IWAN, DE ONWIJZE. BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Gedurende den vacantietijd, dus tot 7 Sep tember, schrijf ik geen briefje vooraf, 'k Be gin dus dan direct aan het beantwoorden van de briefjes. Best MEIKEVERTJE. 'k Dank je voor de opgave van je rapportcijfers. Het is een vrij goed rapport en ik hoop voor je dat je cijfers, ook in de volgende klassen, zoo blijven, 'k Hoop dat je te Wijk aan Zee mooi weer mag hebben Of ik al vacantie heb? Ja hoor, er is al weer haast een week van om. Nogmaals veel ple zier. Dag Meikevertje. Lief KLAPROOS-JE. Of je in de vacantie steeds moet schrijven? 'k Weet nog niet of de rubriek gedurende de vacantie blijft door gaan en bovendien, hebben zeer veel kinde ren gevraagd, gedurende eenige weken schrijf vacantie te mogen nemen. Deze vacantie heb ik, zooals vanzelf spreekt, toegestaan. Je ziet dus maar wat je doet. Best INDIAANTJE. Leuk zeg, die een denfamilie. 'k Hoop voor je dat ze in het le ven blijven. Maar waar laat je ze zwemmen? Prettig dat je tot de Nijverheidsschool wordt toegelaten. Doe er maar goed je best, zoodat je later het einddiploma haalt. :k Wensch je een prettige vacantie. Dag Indiaantje. Beste DREUMES. 'k Wensch je te Wijk aan Zee veel plezier. Prettig voor je dat je Koninginnefeest op school krijgt. Naar welke klas ga je met September? Van de eendenfa milie heb ik alles vernomen. Snoezig zeg, die kleintjes. Veel genoegen hoor. Dag Dreumes. Lief BOSCHVIOOLTJE. Per ongeluk was je briefje met je adres in de papierbak te rechtgekomen. Toen ik nu de kaart wilde schrijven, wist ik het juiste adres niet en van daar dat je de kaart nog niet ontvangen hebt. Nu heb ik voor alle zekerheid de kaart direct geschreven, dus zal de post haar wel spoedig bezorgen. Veel genoegen met je Duit- sche vriendin. Dag Boschviooltje. Best KEUKENPRINSESJE. Wat was jij Zaterdag vlug met je briefje. Het was Zater dag geen mooi weer. 'k Moest op reis. On derweg goot het telkens. Toen ik echter in Dordt arriveerde was het droog en ik heb al daar hahst geen regen meer gehad, 'k Ben Donderdag tegen den avond weer thuis ge komen. De vergadering voor het a.s. Vacantie Kinderfeest, noopte mij naar IJmuiden te rug te gaan. Je proeve, ook eens iets op rijm te schrijven, laat ik hier nog niet volgen. Mis schien een volgend maal. Dag Keukenprin sesje. Best VLIEGENIERTJE. Prettig, dat je het vogeltje weer vrij hebt gelaten en je dus naar m'n raad geluisterd hebt. Je wilt ook graag schrijfvacantie hebben? Dat is best hoor. Na de vacantie vertel je me maar eens uitvoerig, hoe je de vacantie hebt doorge bracht. Dag Vliegeniertje, veel genoegen. Lief SPARRETJE. Ja meisjelief, twee maal achter elkaar ontving ik geen briefje van je. 'k Begrijp, dat je verzuim buiten je schuld ligt. Prettig dat je uit gaat en ik hoop dat je met je ouders veel genieten zult. Of ik nog uit ga? Van Zaterdag tot en met Don derdag ben ik te Dordrecht geweest en zou met m'n familie mede naar hun pension in Ulvenhout zijn gegaan, als verschillende, reeds voor de vacantie opgenomen werkzaamheden me dit niet onmogelijk hadden gemaakt. Maar wat men aanvaard heeft, moet men zoo goed mogelijk volbrengen en eigen genoegens wel eens opofferen. De voorbereidselen voor het Vacantie Kinderfeest eischen veel meer dan menigeen slechts flauw vermoeden kan. Maar wanneer straks een twee honderd kinderen genieten van een treinreisje, spel in het bosch Groenendaal en heerlijke broodjes met melk, dan geniet ik '-.n hun blijde snoetjes volop en heb heusch g.:n spijt van het in dienst ge steld hebben van eenige vacantiedagen. Ik vind het leuk als je me van je reis een kaart stuurt. Als mijn reisje door een deel van Duitschland doorgaat, dan zend ik je van één der mooiste punten ook een kaart. Lief Sparretje nogmaals veel