Sjanghai bij nacht EEN JAAR NA DOLLFUSS' DOOD. AZIÈ In 1935. Droefgeestige danshuizen. - De Chinees als wedder. Over het bandietendom. Door EMILE SCHREIBER De eigenlijke Chineesche wijk in Sjanghai. Tevergeefs heb ik in Sjanghai naar die ver leidelijke plaatsen gezocht, welke zoovele mij ner collega's moeten hebben gezien, omdat zij er immers over geschreven hebben. Zonder twijfel bestaan er in deze interna tionale havenstad met haar drie en een half millioen inwoners dancings, cabarets en tal- looze nachtgelegenheden. Laat ons in de eer ste plaats constateeren, dat Frankrijk dit maal nu eens een goed figuur maakt, want de minder gunstig bekend staande gedeelten be-* vinden zich niet in haar concessie, doch in de internationale concessie en in de .Chineesche wijk. Ik zal niets vertellen van de Russische gele genheden, die zeer groot in aantal, maar van geen belang zijn, wanneer men bekend is met hetgeen de Russen op dit terrein in Pa rijs en elders bieden. Laat ik u liever iets vertellen van de Chi neesche amusementswijk. Het Chineesche volk blijft, gelijk de meeste volkeren van het Oosten, uitermate waardig in zijn uitingen van vroolijkheid. De Chineesche danshuizen zijn heel groot, hebben goede orkesten, maar zijn zoo slecht verlicht, dat zij, te beginnen bij den ingang al, in een sfeer van droefgees tigheid gehuld zijn. De Chineezen houden er van in het halfdonker te dansen. Geloof vooral niet, dat dit met bepaalde twijfelachtige motieven verband houdt. De Chineesche danseresjes zijn tot aan den hals in lange zijden^ gewaden gekleed, die weinig 'f&'affiheéi'dsHébben.' Deze „taxi-girlszoo als ze genoemd worden, zitten heel ingetogen clangs.den..wand van de zaal, ver van de ta feltjes der bezoekers. Geen glimlach, geen blik. Zij wachten als brave meisjes Oen 'dik wijls blijken zij dat ook te zijn) totdat een bezoeker komt om haar voor een dans uit te noodigen. Een Chineesche bediende maakt er aanteekening van en brengt den bezoeker aan het eind van den avond, behalve zijn con sumptie, het aantal keeren, dat hij gedanst heeft, in rekening. Alles gaat er erg netjes, maar ook heel vervelend tóe. Ik heb opge merkt, dat, behalve wat de elegantie, maar wel wat de odeur betreft, alles precies zoo ge beurt in de matrozen-dancings. Niet dat hier geen bepaalde afspraken gemaakt zouden kunnen worden, maar de discretie is van dien aard, dat zelfs de meest oplettende toeschou wer niets zal opmerken. Sommige van die „taxi-girls" zijn wel aar dig, doch bijna allen zijn klein, tenger en vooral stug. Die onbewogen gezichten en die harde blikken zien er in het geheel niet ver leidelijk uit. Buiten de danshuizen heeft men er de gele genheden, waar gezongen wordt. Alles gebeurt er net zoo als in de soort gelijke Spaansche cabarets, alleen heeft men hier het Chineesche decorum en mist men er de wilde sfeer. Elke zangeres draagt er, vrij wel onbeweeglijk, op haar beurt met nasaal geluid een lied voor, begeleid door een wat te Oostersch orkest met eentonige muziek. Het publiek drinkt ér koppen thee bij heele series en de verveling komt nog eerder dan in het danshuis. Heel wat levendiger zijn de windhonden- rennen en het kaatsspel. Bij duizenden Stroomen de Chineezen er 's avonds naar toe, van den rijksten koopman tot aan den koelie. De loketten, waar de weddenschappen worden afgesloten ondergaan een stormloop, want geen volk is zoo op het spel verzot als het Chineesche. Bekende en geroutineerde kaat sers heeft men voor veel geld speciaal