X"
BRIEVEN VAN DE HEI.
NU DE VACANTIE NADERT...
VRIJT)'AG 21 'JUNI '1933
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
Ditmaal zijn het een paar stukken lingerie,
waarvan we de patronen leveren.
No. 553: keurig model voor een onderjurk.
De rok bestaat uit vier banen, die naar onde
ren toe iets klokkend uitloopen.
Dit model is zeer aangesloten en kan
onder de meest aansluitende japonnen gela
gen worden. Als materiaal kieze men crêpe de
chine of batist. Benoodigd materiaal: 250 me
ter van 70 centimeter breedte.
No. 554: bijpassend nachthemd van het
zelfde materiaal als de onderjurk. De coupe
is gracieus en vrouwelijk, vooral door de
breede kraag, de korte wijde mouwtjes en de
gestrikte ceintuur. Benoodigd materiaal: 4.50
meter van 70 centimeter breedte.
Deze patronen zijn tegen den prijs van 38
ets per stuk in alle maten te verkrijgen bij
het bureau Van dit blad, bij dezen prijs wordt
echter 6 ets. berekend voor portokosten.
Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht
bij bestelling, duidelijk het nummer van het
verlangde patroonen tevens de gewenschte
maat, d.w.z. boven- heup-, taillewijdte, enz.
op te geven.
Gelieve verder naam en adres zoo volledig
mogelijk te vermelden; men voorkomt daar
door onnoodige vertraging in de opsturing.
EEN ZOMERREISJE.
We hebben een plannetje gemaakt, we zijn
er zelf meer dan verrukt mee, we gaan een
fietstocht door ons land maken.
Maar we hebben niet meer dan tien dagen
tot onze beschikking trouwens, al konden
we er langer over doen, onze geldmiddelen
reiken niet verder, dus we moeten er wel te
vreden mee zijn. We zijn met ons drieën vrien
dinnen, we hebben alle drie een „baan" en we
hebben den heelen winter voor dit reisje ge
spaard, en afgesproken, dat ons reisplan niet
eerder dan drie weken vóór de reis mocht wor
den opgemaakt. Anders was de fleurigheid er
al af, voordat het begon.
Nu is de voorpret begonnen, en we overleg
gen: een „ommetje" om het IJsselmeer
maar we kennen alle drie de Afsluitdijk, en
hoewel we nu wel tamelijk goed fietsen, vinden
we dat toch een heele hap in eens plus de
rest natuurlijk. Anders over Utrecht naar
Brabant en de Moerdijk terug, 't volgend jaar
kunnen we dat misschien niet meer varen.
Maar vandaar af die lange „trap" over drukke
wegen naar huis, nee, ook dat bekoort niet.
Nu goed, dan naar den Achterhoek, of anders
naar Limburg, of door het Geldersche naar
Drente mogelijkheden genoeg, en we has
pelen zoo'n beetje als een groot deel van
de voorpret met al die plannetjes door el
kaar, en we weten tenslotte kop noch staart
meer.
Totdat we besluiten te rade te gaan bij een
paar goede kennissen, die al heel wat hebben
gefietst, en die ons zóó overstelpen met goede
raadgevingendat het ons binnen een half uur
duizelt: wat je kunt doen, wat mooi is, wat
niet minder mooi is, wat je vast moet gaan
zien, wat je vooral niet mag vergeten, wat
ieder goed Nederlander gezien móet hebben,
waarvoor je moet oppassen om je krachten te
sparen, enzoovoorts tot in het oneindige.
Nu zijn we pas goed in de war, en we over
leggen onthutst wat er nu gebeuren moet,
want deze inlichtingen zijn meer afbrekend
dan opbouwend, als we dat zoo zeggen mogen
En in een onbewaakt oogenblik besluiten we
om nog eens iets aan een ander te vragen
wat ons natuurlijk van de wal in de sloot
brengt. Want deze inlichtingengever weet
weer kwistig heel andex*e raadgevingen rond
te strooien, zoodat we er nu pas goed geen
touw meer aan kunnen vastknoopen.
En omdat we nu vermoeden, dat elke volgen
de raadgever ons nog meer in de war zal
brengen, besluiten we er niemand meer bij te
halen, en het zaakje zelf maar op te knappen,
zoodat we vertrekken op een zelfgemaakt
plan.
Bij het thuiskomen vertellen we van ons we
dervaren, en dan breekt het tegenovergestel
de los: heb je dat niet gezien, en ben je daar
niet geweest, en wat jammer dat je niet even
daarheen bent overgewipt, je was er toch
vlakbij, en als je daar even verder door was
gegaan, had je het mooiste punt van de heele
reis kunnen zien, en dergelijke.
