Az in De Crisislandbouw-Hypotheekwet 1935. 9 £"en speurtocht door het Verre Oosten. Jodhpur, de zetel van een groot maharadjah. DOOR EMILE SCHREIBER Emile Schreiber, de bekende Fransche journalist heeft een tocht ondernomen door het Verre Oosten en daarover een serie artikelen geschreven, waarvan het eerste vandaag in ons blad verschijnt. De ondernemende reporter is met zijn echtgenoote van Parijs vertrokken, vloog over Palestina, Irak en Perzië en maakte de eerste groote landing te Jodphur, de hoofdstad van Rajhputana. het belangrijke Indische koninkrijk. Het voornaamste doel van de enquête van den heer Schreiber is het bestudeeren van de politieke en economische situatie van Japan en men zal dan ook niet ver baasd zijn, wanneer men ervaart, dat het grootste deel der artikelen aan die studie gewijd is. Waar hij kwam in In- die, Siam en China heeft hij levendige indrukken opgedaan over den huidigen toestand van deze groote landen in drukken. die het onderwerp van zijn eer ste artikelen vormen. Aan het einde vjt-n een avontuurlijke week f- per trein van Parijs naar Brindisi. per vliegtuig van Brindisi naar Gaza in Palestina per auto van Gaza naar Damascus in Syrië, vervolgens opnieuw per vliegtuig boven Irak en Iran maken wij onze eerste groote landing in Jodhpur, de hoofdstad van een der rijkste Indische koninkrijken. Jodhpur, dat bijna 200.000 inwoners telt, heeft feitelijk geen buitenlandsche elemen ten, een dertigtal E-ngelschen op zijn hoogst. In de omgeving van ons hotel merken we vier of vijf winkels in Europeeschen stijl op, die overigens door Hindoes worden beheerd. 1; alles Het overige is gebleven, zooals het er in de Middeleeuwen moet hebben uitgezien, of zelfs bij het begin van de Christelijke jaar telling. Straten van groote, zware steenen tusschen twee rijen huizen, die een verdie ping hoog zijn, een terras op het dak hebben en dikwijls in levendige kleuren beschilderd zijn: precies als Pompei voor de verwoesting. Erg weinig auto's, kleine voertuigen niet een paard er voor of door ossen getrokken. De bevolking valt op door haar prachtige ge bronsde huidskleur. De mannen dragen tul banden met teere kiemen, mat rose, pastel blauw of zacht groen; de vrouwen zijn ge huld in vroolijk getinte kleeren en torsen koperen waterkruiken op het hoofd. Dan de kinderen, naakt, lachend en gracieus en te midden van heel dat leven de heilige koeien- die door niemand „overlast" mogen worden aangedaan, vrij rondloopen en ieder oogen- blik het verkeer stremmen. Grijsaarden met witte baarden, die er uit zien als de Brahmanen uit „Lakmé", dra gen het hemd boven de broek, zooals overi gens alle oosterlingen; iemand heeft eens gezegd, dat het Oosten bij den eersten oog opslag te herkennen was aan het feit, dat de mannen er het hemd niet in, maar buiten de pantalon dragen. Wij worden niet moe van het kijken naar de vrouwen, die' zich naar de fontein begeven of de kooplieden, zooals ze voor hun kleurige manden fruit gehurkt zitten. Onze aandacht verwekt noch nieuwsgierigheid, noch vijandigheid en tot het aanbreken van den nacht wandelen wij door de stad, zon der een Europeaan te zien. Den volgenden dag introduceert een Fran sche capucijner monnik, die wij in het hotel ontmoetten, ons bij een bevriende familie. Mevrouw Ferguson is een Francaise; haar echtgenoot, een Australiër, is een der archi tecten van den maharadjah. Hij vertelt ons, dat de staat Rajhputana, waar wij ons be vinden, een der rijkste landen van Indie is, en inderdaad hebben wij er noch ellende, noch bedelaars gezien. Tal van menschen gelooven hardnekkig, dat Indië slechts een Engelsche kolonie is. Ofschoon vele Hindoestaten, gelijk Rajhpu tana, Britsche raadgevers