HOE JAPAN ZIJN
MIKADO EERT.
AZIE in 1935.
THIJS IJS EN HET GEHEIMZINNIGE EILAND.
WOENSDAG 24 JU UI 1933
Eischt BOOG Azijn
Goedkoop, maar lijn!
Sfialië keert ileh tegen Engeland wegens den wapen-
uStvoer naar Abessynië. Frankrijk en Engeland zijn het
©eras ©ver hun gezamenlijke houding. De Volkenbond zal
zich moeten uitspreken. De Duitsche overheid ontbindt
bonden en vereeniglhgen.
Italië.
Italië laakt Engeland.
„Wapenuitvoer is een daad van
vijandschap''.
Het in de bladen gepubliceerde bericht uit
Londen, volgens hetwelk de Engelsche re
geering zou hebben besloten over te gaan tot
opheffing van het embargo op wapenen naar
Abessinië, is in Italië met verontwaardiging
ontvangen en heeft een levendige ontstem
ming gewekt. In de commentaren op dit be
richt doen de bladen heftige aanvallen op.
Engeland.
De ;.Giornale d' Italia" wijst er op, dat dit
besluit een duidelijk bewijs geeft, dat er een
actieve solidariteit bestaat tusschen Abes
sinië en Engeland.
Italië zal een zoodanige beslissing opvatten
als een duidelijke daad van vijandschap van
Engeland jegens Italië. Het zal daar reke
ning mede houden voor nu en voor de toe
komst. Het is volkomen nutteloos, dat men
te Londen blijft volhouden dat Groot-Brit-
tannië onpartijdig wil zijn en slechts wil han
delen voor het prestige van den Volkenbond'
en voor den algemeenen vrede en de recht
vaardigheid. Hoe komt het dan, dat Engeland
de gewapende invasie van Japan in China
heeft aanvaard, ondanks de Chineesche pro
testen te Genève en geen aanstoot heeft ge
nomen aan de Japansche minachting voor d-e
aanbevelingen en voorstellen voor een com
promis, die de onderteekening droegen van
Lord Lytton, opgeza'g van den Volkenbond?
Niemand in Italië gelooft aan d-e fabel van de
Britsclie onpartijdigheid. Het Italiaansche
voik zal in tegenstelling daarmede vernemen
dat onder voorwendsel' van den Volkenbond
Engeland bandieten en slavenhandelaars in
Abessinië bewapent tegen het Italiaansche
volk en dat wanneer de beproeving, waartoe
Italië gedreven wordt door de Abessijnsche
brutaliteit harder zal zijn, zal dat zijn om
dat Engeland er toe zal hébben bijgedragen.
Het blad besluit, dat Italië dit gebaar niet
zal vergeten. Het gr-oote Engeland maakt
school. Italië zal niet nalaten ook deze les
ter harte te nemen.
De „Tribuna" schrijft, dat de Engelsche
■wapenfabrikanten achter deze affaire zitten,
waarbij zij gebruik maken van de door hen
gesteunde bladen. Die leege en gevaarlijke
plutocratie lacht om Europeesche solidariteit
en Europeesche beschaving en strijd tegen de
slavernij. Haar interesseert alleen maar het
afsluiten van een zaak.
Engeland en Frankrijk trekken
een lijn.
De parlementaire redacteur van de „Ti
mes" schrijft dat de Engelsche ministers
thans met meer vertrouwen verwachten,, dat
Frankrijk bij het samenkomen van den Vol-
ikenbondsraad bereid_ zal zijn, Engeland ter
zijde te staan bij zijn bemoeiingen om een
vreedzame regeling in het Italiaansch-Abes-
sinisch conflict te bereiken. De ministers
nemen aan, dat het Laval, evenals hunzelf,
duidelijk zal zijn, dat geen verdragen meer
als veilig beschouwd kunnen worden, wan
neer wordt toegelaten, dat uit den tegen-
woordigeii toestand een oorlog voortvloeit.