Zoodat we, na eenige van zulke bekenden
gesproken te hebben, het gevoel hebben, dat
we precies deverkeerde route, de verkeerde
hotels en de verkeerde bezienswaardigheden
hebben bezocht. Wat niet erg leuk is, wanneer
j 'n plezierige reis achter den rug hebt, maar
het heeft ons één ding geleerd voor een vol
gend keer, namelijk om je niet zoo erg-aan de
meeningen van anderen te storen, omdat er
altijd menschen zijn die het anders gedaan
zouden hebben en die hun manier de eenige
goede vinden.
E. E. J.—P,
Een eigenaardige kleeding. Toen in 1665
in Londen de pestwoedde, droeg de dokter,
die de pestlijders bezocht, een leeren pak; hij
had een helm op -met glazen voor de oogen.
Aan dien helm zat een valsche neus, waar
in kruiden smeulden; zoodat de lucht, die hij
bij zijn patientenbezoek inademde, eerst die
smeulende kruiden moest passeeren opdat ze
geen besmetting zouden overbrengen, want
men meende toen, dat de besmetting werd
overgebracht door de uitgeademde lucht. Nu
weet men beter.
HET MENU VOOR DE
HEELE WEEK.
ZONDAG.
Gem. koude groenten met mayonnaise
Kalfsfricandeau
Dorperwten
Gek. aardappelen
Citroenvla.
MAANDAG.
Blinde vinken van runderlappen
Postelein
Gek. aardappelen
Ananas-beignets.
DINSDAG.
Geb. biefstuk
Geb. aardappelen
Sla van kropsla
tomaten en komkommers
Griesmeelschoteltje met amandelen.
WOENSDAG.
Saucijsjes in een vuurvaste schotel met
een rand van aardappelenpuree
Bloemkool met kaassaus
Beschuit met aardbeien.
DONDERDAG.
Gebakken ham met eieren
Spinazie met soldaatjes
Gek. aardappelen
Broodpudding m. vanillesaus
VRIJDAG.
Gebakken tong
Sla
Nieuwe aardappelen
Rijst in melk met abrikozensaus.
ZATERDAG.
Spinaziesoep
Varkenscarbonade
Nieuwe aardappelen
Worteltjes
Beschuit met kaas.
gegeten wordt, eenvoudig op de schillen te
leggen.
Dat is heel verkeerd!!
We kunnen dit oude brood nog in zeer vele
gerechten verwerken. Niet alleen tot flensjes
en broodpap en in gehakt: maar nog tot vele
andere voedzame en smakelijke spijzen.
Daarvoor moet men het brood in de gehakt
molen fijnmalen, zoodat men een soort meel
krijgt en dat kan mén dan in allerlei vormen
verwerken.
Wilt u eenige van deze broodgerechten heb
ben? Luister maar: pikante broodsoep met
vleesch; pudding van rijst en brood, brood
pudding met chocolade; omelette van brood;
broodtaarten; augurken, gevuld met brood;
enz.
Dat zijn er eenige die ik bedacht heb en om
dat ik zelf geen prima huisvrouw ben en
toch al deze spijzen heb kunnen bedenken
weet ik zeker, waarde lezeres, dat u er nog
veel meer zult kunnen samenstellen.
De belooning voor de kleine moeite, die u
zich er voor moet getroosten vindt u in het
batig saldo in uw huishoudboekje en in de
goedkeurende woorden van echtgenoot
kinderen.
OM ZELF TE MAKEN.
EEN AARDIG KUSSEN.
zoo'n mooi en toch stevig „zomer-kussen".
Het is gemaakt van grof ecru-kleurig linnen
en opgewerkt met wei in felle, vroolijke kleu
ren. als geel, oranje, groen, bruin, enz.
We knippen van het linnen twee ronde
vlakken met een middellijn van 50 centime
ter. Op het stuk, dat we als bovenkant willen
ebruiken teekenen we nu met potlood of
krijt het aardige motief, dat u op de teekening
ziet. Dan beginnen we met borduren.
De blaadjes worden in twee nuances groen
ehouden, de bloemen worden geel en oranje;
de steeltjes worden bruin. We kunnen natuur
lijk ook heel goed andere kleurencombina
ties maken, maar deze is bijzonder vroolijk.
