Maart '31—14 Mei '31: volledig geschikt
voor den dienst.
14 Mei '3120 Sept. '31: in herstelling ten
gevolge van beschadiging scheepsromp bij op
rif loopen.
20 Sept. 316 Nov. '31: volledig geschikt
voor den dienst.
6 November '31—6 Juni '32: in de vaart met
maximumvaart 15 mijl in verband met tril
lingen in lagen druk zijturbine. Niet volledig
geschikt voor den dienst.
6 Juni' 328 Aug. '32: jaarlijksche stillig-
tijd.
8 Aug. '3227 Oct. '32: in de vaart- doch
max. 15 mijl in verband met trillingen in
lagen druk zijturbine. Niet volledig geschikt
voor den dienst.
27 Oct. '321 Maart'35 in groote herstelling
Lage druk turbinesysteem gewijzigd
JAARLIJKSCHE ALGEMEENE VERGADE
RING DER K.L.M.
In de jaarlijksche algemeene vergadering
van aandeelhouders der Koninklijke Lucht
vaart Maatschappij voor Nederland en Kolo
niën N.V. werden de jaarstukken over 1934
goedgekeurd. Het aftredend lid van den Raad
van Bestuur, de heer Ir. M. H. Damme, werd
herkozen, terwijl in de plaats van Mr. J. W.
Beyen, die uit den Raad van commissarissen
is getreden, benoemd werd de heer Mr. H. J.
Wolterson.
Botsing tusschen motor en auto
Motorrijder kon zijn reis niet voortzetten.
Gisterenmiddag reed de motorrijder L. H„
komende van de richting Amsterdam, op weg
naar zijn woning te Amersfoort, nabij de
Vechtbrug te Muiden, toen van de tegenover
gestelde zijde de heer J. F., wonende te
IJmuiden. in zijn auto naderde en zijn rich
tingwijzer uitstak, omdat'hij bij de aan dén
wegkant staandebenzinepomp wilde laden.
Hoewel de heer H. zag, dat de automobilist
den weg overstak in de richting van de ben
zinepomp, kon hij zijn motor niet doen stop
pen, vermoedelijk naar later door hem te
genover de Muider politie verklaard is
door een defect aan de gasklep. Een botsing
met de auto was het gevolg, waarbij de mo
torrijder kwam te vallen en aan kin en lin
kerbeen verwondingen opliep, welke in de wo
ning van den brugwachter door dr. Niekerk
van Muiden verbonden werden.
De auto werd licht beschadigd; de bescha
diging. welke het motorrijwiel opliep Was
van dien aard, dat de heer H. er zijn thuis
reis niet op kon voortzetten. Trouwens vond
de dokter het beter, daar hij na zijn val door
duizelingen overvallen werd, dat hij met een
passeerende auto naar Amersfoort reed.
WOENSDAG 5 JUNI 1935
Nog een arrestatie te Oss.
Oude roofoverval opgelost.
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
De koninklijke marechaussee te Oss heeft
in verband met een brutalen nachtelij-ken
roofoverval op een hoog bejaarden landbou
wer te Veghel, welke twee jaar geleden is
gepleegd, thans een 25-jarig Ossenaar F. v.
d. W., bijgenaamd „den Brommert", gearres
teerd.
UIT DE PERS
„De Standaard" over
Mr. Steenberghe's houding.
„De Standaard" (a.r.) schrijft in een drie
star:
„Wij kunnen het louter prijzen, dat het Ka
binet in zijn grootst mogelijke meerderheid'
de devaluatie heeft afgewezen; dat het, nu
gekozen iiioest worden tusschen het verlies van
mr. Steenberghe èn de devaluatie, zonder
aarzeling heeft gekozen voor het verlies van
den bekwamen bewindsman, omdat tot de
valuatie niet mag worden overgegaan. Deze
beslissing van het Kabinet zegt duidelijker
dan elke uiteenzetting, welk standpunt de Re
geering inneemt terzake van het monetaire
vraagstuk.