uit Spanje laten komen, omdat de Chineezen voor dit bijzonder soort sport ongeschikt zijn. Er is in Sjanghai ook een soort van Luna park, waar zich, behalve een groote bioscoop, een twaalftal kleine theaters bevinden, die ge lijktijdig opvoeringen van operettes en too- neelstukken geven en het publiek kan voor hetzelfde geld van de eene voorstelling naar de andere loopen. Maar het meest merkwaardige schouwspel in Sjanghai men moet er overigens naar zoeken vonden wij bij een bezoek aan de Franscbe politie. Haar arbeid, die zich wel te verstaan beperkt tot de Fransche concessie, 'bestaat in het bestrijden van de bandieten. Want in China spreekt iedereen over bandie ten, zooals men te Chicago spreekt, of liever sprak, over de gangsters. Zij vormen een fac tor waarmee rekening dient te worden ge houden. Tijdens ons kort verblijf werd een te Sjanghai zeer bekende Britsc-he persoonlijk heid geheel toevallig tijdens een schietpartij tusschen politie en bandieten gedood. Wat is een bandiet? „Een Chineesche bandiet" verklaart mij een Fransch politie man, chef van een post, „is bijna altijd een braaf mensch, die gebrek lijdt. Als de fortuin hem toelacht, als het hem lukt zijn slag te slaan of wanneer hij bij het spel wint, zal hij een stukje grond koopen om te bouwen of trachten wat met een handeltje te ver dienen en zoodoende weer een rechtschapen burger worden. Maar in de periode, dat hij als bandiet opereert is hij zeer gevaarlijk en tót. de tanden toe gewapend, want hij ver dédigt zijn leveii en weet heel goed, dat wij niét misschieten, als het eerste schot doro ons gelost wordt. .Meestal is de gang- van zaken als volgt. Een koelie, die in de misère is geraakt, biedt zich aan als „soldaat". Hij wordt bandiet, met of zonder uniform, in dienst van een Chinee* schen „generaal". Om de een of andere reden heeft de generaal zijn diensten niet langer noodig, hij wordt ontslagen en de ex-soldaat die thans zonder werk is, brengt nu alles wat hij geleerd heeft in practijk om verder voor zijn eigen rekening te gaan „werken". Dat is een bandiet", aldus i de politieman. De concessies zijn beter bewaakt dan de Chineesche wijk en daarom kan het verras send lijken, dat de bandieten juist daar hun operatieterrein kiezen. De oorzaak is, dat de winkels en de bewoners er veel rijker zijn. i Er gaat geen. week in de Fransche con cessie voorbij zonder talrijke pogingen tot diefstal, berooving of oplichting. Als er tijdig genoeg alarm wordt gemaakt door voorbij gangers of buren sturen de politieposten er snel een dertig man op af (Russen, Tonki- neezen, Chineezen), voorzien van de meest moderne wapens, in harnassen gekleed of ook wel met schilden uitgerust om zich tegen de kogels te beschermen. Als op een bepaald oogenblik alarm wordt gemaakt, komen binnen twintig seconden de 1 Russen, Tonkineezen en Chineezen in uni form uit hun respectievelijke, afzonderlijke kazernes te voorschijn en springen in de ge reedstaande auto. Ieder jaar worden talrijke Fransche. Rus sische of Aziatische politieagenten door de bandieten gedood. Het omgekeerde gebeurt eveneens. Waarom zult ge vragen, laten de Franschen zich nog dooden in Sjanghai.? Welk belang heeft Frankrijk er bij om op deze wijze een Chineesche wijk te verdedigen? Heeft Engeland niet van zijn concessie in Hankau afgezien na de Japansche interventie te Sjanghai in 1932? Waarom doet Frankrijk dat ook niet? In de eerste plaats betreurt Engeland, naar thans blijkt, deze wat te snelle capitulatie, welke