Zijn we klaar met borduren, dan knippen
we van het linnen een ongeveer 10 centimeter
breeden rand die een lang te heeft van 160 een
timeter. Deze naaien we tusschen de beide
ronde oppervlakken, zoodat het geen plat kus
sen is, maar een 10 centimeter hoog kussen.
Voor het doorstuiven van de vulling die uit
kapok of ander materiaal kan bestaan, maken
we een kussen van gewoon katoen, dat precies
dezelfden vorm heeft van het buitenovertrek.
Dit vullen we en dan stoppen we het in het
goede overtrekje. De naden werken we af me'
mooi dik, bruin of goudkleurig koord.
We hebben nu een kussen, dat niet alleen
erg leuk is om op de divan in de huiskamer
te gebruiken; maar dat ook in den tuin uit
stekend van pas kan komen, omdat het vroo
lijk van kleur is en niet al te besmettelijk.
kocht, kriskras kuilen en greppels had gegra
ven, en van alle zakjes een punt had afge
scheurd, zoodat ik hier en daar wat zaad kon
uitstrooien.
Ik werd er verdrietig van. Gelukkig brak dit
de koppige vasthoudendheid van Floris. „Nou"
troostte hij, „vooruit dan maar. Ik zal je wel
eens helpen". Hij trapte een paar kuiltjes
dicht, trok met z'n hak halve manen en cir
kels in den grond, en zei dan nog eens met na
druk: „als je dan geen randjes en vierkantjes
wil hebben, dan maken we er bochies van. En
dan zal ik je meteen ook eens leeren zaaien."
Hij maakte zwaaiende armbewegingen alsof
m'n tuintje een bouwland van minstens twee
H. A„ en m'n acht-cents zakje goudsbloemzaad
een kilozak mais was. En omdat hij ook zei dat
het beter was als ik de zakjes zaad leegstortte
in bakjes, haalde ik m'n heele theeservies
buiten, twaalf kopjes, het lekbalcje van de
zeef, en een botervlootje.
Nu hadden we veertien „bakken" met zaad,
en dat was overzichtelijk zei Flores.
Het begin was moeilijk. Ik kon niet dadelijk
de zaai-zwaai te pakken krijgen, en de groot
ste helft van de nemesia zal vermoedelijk op
de korenbloemenplek opkomen.
Eindelijk, om twaalf uur, zaten er acht pak
jes in den grond, en ging Floris naar huis om
te eten. Ik ging naar binnen, ik was heelemaal
stijf en alles deed me pijn.
Maar 's middags ging ik op mijn eentje ver
der. Ik maakte nog mooiere kronkels en boch
ten, dan Floris had uitgeteekend, en toen alle
veertien bakjes leeg waren ging ik naar binnen
om de sla. de roode en de witte kool. en de pe
terselie te halen. De sla en de kool ik ge
plant, (zeer artistiek, niet op een rijtje). Maar
het peterselieplan ging niet door. Er lag geen
peterselie-zaad, alleen maar een pakje met
struisveer-asters (gemengde kleuren) De pak
jes waren klaarblijkelijk verwisseld, en de
peterselie had ik dus 's morgens al gezaaid.
En nu weet ik heusch niet meer of ik het
tusschen de ranonkels of bij de korenbloe
men in de border gezaaid heb. Misschien is ze
als afscheiding van de riddersporen en de
zonnebloemen terecht gekomen.
Er zit niets anders op, dan dat ik de heele
boel weer opgraaf, en dan morgen van voren
af aan beginMaar dan stellig zonder
Floris!
H. v. D. S.
•CVj" /o7
iT cv//
iU/y/\
OUD BROOD.
We leven in een tijd, waarin niemand zich
meer behoeft te schamen, voor het feit, dat hij
of zij wel degelijk op de kleintjes moet pas
sen om rond te kannen komen van het veelal
verminderde inkomen. Dat het meestal ,zij"
is, die op de kleintjes moet passen spreekt
bijna wel vanzelf. In geen geval mogen we
echter zoo bezuinigen dat de algemeene ge
zondheidstoestand van de gezinsleden er on
der lijdt. Maar dat is ook volstrekt niet noo-
dig.
Vele huisvrouwen hebben de gewoonte,
brood dat een paar dagen oud is en niet meer
Kussens zijn grappige dingen. Het zijn voor
werpen. waarvan men nooit te veel kan heb
ben. Ze maken het huis niet alleen gezellig; ze
zijn ook nuttig. Het doet er niet toe of het een
kostbaar of een zeer goedkoop kussen is, het
is, mits natuurlijk in goede kleuren gewerkt,
toch altijd gezellig.
