Ned. O. [ndië in 1934. Practisch vredeswerk door jeugdreizen. NECERTOONEEL IN LONDEN. Nederlandsch Indïë heeft in 1934 evenmin kunnen ontkomen aan de gevolgen der han- delsbelemmerende bepalingen door de meeste landen in den loop der laatste jaren opgewor pen. Maatregelen van zeer ingrijpenden aard waren ook ginds noodig. Vóór alles werd daar bij gestreefd naar de instandhouding van den export der bekende stapelproducten en naai de verzorging van de eigen productie- en distributie-apparaten. De afsluiting van in ternationale overeenkomsten met betrekking tot de productie van een aantal exportartike len werd in 1934 voortgezet in den vorm van den .-net ingang van 1 Juni van het vorige jaaï vastgestelde rubberovereenkomst, waar in zoowel een uitvoer- als aanplantrestrictie was opgenomen. Daarmede is misschien het einde bereikt der internationale overeenkom en voor deze wereldproducten, tenzij men te «eniger tijd ook de suiker daarin zou willen betrekken. Deze internationale regelingen zijn mede oorzaak geweest, dat hot contact tusschen Nederland en Ned. Indië hechter is geworden. Volkomen terecht werd met betrek king daartoe door de Afdeeling Algemeene Economische Aangelegenheden te Batavia op gemerkt. dat deze samenwerking voor de hand ligt, daar beide landen met hun tegengestelde handelsbalansen tezamen t. a. v. het buiten land een sterkere plaats innemen, dan ieder op zichzelf. Maar naast de Europeesche lan den. die voor Ned. Indië van belang zijn ge weest voor den afzet van producten, zal 1934 geboekstaafd blijven in de geschiedenis als het jaar van de onderhandelingen met Japan. Van Juni tot December werd geconfereerd. Om trent principieele punten werd geen over eenstemming verkregen. Toch acht men de beteekenis dezer onderhandelingen van veel grooter belang', dan velen meenen. Immers, de handelspolitieke uitrusting van Ned. Indië is verrijkt en de onderhandelingen waren oor zaak. dat men zich een breeder beeld kon vormen van de handelsverhoudingen over een groot gedeelte der wereld. Tot welke maatregelen is men nu in Ned. Indië overge gaan om aan de moeilijkheden het hoofd te bieden? Men is o.a. gekomen tot een stelsel, waarin drie richtlijnen te onderscheiden zijn. In de eerste plaats de contingenteering van den invoer van verschillende producten, waar bij al dan niet een verdeeling werd vastgesteld tusschen bepaalde landen van herkomst. Daar naast is men overgegaan tot een licentieering van importeurs en ten slotte een reglementee ring van binnenlandsche bedrijven, ter voor koming van destructieve concurrentie. Daar bij is het consumentenbelang zooals van officieele zijde wordt medegedeeld nooit uit het oog verloren. Ten bewijze daarvan wordt er aan herinnerd, dat de contingen tee ring van gebleekte katoentjes gepaard ging met. een stabilisatie der prijzen, die weliswaar 15 tot 20 procent hooger lagen dan die van 1933, doch het voordeel hadden van de groote mate van vastheid. De daarbij aansluitende contingenteering van ongebleekte katoentjes in einde 1934 is dusdanig ruim opgevat, dat aan de door de gedaalde koopkracht noodza kelijke vervanging van gebleekt door onge bleekt goed voldoende ruimte is gelaten. De samenwerkingtusschen overheid en be drijfsleven is o.m. verkregen door de oprich ting der N.I.V.I.G., een importeursorganisatie. Wat de bedrijfsreglementeering betreft kan verwezen worden naar de in 1934 tot stand gekomen ordonnantie, welke deze aangelegen heid regelt en de verschillende beschikkingen, welke het vestigen van nieuwe bedrijven ver gemakkelijken. De steun dus voor de reeds zoo dikwijls genoemde industrialisatie. Dit proces schrijdt uiterst langzaam voort. De ver vanging van import door het eigen product- dient met de grootste voorzichtigheid te ge schieden. Onvoorzichtigheid kan tot groote moeilijkheden leiden. Voor