Indrukken van den Japanschen landbouw. AZIE in 1935. Armoede zonder ellende. DOOR EMILE SCHREIBER De moeizame arbeid bij het verpoten van de rijst op de ondergeloopen velden. De bescherming; van den Japanschen arbeider. De heer- Mango Kushito, directeur-gene raal van de sociale afdeeliiig op het mi nisterie van arbeid ontvangt ons aan een diner. ,rHet is onjuist", zegt de heer Kushito mij, „dat-wij geen enkele sociale organisatie heb ben. Wij hebben onze wet op de sociale ver zekeringen, waaronder drie millioen arbeid sters en arbeiders vallen. De arbeiders zijn verplicht 2 percent van hun salaris te stor ten en de patroons storten eveneens 2 per cent. Die verzekering treedt in werking bij ziekten, ongelukken, bij uitkeeringen voor zwangerschap en geboorte en ook bij ter aardebestellingen, want de begrafeniskosten zijn zeer hoog in het Verre Oosten. Het is daarentegen juist, dat de arbeiders geen pen sioen geniéten". „Bestaan er beperkingen voor den ar beidstijd?" „Het is verboden kinderen onder de veer tien jaar in dienst te nemen en tot zestien jaar mogen zij niet langer dan tien uur per dag ive^ep.. Er.bestaat ook- een-limiet .tot tien uur voor' öèft arbeid' van vrouwen.Voor de mannén Is er, geeii beperking. Als mén eeii gemiddelden arbeidstijd voor onze fabrieken zou opmaken geloof ik niet, dat het' de' ne gen uur zóu overschrijden". „Hebt ge werkloozen?" „Ja, ongeveer 350.000. Dat houdt verband met het feit, dat, waar de Japansche pro ductie de laatste jaren niet ongeveer 30% is toegenomen, de werkgelegenheid voor ar beidskrachten, wegens de voortdurende per- fectionneering der techniek slechts 2% is ge stegen. Wij hébben echter van deze over- industrialisatie minder te lijden dan in Europa, want er zijn bij ons geen „gedeelte lijke" werkloozen. 'De meeste arbeiders zijn van boerenafkomst en keeren naar hun dorp terug,' als er in de stad geen werk meer voor hen is. Daar is iemand, die zonder werk loopt,, er altijd zeker van bij den een of an deren bloedverwant zijn schotel rüst te krij gen. U zult niemand in Japan aantreffen, die honger lijdt. „Ontvangen de ontslagen arbeiders een uitkeéring? „Men heeft het recht een arbeider of be diende zonder eenige schadeloosstelling te ontslaan, wat ook zijn aantal dienstjaren ge weest. moge zijn. Maar een patroon, die op die wijze zou handelen, verliest niet alleen de achting vah zijn personeel, doch tevens die van zijn maatschappelijke relaties. In derdaad staat deze moreele regeling der uit keeringen hooger dan die. welke in Europa gangbaar is. Het hoofd van een onderneming bevindt zich tegenover zijn personeel in de zelfde positie als de Romeinsche patriciërs ten opzichte, van hun „cliënten", eerstge- noemden konden slechts hun prestige en autoriteit bewaren door zich ten allen tijde billijk en rechtvaardig te toonen. „Bestaaner bepaalde wetten, die de hy giëne beoogen, zooais bijvoorbeeld betreffen de de luchtverversching?" „Wij hébben er geen. maar er zijn contro leurs over de fabrieken aangesteld, die de noodige bevoegdheid hebben bij eventueele misbruiken te waarschuwen". „Komen er bij u stakingen voot?" „De stakingen zijn in de laatste jaren verminderd en zijn zelden van ernstigen aard. In 1932 waren er 2000, in 1934 slechts 600 a 700. In het algemeen wordt verzoening bereiktdóór tusschenkomst van de politie". Oiiidat ik even glimlach voegt de heer Kushita er aan toe: „Ik-begrijp heel goed, wat u denkt. Maar overtuig u er wel van, dat de politie bij ons door de bevolking niet beschouwd wordt als een lichaam, dat voor „onderdrukking" is in gesteld. Zij vormt een buitengewoon belang rijke factor in den staat en is zich evenals het leger bewust van haar sociale taak. Zoo vindt de Japansche