BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. RAYMOND'S LIST. TOLLEN. HET AARDAPPELSPEL. Hoe gaat het jullie met het mooie weer? Spelen jullie fijn in den speeltuin, in Velser- beek of aan het strand? Zoo is de zomer dan toch gekomen en kunnen we misschien in de a s. zomervacantie van zon en buitenlucht genieten. Speelt maar naar hartelust maar weest bij alles voorzichtig, zoodat je geen on gelukken krijgt. Best ZONNESTRAALTJE. Dat je je broertje een beetje aan het verwennen bent kan ik me begrijpen, 't Is ook maar niet heer lijk een schattig broertje te krijgen, wanneer je altijd alleen bent geweest. Wat zal het fijn gaan spelen met Bonzo en Bram. Is broertje niet angstig voor het zwarte popje? Je kunt nu ook met hem rijden. De buitenlucht is goed voor hem. Maar bij dit alles, ook aan mij denken hoor en me weer trouw schrijven ondanks het mooie weer. Dag Zonnestraaltje Best FOPPENMOEDERTJE. Zoo, heb je het raadsel zoo moeilijk gevonden? Je hebt het anders toch maar goed opgelost, ten minste de uitkomst is goed. Alleen heb je ach ter x is een lidwoord gezet: elk. Elk is ech ter geen lidwoord. In dit geval had het een moeten zijn. Ondanks deze fout is de uitkomst toch goed omdat, zoowel e 1 k als e e n met een e beginnen en we deze e in de oplossing noo- dig hebben. Ja, je zus heeft van het strand verteld. Jullie hebt fijn genoten zeg. Dag Pop- pen moedertje! Lief ELFJE. Meisjelief je hebt dezelfde fout als je zus gemaakt. We kennen twee soorten lidwoorden n.l. bepaalde en onbe paalde lidwoorden. De bepaalde lidwoorden zijn de en het, het onbepaalde lidwoord is een. Wat is je vader knap zeg. Wel prettig zoo'n dag aan het strand met een tent dié bescherming biedt tegen de al te felle zonne stralen. Veronika vond het zeker wel pret tig met jullie mede te mogen, 'k Wensch je je nog heel veel genoegen. Dag Elfje. Beste MOEDERS HULP. Zeg, ben je bij „De Jongste" in de leer gegaan? 'k Vind het leuk hoor en zal je briefje aan het eind der rubriek laten afdrukken. Misschien willen an dere rubriekertjes ook hun kunst eens be proeven. De oplossing van het raadsel is er zeker bij ingeschoten. Was Kaboutertje niet blij met het zeilscheepje dat hij als prijs ge kregen heeft? 'k Geloof van wel. Hij keek zoo echt verrukt, toen ik hem het prijsje gaf. Dag Moeders-Hulp. Lief KEUKENPRINSES JE. Ja zeker, ik vind het heel prettig dat je me iedere week trouw, schrijft. Je doet al precies als zooveel andere kinderen.Je, -gaat Zaterdags gauw naar huis om de briefjes te kunnen lezen. Maar weet je wat ik ook zoo grappig vind Dat zooveel dames die ik ken, met plezier de ru briek lezen. Een dezer dagen zei een dame me weer „ik lees altijd de briefjes die U aan de rubriekertjes schrijft", 'k Wist wel dat het prijsje je veel plezier zou verschaffen. L.l. Woensdag heb ik je broertje gelukkig gemaakt met een prijs. Kranig dat je nu met drie bal len kunt ballen, 'k Wensch je a s. Maandag veel plezier tijdens je schoolreis. Het dieren park heet „Ou we hands dierenpark". Dag Keu kenprinsesje. Best VLIEGENIERTJE. M'n kaart heb je dus ontvangen. Hoe was het Zondag in Vel- serbeek? Zeker heel erg druk. Over een poosje eet je dus aardappelen uit eigen tuin. Wat zullen die fijn smaken. Je briefje aan mij ge richt is dit keer wel wat erg kort, maar toch heb ik liever een kort, dan heelemaal geen briefje van je. Dag Vliegeniertje. Lief ROODKAPJE. Je bent van harte welkom oud-leerlingetje en oud-clublid. Je schuilnaam vind ik uitstekend. Maartje V. is je vriendin? Leuk zeg. Dan kunnen jullie van den winter samen naar het Woensdagmiddag clubje gaan. Dag Roodkapje. Lief KABOUTERTJE. Vertel me in je volgend briefje maar eens hoe je je prijs vindt en of je er al mede gespeeld hebt. 