Het geheim van Lady Littenton
Minister prof. Slotemaker de Bruine
heeft Donderdag op huize „Wildzangk"
van den heer en mevr. v. d. Bergh
te Wassenaar een tuinfeest geopend
ten bate van het werkdorp in de
Wieringermeer
De aftredende minister van Economische Zaken, mr. Steenberghe (rechts), heeft Donderdag
op het departement te den Haag zijn portefeuille overgedragen aan den nieuwen minister,
prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen (links)
Te den Helder werd Donderdag ter gelegenheid van de tentoonstelling „Remavi"
de derde periodieke zeilwedstrijd gehouden van de Koninklijke Marine Jachtclub.
Een der deelnemers in actie
Onder auspiciën van de vereeniging «Het Ne-
derlandsch Kankerinstituut" is te Amsterdam een
internationale conferentie gehouden.
In het Olympisch Stadion te Amsterdam hebben Donderdagavond de openings
wielerwedstrijden plaats gehad, waarvan hierboven een snapshot
Mr. dr. E. J. Beumer, die
benoemd is tot lid en voor
zitter van de generale com
missie voor de Zuiderzee-
steunwet
Jacques Urlus, de bekende tenorzanger, pe voorjaarsmarkt, die Donderdag te Uithoorn werd gehouden, was druk bezocht. Ook de burge- Het weinig aanlokkelijk weer laat nog niet veel strandgenoegens toe. Een kijkje
b Donderdag te Noordwijk plotseling v i j l i i-.ii- in de Duitsche badplaats Sassnitz, die evenals de overige badplaatsen nog niet
meester, de heer C. M. Koot (rechts) toonde zijn belangstelling bijster yee| belangstelling trekt
overleden
FEUILLETON.
door
ELSA KAISER.
18)
„Dat geloof ik maar al te graag mijn lieve
kind, ik weet sedert langen tijd wat het oor
deel van de wereld waard is. In mijn jonge
meisjesjaren heb ik al geleerd alleen datgene
te gelooven wat ik zelf ondervonden of mee
gemaakt heb en geen waarde te hechten aan
praatjes van anderen."
Weer bleef het stil Het gelaat van de mooie
vrouw stond droevig. Had zij zelf zooveel mi
sère doorgemaakt, of was zij enkel maar be
gaan met het lot van de onbekende Alice
Gordon? dacht Alice.
Het meisje herinnerde zich wat Claire over
den gestorven man van lady Angelique had ge
zegd. hij was een speler en drinker en had
Littenton Castle verwaarloosd en de familie
in armoede gebracht.
Plotseling vroeg lady Angelique: „Wilt u mij
een poosje voorlezen miss Forth. Miss Claire
is met lord Arthur en mijn nichtjes uitge
gaan, u hebt dus voor het oogenblik geen an
dere plichten. Ik zelf ben in den laatsten tijd
zoo vreeselijk moe en had nog geen enkele
goede gezelschapsdame, ik kon mij slecht
wennen aan haar bijzijn, maar als ik zieker
wordt zal ik het wel moeten."
Mag ik ook vragen wel'ke ziekte u heeft
mylady?" vroeg Alice zacht.
„Ach ik weet het zelf niet, de doktoren
willen niets met zekerheid zeggen, zij vertel-
mij, dat 't een zware bloedarmoede is die mij
langzaam van mijn krachten berooft en die ik
met niets overwinnen kan. ïk ben nu een
poos in het Zuiden geweest, maar ik ben voor
de verloving van mijn neef naar Engeland
gekomen. In het Zuiden voelde ik mij echter
ook niet beter, het is overal hetzelfde." Bij
deze woorden nam zij een boek van de kleine
tafel naast haar en zeide. „Hier is wat lichte
lectuur, korte schetsen, ik kan mij den laat
sten tijd zoo slecht concentreeren, alles ver
moeit mij zoo en mijn gedachten gaan telkens
in een andere richting."