Zij blijven hopen, dat een oorlog door een
gemeenschappelijk optreden, vermeden kan
worden. De redacteur voegt er aan toe, dat
de ministers overtuigd zijn, dat bij de bij
eenkomst van den Volkenbondsraad het ge
heele conflict zal moeten - worden behan
deld en dat geen poging zal mogen worden
gedaan om het vraagstuk tot het incident
van Oeal-Oeal te beperken.
De Temps", de spreekbuis van het.Fran-
scbe departement van buitenlandsche za
ken, spreekt bij de behandeling van het Ita-
liaansch-Abessinische geschil slechts in zeer
verdekte woorden over de mogelijkheid van,
een uiteindelijken wereldoorlog, zulks in te
genstelling met de overige Pariische bladen.
Te grondiger daarentegen behandelt het
blad de vastgelegde procedure, die nu in Ge
nève toegepast zal worden.
De taak van den raad, aldus bet blad, be
staat allereerst alleen daarin den toestand
te onderzoeken., die door het mislukken van
een vreedzame verzoening en een scheids
rechterlijke oplossing is ontstaan. Hij moet
bovendien alle mogelijkheden nagaan om de
beide partijen binnen het kader van de pro
cedure van den Volkenbond te houden. Op
deze wijze kan men zich inspannen ten be
hoeve van een vredelievende oplossing. De
raad kan voorstellen den voor de verzoening
en voor de arbitrage bepaalden termijn te
verlengen. Hij kan helnen den vijfden ar
biter te benoemen en hij kan de onderhan
delingen ten behoeve van een directe over
eenkomst vergemakkelijken.
Eerst wanneer het onmogelijk mocht blij
ken voor 25 Augustus deze procedure aan
den gang te brengen, kan een principieele
besoreking via Genève ot> grond van para
graaf 15 van bet Volkenbondshandvest ge
schieden. Er bestaat dus nog een sneelruim-
te voor een politiek van vreedzame oplos
sing Tot op dat oogenblik moeten alle be-
sntekingen er o<n gericht ziin de beide par-
tiien aanleiding te geven zich te houden aan
den normalen weg der procedure.
Onafhankelijk van de behandeling van de
kwestie in Genève aldus de ..Temns" verder,
zou zich het contact tusschen Rome, Pariis
en Londen op grond van het verdrag van
1906 verder ontwikkelen, welk verdaag we-
deraildsche raadpleging vastlegt. Wanneer
ook geen snrake is van het hiieenroepen van
e°n eigenlii^e conferentie is toch zeker. dat.
onderhandelingen in Rome tusschen de Ita
liaansche regeering en de ambassadeurs van
Groot-Brittannië en Frankrijk op het pro
gram staan om de basis voor een bevredi
gende regeling te schetsen.
Essentieel is echter, aldus het bla.d. dat
Italië in Genève aanwezig is ot> den dag. dat
het geheele probleem voor den WPePbonds-
raad wordt o'^Éèwornen. Wart aUeen aan
de raadstafel in 'Genève kan Italië, met de
beste kans gehoor te Vinden, ziin rechtsaan
spraken en zijn verwitten jegens Abessinië
naar voren brengen, evenals de behoefte na ar
een Italiaansche exoa.nsïe, wekker bestaan
niemand bestriidt. doch die slechts kan wor
den bevredigd binnen het kader van den
Volkenbond
De Fransche en Engelsche regeeringen zon
den zijn overeengekomendat de volkenbond;-
raad de volgende week moet bijeenkomen
Litwinow. de tegenwoordige voorzitter, zal den
datum Konaien
Aan dit besluit ging een bezoek vooraf van
'den Engelschen gezant, Sir George Clerk, bij
Laval. Ook Avenol, de secr. generaal van den
Volkenbond, is in Parijs aangekomen. Naar
verluidt,zal de Volkenbond de geheele
Abessyniscbe kwestie behandelen op grond
van art. 15 van het Volkenbondspact. Dit ar
tikel voorziet in de regeling van geschillen
tusschen de leden van den Volkenbond en wel
zoodanig,dat elke partij het geval voor den
raad kan brengen en dat deze, indien het ge
schil niet kan worden bijgelegd, een rapport
en aanbevelingen publiceert. Een. beslissing
op grond van dit artikel zou de andere leden
vrij. laten de noodige maatregelen te nemen.