Het schijnt dat men in den zomer nog meer
kussens kan gebruiken dan in -den winter. En
eigenlijk is dit heel goed te verklaren. Bij het
tuin ameublement hebben we kussens noo-
dig. In de heerlijke luie ligstoelen, ligt men
dan pas prettig, wanneer men aan alle kanten
kussens kan stoppen.
Het spreekt vanzelf, dat we hiervoor niet
onze Smyrna- of andere Perzische kussens ge
bruiken. We hebben kussens noodig van ste
viger materiaal, dat vroolijker van kleur is.
Cretonne kussen zijn goed en wel; maar
een zelfgeborduurd kussen is soms toch nog
wel eens aardiger.
We laten hier de beschrijving volgen van
HET EIGEN TUINTJE.
Floris en ik leggen een border aan.
„Vrouwen die een stukkie grond hebben"
zegt mijn oude tuinman, „denken maar dade
lijk dat ze dan zelf tuin-architect zijn ook" en
hij kijkt een beetje argwanend naar de veer
tien pakjes bloemzaad en het zwarte, netjes
omgespitte stukje tuingrond.
Ik kijk schuldbewust naar de hark en de
schop, en het vergiet dat ik met een touwtje
aan de waschtobbe gebonden heb, want deze
maand kan er nog geen gieter op over
schieten.
Ik besef pijnlijk dat ik de zaak weer ver
keerd heb aangepakt, en dat ik had móeten
zeggen; „Kijk, ik ga zaaien Floris" in plaats
van: „Floris. kom eens gauw kijken! Ik ga
zelf een border van snijbloemen aanleggen.
Veertien verschillende soorten door elkaar,, en
binnenGelukkig maar, dat hij me toen in
de rede viel, anders had ik ook nog 't geheim
van de vier sla-plantjes, de roode- en de witte
kool, en het peterselie-zaad verklapt.
„Nee" zei Floris toen weer, „dat je daar nou
violen zet, is nog tot daarentoe, maar Oost-
Indische kers in die hoek, dat deugt niet. Da's
niks waard. Je ken d'r net zoo goed steenen
planten. En van die artistiekerigheid zal ik
maar zeggen, zul je later spijt krijgen. Zet ze
in een rijtje langs het hek. Dat voldoet meer
dan hier en daar een plekkie. En dan zit er
tenminste aanleg in!"
Het werd een moeilijk geval, ik had visioe
nen van hooge gele zonnebloemen met blauwe
riddersporen, er tusschen kleurige plekken
papavers en slaapmutsjes, leeuwebekken, ane
monen, violen en lathyrus, één zonnige bloei
ende zomerweelde: snijbloemen, genoeg om
er iederen dag alle vazen, potten en pullen in
het heele huisje mee vol te zetten. En nou
stond me daar die nare oudé Floris, die pessi
mist, en verkondigde dat er heelemaal niets
van terecht zou komen. En dat alleen omdat
ik veertien zakjes zaad op de markt had ge-
VAN ALLES WAT,
EEN CEZELLIC PRAATJE.
De mode schijnt dit jaar een bijzondere
voorkeur te hebben voor den rug van haar
getrouwe onderdanen. De sluiting, die eenige
jaren op zij of van voren zat, is al naar den
rug verplaatst, evenals de verschillende gar-
neeringen.
Het meest moderne voor zomerjurken zijn
op het oogenblik, die jurken, die overelkaar
siaan. En daar alles wat nieuw en interessant
is. zich op den rug bevindt, bevindt ook deze
overslag zich op den rug.
De teekening'toont u zoo'n jurk van fijn-
gestreept linnen, die een overslag op den rug
heeft. Deze overslag is bijzonder grappig. Op
het bovenstuk is hij schuin genomen en wordt
aan de bovenzijde met een groote knoop geslo
ten. In de rok'is de baan echter recht ge
knipt; van uit de taille zijn er ongeveer 5
groote knoopen opgenaaid om als sluiting te
fungeeren. Een niet te onderschatten voor
deel van deze openslaande jurken is, dat ze
zoo gemakkelijk gestreken kunnen worden.
