BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
Lief KRULLENKOPJE. Zoo heb je giste
ren reeds vac an tie gekregen? Je boft even.
Op de meeste scholen ging vandaag de va-
cantie in. Bij een betrokken lucht zal een
tent bij je wel een veilig gevoel geven. Je be
hoeft dan niet bang te zijn. bij een bui door
nat te worden. 'k Wensch je met je moeder
en zus een prettige vacantie. Dag Krullen-
kopje.
Beste BEP. Van harte wensch ik je een
prettige vacantie met veel mooi weer. Maai
bij al je pret je boterhammen en middag
maal niet vergeten hoor. Dag Bep.
Lief KEUKENPRINSESJE. Je zus wordt
al een flink kindje. Nog even en dan ga je
met haar wandelen. Wat ga je a.s. vacantie
veel uit en nog wel heelemaal naar Friesland,
'k Wensch je veel genoegen en mooi weer.
Dag Keukenprinsesje
Lief VLIEGENIERTJE. 'k Dank je voor
het toegezonden gedichtje. Waar heb je het
uit overgeschreven of heb je het op school
geleerd? 'k Geloof dat je even blij met Ka
boutertjes duiven®bent, als Kaboutertje zelf.
Dag Vliegeniertje.
Best ZONNESTRAALTJE. Je hebt je 1.1.
Woensdagmiddag in het Lunapark vermaakt?
Griezelig zeg dat spookhuis, brr. Neen hoor,
niets voor mij. Enfin, jij hebt pret gehad en
genoten en dat vind ik prettig. In de vacan
tie ga je natuurlijk veel met je broertje wan
delen ofis het nieuwtje er al af? Ik
wensch je mooi weer en een prettige vacantie
toe. Dag Zonnestraaltje.
Best KABOUTERTJE. Heeft Vliegeniertje
een vogeltje gevangen? Dat vinden jullie na
tuurlijk heel erg prachtig maar ik niet. Het
vogeltje moet niet gevangen gehouden wor
den. dan gaat het kwijnen en langzamerhand
dood. 'k Hoop, wanneer het beestje nog ge
vangen zit, dat Vliegeniertje en jij een goed
besluit nemen om n.l. het diertje de vrijheid
te geven. Nergens komt het beter tot z'n recht,
dan wanneer het zich buiten vrij beweegt,
vliegend van boom tot boom of hippend in
den tuin of op het straatplaveisel. Stel je
voor dat in de a.s. vacantie. waarin, jullie vrij
hopen te kunnen spelen, iemand jullie, tij
dens je spel beetpakt en in een klein kamer
tje opsluit met een beetje eten en drinken.
Hoe zouden jij en Vliegeniertje het vinden?
Maar natuurlijk hebben jullie aan dit alles
niet gedacht. Vliegeniertje heeft het vogeltje
gevangen en jullie beiden waren overgelukkig.
Nu ik jullie even op het nare voor het beestje
heb attent gemaakt, willen jullie natuurlijk
geen vogeltjes meer vangen. Echte vrienden
van mij.en.dat zijn jullie.natuurlijk, laten dus
in het vervolg de vogeltjes en. vanzelf ook an
dere dieren met rust. Afgesproken? Best hoor.
Dag vriend Kaboutertje, dag vriend Vliege
niertje.
Lief JULIAANTJE. Dat zal een prettige
vacantie worden zeg. Wat zal je fijn met Fri
da en je nichtje naar het strand en bosch
gaan en naar hartelust spelen. Dus Blikoortje
heeft vacantie en heeft de kantoorkruk voor
de Veluwe verwisseld? Of hij gelijk heeft. Ik
hoop dat hij veel geniet. Dag Juliaantje.
Beste ZUS. Wat ben jij veel naar het
strand geweest. Of ik ook ben geweest? Neen
hoor, dit jaar nog geen enkel keertje. De pret
jes kunnen anders niet op zeg. Schoolreisje,
uit met de Meisjesvereeniging, enz. Maar ge
niet maar volop, 'k Wensch je een prettige
vacantie. Dag Zus.
