De overbrenging der twee Engelsche slachtoffers van de „Kwikstaart"-ramp. Helga's weddenschap. Twee interessante snapshots van het concours hippique te Hoofddorp. Boven: een fraaie sprong Onder; de winnaars van het nummer tweespannen land- bouw-tuigpaarden, de Gebr Bruyns en D van Wieringen uit Haarlemmermeer met Ova en Remone Het nummer dressuurproef voor achttallen van de landelijke rijver- eeniging „De Amstelruiters" uit Bovenkerk tijdens het Woensdag te Hoofddorp gehouden concours hippique Lapebie, Meryiel en Fontenay profiteeren van den rustdag te Nice tijdens den Tour de France Het stoffelijk overschot der twee bij het ongeluk van de „Kwikstaart" om het leven gekomen Engelsche passagiers is Donderdagavond met de „Batavier" van Rotterdam naaf Engeland overgebracht. Het aan boord brengen De ramp van de „Maraboe". De drukte voor het kantoor der K.L M. op het Leidscheplein te Amsterdam; inzet de verongelukte machine met drie leden der bemanning, v.l.n.r.v. d. Smagt, radio-telegrafist; Hondong, gezag voerder en Veenendaal, mecanicien Voor het gemeentebestuur van den Bosch werd Woensdag in verband met het 750-jarig bestaan der stad een militair défilé gehouden Door den burgemeester van Cadir en Keer is aan den heer Hollanders de bronzen eeremedaille uitgereikt wegens betoonde menschlievendheid. De heer Hollanders had den rijksveldwachter, K/f -inn n maes met gevaar voor eigen leven yan den beet van een dollen hond gered FEUILLETON. Uit het Noorse li door SIGRID BOO. (Nadruk verboden). 17) Hoe zou het in een roman gaan? Ja, het eenvoudige en eerlijke kind uit het volk, dat de slaapkamer van den schilder aan kant maakt, zou hem inspireeren tot een kunst werk, een meesterwerk: „Meisje, dat bed opmaakt", waardoor hij op slag wereldbe roemd werd. Maar de werkelijkheid? Hm, ae werkelijkheid is romantischer dan een boek. wordt beweerd. Het is mogelijk, zie je. het is mogelijk: maar ik kan mezelf niet klein maken voor hem, al heeft hij nog zulke treurige oogen. Frigaard, bedoel ik. Dan moet ie in 's hemelsnaam maar stu- deeren tot ie knapt. Als het maar niet juist zoo'n verrukkelijke maneschijn was en fijne sneeuw om te skiën. Wat den tconeelspeler Stein betreft, den grooten Stein, wiens sprekende gelaatstrek ken bemind en aangebeden worden door iedere bakvisch in ons land in het gewone leven schijnt hij nergens anders belang in te stellen dan in z'n eigen persoon en z'n kleeren. Hij is meer dan goed gekleed, hij is bijna aangekleed. Hij heeft juist een ulster thuis gekregen, een groote ruit. beige met bruin, die hij bijzonder leuk vindt: en hij „houdt" van z'n grijsblauwe costuum, visch- graat, met minder kan hij niet. Doch groote mannen kunnen zich veroorloven be lachelijk te zijn in sommige opzichten. Het is grappig, hem over het theater te hooren spreken, want. het is net of hij meent, dat liét theater veel belangrijker is dan het le ven zelf, en dat is immers hopeloos para doxaal. Dikwijls zou ik me dolgraag in het gesprek willen mengen tijdens het diner: je hebt er geen, idee van, hoeveel ze missen door mijn zwijgen! Maar tot dusver heb ik mezelf in bedwang weten te houden, al kan ik nog steeds niet het onbeweeg'lijke, béte gezicht zetten, dat dén idealen bediende ken merkt. Eenige dagen geleden kreeg ik een brief van mevrouw Lisby. Ze begon zeer zakeliik met een schadevergoeding te vragen van kr. 15.voor een paar gaten in het staaldraad- matras op het meidekamertje, die er in mijm tijd in gekomen