Zij is. hoewel veroorzaakt door de houding
van minister Steenberghe, een niet voor twee
erlei uitlegging vatbare manifestatie voor het
behoud van een muntpolitiek, welke ook wij.
het is onzen lezers bekend, de eenig juiste
achten. Al was het van een Kabinet-Colijn een
andere beslissing niet te verwachten, zij doet
in deze dagen van onrust en enerveerendc ge
beurtenissen goed, zij maakt een einde aan
gekweekte onzekerheid, en is een nieuwe les
voor de speculanten, die het toeleggen op de
verzwakking van onze munt. Zullen deze nu
eindelijk verstaan, vraagt het blad, dat de
Regeering zich niet laat afdringen van den
weg, haar door plicht in 's lands belang voor
geschreven?"
„De houding van minister Steenberghe ver
staan wij niet, gaat het verder. Hij heeft het
wetsontwerp tot verlaging van de openbare
uitgaven mede onderteekend. Hij was dus van
oordeel, dat de voorgestelde verlaging van de
Rijksuitgaven, van de openbare uitgaven in
het algemeen, noodzakelijk is. Ten overvloede
bevestigt het bericht, dat een toelichting geeft
op zijn besluit, dat hij met de zienswijze van
het Kabinet, neergelegd in het genoemde ont
werp, instemt. Maar heeft hij dan ook maar
één oogenblik kunnen aannemen, dat dit wets
ontwerp op aanvaarding kans zou hebben,
wanneer tot devaluatie was besloten? Het be
richt zegt, dat hij niet slechts een oogenblik,
maar blijkbaar eenigen tijd in deze gedachte
heeft geleefd. Dit nu begrijpen wij niet. Men
behoeft geen ervaren politicus te zijn om met
zekerheid te weten, dat het besluit tot deva
luatie tevens den doodsteek aan dit ontwerp
zou hebben toegebracht. De Tweede Kamer
zou, zeker in meerderheid, dan gezegd hebben,
laat ons nu eerst de resultaten van de de
valuatie maar eens afwachten.
Er zijn in verband met de houding van
minister Steenberghe meer punten, welke tot
vragen aanleiding geven, al gaan. wij daarop
heden niet in. Zijn besluit draagt een zeer
opzienbarend karakter. Het is te betreuren,
dat hij gemeend heeft dit te moeten nemen.
Vooral in de huidige omstandigheden hadden
wij hem gaarne zijn gewichtigen arbeid zien
voortzetten. Het heeft niet zoo mogen zijn.
Worde het Kabinet-Colijn voor verdere mu
taties gespaard, besluit het blad. En blijke
spoedig, dat de Volksvertegenwoordiging be
reid is met de Regeering samen te werken
aan het eerstnoodige, n.l. het herstel van het
evenwicht in 's Rijks financiën, opdat daardoor
hetgeen verder moet worden gedaan, mogelijk
wordt."
5 Juni:
De heer Ph. Simons, te 's-Hage, is op
een aardig denkbeeld gekomen. Door
hem zijn n.l. schoolschriften in den han
del gebracht op welker omslagen de
portretten voorkomen der zeven laatste
mannelijke leden van ons Vorstenhuis,
alsmede van Prinses Wilhelmina, bij
welke portretten passende bijschriften
zijn gevoegd.
De uitvoering is doelmatig en een en
ander leerzaam voor het jonge volkje,
welks aandacht op school wel niet mag
worden afgeleid op de buitenomslagen
der cahiers, maar waarvoor hier toch
wel een uitzondering mag worden ge
maakt. daar het er veel nut uit kan
trekken.
Gemeenteraadsverkiezingen.
Bij de gisteren gehouden verkiezing is de
samenstelling van den nieuwen gemeenteraad
van Egmond aan Zee geworden: 1 S.D.AJP.
(thans 0), 1 R.K. (1). 0 Onafh. (2), 4 Oud-
Kath. (4) 1 Landbouwerspartij (0).
Te Molenaarsgraaf was de uitslag: 2 lib.