'k Vind het anders heel gewoon dat je op school, als al tijd, moet leeren wanneer één of meer klas sen uit zijn. Wat zou jij dan willen doen? Neen vriend nu mopperde je voor niets. Maar die mopperbui zal wel spoedig overgedreven zijn, daar ben ik niet bang voor. Dag Kaboutertje. Lief GOUDSBLOEMPJE. Je verjaardag moet je me één week van te voren opgeven, dan heb ik gelegenheid je in de Verjaardagen rubriek te plaatsen. Trijntje en Wietske zijn nog niet lang vriendin met je wel? Zeker pas sinds ze op de Julianaschool gaan? Prettig voor je dat je lid van I. V. H. bent. Je kunt in den tuin echt fijn spelen. Dag Gouds bloempje. Best ASTERTJE. Je hebt dus 1.1. Zondag met je vader, zus en broers een flinke wande ling gemaakt. Was je 's avonds niet erg ver moeid? Het was Zondag juist zoo heel erg warm. De weg naar het „Kopje van Bloe- mendaal" is heel mooi en zeer schaduwrijk, 'k Ben er ook vaak heen gewandeld maar dan vanuit Overveen. 'k Hoop dat je moeder te Vlaardingen veel geniet. Dag Astertje. Lief GOUDBLONDJE. Ja zeker, ik heb wel eens opgezette vlinders gezien, w.o. bui- tenlandsche die zeer groot waren. Je vraagt of vlinders van bijen komen? Wel neen, Een bij is een ander soort insect. De vlinders be- hooren tot de orde der schubvleugeligen, de bijen tot de orde der vliesvleugeligen. Bij vlinders treft men een volledige gedaante verwisseling aan. De vlinders leggen eitjes, vaak tegen de onderzijden van bloem- of koolbladen. Uit de gelegde eieren komen rupsen, die zich te goed gaan doen aan de bladeren, Na flink gegeten te hebben komt de tijd van verpoppen. De rupsen verpoppen zich. Later komen uit de poppen de vlinders. Uit iedere pop één vlinder. We krijgen dus de volgende volgorde: De vlinder legt eitjes, de eitjes worden rupsen, de rupsen worden pop pen. uit de poppen komen weer vlinders. Nu maar goed onthouden hoor. 'k Vind het pret tig vragen te ontvangen. De rubriek staat voor de beantwoording altijd open. Best ROZA FLUWEELTJE. Hoe gaat het met je kleine zus? Ga je er wel eens mede rijden? Heb je ook al last van de zon gehad? 'k Geloof dat de laatste dagen heel wat men- schen gedeeltelijk door de zon verbrand zijn- Je moet maar wat oppassen. Het is een pijn lijke geschiedenis en bovendien voor de licha melijke gesteldheid niet goed. Dat zal een leuke kiek geworden zijn zeg. 'k Wensch je nog veel plezier. Dag Roza Fluweeltje. Lief DUINROOSJE. p-» Jc bent van harte Raymond kwam achter het struikgewas van daan en keek lang en ernstig in de zwarte opening van de grot. Hij hijgde en zijn hart klopte met wilde slagen: zweetdruppels pa relden op zijn voorhoofd. „Hè," mompelde hij. „Ik hoop, dat ik een beetje meer geluk heb dan vader met het vuurwerk. Maar," voegde hij er grijnzend' aan toe, „het zou nog ongelukkiger voor me zijn, wanneer de moederbeer in de grot was.'' Ray mond was de vijftienjarige zoon van Grant Long, die een groote fruitfarm had in de Kash mir Vallei, aan den oever van de Ibelum rivier Om Raymond een leuken verjaardag te