hebben, zijn zij toch volkomen onafhankelijk van Engeland; zij ontvangen niets van dit rijk en geven het ook niets, zelfs geen soldaten. De maharadjah is zeer rijk en machtig, maar laat al zijn beslissingen bekrachtigen door een raad van vijf ministers, die door hem gekozen worden en waarvan drie Engel- schen zijn. De naam van dezen vorst, die pas 35 jaar telt, is erg gecompliceerd: Rajeswar Samarad Rajai Maraja Dhiraj Sri Sir Umaid Singhji Sahib Bahdur. In tegenstelling met vele van zijn collega's, die in Europa goeden sier maken en geen belangstelling voor hun onderdanen hebben, is deze maharadjah zeer democratisch, hij werkt voor het welzijn van zijn volk en naar wat wij er van gezien hebben schijnt hij daarin te slagen. Hier is geen werkloosheid en geen militai re dienst. Iedeeren is op zijn minst eige naar van een klein stukje grond. De belas tingen zijn laag en toch is het bedrag, dat de belastingplichtigen opbrengen voldoende om de begrooting in evenwicht te houden. De maharadjah heeft voor de bevolking uiterst moderne instellingen laten bouwen. Wij bezochten achtereenvolgens: een voor treffelijk hospitaal waar zelfs de Engelsehen zich laten behandelen; een in bouw zijnde openbare bibliotheek, parken, waarvan er een prachtige tijgers bevat, die door den maharadjah zelf gevangen zijn; in de om geving van de stad enorme basisns, die voi- loopen in het regenseizoen dat hier slechts enkele dagen duurt, hetgeen overi gens voldoende is en de bevolking het heele jaar door van water voorzien, bron nen kent dit land niet; verder bezichtigden wij openbare fonteinen, een vliegveld en tenslotte twee schitterende polovelden: het polospel hebben de Engelschen aan de Indiërs ontleend. Op het oogenblik laat de maharadjah een nieuw omvangijk paleis bouwen, maar er wordt evenals met andere openbare ge bouwen het geval is - slechts aan gewerkt, wanneer er een teveel aan arbeidskrachten is en er werkloosheid dreigt. Zoo is Jodhpur, de wonderbaarlijke stad, waar het oude patriarchale systeem harmo nieus samengaat met de meest moderne sociale instellingen; een typische les van sociale toepassing, gegeven door een maha radjah, die vrij wel onbekend is m Europa, waar hij naar men mij gezegd heelt zelfs geen studies gemaakt heeft. Welk een weg is er afgelegd, sinds de ge storven maharadjahs zich in den dood lieten begeleiden door hun weduwen, die levend verbrandden op den brandstapel; haar klei ne handen, waarvoor op den dag van het offer een afgietsel werden gemaakt, herin neren aan den ingang der paleizen noch aan dit nog niet lang afgeschafte gebruik; de laatste gevallen dateeren van nauwelijks een halve eeuw geleden. Een tocht per auto door de „jungle" in de onmiddellijke nabijheid van de stad stelt ons in staat troepen apen, zwijnen, antilo pen en gazellen te ontmoeten. Al die dieren weten uit ervaring, dat zij niets van de Hin- doe's hebben te vreezen en zij hebben dan ook hun oude angst voor den mensch ver loren. Een Hindoe doodt geen enkel beest, zelfs geen slang, zelfs geen vlieg of muskiet, en nog minder zal hij zich aan het eten van een of ander dier te buiten gaan Wellicht ligt hierin het geheim van zijn zoo buiten gewoon pacifistische maar ook trage natuur. Wij vertrekken van Jodhpur met bestem ming naar Delhi. Onze reis is te Parijs ge organiseerd door een reisbureau. Gelukkig maar, want men stapt in een Hindoe-trein niet met hetzelfde gemak als in een Euro peeschen trein. Ais men niet geheel en al opgenomen wenscht te worden in de me nigte die ongetwijfeld fatsoenlijk, maar al tijd zeer specifiek Indisch van aard is dient men van tevoren zijn coupé te bespre ken. Wanneer een dergelijke voorzorgsmaat regel niet genomen wordt, loopt ,ge in negen van de tien gevallen de kans geen geschikte plaats te vinden, vooral voor den nacht. Ons bureau had er voor gezorgd dat wij te Jodhpur onze „bedden" toegestuuKi kre gen, bestaande uit een dunne matras, twee dekens, kussens, handdoeken, tot zeep en closetpapier toe, want de Hindoe-trein is precies zooals sommige herbergen. Men vindt er alleen datgene, wat men zelf mee brengt. De banken zijn breed genoeg om er een bed op te spreiden en de toiletgelegen heid is tevens voor de douches ingericht. Men heeft in de treinen ook ondanks de eigenschappen van een trein en de ventila toren, die voortdurend in werking zijn veel te lijden van de droge hitte en het stof, dat zich door alle vensters en gesloten lui ken heen dringt. In deze atmosfeer maken wij een traject van ongeveer 48 uur, van Jodhpur naar Agra, vervolgens van Agra naar Delhi, de hoofdstad van Britsch-Indië. (Nadruk verboden). He college van Gedeputeerden Mr M. Slïngenberg wordt weer herkozen. Indertijd hebben wij reeds gemeld, dat reeds overeenstemming verkregen was tus schen verschillende fracties over de verkie zing van verschillende leden van het col lege van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland. Herkozen zullen worden de heeren Mr. J. B. Bomans (R.-K.J, A. W. Michels (S.D.A.P.), en Mr. A. Bruch (A.-R.) In de plaats va.n den heer Verschure (R.-K.) zal gekozen wor den mr. dr P. J. Wittemarv te Overkeëh'.' Ook deéldèn wij reeds" mede, dat de S. D.'Staten fractie in de vacature Gerhard de heer Ed, Polak candidaat zou stellen. Alleen over den zesden zetel bestond nog onzekerheid, daar van de zijde van den Vrij heidsbond pogingen werden aangewend om den heer Walrave Boissevain gekozen te krij gen in de vacature Mr. M. Slingenberg. Wij vernemen thans, dat de Vrijheidsbond deze medewerking van de andere partijen niet heeft verkregen, zoodat te verwachten is, dat Mr. M. Slingenberg herkozen zal worden. A.s. Woensdag heeft de verkiezing plaats. DINSDAG 2 JULI 1933 Amerika breidt weermacht uit. WASHINGTON, 1 Juli (Reuter). Overeen- komstig het programma tot uitbreiding van de leger- en vloot-effectieven, waarvoor het congres 860 millioen dollar beschikbaar heeft gesteld, zijn heden in de recruteerings-bureaux 47.000 recruten ingeschreven voor het leger, 11.000 voor de vloot en 1000 voor de mariniers. Uit marine-klingen wordt vernomen, dat met ingang van 1937 jaarlijks een slagschip van 35.000 ton zal worden gebouwd; een voor- loopig plan voorziet in den bouw van 7 slag schepen. Naar verder wordt vernomen omvat het plan voor het begrootingsjaar 1936/37 een slagschip, 12 torpedojagers van 1200 ton en 6 duikbooten. Radiotelefoonverkeer met Japan geopend. AMSTERDAM, 1 Juli (AJJ.P.) Het radio telefoonverkeer met Japan is met ingang van heden geopend. Het nieuwe verkeer geschiedt via Londen en Berlijn. Alle kantoren en sta tions in Nederland en de aangeslotenen in de vornaamste netten in Japan zijn tot dit verkeer toegelaten. ALGEM. NED. PERSBUREAU. Het eerste telegram van het A.N.P. was gericht aan minister dr. H. Colijn. Daarin zegt de directie te hopen, „onder hoogeren zegen in het belang van de geheele onaf' hankelijke Nederlandsche pers tot nut ex voordeel van het vaderland" werkzaam te mogen zijn. AANBESTEDINGEN. Het gemeentebestuur van Haarlem heeft Maandagmorgen ten stad huize aanbesteed: Het uitbreiden van het Openbaar Slachthuis te Haarlem met stal. kleed- en waschlokaal, Ingekomen waren 30 geldige biljetten. Ingeschreven werd door: N.V. Aanemers mij. Noord-Holland Heemskerk R. Bijker te Haarlem J. v. d. Wal, Zandvoort N.V. v/h F. Broersma, Haarlem Fr. Philips, te Haarlem Jonker Betonbouw, Haarlem N. Ebbing, Haarlem Fa. Joustra. Haarlem