2), 2 S.D.A.P. (3). 3 Gemeentebel. 0 A.R. (1),
Staatk. Ger. (0), 0 Onafh. A.R. (3).
Te Nieuw-Helvoet zijn gekozen 2 Lib. (thans
2), 2 S.DJVP. (3), 3 Gementebel. 0 A.R. (1),
0 C.-H. (1).
Uitgebracht zijn te Noordwijk:
Totaal aantal geldige stemmen 4424 (in
1931: 3958)), waarvan op Gemeentebelang
353 1496L A.R. 677 (549, C.H. 691 (734). R.K.
1980 (1823). C.D.U. 239. Algemeen Arbeiders
belang (SD.A.P.) 214 (356L
De samenstelling van den gemeenteraad is
geworden: 1 Gemeentebelang (2), 3 A.R. (2),
3 C.H. (3), 7 R.K. (7), 1 C.D.U.
Te Willemstad werden gekozen: 1 S.D.A.P.
thans (0), 0 Gemeentebel. (1), 2 A.R. (2), 2
C.H. (2). 2 Onafh. (2).
De Jan Miense Molenaar uit
het Bisschoppelijk Museum.
Van dezen vroolijken schilder, die als
kunstenaar sterk onder den invloed van Frans
en Dirk Hals en Rembrandt stond, zijn voor
stellingen aan den Bijbel ontleend, zeldzaam
heden. In een enkel Europeesch museum zult
ge een „Gebed, voor den maaltijd" van hem
aantreffen, doch. zijn meest geliefde onder
werpen zijn bruiloften, drinkgelagen, krijgs
knechten, die pret of ruzie maken, mannen en
vrouwen uit 't volk in hunne niet altijd even
gekuischte genoegens. Ook de brave Immer
zeel, die van de Molenaars (er zijn er twee,
misschien zelfs drie geweest) niet veel zake
lijks te vertellen weet, beklaagt er zich over
dat ze klaarblijkelijk zoo weinig kieskeurig
in hun onderwerpen waren. Het zou onbillijk
wezen, om enkele dartele, uitingen het geheele
werk van zulk een meester te kleineeren. Want
hij was, door alles heen, zeker een knap schil
der, die met groot gemak samengestelde com
posities met een massa figuren ontwierp en
uitvoerde. Juist een maand geleden zagen wij
in Antwerpen, op een groote tentoonstelling
van oude kunst uit particulier bezit, een Brui
loftsfeest van Jan Miense, waarop wel zestig
personen aan dat feest deelnamen en het ge
heel tooh prachtig in evenwicht en samenhang
gegeven was.
Het zeer groote doek nu, dat in het Bis
schoppelijk Museum van Haarlem, op Jan
Miense Molenaar's naam staat, bewijst even
eens dat de maker een knap schilder geweest
is. Het is vermoedelijk een werk dat hem in
zijn Haarlemsche jaren voor een kerkversie-
ring werd opgedragen, een opdracht die hij
aanvaard heeft, al behoorde het onderwerp
niet tot wat hij meestal placht te schilderen.
Het is een voorstelling van den Christus, die
na door Pilatus vrijgegeven te zijn, door solda
ten en volk bespot en gehoond wordt, vóór hij
den tocht naar Golgotha aanvaardt. Men heeft
Jezus een doornenkroon op het hoofd gezet,
een soort vischhengel in de gebonden hand
gegeven; ongure kerels slaan Hem met stokken
op het hoofd, een paar nog onsmakelijker
oude lieden spuwen Hem in het gezicht.