Italianen Waren niet op den
verjaardag van den Negus.
Ter gelegenheid van den verjaardag van
den Negus van Abessynië, keizer Hail Salassi,
is het diplomatieke corps ten paleize ontvan
gen, om den Negus geluk te wenschen. De
keizer z-at op zijn troon -in de groote ont
vangzaal.
Opvallend was, dat geen enkel lid der
Italiaansche legatie aanwig is, wat groote
ontstemming wekte bij de Ethiopische
-.hoogwaardigheidsbekleeders en algemeen
als een ernstige béleediging werd be
schouwd, aangezien het geheele diploma
tieke corps zonder uitzondering voor deze
receptie was uitgenoodigd, evenals alle te
Addis Abeba gevestigde consuls.
De Belgische gezant Jansens hield een korte
redevoering, waarin hij namens het geheele
diplomatieke corps den keizer gelukwensehte.
Voor het paleis had zich een groote menigte
verzameld. Toen de Amerikaansche zaakge
lastigde in zijn auto het paleis naderde, werd
hij door de menigte luide toe-gejucht en her
haaldelijk hoorde men de kreet: „Leve Ame
rika". Deze ovatie staat in verband met bet
feit, dat juist dezer dagen bekend werd ge
maakt, dat de Amerikaansche regeering haar
officieren, die zulks wenschten, toestemming
heeft gegeven dienst in het Abessynische le
ger te nemen, terwijl ook het Amerikaansche
Roode Kruis hulp aan Abessynië heeft toege
zegd.
DuïtscMand.
Overheid ontbindt allerlei
bonden en vereenigingen.
Officieel wordt uit Karlsruhe medegedeeld
Sedert maanden moest worden geconstateerd,
dat de buiten de staatsjeugd staande jeugd
organisaties optraden op een wijze, welke in
een geordend staatswezen op den duur niet
kan worden geduld.
Met het voorbij zien van hun taak en onder
aanmatiging van eigen politieke doelstellin
gen stelden deze organisaties zich in min of
meer. bewuste tegenstelling met den staat en
de nationaal socialistische beweging.
Voorts bestreden zij de staatsjeugd het uit
sluitend recht de opgroeiende generatie ii
haar rijen op te nemen met het doel deze po
litiek op te voeden. Daardoor brachten zij ten
slotte de politieke eenheid van ons volk in de
nationaal socialistische idee in gevaar.
Door deze staatsvij andige houding vonden
zij evenwel juist bij de beste elementen van
onze jeugd geen gehoor, veeleer vereenigden
zich met hen elementen die minder geïnteres
seerd zijn bij Vruchtdragenden arbeid. Zien
de i~oo gen namen de excessen toe, in het bij
zonder overvallen op individueele leden der
Hitier jeugd en van het „jonge volk", zoo dat
de minister van Binnenlandsche Zaken van
Baden zich eenige weken geleden genoodzaakt
heeft gezien den. leden der niet-nationaal so
cialistische jeugdorganisaties te verbieden
uniformen te dragen en in de open lucht op
te treden, ten einde op dié wijze preventief op
te treden tegen de de veiligheid in gevaar
brengende samenscholingen.
In de eerste plaats waren daarbij betrok
ken leden van de Deutsche Jugend Kracht,
een organisatie, welke zich in hoofdzaak met.
sport bezighield en er onder religieuse voor
wendselen naar streefde de Hitier jeugd af
breuk te doen.