genoegen hoor. Wil je je ouders namens mij ook heel veel genoe gen wenschén? Dag Sparretje. Best KABOUTERTJE. Goed vriend. Je mag gedurende de vacantie, dat is tot 7 Sep tember, schrijfvacantie nemen, 'k Wensch je met je vriend veel genoegen. Dag Kabou tertje. Lief ASTERTJE. Je vindt 't janumer dat ik geen raadsel gedurende de vacantie op geef? Dat is wel mogelijk, maar je weet niet, hoeveel rubriekertjes mij om schrijfvacantie verzocht hebben. Dat zijn er heel, heel veel. Als je de rubriek inziet, dat zie je dat ik nu reeds weinig briefjes he|b en daarbij zijn er die voorloopig vacantie houden. Het opgeven van raadsels heeft dus nu geen zin. Na de va cantie komen de raadsels weer en ik hoop, dat je dan ook een prijs wint. Prettig dat je schoolrapnort eoed was. Dag Astertje. Lief GOUDSBLOEMPJE. Wanneer je het briefje aan Astertje leest, weet je waarom ik de raadselopgaaf voorloopig heb stopgezet. Jij kunt in de vacantie veel met je kleine broer en je vriendin met haar kleine zus uit. Zoo genieten de kleintjes ook van jullie va cantie. 'k Wensch je veel genoegen. Dag Goudsbloempje. Best JULIAANTJE. Zoo, is Blikoortje weer gearriveerd? Hij heeft het zeker wel naar z'n zin gehad in Loenen? Prettig dat je je nichtje te logeeren hebt. Je hebt precies tot dezelfde datum vacantie als ik. Speel maar veel buiten hoor. Veel genoegen. Dag Ju- liaan tje. Beste ZUS. Jammer dat je beker, die je als prijs ontvangen hebt, gebroken is. Je moet na de vacantie maar weer flink aan het op lossen der raadsels meedoen. Wie weet of je dan weer niet een beker kunt winnen. Wat heeft je nichtje lang vacantie zeg. Speel maar prettig met haar en geniet maar veel van bosch, zon en zee. Op je Zondagsschoolreis wensch je ik ook veel genoegen. Dag Zus. Met veel groeten van MEJ. E. VTJLBRIEF Een Russische vertelling. Steven en Gregor hadden er genoeg van. Hun jongste broer, Iv/an de Onwijze, werd door het heele dorp uitgelachen om de groote dom heden, die hij uithaalde en dat niet alleen, hij wilde ook in de familieraad iets te zeg gen hebben en raad geven hoe alles beheerd moest worden. Of men hem al zei: „Jij bent niet wijs. Bemoei je niet met dingen die je niet aangaan; probeer je maar eerst een beetje minder belachelijk te maken!" Niets hielp. Iwan bleef doorgaan gekke streken uit te halen en de menschen van het dorp hadden er schik in. Zoo erg was 't dat zijn broers op zekeren dag tegen hem zeiden: „Laat ons met rust- en bemoei jij je met je eigen zaken. Anders zul je met ons te doen hebben." Natuurlijk stoorde Iwan zich daar niet aan. Toen bedachten Steven en Gregor, die eigen lijk een paar gewetenlooze schurken waren, een middel om zich van hun broer te ontdoen. Op een avond toen hij argeloos thuiskwam, vielen ze hem aan, en zijn mond dichthou dend, stopten ze hem in een leege ton, die ze voor dat doel klaar hadden gezet en spijker den deze dicht. Toen ze hiermede klaar waren rolden ze de ton temidden van de met wijn gevulde vaten, die toebehoorden aan den rijksten boer van het dorp. De heele nacht probeerde de onge lukkige Iwan zich uit zijn nauwe gevangenis te bevrijden, luidkeels om hulp schi-eeuwend, bijna stervend van angst. Vergeefsche moeite. Alles iii de omgeving sliep en Steven en Gre gor, die alleen er iets van wisten, lachten valsch en wreven zich de handen van ple zier. Den volgenden dag laadde de rijke boer de vaten met wijn op een kar. Hij had ze ver kocht en nu moest hij ze afleveren in het naburige dorp. De ton waarin Iwan zat, werd bovenop de kar geplaatst en de ongelukkige kon nauwelijks ademhalen; door het hotsen van de kar op de keien, deed zijn lichaam aan alle kanten pijn. Zoo erg werd het tenslotte dat de arme Iwan begon te kreunen. Plotse ling hoorde de boer het; bevreesd richtte hij zich op. Hij reed