Regel voor regel heeft de schilder het Evan
gelieverhaal hier geilustreerd. Of de verheven
tragiek van al dat gebeuren ook in zijn eigen
innerlijk weerklank vond.... wij willen ons
daar niet verder in verdiepen; uit de schilderij
zelve zou men willen aflezen dat hij er in
hoofdzaak als illustrator, als knap techni-
cien tegenover heeft gestaan. Er is iets van
rommeligheid in de compositie, die ontstond
doordat hij alle gegevens van den tekst wilde
samenbrengen. Misschien ook doordat men in
het werk allerlei stijlen gewaar wordt die met
den hem eigenen verweven zijn. Wat de typen
i-j-zijner modellen, aangaat» die had-hij wel rijke-
lijk ter beschikking. Alleen voor de Christus
figuur zelf had hij een iets nobeler type kun
nen bezigen zonder van sentimentaliteit ver
dacht te worden. Deze centrale figuur is uit
sluitend als peinture bekekpn, niet de geluk
kigste op dit schilderij. Veel beter ging hem de
geharnaste soldaat af, die vlot en fleurig ge
schilderd werd in zijn kleurig costuum en in
wiens tronie-typeering een souvenir aan Hals
te erkennen valt, zooals in den achtergrond
de redeneerende wetsgeleerden en het bemin
nelijke jongmensch met zijn gard en zijn tal
hout, sterk aan Rembrandt's school doen den
ken. De twee groote, staande figuren op de
bank zijn wel echte figuren voor Molenaar,
hij is daarin wel op z'n best, zooals hij ook in
het stilleven, links op den voorgrond, de kope
ren bak op de witte doek, zich als uiterst be
kwaam kunstenaar doet kennen. Het is per
slot van rekening, een merkwaardig schilderij
deze Bespotting Ohristi, omdat er als het
ware de geheele Haarlemsche en Rembrandt-
ieke schilderschool in vertegenwoordigd te
vinden is. Zij zal door haar uitvoerige gedocu
menteerdheid vooral ook den leek geboeid
hebben, daar deze zich er aan gewend heeft te
verlangen dat er op een schilderij veel ge
beurt, veel verteld wordt. Jan Miense Mole
naar is hoogstwaarschijnlijk Haarlemmer van
geboorte geweest; zeker is dat hij er in 1668,
ruim zestig jaar oud, is overleden. Dat hij er
Frans Hals' invloed onderging werd reeds ge
zegd, dat hij in dien kring verkeerde kan ook
blijken uit het feit dat hij in Juli 1836 met
Hals' eenig-bekende vrouwelijke leerling
Judith Leyster in het huwelijk trad. Het jonge
paar ging toen in Amsterdam wonen en daar
kwam, een jaar of acht later, de schilder Jan
Lievens bij hen inwonen, hetgeen weer wijst
op nauwe relaties met den Rembrandt-kring
in de hoofdstad. Zijn arbeid schijnt hem vol
doend gewin te hebben ingebracht, want weer
eenige jaren later koopt Molenaar een huis
in Heemstede en wordt weer, wat wij thans
Groot-Haarlemmer zouden noemen.
Misschien zal het vandaag besproken kerk-
schilderij hem in dien
tijd zijn opgedragen.
Want uit onze bespre
king blijkt in ieder ge
val wel dat de schilde
rij zelve een werk is
van een rijp man die
zijn métier onder de
knie had.
Van zijn naamge-
nooten is meen ik
tot nu toe niet veel be
kend geworden. Er was
in het Haarlemsche
Lucas.Gilde in het jaar
1684 ook een Jan Mo
lenaar als schilder in
geschreven, een artist
die in dat jaar juist
dertig jaar oud gewor
den was. Of er tusschen
dezen en Jan Miense
eenige relatie bestond
Is niet vastgesteld, al
Is de waarschijnlijkheid
natuurlijk groot.
In het oeuvre van
onzen Jan Miense
neemt het hier gere
produceerde werk nu
wel niet dit zal
thans duidelijk zijn
een representatieve
plaats in, zijn ge-
slaagdste werk ligt in
andere richting, doch
interessant is het zeker
en het zijn juist de
kleine, weinig gekende
musea als het Bis
schoppelijke in onze
stad, die het vaakst
mverwachte curiositei
ten voor den kunststu
dent en liefhebber op-
Leveren.
Lü, DE BOIS.I
DELI MAATSCHAPPIJ MAAKT EEN
GOED JAAR.