Beste VERONEKA. Wat heb je een prettig
schoolreisje gehad. Of ik ook wel eens in het
Muiderslot ben geweest? Ja hoor, maar reeds
lang geleden. De speeltuin, waar je gespeeld
hebt, is mij bekend. Het 1ste uitstapje van het
Vacantie Kinderfeest was naar Muiderbrg.
thans zeven jaar geleden. We zijn toen ook in
dezelfde speeltuin geweest, maar hebben het
slot niet bezocht. Hoe smaakte de troostprijs?
Dag Veronika.
Lief ELFJE. Meisjelief, wat leuk. dat je
weer op rijm geschreven hebt. 'k Zal 't briefje
hier direct maar onder laten volgen. De andere
rubriekertjes kunnen het dan ook lezen en jij
kunt je in druk verschenen epistel uitknippen
en bewaren.
Ik zal maar weer eens schijven,
En trachten m'n brief op rijm te krijgen.
Ik ben een Zondag naar het strand geweest
En dat was voor mij een feest.
Ik sprong in zee
En m'n zusje ging mee
Maar die was zoo bang
Ze ging gelijk op moeder an
Toen ging ik alleen
Met drijf baud om mij heen
Moeder kwam aan zee
Ze zei „ga je mee
Want het wordt frisch in zee".
Nu had U gedacht dat ik nog meer zou
schrijven,
Maar het is te moeilijk meer op rijm te
krijgen.
Dag Elfje.
Best BOSCHVIOOLTJE. Jammer dat ik
je verjaardag niet eerder geweten heb. In de
verjaardagrubriek kan ik je niet meer plaat
sen maar zal je nog een ansicht met een „Z-o-
merpostzegel" gefrankeerd zenden. Je hebt
een goeden verjaardag gehad. Als je goed blijft
oppassen, dan wil ik wel eens in je album
schrijven. Veel voorspoed met je poesenfa
milie en een prettige vacantie. Dag Bosch
viooltje.
Goeden middag TOM MIX. Vriend ik heb
je gemist. Zoo'n trouwen vriend mis ik ter
stond. Maar als je geen stof had was schrijven
onmogelijk. Je hoopt dat ik je het niet kwa
lijk zal nemen. Natuurlijk niet. Wat zullen je
ouaers blij zijn als ook de schilders vertrok
ken zijn en het geheele huis op orde is. Jij moet
naturf1:;k weer boffen. Zes weken vacantie
~n ik maar vier. Nu lijkt het of ik ook graag
zes weken vacantie zou willen hebben, maar
niets hoor. Na enkele weken ga ik weer naar
m'n leerlingen verlangen en zij weer naar mij.
Het zijn ook echte schatten van me en daar
om, vier weken vind ik heusch genoeg. Ja, de
K. L. M. is de laatste maanden niet erg for
tuinlijk. 't Is heel jammer, temeer daar er
ook menschenlevens bij te betreuren zijn. We
hopen echter voor de K. L. M. dat betere tij
den in aantocht zijn. Je schrijft niets over de
tocht van de K XVUL 'k Had gedacht, dat je
opgetogen over de prestaties van de beman
ning zoudt geschreven hebben. Je leeft altijd
zoo echt met alles mede. Tom rust maar goed
uit in de vacantie en geniet van zon en bui
tenlucht zoodat je daarna fit bent voor de
lessen op de U. L. O. Dag vriend Tom Mix.
Best GOUDSBLOEMFJE.
„Je moeder heeft in Vlaardingen aan je
gedacht
En een souvenir voor je meegebracht."
„Een rol Frujetta, o zoo fijn
Met een zakdoek, zooals er geen mooier zijn'.'
Maar wat ga ik doen? 't Lijkt wel of ik bij
m'n vriendinnen en vriendenschaar in de
leer ben geweest. Je vindt het zeker wel pret
tig, dat je moeder weer terug is? Speel in de
vacantie maar fijn met je vriendinnen die
ook weer vriendinnen van mij zijn. Dag Gouds
bloempje.