juist over een brug, die over de rivier liep. „Hé?" zei de oude boer, „wat gebeurt daar?" „Bevrijd me. bevrijd me uit het vat." kreun de Iwan, die de stem herkend had. „Ik denk er niet aan," schreeuwde de boer. „De duivel zit in dat vat!" En al zijn moed- verzamelend, greep hij het vat en slingerde het in de rivier. Meegesleept door de stroom, dreef de ton, als een schip weg. Doodsbang begreep Iwan. dat hij verloren was. Nog een keer probeerde hij zijn gevangenis stuk te breken; maar hij zag in, dat dit onmogelijk was. Toen ging hij zoo gemakkelijk mogelijk zitten om dit vreem de vaartochtje zoo lang mogelijk vol te houden. De rivier, waarin het vat dreef met Iwan als inhoud, liep in zee uit. Na lange, lange uren was het vat in zee terecht gekomen. Een visschersschuit kwam langs; de visschers wil den de ton ophalen, maar zij stuurden zoo onhandig, dat voor ze de ton in het net had den opgevischt, ze er tegen aangevaren waren en de ton in tweeën brak. En hier had de ge schiedenis van Iwan op kunnen houden. Maar onze held had na het kraken van de ton niet dadelijk begrepen, wat er gebeurd was. Hij begreep het pas, toen hij op het fijne zand van de zeebodem zat en een menigte vis- schen hem met verbazing aanstaarden. „Dit is het einde,' dacht hij .ik ben ver dronken." En de visschen om hem heen. die van plezier trilden, schenen deze treurige ge dachte te bevestigen. Plotseling kwam er een enorme groene krab aanzwemmen, die Iwan tusschen zijn scherpe scharen pakte en hem r.og verder wegsleente. Verbaasd zag Iwan een groot paleis voor zich opdoemen. Het was het paleis van den zee- kering, waarvan zijn '.ante toen nu nog een jongen was, hem zoo dikwijls verteld had. Hij zag er een menigte visschen in, die hem met hun glazige oogen aanstaarne en groote lucht bellen maakten toen ze hem zagen kamen. Daarna openden ze de schelpendeuren van het paleis. Toen gooide men Iwan op een kleed van wier, voor de voeten van hem, die zich de zeekoning noemde en die geen enkel mensche- lijk wezen nog gezien had. Het was een soort reusachtige kreeft met een menschelijk hoofd; maar in zijn mond had hij geen tan den en een groote puntsnor sierde zijn boven lip. Zijn oogen waren groot en glazig en hij streelde zijn baard met de vinnen, die hem als armen dienden. Wie ben je en wat wil je?" gromde .bij. En het was als het loeien van een st-ormd. Meer dood dan levend verelde Iwan, wat ér met hem gebeurd was. De koning luisterde op lettend, en af en toe krabde hij zijn hoofd eens met zijn vinnen. Toen sprak hij: „Je broers zijn onwaardigen. Ik zal je hel pen, want al ben je onwijs, je bent verstandi ger dan een heeleboel wijzen." Dankbaar knielde Iwan neer voor den ge- duchten zeekoning, die thans tegen hem glim lachte en die iets in een koffertje zocht, dat voor hem stond. „Kijk", zei hij, „neem deze parel als sou venir en ga. Ik houd van eerlijke en openhar tige menschen." Iwan had geen tijd om te bedanken; want de krab had hem reeds beetgepakt. Wie verbaasd waren, dat waren Steven en Gregor. Want de tijd, die op de zeebodem eenige minuten leken, waren op aarde twee jaar geweest. Zij hadden gedacht van Iwan af te zijn en nu stond hij weer voor hen, rijk nog wel, dank zij het cadeau van den zee koning. Zij hadden de zaken slecht beheerd; alles stond op het punt verkocht te worden en het was Iwan, die de boel redde. En hij vergaf zijn broers van ganscher harte hun leelijke daad. ,Je bent een goede broer", zeiden ze, ter wijl ze hem omhelsden. „Maar zie je, om ons, na onze leelijke daad zoo te behandelen, als jij nu doet, daar moet je toch onwijs voor zijn!" L. UIT DE NATUUR. SCHADELIJKE FAMILIES. Tot deze groep behooren tabak, aardappel en tomaat, alle drie gewassen, die je goed be kend zijn en je zult je misschien afvragen, wat er