geven had zijn vader een groote kist met vuurwerk voor hem in Engeland besteld. De kist was op tijd gekomen; maar toen ze geopend werd, bleek ze niets anders dan blikjes met Ben- gaalsch vuur te bevatten. In 't geheel geen voetzoekers of dergelijke dingen. Waarschijn lijk was de verkeerde kist gezonden en mijn heer Grant had zijn inlandsche bediende al opdracht gegeven de kist weer dicht te maken en terug te sturen. Het was een erge teleur stelling geweest voor Raymond; maar hij was er de jongen niet naar, om zich door zooiets te laten beinvloeden. En niets beters te doen hebbend, was hij de bergen in gegaan om een jong beertje te vangen en het dan mee naar huis te nemen om het te temmen. De zwarte beren van het Himalaya gebergte zijn gevaar lijk, als ze volwassen zijn. Maar jong ge vangen, kunnen ze uitstekend gedresseerd worden en worden het alleraardigste huisdie ren. Reeds een geruime poos had Raymond er zijn hart op gezet zoo'n beertje te bezitten. Vandaag was hij naar de grot geklommen, waarvan hij wist, dat er een berenfamilie woonde. Voorzichtig sloop hij naderbij. „Als de berin er nu maar niet .is!".,Hij nam .een klein steentje en gooide dat naar binnen. Hij hoorde echter niets. „Alles veilig," mompelde hij bij zichzelf. „Nu een jong beertje." Moedig l'.ep hij de donkere grot in en knipte onderwijl zijn lantaarn aan. Aan het eind van de grot zag hij in het felle licht drie beertjes zitten, die in het licht knip oogden. „Oh, jullie leuke diertjes," riep de jongen en liep door de grot op hen toe. „Je bent zoo leuk, dat ik je toch maar niet mee neem. Maar toch wil ik jullie even streelen Plotseling stond hij stil: want duidelijk hoorde hij een zware stem in het inboorlin gendialect spreken en de naam, dien ze noem den was die van zijn vader. Snel ging hij met zijn lantaarn door de grot; maar hij zag nie mand en toen hij zich oprichtte, stierf de stem weg. Raymond was noch bijgeloovig, noch een lafaard. Hij begreep, dat er een uitleg voor deze geheimzinnigheid moest bestaan. Hij boog zich weer voorover en toen hij dat deed hoorde hij de stem weer, eerst fluisterend, toen luider en luider. Ieder woord was zoo duidelijk, als zat de spreker vlak naast hem. Raymond deed zijn lantaarn uit en toen hoorde hij een plan uiteen zetten, hoe het huis van zijn vader overvallen zou worden, de boel geroofd worden en daarna in brand ge stoken. Voor de Engelsche troepen gewaar schuwd konden worden, zou men dan weer naar de heuvels terug keeren. Een goedkeu rend gemompel begroette deze rede. Raymond scliatte, dat er minstens een dozijn mannen aanwezig moesten zijn. Maar waar? Hij keek op en zag boven zijn hoofd een zwakke licht plek. Toen begreep hij het mysterie van de grot. De mannen zaten natuurlijk aan de an dere zijde van de muur onder een uitstekend rotsblok. Daar was de opening, die in de grot uitkwam. De geluidsgolven kaatsten tegen dat blok door de opening en waren op een ze kere plek in de grot waarneembaar. Een kleine verandering van zijn hoofd en hij zou de ge luidstrillingen niet opvangen. Zijn gebukte positie weer innemend, hoorde Raymond het geheele plan ontvouwen. Tenslotte stonden de mannen op en gingen weg. „Ik moet dadelijk weggaan en Hejim waar schuwen. Misschien komen de bergbewoners vanavond al en dan moet hij de troepen waarschuwen." Hij wilde al weggaan, toen hij in 'de opening een