Voor vele vrouwen, die een beroep uitoefe
nen, zijn de vacanties reeds begonnen, want
op tal van kantoren, in verscheidene zaken,
waar men met uitgebreid persoeel werkt, be
gint men reeds vroeg met het. verdeelen van
den tijd, en de vrouw zonder gezin moet dan
gewoonlijk haar vrije weken kiezen in de
maanden, dat er geen school vacanties zijn,
ten einde de huisvaders, die met hun gezin
willen uitgaan, in staat te stellen te profitee-
ren van Juli of Augustus. Het voorseizoen is
dit jaar niet -gunstig, wat het weer betreft,
maar men kan het in Mei of Juni goed heb
ben, terwijl het in Juli regent, en.er is in
voor- en naseizoen het voordeel, dat het
rustiger is in hotels en pensions, wat alleen de
zeer mondaine naturen zullen betreuren, maar
wat voor uitrusten aanbeveling verdient, ter
wijl de financiën er ook beter bij varen, om
dat de prijzen lager zijn dan in het volle sei
zoen. Vooral zij die zich de luxe kunnen ver
oorloven naar het buitenland te reizen, hebben
dan een goede kans, want in Juni kan het in
Franseh Zwitserland of aan de Italiaansche
meren tegenwoordig met de late koude, heer
lijk warm zijn.
Natuurlijk, we behooren in Nederland onze
vacantie door te brengen, maar ons land is
klein en men is er zoo gemakkelijk te berei
ken! Dat is voor allen, die geestelijke opfris-
sching noodig hebben, na een jaar ingespan
nen werken, een niet gezochte verontschuldi
ging, als zij wat zon gaan zoeken, waar die te
vinden is. Wie lang vacantie heeft, kan het
verdeelen en gedeeltelijk in eigen land, ge
deeltelijk buitenslands den vrijen tijd door
brengen. Wat niet beteekent. dat zij de va
cantie zelf moeten versnipperen. Er zijn er, die
het een bezwaar vinden vroeg vacantie te ne
men, omdat zij dan later, voor anderen wer
kend, al hun frischheid verliezen, dus gaarne
in het naseizoen nog even vrij hebben om
weer bij te komen. Dit is begrijpelijk, het is
naar, als men vroeg eruit is geweest, den ge-
heelen zomer voor anderen waar te nemen, en
niets meer in het vooruitzicht te hebben. En
toch staat daar tegenover, dat wie telkens
slechts een paar dagen eruit gaan, nooit ge
heel uitrusten. Dit is een persoonlijke quaestie
en zal zeker afhangen van de mate van moe
heid, waarmede men de vacantie begin. Wie
heel kort vacantie heeft, zal echter zeker meer
bijkomen, als zij achtereen een week rust, dan
als zij twee maal vier dagen vacantie neemt,
telkens het weekend erbij aansluitend.
En toch zijn er velen, die op die manier zoo
veel mogelijk denken te maken van den vrijen
tijd, en dan later ziekteverlof noodig hebben,
om weer op te knappen, met de schaduwzijde,
dat zij de statistieken over vrouwenarbeid
helpen bederven. Onverstandig vacantie door
brengen is wezenlijk een der factoren, waar
door enkele vrouwen den indruk vestigen, dat
de vrouw te zwak is voor sommigen arbeid op
geestelijk gebied.. Er zijn werkende vrouwen
die vergeten, dat haar vacantie er is, om haar
later weer beter geschikt te maken voor haar
taak en niet, om zooveel mogelijk te genieten
van alle mondain genot, dat de tegenwoordige
wereld biedt. Er zijn er, die de helft van haar
vacantie in den winter nemen, om dan mee te
doen aan de wintersport in Zwitserland, Tirol
of Noorwegen en de andere helft in den zo
mer, om dan haar deel te hebben aan het
bergtoerisme. Eö in beide te korte tijdperken
vermoeien zij zich zoozeer, dat ze wel verbrand
maar niet uitgerust terugkeeren.
Er zijn er anderen, die, goedhartig, den va-
cantietijd uitzoeken, om een vriendin of bloed
verwant te helpen en zich verbeelden, dat zij
door verandering van taak toch ook rust heb
ben. Ook zij bereiken niet het doel van haar
vrijen tijd. En er zijn er, die uit zuinigheids
overwegingen thuis blijven, maar op haar
toilet niet bezuinigen. Ook zij vergeten, dat
zij in één week, uit haar dagelij ksche omge
ving, andere lucht ademend, andere indruk
ken verzamelend, meer opfrisschen dan veer
tien dagen of langer thuis.
Natuurlijk hangt alles van de omstandig
heden af en van het beroep dat men uit
oefent. Bij de een heeft het lichaam rust noo
dig, bij de ander de geest, maar voor allen is
het wenschelijk te begrijpen, dat de vacantie
er is als ontspanning, om lichaam en geest te
sterken voor de wintercampagne. Dit is een
verantwoordelijkheid ten opzichte van den
werkgever en het werk, waarvan niet allen
voldoende doordrongen zijn.
