BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Lief KRULLENKOPJE. Zoo heb je giste ren reeds vac an tie gekregen? Je boft even. Op de meeste scholen ging vandaag de va- cantie in. Bij een betrokken lucht zal een tent bij je wel een veilig gevoel geven. Je be hoeft dan niet bang te zijn. bij een bui door nat te worden. 'k Wensch je met je moeder en zus een prettige vacantie. Dag Krullen- kopje. Beste BEP. Van harte wensch ik je een prettige vacantie met veel mooi weer. Maai bij al je pret je boterhammen en middag maal niet vergeten hoor. Dag Bep. Lief KEUKENPRINSESJE. Je zus wordt al een flink kindje. Nog even en dan ga je met haar wandelen. Wat ga je a.s. vacantie veel uit en nog wel heelemaal naar Friesland, 'k Wensch je veel genoegen en mooi weer. Dag Keukenprinsesje Lief VLIEGENIERTJE. 'k Dank je voor het toegezonden gedichtje. Waar heb je het uit overgeschreven of heb je het op school geleerd? 'k Geloof dat je even blij met Ka boutertjes duiven®bent, als Kaboutertje zelf. Dag Vliegeniertje. Best ZONNESTRAALTJE. Je hebt je 1.1. Woensdagmiddag in het Lunapark vermaakt? Griezelig zeg dat spookhuis, brr. Neen hoor, niets voor mij. Enfin, jij hebt pret gehad en genoten en dat vind ik prettig. In de vacan tie ga je natuurlijk veel met je broertje wan delen ofis het nieuwtje er al af? Ik wensch je mooi weer en een prettige vacantie toe. Dag Zonnestraaltje. Best KABOUTERTJE. Heeft Vliegeniertje een vogeltje gevangen? Dat vinden jullie na tuurlijk heel erg prachtig maar ik niet. Het vogeltje moet niet gevangen gehouden wor den. dan gaat het kwijnen en langzamerhand dood. 'k Hoop, wanneer het beestje nog ge vangen zit, dat Vliegeniertje en jij een goed besluit nemen om n.l. het diertje de vrijheid te geven. Nergens komt het beter tot z'n recht, dan wanneer het zich buiten vrij beweegt, vliegend van boom tot boom of hippend in den tuin of op het straatplaveisel. Stel je voor dat in de a.s. vacantie. waarin, jullie vrij hopen te kunnen spelen, iemand jullie, tij dens je spel beetpakt en in een klein kamer tje opsluit met een beetje eten en drinken. Hoe zouden jij en Vliegeniertje het vinden? Maar natuurlijk hebben jullie aan dit alles niet gedacht. Vliegeniertje heeft het vogeltje gevangen en jullie beiden waren overgelukkig. Nu ik jullie even op het nare voor het beestje heb attent gemaakt, willen jullie natuurlijk geen vogeltjes meer vangen. Echte vrienden van mij.en.dat zijn jullie.natuurlijk, laten dus in het vervolg de vogeltjes en. vanzelf ook an dere dieren met rust. Afgesproken? Best hoor. Dag vriend Kaboutertje, dag vriend Vliege niertje. Lief JULIAANTJE. Dat zal een prettige vacantie worden zeg. Wat zal je fijn met Fri da en je nichtje naar het strand en bosch gaan en naar hartelust spelen. Dus Blikoortje heeft vacantie en heeft de kantoorkruk voor de Veluwe verwisseld? Of hij gelijk heeft. Ik hoop dat hij veel geniet. Dag Juliaantje. Beste ZUS. Wat ben jij veel naar het strand geweest. Of ik ook ben geweest? Neen hoor, dit jaar nog geen enkel keertje. De pret jes kunnen anders niet op zeg. Schoolreisje, uit met de Meisjesvereeniging, enz. Maar ge niet maar volop, 'k Wensch je een prettige vacantie. Dag Zus. Beste VERONEKA. Wat heb je een prettig schoolreisje gehad. Of ik ook wel eens in het Muiderslot ben geweest? Ja hoor, maar reeds lang geleden. De speeltuin, waar je gespeeld hebt, is mij bekend. Het 1ste uitstapje van het Vacantie Kinderfeest was naar Muiderbrg. thans zeven jaar geleden. We zijn toen ook in dezelfde speeltuin geweest, maar hebben het slot niet bezocht. Hoe smaakte de troostprijs? Dag Veronika. Lief ELFJE. Meisjelief, wat leuk. dat je weer op rijm geschreven hebt. 