dónkere schaduw zag ver schijnen. De berin! Ze had hem nog niet ge zien, maar aan het trillen van haar neus vleugels en het rechtop staande halshaar be merkte Raymond, dat ze zijn aanwezigheid geroken moest hebben. Op zijn teenen sloop hij naar den muur, raapte onderwijl een klein steentje op en gooide dat naar de kleine beer tjes. Een kreetje als van een klein kind deed zich hooren. Oogcnblikkelijk holde de berin naar haar jongen. Daarvan maakte Raymond gebruik. Met een sprong was hij buiten de grot Zoo snel hij kon, liet hij zich naar beneden zakken. Boven zijn hoofd zag hij de berin verschijnen, met oogen waarin woede schit- ZATERDAG 6 JULI 1935 terde. Gelukkig voor hem echter won het moederinstinct het van haar wraakgevoelens en ze kwam hem niet achterna. Hejim schudde langzaam het hoofd. „Ik ben bang Raymond Sahib, dat het onmogelijk is, dat de troepen hier voor middernacht zijn,' zei hij toen hij Raymonds verhaal gehoord had. „Ik wil toch dadelijk weggaan. Maar als de bergbewoners nu komen, voor wij terug zijn. wat dan?" „Ik heb vaders geweren en munitie. Ik zal ze wel een tijdje op een afstand houden Maar Hejim schudde opnieuw het hoofd. „Nee, dat is onmogelijk. Dat zou u niet vol houden. Ze zouden u overmeesteren." Ray monds oog was op de kist met Bengaalsch vuur gevallen, die nog niet weg gestuurd was. „Ik heb een idee, Hejim." En snel ontvouw de hij zijn plannen. „Uitstekend, Raymond Sahib. Dan ga ik nu meteen naar de troepen." Raymond zag hoe Hejim tusschen de boo- men verdween. Toen ging de jongen aan het werk. Hij maakte de kist open en haalde de blikjes vuurwerk er uit. Die bracht hij naar buiten en aan den kant woor hij veronderstel de, dat de bergbewoners zouden komen, leg de hij ze naast elkaar neer. Toen ging hij het huis weer in. De uren kro pen. Het werd donker. Als een schaduw sloop Raymond naar buiten. Achter zijn lange rij vuurwerk legde hij zich plat op den grond, een doos lucifers in de handen en tuurde in de verte. Daar meende hij vage vormen te on derscheiden, die naderbij slopen. Vlug streek hij een lucifer aan en stak het eerste blik Bengaalsch vuurwerk in brand. Achter de roode opstijgende vlam stond hij op en holde naar het tweede blik vuuiwerk, dat hij aan stak. Zoo ging het door, de heele lange rij langs. Zijn oogen deden pijn van de rook. Maar wat hij gehoopt had, gebeurde. De bergbewo ners dachten dat de prairie in branrf stond, en keerden zoo snel ze konden, naar de heu vels terug. Een half uur later schudde hij de hand van kapitein Stanhope. „Dat was een kranig stukje werk, jongen. Dank zij jouw list, hebben we de booswichten netjes op kunnen vangen en gevangen nemen. En nu zou ik graag een glas water willen drinken op jouw gezondheid en die van de brave Hejim, die ons waarschu wen kwam." welkom zusje van Doornroosje. Prettig dat je zus bij je briefjes wil helpen. Je wordt na tuurlijk, evenals je zus, een trouw vriendin netje van me. Dag Duinroosje. Lief BOODSCHAPSTERTJE. Wat zal je me in een volgend briefje veel te vertellen hebben van je vacantie te den Helder door gebracht. Je ansicht heb ik ontvangen en zeg je er hartelijk dank voor. Hoe heeft Jannie het gemaakt? Is ze misschien een beetje te erg verwend geworden? Je hebt mooi weer gehad zeg. Maar dat wist je wel vooruit. Ik geloof dat je vader nog nooit met regenweer vacantie heeft gehad. Hij boft in dit opzicht altijd. Tot ziens. Dag Boodschapstertje. Beste ASSCHEPOETSTER. Je zus vindt het zeker wel fijn, dat ze naar de kolonie gaat? 