Best ASTERTJE. Je bent al even gelukkig
als je zus. Prettig zoo'n mooie zakdoek te krij
gen. 'k Kan begrijpen dat je je vriendinnen
graag bij je op school wilt hebben, maar om
gekeerd zullen je vriendinnen graag willen,
dat jij bij hun op school komt. En dat gaat
altijd niet. Bovendien heb je op school geen
jelegenheid om met elkander te praten en na
schooltijd is er genoeg tijd om elkaar de nieuw
tjes mede te deelen, te wandelen en te spelen,
'k Wensch je met je vriendinnen een prettige
vacantie. Dag Astertje.
Beste MOEDERS HULP. Met je wensch zal
ik rekening houden. Wat wordt je zusje al
flink, 'k Hoop ook dat ze eens rubriekertje
wordt en dat ik dan nog aan de rubriek ver
bonden ben. 'k Lees altijd met veel genoegen
de briefjes van m'n vriendinnetjes en vriend
jes en het beantwoorden vind ik altijd, on
danks m'n drukke bezigheden, heel prettig,
'k Wensch je met je vriendinnen een prettige
vacantie. Dag Moeders Hulp.
Beste DE JONGSTE. Meisjelief 'k heb je
gemist. Zoo'n gangmaakster der rijmelarij
mist men gauw. Natuurlijk mag je het brief
schrijven tijdens de vacantie stop zetten. Mis
schien neem ik zelf ook wel even vacantie of
laat de briefjes door de redactie aan m'n va-
cantieadressen zenden, 'k Wensch je een pret
tige vacantie met veel mooi weer. Je briefje
laat ik hier volgen.
„U zal wel denken, U hoort niet veel van mij
Daarom behoor ik er toch bij
Maar met dat mooie zomerweer
Schrijf ik de vacantie tijd maar niet meer
Een raadsel stond van deze week niet in
de krant
Dus zet ik alles een poosje aan kant
Na de vacantie hoop ik weer te schrijven
Want ik wil heel graag „de Jongste' blijven
En daarom ben ik ook erg blij
Dat er nog meer rijmen met mij.
Veel groeten van „de Jongste".
Dag „de Jongste".
Lief MEIDOO'RNTJE. Dat was dus een
tegenvallertje met je brief. Maar de zaak was
spoedig in orde. Ben je van vriendin veran-
anderd? De naam van de vereeniging vind ik
mooi hoewel ik „Klein maar Dapper" ook heel
passend zou gevonden hebben. Je hebt anders
weer echt geboft. Van Blikoortjes uitgaan heb
ik gehoord. Hij zal best genieten, vooral nu
het niet zoo erg warm meer is. 'k Wensch je
een prettige vacantie. Dag Meidoorntje.
Lief VUURVINDERTJE. Zoo meisjclief.
ben je aan het fietsen leeren? Dat zal je pret
tig vinden. Je vader heeft echter gelijk met
je voorloopig nog niet langs de wegen te laten
rijden. Men moet tegenwoordig echt uitkij
ken en zich op het verkeer concentreeren wil
men buiten ongelukken blijven. Wil je Herthie
bedanken voor z'n mij toegestoken poot? Dag
Vuurvlindertj e.
Lief FILMSTERRETJE. 'k Dank je voor
de vriendelijkheid mij voor den door mij ge
geven waarschuwing, te bedanken. Dat je niet
eigenwijs fent, maar de raad ter harte neemt,
vind ik prettig. Wat fijn voor je dat je naar de
Beverwij ksche huishoudschool mag. Doe er
maar goed je best, er valt daar voor eén
meisje veel nuttigs te leeren. Heeft Molk met
z'n poot beklemd gezeten of weet je de oor
zaak van z'n kwetsuur niet? Hoewel ik er niet
van houd dieren in m'n huis te hebben, ze
zouden bij mij, door m'n vele werkzaamheden
ook veel te kort komen, vind ik het toch altijd
heel naar wanneer dieren lijden, 'k Hoop dan
ook dat de wond spoedig genezen zal zijn. Dag
Filmsterret j e.