bevolking het ook de gewoonste zaak om zglfs bij allerlei familie aangelegenheden de bemiddeling van de po litie in te roepen. Hetzelfde is het geval bij de fabrieken. „Maar er bestaat er geen hulporganisatiè, voor de arbeiders, die zonder werk zijn en niet op steun van familie kunnen rekenen?" Daar belast het Roode Kruis zich mede; dit is hier op bijzondere wijze georganiseerd. Het beschikt over ongeveer 40 millioen Fran- sehe franken, waarvan 5 millioen van den staat en 5 millioen van de gemeenten af komstig is. terwijl het overige door particu lieren bijeen wordt gebracht. De groote commercieele instellingen be steden groote bedragen voor sociale doel einden: op het budget van de firma Mitsio bedraagt deze post 150 millioen. De onderne mingen. die aan alle sociale wetten ontsnap pen. zijn de familie-weykplaatsen waar min der dan vijf arbeiders werken, maar daar worden ae wettelijke regelingen meestal op voortreffelijke wijze vervangen door den geest, die de familie te zamen houdt"» En de heer Kushito concludeerde: „De westersche landen verwijten ons in Japan niet hun sociale wetten te hebben in gevoerd; niettemin is het, dé overbevolking in aanmerking genomen, onze eerste plicht aan ieder een bestaan te verzekeren. Wij zijn bovendien verplicht langer te werken ter compensatie van de enorm- hooge" tolmuren, die het Westen voor onzeproducten heeft opgericht-.. Het toepassen van dezelfde me thoden bij den arbeid als in de groote wes tersche landen kan slechts gevonden worden onder een stelsel van vrijhandel, dat ons van den tol-handicap zal bevrijden" Het vraagstuk is, zooals men ziet, op dit oogenblik zonder mogelijke oplossing. „Zijn de arbeidsvoorwaarden in Japan véél zwaarder dan in. Europa en Amerika?" „Zonder twijfel, - maar zij zijn in zekeren zin aanvaardbaar, wanneer men rekening houdt eenerzijds met de verhouding van den levensstandaard ten opzichte van de salaris sen, anderzijds met de natuurlijke soberheid van den Japanner., wiens voornaamste aspi raties de behoefte aan familieleven en li chamelijke gezondheid zijn. De arrqoetje ,$erv poeren-.; De-grootgrondbezitters1 die geleidelijk hun grootheid verliezen,- omdat ze ten ge volge van hun voortdurende verarming ieder jaar genoodzaakt zijn stukken land te ver- koopen verhuren hun landerijen aan pachters., die het werk van.de boeren exploi- teeren en allen lijden in dezelfde mate on der den beklagenswaardigen toestand van den landbouw. Sinds 1932 heeft- de aanzienlijke daling der landbouwproducten, in het bijzonder de rijst en de zijde, de voornaamste takken van den Japanschen landbouw, het toch reeds wan kele bedrijf totaal geruïneerd. De rijst, die per „koku" (142V2 K.G.) in 1928 een waarde vertegenwoordigde van 31 yen en in 1931 tot 18.40 was gedaald, is' weliswaar weer tot on geveer 26 yen gestegen, maar men dient niet te vergeten, dat de yen inmiddels met 65 percent is gedevalueerd. Nog catastrofaler is de achteruitgang ge weest in de zijde-industrie, die aan bijna twee millioen Japansche families middelen van bestaan verschaft. De Japansche zijde is als gevolg van de wereldcrisis en bovenal door de ontwikkeling van de kunstzijde, tot op een tiende van haar waarde gedaald- Op het oogenblik zit de heele Japansche landbouwwereld. van den grondbezitter tot den arbeider, diep in de. schulden. De om vang van die schulden wordt op 25 milliard FransChe franken geschat, een enorme som. wanneer men den zeer lagen levensstand aard in Japan in aanmerking neemt, Verleden jaar zijn de noordelijke provin cies ernstig geteisterd door groote overstroo mingen. die gedeeltelijk den oogst verniel den. Zoodat een deel van de boerenbevolking gebrek leed door het bijna totale gemis aan levensmiddelen, terwijl