waren. Verderop werd haar toon meer privé. Ze stonden op het moment op het punt, een groote villa in Sköyij te koopen. Zij en haar man konden niet wen nen aan dat kille van die nieuwe bouwerij. Zij hielden van oude tuinen en groote boo- men, ze hielden van sfeer, van cultuur en traditie, die hing in oude huizen. Doch na tuurlijk wilde ze moderniseeren, waar het practisehe leven dit eischte. Ze hoopte, dat ze op orde zouden zijn tegen dat ik in de stad kwam, dan moest ik ze beslist opzoeken. De kinderen maakten het gelukkig uitste kend. De twee oudsten zouden nu muziekles krijgen, zoo gauw ze een werkelijk goede Stein way had. Vier kantjes -in dienzelf den geest. Verder heb ik eén ansicht gekregen van Tampa, Florida. Het was een gezicht Op de stad. uit een vliegtuig genomen; een vrien delijke groet van Mr. Wood. Ik zal de wijde wereld in moeten, als het zoo doorgaat. M'n volgende weddenschap zal naar alle waarschijnlijkheid een reis om de wereld gelden. Gisteravond het was Woensdag en de vrije avond voor de dienstmeisjes, bezocht ik met Laurense den bazar in „het lokaal". „Het lokaal" ligt verderop aan den hoofd weg. klein en verveloos en onaanzienlijk, on danks de drakenkoppen op het dak. Het ver vult, echter de taak, de plaats van bijeen komst te zijn voor de jeugd, en dat is het belangrijkste. Bij den ingang stootten we op de vaste lijfwaccht van alle bazars, een troep opgeschoten jongens, die, moedig in het donker, ons een aantal an eer of minder, maar bij voorkeur meer, dubbelzinnige opmerkin gen naschreeuwden. Na bij de deur vijf en twintig ore te hebben geofferd, waar volgens bazartraditie een wankele tafel stond met twee steenen schalen, werden we toegela ten tot het slecht verlichte, overvolle, roo- kerige lokaal De zware atmosfeer en een veelheid van penetrante luchtjes maakten ons de eerste oogenblikken wat duizelig, maar na verloop van enkele minuten waren we geacclimati seerd en begonnen ons een weg te banen naar de tafels. Laurense, in haar glimmen de, bruinstoffen mantel met een stevige, zwarte handtasch, die scheen uit te puilen van verlangen de steenen schotels te vullen van hen, die zaten en „schreven", werkte zich naar voren, dapper en vertrouwd met het bazargedoe. Aan een touw, dwars over een der hoeken van de zaal gespannen, hin gen de glansnummers der bazar, een sprei en de gordijnen met gehaakte kant. Feitelijk was er aan de bazar qua bazar niets opmer kelijks: alles was aanwezig, jamleoels. alu minium pannen, cakevormen, het kleed met de geborduurde roode rozen en het kussen met den kleurigen vogel, het stuk gebraden vleesch van Pedersen, en de berkeblokken van Stubberud; en zooals het behoort ging een der jongste en kwiekste meiskes rond met tien-kronen biljetten, dat niet mag ont breken en het summum van heerlijkheid is contanten. Een sterke geur van koffie maakte reclame voor het café in de zijzaal. Laurense, die al tijd trek heeft in eten en drinken, wat ze niet zelf heeft klaargemaakt, al is het ook nog zoo miserabel, wilde liefst regelrecht daarheen; maar terwille van het fatsoen be sloten we toch eerst even rond te kijken en een paar loten te nemen. Een bleeke man met doorzichtig haar, .knieën in z'n broek en een gelige hangsnor, knikte ons toe met een dankbaren en tegelijk beschermenden glim lach. Laurense fluisterde me toe, dat het de on derwijzer van het. dorp was< de voorzitter van den jeugdbond. Ik fluisterde terug, dat hij me een goeie jongen toe leek. Laurense was dit met