verrassingen wordt men niet gespaard. Zoo was de invoering van een accijns op oliën en vetten in de V.S. van Nd. Amerika feitelijk een prohibitief invoer recht voor onzen export van copra- en palm alie, waarvan de grootste scherpte, eerst ver dween, nadat het noodzakelijk was gebleken bepaalde vrijstellingen te verleenen. De Ne- derlandsch-Duitsche clearingovereenkomst werd in November 1934 ook voor Ned. Indië van la-acht. De uitwerking zal ook hier betee- kenen: minder Ned. Indische producten naar Duitschland. De depreciatie van de dollar was oorzaak van een toegenomen invoer uit de Vereenigde Staten vergeleken bij 1933. In- tusschen blijkt uit de ter beschikking staande cijfers over 1934, dat de achteruitgang tot staan is gekomen en dat hier en daar van een verbetering in den toestand gesproken mag worden, zoo steeg de uitvoer in hoeveelheid en waarde, terwijl de verminderde invoer ten dee- le gecompenseerd is door toegenomen eigen productie. De indexcijfers van den in- en uit voer liggen op hetzelfde niveau als die voor geheel Azië en zijn iets hooger dan die. welke voor den wereldhandel gelden. De toenemen de productie openbaarde zich in de oprichting van een bandenfabriek, een zeepfabriek en in de weverijen. In tusschen zakte het binnen landsche verkeer in 1934 verder in. De geld circulatie was nog weder 8 procent lager dan in 1933; de cijfers der posterijen vertoonden een verderen achteruitgang. Daartegenover boekten de spoorwegen in de laatste maanden van 1934 voor het goederenvervoer voor het1 eerst een vooruitgang en dat niettegenstaan de de sterk verlaagde tarieven. Het benzine verbruik bleef in 1934 constant en toonde in December een vermeerdering. De stabilisatie van den rijstprijs had een gunstigen in vloed. Intusschen ontwikkelde de toestand zich niet overal op overeenkomstige wijze. De Bui tengewesten hadden meer voordeel van be paalde prijsverbeteringen dan Java. De productie-ontwikkeling ;s vooral voor de export-producten zeer belangrijk ge weest. Uit de cijfers blijkt, dat de toeneming van den uitvoer van aardolieproducten de ver mindering van het gewicht van den uitvoer van alle overige producten, met uitzondering van suiker, geheel heeft goedgemaakt. Het is duidelijk, dat het zwakke punt in de ont wikkeling van den uitvoer gelegen is in de sui kerpositie. De achteruitgang van den suiker- uitvoer in 1934, zoowel in gewicht als ook in waarde (resp.: 55 en 85 procent, is natuurlijk van grooten invloed geweest. En al is de toe neming van den uitvoer van aardolie een ver blijdend feit. toch weegt de beteekenis daar van voor de volkshuisvesting niet op tegen den teruggang bij de overige producten. Bij de bestudeering van een overzicht van de uitvoercijfers van de belangrijkste land en mijnbouwproducten uit Ned. Indië, tus schen de jaren 1926 en 1934, valt het op, dat de verliezen vooral op rekening van Java ko men. Maar zelfs op dit eiland is de toestand niet overal dezelfde. Uit deze feiten volgt, dat bfi de beoordeeling van Indische cijfers de grootste voorzichtigheid in acht genomen mc**t worden. i«s»der de voortbrenging voor eigen markt ryvsent de voedselproductie de belangrijkste plaats in. Ofschoon de graanoogsten op Java en de maïsoogst van Zd. Celebes in 1934 te genvielen, zijn de rijs tin voeren wederom ge daald. Daartegenover werd ook belangrijk minder maïs uitgevoerd. Het ontbreken van betrouwbare productie- statistieken maakt het moeilijk, zooal niet on mogelijk, te beoordeelen, of en in hoeverre de nieuwe productie, dan wel de productie uitbreiding, in staat is geweest om de vermin dering van den invoer te compenseeren. Wel schijnt in de meeste gevallen van een dergelij ke algeheele compensatie nog geen sprake Spoedig wettelijke verzekeringsplicht? Kamercommissie dringt op scherpere verkeerscontrole aan. Verschenen is het