Fa. Gebr. v. Rijswijk, Heemstede Fa. N. Cobelens Zonen, Haarlem P. J. van Hof ten, Haarlem J. Klerk, Haarlem Fa. Doedens en Schilder N. J. Tromp, Overveen J. Oldenkamp, Koog a/d Zaan Fa. P. Langendijk, Beverwijk Aann. Mij. v/h A. G. Höften te Amsterdam N.V. W. Geels, Aerdenhout Gebr. H. V. en J. de Vries, Haarlem en Punnerend G. Metselaar en Zn., Haalrem J. Breeuwoord te Haarlem J. v. d. Putten, Haarlem J. J. de Korte, Haarlem Gebr. G. en W. Draaisma, Pyaam De Boer en Dekker. Wormerveer J. C. de Geus, Haarlem P. G. Boon, Den Haag W. Reeuwers en Havelaar, Haarlem I. Steenbeek, Amsterdam J. Dubbeldam, Voorburg Het bouwen van een transformatorstation bij de Rollandslaan te Haarlem, Ingekomen ,13 biljetten: Fr. Philips, Haarlem Fa. N. Cobelens en Zonen, Haarlem J. C. de Korte, Haarlem G. Tichelman, Haarlem G. Metselaar en Zn., Haarlem G. Kreuning, Heemstede N. J. Tromp, Overveen P. J. v. Höften, Haarlem N.V. „Noord-Holland" Heemskerk N. Ebbing, Haarlem G. Bakker, Haarlem R. Bijker, Haarlem N. Vermeulen, Haarlem 13.966 17.945 15.437 17.230 16.880 16.620 15.815 17.344 18.150 15.975 15.835 18.380 16.991 16.999 17.400 15.466 14.800 14.566 15.474 12.877 14.985 16.9.30 18.583 15.570 17. 17.785 16.863 21.790 16.830 16.857 3.370 3.250 3.433 3.350 2.979 3.650 2.972 3.080 3.231 3.359 3.700 3.490 2810 De heer Schreiber (links) en zijn echtgenoote op het vliegveld van Karachi. Een deskundige, die in het bijzonder bekend is met de toestanden in Kennemerland, schreef op ons verzoek een artikel over de Crisis-Hy- potheekwet 1935, een wet die ook voor deze streek van groot belang is. De Crisislandbouw-Hypotheekwet 1935 is een onderdeel van de aanpassingspolitiek on zer huidige regeering. Voorop zij gesteld, dat de wet slechts geldt voor en ten behoeve van den persoonlijken grondgebruiker. Iemand, die zijn eigendom heeft verpacht en thans eenerzijds door de lange pacht, en anderzijds door de gelijk ge bleven lasten, in moeilijkheden geraakte, kan geen beroep doen op de wet. Hem wordt alsnog geen hulp geboden, hoe precair zijn positie ook is geworden. Alleen den eigenaar, die het pand zelf in gebruik heeft, staat een beroep op de wet open. Verder geldt de wet slechts voor de werke lijke bodemcultuur, al is dat dan ook heel wat. Onder de toepassing vallen de landbouw en veeteelt in engeren zin. benevens de tuinbouw., de boomkweekerijen (Boskoop), de bloembol lencultuur, de bloemencultuur, veenderijen etc., kortom, elke tak van bodemeultuur. Voor Haarlem en naaste omgeving is het wetsontwerp dus van belang, naast de landbouw- en veeteeltbedrij ven in de Haarlemmermeer en ande re polders, voor de Aalsmeersche kwee- kerijen. de bloembollencultuur, de Beverwijksche tuinbouw etc. Het criterium is slechts het zijn van een tak van bodemcultuur. Daardoor zal waarschijnlijk buiten het gebied der wet vallen het bedrijf van een bloembollenhandelaar, die bollen koopt en daarvoor een eigen bollenschuur heeft, ook al ondergaan de bollen daarin een bewerking. Dit is geen bo demcultuur, doch productencultuur. Wat de saneering der bedrijven betreft zij vermeld, dat het wetsontwerp deze niet zoekt in de verlaging der hoofdsommen der geldlee- ningen, doch slechts in de verlaging der rente, afschrijving van rente-achterstand en uitstel van periodieke aflossingen. De hoofdsommen der geldleeningen blijveh onaangetast. Wie geholpen zullen worden en waarin de hulp bestaat. Bagdad, door den heer Schreiber tijdens zijn reis naar het Verre Oosten gefotografeerd. Niet elke grondgebruiker wordt beschermd. De wet stelt daarvoor de volgende eischen: I. De debiteur moet zich in financieele moei lijkheden bevinden. Daarbij moet mede wor den gelet op de uitkomsten uit vroegere jaren en