Om deze misstanden uit den weg te ruimen
heeft de minister van Binnenlandsche Zaken
de organisatie Deutsche Jugendkraft, met al
haar nevenorganisaties ontbonden en verbo
den en tegelijkertijd hun vermogens in beslag
genomen.
Voorts werd ter uitbreiding van de vroegere
verordening den niet-nationaal socialistischen
jeugdorganisaties en diegenen, die vertrouwd
zijn met de opvoeding van de jeugd, verboden
op eenige wijze in de openlucht op te treden,
(Adv. Ingez. Med.)
zoomede gymnastiek en sport in gesloten
ruimten te beoefenen.
Op deze wijze wordt de taak van deze orga
nisaties beperkt tot het gebied der religie, der
cultuur en der weldadigheid.
De rijksminister van binnenlandsche zaken
heeft de ontbinding van den Rijksbond der
Balticumstrijders (Vereeniging van voormali
ge grensbeschermings- en vrijcorpsstrijders)
en van alle dergelijke* voormalige vrijcorps-
strijders-organisaties gelast.
Door deze ontbinding aldus wordt mede
gedeeld, worden de verdiensten der oude
vrijcorps-strijders voor volk en rijk op gee
nerlei wijze gekleineerd. Aangezien echter in
den nationaal socialistischen staat naast de
partij, haar geledingen, de bij haar aange
sloten en door haar erkende bonden, aan an
dere bonden van politieken aard geen afzon
derlijk bestaan meer kan worden toegestaan,
is ten slotte het verbod van deze organisaties
noodzakelijk geworden, welke niet reeds zich
zelf hadden ontbonden.
De staatspolitie te Erfurt heeft het dragen
van insignes of uniformkleeding, welke zou
den wijzen op het lidmaatschap van de N. S.
D. F. B. (Stahlheim) verboden.
Tegelijkertijd zijn alle vergaderingen van
den Stahlheim verboden, evenals het openlijk
vertoonen van de Stahlhelmvlag.
De officieeie Pruisische persdienst deelt me
de: De Pruisische Ministerpresident heeft op
grond van de verordening tot bescherming
van volk en staat van 28 Februari 1933 den
Rijksbond van Katholieke Frontstrijders met
inbegrip van zijn onderafdeelingen ontbon
den, omdat de vorming van confessioneele
frontstrijdersbonden slechts geschikt is om tot
splijting van de volksgemeenschap te leiden
en onder de frontstrijders confessioneele te
genstellingen te brengen.
Julius Streicher waarschuwt
tegen„onbezonnenheden"
Julius Streicher heeft een vertegenwoordi
ger van den „Angriff" een interview toege
staan, waarin hij o.m. te spreken kwam over
het Joodsche vraagstuk in verband met de
recente gebeurtenissen te Berlijn.
Streicher verklaarde, dat hij de verontwaar
diging van oude nationaal socialisten en strij
ders volledig kon begrijpen. Onbezonnen
heden moeten echter vermeden worden. De
grootste discipline is het beste. Het Joodsche
vraagstuk is zoo ernstig, dat alles moet worden
nagelaten, wat tot verkeerde interpretaties
aanleiding kan geven.
Nergens voelen de Joden zich zoo veilig als
in Neurenberg, aangezien men daar heeft in
gezien, dat het Joodsche vraagstuk een we
reldprobleem is, dat nooit door geweldmaat-
regelen alleen kan worden opgelost. In Neu
renberg zijn de Joden scherp gescheiden van
de Duitschers. Zij hebben daar hun eigen bad
inrichting en hun eigen café en zij zullen in
de toekomst daar ook een eigen school heb
ben.
