Een Elf landen tocht
Nieuwe wieten waken tegen molenverlies.
Waar de zee tweelanden scheidt en... vereenigt
Het is hier ontzettend warm geweest. Zwe
den is in den zomer nooit een land van
sneeuw en ijs, maar 30 gr. c. in de schaduw
is toch wel wat erg veel. Op het laatst weet
je eenvoudig niet meer wat je zult doen. Het
beste is 's nachts of 's avonds te fietsen.
Dan is het uit te houden en de nachten zijn
zoo licht, dat je toch evenveel ziet als over
dag.
Karnan, de oude burchttoren boven
Helsingborg.
Door die lichte nachten juist en het vroege
opkomen van dagen, was het echter om 9 uur
's morgens al om te bezwijken en wanneer
^e dan nog je fiets tegen een paar bergjes
- naar boven mag duwendan zit je maar
weer eens tien minuten in de schaduw van
een boschje op een rotsblok uit te puffen.
Op zoo'n dag tegen een uur of tien zwoeg
de ik hijgend en blazend over den stoffigen
weg. At ladingen zand bij elke voorbij stui
vende auto en verwenschte de hitte nü, even
hard als een paar dagen te voren den regen!
Mijn snelheid was teruggeloopen tot op het
uiterste punt waarop een fiets in evenwicht
kan blijven. Plotseling schieten twee andere
fietsers mij voorbij. Tsjonge, die gaan hard
en zij zijn ook bepakt, net als ik! Hun naakte
bovenlijven bewegen in regelmatigen cadans
bij eiken pedaaltrap. Eindelijk iets dat mij
opwekt uit mijn slakkengang en met een
heroisch gebaar leg ik mij'zélf op, minstens
een uur lang datzelfde tempo vol te hóuden.
Nu krommen zich drie ruggen onder de on
barmhartige zonnestralen. Twee vooraan en
een achteraan, weldra is de slagorde echter
veranderd en trotseeren wij de warmte niet
zijn drieën op één rij.
Er. wordt niet veel gesproken, maar zulke
wegvriendschappen ontstaan nu eenmaal
zonder meer. Het toeval brengt je te zamen
en als zoodanig wordt het aanvaard. Wan
neer wij eindelijk water bespeuren, is ons
aller weerkracht gebroken. D;e fietsen wor
den tegen een boom gesmeten en na een
paar minuten springen wij in hét water van
Ringsjön, een der mooiste meren in Schonen.
Den heelen middag liggen wij zoo afwisse
lend in zon en schaduw of in het water. De
conversatie vlot gaandeweg, beter, maar bet
is een heele toer om Zweedsch te praten,
wanneer je dat nooit geleerd hebt. Doch hoe
dan ook wij begrijpen elkaar volkomen en als
ik dan nog uitgevonden heb, dat zij in Hel
singborg wonen, is de vriendschap geteekend
en ik beloof hen daar op te zoeken. Nadat, wij
wederzijdsche adressen hebben opgeschre
ven, fiets ik tegen den avond weg naar SjÖbo
om mijn vrienden daar te bezoeken en slaap
ter afwisseling dien nacht e?"- "t kan
tongerecht,- in de kamer van de jury.
Den volgenden dag ben ik weer in Lund.
Dezen keer tref ik mijn vriend, den archi
tect, op zijn kantoor aan. Hij staat gebogen
over een maquette. Zoo moet het nieuwe
zwembad van Lund worden. Wanneer hij mij
dat vertelt, ontmoeten onze oogen elkaar
over de tafel heen. „Dank je nog wel voor je
hulp", klinkt het en ik denk daarbij aan de
beschrijvingen, die ik gestuurd heb van de
nieuwe zwembaden in Nederland. Ja, zoo
waar, daar is ook de groote glazen zijwand,
die het snortferdê^nb0 d --
De heerlijke echt Zweedsche lunch, die mij
dan geoffreerd wordt, heb ik dezen keer nu
eexis echt verdiend!
