Een Elf landen tocht Nieuwe wieten waken tegen molenverlies. Waar de zee tweelanden scheidt en... vereenigt Het is hier ontzettend warm geweest. Zwe den is in den zomer nooit een land van sneeuw en ijs, maar 30 gr. c. in de schaduw is toch wel wat erg veel. Op het laatst weet je eenvoudig niet meer wat je zult doen. Het beste is 's nachts of 's avonds te fietsen. Dan is het uit te houden en de nachten zijn zoo licht, dat je toch evenveel ziet als over dag. Karnan, de oude burchttoren boven Helsingborg. Door die lichte nachten juist en het vroege opkomen van dagen, was het echter om 9 uur 's morgens al om te bezwijken en wanneer ^e dan nog je fiets tegen een paar bergjes - naar boven mag duwendan zit je maar weer eens tien minuten in de schaduw van een boschje op een rotsblok uit te puffen. Op zoo'n dag tegen een uur of tien zwoeg de ik hijgend en blazend over den stoffigen weg. At ladingen zand bij elke voorbij stui vende auto en verwenschte de hitte nü, even hard als een paar dagen te voren den regen! Mijn snelheid was teruggeloopen tot op het uiterste punt waarop een fiets in evenwicht kan blijven. Plotseling schieten twee andere fietsers mij voorbij. Tsjonge, die gaan hard en zij zijn ook bepakt, net als ik! Hun naakte bovenlijven bewegen in regelmatigen cadans bij eiken pedaaltrap. Eindelijk iets dat mij opwekt uit mijn slakkengang en met een heroisch gebaar leg ik mij'zélf op, minstens een uur lang datzelfde tempo vol te hóuden. Nu krommen zich drie ruggen onder de on barmhartige zonnestralen. Twee vooraan en een achteraan, weldra is de slagorde echter veranderd en trotseeren wij de warmte niet zijn drieën op één rij. Er. wordt niet veel gesproken, maar zulke wegvriendschappen ontstaan nu eenmaal zonder meer. Het toeval brengt je te zamen en als zoodanig wordt het aanvaard. Wan neer wij eindelijk water bespeuren, is ons aller weerkracht gebroken. D;e fietsen wor den tegen een boom gesmeten en na een paar minuten springen wij in hét water van Ringsjön, een der mooiste meren in Schonen. Den heelen middag liggen wij zoo afwisse lend in zon en schaduw of in het water. De conversatie vlot gaandeweg, beter, maar bet is een heele toer om Zweedsch te praten, wanneer je dat nooit geleerd hebt. Doch hoe dan ook wij begrijpen elkaar volkomen en als ik dan nog uitgevonden heb, dat zij in Hel singborg wonen, is de vriendschap geteekend en ik beloof hen daar op te zoeken. Nadat, wij wederzijdsche adressen hebben opgeschre ven, fiets ik tegen den avond weg naar SjÖbo om mijn vrienden daar te bezoeken en slaap ter afwisseling dien nacht e?"- "t kan tongerecht,- in de kamer van de jury. Den volgenden dag ben ik weer in Lund. Dezen keer tref ik mijn vriend, den archi tect, op zijn kantoor aan. Hij staat gebogen over een maquette. Zoo moet het nieuwe zwembad van Lund worden. Wanneer hij mij dat vertelt, ontmoeten onze oogen elkaar over de tafel heen. „Dank je nog wel voor je hulp", klinkt het en ik denk daarbij aan de beschrijvingen, die ik gestuurd heb van de nieuwe zwembaden in Nederland. Ja, zoo waar, daar is ook de groote glazen zijwand, die het snortferdê^nb0 d -- De heerlijke echt Zweedsche lunch, die mij dan geoffreerd wordt, heb ik dezen keer nu eexis echt verdiend! Een kort bezoek aan Landskrona, waar niet veel te zien is, want het oude slot is nu een vrouwengevangenis en gesloten voor het publiek, en dan rijd ik den prachtigen weg op naar Helsingborg. Links van mij ligt, ais een matzilveren spiegel het water van de 'Sont, scherp teekénen zich de omtrekken van het eiland V-en daarin af. Verder