een ander deel geen kans zag den oogst te verkoópen. De regeering kwam tusschenbeide, in het bijzonder om maatregelen te beramen tegen den slechten verkoop van de rijst, precies zoo- als. de Fransche regeering heeft gedaan voor het graan en de wijn. In Japan is iedereen echter van oordeel, dat het de bemiddelaars geweest zijn, die geprofiteerd hebben van de door de wet vastgestelde minimumprijzen en dat de boeren slechts een heel klein deel heb ben gekregen van het bedrag, dat te hunnen behoeve was gevoteerd (259 millioen Fransche franken gedurende de laatste maanden). De keizer heeft daarna geïntervenieerd en per soonlijk een som van 21/2 millioen franken beschikbaar gesteld. De Japansche landbouwers beklagen zich, evenals bij ons, over de invasie der koloniale landbouwproducten, die op Korea verbouwd worden en sinds kort ook in Mandsjoekwo met nog goedkoop-ere arbeidskrachten een ge vaarlijke concurrentie dus-voor het moeder land. De regeering heeft eenige maanden geleden besloten landbouwcoöperaties op te richten teneinde zoo voordeelig mogelijk te kunnen produce-eren, de cultuur te regelen en den verkoop in het algemeen te organiseeren. Die coöperatie zal in principe in vijf jaar uitge voerd moeten worden. Daar het plan de be vordering van zekere landbouwproducten be oogt, overwegen ook de Japanners zich door middel van tolmuren te verdedigen tegen een te grooten toevloed van producten uit hun koloniën en zij hopen op deze wijze een waar borg voor de prijzen te verkrijgen. In het al gemeen zijn deze problemen betreffende den landbouw even ingewikkeld als de onze en soms precies dezelfde. Vergezeld door een. tolk heb ik mij op weg begeven naar het noorden van Japan, naar Akita. In deze streek zijn de boeren verplich- hun dochters te ver koopen Men behoeft slechts de speciale wijken van welke Japansche stad ook te bezoeken om te zien, wat er van. deze ongelukkigen wordt. 1 Evenals in Siam teekenen zijeen contract voor twee of drie jaar „werk" en krijgen daar een bedrag van 1500 a 2000 Fransche franken voor, die zij. naar hun ouders sturen voor het afbetalen van hun schulden.-Deze handel- in gele slavinnen levert tienduizenden boeren meisjes aan de beruchte kooplieden over. Tot aan het vorige jaar rechtvaardigde de Japansche wet dergelijke transacties, die meestal op schrift gesteld waren en de meisjes, die in strijd met hun contract ontvluchtten, werden vervolgd en door dë justitie veroor deeld. Het is pas sinds het afgeloopen jaar symptoom van het doordringen -der wester sche moraal in Japan dat justitie en poli tie zich niet meer mengen in gevallen, van dergelijken contractbreuk en de handelaars hun zaken zelf laten opknappen. Ik ben de afgelegen streken van Atika per 'auto doorgetrokken en ik heb gezien, "hoe de boeren zich daar tegen.kou,de en regen be schermen met jassen' van stï'oo:ën de mees ten met bloote beenen en .voeten hun werk in den modder van de rijstvelden verrichten. En toch ben ik, wanneer ik onverwachts een openbare school in een van die treurige dor pen bezoek, verbaasd over de afmetingen van het gebouw, de overvloedige hoeveelheid licht, de groote gymnastiekzaal, over de onberispe lijke netheid der lokalen, den smaak, waar mede zij met teekeningen van de kinderen versierd zijn. Die scholen, zijn heel wat aan trekkelijker dan die in de meeste van onze dorpen. De pachters, met wie ik een gesprek aan knoop, verklaren mij, dat h'et leven wel uit te houden zou zijn, wanneer zij niet door schulden geruïneerd werden. „Er is in deze streek niemand, die aan zijn schuldeischers niet één of t-weë jaar arbeid of meer schuldig is," krijg ik te hooren. Op goed geluk treed ik een arbeiderswoning binnen. Het is een soort