dan voor schadelijks aan is. Ze behooren tot de nachtschaden en je kent onze zwarte nachtschade met zijn kleurige bloemen en zwarte zwaar vergiftige bessen die al menig onheil hebben gesticht meest met doodelijke afloop. Laten we nu maar eerst wat vertellen over de tabak. In onze tuinen en ook in verschillende stadsperken komt de Nicotina Af fines voor, oorspronkelijk afkomstig uit Brazilië. Een groot deel van de zomer brengt deze plant, die 7090 c.M. hoog wordt, trossen witachtige, ook wel roode, trompet- vormige bloemen voort. Op zonnige plaatsen openen zij hun bloemen des avonds om ze den volgenden morgen weer te sluiten. Ze versprei den een sterke, maar aangename geur. Van de tabaksplant worden de bladeren ge droogd en verwerkt tot tabak, sigaren en si garetten, doch van de hier bedoelde plant, de Nicotianum Tabacum, bevatten de bladeren een vloeistof, die aan de lucht bloot gesteld, bruin en dik wordt,- dit is de z.g. nicotine en het is een bekend vergif. Het is dus voor kin deren en jonge menschen sterk af te keuren, dat ze met rooken beginnen en wil men er zich toch aan wagen, dan moet matigheid betracht worden. Bij arbeiders in de tabaksfabrieken kan ook nicotinevergiftighig voorkomen, om dat ze geregeld met deze stoffen omgaan. Wie echter met rooken 's morgens vroeg al begint en steeds maar doorpaft tot het naar bed gaan, zal mettertijd de gevolgen daarvan wel ondervinden met alle bijbehoorende na righeden. Tomaten ken je natuurlijk en nu we weer volop in die heerlijke vruchten zitten zul je er ook zeker wel eens van- smullen, want als je er eenmaal de smaak van te pakken hebt, smaakt zoo'n frisch hapje bij je boterham op perbest. Ze zijn gemakkelijk zelf te kweeken en het ls maar niet leuk om uit je eigen tuin je vruchten te plukken. Ze moeten dan al vroeg onder glas gezaaid worden. In Februari- aart worden ze in een warme bak, of in een verwarmd vertrek gezaaid in een zaaipan of kistje met lichten zandigen grond. Zet 't bakje dan voor een zonnig venster en de zaden ko men dan spoedig op. Als de eerste ingesneden bladeren zich vertoonen, moet je de plantjes verspenen, dan blijven ze kort en gedrongen In kleine potjes zetten we ze dan tot den kiem blaadjes in den grond om ze later nog eens te verplanten in een wijdere pot. Zorgen we nu langzamerhand voor voldoende versche lucht, dan zijn ze tegen de planttijd buiten voldoende gehard. Op de Luilak kon je voor enkele centen tomatenplanten koopen en bij goede behandeling kam je er heusch wel ple zier van hebben. Je hebt dan een heeleboel drukte en zorg minder natuurlijk, want die jonge plantjes eischen een goede behandeling. Kees bij den slager: Hebt u varkenspootjes' Slager: Ja zeker, jongeheer. Kees, Dan zult u wel last hebben, met schoenen koopen. Weg was Kees. Jan Vet beweert, dat hij in 4 weken Fransch heeft geleerd. Begrijp jij dat? „Nee, maar toen hij in Parijs was, begrepen ze het daar ook niet:' JAARLIJKS 40.000 WALVISSCHEN. De walvischvangst zooals die jaren lang in het wilde weg beoefend werd in de Noorde lijke zeeën, heeft aanleiding gegeven tot een nieuwe Noorsche wet, die dadelijk in werking zal treden, ten einde de walvisschen te be schermen. Voor de te vangen walvisschen zal een minimum grootte voorgeschreven wor den; en de vangst mag slechts op bepaalde tijden beoefend worden. Vanaf Juli 1936 mo gen er geen walvischschepen meer aan het buitenland verkocht worden, zonder toestem ming van het Ministerie van Handel. Op han delingen, die niet in overeenstemming zijn met deze wet, staat gevangenisstraf. Het kleine stadje Sandefjord aan de kust van het Skagerrak, ligt 8 lange maanden be graven in de sneeuw en is schijnbaar uitge storven. In Augustus trekken de walvisch- vangers er met hun booten op uit. De grijs aards, vrouwen en