weg, vaag groen, ligt de kust van Denemarken. Steeds nauwer wordt de Sont in de richting van Helsingborg en het panorama is van een voortdurend afwisselende schoonheid. Als ik een oogenblik langs den weg zit om daarvan te genieten, suizen mij drie hofauto's voor bij. In een er van herken ik den kroonprins en de kroonprinses. Hun zomerverblijf ligt vlak bij Helsingborg. Dan trap ik maar weer op mijn „auto" verder en vind na eenig zoe ken het opgegeven adres in Helsingborg. Over het groote gazon voor de villa klinkt een gramaphoon, en in de schaduw van een paar boomen zit een heel troepje jonge men sehen koffie te drinken. Een meisje komt net het hek binnen gereden op een paard. Ik word voorgesteld aan alle Ul'la's, Margit's en Marit's of hoe ze anders mogen heet en, krijg ook een kop koffie en ik heb mijn tehuis voor drie dagen gevonden. Den volgenden dag gaan wij met de tram naar -de stad. Een éénmanswagen, maar hier moet je bij het uitstappen je geld in een bus doen. Kaartjes krijg je eigenlijk nooit in de kleinere Zweedsche plaatsen. Ik ge loof wel dat dit „bus"-systeem zijn voordee- len heeft, maar het is natuurlijk nooit op gewassen tegen onze Hollandsche contro leerwoede! Wii liepen over Stortorget naar het Zee vaartmonument. Een zuil bekroond door een Hermes van Prof. Carl Milles. Milles is zon der twijfel de grootste Zweedsche beeldhou wer en misschien wel een der grootsten 'ter wereld op het oogenblik. Daarom vindt men bijna in elke stad, die zich zelf respec teert, een gedenkteeken of een fontein ge schapen door dezen genialen kunstenaar." Als in snelle vlucht zweeft hoog in de lucht de gevleugelde figuur, slechts met de teenen van één voet de wereldglobe aanrakend. Hoog opheffend het schip in zijn hand, is hij het ware kenmerk van de bedrijvige handelsstad, die aan zijn voeten ligt en met de klip mee omhoog stijgt tot ver -boven de zee. Daar, boven het gewriemel der kleine menschen, staat eenzaam en trots de machtige „Kar nan" (Tsjarnan), de middeltoren van de vesting die hier eeuwen geleden gestaan heeft. Alle andere deelën van de burcht zijn- geslecht, alleen deze reus is blijven staan, onvéranderd als voor vele eeuwen. Met zijn 4V2 M. dikke muren heeft hij alle stormen getrotseerd en zelfs sloopershanden gestuit. De vertrekken zijn duister en bedompt, slechts smalle vensterstrepen met resten van glas hi lood, laten wat licht naar binnen vallen. Knipperend tegen de felle zon stap pen wij het terras op het volle daglicht te gemoet. Overweldigend is het uitzicht. Achter je ligt het vruchtbare Schonen. Ko renvelden wisselen af met bosschen; de we gen slingeren zich over heuvelen en door dalen. Hier en daar draaien de wieken van een ouden molen. Ginds rijzen de vierpun tige hoektorens op van een slot. Langs de kust zie je ver omlaag naar het zuiden en in het noorden ligt; verscholen tusschen de boomen, het groene dak van Sofiero, het zo- merslot der kroonprinselijke familie. Over de stad naar de zee toe is het uit zicht nog mooier. Witgekopt jagen de grauw- groene golven voort door de nauwe Sont en aan de overzijde ligt Denemarken; ligt Hel- singör, de stad van Shakespeare's Hamlet. Twee landen en twee steden liggen aan den voet van Karnan, maar daar tusschen stroomt het water van de zee. Hoe onoverkomelijk deze scheiding van boven af gezien ook lijkt, beneden aan de haven landt de veerboot naar den overkant. Voor 70 öre slechts kun je heen en weer va ren! Voor 27 Hollandsche centen koop je aan het loketje retourbiljet voor een buiten- landsche reis. 2 maal 20 minuten lang kun