'k Zal 't briefje hier direct maar onder laten volgen. De andere rubriekertjes kunnen het dan ook lezen en jij kunt je in druk verschenen epistel uitknippen en bewaren. Ik zal maar weer eens schijven, En trachten m'n brief op rijm te krijgen. Ik ben een Zondag naar het strand geweest En dat was voor mij een feest. Ik sprong in zee En m'n zusje ging mee Maar die was zoo bang Ze ging gelijk op moeder an Toen ging ik alleen Met drijf baud om mij heen Moeder kwam aan zee Ze zei „ga je mee Want het wordt frisch in zee". Nu had U gedacht dat ik nog meer zou schrijven, Maar het is te moeilijk meer op rijm te krijgen. Dag Elfje. Best BOSCHVIOOLTJE. Jammer dat ik je verjaardag niet eerder geweten heb. In de verjaardagrubriek kan ik je niet meer plaat sen maar zal je nog een ansicht met een „Z-o- merpostzegel" gefrankeerd zenden. Je hebt een goeden verjaardag gehad. Als je goed blijft oppassen, dan wil ik wel eens in je album schrijven. Veel voorspoed met je poesenfa milie en een prettige vacantie. Dag Bosch viooltje. Goeden middag TOM MIX. Vriend ik heb je gemist. Zoo'n trouwen vriend mis ik ter stond. Maar als je geen stof had was schrijven onmogelijk. Je hoopt dat ik je het niet kwa lijk zal nemen. Natuurlijk niet. Wat zullen je ouaers blij zijn als ook de schilders vertrok ken zijn en het geheele huis op orde is. Jij moet naturf1:;k weer boffen. Zes weken vacantie ~n ik maar vier. Nu lijkt het of ik ook graag zes weken vacantie zou willen hebben, maar niets hoor. Na enkele weken ga ik weer naar m'n leerlingen verlangen en zij weer naar mij. Het zijn ook echte schatten van me en daar om, vier weken vind ik heusch genoeg. Ja, de K. L. M. is de laatste maanden niet erg for tuinlijk. 't Is heel jammer, temeer daar er ook menschenlevens bij te betreuren zijn. We hopen echter voor de K. L. M. dat betere tij den in aantocht zijn. Je schrijft niets over de tocht van de K XVUL 'k Had gedacht, dat je opgetogen over de prestaties van de beman ning zoudt geschreven hebben. Je leeft altijd zoo echt met alles mede. Tom rust maar goed uit in de vacantie en geniet van zon en bui tenlucht zoodat je daarna fit bent voor de lessen op de U. L. O. Dag vriend Tom Mix. Best GOUDSBLOEMFJE. „Je moeder heeft in Vlaardingen aan je gedacht En een souvenir voor je meegebracht." „Een rol Frujetta, o zoo fijn Met een zakdoek, zooals er geen mooier zijn'.' Maar wat ga ik doen? 't Lijkt wel of ik bij m'n vriendinnen en vriendenschaar in de leer ben geweest. Je vindt het zeker wel pret tig, dat je moeder weer terug is? Speel in de vacantie maar fijn met je vriendinnen die ook weer vriendinnen van mij zijn. Dag Gouds bloempje. Best ASTERTJE. Je bent al even gelukkig als je zus. Prettig zoo'n mooie zakdoek te krij gen. 'k Kan begrijpen dat je je vriendinnen graag bij je op school wilt hebben, maar om gekeerd zullen je vriendinnen graag willen, dat jij bij hun op school komt. En dat gaat altijd niet. Bovendien heb je op school geen jelegenheid om met elkander te praten en na schooltijd is er genoeg tijd om elkaar de nieuw tjes mede te deelen, te wandelen en te spelen, 'k Wensch je met je vriendinnen een prettige vacantie. Dag Astertje. Beste MOEDERS HULP. Met je wensch zal ik rekening houden. Wat wordt je zusje al flink, 'k Hoop ook dat ze eens rubriekertje wordt en dat ik dan nog aan de rubriek ver bonden ben. 