Een kort bezoek aan Landskrona, waar
niet veel te zien is, want het oude slot is nu
een vrouwengevangenis en gesloten voor het
publiek, en dan rijd ik den prachtigen weg
op naar Helsingborg. Links van mij ligt, ais
een matzilveren spiegel het water van de
'Sont, scherp teekénen zich de omtrekken van
het eiland V-en daarin af. Verder weg, vaag
groen, ligt de kust van Denemarken. Steeds
nauwer wordt de Sont in de richting van
Helsingborg en het panorama is van een
voortdurend afwisselende schoonheid. Als ik
een oogenblik langs den weg zit om daarvan
te genieten, suizen mij drie hofauto's voor
bij. In een er van herken ik den kroonprins
en de kroonprinses. Hun zomerverblijf ligt
vlak bij Helsingborg. Dan trap ik maar weer
op mijn „auto" verder en vind na eenig zoe
ken het opgegeven adres in Helsingborg.
Over het groote gazon voor de villa klinkt
een gramaphoon, en in de schaduw van een
paar boomen zit een heel troepje jonge men
sehen koffie te drinken. Een meisje komt net
het hek binnen gereden op een paard. Ik
word voorgesteld aan alle Ul'la's, Margit's en
Marit's of hoe ze anders mogen heet en, krijg
ook een kop koffie en ik heb mijn tehuis
voor drie dagen gevonden.
Den volgenden dag gaan wij met de tram
naar -de stad. Een éénmanswagen, maar hier
moet je bij het uitstappen je geld in een
bus doen. Kaartjes krijg je eigenlijk nooit
in de kleinere Zweedsche plaatsen. Ik ge
loof wel dat dit „bus"-systeem zijn voordee-
len heeft, maar het is natuurlijk nooit op
gewassen tegen onze Hollandsche contro
leerwoede!
Wii liepen over Stortorget naar het Zee
vaartmonument. Een zuil bekroond door een
Hermes van Prof. Carl Milles. Milles is zon
der twijfel de grootste Zweedsche beeldhou
wer en misschien wel een der grootsten
'ter wereld op het oogenblik. Daarom vindt
men bijna in elke stad, die zich zelf respec
teert, een gedenkteeken of een fontein ge
schapen door dezen genialen kunstenaar."
Als in snelle vlucht zweeft hoog in de lucht
de gevleugelde figuur, slechts met de teenen
van één voet de wereldglobe aanrakend. Hoog
opheffend het schip in zijn hand, is hij het
ware kenmerk van de bedrijvige handelsstad,
die aan zijn voeten ligt en met de klip mee
omhoog stijgt tot ver -boven de zee. Daar,
boven het gewriemel der kleine menschen,
staat eenzaam en trots de machtige „Kar
nan" (Tsjarnan), de middeltoren van de
vesting die hier eeuwen geleden gestaan
heeft. Alle andere deelën van de burcht zijn-
geslecht, alleen deze reus is blijven staan,
onvéranderd als voor vele eeuwen. Met zijn
4V2 M. dikke muren heeft hij alle stormen
getrotseerd en zelfs sloopershanden gestuit.
De vertrekken zijn duister en bedompt,
slechts smalle vensterstrepen met resten van
glas hi lood, laten wat licht naar binnen
vallen. Knipperend tegen de felle zon stap
pen wij het terras op het volle daglicht te
gemoet. Overweldigend is het uitzicht.
Achter je ligt het vruchtbare Schonen. Ko
renvelden wisselen af met bosschen; de we
gen slingeren zich over heuvelen en door
dalen. Hier en daar draaien de wieken van
een ouden molen. Ginds rijzen de vierpun
tige hoektorens op van een slot. Langs de
kust zie je ver omlaag naar het zuiden en
in het noorden ligt; verscholen tusschen de
boomen, het groene dak van Sofiero, het zo-
merslot der kroonprinselijke familie.
Over de stad naar de zee toe is het uit
zicht nog mooier. Witgekopt jagen de grauw-
groene golven voort door de nauwe Sont en
aan de overzijde ligt Denemarken; ligt Hel-
singör, de stad van Shakespeare's Hamlet.
Twee landen en twee steden liggen aan den
voet van Karnan, maar daar tusschen
stroomt het water van de zee.
Hoe onoverkomelijk deze scheiding van
boven af gezien ook lijkt, beneden aan de
haven landt de veerboot naar den overkant.
Voor 70 öre slechts kun je heen en weer va
ren! Voor 27 Hollandsche centen koop je
aan het loketje retourbiljet voor een buiten-
landsche reis. 2 maal 20 minuten lang kun
je voor datzelfde geld genieten van de pano
rama's aan beide kanten. Van het Zweed
sche, dat langzamerhand uitgestrekter wordt
maar tegelijk ook vager en van het Deen-
sche, dat eerst als een br-eede wijde streep
voor je ligt, maar steeds zich vernauwt tot
slechts" Helsingör en Kronborg zelf, het re
naissance slot overblijven. Dan stappen wij
aan wal.
