Het geheim van Lady Littenton Flatteuze zomermode bij de wedstrij. den, welke op het vliegveld te Brook- land door de „Brooklands Aero Club" zijn gehouden Een valschermsprong, die uitstekend gelukte bij de demonstraties, welke ter gelegenheid der Oostenrijksche luchtvaartdagen te Weenen werden georganiseerd De bekende „Ach. ran Chasm" 15 DinSdag ver- Hel le99en van een krans bÜ het borst beeld van wijlen Z. K. H. Prins Hendrik reden. - Winnaa. ran de nieuwelingen werd ,e den He|der pa de onthu||ing doQr V. Voorden H. M. de Koningin Vliegen „op den kop". Een staaltje kunstvliegen van den Duitschen kampioen Willi Stoer op den laatsten dag van de Duitschland- vlucht 1935 Het défilé der oorlogsbodems voor den Helder werd door H. M. de Koningin Dinsdag gadegeslagen, waartoe de vorstin zich aan boord van de „Hertog Hendrik" begaf en daarmede de haven uitvoer De „Normandie* heeft op de eerste reis naar New York reeds alle snelheidsrecords op dit traject ge- broken en de Blauwe Wimpel veroverd. - Een radio-foto van de aankomst van het zeekasteel in de haven van New York, geëscorteerd door talrijke schepen Het monument voor het Nederlandsch Reddingwezen is Dinsdag te den Helder door H. M. de Koningin onthuld. De Koningin voor het zoo juist onthulde monument FEUILLETON. door ELSA KAISER. 16) „Ik kan met papa niet zoo praten over alles als met jou.Hij is half gek van blijdschap met al dien adel en dat oude slot en mijn ladyschap en al dat gedoe meer. En Arthur, nu ja. ik vindt hem nog altijd erg aardig en wil ook wel met hem trouwen, maar mijn vertrouwde zal hij nooit kunnen worden, ik kan niet met hem praten, ik durf nooit goed en daarbij is hij zoo correct en springt nooit uit de band. daar kan ik op den duur niet tegen." „Maar dat is erg verdrietig, Claire." „Nu ja, misschien zal het over twintig jaar anders zijn. ik voel heel veel sympathie voor hem. Maar je mag mij nu niet verlaten Alice, beloof je mij dat?" Alice weerde lachend af. „Toe lieverd ik kan toch geen twintig jaar op je wachten en ove rigens, wat ben ik dan hier, wat zal ik hier worden?" „Toe, Alice laat mij toch niet zoo smeeken ik heb toch voor jou ook gedaan wat ik kon." Alice zweeg. Maar Claire praatte opgewon den verder. „Morgen komt lady Angelique, de weduwe van Arthur's oom, de man die de boei hier zoo verwaarloosd heeft. Maar van deze Angelique houdt Arthur het meeste op de ge- heele wereld, Hij heeft mij haar portret laten zien, zij is heel mooi en zij moet een buiten gewoon lieve vrouw zijn. Je moet eerst nog met haar kennis maken. En denk er toch eens aan. Alice, wat ik tegen papa en Arthur zeg gen moet als je zoo ineens weggaat. Je bent toen op reis groote vrienden met Arthur ge worden, wat moet hij ervan denken als je mij zoo ineens verlaat?" „Zulke groote vrienden, wel Claire dat is een beetje te veel gezegd Ze zweeg en dacht: „Hem nooit meer terug zien, nooit meer zijn stem hooren, en zij wist op het zelfde oogenblik dat zij het niet zou kunnen. „Je blijft dus bij mij, Alice," drong Claire aan en Alice stamelde: „Ja, Claire, ik zal het probeeren HOOFDSTUK XIII. Den volgenden middag ging Arthur zelf naaar Londen om lady Angelique Littenton af te halen. John Misters ging een wandeling door het dorp maken en zou door de bosschen terug wandelen om het landgoed met de om liggende bezittingen, die weldra het eigendom van zijn dochter zouden worden eens op te nemen. De jonge Amerikaansche meisjes gin gen met de dochters des huizes een rond gang door het park maken. Claire liep voorop met de oudste dochter en Alice volgde mer Vivian. Vivian, de bakvisch, verraadde in dit wandeluur zoowat alle geheimen van de huize Littenton en zoo hoorde Alice dat de oudste dochter een ongelukkige liefde voor een ba ron had, omdat de twee gelieven beiden arm waren en er dus van een huwelijk geen spra ke zou kunnen zijn en Vivian zelf hoopte door het huwelijk van haar broer nieuwe moge lijkheden te krijgen. Claire's geld zou dus tot zegen worden voor de gansche familie en voor die van den baron incluis, dacht Alice en lachte een beetje. Waarom was Claire dan ontevreden, het was toch mooi dat door haar drie menschen gelukkig zouden kunnen wor den. Opeens riep Vivian uit: Misschien is de auto uit Londen al terug!" „Zullen we dan maar teruggaan?" vroeg Claire met een zucht. De oudste dochter Lit tenton keek uit de hoogte op Alice neer en zeióe koel. „Ik meen dat je gezelschapsdame wel even naar het slot kan gaan om te infor meer en." Alice stond doodstil, nog altijd was het niet tot haar doorgedrongen welke positie zij in dit huis bekleedde. „Zij was een bediende en behoorde zich daarnaar te gedragen, het was toch ernst." .Hebt u nog iets noodig miss Misters?" vroeg zij. Claire schudde mismoedig het hoofd, zij wilde niet alleen blijven met haar toekom stige schoonzusters, maar het kon niet an ders. Alice liep vlug door de lanen van het park naar het slot terug. De auto was zoo juist uit Londen gekomen. De