Sjanghai bij nacht
EEN JAAR NA DOLLFUSS' DOOD.
AZIÈ In 1935.
Droefgeestige danshuizen. - De Chinees als wedder.
Over het bandietendom.
Door EMILE SCHREIBER
De eigenlijke Chineesche wijk in Sjanghai.
Tevergeefs heb ik in Sjanghai naar die ver
leidelijke plaatsen gezocht, welke zoovele mij
ner collega's moeten hebben gezien, omdat
zij er immers over geschreven hebben.
Zonder twijfel bestaan er in deze interna
tionale havenstad met haar drie en een half
millioen inwoners dancings, cabarets en tal-
looze nachtgelegenheden. Laat ons in de eer
ste plaats constateeren, dat Frankrijk dit
maal nu eens een goed figuur maakt, want de
minder gunstig bekend staande gedeelten be-*
vinden zich niet in haar concessie, doch in de
internationale concessie en in de .Chineesche
wijk.
Ik zal niets vertellen van de Russische gele
genheden, die zeer groot in aantal, maar van
geen belang zijn, wanneer men bekend is
met hetgeen de Russen op dit terrein in Pa
rijs en elders bieden.
Laat ik u liever iets vertellen van de Chi
neesche amusementswijk. Het Chineesche
volk blijft, gelijk de meeste volkeren van het
Oosten, uitermate waardig in zijn uitingen
van vroolijkheid. De Chineesche danshuizen
zijn heel groot, hebben goede orkesten, maar
zijn zoo slecht verlicht, dat zij, te beginnen
bij den ingang al, in een sfeer van droefgees
tigheid gehuld zijn. De Chineezen houden er
van in het halfdonker te dansen.
Geloof vooral niet, dat dit met bepaalde
twijfelachtige motieven verband houdt. De
Chineesche danseresjes zijn tot aan den hals
in lange zijden^ gewaden gekleed, die weinig
'f&'affiheéi'dsHébben.' Deze „taxi-girlszoo
als ze genoemd worden, zitten heel ingetogen
clangs.den..wand van de zaal, ver van de ta
feltjes der bezoekers. Geen glimlach, geen
blik. Zij wachten als brave meisjes Oen 'dik
wijls blijken zij dat ook te zijn) totdat een
bezoeker komt om haar voor een dans uit te
noodigen. Een Chineesche bediende maakt er
aanteekening van en brengt den bezoeker aan
het eind van den avond, behalve zijn con
sumptie, het aantal keeren, dat hij gedanst
heeft, in rekening. Alles gaat er erg netjes,
maar ook heel vervelend tóe. Ik heb opge
merkt, dat, behalve wat de elegantie, maar
wel wat de odeur betreft, alles precies zoo ge
beurt in de matrozen-dancings. Niet dat hier
geen bepaalde afspraken gemaakt zouden
kunnen worden, maar de discretie is van dien
aard, dat zelfs de meest oplettende toeschou
wer niets zal opmerken.
Sommige van die „taxi-girls" zijn wel aar
dig, doch bijna allen zijn klein, tenger en
vooral stug. Die onbewogen gezichten en die
harde blikken zien er in het geheel niet ver
leidelijk uit.
Buiten de danshuizen heeft men er de gele
genheden, waar gezongen wordt.
Alles gebeurt er net zoo als in de soort
gelijke Spaansche cabarets, alleen heeft men
hier het Chineesche decorum en mist men er
de wilde sfeer. Elke zangeres draagt er, vrij
wel onbeweeglijk, op haar beurt met nasaal
geluid een lied voor, begeleid door een wat te
Oostersch orkest met eentonige muziek. Het
publiek drinkt ér koppen thee bij heele series
en de verveling komt nog eerder dan in het
danshuis.
Heel wat levendiger zijn de windhonden-
rennen en het kaatsspel. Bij duizenden
Stroomen de Chineezen er 's avonds naar toe,
van den rijksten koopman tot aan den koelie.
De loketten, waar de weddenschappen worden
afgesloten ondergaan een stormloop, want
geen volk is zoo op het spel verzot als het
Chineesche. Bekende en geroutineerde kaat
sers heeft men voor veel geld speciaal uit
Spanje laten komen, omdat de Chineezen
voor dit bijzonder soort sport ongeschikt zijn.