kinderen blijven achter en pas in Mei van het volgend jaar worden de mannen weer terug verwacht. Dan is het stadje ineens weer bewoond 11.000 mannen komen met hun buit thuis, die brood voor een nieuw jaar verschaft. Het is een zeldzaam avontuurlijk en roman tisch leven, dat de walvischvaarders leiden. Romantisch behalve de geur, die hun ex pedities begeleidt. Want aan de traanlucht moet men zich langzamerhand gewennen. Meermalen zijn honderden booten onderweg. Noorwegen alleen al stuurt ieder jaar 30 moederschepen uit, die ieder op haar beurt weer door 95 vangschepen begeleid zijn. De moederschepen zijn om zoo te zeggen fabrie ken, waarin de gedoode dieren dadelijk ver werkt worden. Niet alleen de traan en 't spek van den walvisch worden tot olie verwerkt; ook de baleinen wonden geprepareerd en de beenderen worden tot meel gemalen. Trouwens alles van den walvisch wordt gebruikt. En men kan zich misschien een begrip van de waarde van zulk een dier maken, als men verneemt, dat het gewicht van een volwassen walvisch gelijk staat met dat van 20 tot 30 olifanten. De vangbooten zijn meest 30 meter lang en uitgerust met een sterk kanon dat de harpoen afvuren moet. De bemanning telt 18 koppen: 11 visschers,' 4 matrozen 2 ingenieurs en de harpoenier. Deze menschen keeren eerst na beëindiging van het vanggetij op het moeder schip terug acht maanden lang zwalken zij rond op zee op zoek naar hun buit. De belang rijkste man van het geheele gezelschap is de harpoenier. Zelfs de gezagvoerder van de vangboot is volgens een ongeschreven wet, ondergeschikt aan den harpoenier en zijn grillen. Want van zijn bekwaamheid hangt tenslotte het welslagen der expeditie af. Een bekwaam harpoenier te worden is de droom van iederen Noorschen scheepsjongen. Daar voor is. echter oneindig veel ervaring en kalm te noodig. Men achtervolgt een walvisch zoo lang tot hij volgens schatting van den har poenier, den juisten afstand voor een zeker schot bereikt heeft. Vanaf den boeg van het schip wordt de 2 meter lange stalen harpoen, met dynamiet geladen, afgeschoten, die het reuzendier midden in het lijf moet treffen. Moet want een aangeschoten walvisch is hoogst gevaarlijk. Maar ook wanneer het schot gelukt is, duurt de doodsstrijd van het dier nog uren. Opwindende uren, waarin de vangboot, die door de ijzeren kabels van den harpoen met het dier verbonden is, vaak kilo meters wordt meegesleept. Het doode dier wordt voorzichtig langszij gesleept en door een pompinrichting opgeblazen. Zoo behoedt men het machtige lichaam voor zinken. Als een reusachtige zwemmende ballon drijf het dier op de golven, totdat na beëindiging van de jacht de geheele buit van de vangboot aan boord van het moederschip gesleept wordt. Het is een opwindende geschiedenis, zoo'n walvischvangst en de kleine Noorsche jongens droomen niet alleen vanwege de ro mantiek harpoenier te worden, doch dit ver antwoordelijke baantje is tevens een der best betaalde. De matador der Noorsche harpoe niers, Lars Andersen, heeft onlangs een drie jarig contract afgesloten met een der Noor sche walvischmaatschappijen tegen een jaarlijksch salaris van ongeveer 129.000 gul den. Daarvoor heeft hij echter ook den naam nog nooit een misschot te hebben gedaan en ieder van zijn slachtoffers reeds met het eer ste schot gedood te hebben. Wie tegenwoor dig een blik slaat op deze geweldige industrie, kan zich nauwelijks indenken, dat tientallen jaren geleden de harpoen met de hand ge slingerd werd. De walvischvangst was hoogst onrendabel en zeer gevaarlijk; daar het niet zelden gebeurde, dat de walvisch zich in doodsangst keerde tegen zijn menschelijke vijanden. Men kon toen alleen de speklagen en de baleinen gebruiken en een schip had soms jaren noodig om met gevulde traanvaten in het vaderland terug