schoonzusters hadden in de hall elkander begroet, de bedienden waren juist bezig de koffers van lady Angelique naar haar kamers te brengen, toen Alice de hall binnen ktrsm. Lady Angelique keek plotseling naar het meis je, maar Alice bleef stom en zonder te bewe gen staan, zij voelde dat het eigenlijk onge past was en dat zij zich als Claire's gezel schapsjuffrouw anders moest gedragen, maar zij was geheel betooverd door de schoonheid van lady Angelique, zij meende nog nooit zoo'n mooie vrouw gezien te hebben. En zonder te weten wat zij deed, lachte zij de nieuw-aan- gekomen dame vriendelijk toe. Lady Angelique zeide verrast tot lord Ar thur die nog steeds naast haar stond. „O, Arthur, hoe mooi is je bruid." Want dat dit jonge meisje Claire Misters was over wie Arthur haar geschreven had, stond bij haar vast. Lord Arthur was zichtbaar onaangenaam aangedaan, zijn gelaat stond donker toen hij het een koude harde stem, een stem zooals Alice nog nooit van hem gehoord had, zeide. „U vergist u tante Angelique, dit is miss Forth de gezelschapsdame van miss Misters. Alice vloog als opgejaagd weder naar het park.De tranen stonden haar in de oogen, wat had zij gedaan, dat hij op zulk een kouden, harden toon over haar sprak. Dat lady Ange lique haar voor zijn bruid gehouden had «r was toch niet haar schuld? Zij was gestuurd en had dus haar plicht gedaan. Was hij mis schien jaloersch, dat deze mooie vrouw haar aardig vond. Gunde hij haar de sympathie zijner tante niet? Zij begreep hem, noch zich zelf en voelde zich radeloos ongelukkig. De meisjes kwamen haar halfweg tegemoet. „Dus tante Angelique is gekomen?" vroeg de oudste jongedame met een sarcastisch lachje. „Nu Claire dan kan ik enkel voor je hopen, dat je haar bevalt, zij is een gewichtig per soon op het slot en Arthur doet alleen wat zij zegt, als zij er is ziet hij ons niet meer. Pro beer dus tante's hart te winnen en je hebt Arthur's liefde voor eeuwig." Dit moest schert send gezegd worden maar de ondertoon dezer woorden was bitter. „Tante Angelique is heusch erg lief!" riep Vivian. Jij bent enkel maar jaloersch, omdat men veel meer naar haar kijkt dan naar ons. Niet alleen Arthur houdt van haar, ze heeft een massa huwelijken kunnen doen als zij maar gewild had, maar zij is erg ziek en kan nooit meer beter worden." Arthur Littenton wachtte zijn bruid in den rooden salon om haar aan tante Angelique voor te stellen. Alice had direct naar haar kamer willen gaan, maar Claire wenkte na drukkelijk, dat zij moest blijven, dus stond zij stil en verlegen bij de deur. Arthur's oogen zagen haar bedroefd en verwijtend aan en zij begreep niet waarom. Zijn warm gevoel voor haar dat haar eerst zoo gelukkig gemaakt en later zoo verschrikt had, straalde weder uit zijn oogen. Maar ook een verwijt, zij begreep het niet, wat had zij dan gedaan? Lady An gelique begroette Claire hartelijk, heel anders dan de overige familieleden het den vórigen dag hadden gedaan. Zij kuste haar teeder en zeide allerlei lieve dingen. Claire werd voor de eerste maal sedert zij op Littenton Castle was, lief en vriendelijk. Lady Angelique had dade lijk haar hart veroverd. Er bestond niemand die haar weerstaan kon. Alice bleef als betooverd deze mooie vrouw aankijken. Wat was zij mooi met haar bleek gezicht, haar groote donkere oogen en het wondervolle kastanjebruine haar. Zij was lang en slank, zoodat zij er jonger uitzag dan zij in werkelijkheid was. Maar men zag haar dui delijk aan dat zij zeer lijdend was. Toen Claire haar na een oogenblik goedendag zeide, om dat zij wilde gaan rusten, knikte lady Angeli que ook Alice vriendelijk toe. Lady Angelique verscheen niet aan de lunch, maar zij liet John Misters en Claire verzoeken met Arthur de thee bij haar te komen ge bruiken. Na het theeuur kwam een bediende Alice meedeelen, dat lady Angelique haar verzocht bij haar te komen. Het meisje gehoorzaamde met kloppend hart want zij was blij, dat zij een poosje met deze mooie vrouw mocht pra ten. „Hier is lady Angelique", zeide de bediende en opende een deur voor Alice. De groote ka mer was leeg. Besluiteloos stond Alice stil. Plotseling hoorde zij in de kamer er naast, die slechts door een zijden gordijn van de voorkamer gescheiden was, lord Arthur's stem: „Ik meen dat mijn bruid u niet bevalt". En daarop de heldere stem van lady Angeli que: „Hoe kom je daaraan, was ik dan niet vriendelijk?" „Dat was u, lieve tante. U zoudt nooit on vriendelijk kunnen zijn en zeker niet tegen mijn toekomstige wouw. Maai- ik ken u zoo goed, u bent 'niet tevreden met mijn keuze. Geeft u het maar toe." Alice wilde weggaan of kloppen, hoe dan ook in elk geval iets doen om te laten weten, dat zij hier was, want zij moest zich met schaamte bekennen dat zij luisterde. Maar voordat zij iets doen kon, hoorde zij weder die heldere stem en het gesprek nam een wending dat haar verstijfd op haar plaats i deed blijven. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8