Voor Scan-dinaviërs is hier niet de gering
ste controle, pas is niet nocdig. Zweedsch
geld wordt oyeral geaccepteerd.
Buitenlandsche reizen prikkelen nu een
maal altijd de kooplust van den mensch. Dat
geldt meer voormijn Zweedsch gezelschap
dan voor mij. Er was geen winkel, waar het
troepje meisjes niet opgetogen voor stil
stond.
Eindeloos was de kooplust van ons vrou
welijk gezelschap: een hoed, een taschje,
een strandbroek en toen zij ook nog een par
fumeriewinkel binnen stapten, was het eind
nog niet te overzien. Uit wraak besloten wij
twee arme mannen ook wat te koopen.
Daarna zijn wij er met zijn beiden op uit
getrokken door de straten en steegjes van
deze zonnige stad. Langs de oude huizen in
vakwerkbouw. Wij hebben de gothische ker
ken bekeken. Hoe prachtig mooi is toch ge
wone roode baksteen, wanneer regen en wind
den steen verweerd hebben! Gloeiend diep
rood lagen de oude kloostergebouwen, die nu
het stadsmuseum huisvesten. Doch ondanks
dit alles is het slot de parel in de -kroon van
Helsingör,
Onder het doffe geratel der scheepsha
mers, langs de werkplaats-en loopen wij er
op af. Het is een weinig idyllische omgeving,
maar wanneer je eenmaal de eerste poort
binnen 'bent, stap je een andere wereld in.
Afgesloten door hooge wallen en muren is
Kronborg een stad op zichzelf. Een heel com
plex van bastions ligt er om heen. Alleen de
oude kanonnen, in lange rij geschaard, her
inneren nu nog aan een vesting en ook de
gehelmde Deensche soldaat, die op het eene
bastion bij de vlag staat. Met zijn omhoog
geslagen broekspijpen en een helm, die meer
breed dan lang is, maakt hij voor onze be
grippen een hoogst zonderlingen indruk.
De Denen zijn terecht trots op dit slot,
maar, al heeft een Deensche koning het ook
laten bouwen, een Nederlandsch bouwmeester
heeft het gebouwd, en zoo voor ons volk hier
een monument geschapen, als wij er in ons
eigen land gëloof ik ternauwernood een kun
nen aanwijzen. De Denen erkennen hier onze
meesterhand. De „Nederlandsche renaissan
ce" sloten, Rosenborg, Frederiksborg en
Kronborg gelden voor -de mooiste Deensche
kasteelen.
Op het prachtig gave binnenhof werd een
tijdje geleden de meeting der Oxfordgroep
gehouden, die de heele Deensche pers dagen
lang bezig hield, met het opsommen van alle
beroemde adellijke en niet adellijke perso
nen, die aanwezig waren. Nu staat er al weer
een podium en uit de kapel klinkt gezang.
De volgende meeting! Het leven gaat voort.
Eens wandelde Hamlet hier over het terras.
Daarna was Kronborg het sterke slot van
waar uit de heele Sont beheerscht werd. Nu
is Kronborg stil geworden, geen hof houdt er
verblijf, geen scheepsgeroep weerklinkt, maar
nog steeds spoelen de golven tegen zijn mu-
WOENSDAG 24 JUEI 1935
ren en de groen koperen daken en torens
trillen onder de zon. Hoog op den toren kijk
ik nu de andererichting uit, naar Zweden,
en onwillekeurig wordt mijn oog naar Kar
nan getrokken, naar den ouden wachttoren
aan de overzij. Twee kasteelen, wier geschie
denis nu geschreven is. Eens beheerschten
zij den ingang van de Oostzee, nu zijn het
nog slechts decoratieve versieringen, van de
twee opbloeiende steden, die rondom hen
verrezen. Daar tusschen ligt de zee. De Sont,
die hen scheidt en toch ook weer zoo hecht
verbindt. De Sont, die hier op haar smalste
punt, de verbindingsbrug geworden is van
het, continent naar Zweden en waarover da
gelijks honderden toeristen op de witte veer-
booten naar de overzij varen.