Alice begon te lezen. Zij had dit nooit ge
daan, maar zij begreep dat het één der plich
ten van een gezelschapsjuffrouw was om goed
te lezen zij gaf zich dus alle mogelijke moeite.
Het was heerlijk hier rustig te zitten bij lady
Angelique en haar voor te lezen en het mooie
gezicht te kunnen zien. Bij haar kon men rust
vinden, dacht Alice.
HOOFDSTUK 15.
Vijf weken geleden heeft mijn dochter het
huis verlaten en is op geheimzinnige wijze
verdwenen. Zij heeft een briefje achtergela
ten waarin staat dat ik niet zoeken moet
want zij zal zich niet laten vinden. Ik heb
geen enkel bericht ontvangen op mijn adver
tenties. welke ik in de groote bladen van
Amerika en Europa gezet heb. Een paar de
tectives, die ik in dienst genomen had, heb
ben ook geen spoor ontdekt. Daarom heb ik
mij tot de New-Yorksche geheime politie ge
wend. Ik vermoed dat ik u niets nieuws vertel
mijnheer
„Holligan" hielp de bezoeker den heer Gor
don vriendelijk.
Het gesprek had plaats in mr. Gordon's
werkkamer.
„Alles wat u mij zooeven zeide is mij bekend
mr. Gordon", zei de bezoeker.
„Men heeft mij gezegd, dat u een behend:,
detective bent, mr. Holligan", zeide de oude
heer Gordon.
De jonge man boog.
„Maar" vervolgde Gordon, „u komt mij nog
erg jong voor."
„Het is mü gelukt, mr. Gordon, een paar
moeilijke zaken tot oplossing te brengen.
Daardoor won ik het vertrouwen Yan mijn
principalen Ik heb de opdracht voor een inge
wikkelde kwestie naar Engeland te reizen, ik
hoop de zaak tot oplossing te brengen, intus-
schen kan ik daar ook nasporingen naar miss
Gordon doen".
„En u denkt dat het juist Engeland is waar
u mijn dochter zoudt kunnen vinden, mijn
heer Holligan?" vroeg de heer Gordon.
„Denken is teveel gezegd, mr. Gordon. Ik
kan voorloopig nog niets aannemen. Maar u
hebt mij reeds gezegd, dat u hier in Amerika
reeds nasporingen hebt laten doen, die op
niets uitgeloopen zijn," meende de jonge man
voorzichtig.
„Ja, dat is zoo mr. Holligan".
„Welnu dan moeten wij bij Europa beginnen
en Engeland is het eerste land, van daaruit
kan ik met vliegtuigen alle andere landen
bezoeken."
„Bent u allang detective, mr. Holligan?"
„Nog niet heel lang, maar ik heb succès ge
had".
Gordon begreep dat deze jongeman zich
niet liet uitvragen, hij zweeg dus en wachtte
hebt mij gezegd, dat u hier in Amerika reeds
nasporingen hebt laten doen, die op niets
uitgeloopen zijn," meende de jonge man voor
zichtig.
„Ja, dat is zoo, mr. Holligan".
„Welnu dan moeten wij bij Europa begin
nen en Engeland is het eerste land, van daar
uit kan ik met vliegtuigen alle andere lan
den bezoeken".
„Bent u allang detective, mr. Holligan?"
„Nog niet heel lang, maar ik heb succès ge
had".
Gordon begreep, dat deze jonge man zich
niet liet uitvragen, hij zweeg dus en wachtte
op wat de ander zou vragen.
„Vertelt u mij eens precies, mijnheer Gor
don, wat er in dien brief stond en waarom uw
dochter eigenlijk vluchtte, want aan de vele
praatjes welke daaromtrent den omloop doen,
hecht ik geen waarde. Als u echter wilt we
ten waar uw dochter is, moet ik de volle waar
beid kennen. Ook de onbelangrijkste kleinig
heid kan van groot belang zijn! Vóór alles
heeft het geen doel iets te verbergen, Ik kan
enkel iets bereiken wanneer u openhartig
bent."