me eens en vertelde, dat hij weduwnaar was met twee kleine kinderen. Ik meende, dat hij nu best een man voor haar kon wezen en dat ze daar eens over denken moest; maar Laurense zei, dat ik m'n mond moest houden en noemde me een idioot en keek, of ik haar een moordaanslag had voorgesteld. Maar dat het idee haar toch goed deed aan haar hart, was duide*ik te merken, want ze" nam twee loten van de taart. „Helga en Laurense winnen". En eens klaps kwam de lust in me op, voorzienig- heidje te spelen. Het moest dan toch al wel heel vreemd loopen, als ik niet twee smach tende harten zou kunnen samenbrengen; want dat. beiden verlangden, zij het dan ook voorloopig ook nog zoo vaag, was hun best aan te zien. Handig wist ik het zoo in te pikken, dat we naast hem kwamen te staan en ik knoop te een gesprek aan met de vlotte opmerking: 'n Mirakel, zooveel menschen als hier van avond zijn. Ja, dat is een merakel, antwoordde hij zeer tegemoetkomend. Hij sprak dialect met iets zalvend beverigs, wat hij zich blijkbaar op het spreekgestoelte had aangewend. Nadat we enkele eehepl on hun plaats zijnde opmerkingen hadden gewis seld over de warmte in de zaal en het zachte winterweer, vroeg hij, waar we vandaan wa ren en nam ik de honneurs waar. Ik wist Laurense's kookkunst hoogelijk te roemen, want dit begreep ik, dat Laurense's huis houdelijke bekwaamheden zoo te zeggen de basis moesten vormen van den veldtocht. Het was anders niet zoo gemakkelijk ze „op gang" te krijgen; hij was van de trage, lang zame soort, en Laurense was zoo bleu, dat ze nauwelijks haar oogen opsloeg. Maar het begin was gemaakt en het ijs gebroken; en toen meneer Opstad ons daarna op koffie trakteerde, begreep ik, dat we de goeie rich ting uit gingen. In het café, waar rood vloeipapier rond de lampen een sprookjesachtige verlichtinig tooverde, brachten we een recht feestelijk uurtje door. Zoo gauw Laurense uit haar keukenomgeving weg is, zit haar echter een ongelooflijke verlegenheid dwars. Zoo te kunnen praten als jij, Helga! zuchtte ze naderhand. Ik troostte haar met te zeggen dat niets zoo vrouwelijk stond als blozende zwijg zaamheid. Op den langen duur zei ik, is het de bescheidene en ingetogene, die wint. Er zijn geen woorden, die zoo weldadig werken op brave en soliede menschen als deze: „op den langen duur". Later besteeg de onderwijzer Opstad het spreekgestoelte en las een mooi en leerzaam verhaal voor, waarvan we allemaal het noo- dige konden opsteken. De heer Opstad las met veel gevoel en als er bijv. in de vertel ling sprake was van iemand, die op de deur klopte, dan timmerde Opstad met z'n knok kel op den lessenaar. Je zuiverste aanschou welijk onderwijs. O ja, ze verstaan hier hun werk. ^Vervolgens kregen we eenige nummers van liet gemengde koor van den jeugdbond. Hier, gelijk immer bij het zingen van koren, was het genoegen aan de zijde der optreders; maar dat is nu eenmaal niet anders. Daarna werd men opnieuw aangespoord tot het ne men van loten. En toen kwam de trekking. De stemming, de atmosfeer, het gepraat en het lawaai, bereikten nu hethoogtepunt Zelfs de lichtschuwe jongelingen buiten op de stoep schoven naar binnen op de achter ste banken. Alle aanwezige jongelui verdron gen zich om den katheder in de hoop, een nummer te kunnen trekken uit den trommel Met luide stem zeide de onderwijzer Op stad: iNu gaat de sprei, en draaide dfl trommel onder ademlooze stilte. (Wordt vervolgd)., j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8