In Berlijn staan de zaken echter anders,
vooral daar hier veel buitenlandsche Joden
vertoeven. Daarom moet gewaarschuwd wor
den voor onbezonnenheden. Allereerst moet
bij de bevolking het bewustzijn gewekt worden
van het aanwezig zijn van een Joodsch vraag
stuk, opdat de wetten, die eenmaal moeten
komen ook wortelen in het bewustzijn van
het volk. Eerst wanneer ieder weet, dat het
gaat om het behoud van het ras van het ge
heele Duitsche volk, is het terrein voorbereid
voor verder ernstig werk. Noodgedwongen
moeten dan binnen afzienbaren tijd de wetten
komen, die het Jodendom binnen de perken
houdt, waarbinnen het behoort.
Ierland.
Een keizerlijk tuinfeest voor zesduizend gasten.
Door EMILE SCHREIBER Legerparade buiten Tokio.
Politiek-godsdienstige
onlusten breiden zich uit.
De politiek-godsdienstige onlusten te Bel
fast zijn overgeslagen naar den Ierschen Vrij
staat.
Te Clones en Limerick zouden de Katholie
ken vele huizen van Protestanten hebben aan
gevallen en groote verwoestngen hebben aan
gericht. Te Limerick richtte de opgewonden
'menigte zich tegen twee Vrijmetselaars-loges
en vernielde de ruiten van een Protestantsch
kerklokaal.
Te Kilmallock (Limerick) is de toestand
bijzonder gespannen. Een Protestantsche kerk
werd in brand gestoken. Het gebouw brandde
geheel af. Ook werden drie huizen van Pro
testanten zwaar beschadigd.
Te Glones is het gebouw der Vrijmetselaars
geheel door brand vernield
Te Trum (graafschap Meath) trok de me
nigte eveneens op naar een Protestantsche
kerk en vernielde daar vele kostbare oude
kerkvensters.
Sedert Maandag patrouilleeren in Limerick
soldaten met de bajonet op het geweer.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC.
Al loopend kwamen zij in een havenstadje en Baard bleef voor een
mooien schoener staan.
„Kijk hier," sprak hij, „dit is mijn schip; daar heb ik heel wat mee
gezeild maar nu sta ik machteloos, want mijn bemanning ging er
stil vandoor. Ik zei aan de matrozen namelijk, dat ik weer naar het
eiland wilde varen; eerst keken zij mij stom verwonderd aan, maar
toen zei één „Kap'tein, het spijt ons, maar dat doen wij niet weer.
Wij hebben genoeg van dat getoover!" Zonder bemanning kan ik niet
varen dus sta ik hier werkeloos en wanhopig."
„Kap'tein," zei Thijs, „neem dan toch andere matrozen en vaar hier
snel vandaan; maar neem mij dan mee! Ik wil ook graag eens varen,
dat is al jaren mijn verlangen en wie weet misschien kan ik U
nog goede diensten bewijzen."
„Wel ja," zei Arie'Baard, „dat is goed ga maar mee!**
Een moderne bioscoop in Tokio.
Wij komen 's -mor.gens in Tokio aan. Het
station is vol met èoldaten en politie. Vandaag
vertrekt de keiler van Mandsjoekwo bij
wien ik over eënigen tijd een bezoek ga afleg
gen in zijn hoofdst.a'd Hsingking uit Japan.
De keizerlijke ontmoeting heeft hier een ge
weldigen indruk gemaakt. Terwijl wij ons in
een taxi naar een - yan de zeldzame Europee
sche hotels, het Imperial Hotel, begeven, rij
den we in de straten tusschen een enorme
menschenmenigté door, die door de politie op
eerbiedigen afstand wordt gehouden in de zij
straten van die, waar straks de stoet door zal
trekken.
Wij sturen de auto weg en begeven ons in
de menigte. Als'dé stoet langs komt is de stilte
onder het publiek(in Japan een teeken vap
diepen eerbied) zoó'groot, dat de keizer wer
kelijk den indruk moet hebben door een doo-
de stad te komen.'