B. C. J. GRDENEVELT.
Uitvindingen waardoor de wind 'f wint.
VEEL VLIEGONGELUKKEN EISCHEN VEEL
DOODEN.
Het Japansche luchtverkeer heeft in de
eerste zes maanden van dit jaar groote ver
liezen geleden. In totaal zijn 31 vliegtuigen
verongelukt, waarbij 46 vliegers om het leven
zijn gekomen. Het vorige jaar werden 96 vlie
gers gedood en in 1931 71. Van de verongelukte
piloten behoorden er twintig tot de militaire
luchtmacht 22 tot de marine en vier waren
in dienst der verkeersmaatschappijen.
469e STAATSLOTERIJ
(Niet officieel)
lstc klasse, 2de lijst
Trekking van Dinsdag 23 Juli 19"
Hooge Prijzen
f 5000.— 17165
f 2000.— 14217
f 1000.— 11242
f 400.— 3789 18958
f 100.— 8159 9711 10944
16371 19863
Prijzen van j
5
9
15
46
56
66
67
75
89
113
118
136
141
159
168
246
301
308
312
387
430
454
458
476
484
512
5X5
524
609
642
660
686
691
746
767
776
783
798
802
805
827
914
916
918
924
936
969
976
985
1026
1060
1123
1209
1257
1306
1322
1354
1378
1409
1449
1477
1501
1548
1575
1644
1649
1662
1685
1690
1702
1793
1856
1890
1915
1948
1956
1961
2049
2061
2164
2191
2226
2297
2317
2363
2376
2377
2432
2453
2467
2501
2520
2521
2548
2588
2637
2665
2674
2711
2742
2794
2826
2852
2903
2934
2987
2993
2996
3035
3043
3052
3055
3082
3164
3167
3171
3188
3200
3210
3225
3234
3277
3331
3357
3423
3482
3526
3563
3580
3605
3644
3655
3672
3673
3722
3736
3758
3760
3766
3806
3867
3906
3912
3934
3948
3986
3990
3995
4008
4074
4084
4037
4131
4144
4171
4191
4201
4245
4250
4292
4335
4396
4420
4459
4464
4466
4522
4574
4652
4677
4716
4726
4781
4802
4805
4813
4821
4935
4986
4991
4993
5008
5029
5037
5059
5060
5062
5071
5092
5105
5192
5240
5244
5258
5324
5326
5365
5411
5424
5448
5480
5489
5493
5499
5537
5542
5547
5552
5640
5676
5686
5703
5750
5756
5760
5803
5833
5847
5923
6022
6105
6190
6199
6214
6289
6314
6358
6369
6431
6498
6619
6648
6685
6768
6796
6805
6847
6923
7007
7024
7041
7053
7056
7057
7090
7105
7151
7209
7220
7258
727.6
7299
7312
7320
7325
7332
7335
7374
7378
7386
7523
7537
7576
7599
7626
7635
7637
7711
7791
7793
7842
785-1
7881
7901
7918
7935
8003
8005
8007
8035
8041
8072
8106
8111
8139
8151
8166
8175
8184
8244
8278
8286
8300
8310
8339
8384
8432
8440
8443
8447
8450
8451
8469
8472
8498
8594
8612
8614
8619
8667
8717
8723
8776
"8780
83T6
8825
8899
8901
8937
8953
8956
8S93
9004
901.8
9072
9084
9166
3219
9241'
.9339
'.9357
9359
9435
9491
9492
9494
9526
9537
9556
9603
9639
9650
9688
9760
9774
9796
9841
9859
9897
9910
9911
9954
10011
10023
10030
10130
10155
10167
10237
10265
10295
10300
10343
10369
10388
10402
10430
10431
10469
10513
10541
10542
10600
10607
10610
10645
10659
10664
10676
10688
10690
10714
10717
10747
10763
10773
10787
10805
10813
10822
10838
10851
10864
10927
10973
10991
10999
11,059
11060
11069
11074
11130
11145
11152
11215
11220
11237
11322
11339
11407
11415
11461
11467
11471
11519
11520
11543
11610
11614
11615
11673
11682
11683
11720
11740
11751
11779
11792
11811
11859
11887
11900
11958
12055
12060
12093
12103
12116
12119
12175
12228
12230
12241
12320
12325
12349
12389
12428
12467
12476
12505
12519
12585
12660
12664
12692
12712
12742
12756
12786
12829
12871
12873
12885
12906
12915
13034
13081
13093
13110
13126
13143
13176
13209
13223
13230
13248
13261
13231
13283
13345
13386
13413
13475
13504
13523
13544
13627
13638
13666