je voor datzelfde geld genieten van de pano rama's aan beide kanten. Van het Zweed sche, dat langzamerhand uitgestrekter wordt maar tegelijk ook vager en van het Deen- sche, dat eerst als een br-eede wijde streep voor je ligt, maar steeds zich vernauwt tot slechts" Helsingör en Kronborg zelf, het re naissance slot overblijven. Dan stappen wij aan wal. Voor Scan-dinaviërs is hier niet de gering ste controle, pas is niet nocdig. Zweedsch geld wordt oyeral geaccepteerd. Buitenlandsche reizen prikkelen nu een maal altijd de kooplust van den mensch. Dat geldt meer voormijn Zweedsch gezelschap dan voor mij. Er was geen winkel, waar het troepje meisjes niet opgetogen voor stil stond. Eindeloos was de kooplust van ons vrou welijk gezelschap: een hoed, een taschje, een strandbroek en toen zij ook nog een par fumeriewinkel binnen stapten, was het eind nog niet te overzien. Uit wraak besloten wij twee arme mannen ook wat te koopen. Daarna zijn wij er met zijn beiden op uit getrokken door de straten en steegjes van deze zonnige stad. Langs de oude huizen in vakwerkbouw. Wij hebben de gothische ker ken bekeken. Hoe prachtig mooi is toch ge wone roode baksteen, wanneer regen en wind den steen verweerd hebben! Gloeiend diep rood lagen de oude kloostergebouwen, die nu het stadsmuseum huisvesten. Doch ondanks dit alles is het slot de parel in de -kroon van Helsingör, Onder het doffe geratel der scheepsha mers, langs de werkplaats-en loopen wij er op af. Het is een weinig idyllische omgeving, maar wanneer je eenmaal de eerste poort binnen 'bent, stap je een andere wereld in. Afgesloten door hooge wallen en muren is Kronborg een stad op zichzelf. Een heel com plex van bastions ligt er om heen. Alleen de oude kanonnen, in lange rij geschaard, her inneren nu nog aan een vesting en ook de gehelmde Deensche soldaat, die op het eene bastion bij de vlag staat. Met zijn omhoog geslagen broekspijpen en een helm, die meer breed dan lang is, maakt hij voor onze be grippen een hoogst zonderlingen indruk. De Denen zijn terecht trots op dit slot, maar, al heeft een Deensche koning het ook laten bouwen, een Nederlandsch bouwmeester heeft het gebouwd, en zoo voor ons volk hier een monument geschapen, als wij er in ons eigen land gëloof ik ternauwernood een kun nen aanwijzen. De Denen erkennen hier onze meesterhand. De „Nederlandsche renaissan ce" sloten, Rosenborg, Frederiksborg en Kronborg gelden voor -de mooiste Deensche kasteelen. Op het prachtig gave binnenhof werd een tijdje geleden de meeting der Oxfordgroep gehouden, die de heele Deensche pers dagen lang bezig hield, met het opsommen van alle beroemde adellijke en niet adellijke perso nen, die aanwezig waren. Nu staat er al weer een podium en uit de kapel klinkt gezang. De volgende meeting! Het leven gaat voort. Eens wandelde Hamlet hier over het terras. Daarna was Kronborg het sterke slot van waar uit de heele Sont beheerscht werd. Nu is Kronborg stil geworden, geen hof houdt er verblijf, geen scheepsgeroep weerklinkt, maar nog steeds spoelen de golven tegen zijn mu- WOENSDAG 24 JUEI 1935 ren en de groen koperen daken en torens trillen onder de zon. Hoog op den toren kijk ik nu de andererichting uit, naar Zweden, en onwillekeurig wordt mijn oog naar Kar nan getrokken, naar den ouden wachttoren aan de overzij. Twee kasteelen, wier geschie denis nu geschreven is. Eens beheerschten zij den ingang van de Oostzee, nu zijn het nog slechts decoratieve versieringen, van de twee opbloeiende steden, die rondom hen verrezen. Daar tusschen ligt de zee. De Sont, die hen scheidt