hut, die er betrekke lijk netjes uitziet, maar waar iedereen op den grond slaapt. De bewoner is vader van vijf kinderen; twee hunner werken, de derde ver zorgt de twee kleinsten; de geheele familie verdient 250 yen per jaaiyd.w.z. 1.075 Fransche franken plus 5 yen per. maand voor het uit voeren van kleine werkzaamheden voor de buren, in totaal ongeveer 135-0 Fransche fran ken voor vijf personen. Dat is dus 270 frank per hoofd en per jaar of nauwelijks 80. centi- 1 mes per dag en per persoon. Zelfs wanneer men rekening houdt met den zeer lagen levensstandaard ongeveer een vierde van den onzen komt men tot circa 3.50 frank per dag en per persoon. Toen ik aan dezen man vroeg, waarmede hij zich voedde, antwoordde hij, dat zijn maal tijd voornamelijk bestond uit groenten uit eigen tuin en een beetje rijst, soms wat ge droogde visch en hij voegde eraan toe.: „Ik heb nog nooit in mijn leven vleesch gegeten, maar ik heb de- hoop het nog eens te proeven". Al de kinderen, die ïk 'in dézè streek gezien heb zijn, ondanks alles, vrij behoorlijk ge kleed en dragen allen' sèhöeiïen en kousen. Zij zien er opgewekt uit en schijnen niet zoo heel erg van den toestand te lijden te hebben. In elk geval is het niet mogel"k eenige verge lijking te maken tusschen hen en-de zwer vende kinderen, die ik bij mijn terugkeer met den Trans-Siberisehen trein in de Sovjet- Unie aantrof. i Ondanks deze armoede is Japan op schit terende wijze door zijn boeren in cultuur ge bracht. Ieder brokje grond in dit land waar minder dan een kwart van de totale opper vlakte voör landbouwdoeleinden kan worden gebruikt is het voorwerp van uiterst nauw keurige behandeling, de véld-én lijken wel „ge kamd" te zijn en de geheele cultuur doet dan ook sterk aan de kunst van den kapper denken. Hét?5Schouwspel-'.van dhgëb'dgéhlïtfttdïh's werkende ;boer«i -met de'"beenen diep -in de modcler en' de banden" in het water zööals. men dat in het bijzonder bij het verpoten van de rijst kan zien is-op zichzelf als vol doende om de Europeesche boeren er van te overtuigen,, dat „h u n lot, ,hoé zwaar het ook moge zijn, nog benijdenswaardig is in verge lijking met dat van- hun .Japansche kamera den. (Nadruk verboden). BOOG Azijn te allen tijd, Billijk, èn tóch kwaliteit! (Adv. Jngez. Med.) Communist gebruikte valsch paspoort. In hooger beroep een lagere straf gerequireerd. Het Gerechtshof te Amsterdam behandelde Woensdag in hooger beroep de strafzaak tegen den Duitschen communist G, L., die op 7 Juni j.l. door de rechtbank tot een jaar gevange nisstraf met aftrek van 3 maanden en 3 weken voorarrest is veroordeeld, wegens het opzettelijk gebruikmaken van een valsch pas poort. Op 14 Februari is deze lüan door de politie aangehouden op het oogenblik, dat hij een café aan den Overtoom verliet. Aanvankelijk gaf hij op Ernst Bauer te heeten en van Zwit- sersche nationaliteit-te zijn. Weldra bleek, dat zijn pas valsch was en verd. gaf toe de Duit- scher L. te zijn. Voor een bespreking was hij uit Parijs gekomen op uitnoodiging van zekeren Kroll, deze zou .volgens verd.- een spion van de Gestapo zijn, die aan de politie te Amsterdam zijn komst had aangekondigd en verraden had, dat hij in het bezit van een valsche pas was. Requisitoir. De procureur-generaal requireerde 6 maan den gevangensst-raf met aftrek van het ge heele voorarrest (vanaf 19 Februari). De verdediger bepleitte een straf gelijk aan de preventieve hechtenis en verzocht het Hof verd. onmiddellijk in vrijheid te stellen. Na raadkamer werd dit verzoek ingewilligd. BRANDSTICHTER GEARRESTEERD. Als verdacht van brandstichting in zijn woning te Eelde op 1 Juni jl., is aangehou den. zekere H. de W te Groningen, vroeger woonachtig te Eelde. De W. heeft bekend en