Commissarissen der Deli Maatschappij be
sloten, om op de Jaarlijksche Algemeene Ver
gadering aan aandeelhouders voor te stellen
van het na ruime afschrijvingen verkregen
winstbedrag, groot 1.969.917 (v. j. verlies
f 2.120.542, afgeboekt op reserves) uit te kee-
ren een dividend van 5 pCt. (nihil) en het
saldo van 687.217 te gebruiken ter verster
king van de statutaire reserve.
K.L.M.-VERBINDING MET HULL EN
LIVERPOOL.
Verlaging der passagetarieven.
De K.L.M. heeft besloten, om met ingang
van 10 Juni a.s. de luchtpassagetarieven en de
bagagetarieven op de lijn Rotterdam—Amster
dam—HuilLiverpool in beide richtingen te
verlagen.
N.V. NEDERLANDSCHE SCHEEPSBOUW MIJ.
De jaarlijksche algemeene vergadering van
aandeelhouders van de N.V. Nederlandsche
Scheepsbouw Mij. heeft de balans en winst
en verliesrekening over 1934 goedgekeurd. Be
sloten werd het verliessaldo ad f 194.879.98 af
te boeken op het Uitbreidings- en Vex'nieu-
wingsfonds, waax'door dit fonds op f 5.241.18
wordt teruggebracht. De heer Dr. C. J. K. van
Aalst, die volgens rooster aan de beurt was van
aftreden als Commissaris, werd als zoodaxiig
herkozen. De decisie inzake het voorstel van
Commissarissen en Directie tot wijziging der
Statuten moest wegens onvoltalligheid der
Vergadering worden uitgesteld.
OOK EEN KRUISTOCHT VOOR MEISJES
NAAR NOORWEGEN.
De Rotterdamsche Lloyd deelt ons mede,
dat men voornemens is in de tweede helft van
Juli en of in de eerste helft van Augustus a.s.
met haar passagiersschip „Slamat" 12.000 BRT,
een kruistocht naar Noorwegen te onderne
men, uitsluitend voor meisjes van 1219 jaar.
De tarieven zijn zeer laag gesteld en omvat
ten accomodatie in hutten, volledige voeding
en verzorging. Mevrouw C. A. RegelinkMeer
burg te Amersfoort heeft zich welwillend be
last met de hoofdleiding.
DIEVEN MAAKTEN VIERHONDERD
GULDEN BUIT.
Een tweetal nog onbekend gebleven per
sonen hebben tijdens afwezigheid der be-
wonex-s bij den landbouwer J. J. te Roggel in-
gebi-oken en een bedx-ag van ongeveer f 400
buit gemaakt. De dieven, van wie een vol
gens ooggetuigen in een bruin grijs costuum
gekleed was, en die ieder in het bezit van
een rijwiel wax*en, di'ongen door de staldeur
binnen.
CULTUUR MAATSCHAPPIJ „PRIOK" N.V.
In de algemeene vergadering van aan
deelhouders der Cultuur Maatschappij Priok
N.V. werden het verslag, de balans en winst
en verliesrekening over 1934 goedgekeurd en
het veidiessaldo a f 261.016 52 naar het vol
gende boekjaar overgebracht. De heer Th.
P. C. J. Op de Coul verd als commissaris
herkozen.
CULTUUR MAATSCHAPPIJ „GOENOENG
MALANG" N.V.
AMSTERDAM, 4 Juni. In de algemeene
vergadering van aandeelhouders zijn de ba
lans en de winst- en vei-liesrekening over
't 39ste boekjaar goedgekeuixl. Het dividend
werd bepaald op 17 1'2 pet. De aftredende
commissaris, de heer Jhr. W. Röell, werd her
kozen,
PREANGER LANDBOUW MAATSCHAPPIJ
NAAML. VENN.
De algemeene vergadering van aandeel
houders, den 4den Juni te Amsterdam ge
houden, heeft de balans en dè' winst1 en ver
liesrekening over het 45ste boekjaar goedge
keurd. Het r" id werd bepaald op 20 pet.
De aftredende commissaris, de heer A. Bos
Pzn,.werd herkozen.