En nu de categorie der huisvrouwen. Het
begrip begint door te dringen, dat ook zij va
cantie behoeven, dat er voor haar ook moef
worden gezorgd. De Ned. Ver. van Huisvrou
wen heeft haar Jacobafonds, waaruit zij fi
nancieele hulp verstrekt aan die huisvrouwen,
die deze behoeven, om tijdelijk in een rusthuis
te vertoeven of om tijdens haar rustperiode
haar gezin door een tijdelijke vervangster haar
gemis minder te doen gevoelen, wat ook rust
voor de huismoeder beteekent, want wie kan
weggaan, als zij weet, dat haar huishouden
in de war loopt? Maar de huisvrouw, die naar
een rusthuis gaat, heeft reeds te lang rondge-
loopen, zonder zich rust te gunnen, zij had
eerder vacantie moeten nemen, liefst alleen,
zonder man en kinderen, eveneens in een an
dere omgeving, waar zij niet dagelijks wordt
herinnerd aan de zorgen van de huishouding
en de moeilijkheden van ieder der huisge-
nooten.
Het is zeker een quaestie van geld en van
goeden wil, bij de huisvrouw zelf zoowel als bij
de leden van het gezin, maar onmogelijk is
het niet. Waarom bezuinigt zij wel, om voor
haar kinderen alles zoo te regelen, dat ze een
prettige'vacantie hebben, waarom weet zij
voor allen een plannetje te bedenken en niet
voor zichzelf?
Eenvoudig omdat zij niet doordrongen is van
de noodzakelijkheid, dat zij zelf ook rust,
omdat zij in een kleinen kring leeft en niet
vooruitziet naar het oogenblik, dat zij onder
den last bezwijkt en er raad moet geschaft
en een veel duurder en langer rustperiode
moet worden genomen, dan die zij zichzelf kan
geven, alles schikkend, zooals zij het zelf het
best acht en niet overgeleverd aan de be
schikkingen van vreemden die plotseling moe
ten ingrijpen, als zij niet meer kan.
De ouderwetsche huisvrouw nam geen va
cantie, maar zij leefde in een anderen, min
der drukken, minder gejaagden tijd, toen va
cantie nog weelde beteekende. Nu is vacantie
een volstrekte noodzakelijkheid voor ieder die
door de zorgen en bezwaren van het leven,
door het snelle tempo opraakt. Voordat zij in
eenzakt, moet de huisvrouw zichzelf een va
cantie organiseeren, voor zichzelf een planne
tje maken, in het bewustzijn dat zij daardoor
voor haar gezin voorkomt een latere onge-
wenschte vervanging op het oogenblik dat zij
niet kan kiezen, en dat het meest ongelegene
kan zijn. En haar gezin wint erbij als zij op
gewekt terugkeert, na eens uit de sleur te zijn
gerukt!
EMMY J. B.
Als de temperatuur het toelaat, zal men
dezen zomer weer veel dames zonder kousen
zien. In dit verband willen we gi-aag op een
smakeloosheid wijzen, die we in ons land maar
al te veel zien. Dat is het dragen van sokjes in
de schoenen, als we een min of meer gekleede
jurk aan hebben. Sokjes hooren we bij ten
nisschoenen te dragen; bij een sportieve witte
tennisjurk. Bij gewone wandelschoenen hoo
ren geen sokjes; willen we dus geen kousen
dragen, dan gaan we met de bloote voeten zoo
in de schoenen. Dat staat veel meer, vooral als
we onze beenen een beetje bruin hebben la
ten branden.
Een andere smakeloosheid, die we veel zien,
is de te lange rok. Een rok heeft altijd een
sportief idee; als we deze dus tot op de
enkel dragen, dan maken we de fout twee
stijlen door elkaar te dragen. Een rok moet
ongeveer half op het been vallen; dat is de
juiste lengte voor een sportief kleedingstuk.
De meeste vrouwen geven er de voorkeur
aan in den zomer schoenen met lage hakken
te dragen. Het meest practische zijn de witte
schoenen met halfhooge of lage hakken, die
bij alle jurken gedragen kunnen worden. Wit
is trouwens toch een kleur, die dezen zomer
sterk favoriet is. Wit zijn de schoenen, de tas-
schen, de hoeden, de handschoenen, de cein»
ttrurs.