„Ik zal u buiten hetgeen de politie u be
taalt, duizend dollar geven als u mij het adres
van mijn dochter brengt", zeide Gordon.
„Dat is erg vriendelijk van u," antwoordde
de jonge man, maar daaraan heb ik op het
oogenblik nog niets; ik moet vóór alles weten
hoe en wat er gebeurd is voordat uw dochter
zoo geheimzinnig verdween."
Mr Gordon vertelde alles over Alice's ver
loving en het gesprek dat hij met haar gehad
had, maar hij verzweeg het geheim van haar
geboorte evenals hij verzweeg, dat hij zich
daarover het één en ander tegenover Alice
had laten ontvallen.
„En hoe verliep de dag verder na uw ge
sprek met miss Alice?" wilde de detective we
ten.
„Zij heeft haar kamenier gezegd, dat zij
niemand wilde spreken, zij had hoofdpijn en
wilde slapen, het meisje mocht uitgaan. Dan
kwam er een dame, die mijn dochter drin
gend wenschte te spreken. De dame is bij haar
toegelaten, ging een oogenblik met haar uit
en keerde na een uur met haar terug. De rest
van den dag bleef miss Alice op haar kamer
en kwam ook niet aan tafel".
„En wie was die dame die miss Alice be
zocht?"
„Ik heb haar naam vergeten, ik heb voor
de vriendinnen van mijn dochter geen in
teresse, ik ken er geen enkele van."
„Het is zeer noodig den naam van deze da
me te weten, mr. Gordon."
„Denkt u dat deze dame de hand in Alice's
vlucht gehad heeft?"
„Het zou kunnen zijn, mr. Gordon. Wij mo
gen niets verzuimen en moeten aan alles den
ken."
„Misschien weet de kamenier den naam,"
meende Gordon en schelde.
Een bediende kreeg de opdracht Suzette te
roepen, die men irj dienst gehouden had voor
het geval Alice plotseling terug mocht ko
men.
Suzette wist den naam. Het was een zekere
miss Misters geweest.
De jonge detective zat plotseling rechtop..
Miss Claire Misters?" vroeg hij ademloos.
„Ja, zoo heette die dame", antwoordde Su
zette een beetje verwonderd. Maar meer wist
het meisje ook niet. Miss Alice had dien dag
zoo weinig gezegd. De detectieve had zich we
der beheerscht en zeide koel: „Het allereerste
wat noodig is, is het spoor van deze miss
Misters te volgen en dat is niet moeilijk, zij
bevond zich op een doorreis en wij weten
wanneer zij vertrokken is".
„Kent u deze dames misschien?" vroeg
mr. Gordon wantrouwend. „U waart zoo op
gewonden toen u haar naam hoorde."
De jonge Holligan ergerde zich, dat hij zich.
zelf zoo weinig in zijn macht had. „Van op
winding kan geen sprake zijn, ik ken de fami
lie van deze dame vluchtig, maar ik was zoo
verheugd het eerste aanknoopigspunt gevon
den te hebben, mr. Gordon. Ik zal u berichten
zoodra ik de zaak afgewikkeld heb. Verder tot
uw dienst mr. Gordon". Hij stond op, boog
en verliet het vertrek, uitgeleide gedaan door
den secretaris van mr. Gordon.
Buitengekomen dacht de jonge man: „Dui
zend dollar is geen kleinigheid en Claire is
haar vriendin, ik heb geluk.
Claire," dacht hij en dan nog eens:
Claire"
Den volgenden dag telefoneerde hij mr.
Gordon en vertelde, dat hij het spoor van
Miss Misters gevonden had, het leidde naar
Engeland en den volgenden dag zou hij zich,
inschepen.
(Wordt vervolgd.)