en toch ook weer zoo hecht verbindt. De Sont, die hier op haar smalste punt, de verbindingsbrug geworden is van het, continent naar Zweden en waarover da gelijks honderden toeristen op de witte veer- booten naar de overzij varen. B. C. J. GRDENEVELT. Uitvindingen waardoor de wind 'f wint. VEEL VLIEGONGELUKKEN EISCHEN VEEL DOODEN. Het Japansche luchtverkeer heeft in de eerste zes maanden van dit jaar groote ver liezen geleden. In totaal zijn 31 vliegtuigen verongelukt, waarbij 46 vliegers om het leven zijn gekomen. Het vorige jaar werden 96 vlie gers gedood en in 1931 71. Van de verongelukte piloten behoorden er twintig tot de militaire luchtmacht 22 tot de marine en vier waren in dienst der verkeersmaatschappijen. 469e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) lstc klasse, 2de lijst Trekking van Dinsdag 23 Juli 19" Hooge Prijzen f 5000.— 17165 f 2000.— 14217 f 1000.— 11242 f 400.— 3789 18958 f 100.— 8159 9711 10944 16371 19863 Prijzen van j 5 9 15 46 56 66 67 75 89 113 118 136 141 159 168 246 301 308 312 387 430 454 458 476 484 512 5X5 524 609 642 660 686 691 746 767 776 783 798 802 805 827 914 916 918 924 936 969 976 985 1026 1060 1123 1209 1257 1306 1322 1354 1378 1409 1449 1477 1501 1548 1575 1644 1649 1662 1685 1690 1702 1793 1856 1890 1915 1948 1956 1961 2049 2061 2164 2191 2226 2297 2317 2363 2376 2377 2432 2453 2467 2501 2520 2521 2548 2588 2637 2665 2674 2711 2742 2794 2826 2852 2903 2934 2987 2993 2996 3035 3043 3052 3055 3082 3164 3167 3171 3188 3200 3210 3225 3234 3277 3331 3357 3423 3482 3526 3563 3580 3605 3644 3655 3672 3673 3722 3736 3758 3760 3766 3806 3867 3906 3912 3934 3948 3986 3990 3995 4008 4074 4084 4037 4131 4144 4171 4191 4201 4245 4250 4292 4335 4396 4420 4459 4464 4466 4522 4574 4652 4677 4716 4726 4781 4802 4805 4813 4821 4935 4986 4991 4993 5008 5029 5037 5059 5060 5062 5071 5092 5105 5192 5240 5244 5258 5324 5326 5365 5411 5424 5448 5480 5489 5493 5499 5537 5542 5547 5552 5640 5676 5686 5703 5750 5756 5760 5803 5833 5847 5923 6022 6105 6190 6199 6214 6289 6314 6358 6369 6431 6498 6619 6648 6685 6768 6796 6805 6847 6923 7007 7024 7041 7053 7056 7057 7090 7105 7151 7209 7220 7258 727.6 7299 7312 7320 7325 7332 7335 7374 7378 7386 7523 7537 7576 7599 7626 7635 7637 7711 7791 7793 7842 785-1 7881 7901 7918 7935 8003 8005 8007 8035 8041 8072 8106 8111 8139 8151 8166 8175 8184 8244 8278 8286 8300 8310 8339 8384 8432 8440 8443 8447 8450 8451 8469 8472 8498 8594 8612 8614 8619 8667 8717 8723 8776 "8780 83T6 8825 8899 8901 8937 8953 8956 8S93 9004 901.8 9072 9084 9166 3219 9241' .9339 '.9357 9359 9435 9491 9492 9494 9526 9537 9556 9603 9639 9650 9688 9760 9774 9796 9841 9859 9897 9910 9911 9954 10011 10023 10030 10130 10155 10167 10237 10265 10295 10300 10343 10369 10388 10402 10430 10431 10469 10513 10541 10542 10600 10607 10610 10645 10659 10664 10676 10688 10690 10714 10717 10747 10763 10773 10787 10805 10813 10822 10838 10851 10864 10927 10973 10991 10999 11,059 11060 11069 11074 11130 11145 11152 11215 11220 11237 11322 11339 11407 11415 11461 11467 11471 11519 11520 11543 11610 11614 11615 11673 11682 11683 11720 11740 11751 11779 11792 11811 11859 11887 11900 11958 12055 12060 12093 12103 12116 12119 12175 12228 12230 12241 12320 12325 12349 12389 12428 12467 12476 12505 12519 12585 12660 12664 12692 12712 12742 12756 12786 12829 12871 12873 12885 12906 12915 13034 13081 13093 13110 13126 13143 13176 13209 13223 13230 13248 13261 13231 13283 13345 13386 13413 13475 13504 13523 13544 13627 13638 13666 13670 13703 13745 13747 13804 13816 13833 13840 