13670
13703
13745
13747
13804
13816
13833
13840
13850
13878
13910
13925
13928
13944
13982
14004
14057
14060
14068
14089
14150
14197
14213
14226
14239
14286
14334
14377
14378
14400
14437
14473
14480
14482
14524
14615
14620
14624
14642
14693
14700
14715
14790
14808
14889
14892
14955
14978
14981
14990
15038
15039
15059
15080
15082
15115
15119
15125
15145
15173
15214
35233
15271
15280
15289
15300
15308
15315
15334
15387
15439
15466
15547
15622
15624
15630
1563S
15656
15665
15666
15684
15725
15778
15793
15802
15819
15822
15890
15897
15899
15914
15941
15988
16015
16123
16151
16166
16180
16238
16289
16341
16386
16532
16535
16542
16562
16576
16631
16638
16668
16679
16718
16810
16813
16825
16873
16923
16961
16990
16992
17025
17051
17064
17204
17210
17241
17248
17286
17305
17307
17310
17314
17317
17374
17386
17440
17456
17473
17554
17557
17644
17666
17669
17711
17732
17742
17785
17787
17815
17824
17841
17860
17875
17933
17961
18007
13014
18019
18058
18153
18234
18243
18262
18263
18269
18352
18407
18484
18619
18645
18705
18730
18781
18848
18856
18873
18881
18887
18945
18970
18975
18992
18996
19043
19051
19079
19096
19115
19206
19214
19260
19388
19445
19461
19487
19490
19582
19612
19682
19703
19733
19763
19775
19788
19798
19838
19849
19856
19861
19885
20011
20067
20095
20096
20098
20125
20128
20143
20224
20226
20308
20317
20358
20375
20447
20466
20467
20475
20488
20496
20533
20545
20599
20616
20632
20678
20691
20697
20729
20754
20756
20774
20810
20884
20895
20940
20995
Verbetering le
kl. Ie
lijst:
9324
m. z.
9323;
13397 m. z.
13387.
Een standaardmolen te Waarde in Zeeland, voorzien van de
stroomlijn-wieken. Het verschil met de oude wieken is niet
zoo groot.
Uitzicht yan Karnan over Helsingborg» de zee en de Deensche kust.
Boeren en polderbesturen schaffen de
motoren af!
De boer houdt van zijn molen,
maar ook van zijn portemonnaie en
als de belangen van de beurs door den
molen in gevaar komen, verdwijnen de
wieken en de romp wordt gesloopt.
Zoo gaat, het- 't polderbestuur ook.
Zij die den molen zien als een on
misbaar ornament in ons Neder
landsch landschap slaan met droef
heid gade, hoe het materialistisch
vonnis wordt voltrokken en begroeten
nu met blijdschap de nieuwe vinding,
de nieuwe molenwiek, waardoor een
eind zal kunnen komen aan de acti
viteit van den molenslooper.
Zeer zeker, wij Nederlanders hebben niet
het privilegie van het molenbezit, maar
tochWaarom zou anders op elke reclame
plaat voor het buitenland over Nederland een
molen worden afgebeeld, te pas of te onpas?
Zonder overdrijving mag men toch zeggen dat
een Nederlandsch polderlandschap zonder
molens leeg is als een zomersch strand zonder
badstoelen. Zij hooren er, die zwaaiende wijd-
armen, die wuiven en wenken en groetend be
weren uit de verte. Maar.... de boer of het
polderbestuur dat göedköoper meent uit te
zij met electriciteit, vraagt niet naar aesthe-
tica, doch doet. Hetgeen zeggen wil: sloopt,
laat vervallen of opruimen, drie synoniemen
voor één onherstelbaar verlies.
Het waren niet alleen de boeren, doch ook
de deskundigen, waarmee wij dan de inge
nieurs bedoelen, die vooral vroeger den raad
gaven: „Sloopen; wij maken er wat beters
van!" Ook zij waren schuldig en kunnen ge
daagd worden voor den vierschaar der molen
behouders.