Er is in Sjanghai ook een soort van Luna
park, waar zich, behalve een groote bioscoop,
een twaalftal kleine theaters bevinden, die ge
lijktijdig opvoeringen van operettes en too-
neelstukken geven en het publiek kan voor
hetzelfde geld van de eene voorstelling naar
de andere loopen.
Maar het meest merkwaardige schouwspel
in Sjanghai men moet er overigens naar
zoeken vonden wij bij een bezoek aan de
Franscbe politie. Haar arbeid, die zich wel te
verstaan beperkt tot de Fransche concessie,
'bestaat in het bestrijden van de bandieten.
Want in China spreekt iedereen over bandie
ten, zooals men te Chicago spreekt, of liever
sprak, over de gangsters. Zij vormen een fac
tor waarmee rekening dient te worden ge
houden. Tijdens ons kort verblijf werd een te
Sjanghai zeer bekende Britsc-he persoonlijk
heid geheel toevallig tijdens een schietpartij
tusschen politie en bandieten gedood.
Wat is een bandiet? „Een Chineesche
bandiet" verklaart mij een Fransch politie
man, chef van een post, „is bijna altijd een
braaf mensch, die gebrek lijdt. Als de fortuin
hem toelacht, als het hem lukt zijn slag te
slaan of wanneer hij bij het spel wint, zal
hij een stukje grond koopen om te bouwen
of trachten wat met een handeltje te ver
dienen en zoodoende weer een rechtschapen
burger worden. Maar in de periode, dat hij
als bandiet opereert is hij zeer gevaarlijk en
tót. de tanden toe gewapend, want hij ver
dédigt zijn leveii en weet heel goed, dat wij
niét misschieten, als het eerste schot doro ons
gelost wordt.
.Meestal is de gang- van zaken als volgt. Een
koelie, die in de misère is geraakt, biedt zich
aan als „soldaat". Hij wordt bandiet, met of
zonder uniform, in dienst van een Chinee*
schen „generaal". Om de een of andere reden
heeft de generaal zijn diensten niet langer
noodig, hij wordt ontslagen en de ex-soldaat
die thans zonder werk is, brengt nu alles wat
hij geleerd heeft in practijk om verder voor
zijn eigen rekening te gaan „werken". Dat is
een bandiet", aldus i de politieman.
De concessies zijn beter bewaakt dan de
Chineesche wijk en daarom kan het verras
send lijken, dat de bandieten juist daar hun
operatieterrein kiezen. De oorzaak is, dat
de winkels en de bewoners er veel rijker
zijn. i
Er gaat geen. week in de Fransche con
cessie voorbij zonder talrijke pogingen tot
diefstal, berooving of oplichting. Als er tijdig
genoeg alarm wordt gemaakt door voorbij
gangers of buren sturen de politieposten er
snel een dertig man op af (Russen, Tonki-
neezen, Chineezen), voorzien van de meest
moderne wapens, in harnassen gekleed of ook
wel met schilden uitgerust om zich tegen de
kogels te beschermen.
Als op een bepaald oogenblik alarm wordt
gemaakt, komen binnen twintig seconden de 1
Russen, Tonkineezen en Chineezen in uni
form uit hun respectievelijke, afzonderlijke
kazernes te voorschijn en springen in de ge
reedstaande auto.
Ieder jaar worden talrijke Fransche. Rus
sische of Aziatische politieagenten door de
bandieten gedood. Het omgekeerde gebeurt
eveneens.
Waarom zult ge vragen, laten de Franschen
zich nog dooden in Sjanghai.? Welk belang
heeft Frankrijk er bij om op deze wijze
een Chineesche wijk te verdedigen? Heeft
Engeland niet van zijn concessie in Hankau
afgezien na de Japansche interventie te
Sjanghai in 1932? Waarom doet Frankrijk dat
ook niet?
In de eerste plaats betreurt Engeland, naar
thans blijkt, deze wat te snelle capitulatie,
welke aan een verkeerde beslissing van een
zijner vertegenwoordigers te wijten was. Maai
de sleutel van het vraagstuk ligt niet daar
en evenmin in Sjanghai. Hij ligt in Indo-
China.