aan een verkeerde beslissing van een zijner vertegenwoordigers te wijten was. Maai de sleutel van het vraagstuk ligt niet daar en evenmin in Sjanghai. Hij ligt in Indo- China. De Engelsche bezitten Singapore, vooruit geschoven bolwerk van Indië; wanneer zij die positie zouden verliezen, zouden zij niet heel lang meer in Indië zijn. Frankrijk beschikt over geen enkelen voor uitgeschoven en versterkten post van gelijke waarde voor de verdediging van Indo-China; doch het neemt in Sjanghai een overwegende positie in, die misschien slechts voldoende is om de verkregen macht te handhaven, maar die daar dan toch zeer zeker in slaagt. Zoo lang de Franschen in Sjanghai zijn, heeft In do-China niets te vreezen. Sjanghai is, als men het zoo wil uitdrukekn, een „luisterpost". Daar hij niets kost om in stand te houden, is hij dubbel waardevol voor Frankrijk. (Nadruk verboden.) Aan de riem van een tasch meegesleurd. Verpleegster te Sassenheim door vrachtauto gedood. Dinsdagmiddag om kwart voor vijf reden in het nauwe gedeelte van de Hoofdstraat te Sassenheim, vlak bij de brug van de Tey- lingerlaan, twee verpleegsters uit het Diaco- nessenhuis te Den Haag, rechts van den weg. De meest links rijdende, de 24-jarige mej. Lydia de Geus, had een leeren tasch van een fototoestel om. Op een gegeven moment werd de riem van deze tasch gegrepen door een uitstekende haak van een pa'sseerende vrachtauto, met het noodlottig gevolg, dat zij kwam te vallen eenige tientallen meters werd meegesleurd en daarna de wielen van den wagen over het hoofd kreeg. Het meisje was op slag dood. De andere verpleegster was door het ge beurde zeer overstuur en is bij een dokter bin nengebracht. De vrachtauto is in beslag genomen. Nieuwe incidenten te Belfast. Schot op een lijkstoet gelost. LONDEN, (17 Juli) Uit Belfast wordt ge meld. dat het bij de teraardebestelling van een der slachtoffers van de botsingen van Zater dag en Zondag tot nieuwe incidenten is ge komen, toen op den hoek van George Street en York street een schot op den lijkstoet werd gelost. Een jongeman werd door een kogel in het been getroffen. Onder, algemeene opwin ding bestormden eenige personen het huis waaruit het schot was gelost. De politie greep echter tijdig in doorzocht het huis en arresteer de een aantal personen. Tijdens de algemeene opwinding zagen onbekenden kans drie huizen in de omgeving in brand te steken. Autobus met schoolkinderen aangereden. Botsing op de Merwedebrug. Dinsdagmorgen had de bestuurder van een autobus uit Beverwijk, vol met schoolkinderen, de bus stopgezet op den Oostelijken afrit van de Merwedebrug, teneinde de kinderen van het prachtig vergezicht te laten genieten. Uit de richting Amsterdam naderde een automo bilist met groote snelheid. Deze verklaarde later aan den rijksveldwachter van Muiden van meening te zijn geweest, dat de bus lang zaam voortreed. Toen hij bemerkte, dat het voertuig stilstond, probeerde hij uit alle macht een botsing te voorkomen; doch de wagen reed op de bus. De automobilist kreeg een kniekneuzing en schaafwonden. Zijn auto werd van voren geheel in elkaar gedrukt. De bus werd licht beschadigd, de kinderen kwamen met den schrik vrij. De politie heeft proces-verbaal opgemaakt. DONDERDAG 18 J U L T 1935 Mussolini zegt zijn meening. Sombere uitlating over de toekomst. PERSONALIA. Te Amsterdam slaagden voor het examen nuttige handwerken, de dames: W. C. Bel- graver te IJmuiden; H. v Servellen, te Aer- denhout en M. C. Verduin, te Bloemendaal. Hij