Een paar nieuwsgierigen, die getracht heb
ben vanuit hun "vensters op de eerste verdie
ping den keizer gade te slaan, krijgen een te
rechtwijzing van de politie,, want niemand mag
van uit de hoogte naar den vorst kijken. Wij
krijgen een 'indruk vaif groote orde, discipline
en onderworpenheid van het Japansche volk.
Wij vervolgen onzen weg naar het hotel en
komen langs de zwarte, imposante muren, die
midden in de sta.d het keizerlijke paleis met
zijn geweldig groote tuinen omringen.
Ook weer een betvijs van het groote aanzien
dat de keizer geniet, want welke stad ter we
reld zou thans nog zoo'n ontzaglijk, groot stuk
grond in liaar centrum kunnen openhouden
voor een vorst. Hét terrein hier is ongeveer
even uitgestrekt als dat wat men zóu krijgen
als men in. Parijs hét Louvre, de Tuilerieën, de
Champs-Elysées en een deel van het Bois de
Boulogne naast elkaar legde en het geheel
met muren omringde en voor het publiek sloot.
Nu ik den keizer van Mandsjoekwo heb ge
zien, wil ik ook graag zijn keizerlijken gast
heer, den keizer van Japan .ontmoeten. „U
kunt den mikado over twee dagen op het-
tuinfeest ontmoeten, dat hij élk jaar geeft ter
gelegenheid van het bloeien van de kersen-
boomen in zijn park; u weet, dat de kersen
boom de nationale boom in Japan is", vertel
de mij de Fransche consul te Tokio. „Dat zal
veel gemakkelijker voor u zijn dan een
audiëntie aan te vragen, waarin de keizer u
trouwens absoluut geen interview zou toestaan
omdat geen enkele keizer Van Japan ooit een
verklaring tegenover een journalist, welken
dan ook, heeft afgelegd".
„Heeren in zwart jaquet en met hoogen
hoed, dames in avondtoilet", staat er op de
uitnoodigingen voor de garden-party.
Als we aan den ingang van het park komen
nadat onze auto verschillende politie-afzet-
tingen als wisselposten is gepasseerd, stappen
we dan ook te midden van een elegante, bont
gekleurde menigte uit, die zich te voet naar 't
midden van het park'begeeft, waar we Zijne
Majesteit zullen ontmoeten.
Er zijn ongeveer zesduizendgastenhooge
functionarissen, officieren van het leger of de
marine, vergezeld van hun echtgenoote in zij
den kimono en zonder hoed, diplomaten in
gala-uniform, grootendeels Europeanen en
Amerikanen, met hun min of meer elegante
vrouw en eenige tientallen Westersche gasten,
die via hun ambassade een vereerende uit-
nood.iging hebben gekregen.
Wij volgen gedurende meer dan een kilome
ter lanen, waarvan de meeste, aan weerszijden
beplant zijn met schitterende roode of witte
dubbelbloemige kerseboornen, die in vollen
bloei staan. Deze prachtige boomen geven geen
eetbare vruchten. Zij zijn er alleen maar voor
het aesthetisch gezicht en zij leveren dan ook
inderdaad een heel mooien aanblik.
Helaas betrekt de .lucht .snel. Het is in dit
Japansche klimaat, dat tamelijk veel lijkt op
het onze, altijd een waag feesten in de open
lucht te organiseeren. Wij zijn in het midden
van het park, waar geen enkele schuilplaats
is als het onweer losbreekt. De aanwezige
heeren rennen weg, hun hoogen hoed houden
zij ter bescherming tegen den regen onder
hun jaquet; de dames, die een parasol hebben,
gebruiken die om zich tegen de dikke drup
pels, die hun toiletten bedreigen, te beveiligen.
Daar de stortbui toeneemt komen allen onder
de groote boomen schuilen. Enkelen, waaron
der ook wij, boffen door een ambulancetent
te vinden, die na eenige oogenblikken meer
aan tweehonderd personen tot schuilplaats
dient Door de naden van het tentdoek zien
we de lakeien in Louis XV-costuum, scharla
ken en met goud versierd, onbewogen in den
plasregen staan.