zeer uitvoerig verslag omtrent het ongeveer een jaar geleden inge diende ontwerp voor de nieuwe motor- en rij - wielwet. Over dit ontwerp is tusschen de vaste commissie van de Tweede Kamer voor openbare werken, verkeers- en waterstaats aangelegenheden en het ministerie langdurig schriftelijk en mondeling overleg gepleegd. Dit overleg heeft geleid tot een omwerking van het oorspronkelijk ontwerp in dien zin. dat het niet meer het enge karakter van een motor- en rij wiel wet heeft, doch dichter komt, te staan bij het ideaal van een algemeene ver keerswet. Ook in den tekst van het ontwerp komt nu meer tot uiting, wat ook de bedoe ling van wijlen minister Kalff was, dat de wet zich niet alleen zal bepalen tot motorrijtuigen en rijwielen, doch ook tot andere rij- en voer tuigen. De onderscheiding tusschen wegen en rijwielpaden is dan ook vervallen en de titel van het ontwerp is veranderd van „Regelen in verband met het gebruik van motorrijtuigen en rijwielen nopens het verkeer op de wegen en de rijwielpaden" in „Regelen nopens het ver keer op de wegen", waardoor het algemeen karakter van het ontwerp beter tot uitdruk king wordt gebracht. Wordt het ontwerp wet. dan zal deze dan ook niet genoemd worden „Motor- en rij wielwet", doch „Wegenver keerswet". Uit het verslag blijkt, dat de regee ring invoering van den wettelijken verzekeringsplicht van bestuurders van motorrijtuigen tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid over weegt. Overleg daarover is gaande tus schen de ministers van Waterstaat en Justitie Veiligheidsbcpaling. In het ontwerp zijn voorts enkele belang rijke wijzigingen aangebracht. Zij betreffen de bekende „veiligheidsbepaling" en de afgifte van rijbewijzen. De „veiligheidsbepaling" is nog meer uitge breid. In de thans vigeerende motor- en rij- wielwet verbiedt art. 22 den bestuurder van een motorrijtuig of rijwiel, daarmede Ie rijden over een weg of een rijwielpad a. op zoodanige wijze, of met zoodanige snelheid, dat de vrij heid of de veiligheid van het verkeer wordt belemmerd of in gevaar gebracht; b. terwijl hij verkeert onder zoodanigen invloed van het gebruik van alcoholhoudenden drank, dat hij niet in staat moet worden geacht het motor rijtuig of rijwiel naar behooren te besturen. Het ontwerp van de nieuwe motor- en rijwiel- wet gaf deze bepalingen uitgebreider in twee afzonderlijke artikelen. Het rijden onder den invloed van alcohol, waarop zware sancties gesteld worden, is be handeld in het nieuwe art. 26, de oude „vei ligheidsbepaling" was opgenomen in het nieuwe art. 25. Dit laatste voegde aan de oude redactie nog toe de woorden „of redelijker wijze is aan te nemen, dat de veiligheid op den weg in gevaar kan worden gebracht". Het is duidelijk, dat hiei'door de werkingsfeer van deze bepaling aanmerkelijk werd uitgebreid Daaraan is thans in het gewijzigde ontwerp nog een veel verder gaande uitbreiding gege ven, die het mogelijk maakt op te treden tegen het euvel der veel te zwaar of roekeloos be laden vrachtauto's. Dit is bereikt door achter de woorden „met zoodanige snelheid" in te voegen „of zoodanig beladen". Naast de snel heid of de wijze van rijden kan dus ook de be lading voortaan criterium worden om te be palen of de vrijheid van het verkeer wordt be lemmerd of de veiligheid in gevaar wordt ge bracht. De commissie achtte het voorts in hooge mate noodzakelijk bakfietsen zonder motor aandrijving van den weg te weren. Haars in ziens moet ook op de naleving der verkeers voorschriften scherpere controle worden ge oefend. Het ongeluk te Bergen. Een tweede slachtoffer overleden. Omtrent 't ernstig ongeluk dat Maandagavond in de hertenkamp te Bergen is geschied en waarbij de 13-jarige A. Klomp werd gedood vernemen wij nader dat Dinsdagmorgen ook de 15-jarige L. Sick in het ziekenhuis is over leden. De toestand van