'k Hoop dat ze veel geniet en flink aan komt. Zoo, ga je nu naar de U. L. O.? Naar welke U. L. O. ga je? Het is anders een ge heel ander soort onderwijs als waar je je zin op gezet hebt. Ja, over veertien dagen heb ben we vacantie en ik hoop dat men veel naar buiten kan gaan. Jammer dat je krant weg was en je het raadsel daardoor niet kon op lossen. Een volgend keer dan maar. Dag Lief KRULLENKOPJE. Wat prettig dat je zooveel nuttige cadeaux met je verjaardag hebt ontvangen, 'k Zal m'n visite nu maar tot volgende week uitstellen. De dagen gaan me te vlug voorbij; dan moet wel eens iets dat niet onder de dringende zaken valt, wachten. Maar ik kom, dat staat vast, daar kan je ge rust op zijn. Dag Krullenkopje. Beste BEP. Dat mannetje zonder armen, was dat het mannetje van de maan? Ja zie je, dat kon ik zonder meer niet weten en ik had ontzettend medelijden met de stakker, 'k Dank je voor je nieuwe teekeningen. Wat een weel derige krullenbollen hebben de mannetjes, om jaloersch op te worden. Teeken maar veel en met plezier. Dag Bep. Lief SPARRETJE. 'k Begrijp dat het een teleurstelling voor je was. dat je de kleine Dora niet mede naar bed kon brengen. Maar door het passen van haar nachtjaponnetje was het misschien wat later dan gewoonlijk geworden en krijg je een volgend maal nog wel eens de gelegenheid. Je wou zeker eens graag zien, hoe lekker zij ligt in haar nieuwe opklapbed? Zoo'n klein vriendinnetje in je omgeving lijkt me wat leuk en ik denk, dat Dora's moeder ook heel blij is met haar buur meisjes Henny en Ina, die zoo lief met haar dochtertje spelen en zooals vanzelf spreekt, op haar passen. Sparretje, ik hoop dat je me reeds in je volgend briefje kunt schrijven, dat je Dora naar bed hebt gebracht, 'k Gun je graag'; iets dat je prettig vindt. Nog veel ple zier met Ina en Dora. Dag Sparretje. Beste DREUMES. Ja vriend, de dagen zijn nu heel prettig. Het weer is net goed om eens flink te ravotten en naar hartelust te hol len en te rennen. Prettig, dat je zooveel ple zier hebt in de plaatjes van professor Nimbus Best MEIKEVERTJE. Jammer dat Alie me haar verjaardag niet heeft opgegeven. Zij kan nu niet meer in de verjaardagenru briek komen, 'k Zal haar zelf nog een kaart zenden. Prettig vind je niet, die lange dagen? Je kunt 's morgens heel vroeg opstaan en be-1 hoeft geen lamp aan te draaien. Je schrijft „de dagen gaan lengen". Maar dat is niet waar, 1.1. 21 Juni hadden we den langsten dag, toen begon de zomer en zijn de dagen weer langzaam aan het korten gegaan. Je be merkt er de eerste weken niet veel van, maar toch komt de zon lederen dag iets later op en gaat ook iets later onder. Dag Meikevertje. Lief JULIAANTJEDat was een feest zeg toen jullie meester jarig was. Het zal een aardig gezicht geweest zijn, ieder kind uit de klas met een gebakje in de hand. 't Werd na tuurlijk een echte smulpartij en je wilt ze kei- heel graag, dat je meester vier maal in een jaar z'n verjaardag gaat vieren. Maar of hij jullie dan telkens-op gebakjes zou onthalen? 