rekening worden gehouden met baten, bui ten het bedrijf staande. Heeft een grondge bruiker effecten, of verdient een bollenkwee- ker behoorlijk met den handel, zoodat alles bij elkaar genomen, de verplichtingen gedekt zijn, dan zijn er geen financieele moeilijkhe den. Alle verplichtingen kunnen worden na gekomen en een beroep op de wet zal falen. H. Is echter vastgesteld, dat de financieele moeilijkheden bestaan, dan is de tweede eisch dat deze uitsluitend of nagenoeg uitsluitend een gevolg moeten zijn van de huidige tijds omstandigheden. Nagegaan zal moeten worden of de door de in den tegenwoordigen tijd inge treden sterke daling van waarde en opbrengst van het vast goed, de op dat goed rustende lasten den grondeigenaar-gebruiker oneven redig zwaar zijn komen te drukken. Is de grondgebruiker vast komen te zitten door mis oogst. hagelslag, verwaarloozing of lasten, bui ten het bedrijf staande, ook dan mist de wet toepassing. Daarenboven moet de debiteur nog altijd een zeker minimum n.l. het geschatte bedrag, waarvoor een dergelijk bedrijf thans zou kunnen worden verpacht, opbrengen. Is dit niet mogelijk, dan is het bedrijf niet te sa- neeren en zijn ook de huidige omstandigheden niet geheel schuld aan de moeilijkheden. III. Tenslotte stelt de wet de eisch, dat bij toewijzing van het verzoek om vermindering, de belangen van den crediteur niet meer mo gen worden geschaad, dan die van den debi teur. Deze bepaling is vrij vaag, doch een rentenier die moet leven van de renten zijner hypothecaire beleggingen op landelijk onder pand, zal hier waarschijnlijk een beroep op kunnen doen. Veel zal hem dit wel niet baten, daar, indien vast staat, dat de grondgebrui ker niet de volledige rente kan opbrengen, het voor den crediteur toch niet mogelijk zal zijn die volle rente in te vorderen. De beoordeeling van vorenstaande eischen is opgedragen aan de oude kamers voor crisis pachtzaken bij de Kantongerechten. Deze wor den aangevuld met plaatsvervangende leden, welke kennis zullen moeten hebben van de hypotheekverhoudingen op landbouwgebied. Voor een juist evenwicht bepaalt de wet, dat noch de belangen van de schuldenaren, noch die der schuldeischers zullen mogen overwe gen. De kamer voor crisispachtzaken heet voortaan kamer voor crisislandbouwzaken. Om een verzoek tot verlaging der rente en aflossingslasten te krijgen, is het noodig, dat de debiteur of zijn borg een executie of fail lissement boven het hoofd hangt. Is dit het geval, dan moet het verzoekschrift met een staat van alle baten en schulden uit geldleening voortspruitende, worden ingediend bij de kamer voor crisislandbouwzaken, waar het vast goed of het meerendeel is gelegen. Een afschrift van verzoek en staat moet zijn bijgevoegd voor eiken crediteur, doch dit kan later nog op aanvraag worden gedaan. In het verzoek kan de grondgebruiker vra gen;' 1. het door hem verschuldigde bedrag van den eerstvervallenden rentetermijn van uit geldleening voortspruitende vorderingen te verlagen. 2. ontheffing te verleenen van betaling van achterstallige rente: 3. de periodieke aflossingen te wijzigen. Zoodrac- voormeld, verzoekschrift is inge diend, worden de betalingsplichten van debi teur en borgen opgeschort, evenals executies en faillissementen. De kamer gaat zoo spoedig mogelijk tot de behandeling over, hoort, roept althans op, de op den staat voorkomende crediteuren en kan dan onder meer, trachten in der minne een regeling te treffen, waarvoor echter ieders medewerking noodig is, zoodat de meerder heid geen minderheid kan binden. Is een minnelijke afdoening niet mogelijk, dan moet bepaald worden de betalingscapa citeit gedurende een jaar. Om die betalings- capacibeit te vinden wordt