Zoo kwam het dat de een na den ander
verdween. Zoo komt het dat men in ons land
molens kan vinden zonder wieken, al of niet
gepromoveerd tot belvédère, waar men
het uitzicht kan bewonderen. Zoo komt het dat
er molens zijn die lijken op een ruïne. Zoo
komt het dat men vierkante, dun-murige,
vloek-kleurige gebouwsels kan vinden op
plaatsen waar eens fiere knapen van molens
hebben geheerscht.
Zoo kwam het ook dat nu twaalf jaar gele
den de vereeniging „De Hollandsche Molen"
werd opgericht, die niet 't doel had molens
te koopen of molens in stand te houden die
niet te gebruiken waren, doch die zich als
taak had gesteld: „propaganda voor den wind
te maken", om het nu eens populair uit te
drukken.
En nu de nieuwe vinding. Eigenlijk zijn er
twee vindingen. De Leidenaar Dekker heeft
reeds eenigen tijd geleden een stroomlijnwiek
ontworpen die op verscheidene molens is aan
gebracht. Eno, wonder, de bemaling van
den polder, den Veenderpolder in Zuid-Hol
land, ging beter en goedkooper met dezen
stroomlijn-wieken-molen dan voorheen met
den motor-molen. Zelfs is het voorgekomen
dat een molen voor een stuk was afgebroken,
doch men keerde ten halve, eer men ten heele
was gedwaald, bracht er de stroomlijnwieken
op en men was tevredener dan ooit! En bij
tientallen anderen bleken deze wieken een
groot succes.
Wel zou men kunnen meenen dat een stroom-
lijnwiek niet zoo echt en mooi is. als de oude
wiek met het hekwerk, doch in een zoo be
langrijke kwestie lette men niet on details, wil
de zaak niet geheel verloren gaan.
Nu is er een tweede nieuwigheid verschenen.
De Duitscher Kurt Bilau heeft een wiek ont
worpen, die te ingewikkeld is om nu te be
schrijven. Het komt hier op neer: door een
kleppensysteem regelt de wiek zelf zijn snel
heid. Tot nog toe was het namelijk zoo, dat bij
sterken wind de wieken niet te houden wa
ren. De molen vloog als een oezetene in het
rond en het drijfwerk liep terdege gevaar. Bij
een zuchtje, wind van drie tot zes meter per
seconde snelheid deed de molen daarentegen
niets.
De uitvinding van Bilau heeft dit groote
voordeel dat de molen onder alle omstandig
heden kan blijven werken. Wordt de snelheid
te groot, dan zorgen een aantal kleppen er
voor, dat achter de wieken windwervelingen
ontstaan, die tegengesteld zijn aan den wind,
die het raderwerk doet draaien, zoodat de mo
len wordt geremd.
De vereeniging „De Hollandsche Molen"
spreekt zich natuurlijk niet uit voor het een
of andere systeem, doch in haar propaganda
voor de windkracht zijn deze beide uitvin
dingen van groote waarde.
Nu tegenwoordig aan alle zijden wordt ge
tracht de bedrijfskosten te verminderen,
maakt de wind een mooie kans, vooral nu er
wieken zijn die veel grootere zekerheid voor
het bedrijf geven dan de oude.
Bovendien.... wind is er altijd. Ook al is
het dan windstil, wat in ons landje tot de
groote uitzonderingen behoort. En electriciteit
is er niet altijd. Immers kan het toch sebeuren
dat een electrische centrale door de een of
andere oorzaak wordt vernield en voor langen
tijd onbruikbaar is. Moet de polder dan onder
water loopen, terwijl er wind in overvloed is,
wind die volkomen gratis is?
Krijgt Haarlem
een nieuwe Adriaan
Het is De Hollandsche Molen er om te doen
het landschap te behouden. Haar propaganda
is echter op een economische en practische
basis gegrondvest en slechts in een enkel ge
val zal zij tot aankoop van een molen over
gaan. Zoo'n enkel geval was wijlen De Adriaan.
Die aan het Spaarne stond en zwakker bleek
dan het vuur, waardoor een onzer zeer mooie
molens voor goed is verdwenen,
Voor goedEr is een spaarpotje voor
een nieuwen Adriaan, op dezelfde plaats. Het
potje heeft vier duizend gulden, maar een
molen kost veel meer. Een goed verstaander
heeft aan zoo'n zachte wenk voldoende. Mis
schien zullen zij, die de daad bij het begrip
voegen, later met dubbele voldoening kunnen
opzien naar dien nieuwen Adriaan aan het
Spaarne.