den 16-jarigen Oudhof is naar omstandigheden vrij goed. „Goed nationalisme wil niet den dood van den vreemde. Vredesconferenties worden gehouden in groote groote zalen met voorname meubels en groene kleeden over massieve tafels. Def tige heeren met strakke gezichten spreken in zorgvuldig berekende taal over de ern stigste vraagstukken, die ons, menschen van Europa, ter oplossing zijn voorgelegd. En het resultaat'? Overwerk in wapenfabrieken. Verlenging van den diensttijd. Uitbreiding van de laboratoria, waarin angstwekkend ge leerde mannen angstwekkende proeven ne men om te onderzoeken hoe met de minste moeite een zoo groot mogelijk aantal men schen naar het hiernamaals gezonden wor den kan. Angst en vreeze in het leven van millioenen onzer medemenschen, wier jon gens eenmaal geroepen zouden kunnen wor den al die vondsten van de moderne tech niek toe te passen. Bijkans twintig jaren na den wereldoorlog staan meer jonge mannen dan in 1914 ge reed om op het eerste bevel op te trekken tegenden vijand. Zoo is de toestand, niettegenstaande alle arbeid van vredescon ferenties. Haat. wantrouwen en onverdraag zaamheid maken het leven in de Eui'opee- sche volken familie tot een bestaan van ang stig afwachten van de dingen, die komen zullen, als Ja. wie weet op dit „als" het antwoord? De twee Belgen, die in deze maand drie maal vier dagen onze jongens en meisjes door België hebben geleid, meenen het ant woord gevonden te hebben. De stille, stoere Taets en de kleine bewegelijke Van den Borre meenen het antwoord gevonden te hebben. Breng de jeugd van de volken met elkander in aanraking; laat het jonge volk over de landsgrenzen heen met elkander verkeeren en. op den duur, moet het vrede worden tusschen al wat met elkaar en voor elkaar leeft. Dit is het ideaal, dat leeft in Paul Robeson's plannen. „De heele wereld weet langzamerhand wel, dat ik geloof in de toekomst van den nege.r, Ik geloof dat de neger-cultuur een eervolle plaats verdient onder de wereldbeschavin gen. Ik geloof, dat de negers, zoodra ze hun eigen beschaving werkelijk leeren waardee- ren en hun belangstelling voor de Europea nen weten te beperken tot de kennis van zijn wetenschap en techniek, op weg zijn om één van de domineerende rassen der wereld te worden". ..Maar het ongeluk is, dat de neger zijn zelfvertrouwen heeft verloren. Slavernij en Europeesche machines zijn teveel geweest voor zijn vertrouwen. Hij heeft het beste van zichzelf verloochend en zijn heil gezocht in het imiteeren van Europeanen. In den aard dezer nabootsing heeft hij een ernstige ver gissing gemaakt". „Er zich terecht van bewust dat een volk tenslotte wordt beoordeeld, niet naar macht, maar naar beschaving, is hij gaan probee- ren zich de Westersche kunst eigen te ma ken. Wat hij niet heeft begrepen, is. dat be schaving niet van bovenaf kan worden op gelegd Hoogstens bereikt hij daarmee een soort kunstmatige gratie, maar altijd ten- koste van zijn1 eigen scheppingsdrang, die verstikt, Dat is een te hooge prijs, en het volk, dat dien prijs betaalt, kan nooit een invloedrijk volk zijn. „Dat", zegt Paul Robeson, de bekende ne gerzanger en -acteur in een pas verschenen artikel, „is de tragedie van den neger op het oosenblik Het zou moreen kunnen ophouden zijn tragedie te zijn. als iets hem zijn zelf respect terug kon geven". Paul Robeson is een ne g e r. met groote artistieke begaafdheid het Is dus geen wonder, dat hij in de toekomst van den neger gelooft. Hij is een kunstenaar, en het is daarom natuurlijk, dat hij in de eer ste plaats aan de kunst denkt, als een mid del om den neger zijn cultuur terug te ge ven. of liever gezegd, om hem die cultuur te geven, waarop hij meent, dat zij aanspraak kunnen maken. Hij is een acteur, en het is dus logisch dat zijn oosr in de eerste plaats op het tooneel is gevallen, toen hij zich