zal ter beschikking van de Justitie worden gesteld. KIND TUSSCHEN KAR EN MUUR BEKNELD GERAAKT. Toen -de landbouwer J. van Beers te Oostel- beers een kar haver achteruit in de schuur reed, na zich vergewist te hebben, dat er niemand in den weg stond, wilde plotseling zijn zoontje Anton, oud 8 laar. nog langs de kar naar buiten loopen. Hij raakte hierbij tusschen de kar en den muur en werd be wusteloos opgenomen en naar binnen ge dragen. Het jongetje is aan zijn verwondin gen overleden. „Klein Oss" werd berecht. Bende pleegde tal van misdrijven. Roofovervallen, stonden nog op het programma. Voor de rechtbank te Zwolle hebben verschillende leden van èèn bende terecht gestaan, die gedurende tal van jr'ane de omgeving yah Ol'denbroek èn Doornspijk onveilig heeft gemaakt met het plegen vaiv kippendiefstallen, het stelen van koper van de schietterrei- nen te Oldenbroeb, van konijnen, van geld en van dekens en linnengoed uit het kamp van de Ned...Christ. Stu denten Vereenïging "te Nunspeet e.d. Verschillende dier gevallen gingen mét braak gepaard. Bij de ontmaskërïng der bende ging er 'n zucht van'verlichting op in de "be trokken streek. Met betrekking .tot den aard der verschillende diefstallen, en inbraken en de veelvuldigheid daarvan sómmigé werden tien jaar geleden g-epleegcl' sprak men reeds van „Klein Oss". Bij het onderzoek bleek tevens, dat de bende nog eenige roofovervallen op haar lijst had staan, waartoe men auto's wilde laten ver ongelukken en dat zekere Van der Meulen te Oosterwolde de leider en aanvoerder van de bende was. Woensdag hebben de leden terecht gestaan, waarbij de volgende straffen werden geëischt: Tegen Van der Meulen 4' jaar gevangenisstraf; tegen E. v. S. 3 jaar; F. B.: 3 jaar; G. van der B. 1 jaar; L. D. 1 jdafW-. v. d. B. 3 jaar; D. V. 1 jaar; A. N. 1 maand' en J. M. twee weken gevangenisstraf. Allen wonen te Olden- broek en omgeving. Tegen E. de L. te Harderwijk wegens heling van koper werd 100, subs. 50 dagen hechte nis geëischt. Als men de zwemkunst niet goed machtig is. Woensdagmiddag is in het riviertje de Aa te Brouwhuis onder d'e gemeente Bakel de 18-jarige W. van Veghel uit Helmond bij het zwemmen verdronken. -• In de Waal bij Nijhiegen is verdronken de 27-jarige A. W. uit Nijmegen, vader van vijf kinderen, die vermoedelijk bij het visschen te water is geraakt. Woensdagavond omstreeks negen uur is de 11-jarige jongen M. Wittebrood uit Uitgeest in de Beemsterringvaart onder de gemeente De Rijp. terwijl hij bij het. spelen, naar iets wilde grijpen over boord gevallen en verdron ken. Na eenige uren dreggen is het lijk dooi de politie opgehaald en naar het gemeentehuis te De Rijp overgebracht. Woensdagmiddag omstreeks half vijf was de 21-jarige rnej. Visser uit Bussum in de z.g. Dobbertjeskom te Muiderberg bezig de begin selen van de zwemkunst aan te leeren. Plot ting verdween zij in de dïeote. Een lid van de .Amst, Reddings Brigade, P. M.; J. Schraa, dié toevallig aafiutezig $as; zag' 'dit" en be dacht zich geen oogenblik. Hij dook de dame na en hij mocht er in slagen haar op te halen. Na haar tot bewustzijn te hebben gebracht, heeft hij de juffrouw naar.éen":der ziekenhui zen te Bussum gebracht. Acht kaas^moMcelaars aan gehouden. Tevens een vrachtauto door Duitsche kom miezen in beslag genomen. Door de Duitsche kommiezei is Woensdag aangehouden een s.raokkelaar.s.bencle, bestaan de uit acht man, die er den laatsten tijd werk van maakte groote hoeveelheden kaas uit Ne derland naar Duitschland -te smokkelen. Een vrachtauto, welke met een groote hoeveelheid kaas was geladen is in beslag genomen. Een der hoofdverdachten, zekere G. A. uit Beek bij Nijmegen, die bij de Duitsche kom miezen minder goed bekend staat, is