13850 13878 13910 13925 13928 13944 13982 14004 14057 14060 14068 14089 14150 14197 14213 14226 14239 14286 14334 14377 14378 14400 14437 14473 14480 14482 14524 14615 14620 14624 14642 14693 14700 14715 14790 14808 14889 14892 14955 14978 14981 14990 15038 15039 15059 15080 15082 15115 15119 15125 15145 15173 15214 35233 15271 15280 15289 15300 15308 15315 15334 15387 15439 15466 15547 15622 15624 15630 1563S 15656 15665 15666 15684 15725 15778 15793 15802 15819 15822 15890 15897 15899 15914 15941 15988 16015 16123 16151 16166 16180 16238 16289 16341 16386 16532 16535 16542 16562 16576 16631 16638 16668 16679 16718 16810 16813 16825 16873 16923 16961 16990 16992 17025 17051 17064 17204 17210 17241 17248 17286 17305 17307 17310 17314 17317 17374 17386 17440 17456 17473 17554 17557 17644 17666 17669 17711 17732 17742 17785 17787 17815 17824 17841 17860 17875 17933 17961 18007 13014 18019 18058 18153 18234 18243 18262 18263 18269 18352 18407 18484 18619 18645 18705 18730 18781 18848 18856 18873 18881 18887 18945 18970 18975 18992 18996 19043 19051 19079 19096 19115 19206 19214 19260 19388 19445 19461 19487 19490 19582 19612 19682 19703 19733 19763 19775 19788 19798 19838 19849 19856 19861 19885 20011 20067 20095 20096 20098 20125 20128 20143 20224 20226 20308 20317 20358 20375 20447 20466 20467 20475 20488 20496 20533 20545 20599 20616 20632 20678 20691 20697 20729 20754 20756 20774 20810 20884 20895 20940 20995 Verbetering le kl. Ie lijst: 9324 m. z. 9323; 13397 m. z. 13387. Een standaardmolen te Waarde in Zeeland, voorzien van de stroomlijn-wieken. Het verschil met de oude wieken is niet zoo groot. Uitzicht yan Karnan over Helsingborg» de zee en de Deensche kust. Boeren en polderbesturen schaffen de motoren af! De boer houdt van zijn molen, maar ook van zijn portemonnaie en als de belangen van de beurs door den molen in gevaar komen, verdwijnen de wieken en de romp wordt gesloopt. Zoo gaat, het- 't polderbestuur ook. Zij die den molen zien als een on misbaar ornament in ons Neder landsch landschap slaan met droef heid gade, hoe het materialistisch vonnis wordt voltrokken en begroeten nu met blijdschap de nieuwe vinding, de nieuwe molenwiek, waardoor een eind zal kunnen komen aan de acti viteit van den molenslooper. Zeer zeker, wij Nederlanders hebben niet het privilegie van het molenbezit, maar tochWaarom zou anders op elke reclame plaat voor het buitenland over Nederland een molen worden afgebeeld, te pas of te onpas? Zonder overdrijving mag men toch zeggen dat een Nederlandsch polderlandschap zonder molens leeg is als een zomersch strand zonder badstoelen. Zij hooren er, die zwaaiende wijd- armen, die wuiven en wenken en groetend be weren uit de verte. Maar.... de boer of het polderbestuur dat göedköoper meent uit te zij met electriciteit, vraagt niet naar aesthe- tica, doch doet. Hetgeen zeggen wil: sloopt, laat vervallen of opruimen, drie synoniemen voor één onherstelbaar verlies. Het waren niet alleen de boeren, doch ook de deskundigen, waarmee wij dan de inge nieurs bedoelen, die vooral vroeger den raad gaven: „Sloopen; wij maken er wat beters van!" Ook zij waren schuldig en kunnen ge daagd worden voor den vierschaar der molen behouders. Zoo kwam het dat de een na den ander verdween. Zoo komt het dat men in ons land molens kan vinden zonder wieken, al of niet gepromoveerd tot belvédère, waar men het uitzicht kan bewonderen. Zoo komt het dat er molens zijn die lijken op een ruïne. Zoo komt het dat men vierkante, dun-murige, vloek-kleurige gebouwsels kan vinden op plaatsen waar eens