In verband met de vacantie's geef ik tot en
met Zaterdag 7 September geen raadsel op. Al
m'n vriendinnen en vrienden wensch ik met
hun familie en kennissen een prettige vacan
tie. Veel groeten van
MEJ. E. VIJLBRIEF.
ZATERDAG 20 JULI 1935
DE EENZAME HOND.
Een avpntuur in de V. S.
Eenige jaren geleden moest ik voor zaken
in de Vereenigde Staten zijn. Mijn laatste op
onthoud was in een klein stadje, dat een uur
verwijderd lag van de spoorlijn naar New York
Ik rustte er een beetje uit, voor ik terug
keerde naar mijn vaderland, waar drukke be
zigheden me wachtten.
ZICHZELF VERRADEN.
Vader: Wat is mijn scheermes tot bot!
Jan: Toen ik er gisteren mijn vliegerhoutjes
mee doorsneed, dacht ik het ook al.
WAT EEN POCHER.
„De jacht hier in Holland is niets waard.
Neen, als ik dan denk aan al die leeuwen, die
ik in Indië geschoten heb."
„Meneer, er zijn geen leeuwen in Indië."
„Och zoo, dan heb ik ze indertijd allemaal
weggeschoten."
WIE ZOEKT ER MEE?
„Die kip is altijd weg, als ik haar iets vra
gen wil. Zooeven heb ik haar nog hier en nu
is zij al weer verdwenen.. Zien jullie haar mis
schien?"
Het eenige behoorlijke hotel van het kleine
stadje, lag, een weinig terzijde van den hoofd
weg op den top van een heuvel met zacht-
glooiende hellingen. Behalve mijzelf waren er
nog eenige andere gasten, vriendelijke Ame
rikanen met wie het me echt-er moeilijk viel
te praten, omdat ik slechts zeer gebrekki;
Engelsch sprak. Zoo was ik eigenlijk dus hee
lemaal alleen in dat kleine stadje en kon met
geen enkele levende ziel van gedachte wisse
len. De eenige afleiding van het stadje be
stond uit een bioscoop, waar alleen heel oude
films draaiden, zoodat ik ook daar niets aan
had.
Op een ochtend kreeg ik lust eens een wan
deling te maken langs het meer, dat ik van
uit mijn kamer in de verte kon zien. Ik nam
een stevig ontbijt mee en toog op weg Het was
in het begin van den winter. Er viel nog geen
sneeuw; de ontbladerde boomen stonden on
beweeglijk en staken hun kale takken naar
een loodgrijzen hemel.
Ik kwam aan den oever van het meer. Dat
was veel grooter dan ik gedacht had. De over
kant was niet te zien: glad als een spie:
verloor het zich in de verte. In het water
weerspiegelde zich de sombere hemel.
Ik sloeg een smal pad in dat aan beide zijden
met kreupelhout begroeid was. Maar ik zag.
dat het pad al spoedig op de hoofdweg uitliep
en geërgerd wilde ik terugkeeren, toen plotse
ling uit het kreupelhout een zwarte hond te
voorschijn sprong en me ongerust aankeek.
Ik bleef ook staan en zoo stonden we beiden
roerloos, terwijl we elkaar in de oogen keken.
Het was een jachthond, hoog op de pooten
met een lange behaarde staart en afhangende
ooren. Zijn bruine oogen keken zeer trouw
hartig. Ik riep hem Hij bewoog niet, alleen
zijn ooren richtte hij op en hij boog zijn kop
een weinig.
Door deze houding gerustgesteld, naderde
ik hem en streelde hem over zijn kop. Dit liet
hij toe en likte me met zijn groote rose ton;
langs mijn hand. We werden vrienden. We
werden zelfs zeer goede vrienden en het dier
hechtte zich aan mij met '11 aanhankelijke en
koppige genegenheid. Hij scheen me te willen
smeeken hem niet weg te jagen en ik moet
bekennen, dat ik daar heelemaal geen behoef
te aan had. Ik ging op weg naar het hotel.