'k Lees altijd met veel genoegen de briefjes van m'n vriendinnetjes en vriend jes en het beantwoorden vind ik altijd, on danks m'n drukke bezigheden, heel prettig, 'k Wensch je met je vriendinnen een prettige vacantie. Dag Moeders Hulp. Beste DE JONGSTE. Meisjelief 'k heb je gemist. Zoo'n gangmaakster der rijmelarij mist men gauw. Natuurlijk mag je het brief schrijven tijdens de vacantie stop zetten. Mis schien neem ik zelf ook wel even vacantie of laat de briefjes door de redactie aan m'n va- cantieadressen zenden, 'k Wensch je een pret tige vacantie met veel mooi weer. Je briefje laat ik hier volgen. „U zal wel denken, U hoort niet veel van mij Daarom behoor ik er toch bij Maar met dat mooie zomerweer Schrijf ik de vacantie tijd maar niet meer Een raadsel stond van deze week niet in de krant Dus zet ik alles een poosje aan kant Na de vacantie hoop ik weer te schrijven Want ik wil heel graag „de Jongste' blijven En daarom ben ik ook erg blij Dat er nog meer rijmen met mij. Veel groeten van „de Jongste". Dag „de Jongste". Lief MEIDOO'RNTJE. Dat was dus een tegenvallertje met je brief. Maar de zaak was spoedig in orde. Ben je van vriendin veran- anderd? De naam van de vereeniging vind ik mooi hoewel ik „Klein maar Dapper" ook heel passend zou gevonden hebben. Je hebt anders weer echt geboft. Van Blikoortjes uitgaan heb ik gehoord. Hij zal best genieten, vooral nu het niet zoo erg warm meer is. 'k Wensch je een prettige vacantie. Dag Meidoorntje. Lief VUURVINDERTJE. Zoo meisjclief. ben je aan het fietsen leeren? Dat zal je pret tig vinden. Je vader heeft echter gelijk met je voorloopig nog niet langs de wegen te laten rijden. Men moet tegenwoordig echt uitkij ken en zich op het verkeer concentreeren wil men buiten ongelukken blijven. Wil je Herthie bedanken voor z'n mij toegestoken poot? Dag Vuurvlindertj e. Lief FILMSTERRETJE. 'k Dank je voor de vriendelijkheid mij voor den door mij ge geven waarschuwing, te bedanken. Dat je niet eigenwijs fent, maar de raad ter harte neemt, vind ik prettig. Wat fijn voor je dat je naar de Beverwij ksche huishoudschool mag. Doe er maar goed je best, er valt daar voor eén meisje veel nuttigs te leeren. Heeft Molk met z'n poot beklemd gezeten of weet je de oor zaak van z'n kwetsuur niet? Hoewel ik er niet van houd dieren in m'n huis te hebben, ze zouden bij mij, door m'n vele werkzaamheden ook veel te kort komen, vind ik het toch altijd heel naar wanneer dieren lijden, 'k Hoop dan ook dat de wond spoedig genezen zal zijn. Dag Filmsterret j e. In verband met de vacantie's geef ik tot en met Zaterdag 7 September geen raadsel op. Al m'n vriendinnen en vrienden wensch ik met hun familie en kennissen een prettige vacan tie. Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEF. ZATERDAG 20 JULI 1935 DE EENZAME HOND. Een avpntuur in de V. S. Eenige jaren geleden moest ik voor zaken in de Vereenigde Staten zijn. Mijn laatste op onthoud was in een klein stadje, dat een uur verwijderd lag van de spoorlijn naar New York Ik rustte er een beetje uit, voor ik terug keerde naar mijn vaderland, waar drukke be zigheden me wachtten. ZICHZELF VERRADEN. Vader: Wat is mijn scheermes tot bot! Jan: Toen ik er gisteren mijn vliegerhoutjes mee doorsneed, dacht ik het ook al. WAT EEN POCHER. „De jacht hier in Holland is niets waard. Neen, als ik dan denk aan al die leeuwen, die ik in Indië geschoten heb." „Meneer, er zijn geen leeuwen in Indië." „Och zoo, dan heb ik ze indertijd allemaal weggeschoten." WIE ZOEKT ER MEE? „Die kip is altijd weg, als ik haar iets vra gen wil. Zooeven heb ik haar nog hier en nu is zij al weer verdwenen.. Zien jullie haar mis schien?" Het eenige behoorlijke hotel van het kleine stadje, lag, een weinig terzijde van den hoofd weg op den top van een heuvel met zacht- glooiende hellingen. Behalve mijzelf waren er nog eenige andere gasten, vriendelijke Ame rikanen met wie het me echt-er moeilijk viel te praten, omdat ik slechts zeer gebrekki; Engelsch sprak. Zoo was ik eigenlijk dus hee lemaal alleen in dat kleine stadje en kon met geen enkele levende ziel van gedachte wisse len. De eenige afleiding van het stadje be stond uit een bioscoop, waar alleen heel oude films draaiden, zoodat ik ook daar niets aan had. Op een ochtend kreeg ik lust eens een wan deling