af vroeg. wat hij er zou toe kunnen bijdragen om den neger via het respect van anderen van Europeanen zijn zelfrespect terug te geven. Zijn plan is thans om zeer binnenkort een „Neger-Theater" in het West-End van Lon den te openen. Hij heeft daarbij niet de be doeling zich tot het spelen van door negers geschreven stukken te beperken. „Dat", meent hij. „zou beteekenen dat we onze eigen glazen ingooien. We willen enkele van die „klassieken" geven die door Europeanen zijn geschreven, maar die den mensch. de mensehelijke schepping, ongeacht kleur, stand of geloof tot onderwerp hebben. We zullen negerstukken geven, gespeeld door Europeanen en negerstukken gespeeld door negers, en een aantal stukken die een ge mengde bezetting vragen. We willen revue- werk doen en we zullen ons toeleggen op de productie van enkele echt Afrikaansche stuk ken stukken, die het begin van een nieu wen dramatischen tooneelvorm kunnen zijn, omdat ze een volmaakte ineensmelting van drama, muziek en ballet zijn, zóó volmaakt als het Westersche tooneel nog niet heeft gekend". Dat zijn Robeson's plannen voor de naaste toekomst. Grootsche en idealistische plan nen, van belang niet alleen voor hem zelf en het volk waartoe hij trotsch is te behooren, maar van belang ook voor het moderne too- neelleven in het algemeen. Paul Robeson trad kort geleden op in een tendentieus neger-drama „Stevedore" ge produceerd door een klein Londensch expe rimenteel theater De pers had behalve veel lof voor Robeson's persoonlijk aandeel, in het algemeen weinig enthousiasme voor stuk en productie. Binnenkort zal ze nu echter ge legenheid krijgen het resultaat van Robe son's eigen werk, als acteur èn als regisseur, te beoordeelen. Vr. S. de beide Belgische onderwijsmannen, die eigener beweging zich hebben gegeven aan den arbeid van den vrede. De Belgische schoolreizen van de Nederlandsohe jeugd vormen een onderdeel van hun arbeid. Onze jongens en meisjes, die vier dagen vol jolijt en vertier beleefd hebben, zijn niet naai1 België getrokken als bewuste vrede brengers. Zij zijn er heen gegaan als pret makers. En als zoodanig zijn zij ook terug gekomen. Maar, er zijn hiervan ben ik als een hunner leiders toch overtuigd oogen- blikken geweest, waarin ook tot de jonge harten is doorgedrongen het besef, dat die twee mannen, Taets en Van den Borre, niet alleen waren impressario van pretreisjes! De woorden, die bij meer dan een gelegen heid tot onze jongens en meisjes zijn ge sproken, moeten zijn doorgedrongen tot het binnenste van die nog zoo jonge menschen- zielen en daar indrukken hebben achter ge laten. En dan denk ik in de eerste plaats aan de diep mensehelijke en van zoo groo ten geestelijken rijkdom getuigende redevoe ringen van den Vlaming Van den Borre! Toen hij daar voor onze jongens en meisjes stond op het groote terras van den citadel te Namen, zelf staande voor zijn eigen Bel gische kinderen, ons voorhoudende, dat de schoone wereld ons gegeven is om van te gemeten, toen la ij sprak over de hoogste goederen voor het mensehelijke leven, toen zei een Belg naast mij: „Dat moesten alle kinderen in geheel Europa eiken dag hoo- ren". De man, die dit zei droeg op zijn jas het teeken. dat hij in den oorlog meer ge daan had dan zijn plicht Tranen waren in zijn oogen gesprongen. Mijn jongens en meisjes hebben dit niet gezien, behoefden dit ook niet te zien. want zij waren voor hun pleizier uit. Maar naar Van den Borre heb ben zij geluisterd. En dat is voldoende! Het volgende jaar luisteren weer andere kinde ren naar hem. Engelsche. ja. wellicht Duit- sche! Taets en Van den Borre grijpen hoog in hun idealistisch streven. Dit moet ook. Wij ouderen in de reïsploeg, wij geleiders, zullen uiteraard in een ietwat andere stem ming geluisterd hebben naar die stemmen van vrede en vriendschap. Wij zullen wel licht