De hond liep op een pas afstand achter mij. Ik
gaf hem een stuk brood en hij verslond het
gretig. Hij had honger; dat had ik trouwens
wel aan zijn magere lichaam kunnen zien.
Mijn geheele ontbijt verdween in zijn maag.
Hij verliet me pas toen ik bij het hotel kwam
en maakte zich snel uit de voeten.
Later vroeg ik aan het kamermeisje, of z;
wel eens een groote zwarte hond door de bos
sen had zien zwerven,
„Oh, zeker; dat is Brownie, de eenzame
hond. Hij behoort van niemand en zwerft al
een paar jaar," antwoordde zij.
Toen ik den volgenden ochtend het hotel
verliet, sprong de hond, van vreugde, tegen
me op.
„Dag Brownie, dag brave hond," zei ik.
Nauwelijks had ik den hond bij zijn naam
genoemd of hij verhief zich op zijn achter-
pooten en legde zijn voorpooten op mijn
schouders. Hij stiet een klagelijk gejank uit en
likte mijn hand. Ik had expres iets voor hem
meegebracht en hij at met graagte zijn ont
bijt. Toen begon ik vergezeld van Brownie,
mijn wandeling.
Zoo ging het alle dagen. Met de regelmaat
van een klok zat hij iederen ochtend om 9 uur
voor de deur van het hotel en begroette me,
uitgelaten van vreugde. Langzamerhand voel
de ik me zeer aangetrokken tot het dier.
We hebben heel wat mooie wandelingen ge
maakt door de bosschen. Eindelijk had ik een
waren vriend gevonden. Ik praatte met hem,
zeker als ik was, dat hij me begreep en hij luis
terde oplettend, den kop een weinig naar links
gebogen. En voor het hotel verliet hij mij
om den volgenden ochtend weer te ver
schijnen. De tijd ging verder. Sneeuw bedekte
nu den grond en de vastgestelde datum voor
mijn vertrek naderde snel. Ik ben niet bang
belachelijk genoemd te worden, als ik zeg,
dat ik daarvoor angst had. Wat zou er worden
van dien goeden trouwen vriend van me? Zou
hij de hazen in het bosch even vreugdevol na
zitten, als ik er niet meer was, de sneeuw in
wolken achter zich opjagend? Zou hij tever
geefs aan den ingang van het hotel wach
ten? Of zou hij zijn oude zwerversbestaan weer
opnemen
Hij had zich aan mij gehecht, dat was zeker
Ik begreep dat maar al te goed als ik de blik
ken opving van zijn trouwhartige, een weinig
trieste oogen. Maar ik kon er om verschillen
de redenen niet aan denken hem naar mijn
vaderland mee te nemen.
Ik was er zeker van, dat het den hond,
vreemd als het moge klinken, verdriet zou
doen als ik wegging.
De dag van vertrek 7/as aangebroken; mijn
kaartje was genomen; mijn plaats aan boord
besproken. Ik moest 's middags om 5 uur ver
trekken. Om 3 uur had ik mijn koffers gepakt
en een onbestemde droefheid maakte zich
langzamerhand van mij meester. Het deed
me verdriet den armen Brownie te moeten ach
terlaten. Zijn bijna menschelijke blik volgde
me verwijtend.
„Waarom heb je me bij Je geroepen?"
scheen hij te zeggen. „Jij gaat weg, voor al
tijd. je gaat me verlaten, mij die zooveel van
je houdt, die bij je had willen blijven om al
tijd over je te waken en je nooit te verlaten
De dieren hebben grooter liefde dan wij.
En dat hqb ik nooit beter beseft dan op dien
sneeuwdag In Januari, daar in Amerika. Half
vijf De auto, die me naar het station zou
brengen stond voor het hotel en mijn koffers
stonden er al op. Na nog even Brownie ge
streeld te hebben, zette ik mij in het voer
tuig., dat dadelijk wegreed.