De Engelsche bezitten Singapore, vooruit
geschoven bolwerk van Indië; wanneer zij
die positie zouden verliezen, zouden zij niet
heel lang meer in Indië zijn.
Frankrijk beschikt over geen enkelen voor
uitgeschoven en versterkten post van gelijke
waarde voor de verdediging van Indo-China;
doch het neemt in Sjanghai een overwegende
positie in, die misschien slechts voldoende is
om de verkregen macht te handhaven, maar
die daar dan toch zeer zeker in slaagt. Zoo
lang de Franschen in Sjanghai zijn, heeft In
do-China niets te vreezen.
Sjanghai is, als men het zoo wil uitdrukekn,
een „luisterpost".
Daar hij niets kost om in stand te houden,
is hij dubbel waardevol voor Frankrijk.
(Nadruk verboden.)
Aan de riem van een tasch
meegesleurd.
Verpleegster te Sassenheim door vrachtauto
gedood.
Dinsdagmiddag om kwart voor vijf reden in
het nauwe gedeelte van de Hoofdstraat te
Sassenheim, vlak bij de brug van de Tey-
lingerlaan, twee verpleegsters uit het Diaco-
nessenhuis te Den Haag, rechts van den weg.
De meest links rijdende, de 24-jarige mej.
Lydia de Geus, had een leeren tasch van een
fototoestel om.
Op een gegeven moment werd de riem van
deze tasch gegrepen door een uitstekende
haak van een pa'sseerende vrachtauto, met
het noodlottig gevolg, dat zij kwam te vallen
eenige tientallen meters werd meegesleurd en
daarna de wielen van den wagen over het
hoofd kreeg.
Het meisje was op slag dood.
De andere verpleegster was door het ge
beurde zeer overstuur en is bij een dokter bin
nengebracht.
De vrachtauto is in beslag genomen.
Nieuwe incidenten te Belfast.
Schot op een lijkstoet gelost.
LONDEN, (17 Juli) Uit Belfast wordt ge
meld. dat het bij de teraardebestelling van een
der slachtoffers van de botsingen van Zater
dag en Zondag tot nieuwe incidenten is ge
komen, toen op den hoek van George Street en
York street een schot op den lijkstoet werd
gelost. Een jongeman werd door een kogel in
het been getroffen. Onder, algemeene opwin
ding bestormden eenige personen het huis
waaruit het schot was gelost. De politie greep
echter tijdig in doorzocht het huis en arresteer
de een aantal personen. Tijdens de algemeene
opwinding zagen onbekenden kans drie huizen
in de omgeving in brand te steken.
Autobus met schoolkinderen
aangereden.
Botsing op de Merwedebrug.
Dinsdagmorgen had de bestuurder van een
autobus uit Beverwijk, vol met schoolkinderen,
de bus stopgezet op den Oostelijken afrit van
de Merwedebrug, teneinde de kinderen van
het prachtig vergezicht te laten genieten. Uit
de richting Amsterdam naderde een automo
bilist met groote snelheid. Deze verklaarde
later aan den rijksveldwachter van Muiden
van meening te zijn geweest, dat de bus lang
zaam voortreed. Toen hij bemerkte, dat het
voertuig stilstond, probeerde hij uit alle macht
een botsing te voorkomen; doch de wagen
reed op de bus. De automobilist kreeg een
kniekneuzing en schaafwonden. Zijn auto
werd van voren geheel in elkaar gedrukt.
De bus werd licht beschadigd, de kinderen
kwamen met den schrik vrij. De politie heeft
proces-verbaal opgemaakt.
DONDERDAG 18 J U L T 1935
Mussolini zegt zijn meening.
Sombere uitlating over de
toekomst.
PERSONALIA.
Te Amsterdam slaagden voor het examen
nuttige handwerken, de dames: W. C. Bel-
graver te IJmuiden; H. v Servellen, te Aer-
denhout en M. C. Verduin, te Bloemendaal.
Hij acht een Europeeschen oorlog r<wir de
toekomst niet waarschijnlijk.