niet, zooals de kinderen, gedacht heb ben, telkens wanneer een redevoering wat veel van ons geduld vergde, „wanneer is die man klaar?" Maar wanneer wij napraten met onze leer lingen over de prettige dagen in België door- 1 Builenpest in ChineescHe provincie. SJANGHAI 18 Juni (Reuter) Te Tsjoeangt- sjou en elders aan de kust van de provincie Foekien is builenpest uitgebroken. De procinciale regeering heeft maatregelen genomen om uitbreiding te voorkomen en heeft reeds 7000 vaccinaties doen verrichten. Honderd aangetaste personen zijn reeds overleden. Chineesche kruisers laten Kanton in den steek. LONDEN, 18 Juni (Reuter). Twee Chinee- sche kruisers zijn. volgens een bericht uit Hongkong, op geheime aanduidingen van Nan king, bij nacht en mist uit de haven van Kan ton gevlucht. De schepen wares destijds gede serteerd van de Nanking-regeering en over- geloopen naar de Kantoneezen. Zij werden vanaf de forten bij Kanton be schoten, maar ontkwamen met lichte bescha digingen naar Tsjoeng-Tsjau, een eiland bij Hongkong. Zij wilien Britsche wateren binnenvaren en indien zij aan dit voornemen gevolg geven, zouden hiermede netelige vragen inzake het internationale recht worden opgeworpen. Nader wordt gemeld, dat de kruisers werden achtervolgd en gebombardeerd door een aantal vliegtuigen, welke echter weinig schade op de schepen aanrichtten. Italiaansch-Abessynische oorlog onvermijdelijk? LONDEN, 18 Juni (Reuter). De diplo- matieke medewerker van de Daily Telegraph meldt, dat men te Addis Abeba een oorlog met Ita.lië thans onvermijdelijk acht. Het militaire apparaat van Abessynië heeft een behoorlijken omvang: ongeveer 500.000 man zijn met geweren uitgerust, waar van 100.000 met moderne wapens. 15.000 kunnen als „goed uitgerust" worden beschouwd; het totaal aantal mitrailleurs wordt op 200 geschat. De Morning Post bericht uit Djiboeti dat daar twee Fokkervliegtuigen voor de Ethio- oische r^a^erins ziin sartoner b°t hoofd van den Ethiopische nluchtdienst. de Fransch- man Corriger. is eveneens te Djiboeti aan gekomen om toezicht uit te oefenen op de montage van de toestellen. Ernstige beschuldigingen tegen Amerikaansche departement. WASHINGTON, 18 Juni (V.D.) De on- derstaatssecretaris van het departement van handel, Ewing Y. Mitchell, die door president Roosevelt uit deze functie is ontslagen, heeft gisteren in een verklaring ernstige beschuldi gingen geuit inzake de toestanden op de de partementen, waar volgens hem protectie van vrienden en corruptie zou heerschen. Niet alleen te Washington waren de idealen van de New Deal geschonden en heerschte protectie en corruptie uitsluitend op het de partement van handel, doch bijna in elk re- geeringsbureau was dit het geval. Het bureau voor het civiele luchtverkeer en de dienst der scheepvaartinspectie zijn gedeeltelijk ge reorganiseerd. doch er blijft nog veel te doen in het bijzonder in laatstgenoemden dienst, waar het onvoldoende toezicht waarschijnlijk heeft bijgedragen tot een ramp als die van de „Morro Castle". Het zou volgens Mitchell zeer goed mogelijk zijn dat het leven van senator Cutting en de anderen die met hem omkwa men bij de jongste vliegrejnp gespaard had kunnen blijven wanneer iemand met de ken nis, ervaring en doortastendheid, die in deze positie vereischt hadden mogen worden, gedu rende de laatste twee jaar de leiding had ge had van het bureau voor het luchtverkeer. MacDonald naar de Ver. Staten? Ter bevordering der samenwerking. LONDEN. 