acht een Europeeschen oorlog r<wir de toekomst niet waarschijnlijk. NEW YORK, 17 Juli. De New Yorksche bladen brengen groot opgemaakt een inter view met Mussolini, dat een Ne-.v Yorksch journalist, een zekere I-Ians von Kaltenborn, met Mussolini zou hebben gehad. Op de vraag of het niet' juist was dat Mus solini zijn standpunt inzake de Oost-Afri- kaansche kwestie tamelijk slecht had uiteen gezet, zou Mussolini hebben toegegeven dat dit probleem niet goed begrepen was. Op dc vraag, of er geen mogelijkheid voor een ge meenschappelijk Italiaansch-Fransch-En- gelsch protectoraat zou bestaan zou Mussolini hebben geantwoord dat een dergelijk protecto raat naar zijn meening onmogelijk was. Hij zei woordelijk: „Meerzijdige protectoraten zijn waardeloos". De Amerikaan vroeg verder of Italië over weegt uit den Volkenbond te treden of wel uittreding uit den Volkenbond wenschelijk acht, waarop Mussolini antwoordde dat hij uittreding van Italië uit den Volkenbond in het geheel niet wenschte. Mussolini zou voorts hebben gezegd dat het naar zijn meening mo gelijk was den vrede te handhaven: „Wij zou den met Abessynië tot overeenstemming kun nen zijn gekomen indien niet bepaalde Euro- peesche mogendheden tegen ons geageerd hadden. Door onze vriendschap met Frankrijk is deze toestand inmiddels gewijzigd en op het oogenblik wordt geen wezenlijke druk op ons uitgeoefend". Aan het slot van het onderhoud gaf Mus solini uitdrukking aan zijn overtuiging, dat een Europeesche oorlog voor de komende ja ren niet waarschijnlijk was. „Japan niet politiek geintcressecrd". ROME. 17 Juli. Het agentschap Stefani deelt mede dat Mussolini gisteren den Japan- schen ambassadeur Heeft ontvangen die hem namens zijn regeering formeel mededeelde dat Japan geen enkele bedoeling heeft in te grijpen in het Italiaansch-Abessynisch con flict. Japan is bij Abessynië niet politiek ge ïnteresseerd. SCHRIFTELIJK EXAMEN M.U.L.O. HAARLEM I. Dinsdag 16 Juli. Geslaagd voor het diploma A: G. F. Zandbergen. IJmuiden-O.: C Vis- man, IJmuiden; C. A. Stam, idem; A. C. Schouten, idem; J. C, Milatz. idem: Th. E. H. Boersch, Bloemendaal; L. M. v. Hikking- Colenbrander idem; J. F. Hartog. idem; A. J. Timmer, id.: M C M. Tap, id.: W. de Graaf, id.: J. P. L. Beekman, id.E. Beek man. id.: A. W. Wo elders. Heemstede: W. G. Wallenburg, id.: J. B. v. d. Sluys id.: A. Snel, Haarlem: H Quivoov. id.; J. H. Keller, id.. W. Hopman, id.; B. M. G. Funke id. Niet alle Italianen juichen den oorlog toe. (Van onzen Weenschen correspondent.) ..Wal in.de laatste jaren in 3uli in Oostenrijk gebeurde. Het ongeluk met Won Schuschnigg's au^o. Merkwaardige beschrijving door een ooggetuige. Mevrouw Won Schuschnigg's angst. Weenen, 15 Juli. Het schijnt wel, alsof Juli een bijzondere ongeluksmaand voor Oostenrijk is. Ik heb er mijn vrienden hier al verschillende malen op attent gemaakt, dat juist in Juli in dit land vaak buitengewoon ernstige dingen ge beuren. Ik wil er nu slechts de belangrijkste van uitpikken. 28 Juli 1914: oorlogsverklaring aan Servië. Dit was het begin van den wereldoorlog, die een oceaan van wanhoop en wee en leed en verdriet en rouw over het menschdom zou brengen 25 Juli 1927: bloedige opstand van het volk te Weenen, dat het Paleis, van Justitie in brand steekt. Op' de Ringstrasse, bij het parlement en bij het Rathaus, en in ver schillende andere gedeelten van de stad wor den ware veldslagen tusschen politie en ge peupel geleverd. Te Weenen telt men circa honderd dooden en vele. honderden gewon den. Ook in anderedeélen van Oostenrijk wordt gevochten en gemoord. 