NEW YORK, 17 Juli. De New Yorksche
bladen brengen groot opgemaakt een inter
view met Mussolini, dat een Ne-.v Yorksch
journalist, een zekere I-Ians von Kaltenborn,
met Mussolini zou hebben gehad.
Op de vraag of het niet' juist was dat Mus
solini zijn standpunt inzake de Oost-Afri-
kaansche kwestie tamelijk slecht had uiteen
gezet, zou Mussolini hebben toegegeven dat
dit probleem niet goed begrepen was. Op dc
vraag, of er geen mogelijkheid voor een ge
meenschappelijk Italiaansch-Fransch-En-
gelsch protectoraat zou bestaan zou Mussolini
hebben geantwoord dat een dergelijk protecto
raat naar zijn meening onmogelijk was. Hij zei
woordelijk: „Meerzijdige protectoraten zijn
waardeloos".
De Amerikaan vroeg verder of Italië over
weegt uit den Volkenbond te treden of wel
uittreding uit den Volkenbond wenschelijk
acht, waarop Mussolini antwoordde dat hij
uittreding van Italië uit den Volkenbond in
het geheel niet wenschte. Mussolini zou voorts
hebben gezegd dat het naar zijn meening mo
gelijk was den vrede te handhaven: „Wij zou
den met Abessynië tot overeenstemming kun
nen zijn gekomen indien niet bepaalde Euro-
peesche mogendheden tegen ons geageerd
hadden. Door onze vriendschap met Frankrijk
is deze toestand inmiddels gewijzigd en op het
oogenblik wordt geen wezenlijke druk op ons
uitgeoefend".
Aan het slot van het onderhoud gaf Mus
solini uitdrukking aan zijn overtuiging, dat
een Europeesche oorlog voor de komende ja
ren niet waarschijnlijk was.
„Japan niet politiek geintcressecrd".
ROME. 17 Juli. Het agentschap Stefani
deelt mede dat Mussolini gisteren den Japan-
schen ambassadeur Heeft ontvangen die hem
namens zijn regeering formeel mededeelde
dat Japan geen enkele bedoeling heeft in te
grijpen in het Italiaansch-Abessynisch con
flict. Japan is bij Abessynië niet politiek ge
ïnteresseerd.
SCHRIFTELIJK EXAMEN M.U.L.O.
HAARLEM I.
Dinsdag 16 Juli. Geslaagd voor het diploma
A: G. F. Zandbergen. IJmuiden-O.: C Vis-
man, IJmuiden; C. A. Stam, idem; A. C.
Schouten, idem; J. C, Milatz. idem: Th. E.
H. Boersch, Bloemendaal; L. M. v. Hikking-
Colenbrander idem; J. F. Hartog. idem; A.
J. Timmer, id.: M C M. Tap, id.: W. de
Graaf, id.: J. P. L. Beekman, id.E. Beek
man. id.: A. W. Wo elders. Heemstede: W. G.
Wallenburg, id.: J. B. v. d. Sluys id.: A. Snel,
Haarlem: H Quivoov. id.; J. H. Keller, id..
W. Hopman, id.; B. M. G. Funke id.
Niet alle Italianen juichen den
oorlog toe.
(Van onzen Weenschen correspondent.)
..Wal in.de laatste jaren in 3uli in Oostenrijk gebeurde.
Het ongeluk met Won Schuschnigg's au^o. Merkwaardige
beschrijving door een ooggetuige. Mevrouw Won
Schuschnigg's angst.
Weenen, 15 Juli.
Het schijnt wel, alsof Juli een bijzondere
ongeluksmaand voor Oostenrijk is. Ik heb er
mijn vrienden hier al verschillende malen
op attent gemaakt, dat juist in Juli in dit
land vaak buitengewoon ernstige dingen ge
beuren. Ik wil er nu slechts de belangrijkste
van uitpikken.
28 Juli 1914: oorlogsverklaring aan Servië.
Dit was het begin van den wereldoorlog, die
een oceaan van wanhoop en wee en leed en
verdriet en rouw over het menschdom zou
brengen
25 Juli 1927: bloedige opstand van het volk
te Weenen, dat het Paleis, van Justitie in
brand steekt. Op' de Ringstrasse, bij het
parlement en bij het Rathaus, en in ver
schillende andere gedeelten van de stad wor
den ware veldslagen tusschen politie en ge
peupel geleverd. Te Weenen telt men circa
honderd dooden en vele. honderden gewon
den. Ook in anderedeélen van Oostenrijk
wordt gevochten en gemoord.