18 Juni (V. D.) Naar verluidt be staat de mogelijkheid dat de afgetreden minis ter-president Ramsay MacDonald, thans Lord president van den Staatsraad, binnenkort een bezoek aan Washington zal brengen als am bassadeur in buitengewonen dienst, ter be vordering van een nauwere samenwerking tusschen de beide Engelsch-sprekende naties. gebracht, kunnen wij, ongemerkt, de aan dacht van de jongens en meisjes samentrek ken op de twee idealisten, Taets en Van den Borre, die de scheppers zijn van de Belgische pleizierreizen. De ouders, die hun kinderen hebben mede gegeven, kunnen gerust zijn. Er is daar in België niet anders dan goed werk verricht. Het eten was goed. de slaapplaats was goed, de zorg was goed, maar bovenalde har ten van de scheppers van die reizen waren goed! Het volgend jaar komen Belgische jongens en meisjes in Nederland. Voor de tweede maal. Ook Haarlem zal gasten moeten ont vangen. En evenals vorig jaar zal Van den Borre weer zijn te midden van de jonge menschen. die hier de bezienswaardigheden van Haarlem komen bewonderen. Ik ben er zeker van, dat de Haarlemsche jongens en meisjes dan op hun post zullen staan om de Belgische vrienden en vriendinnen te ontvangen op een wijze, die niet onderdoet voor die, welke wij in de afgeloopen weken in België hebben ondervonden. Zonder groene tafels, zonder maskers voor onze gezichten, zonder zorgvuldig voorberei de redevoeringen, zal het jonge volk dan meewerken aan den arbeid die de twee ouderen: Taets en Van den Borre, begonnen zijn. Over het veld van Namen klonken na elkander het Belgische en het Nederlandsche volkslied. Van den Borre verklaarde de jon gens en de meisjes, dat goed nationalisme niet wil den dood van den vreemde. Moge het volgend jaar deze boodschap van den vrede klinken over de velden van ons goed vaderland, welks bewoners vóór alles ook willen den vrede, om te kunnen zijn en blij ven wat zij zijn: Nederlanders! Wanneer de Belgische schoolreizen tot re sultaat hebben, dat weer een steentje is aan gedragen voor het bouwwerk van den vrede, dan brengt het er aan besteede geld ruim schoots zijn rente op. En.... heeft ongelijk de oude, in een vorige eeuw levende, def tige mevrouw, die op het perron te Haarlem verkondigde, dat het schande is in deze tijden van crisis zoo veel geld uit te geven aan onnoodige pretjes voor de jeugd. Zij vergat, dat haar eeuw oorzaak is van de thans heerschende ellende. Taets en Van den Borre willen werken practisch! aan een betere wereld. Mogen zij in Nederland medewerkers vinden! W. LUBBERINK. WOENSDAG 19; JUNI 1933 Mexico's nieuwe regeering gevormd. Calles voor goed uit de politiek? MEXIC O - CITY 18 Juni (Reuter). De samen, stelling van het nieuwe Mexicaansche kabü net is gisteravond laat bekend gemaakt. On de lijst komen voor: Binnenlandsche Zaken, Silvester Barba Gon. zales (tot dusver minister van Arbeid). Buitenlandsche Zaken: Fernando Gonzales Roa (vroeger gezant in Washington). Financiën: Éduardo Suarez. Landbouw: Generaal Satur/yino Cedillo. Economische Zaken: generaal Rafaei San chez Tapia. Oorlog: generaal Ondres Figueros Onderwijs: Vazquez Vela. Verkeerswezen, generaal Mujica (tot dusver Economische Zaken). Verder hebben nog zitting in het kabinet Cosme Rinojosa als leider van het Bond-, district, alsmede G. B. Vazquez en Cabinó Vazquez. De Radicale leden van het vorige kabinet zijn niet in 't nieuwe opgenomen. De vroegere minister van buitenlandsche zaken. Portes Gil heeft reeds het voorzitterschap op zich genomen van de Nationaal-revolutionaire partij. Naar het schijnt is thans rust in Mexico's politieke leven ingetreden, vooral daar gene raal Calles liet meedeelen, dat hij zich geheel uit de politiek zal terugtrekken De door den vroegeren minister van land bouw Garrido Canabal naar de hoofdstad ge voerde Radicale roodhemden, die zich aan talrijke vergrijpen hebben schuldig gemaakt zijn weer weggeleid. PLANNEN VAN SENATOR LONG DOOR SENAAT VERWORPEN. WASHINGTON. 