Eindelijk houdt het op te regenen en men
gaat verder. Dan komen we bij grasperk no.
12, dat op de uitnoodiging is aangegeven en
waar de tafel staat, waar wij heel democratisch
een en ander kunnen nuttigen en waar elke
gast een aardig Japansch houten doosje krijgt
dat gebakjes met het keizerlijke merk bevat,
die de ouders mogen meenemen om ze des
avonds aan hun kinderen- te geven als herin
nering aan de receptie van hun vorst.
Wij zitten aan de zelfde tafel als eenige
hooge Japansche ambtenaren en een van hen,
die Engelsch spreekt, vertelt een nieuwtje dat
ons eenigszins verrast. Wegens het onweer
hebben Hunne Keizerlijke Hoogheden beslo
ten niet op de garden-party te komen.
De Westerlingen zijn zeer teleurgesteld en
laten, blijken dat zij het besluit werkelijk be
treuren, maar de Japanners zouden zulke
lage gevoelens niet onder woorden kunnen
brengen, en ongetwijfeld ook niet kunnen- on
dervinden:' alles wat de keizer beslist is recht
vaardig en juist en ieder kan zich er slechts
over verheugen dat hij veilig voor den regen is.
Wij zullen eenige dagen later (het leven is
vol t06yaUigh.ede.n en contrasten), onder, Jo-v
taal tegengestelde omstandigheden den keizer
geruimen tijd in een regenbui zonder eind
stoïcijns te paard kunnen zien zitten, terwijl
wij schuilen.
Op dien dag, zijn verjaardag, laat de keizer
als elk jaar de troepen van het garnizoen van
Tokio voor zich défileeren. Op een groot excer-
citieterrein, dat eenige kilometers buiten de
stad ligt, zitten wij (wij zijn speciaal door-den
persdienst van het ministerie van oorlog»uit
genoodigd) op de tribune naast die der di
plomaten, midden tusschen de officieren van
den Japanschen generalen staf.
peahen minister van nnanaen.
Zij dragen heden ten dage nog steeds de
roode broek en de kepi met een witte pluim
van de Fransche Saint-Cyriens. Toen het Ja
pansche leger even voor 1870 werd „ge-Euro-
peaniseerd" is deze uniform, die door de Fran
sche instructeurs was voorgesteld, ingevoerd.
Van Duitschland heeft het de typische parade
pas overgenomen, die hier echter iets min
der mechanisch is. In die nas marcheeren nu
de infanterietroepen, die voor Zijne Majesteit,
gezeten op zijn witte paard, en voor onze tri
bunes langs trekken.
15000 manschappen van alle wapens, maar
vooral van de infanterie, nemen deel aan dit
défilé. Ik merk tegen mijn buurman, een
Japansch officier op, dat er zoo weinig ge
schut met motortractie en tanks zijn en clat
men ons zoo weinig modern materiaal laat
zien.
„Dat komt", legt hij mij uit, „omdat die
nieuwe wapenen over tamelijk ver van Tokio
verwijderde garnizoenen zijn verdeeld. En
omdat ze pas een paar dagen geleden naar de
hoofdstad zijn gebracht voor de groote troe
penrevue, die ter eere van den keizer van
Mandsjoekwo is gehouden, vindt dê Japansche
generale staf het beter ze vandaag niet weer
te verplaatsen".
Het valt mij op dat de omgang met de Ja
pansche militaire chefs, waarvan ik tijdens
mijn verblijf eenigen heb ontmoet, voor den
Europeaan, die hier verschillende dingen on
derzoekt, buitengewoon aangenaam is. Terwijl
vele officieeie of niet-officieele Japansche
personen vaak wantrouwend en nogal karig
met hun woorden zijn, praten de militairen
zeer gemakkelijk en openhartig, wat hen zeer
sympathiek maakt
{■Nadruk verbodeaS