25 Juli 1934: moord op Dollfuss. Oproer lingen dringen het Bundeskanzleramt bin nen en houden er alle ambtenaren en be ambten gevangen. Ook het hoofdgebouw van de Ravag, de Oöstenrijksche radio-omroep- maatschappijin de binnenstad wordt bezet. Hier wordt met machinegeweren geschoten en met handgranaten geworpen. In tal van streken van het land wordt tusschen op standige nationaal-socialisten eenerzijds en leger en politie en Heimwehr-troepen an derzijds gevochten. Tot op heden weet men nog niet precies hoeveel dooden en gewon den gevallen zijn. Kort daarop kreeg de beul veel werk te doen.- Doodsvonnissen werden voltrokken en velen ook tot levenslange ge vangenisstraf veroordeeld. Juli 1935: Het is, alsof er een zware, zwar te wolk boven; Oostenrijk hangt. Er is iets beklemmends in de atmospheer. De gelijkge schakelde bladen, die hun lezers niets mo gen voorzetten zonder dat zij daartoe de toe stemming van de autoriteiten gekregen heb ben, beginnen weer .over den 25en Juli van het vorige jaar te schrijven. Men wil hulde aan de nagedachtenis van Dollfuss brengen. Er zullen tal van plechtige herdenkingsbij eenkomsten en -festiviteiten plaats vinden. Men zal Dollfuss" stem weer in de radio te hooren krijgen. Gramofoonplaten met brok stukken van zijn redevoeringen zullen voor de microfoon afgedraaid worden. Maar er heerscht een groote angst in heel den lande. Men vreest, dat de nationaal-socialisten den dag, waarop hun vijand vermoord werd, niet ongemerkt voorbij zullen laten gaan. En nog minder den dag, waarop Holzweber en Planetta, twee van de hoofdaanvoerders van de oproerlingen, die het Bundeskanzler amt zijn binnengedrongen, werden opgehan gen. Zij waren de eerste twee van een reeks nationaal-socialisten, die hun jonge levens aan de galg zouden eindigen. In welinge lichte kringen wist men al een paar dagen geleden te vertéllen,' dat de nazis in heel Oostenrijk groote demonstraties op touw willen zetten en op verschillende in het oog vallende plaatsen zwarte vlaggen willen hij- schen, ten teeken van rouw over den dood van hun het vorige jaar gevallen en opge hangen kameraden. Men vreesde alweer voor nieuwe oproerige daden en voor bloedige botsingen. Ook bij de sociaal-democraten, wier partij door liet nieuwe, huidige régime werd afgeschaft, heerscht in de laatste da gen weer groote bedrijvigheid. De rooden zitten niet stil en laten telkens blijken, dat zij nog niet' uit het leven verdwenen zijn en dat zij nog een machtige factor kunnen zijn, waarmede eventueel nog rekening zal moeten gehouden worden. Er werden weder om tal wan personen m 'hechtenis- genomen- Maar dit is eigenlijk niets nieuws. Er wordt hier in Oostenrijk sedert de laatste ander half jaar telkenmale weer opnieuw op groo te schaal gearresteerd. Nu eens worden nazis en dan weer worden „sozis" (zooals men de socialisten hier gemakshalve noemt) in hechtenis genomen en in de gevangenissen geworpen of naar Wöllersdorf gestuurd. Ook wanneer zij niets gedaan hebben en men hen ook heelemaal niet van de een of an dere schuld verdenkt (ja, Oostenrijk is een land van de Vrijheid!). Deze arrestaties zijn alleen maar „voorzorgsmaatregelen"! De al dus van hun vrijheid beroofde nazis of sozis hadden eventueel iets kwaads in het schild kunnen voeren en worden op deze wijze in de uitvoering van hun plannen verhinderd. Dat zij, wanneer zij al te vaak gehaaid worden om in de gevangenissen