eerst vastgesteld of, en zoo ja, welke bedrag de debiteur kan vinden uit inkomsten en baten, buiten zijn bedrijf. Daarna gaat men na hoeveel het bedrijf kan opbrengen .waarbij men is gebonden aan een zekere taxatie. Ingesteld wordt een z.g. taxatiecommissie. De commissie dient ter vaststelling van de gebruikswaarde op het oogenbük van de beslissing. Om die gebruiks waarde te weten, moet worden begroot het bedrag, hetwelk het vast goed zou opbrengen, indien het verpacht ware. Dit zal vaak niet gemakkelijk zijn. Voor de landbouwbedrijven in engeren zin zal het wel gaan, doch voor een ingewikkeld tuinbouw bedrijf te Aalsmeer of een bloembollenbedrijf, waar de persoonlijke bekwaamheden van den kweeker zooveel gewicht in den schaal leg gen, zal men voor groote moeilijkheden komea te staan. Heeft de Commissie de pachtwaarde vastge steld, dan worden daarvan afgetrokken d* lasten, die volgens gebruik ten laste van een verpachter komen (b.v. grondbelasting, Rijn- landsche Bundergeld, polderlasten, etc.); men vermenigvuldigt dit alsdan verlaagde jaar- lijksch pachtbedrag met twintig, en heeft de theoretische gebruikswaarde van het vast goed. Als minimum door den debiteur op te brengen neemt de wet dan aan 5% van die gebruikswaarde, zoodat de crediteur minstens hetzelfde bedrag moet krijgen als een ver pachter. Lager mag de kamer niet gaan. Kan dat ook niet worden opgebracht dan is de crediteur bevoegd zijn executie maatregelen voort te zetten; het bedrijf is dan toch niet meer te redden. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de ka mers een zesr groot aantal verzoeken krijgen te verwerken. Dat de verlaging in lasten belangrijk kan zijn blijkt uit de volgende voorbeelden: Een landbouwer kocht in 1930 een boerde rij van 10 hectaren van 30.000 en kreeg hier op een eerste hypotheek van 20.000 a 5meijj 400 aflossing per jaar. Jaarlijksch was dus te betalen aan rente en aflossing ongeveer 1300 a 1400. Stel de pachtwaade thans op 80 per hectare, totaal 800. Dit bedrag, verminderd met de grondbelasting, polderlasten, etc., is door hem als minimum op te brengen. Of een bollenkweeker kocht 3 hectaren bol lenland voor f 36000 en kreeg daarop f 24000 hypotheek a 5%, dus jaarlijksche rente ad f 1200. De pachtwaarde per hectare is thans (het verschilt nogal eens) misschien f 200, bere kend naar ongeveer f 0.30 per Rijnlandsche Roe. Dit maakt totaal f 600. Na aftrek der grondbelasting etc., krijgt men dan het vast gestelde minimum, hetgeen ver beneden de vroegere rente is. Wie moet dan die schade het meest dragen als er meer rentedragende schulden zijn? De wet geeft hiervoor den regel, dat de rangorde der crediteuren in acht moet worden genomen, zoodat de eerste hypotheekhouder in de aller eerste plaats betaald zal moeten worden en voordat deze naar genoegen is voldaan, kan geen uitkeering aan lager in rang zijnde cre diteuren, b.v. tweede hypotheekhouders of losse geldschieters, worden gedaan. Is het be schikbare bedrag niet groot genoeg om daar uit aan alle verplichtingen jegens den eersten hypotheekhouder te voldoen, dan wordt in de eerste plaats vrijstelling gegeven voor perio dieke aflossingen, daarna voor de rente- achterstand en tenslotte vermindering ver leend van den eerstvervallenden rentetermijn. In de praktijk zal het er dus waarschijnlijk op neerkomen, dat de eerste hypotheekhouder geen periodieke aflossing krijgt, zijn rente achterstand moet afschrijven en zijn rente voet verlaagd ziet, terwijl de verdere crediteu ren niets krijgen. De regeling werkt voor een termijn, doch. aan den debiteur is de mogelijkheid gegeven, telkens wanneer een termijn vervalt, verlaging of wijziging van periodieke aflossing en rente te vragen. Heeft