'k Betwijfel het sterk. Dag Juliaantje. Beste ZUS. Of ik wel eens in Rhenen ben geweest? Ja hoor. Vanuit Arnhem heb ik per fiets en auto Rhenen, Wageningen, enz. be zocht. Maar Ouwehands Dierenpark nog niet. Toch wil ik er wel eens heen gaan en eens zien hoe het er is. Je leest er steeds van en het wordt druk bezocht geloof ik. Het versje vind ik aardig. Het hoort er zoo bij. Dat jullie pret gehad hebben, begrijp ik, Nu maar weer ge spaard voor het reisje zomer '36. Dag Zus. Beste TOM MIX. Slapen in de open lucht vind ik juist passen bij je naam en je hebt het natuurlijk erg interessant gevonden. Ik ben het met de oplossing van je raadsel niet eens. Met het eerste deel wel, maar met het laa/ste deel niet. 'k Geloof graag dat het thans heerlijk is tusschen de duinen. Niet te koud en niet te warm. Je behoeft heusch niet als U. L. O. leerling de club te verlaten. Er zal, als je ten minste normaal mede kunt, nog wel wat tijd voor ontspanning over blijven en bovendien tijd om mij je wederwaardigheden te schrijven. Neen Tom, we scheiden niet. Dag Tom Mix. Lief VUURVLINDERTJE. Van de school reis naar Bergen had ik reeds iets vernomen. Cootje v. Gelder was ook mee geweest en z'n moeder heeft me verteld hoeveel hij ge noten had. Jullie hebt het best met het weer getroffen en heerlijk gespeeld. Is je vriendin netje Alie N. ook medegeweest? Ze is thans ook rubriekertje geworden. Maar dat weet je zeker al. Dag Vuurvlindertje. Best FILMSTERRETJE. Fijn dat je de kikkers de vrijheid gegeven hebt. Het is wel erg interessant om van nabij de ontwikkeling gade te slaan, maar wanneer dat voorbij is, dan de beesten maar uit hun gevangenschap verlossen. Wie weet, of ze je tot belooning niet onthalen op een kikkerconcert bij ma neschijn. Wat een snoezige namen hebben Mitzi's kindertjes. Dolly en Louki. Wie heeft ze zoo gedoopt? Veel genoegen met je poesjes. Dag Filmsterretje. Lief MEIDOORNTJE. Wat ik van je denk? Wel, dat je me tijdelijk vergeten bent maar me wel weer eens zult gaan schrijven. Het blijkt ondertusschen dat m'n gedachten juist zijn geweest. Neen, ik ben nog niet naar het strand gegaan en zal er waarschijnlijk wel niet veel komen. Prettig dat je me volgen de week veel zal schrijven over je schoolreisje, 'k Hoop dat je het prettig gehad zult hebben. Dag Meidoorntje Beste ROBBEDOES. Wel hoe gaat het je? Tante Annie treft mooi weer op haar va cantie zeg. Heeft je moeder haar niet gemist? Ik wel hoor. Krijg ik volgende week eens een extra lange brief? Dag Robbedoes. Beste KLAAS. 'k Heb op m'n vraag „of je met Heintje steeds lief naar school toe gaat?" nog geen antwoord ontvangen. Laat je me dat eens weten? Hoe vaak ben je nu al naar het strand geweest? Zeker heel wat keer tjes. Neemt je moeder nog trouw zwemles of behoeft ze geen les meer te nemen en verstaat ze de zwemkunst al? Krijg ik op al m'n vra gen nu eens een heel lang schrijven terug? Dag Klaas. RAADSELS. De oplossing van het de vorige week gege ven raadsel is" aldus: raadsels alkmaar a r n h e m doorn s a a r een 1 o s Dit keer heeft „Poppenmoedertje" een prijs. Woensdag 1 uur halen aan m'n huis. Voor meer dan tien goede oplossingen zijn twee prijsjes beschikbaar, bij minder dan tien goede oplossingen wordt slechts één prijs gegeven. Op de kruisjeslijn komt de naam van een bekende kleur te staan. x w het gevraagde woord, b x kleur van hoofdhaar. x k ander woord voor ziek. p x Indisch vaartuig, g x is de lucht bij regenweer. BRIEF OP RIJM VAN MOEDERS HULP. Beste Juffrouw, Ik zal u maar eens gauw schrijven Anders zoudt u denken Waar zou Moeders-Hulp, Met