te keeren. Nu, dat men harpoenkanonnen heeft en de schepen beter zijn uitgerust en vooral omdat de electrische harpoen meer en meer gebruikt wordt hij is door een sterke electrische stroom dadelijk doodelijk, zijn de gevaren iets verminderd. En de moderne technische inrichtingen van het moederschip stellen iedere expeditie in staat in een seizoen 500 walvisschen te verwerken. In het jaar 1928 had Noorwegen met 800.000 vaten walvischolie ieder vat is 200 liter een belangrijk aandeel van de totale pro ductie der wereld, die 1.400 000 vaten beliep. De winst van een seizoen was ongeveer 5500 gul den. Geen wonder, dat men ieder jaar weer ijverig jaagt op deze dieren. Men rekent, dat per jaar gemiddeld 40.000 walvisschen gehar poeneerd worden. Daar de walvisschen zich slechts zeer langzaam vermenigvuldigen kan het met al deze technische hulpmiddelen geen verwondering wekken, dat de walvischvaar ders reeds geruimen tijd het veld van hun werkzaamheden van de Noordelijke naar de Zuidelijke IJszee hebben moeten verleggen. Sommige soorten zijn geheel uitgeroeid. Wat hindert het, zoolang er in de Zuidelijke IJszee nog reusachtige kudden leven? De veelvuldige Zuidpool-expedities van de laatste jaren beoefenden onder den dekman tel van wetenschappelijke onderzoekingen ook de walvischvangst. De geheele strijd om den Zuidpool is in wezen niets anders dan 'n nuchtere wedloop om de rijke jachtgebieden van den walvisch. Bvb. ZATERDAG 27 JULI 1935 WETENSWAARDIGHEDEN. Jullie hebt zeker allemaal wel eens gehoord, dat er tusschen verschillende plaatsen ter we reld verschillen in tijd bestaan. Als het b.v. in Weenen 12 uur 's middags is dan is het op het zelfde oogenblik in Parijs 11 uur s ochtends en in Constantinopel 1 uur 's middags. In San Francisco is het tegelijkertijd 3 uur 's morgens en in Yokohama 8 uur des avonds. Dit ver schil van tijd berust op een verdeeling van de aarde in 24 deelen van 15 graden lengtever schil. 15 graden lengteverschil is in tijd een verschil van een uur. Als je naar het Westen reist, met de zon mee, dan wordt het Vroeger en ga je naar het Oosten, de zon tegemoet, dan wordt het later. Ga je dus van Amsterdam naar Constanti nopel, dan moet je je horloge telkens een uur later zetten. Nu hoop ik, dat deze kleine inleiding duide lijk genoeg is geweest om jullie de volgende aardige geschiedenis duidelijk te doen zijn. De minister-president van Australië was ter gelegenheid van de jubileumsfeesten van Ko ning George, die in Mei gevierd zijn, in Lon den en op een dag kreeg hij plotseling lust met zijn tien kinderen te spreken, die in Australië gebleven waren. De telefoonverbinding kwam tot stand en vader en kinderen babbelden sa men. Toen kwam het uit, dat de Vader juist zijn Woensdagsche middagslaapje gedaan had en dat de kinderen aan het ontbijt van Don derdagochtend zaten. Dr. DE CR. WIE ZOEKT ER MEE? „Nu Iran ik me toch niet meer herinneren, waar ik mijn geweer gelaten heb. Dat is niet zoo leuk. Ik wou maar, dat er iemand was, die me wilde helpen zoeken." OP 'T KOPEREN FEEST door W. B.Z. Mijn vader en moeder, Die vierden laatst feest, Zooals 't nog nooit bij ons is geweest. Ze waren de koperen bruigom en bruid Wij hebben gefuifd Dag in en dag uit. Wij zijn met ons vieren: Jan, Mies, Rie en Trees Op 't bruilofsfeest kwamen Jo en Kees. Ze hebben met ons toen comedie gespeeld Je snapt wel niemand Heeft zich toen verveeld. Mies en Rie speelden saam Van een too verfee Die bracht er de mooiste bloemen mee Ze strooiden ze neder voor bruigom en bruid Ze zongen samen Een lied tot besluit. Toen kwamen wij zessen. Met mutsen versierd Wat hebben wij vroolijk feest gevierd. Wij zwaaiden de mutsen en zongen toen luid Lang leve de Bruidegom Eh de Bemidfl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 10