25 Juli 1934: moord op Dollfuss. Oproer
lingen dringen het Bundeskanzleramt bin
nen en houden er alle ambtenaren en be
ambten gevangen. Ook het hoofdgebouw van
de Ravag, de Oöstenrijksche radio-omroep-
maatschappijin de binnenstad wordt bezet.
Hier wordt met machinegeweren geschoten
en met handgranaten geworpen. In tal van
streken van het land wordt tusschen op
standige nationaal-socialisten eenerzijds en
leger en politie en Heimwehr-troepen an
derzijds gevochten. Tot op heden weet men
nog niet precies hoeveel dooden en gewon
den gevallen zijn. Kort daarop kreeg de beul
veel werk te doen.- Doodsvonnissen werden
voltrokken en velen ook tot levenslange ge
vangenisstraf veroordeeld.
Juli 1935: Het is, alsof er een zware, zwar
te wolk boven; Oostenrijk hangt. Er is iets
beklemmends in de atmospheer. De gelijkge
schakelde bladen, die hun lezers niets mo
gen voorzetten zonder dat zij daartoe de toe
stemming van de autoriteiten gekregen heb
ben, beginnen weer .over den 25en Juli van
het vorige jaar te schrijven. Men wil hulde
aan de nagedachtenis van Dollfuss brengen.
Er zullen tal van plechtige herdenkingsbij
eenkomsten en -festiviteiten plaats vinden.
Men zal Dollfuss" stem weer in de radio te
hooren krijgen. Gramofoonplaten met brok
stukken van zijn redevoeringen zullen voor
de microfoon afgedraaid worden. Maar er
heerscht een groote angst in heel den lande.
Men vreest, dat de nationaal-socialisten den
dag, waarop hun vijand vermoord werd,
niet ongemerkt voorbij zullen laten gaan.
En nog minder den dag, waarop Holzweber
en Planetta, twee van de hoofdaanvoerders
van de oproerlingen, die het Bundeskanzler
amt zijn binnengedrongen, werden opgehan
gen. Zij waren de eerste twee van een reeks
nationaal-socialisten, die hun jonge levens
aan de galg zouden eindigen. In welinge
lichte kringen wist men al een paar dagen
geleden te vertéllen,' dat de nazis in heel
Oostenrijk groote demonstraties op touw
willen zetten en op verschillende in het oog
vallende plaatsen zwarte vlaggen willen hij-
schen, ten teeken van rouw over den dood
van hun het vorige jaar gevallen en opge
hangen kameraden. Men vreesde alweer voor
nieuwe oproerige daden en voor bloedige
botsingen. Ook bij de sociaal-democraten,
wier partij door liet nieuwe, huidige régime
werd afgeschaft, heerscht in de laatste da
gen weer groote bedrijvigheid. De rooden
zitten niet stil en laten telkens blijken, dat
zij nog niet' uit het leven verdwenen zijn en
dat zij nog een machtige factor kunnen
zijn, waarmede eventueel nog rekening zal
moeten gehouden worden. Er werden weder
om tal wan personen m 'hechtenis- genomen-
Maar dit is eigenlijk niets nieuws. Er wordt
hier in Oostenrijk sedert de laatste ander
half jaar telkenmale weer opnieuw op groo
te schaal gearresteerd. Nu eens worden nazis
en dan weer worden „sozis" (zooals men de
socialisten hier gemakshalve noemt) in
hechtenis genomen en in de gevangenissen
geworpen of naar Wöllersdorf gestuurd. Ook
wanneer zij niets gedaan hebben en men
hen ook heelemaal niet van de een of an
dere schuld verdenkt (ja, Oostenrijk is een
land van de Vrijheid!). Deze arrestaties zijn
alleen maar „voorzorgsmaatregelen"! De al
dus van hun vrijheid beroofde nazis of sozis
hadden eventueel iets kwaads in het schild
kunnen voeren en worden op deze wijze in
de uitvoering van hun plannen verhinderd.