te maken langs het meer, dat ik van uit mijn kamer in de verte kon zien. Ik nam een stevig ontbijt mee en toog op weg Het was in het begin van den winter. Er viel nog geen sneeuw; de ontbladerde boomen stonden on beweeglijk en staken hun kale takken naar een loodgrijzen hemel. Ik kwam aan den oever van het meer. Dat was veel grooter dan ik gedacht had. De over kant was niet te zien: glad als een spie: verloor het zich in de verte. In het water weerspiegelde zich de sombere hemel. Ik sloeg een smal pad in dat aan beide zijden met kreupelhout begroeid was. Maar ik zag. dat het pad al spoedig op de hoofdweg uitliep en geërgerd wilde ik terugkeeren, toen plotse ling uit het kreupelhout een zwarte hond te voorschijn sprong en me ongerust aankeek. Ik bleef ook staan en zoo stonden we beiden roerloos, terwijl we elkaar in de oogen keken. Het was een jachthond, hoog op de pooten met een lange behaarde staart en afhangende ooren. Zijn bruine oogen keken zeer trouw hartig. Ik riep hem Hij bewoog niet, alleen zijn ooren richtte hij op en hij boog zijn kop een weinig. Door deze houding gerustgesteld, naderde ik hem en streelde hem over zijn kop. Dit liet hij toe en likte me met zijn groote rose ton; langs mijn hand. We werden vrienden. We werden zelfs zeer goede vrienden en het dier hechtte zich aan mij met '11 aanhankelijke en koppige genegenheid. Hij scheen me te willen smeeken hem niet weg te jagen en ik moet bekennen, dat ik daar heelemaal geen behoef te aan had. Ik ging op weg naar het hotel. De hond liep op een pas afstand achter mij. Ik gaf hem een stuk brood en hij verslond het gretig. Hij had honger; dat had ik trouwens wel aan zijn magere lichaam kunnen zien. Mijn geheele ontbijt verdween in zijn maag. Hij verliet me pas toen ik bij het hotel kwam en maakte zich snel uit de voeten. Later vroeg ik aan het kamermeisje, of z; wel eens een groote zwarte hond door de bos sen had zien zwerven, „Oh, zeker; dat is Brownie, de eenzame hond. Hij behoort van niemand en zwerft al een paar jaar," antwoordde zij. Toen ik den volgenden ochtend het hotel verliet, sprong de hond, van vreugde, tegen me op. „Dag Brownie, dag brave hond," zei ik. Nauwelijks had ik den hond bij zijn naam genoemd of hij verhief zich op zijn achter- pooten en legde zijn voorpooten op mijn schouders. Hij stiet een klagelijk gejank uit en likte mijn hand. Ik had expres iets voor hem meegebracht en hij at met graagte zijn ont bijt. Toen begon ik vergezeld van Brownie, mijn wandeling. Zoo ging het alle dagen. Met de regelmaat van een klok zat hij iederen ochtend om 9 uur voor de deur van het hotel en begroette me, uitgelaten van vreugde. Langzamerhand voel de ik me zeer aangetrokken tot het dier. We hebben heel wat mooie wandelingen ge maakt door de bosschen. Eindelijk had ik een waren vriend gevonden. Ik praatte met hem, zeker als ik was, dat hij me begreep en hij luis terde oplettend, den kop een weinig naar links gebogen. En voor het hotel verliet hij mij om den volgenden ochtend weer te ver schijnen. De tijd ging verder. Sneeuw bedekte nu den grond en de vastgestelde datum voor mijn vertrek naderde snel. Ik ben niet bang belachelijk genoemd te worden, als ik zeg, dat ik daarvoor angst had. Wat zou er worden van dien goeden trouwen vriend van me? Zou hij de hazen in het bosch even vreugdevol na zitten, als ik er niet meer was, de sneeuw in wolken achter zich opjagend? Zou hij tever geefs aan den ingang van het hotel wach ten? Of zou hij zijn oude zwerversbestaan weer opnemen Hij had zich aan mij gehecht, dat was zeker Ik begreep dat maar al te goed als ik de blik ken opving van zijn trouwhartige, een weinig trieste oogen. Maar ik kon er om verschillen de redenen niet aan denken hem naar mijn vaderland mee te nemen. Ik was