haar brief Jé blijven? Ik wou dat ik maar vast. Van school of was. Ik zit pas in de zesde klas Ik had nog een nieuweling Die had zeker weinig zin. Zij heet Marietje Vis. Maar het is zeker mis. Want ze heeft verleden week niet geschreven, Waar zou zij zijn gebleven? Wat is het nu en dan warm weer Maar dat mag wel eens een keer Meer weet ik niet te zeggen. Daar moet u zich maar bij neer leggen Volgende week zal ik proberen Om er nog een gedichtje bij te leren Dat gebeurt niet alle keren. Ik heb het maar in de nieuwe spelling gedaan. Zooals u het nu ziet staan. Als ik dat op school niet doe Dan zegt de meester je bent een koe Dag Juffrouw. U dacht zeker dat ik nog meer schrijven zou. Afz. MO-DLRl HULP. Ik zwiep er mijn zweepje door de lucht. Sneller tol, ga snel! Draai er maar vlug rond in dolle vlucht, dat bevalt me wel. Ik zwiep mijn zweep met knallend geluid Gauwer tol, ga gauw! Steeds draaien moet je, vooruit, vooruit! Knallend zwiept mijn touw. Mijn hond Fik staat er bij en kijkt toe. Kom aan, tol, kom aan! Hij zou graag weten, hoe ik het doe, Jou rond te doen gaan. Ik zwiep er mijn zweepje door de lucht. Sneller tol, ga snel! Draai er maar vlug rond ln dolle vlucht, dat bevalt me wel. RITA VAN BEEK. Een zonderling. Dat is zeker de Weensche architect die een shilling op een Engelsche Bank plaatste, onder bepaling dat na 1500 jaren de shilling met rente op i-ente aan zijn nakomelingen zal uitbetaald worden. Voor het spel, dat we thans gaan vervaar digen, hebben we niet veel materiaal noodig. Alleen een groote aardappel, een paar plankjes hout en wat spijkers. Daarmee gaan we aan den gang. Eerst ma ken we het ding, dat veel op een galg lijkt. Zooals jullie op de eerste afbeelding kunt zien bestaat hij uit drie plankjes A, B en C, die aan elkaar gespijkerd worden. Bovenaan het boven ste plankje A bevestig je een dun touwtje D, dat aan het uiteinde een heel groote aardap pel draagt (E). Deze aardappel bevestig je op de volgende manier aan het touw; met een naald haal je het touwtje dwars door de aard appel en maakt er onderaan een knoop aan vast, zoodat de aardappel niet meer weg schie ten zal De opstaande lat van de galg (C) heeft on geveer in het midden een plankje F. Dit heeft den vorm. die op onze teekening is aangegeven eenigszins rond dus. Door dit plankje zijn eenige lange spijkers geslagen. Bij iedere spijker schrijf je een num mer (G). Nu moet het geheel zoo zijn ingericht, dat de aardappel precies op de lengte van de spij kers hangt. Zie afbeelding. Het spel wordt nu op de volgende manier gespeeld Je gaat er een eind van af staan, neemt de aardappel in je hand en laat hem vallen. Komt hij nu precies op één der spijkers terecht en blijft hij daar vastzitten, dan mag je het ge tal. dat bij de spijker staat, achter je naam op een lijstje schrijven. Iedere beurt geldt. Zoo zie je, dat met 'n beetje goeden wil en wat handigheid van verschillende en de meest eenvoudige dingen heel wat te ma ken is. Want zeg eens eerlijk, wie van jullie had ooit gedacht, dat je van een aardappel een spel zou kunnen maken? Toch niemand. Maar nu weten jullie het en je kunt gauw beginnen het aardige toestelletje na te maken. Kijk maar goed naar de teekeningen. Die zijn duidelijk en kunnen je helpen, als je op een gegeven oogenblik eens geen raad weet. OOM KEES»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7