of huizen van bewaring of in het concentratiekamp te brommen, daardoor hun betrekkingen kunnen verliezen of dat zij, wanneer zij zelfstandige zakenlui zijn, materieel geheel te gronde kunnen gaan, n' importe! Wiij kan dat wat schelen? Een paar dagen geleden zijn zoowel nazi's als sozi's in de diverse arrestlokalen en ge vangenissen en in het kamp te Wöllersdorf in hongerstaking gegaan. Aanvankelijk ont kende het Bundeskanzeleramt dat dit waar was, zooals het tegenwoordig meestal alle waarheden dementeert, die het onaangenaam vindt.. Doch: al is de leugen nog zoo snel. In deze met electriciteit geladen, loodzwaar drukkende atmospheer van Juli komt nu op eens, alsof ergens de bliksem is ingeslagen, het bericht van het auto-ongeluk van den bondskanselier dr. von Schuschnigg en zijn echtgenoote, die daarbij om het leven geko men is. Aanvankelijk dacht een ieder aan een aanslag. En nog willen de stemmen niet verstommen, welke positief aan opzet in het spel gelooven. Het gebeurde is dan ook te merkwaardig, De bondscommissaris voor „I-Ieimatdienst", zooals zijn titel luidt, de ge wezen kolonel Adam, die een soort van staats secretaris voor perswezen is, heeft enkele uren na het bekend worden van het ongeluk in de Oöstenrijksche radio gezegd, dat er twee mogelijkheden zijn, die als oorzaak in aanmerking kunnen komen. Eerstens, dat de chauffeur buitengewoon moe was en plotse ling onwel geworden is en zijn macht over het stuur verloren heeft, en ten tweede dat er een defect aan den wagen ontstaan is, dat te laat bemerkt kon worden. In ieder geval wordt een onderzoek in deze richting inge steld. Dit is er dus wel een bewijs voor (vooral omdat Adam dit zegt!), dat men het niet zoo uitgesloten acht, dat er iets niet in den haak was. Men wilde echter zooveel mogelijk ver hoeden, dat het groote publiek in de meening bleef, dat de catastrophe aan opzet te wijten was. Men ging zelfs zoo ver, dat men buiten landsche journalisten belette, telegramman of radiogrammen naar hun bladen te zenden, waarin van de geruchten sprake was, die van opzet gewag maakten. Later mochten ze wel seinen, dat gemompeld werd, dat het een aan slag geweest was, maar in hetzelfde telegram moesten zij zeggen, dat die geruchten van allen grond van waarheid ontbloot waren. Alsof zij dit met een goed geweten tegenover hun redacties en directies konden doen, nu de politie en justitie nog niet eens tot een definitief besluit gekomen waren en de zaak er zoo merkwaardig uitziet. Intusschen hadden zij hun bladen al ge deind, hoe zij over het geval dachten! Het ongeluk gebeurde Zaterdagmiddag om 25 minuten over 12. En eerst Zondagavond tegen 10 uur kwam het officieele Oostenrijk sche persbureau met een beschrijving van het voorgevallene door een ooggetuige, die zich in het gevolg van den hondskanselier, dus waa r- schijnlijk in de tweede auto, bevonden had. Daarin wordt gezegd, dat de wielen van Schuschniggs auto reeds vóór het ongeluk naar links en rechts begonnen te waggelen. De chauffeur remde, maar de auto was van den weg afgekomen en ging over twee stee- nen heen kwam .'toen tegen deri'"boom. Schuschnigg en zijn echtgenoote vlogen bei den uit de auto en kwamen ongeveer een meter van elkaar op den grond te liggen. Frau von Schuschnigg was terstond dood. Men had met een snelheid van ongeveer tachtig kilometer per uur gereden. In Opper- Oostenrijk, waar het ongeluk gebeurde, zijn veel nationaal-socialisten en. daarom had men willen verhinderen, dat de bevolking Schusch