er zeker van, dat het den hond, vreemd als het moge klinken, verdriet zou doen als ik wegging. De dag van vertrek 7/as aangebroken; mijn kaartje was genomen; mijn plaats aan boord besproken. Ik moest 's middags om 5 uur ver trekken. Om 3 uur had ik mijn koffers gepakt en een onbestemde droefheid maakte zich langzamerhand van mij meester. Het deed me verdriet den armen Brownie te moeten ach terlaten. Zijn bijna menschelijke blik volgde me verwijtend. „Waarom heb je me bij Je geroepen?" scheen hij te zeggen. „Jij gaat weg, voor al tijd. je gaat me verlaten, mij die zooveel van je houdt, die bij je had willen blijven om al tijd over je te waken en je nooit te verlaten De dieren hebben grooter liefde dan wij. En dat hqb ik nooit beter beseft dan op dien sneeuwdag In Januari, daar in Amerika. Half vijf De auto, die me naar het station zou brengen stond voor het hotel en mijn koffers stonden er al op. Na nog even Brownie ge streeld te hebben, zette ik mij in het voer tuig., dat dadelijk wegreed. Toen begreep de arme hond. Hij stootte een jammerlijk gehuil uit en begon achter de auto aan te rennen. Hij holde een langen tijd. lang zamerhand achterrakend bij den auto Door het achterruitje zag ik hem door de sneeuw springen, wanhopig het eenige geluk nasprin- gend, dat hij dezen laatsten tijd gekend had. Een bocht onttrok hem aan mijn gezicht. Een kwartier later zat ik in den trein naar New-York. We gingen langs het meer, waar ik Brownie voor de eerste maal gezien had. Ik keek uit het portierraampje, of ik hem zou kunnen zien. En daar in de verte zag ik de zwarte hond op een heuveltje zitten, scherp afstekend tegen de sneeuw. Zijn kop was naar den hemel gericht, hij jankte. Ik hoorde het niet, waarvoor was ik te ver weg en daarvoor maakte de trein teveel la waai. Maar dit tooneeltje verscheurde mijn hart. Ik voelde hoe verkeerd ik dit arme dier be handeld had, dat daar. eenzaam zijn wanhoop uitjammerde. Als tijdverdrijf had ik hem be schouwd en nu ik wegging, had ik het stuk speelgoed niet meer noodig. De arme Brownie jankte daarginds. Ik heb nooit geweten, wat er van hem ge worden is, maar één ding weet ik heel ze ker dat ik het verdriet van dat beest nooit ver geten zal. (LAM. IIOE KAN DAT NU? Moeder vertelt aan Mies je, die sardientjes zoo lekker vindt, dat groote visschen ook zoo graag sardientjes eten. En dan vraagt Mie, verbaasd: „Maar hoe kunnen die groote vis schen nu een blikje openmaken?" IN DE GESCHIEDENISLES. Leeraar: Kan iemand me zeggen, waar Na poleon zijn eersten veldslag heeft geleverd? Liesje: Op bladzijde 103 meneer. DE BEURT IS AAN KLEINE TEEKENAARS. In een landschap mogen geen wolken ont breken, dat staat zoo kaal. Toch levert het teekenen ervan nog veel moeilijkheden op voor de beginneling. Nu weten jullie allemaal wel, dat er ver schillende soorten van bewolking zijn. Je kunt heel gemakkelijk zwarte regenwolken van zgn. „onweerskoppen" onderscheiden en de zeelui kunnen uit de verschillende soorten van bewolking zien, wat voor weer er op komst is. Op de onderstaande teekening zie je op het eerste voorbeeld een heel gewone bewolking, die ook gemakkelijk te teekenen is. Daaronder zie je een zonsondergang. Zie je het verschil met de bewolking er boven? Tenslotte regenwolken, waaruit de regen stroomt. Regen is heel gemakkelijk te teeke nen. Hoe, dat zie je op de teekening. Nu moet TONY ALS BRUIDSMEISJE. .Tante Tine, tante Tine" opgewonden storm de Louki mijn kamer binnen, waar ik juist een beetje zat te werken. „Ja. wat is er. kleine wildebras?" „Oh, moet U eens luisteren, er gaat zooiets leuks gebeuren." „Sinds wanneer wordt tante Tine niet eerst ;cedendag gezegd?" „Oh ja, d-at Is waar ook," lachte Louki en voor ik wist wat er met me gebeurde, had ik op beide wangen een zoen