18 Juni (V.D.) Voor de eerstemaal heeft Senator Huey P. Long zijn „Verdeel den Rijkdom'-program bij den Se naat ingediend als amendement op de door de regeering voorgestelde maatregelen tot in voering van een sociale verzekering .De plan nen van senator Long werden door den Senaat zonder hoofdelijke stemming verworpen. Paleis voor Volksvlijt. De instructie gesloten. AMSTERDAM, 18 Juni. Naar wij ver nemen, is thans de instructie gesloten in dë strafzaak van M. en P., directeur en com missaris van de N.V. Paleis voor Volksvlijt, De verdediger van P„ mr. B. J. Stokvis, heeft wederom een request ingediend tot in vrijheidstelling van zijn cliënt, die, evenals M., nog steeds in hechtenis is. UIT HAARLEM De Haarlemsche financiën. Een onderhoud met wethouder W. Itoodenburg. Wij hadden een onderhoud met den Haar- lemschen wethouder van financiën den heer W. Roodenburg. Hoe staat het zoo vroegen wij thans met de Haarlemsche financiën? Het antwoord luidde: In het algemeen goed. Over het afgeloopen jaar 1934 mogen wij niet ontevreden zijn Er is een voordeelig saldo.... Hoeveel? Dat kan ik nog niet precies zeggen, wel kan ik verzekeren dat het grooter is dan over 1933, toen het ruim f 17.000 bedroeg. Is over 1935 al iets te zeggen? De heer Roodenburg antwoordde: nog niet, alleen dat thans wel aan te nemen is, dat de minister de rijksbijdragen aan de regeering uit het Werkloosheidssubsidiefonds hoewel er een tekort is niet voor de gemeenten zal verlagen. Het Haarlemsche percentage voor den werkloozensteun bedraagt ruim 60. Wij zijn thans begonnen met het verzame len van de gegevens voor de begrooting van 1936, zoo vervolgde de wethouder. Wij ontvan gen nu de verschillende begrootingen van de bedrijven. Als die alle binnen zijn, kunnen wij beginnen met het opstellen van de aanvan kelijke cijfers. Er is zoo merkten wij op in een politieke vergadering gezegd, dat Haarlem voor 1936 wel een gat van 6 ton zal moeten stoppen. Ik weet daar niets van zoo antwoordde de heer Roodenburg. Het is wel zeker, dat wij op de aanvankelijke begrooting een tekort zul len hebben, maar 'hoeveel dit is weet ik abso luut niet. Daarvan is nog niets te zeggen. Wel weet ik, dat h^t voor 1936 noodig zal zijn om verschillende bezuinigingen in te voeren. Dat moeten wij doen om aan een tekort te ont komen. Bezuinigingen van ingrijpenden aard? Bijvoorbeeld afschaffing van het voorberei dend onderwijs? De wethouder antwoordde: welke bezuini gingen het zullen zijn kan nog niet- gezegd worden. Eerst moeten wij trouwens weten hoe veel wij bezuinigen moeten. Wel kan ik u zeg gen, dat- afschaffing van het voorbereidend onderwijs op dit oogenblik niet op ons lijstje staat. Veel invloed op de begrooting van 1930 zal uitgeoefend worden door de subsidie die Haarlem zal ka-ij gen uit het Werkloosheids- fonds. Het zou niet onmogelijk zijn dat die lager zal worden dan over 1935. De omzet van onze gasfabriek gaat nog geregeld achteruit. Zijn bij B. en W. planen in ovei'weging voor een nieuwe ver laging der tarieven om op die manier aan dien acheruitgang een einde te maken? Natuui-lijk heeft deze zaak de volle be- langsteling van het college. Het zal evenwel van de voorloopige uitkomsten bij het sa menstellen van de begrooting voor 1936 af hangen of het mogelijk zal zijn om opnieuw de tarieven te gaan verlagen. Eenige toe zegging kan ik op dit oogenblik absoluut niet doen. Wij zouden graag veel willen doen, maar wij zijn bij het beoordeelen van de mogelijkheid gebonden aan de cijfers. De inkomsten moeten de uitgaven dekken. Wat mogelijk is zal natuurlijk door het college gedaan worden. Uw eind-conclusie is dus? De heer Roodenburg antwoordde: Dat het er met de Haarlemsche financiën, gelet op de moeilijk crisistoestanden, niet slecht voor staat. Er zal natuurlijk waar het eenigszins mogelijk is bezuinigd moeten worden, terwijl ook voorzichtigheid betracht moet worden, met het aanvaarden van nieuwe lasten. Maar als wij dat doen dan mogen wij hopen, dat wij de moeilijkheden te boven zullen komen. 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8