nigg zag en herkende. Ook in Weenen ziet men Schuschniggs auto met naar beneden gelaten gordijntjes voor de ramen en met automobielen er achter aan met leden van zijn lijfwacht met machinepistolen in vliegen de haast door de straten rijden. Het is nu heel goed mogelijk, dat het heen en weer waggelen van de wielen van Schusch niggs auto („flatteren" is het Duitsche woord, dat de ooggetuige gebruikt!) te wijten is aan een daad van. sabotage. Men 'kan met een vijl aan het stuur gemanoeuvreerd hebben of schade toegebracht hebben aan de as tus schen de wielen, en wel zoodanig, dat men er aanvankelijk niets van kon zien en dat het ongeluk eerst na eenigen tijd moest geschie den! Frau Herma von Schuschnigg, des kanse liers 34-jarige echtgenoote, is er het slacht offer van geworden. Zij had slechts een paar weken geleden haar verjaardag gevierd, zij was op den 25ien Juni 1901 te Bozen in Zuid- Tirol, dat thans tot Italië behoort, als doch ter van een koopman Masera, van Italiaan - sche afkomst, geboren. Frau von Schuschnigg had in den laatste.n tijd, evenals Frau Dollfuss voor den tragischen dood van haar man in Juli 1934, steeds in doodsangst geleefd. Men zag dat angstgevoel in haar oogen. Zij- sidderde voor het leven van haar man, evenals Dollfuss' echtgenoote dat gedaan had, want zij wist, dat hij steeds door duizenden, neen tienduizenden vijan den omringd was en dat er elk oogenblik iemand kon opduiken, die hem, naar het le ven wilde staan. Men zag dien angst in haar oogen bij officieele recepties, op bals en bij openluchtmeetings en bij parades en betoo gingen. Ten allen tijde, overal, had iets kun nen gebeuren, dat een eind aan het leven van haar man maakte. Nu is zij zelf niet meer! De kanselier is op het oogenblik een ge broken man. Zijn negenjarig eenig zoontje, dat met lichte wonden naar een ziekenhuis in Linz gebracht werd, heeft zijn moeder en de kanselier zelf zijn echtgenoote verloren. Schuschnigg heeft een zenuwtoeval gehad, hij ziet er meer dan ellendig uit, Zijn gezicht is tengevolge van den val geheel opgezwollen en heeft een nog valere kleur dan gewoonlijk. Het stoffelijk overschot van Frau von Schuschnigg, dat eerst in een lijkenhuis te Ebelsberg, waar het ongeluk geschiedde neer gelegd werd en vervolgens in een kerk in de naburige stad Linz op een katafalk geplaatst werd, is gisteren reeds per trein naar Wee nen teruggebracht. Men reed niet door naar het hoofd- en eindstation Westbahnhof, doch laadde de kist in het kleine stationnetje van Penzing vóór Weenen uit. Dan zette zich een auto-colonne in beweging. Voorop de lijk-auto en daarachter een wagen met den kanselier zijn vader, die vroeger generaal-majoor ge weest is, en zijn broeder. Dan leden van de regeering, waaronder de vice-kanselier prins Starhemberg, die uit Italië teruggekomen is, waar hij een vacantie doorbracht. De stoet trok naar de kei'k van Weenens buitenwijk Hietzing, vlak bij Schönbrunn. Dinsdag iaat in den middag vindt op het kerkhof van Hiet zing de teraardebestelling plaats. Van tal van officieele gebouwen en ook van particuliere huizen, hangen reeds thans lange zwarte vlaggen naar beneden. W, M. BEKAAR. Grensbewaking om uitwijking te voorkomen. MILAAN, 17 Juli (A.N.P.) In de laatste weken is de Ibaliaansche grensbewaking aan zienlijk verscherpt en vooral bij de bergpas sen aan de Zwitsersche grens zijn drastische maatregelen genomen. Het doel hiervan is tweevoudig. In de eerste plaats wordt er in den laatsteen tijd zeer veel