Doch de ruira twee duizend molens,
die Nederland nog rijk is, schijnen
langzamerhand in een minder gevaar
lijke positie te geraken. Dank zij de
nieuwe vindingen, waardoor men niet
meer kan spreken over die „onnutte,
ouderwetsche dingen, waar niemand
wat aan heeft..,...!"
Misschien z-al het toch waar wor
den wat optimisten steeds hebben be
weerd: „Nederland zal zijn molens wel
weten te behouden". Al is het ook de
beurs, die hier de beslissing heeft ge
bracht. Wij kunnen ons immers vleien
met andere gedachten
De pers over de vliegrampen.
Verschillende bladen hebben Maandag be-
schouwingn gewijd aan de ramp, welke de
K.L.M. door het neerstoren van de „Gaai"
heeft getroffen. Het Alg. Handelsblad dringt
aan op een spoedig onpartijdig onderzoek,
waardoor klaarheid moet worden geschapen.
Het Vaderland wil, dat men geen Douglas in
slecht weer laat vliegen. Niet ontkend kan
volgens het blad worden,- dat de minder goede
eigenschappen van het Amerikaansche toestel
in remous een rol kunnen gespeeld hebben. De
Volkskrant is van oordeel dat als het tempo,
waarin de Nederlandsche luchtvaart zich ont
wikkelt, te straf is, de rem erop gezet moet
worden. De Maasbode meent, dat aan het
safety first-principe onverbiddellijk moet
worden vast gehouden. Tevens stelt de lucht
vaartmedewerker van dit blad in een uitvoe
rig artikel de vraag of wat hier gebeurd is,
toeval is, zooals men dat pleegt te noemen.
Zijn er fouten gemaakt, groote fouten? zoo
schrijft hij.
Als er inderdaad fouten zijn gemaakt, moe-
teiT die fouten dan persé bij dexx man aan het
roer, den bestuurder der vliegtuigen, worden
gezocht?
Zeer beslist niet.
Of moeten die fouten soms aan een bepaald
type vliegtuig worden geweten?
Evenmin.
Dan stelt de schrijver de vi'aag, of hier een
systeem bezig is zich te wreken. Het is z.i.
onmogelijk op deze vraag te antwoorden zon
der absolute kennis van de ware oorzaak van
alle vijf .de rampen.
Twee dingen zijn echter zeker.
Ten eerste: feit is, dat de K. L. M. een zeer
en zeer intensief zomerprogram in uitvoering
heeft genomen, grootendeels te onderhouden
met geheel nieuw materieel
Ten tweede is feit, dat door dat zeer inten
sieve zomerprogram een tekort aan grond- en
vliegpersoneel is ontstaan en dat dat perso
neel den intensieven dienst moet uitvoeren
met veel nieuwe materiaal, waarmede het üit
den aard der zaak nog zeker niet in die mate
vertrouwd is. zooals met het oude, benvoefde
materiaal het geval is geweest, waarmede oe
veel bescheidener opgezette diensten der vori
ge jaren werden onderhouden. Die feiten sa
men kunnen groote gevaren opleveren. Jonge
vliegers, die vroeger geleidelijk met nieuw ma
teriaal en nieuwe routes vertrouwd werden ge
maakt. moesten nu na een betrekkelijk korte
opleiding, de nieuwe typen bevliegen en wer
den voor de eerste maal op routes gezet, die
zij tevoi'en nog nimmer in gezelschap van een
andex-en met den weg vertrouwd zijnden col
lega haddexi bevlogen.
De schrijver geeft daxi verschillende voor
beelden van den vermoeienden dienst der pi
loten, o.a. hoe onlangs een' vlieger voor een
extra vlucht :?aar Griekenland pas na lang
aandrixigen als hulp meekx-eeg -een leerling
van de Rijksverkeersvliegeropleiding. Hij ge
waagt verder oojc van het moeilijke ep ?ware
werk der mecano's. Vaq dep werktuigkundi
ge van de Kwikstaart wordt verteld, dat hij de
laatste dagen zeer veel arbeid had verricht en
weixiig nachtrust genoten. Dies is het niet te
vex-wonderen wamxeer deze menschen wel eexxs
minder accuraat zouden gaan werken en
fouten maken.