Dat zij, wanneer zij al te vaak gehaaid
worden om in de gevangenissen of huizen
van bewaring of in het concentratiekamp te
brommen, daardoor hun betrekkingen kunnen
verliezen of dat zij, wanneer zij zelfstandige
zakenlui zijn, materieel geheel te gronde
kunnen gaan, n' importe! Wiij kan dat wat
schelen?
Een paar dagen geleden zijn zoowel nazi's
als sozi's in de diverse arrestlokalen en ge
vangenissen en in het kamp te Wöllersdorf
in hongerstaking gegaan. Aanvankelijk ont
kende het Bundeskanzeleramt dat dit waar
was, zooals het tegenwoordig meestal alle
waarheden dementeert, die het onaangenaam
vindt.. Doch: al is de leugen nog zoo snel.
In deze met electriciteit geladen, loodzwaar
drukkende atmospheer van Juli komt nu op
eens, alsof ergens de bliksem is ingeslagen,
het bericht van het auto-ongeluk van den
bondskanselier dr. von Schuschnigg en zijn
echtgenoote, die daarbij om het leven geko
men is. Aanvankelijk dacht een ieder aan
een aanslag. En nog willen de stemmen niet
verstommen, welke positief aan opzet in het
spel gelooven. Het gebeurde is dan ook te
merkwaardig, De bondscommissaris voor
„I-Ieimatdienst", zooals zijn titel luidt, de ge
wezen kolonel Adam, die een soort van staats
secretaris voor perswezen is, heeft enkele
uren na het bekend worden van het ongeluk
in de Oöstenrijksche radio gezegd, dat er
twee mogelijkheden zijn, die als oorzaak in
aanmerking kunnen komen. Eerstens, dat de
chauffeur buitengewoon moe was en plotse
ling onwel geworden is en zijn macht over
het stuur verloren heeft, en ten tweede dat
er een defect aan den wagen ontstaan is, dat
te laat bemerkt kon worden. In ieder geval
wordt een onderzoek in deze richting inge
steld.
Dit is er dus wel een bewijs voor (vooral
omdat Adam dit zegt!), dat men het niet zoo
uitgesloten acht, dat er iets niet in den haak
was. Men wilde echter zooveel mogelijk ver
hoeden, dat het groote publiek in de meening
bleef, dat de catastrophe aan opzet te wijten
was. Men ging zelfs zoo ver, dat men buiten
landsche journalisten belette, telegramman
of radiogrammen naar hun bladen te zenden,
waarin van de geruchten sprake was, die van
opzet gewag maakten. Later mochten ze wel
seinen, dat gemompeld werd, dat het een aan
slag geweest was, maar in hetzelfde telegram
moesten zij zeggen, dat die geruchten van
allen grond van waarheid ontbloot waren.
Alsof zij dit met een goed geweten tegenover
hun redacties en directies konden doen, nu
de politie en justitie nog niet eens tot een
definitief besluit gekomen waren en de zaak
er zoo merkwaardig uitziet.
Intusschen hadden zij hun bladen al ge
deind, hoe zij over het geval dachten!
Het ongeluk gebeurde Zaterdagmiddag om
25 minuten over 12. En eerst Zondagavond
tegen 10 uur kwam het officieele Oostenrijk
sche persbureau met een beschrijving van het
voorgevallene door een ooggetuige, die zich in
het gevolg van den hondskanselier, dus waa r-
schijnlijk in de tweede auto, bevonden had.
Daarin wordt gezegd, dat de wielen van
Schuschniggs auto reeds vóór het ongeluk
naar links en rechts begonnen te waggelen.
De chauffeur remde, maar de auto was van
den weg afgekomen en ging over twee stee-
nen heen kwam .'toen tegen deri'"boom.
Schuschnigg en zijn echtgenoote vlogen bei
den uit de auto en kwamen ongeveer een
meter van elkaar op den grond te liggen.
Frau von Schuschnigg was terstond dood.