Woens dag nog naar Essen overgebracht. Koninklijke familie hartelijk verwelkomd. Groote belangstelling voor het bezoek aan St. Fillans. Koningin Wilhelmïna en Prinses Juliana zijn te Criewf aangekomen met een gevolg van vier personen. Op het station werden zij verwelkomd door den Nederlandschen ge zant te Londen Jhr. rnr. De' Marees van' Swinderen en mevrouw en den Nederland- schen consul te Dundee den heer Farquehar- son. De volgende woorden stonden als welkom aangebracht: Ceud Mille Failte Duibh", welke Schotsche woorden beteekenen 100.000 wel komstgroeten. Langs den weg haar St. Fillans, waar de Koninklijke familie verblijf zal houden, stonden honderden kinderen geschaard. Uit St. Fillans wordt gemeld, dat Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana met gevolg aldaar in den loop van den middag na een prachtigen autotocht, die begunstigd werd door schitterend weer,, zijn aangekomen. Dwars over de hoofdstraatwas wederom een doek gespannen-, waarop in' het oude Gaelic den hoogen bezoekstex-s honderdduizend maal welkom werd gèwenscht. De hotel-ingang werd belegerd door een legertje persfotografen en'een groot aantal belangstellenden. Aangezien de Koningin alle drukte en opzien wilde vermijden, mijdde zij den hoofdingang en door den achtertuin en een bijkeuken kwam zij in het Drummond Arms Hotel aan. Toen de Koningin echtei' kort na haar aan komst vernam, hoe 'groote teleurstelling dit had veroorzaakt bij de persfotografen, waar van sommigen een groote reis achter den rug hadden om de aankomst van de Koningin te kunnen fotografeeren, verklaarde H.M. zich onmiddellijk bereid voor de persfotografen te poseeren. Dit welwillende gebaar heeft de reeds bestaande sympathie voor de vorstelijke bezoeksters zoo mogelijk nog vergroot. Den avond heeft- de Koningin rustig in het hotel doorgebracht. - DONDERDAG 8 AUG. 1935 Vliegtuig had geen benzine Daarom noodlanding in de Haarlemmermeer. Jeugdige rondvlucht-passagiers stapten terstond in een ander toestel. Woensdagmiddag heeft een twee- motorige Fokker, de P.H.A.E.H. op een bietenveld in de Haarlemmermeer een noodlanding gemaakt, welke vlot is verloopen. Geen der inzittenden, een aantal jongens, aan wie door een fabriek hier te lande een rondvlucht was aangeboden, werd gewond. Ook het vliegtuig werd niet beschadigd. De jeugdige passagiers zijn met een auto bus afgehaald en naar het vliegveld terug gebracht, waar zij in een ander toestel zijn gestapt om opnieuw op te stijgen voor een rondvlucht. Zij hadden zich door het voorval dus niet laten afschrikken! De aanleiding tot de landing was een plot seling opgetreden stoornis van den linker motor. De vlieger achtte het raadzaam de machine dadelijk aan den grond te zetten. Te- rugkeeren naar Schiphol achtte hij onge- wenscht, omdat hij dan op één motor zou hebben moeten draaien, een manoeuvre, waar aan veel risico is verbonden. Onmiddellijk na de landing, welke vanaf den starttoren op Schiphol werd waargenomen, is personeel van den Technischen Dienst naar het toestel vertrokken, teneinde het ter plaatse te repareeren en het naar den luchthaven terug te vliegen. Ook rukte de Geneeskundige dienst uit, doch deze hoefde geen hulp te verleenen: Zooals vanzelf spreekt trok de noodlanding van af den weg veel belangstelling van pas- seerende automobilisten en andere voorbij gangers. Bij het onderzoek naar de oorzaak van de motorstoornis van de P.H.A.E.H. is komen vast te staan, dat de bezinetanks nagenoeg leeg waren. Een en ander is toe te schrijven aan het feit, dat de bestuurder, die verschei dene rondvluchten achtereen met het vlieg tuig gemaakt had, in de meening verkeerde, dat er nog voldoende bezine aanwezig was en daarbij heeft nagelaten zijn peilglazen