gekregen. „Zoo goed?" vroeg mijn nichtje lachend. „Maar nu moet U eerst even luisteren naar het leuke plan, dat Gerda, Truke en ik be dacht hebben. Gerda heeft een schattige pop gekregen voor haar verjaardag en Truke heeft een leuke jongenspop, die een ietsje grooter is dan Gerda's pop en nu hebben we bedacht, dat die twee best samen konden trouwen. Volgende week Woensdagmiddag heeft het feest plaats. Al onze andere poppen zijn op het feest genoodigd en het leukste is. dat Tony, mijn pop, bruidsmeisje mag zijn. Als U wilt mag U ook op de partij zijn. Mevrouw de Wit, Gerda's moeder en Mevrouw van 't Huis, de moeder van Truke en mijn eigen Mams ko men ook. We zullen U allemaal tracteeren. Toe komt U ook? Ik knikte. „Maar kind, moet Tony dan niet een jurk hebben voor die buitengewone gelegenheid? Je kan toch moeilijk in een stoffen of wol len jur-kje bruidsmeisje zijn." Louki kleurde even, toen lachte ze weer. „Tante Tine, je bent gewoon een schat. Want om heel eerlijk te zijn was ik van plan U te vragen mij daarmee te helpen. Want ik vind ook, dat Tony een nieuwe jurk moet hebben. Vertel eens wat U me aan zou raden?" „Gerda's pop krijgt zeker een witte jurk aan van haar mama'tje. hè?" Louki knikte. „Ja, en de jongenspop van Truke heeft een leuk zwart pak, dat kan ook mooi dienst doen." „Nu dan vind ik, dat we Tony een blauwe, rose, gele of zachtgroene jurk moeten maken, zoodat er verschil is met het jiirkje van het bruidje. Vind je zachtgroen niet een leuke kleur? Dat is niet zoo gewoon als rose of blauw?" „Ja, dat is leuk," zei Louki blij. „Wat vind je dan van dit lapje?" Ik haal de uit de kast een lap groene zijde, die ik eens van iets over had gehouden. „Oh!" Louki's oogen glinsterden van plezier. „Wat leuk! En mag ik die hebben voor Tony?" „Ja, maar dan moet je zelf flink helpen om de jurk te maken. Ik zal het papieren pa troontje maken voor je en dan moet je zelf maar zien, hoe je de jurk klaar krijgt. En ik hoop Louki, dat je hem netjes maakt." „Maar natuurlijk tante," zei mijn kleine nicht. je er rekening mee houden, dat de regen door den wind in een bepaalde richting gedreven wordt. Teeken je nu bv. een vlag of boomen, die door den wind bewogen worden, dan moe ten die in dezelfde richting waaien of ombui gen als de regen valt. Als je daar maar aan denkt komen er ten minste geen onlogische fouten in je teeke ning. TANTE TINE. Ik knipte het patroontje en toen ging ze aan het werk. Het blousje werd op den rug met kleine knoopjes gesloten. De rok, die uit een rechte lap bestond, rimpelde ze aan het lijfje en maakte er nog een paar inhaalsels in, als garneering. De jurk viel erg lang. De zoom maakte Louki netjes met de hand en toen dat alles klaar was, borduurde ze er een paar bloe mem-anken langs. Een groote strik op den schouder in een iets donkerder kleur groen, voltooiden dit aardige poppenjurkje, waarin Tony bruidsmeisje zal zijn. Erg leuk, vinden jullie niet meisjes? TANTE TINE. Een nieuwe wegbedekking. Een Zuid- Afrikaansch Zwitser beweert dat hij uit si naasappels en steenkool een wegbedekking; kan maken, minstens evengoed als asphalt. Het feestmaal van Karei tien Stouten te Trier. Op dit feestmaal dat Karei de Stoute in 1473 te Trier gaf, toen zijn dochter met de. zoon van den Duitschen keizer trouwen zou, werden 35 gerechten opgediend. De langste brug ter wereld. Dat wordt de spoorwegbrug, die men bezig is te bou wen over de Zamberi in Oost-Afrika. Ze zal rusten op 39 bogen en een wandelaar zal drie kwartier noodig hebben om de 3 1/2 kilo meter lange brug of te wandelen. Het woord Soerabaja. In dit woord be- teekent Soera haai en baja krokodil. Het wa pen van Soerabaja vertoond dan ook een haai vechtend met een krokodil.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7