Men had met een snelheid van ongeveer
tachtig kilometer per uur gereden. In Opper-
Oostenrijk, waar het ongeluk gebeurde, zijn
veel nationaal-socialisten en. daarom had men
willen verhinderen, dat de bevolking Schusch
nigg zag en herkende. Ook in Weenen ziet
men Schuschniggs auto met naar beneden
gelaten gordijntjes voor de ramen en met
automobielen er achter aan met leden van
zijn lijfwacht met machinepistolen in vliegen
de haast door de straten rijden.
Het is nu heel goed mogelijk, dat het heen
en weer waggelen van de wielen van Schusch
niggs auto („flatteren" is het Duitsche woord,
dat de ooggetuige gebruikt!) te wijten is
aan een daad van. sabotage. Men 'kan met
een vijl aan het stuur gemanoeuvreerd hebben
of schade toegebracht hebben aan de as tus
schen de wielen, en wel zoodanig, dat men
er aanvankelijk niets van kon zien en dat het
ongeluk eerst na eenigen tijd moest geschie
den!
Frau Herma von Schuschnigg, des kanse
liers 34-jarige echtgenoote, is er het slacht
offer van geworden. Zij had slechts een paar
weken geleden haar verjaardag gevierd, zij
was op den 25ien Juni 1901 te Bozen in Zuid-
Tirol, dat thans tot Italië behoort, als doch
ter van een koopman Masera, van Italiaan -
sche afkomst, geboren.
Frau von Schuschnigg had in den laatste.n
tijd, evenals Frau Dollfuss voor den tragischen
dood van haar man in Juli 1934, steeds in
doodsangst geleefd. Men zag dat angstgevoel
in haar oogen. Zij- sidderde voor het leven
van haar man, evenals Dollfuss' echtgenoote
dat gedaan had, want zij wist, dat hij steeds
door duizenden, neen tienduizenden vijan
den omringd was en dat er elk oogenblik
iemand kon opduiken, die hem, naar het le
ven wilde staan. Men zag dien angst in haar
oogen bij officieele recepties, op bals en bij
openluchtmeetings en bij parades en betoo
gingen. Ten allen tijde, overal, had iets kun
nen gebeuren, dat een eind aan het leven van
haar man maakte. Nu is zij zelf niet meer!
De kanselier is op het oogenblik een ge
broken man. Zijn negenjarig eenig zoontje,
dat met lichte wonden naar een ziekenhuis in
Linz gebracht werd, heeft zijn moeder en de
kanselier zelf zijn echtgenoote verloren.
Schuschnigg heeft een zenuwtoeval gehad, hij
ziet er meer dan ellendig uit, Zijn gezicht is
tengevolge van den val geheel opgezwollen en
heeft een nog valere kleur dan gewoonlijk.
Het stoffelijk overschot van Frau von
Schuschnigg, dat eerst in een lijkenhuis te
Ebelsberg, waar het ongeluk geschiedde neer
gelegd werd en vervolgens in een kerk in de
naburige stad Linz op een katafalk geplaatst
werd, is gisteren reeds per trein naar Wee
nen teruggebracht. Men reed niet door naar
het hoofd- en eindstation Westbahnhof, doch
laadde de kist in het kleine stationnetje van
Penzing vóór Weenen uit. Dan zette zich een
auto-colonne in beweging. Voorop de lijk-auto
en daarachter een wagen met den kanselier
zijn vader, die vroeger generaal-majoor ge
weest is, en zijn broeder. Dan leden van de
regeering, waaronder de vice-kanselier prins
Starhemberg, die uit Italië teruggekomen is,
waar hij een vacantie doorbracht. De stoet
trok naar de kei'k van Weenens buitenwijk
Hietzing, vlak bij Schönbrunn. Dinsdag iaat
in den middag vindt op het kerkhof van Hiet
zing de teraardebestelling plaats.
Van tal van officieele gebouwen en ook van
particuliere huizen, hangen reeds thans lange
zwarte vlaggen naar beneden.
W, M. BEKAAR.
Grensbewaking om uitwijking te voorkomen.