Toen begreep de arme hond. Hij stootte een
jammerlijk gehuil uit en begon achter de auto
aan te rennen. Hij holde een langen tijd. lang
zamerhand achterrakend bij den auto Door
het achterruitje zag ik hem door de sneeuw
springen, wanhopig het eenige geluk nasprin-
gend, dat hij dezen laatsten tijd gekend had.
Een bocht onttrok hem aan mijn gezicht.
Een kwartier later zat ik in den trein naar
New-York. We gingen langs het meer, waar
ik Brownie voor de eerste maal gezien had. Ik
keek uit het portierraampje, of ik hem zou
kunnen zien. En daar in de verte zag ik de
zwarte hond op een heuveltje zitten, scherp
afstekend tegen de sneeuw. Zijn kop was naar
den hemel gericht, hij jankte.
Ik hoorde het niet, waarvoor was ik te ver
weg en daarvoor maakte de trein teveel la
waai. Maar dit tooneeltje verscheurde mijn
hart.
Ik voelde hoe verkeerd ik dit arme dier be
handeld had, dat daar. eenzaam zijn wanhoop
uitjammerde. Als tijdverdrijf had ik hem be
schouwd en nu ik wegging, had ik het stuk
speelgoed niet meer noodig.
De arme Brownie jankte daarginds.
Ik heb nooit geweten, wat er van hem ge
worden is, maar één ding weet ik heel ze
ker dat ik het verdriet van dat beest nooit ver
geten zal.
(LAM.
IIOE KAN DAT NU?
Moeder vertelt aan Mies je, die sardientjes
zoo lekker vindt, dat groote visschen ook zoo
graag sardientjes eten. En dan vraagt Mie,
verbaasd: „Maar hoe kunnen die groote vis
schen nu een blikje openmaken?"
IN DE GESCHIEDENISLES.
Leeraar: Kan iemand me zeggen, waar Na
poleon zijn eersten veldslag heeft geleverd?
Liesje: Op bladzijde 103 meneer.
DE BEURT IS AAN KLEINE
TEEKENAARS.
In een landschap mogen geen wolken ont
breken, dat staat zoo kaal. Toch levert het
teekenen ervan nog veel moeilijkheden op voor
de beginneling.
Nu weten jullie allemaal wel, dat er ver
schillende soorten van bewolking zijn. Je kunt
heel gemakkelijk zwarte regenwolken van
zgn. „onweerskoppen" onderscheiden en de
zeelui kunnen uit de verschillende soorten van
bewolking zien, wat voor weer er op komst is.
Op de onderstaande teekening zie je op het
eerste voorbeeld een heel gewone bewolking,
die ook gemakkelijk te teekenen is.
Daaronder zie je een zonsondergang. Zie je
het verschil met de bewolking er boven?
Tenslotte regenwolken, waaruit de regen
stroomt. Regen is heel gemakkelijk te teeke
nen. Hoe, dat zie je op de teekening. Nu moet
TONY ALS BRUIDSMEISJE.
.Tante Tine, tante Tine" opgewonden storm
de Louki mijn kamer binnen, waar ik juist een
beetje zat te werken.
„Ja. wat is er. kleine wildebras?"
„Oh, moet U eens luisteren, er gaat zooiets
leuks gebeuren."
„Sinds wanneer wordt tante Tine niet eerst
;cedendag gezegd?"
„Oh ja, d-at Is waar ook," lachte Louki en
voor ik wist wat er met me gebeurde, had ik
op beide wangen een zoen gekregen.
„Zoo goed?" vroeg mijn nichtje lachend.
„Maar nu moet U eerst even luisteren naar
het leuke plan, dat Gerda, Truke en ik be
dacht hebben. Gerda heeft een schattige pop
gekregen voor haar verjaardag en Truke heeft
een leuke jongenspop, die een ietsje grooter is
dan Gerda's pop en nu hebben we bedacht, dat
die twee best samen konden trouwen.