te raadplegen. Indien er benzine genoeg geweest zou zijn, zou het wel mogelijk geweest zijn met één ge stopte motor terug te keeren. Dit ging nu ech ter niet, omdat bovendien de tweede motor halve toeren maakte door het tekort aan ben zine. De piloot heeft derhalve verstandig ge daan door meteen te dalen. Nadat de benzinetanks weer waren gevuld is het toestel gestart en op het vliegveld Schip hol teruggekeerd. Onze bijen worden bedreigd- Door den bijenwolf Thans reeds op tal van plaatsen waargenomen De bijenwolf, de zoo gevreesde vijand der imkers, is thans weer op vele plaatsen in ons land waargenomen. Ht insect kwam oorspronkelijk alleen in Duitschland voor, doch eenigen tijd geleden trof men het eveneens in de sintelhoopen van de mijnen in Limburg aan, terwijl het nu ook, en veelvuldig, opgemerkt is op andere plaat sen van ons land, waar bijen worden gehou- dn. Zoo b.v. in het Gooi en op de Veluwe. Het kleine roofdier, een sort wesp, maakt zijn nest in de steile wanden van zandafgra- vingen, door hierin kleine gaatjes te maken van eenige centimeters diep. In de gaatjes worden de eitjes gelegd en nu gaat de bijen wolf. op roof uit. Hij vangt de bijen, die bezig zijn op de bloe men haar honig te verzamelen, maakt ze weer loos, sleept ze mee en legt in ieder gaatje naast de eitjes vier van deze gevangen bijen neer als voedsel. Hij doodt de bijen niet, daar ze anders als voedsel voor de larven zouden bederven. Op deze wijze weet de bijenwolf honderden bijen per dag te vangen, zoodat een bijenstand door een troep van deze roovers binnen enkele da gen geheel kan zijn uitgemoord. De eenige manier om hieraan een einde te maken is, de nesten van de bijenwolven op te zoeken en deze tegen den tijd dat de eitjes zullen uitkomen, te vernietigen, door de steile wanden, waarin de nesten voorkomen, af te graven. Dit zal natuurlijk vele malen achter een moeten gebeuren, om steeds weer nieuwe larven te vernietigen. Bezit van Koloniën zedelijk gerechtvaardigd Inleiding voor de V. D. J. O. De Vrijzinnige Democratische Jongeren Organisatie, de V.D.J.O., houdt op het oogen blik haar .iaarlijiksche zomerkamp te Colden- hove (Eerbeek, Gelderland). De hoofdkampleider, lid der Tweede-Ka mer Mr. A. M. Joekes, hield een inleiding over het onderwerp: „Is het bezit van Ko loniën zedelijk gerechtvaardigd?" Nadat spr. de beide uiterste richtingen: die welke elk koloniaal bezit veroordeelt en die, welke koloniaal bestuur op het eigen belang van het moederland gericht wil zien. had verworpen, behandelde hij uitvoeriger zijn opvattingen omtrent dit koloniale beleid. De economische oplossing zag hij niet in een uitsluitende bevoorrechting van de groote culturee'le ondernemingen. Het is on juist te meenen, dat deze voor een bevolking van 60.000.009 menschen doorslaggevend is. Aan den anderen kant versterkt het bestaan van die ondernemingen de economische kracht van het land. Zonder de inkomsten van het land. welke door de groote onderne mingen werden opgebracht, zou de bestuurs zorg op verschillend gebied veel beperkter zijn dan thans het geval is. Bij de bestuursorganisatie dient rekening te worden gehouden met de uiteenloopende schakéeringen en ontwïkkelingsverschieten. Het is de taak van ons bestuur in Indië om de volden langs gelijken weg zeggingschap te doen krijgen voor eigen land en volk. Spr. kwam tot de slotsom, dat het bezit van koloniën zedelijk gerechtvaardigd is, •mits het bestuur zich ten doel stelt de be langen te behartigen van Indië zelf en de ontwikkeling van de Indische bevolkings groepen. Voorts heeft de heer J. C. Deering uit Utrecht ee nreferaat gehouden over: „De be- teekenis van Thomas Masaryk" -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2