MILAAN, 17 Juli (A.N.P.) In de laatste
weken is de Ibaliaansche grensbewaking aan
zienlijk verscherpt en vooral bij de bergpas
sen aan de Zwitsersche grens zijn drastische
maatregelen genomen. Het doel hiervan is
tweevoudig. In de eerste plaats wordt er in den
laatsteen tijd zeer veel anti-fascistische lec
tuur het land ingesmokkeld, waarin de bevol
king wordt gewaarschuwd tegen den geld-
verslindenden komenden oorlog. Doch in de
tweede plaats schijnen niet alle Italianen zoo
geestdriftig te zijn voor het dienstnemen in
Oost-Afrika als bij vertrek der troepentrans
porten herhaaldelijk het geval schijnt te zijn.
In de laatste weken schijnen vele Italianen
over de grens 'té"zijn1 Uitgeweken oim"nlet"lge~
dwongen te worden dienst te nemen bij de voör
Oost-Afrika, bestemde regimenten.
Nu reeds slachtoffers.
Te Erythrea heerscht een groote hitte, da
gelijks sterven omstreeks een dozijn Italiaan-
sche soldaten.
Gisteren passeerden hier een groot aantal
zieke Italiaansche soldaten, op weg naar
Italië, die te Mogadisco waren ingescheept.
MUSSOLINI NAAR OOST-AFRIKA?
PARIJS, 17 Juli (A.N.P.) De Romein-
sche correspondent van Le Jour bevestigt de
geruchten dat Mussolini zou hebben besloten
zich persoonlijk per vliegtuig naar Oost-
Afrika te begeven. Vermoedelijk zal deze reis
plaats hebben kort voor het openen van de
vijandelijkheden.
Laval's plannen aanvaard.
Een bezuiniging van 10.959.000.000 francs.
PARIJS, 17 Juli (A.NR.) Nadat de kabi
netsraad gisteravond van negen uur tot onge
veer middernacht in het ministerie van bui-
tenlandschezaken aan den Quai d'Orsay had
vergaderd tot voorbereiding vair de aange
kondigde besprekingen, kwam de ministerraad
kort na middernacht opnieuw bijeen onder
voorzitterschap van president Lebrun.
Te twee uur vanmorgen werd in een offi
cieel communiqué medegedeeld dat de veror
deningen door de regeering waren goedge
keurd. Het gaat hierbij zooals bekend is om 28
verordeningen, waardoor een bezuiniging moet
worden verkregen van in totaal 10.959.000.000
francs.
Verschillende verordeningen hebben de
strekking, de opgelegde offers te compensee-
ren door eën algemeene deling bos
ten van het levensonderhoud en door econo
mische maatregelen op verschillend gebiea.
Tenslotte worden maatregelen in het voor
uitzicht gesteld om in het buitenland bevroren
gelden voor den uitvoer vrij te maken.
Geweldige brand te Bazel.
In een petroleumopslagplaats.
BAZEL, 17 Juli Gisteravond te kwart over
elf is in een petroleumopslagplaats te Bazel
brand uitgebroken. Het vuur breidde zich
snel uit tot een brand van reusachtigen om
vang over een oppervlakte van 10.000 vierkante
meter.. Op het in brand geraakte terrein staan
uitsluitend voorraad]oodsen van de Zwitser
sche spoorwegen waarin voornamelijk ben-
zinepetroleum en smeerolie worden bewaard.
Op sommige plaatsen sloegen de vlammen 200
meter de lucht in en tegen middernacht was
geheel Bazel op de heen om het schouws. «1
aan de stadsgrens gade te slaan.
De brand is waarschijnlijk door zelfontbran
ding ontstaan, tiet een wiiden kring om het
brandende terrein heen had men de omgeving
afgezet, doch na middernacht moest ook de
brandweer uit de onmiddellijke omgeving wor
den teruggeroepen wegens het ontploffings
gevaar. De groote benzine- en oetroleumtanks
waren toen nog niet ontploft en men begon
een woonwijk in de omgeving te ontruimen
aangezien de ijzeren vaten die exolodeerden
op eenige huizen terecht kwamen die gedeel
telijk werden vernield, Een voorbijganger 'èn
een postbeambte werden daardoor zeer zwaar
gewond en den oostbeambte moest in een
ziekenhuis een been worden geamputeerd.
Vannacht om twee uur was er aan blussching
van den brand nog niet te denken en woedde
het vuur nog onverzwakt voort. 'T>