Volgende week Woensdagmiddag heeft het
feest plaats. Al onze andere poppen zijn op
het feest genoodigd en het leukste is. dat
Tony, mijn pop, bruidsmeisje mag zijn. Als U
wilt mag U ook op de partij zijn. Mevrouw de
Wit, Gerda's moeder en Mevrouw van 't Huis,
de moeder van Truke en mijn eigen Mams ko
men ook. We zullen U allemaal tracteeren.
Toe komt U ook?
Ik knikte.
„Maar kind, moet Tony dan niet een jurk
hebben voor die buitengewone gelegenheid?
Je kan toch moeilijk in een stoffen of wol
len jur-kje bruidsmeisje zijn."
Louki kleurde even, toen lachte ze weer.
„Tante Tine, je bent gewoon een schat. Want
om heel eerlijk te zijn was ik van plan U te
vragen mij daarmee te helpen. Want ik vind
ook, dat Tony een nieuwe jurk moet hebben.
Vertel eens wat U me aan zou raden?"
„Gerda's pop krijgt zeker een witte jurk aan
van haar mama'tje. hè?"
Louki knikte.
„Ja, en de jongenspop van Truke heeft een
leuk zwart pak, dat kan ook mooi dienst
doen."
„Nu dan vind ik, dat we Tony een blauwe,
rose, gele of zachtgroene jurk moeten maken,
zoodat er verschil is met het jiirkje van het
bruidje. Vind je zachtgroen niet een leuke
kleur? Dat is niet zoo gewoon als rose of
blauw?"
„Ja, dat is leuk," zei Louki blij.
„Wat vind je dan van dit lapje?" Ik haal
de uit de kast een lap groene zijde, die ik
eens van iets over had gehouden.
„Oh!" Louki's oogen glinsterden van plezier.
„Wat leuk! En mag ik die hebben voor
Tony?"
„Ja, maar dan moet je zelf flink helpen om
de jurk te maken. Ik zal het papieren pa
troontje maken voor je en dan moet je zelf
maar zien, hoe je de jurk klaar krijgt. En ik
hoop Louki, dat je hem netjes maakt."
„Maar natuurlijk tante," zei mijn kleine
nicht.
je er rekening mee houden, dat de regen door
den wind in een bepaalde richting gedreven
wordt. Teeken je nu bv. een vlag of boomen,
die door den wind bewogen worden, dan moe
ten die in dezelfde richting waaien of ombui
gen als de regen valt.
Als je daar maar aan denkt komen er ten
minste geen onlogische fouten in je teeke
ning.
TANTE TINE.
Ik knipte het patroontje en toen ging ze aan
het werk. Het blousje werd op den rug met
kleine knoopjes gesloten. De rok, die uit een
rechte lap bestond, rimpelde ze aan het lijfje
en maakte er nog een paar inhaalsels in, als
garneering. De jurk viel erg lang. De zoom
maakte Louki netjes met de hand en toen dat
alles klaar was, borduurde ze er een paar bloe
mem-anken langs. Een groote strik op den
schouder in een iets donkerder kleur groen,
voltooiden dit aardige poppenjurkje, waarin
Tony bruidsmeisje zal zijn.
Erg leuk, vinden jullie niet meisjes?
TANTE TINE.
Een nieuwe wegbedekking. Een Zuid-
Afrikaansch Zwitser beweert dat hij uit si
naasappels en steenkool een wegbedekking;
kan maken, minstens evengoed als asphalt.
Het feestmaal van Karei tien Stouten te
Trier. Op dit feestmaal dat Karei de Stoute
in 1473 te Trier gaf, toen zijn dochter met de.
zoon van den Duitschen keizer trouwen zou,
werden 35 gerechten opgediend.
De langste brug ter wereld. Dat wordt
de spoorwegbrug, die men bezig is te bou
wen over de Zamberi in Oost-Afrika. Ze zal
rusten op 39 bogen en een wandelaar zal
drie kwartier noodig hebben om de 3 1/2 kilo
meter lange brug of te wandelen.
Het woord Soerabaja. In dit woord be-
teekent Soera haai en baja krokodil. Het wa
pen van Soerabaja vertoond dan ook een
haai vechtend met een krokodil.