anti-fascistische lec tuur het land ingesmokkeld, waarin de bevol king wordt gewaarschuwd tegen den geld- verslindenden komenden oorlog. Doch in de tweede plaats schijnen niet alle Italianen zoo geestdriftig te zijn voor het dienstnemen in Oost-Afrika als bij vertrek der troepentrans porten herhaaldelijk het geval schijnt te zijn. In de laatste weken schijnen vele Italianen over de grens 'té"zijn1 Uitgeweken oim"nlet"lge~ dwongen te worden dienst te nemen bij de voör Oost-Afrika, bestemde regimenten. Nu reeds slachtoffers. Te Erythrea heerscht een groote hitte, da gelijks sterven omstreeks een dozijn Italiaan- sche soldaten. Gisteren passeerden hier een groot aantal zieke Italiaansche soldaten, op weg naar Italië, die te Mogadisco waren ingescheept. MUSSOLINI NAAR OOST-AFRIKA? PARIJS, 17 Juli (A.N.P.) De Romein- sche correspondent van Le Jour bevestigt de geruchten dat Mussolini zou hebben besloten zich persoonlijk per vliegtuig naar Oost- Afrika te begeven. Vermoedelijk zal deze reis plaats hebben kort voor het openen van de vijandelijkheden. Laval's plannen aanvaard. Een bezuiniging van 10.959.000.000 francs. PARIJS, 17 Juli (A.NR.) Nadat de kabi netsraad gisteravond van negen uur tot onge veer middernacht in het ministerie van bui- tenlandschezaken aan den Quai d'Orsay had vergaderd tot voorbereiding vair de aange kondigde besprekingen, kwam de ministerraad kort na middernacht opnieuw bijeen onder voorzitterschap van president Lebrun. Te twee uur vanmorgen werd in een offi cieel communiqué medegedeeld dat de veror deningen door de regeering waren goedge keurd. Het gaat hierbij zooals bekend is om 28 verordeningen, waardoor een bezuiniging moet worden verkregen van in totaal 10.959.000.000 francs. Verschillende verordeningen hebben de strekking, de opgelegde offers te compensee- ren door eën algemeene deling bos ten van het levensonderhoud en door econo mische maatregelen op verschillend gebiea. Tenslotte worden maatregelen in het voor uitzicht gesteld om in het buitenland bevroren gelden voor den uitvoer vrij te maken. Geweldige brand te Bazel. In een petroleumopslagplaats. BAZEL, 17 Juli Gisteravond te kwart over elf is in een petroleumopslagplaats te Bazel brand uitgebroken. Het vuur breidde zich snel uit tot een brand van reusachtigen om vang over een oppervlakte van 10.000 vierkante meter.. Op het in brand geraakte terrein staan uitsluitend voorraad]oodsen van de Zwitser sche spoorwegen waarin voornamelijk ben- zinepetroleum en smeerolie worden bewaard. Op sommige plaatsen sloegen de vlammen 200 meter de lucht in en tegen middernacht was geheel Bazel op de heen om het schouws. «1 aan de stadsgrens gade te slaan. De brand is waarschijnlijk door zelfontbran ding ontstaan, tiet een wiiden kring om het brandende terrein heen had men de omgeving afgezet, doch na middernacht moest ook de brandweer uit de onmiddellijke omgeving wor den teruggeroepen wegens het ontploffings gevaar. De groote benzine- en oetroleumtanks waren toen nog niet ontploft en men begon een woonwijk in de omgeving te ontruimen aangezien de ijzeren vaten die exolodeerden op eenige huizen terecht kwamen die gedeel telijk werden vernield, Een voorbijganger 'èn een postbeambte werden daardoor zeer zwaar gewond en den oostbeambte moest in een ziekenhuis een been worden geamputeerd. Vannacht om twee uur was er aan blussching van den brand nog niet te denken en woedde het vuur nog onverzwakt voort. 'T>

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7