fiere knapen van molens hebben geheerscht. Zoo kwam het ook dat nu twaalf jaar gele den de vereeniging „De Hollandsche Molen" werd opgericht, die niet 't doel had molens te koopen of molens in stand te houden die niet te gebruiken waren, doch die zich als taak had gesteld: „propaganda voor den wind te maken", om het nu eens populair uit te drukken. En nu de nieuwe vinding. Eigenlijk zijn er twee vindingen. De Leidenaar Dekker heeft reeds eenigen tijd geleden een stroomlijnwiek ontworpen die op verscheidene molens is aan gebracht. Eno, wonder, de bemaling van den polder, den Veenderpolder in Zuid-Hol land, ging beter en goedkooper met dezen stroomlijn-wieken-molen dan voorheen met den motor-molen. Zelfs is het voorgekomen dat een molen voor een stuk was afgebroken, doch men keerde ten halve, eer men ten heele was gedwaald, bracht er de stroomlijnwieken op en men was tevredener dan ooit! En bij tientallen anderen bleken deze wieken een groot succes. Wel zou men kunnen meenen dat een stroom- lijnwiek niet zoo echt en mooi is. als de oude wiek met het hekwerk, doch in een zoo be langrijke kwestie lette men niet on details, wil de zaak niet geheel verloren gaan. Nu is er een tweede nieuwigheid verschenen. De Duitscher Kurt Bilau heeft een wiek ont worpen, die te ingewikkeld is om nu te be schrijven. Het komt hier op neer: door een kleppensysteem regelt de wiek zelf zijn snel heid. Tot nog toe was het namelijk zoo, dat bij sterken wind de wieken niet te houden wa ren. De molen vloog als een oezetene in het rond en het drijfwerk liep terdege gevaar. Bij een zuchtje, wind van drie tot zes meter per seconde snelheid deed de molen daarentegen niets. De uitvinding van Bilau heeft dit groote voordeel dat de molen onder alle omstandig heden kan blijven werken. Wordt de snelheid te groot, dan zorgen een aantal kleppen er voor, dat achter de wieken windwervelingen ontstaan, die tegengesteld zijn aan den wind, die het raderwerk doet draaien, zoodat de mo len wordt geremd. De vereeniging „De Hollandsche Molen" spreekt zich natuurlijk niet uit voor het een of andere systeem, doch in haar propaganda voor de windkracht zijn deze beide uitvin dingen van groote waarde. Nu tegenwoordig aan alle zijden wordt ge tracht de bedrijfskosten te verminderen, maakt de wind een mooie kans, vooral nu er wieken zijn die veel grootere zekerheid voor het bedrijf geven dan de oude. Bovendien.... wind is er altijd. Ook al is het dan windstil, wat in ons landje tot de groote uitzonderingen behoort. En electriciteit is er niet altijd. Immers kan het toch sebeuren dat een electrische centrale door de een of andere oorzaak wordt vernield en voor langen tijd onbruikbaar is. Moet de polder dan onder water loopen, terwijl er wind in overvloed is, wind die volkomen gratis is? Krijgt Haarlem een nieuwe Adriaan Het is De Hollandsche Molen er om te doen het landschap te behouden. Haar propaganda is echter op een economische en practische basis gegrondvest en slechts in een enkel ge val zal zij tot aankoop van een molen over gaan. Zoo'n enkel geval was wijlen De Adriaan. Die aan het Spaarne stond en zwakker bleek dan het vuur, waardoor een onzer zeer mooie molens voor goed is verdwenen, Voor goedEr is een spaarpotje voor een nieuwen Adriaan, op dezelfde plaats. Het potje heeft vier duizend gulden, maar een molen kost veel meer. Een goed verstaander heeft aan zoo'n zachte wenk voldoende. Mis schien zullen zij, die de daad bij het begrip voegen, later met dubbele voldoening kunnen opzien naar dien nieuwen Adriaan aan het Spaarne. Doch de