het vorenstaande alleen betrekking op de rentedragende schulden uit geldleening voorspruitende, de verlenging en niet-opeisch- baarheid treft ook de andere niet uit geldlee ning voortspruitende concurrente schulden. Indien de wet de mogelijkheid had gelaten aan de crediteuren om hun geld terug te vor deren, dan toch zou executie of faillissement het gevolg zijn en de wet zijn doel missen. Daarom wordt bepaald, dat, indien die vorde ringen worden opgeëischt, de debiteur zich tot de kamer van landbouwcrisiszaken kan wen den, om uitstel van aflossing te krijgen. Dat uitstel kan hoogstens gedurende een jaar wor den gegeven, doch voor de verkrijging ervan is het noodig, dat de debiteur regelmatig aan. zijn verplichtingen heeft voldaan. Die regel matigheid is echter niet zoo erg zwaar, al thans iemand, die verlaging van rentelasten, vrijstelling van renteachterstand en periodie ke aflossingen heeft verkregen, en iemand, die met vertraging in kleine gedeelten be taalt, zijn allen regelmatig betalende debi teuren volgens de wet. Voor de borgen is hier nog een aparte rege ling gegeven. Bij opeischbaarheid der vorde ring wordt door de taxatiecommissie de exe cutie-waarde van het pand bepaald. Deze be draagt de voormelde gebruikswaarde, vermin derd met 10%, het percentage, hetwelk men dus noodig acht voor de kosten der veiling, etc. Die z.g. executie-waarde van het verbon den vast goed, maakt uit het bedrag, hetwelk aan den crediteur daaruit bij verkoop kan toe vloeien. Het restant moet dan door den borg worden aangezuiverd. Aan hem wordt dus geen vermindering in hoofdsom gegeven; van de renteverlaging profiteert hij echter wel. Bij de verlenging der leening gaat de kamer ook onderzoeken of er geen buiten het verblijf staande baten aanwezig zijn; deze kunnen dan worden tegelde gemaakt ter delging van een deel der schuld. Eveneeens kan uit andere bronnen van inkomsten een versterkte perio dieke aflossing mogelijk zijn. Bij de beoordeeling zal de Kamer daarom de beschikking moeten hebben over alle ge gevens en bescheiden betreffende den finan- cieelen toestand van den debiteur. De gegevens van de inkomsten- en vermo gensbelasting zullen hier mede hun dienst moeten bewijzen. Nog zij vermeld, dat de wet toepassing vindt op alle voor 1 Juni gesloten overeenkomsten van geldleening en dat uiterlijk 1 Januari 1938 over het voortbestaan moet worden beslist. De wet is dus tijdelijk, doch wat is bestendi ger dan een tijdelijke wet. Denk b.v. eens aan de tijdelijke Beurswet 1914 en de crisispacht wet? Hiermede zijn de voornaamste karakter trekken van het ontwerp behandeld. Hoe de werking ervan zal zijn en of een saneering van de landelijke bedrijven, zonder al te groote schade voor de crediteuren, er het gevolg van zal zijn, is niet te voorspellen. Dat hangt naast het beleid van de kamers voor crisislandbouw zaken en de werking der taxatie-commissies af van andere, meerendeels economische fac toren. Dat een beter evenwicht tusschen op brengst en last van land en tuinbouw nood zakelijk was, zal niemand ontkennen; in de laatste achter ons liggende jaren zijn veel, vroeger opgebouwde, reserves verdwenen. Men kan het onjuist vinden, dat veel bedrijven werden vergroot met behulp van geleend geld, zonder in de eerste plaats voor reserveer in gen te zorgen, doch die fout is dan begaan door geldnemer en geldschieter tezamen. En wat de crediteuren door de werking dezer wet- zui len derven, hadden ze toch al verloren. Een gedwongen verkoop had hun dat ook niet op geleverd. Tenslotte Is voor den crediteur een gesa neerd bedrijf op 1: ^.re lasten beter waarborg, dan een ziek bearijf op te hooge lasten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7