ruira twee duizend molens, die Nederland nog rijk is, schijnen langzamerhand in een minder gevaar lijke positie te geraken. Dank zij de nieuwe vindingen, waardoor men niet meer kan spreken over die „onnutte, ouderwetsche dingen, waar niemand wat aan heeft..,...!" Misschien z-al het toch waar wor den wat optimisten steeds hebben be weerd: „Nederland zal zijn molens wel weten te behouden". Al is het ook de beurs, die hier de beslissing heeft ge bracht. Wij kunnen ons immers vleien met andere gedachten De pers over de vliegrampen. Verschillende bladen hebben Maandag be- schouwingn gewijd aan de ramp, welke de K.L.M. door het neerstoren van de „Gaai" heeft getroffen. Het Alg. Handelsblad dringt aan op een spoedig onpartijdig onderzoek, waardoor klaarheid moet worden geschapen. Het Vaderland wil, dat men geen Douglas in slecht weer laat vliegen. Niet ontkend kan volgens het blad worden,- dat de minder goede eigenschappen van het Amerikaansche toestel in remous een rol kunnen gespeeld hebben. De Volkskrant is van oordeel dat als het tempo, waarin de Nederlandsche luchtvaart zich ont wikkelt, te straf is, de rem erop gezet moet worden. De Maasbode meent, dat aan het safety first-principe onverbiddellijk moet worden vast gehouden. Tevens stelt de lucht vaartmedewerker van dit blad in een uitvoe rig artikel de vraag of wat hier gebeurd is, toeval is, zooals men dat pleegt te noemen. Zijn er fouten gemaakt, groote fouten? zoo schrijft hij. Als er inderdaad fouten zijn gemaakt, moe- teiT die fouten dan persé bij dexx man aan het roer, den bestuurder der vliegtuigen, worden gezocht? Zeer beslist niet. Of moeten die fouten soms aan een bepaald type vliegtuig worden geweten? Evenmin. Dan stelt de schrijver de vi'aag, of hier een systeem bezig is zich te wreken. Het is z.i. onmogelijk op deze vraag te antwoorden zon der absolute kennis van de ware oorzaak van alle vijf .de rampen. Twee dingen zijn echter zeker. Ten eerste: feit is, dat de K. L. M. een zeer en zeer intensief zomerprogram in uitvoering heeft genomen, grootendeels te onderhouden met geheel nieuw materieel Ten tweede is feit, dat door dat zeer inten sieve zomerprogram een tekort aan grond- en vliegpersoneel is ontstaan en dat dat perso neel den intensieven dienst moet uitvoeren met veel nieuwe materiaal, waarmede het üit den aard der zaak nog zeker niet in die mate vertrouwd is. zooals met het oude, benvoefde materiaal het geval is geweest, waarmede oe veel bescheidener opgezette diensten der vori ge jaren werden onderhouden. Die feiten sa men kunnen groote gevaren opleveren. Jonge vliegers, die vroeger geleidelijk met nieuw ma teriaal en nieuwe routes vertrouwd werden ge maakt. moesten nu na een betrekkelijk korte opleiding, de nieuwe typen bevliegen en wer den voor de eerste maal op routes gezet, die zij tevoi'en nog nimmer in gezelschap van een andex-en met den weg vertrouwd zijnden col lega haddexi bevlogen. De schrijver geeft daxi verschillende voor beelden van den vermoeienden dienst der pi loten, o.a. hoe onlangs een' vlieger voor een extra vlucht :?aar Griekenland pas na lang aandrixigen als hulp meekx-eeg -een leerling van de Rijksverkeersvliegeropleiding. Hij ge waagt verder oojc van het moeilijke ep ?ware werk der mecano's. Vaq dep werktuigkundi ge van de Kwikstaart wordt verteld, dat hij de laatste dagen zeer veel arbeid had verricht en weixiig nachtrust genoten. Dies is het niet te vex-wonderen wamxeer deze menschen wel eexxs minder accuraat zouden gaan werken en fouten maken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7