Indrukken van den
Japanschen landbouw.
AZIE in 1935.
Armoede zonder ellende.
DOOR EMILE SCHREIBER
De moeizame
arbeid bij het verpoten van de rijst op de ondergeloopen velden.
De bescherming; van den
Japanschen arbeider.
De heer- Mango Kushito, directeur-gene
raal van de sociale afdeeliiig op het mi
nisterie van arbeid ontvangt ons aan een
diner.
,rHet is onjuist", zegt de heer Kushito mij,
„dat-wij geen enkele sociale organisatie heb
ben. Wij hebben onze wet op de sociale ver
zekeringen, waaronder drie millioen arbeid
sters en arbeiders vallen. De arbeiders zijn
verplicht 2 percent van hun salaris te stor
ten en de patroons storten eveneens 2 per
cent. Die verzekering treedt in werking bij
ziekten, ongelukken, bij uitkeeringen voor
zwangerschap en geboorte en ook bij ter
aardebestellingen, want de begrafeniskosten
zijn zeer hoog in het Verre Oosten. Het is
daarentegen juist, dat de arbeiders geen pen
sioen geniéten".
„Bestaan er beperkingen voor den ar
beidstijd?"
„Het is verboden kinderen onder de veer
tien jaar in dienst te nemen en tot zestien
jaar mogen zij niet langer dan tien uur per
dag ive^ep.. Er.bestaat ook- een-limiet .tot
tien uur voor' öèft arbeid' van vrouwen.Voor
de mannén Is er, geeii beperking. Als mén eeii
gemiddelden arbeidstijd voor onze fabrieken
zou opmaken geloof ik niet, dat het' de' ne
gen uur zóu overschrijden".
„Hebt ge werkloozen?"
„Ja, ongeveer 350.000. Dat houdt verband
met het feit, dat, waar de Japansche pro
ductie de laatste jaren niet ongeveer 30%
is toegenomen, de werkgelegenheid voor ar
beidskrachten, wegens de voortdurende per-
fectionneering der techniek slechts 2% is ge
stegen. Wij hébben echter van deze over-
industrialisatie minder te lijden dan in
Europa, want er zijn bij ons geen „gedeelte
lijke" werkloozen. 'De meeste arbeiders zijn
van boerenafkomst en keeren naar hun
dorp terug,' als er in de stad geen werk meer
voor hen is. Daar is iemand, die zonder werk
loopt,, er altijd zeker van bij den een of an
deren bloedverwant zijn schotel rüst te krij
gen. U zult niemand in Japan aantreffen,
die honger lijdt.
„Ontvangen de ontslagen arbeiders een
uitkeéring?
„Men heeft het recht een arbeider of be
diende zonder eenige schadeloosstelling te
ontslaan, wat ook zijn aantal dienstjaren ge
weest. moge zijn. Maar een patroon, die op
die wijze zou handelen, verliest niet alleen
de achting vah zijn personeel, doch tevens
die van zijn maatschappelijke relaties. In
derdaad staat deze moreele regeling der uit
keeringen hooger dan die. welke in Europa
gangbaar is. Het hoofd van een onderneming
bevindt zich tegenover zijn personeel in de
zelfde positie als de Romeinsche patriciërs
ten opzichte, van hun „cliënten", eerstge-
noemden konden slechts hun prestige en
autoriteit bewaren door zich ten allen tijde
billijk en rechtvaardig te toonen.
„Bestaaner bepaalde wetten, die de hy
giëne beoogen, zooais bijvoorbeeld betreffen
de de luchtverversching?"
„Wij hébben er geen. maar er zijn contro
leurs over de fabrieken aangesteld, die de
noodige bevoegdheid hebben bij eventueele
misbruiken te waarschuwen".
„Komen er bij u stakingen voot?"
„De stakingen zijn in de laatste jaren
verminderd en zijn zelden van ernstigen
aard. In 1932 waren er 2000, in 1934 slechts
600 a 700. In het algemeen wordt verzoening
bereiktdóór tusschenkomst van de politie".
Oiiidat ik even glimlach voegt de heer
Kushita er aan toe:
„Ik-begrijp heel goed, wat u denkt. Maar
overtuig u er wel van, dat de politie bij ons
door de bevolking niet beschouwd wordt als
een lichaam, dat voor „onderdrukking" is in
gesteld. Zij vormt een buitengewoon belang
rijke factor in den staat en is zich evenals
het leger bewust van haar sociale taak. Zoo
vindt de Japansche bevolking het ook de
gewoonste zaak om zglfs bij allerlei familie
aangelegenheden de bemiddeling van de po
litie in te roepen. Hetzelfde is het geval bij
de fabrieken.
„Maar er bestaat er geen hulporganisatiè,
voor de arbeiders, die zonder werk zijn en
niet op steun van familie kunnen rekenen?"
Daar belast het Roode Kruis zich mede; dit
is hier op bijzondere wijze georganiseerd.
Het beschikt over ongeveer 40 millioen Fran-
sehe franken, waarvan 5 millioen van den
staat en 5 millioen van de gemeenten af
komstig is. terwijl het overige door particu
lieren bijeen wordt gebracht.
De groote commercieele instellingen be
steden groote bedragen voor sociale doel
einden: op het budget van de firma Mitsio
bedraagt deze post 150 millioen. De onderne
mingen. die aan alle sociale wetten ontsnap
pen. zijn de familie-weykplaatsen waar min
der dan vijf arbeiders werken, maar daar
worden ae wettelijke regelingen meestal op
voortreffelijke wijze vervangen door den
geest, die de familie te zamen houdt"»
En de heer Kushito concludeerde:
„De westersche landen verwijten ons in
Japan niet hun sociale wetten te hebben in
gevoerd; niettemin is het, dé overbevolking
in aanmerking genomen, onze eerste plicht
aan ieder een bestaan te verzekeren. Wij zijn
bovendien verplicht langer te werken ter
compensatie van de enorm- hooge" tolmuren,
die het Westen voor onzeproducten heeft
opgericht-.. Het toepassen van dezelfde me
thoden bij den arbeid als in de groote wes
tersche landen kan slechts gevonden worden
onder een stelsel van vrijhandel, dat ons
van den tol-handicap zal bevrijden"
Het vraagstuk is, zooals men ziet, op dit
oogenblik zonder mogelijke oplossing.
„Zijn de arbeidsvoorwaarden in Japan véél
zwaarder dan in. Europa en Amerika?"
„Zonder twijfel, - maar zij zijn in zekeren
zin aanvaardbaar, wanneer men rekening
houdt eenerzijds met de verhouding van den
levensstandaard ten opzichte van de salaris
sen, anderzijds met de natuurlijke soberheid
van den Japanner., wiens voornaamste aspi
raties de behoefte aan familieleven en li
chamelijke gezondheid zijn.
De arrqoetje ,$erv poeren-.;
De-grootgrondbezitters1 die geleidelijk
hun grootheid verliezen,- omdat ze ten ge
volge van hun voortdurende verarming ieder
jaar genoodzaakt zijn stukken land te ver-
koopen verhuren hun landerijen aan
pachters., die het werk van.de boeren exploi-
teeren en allen lijden in dezelfde mate on
der den beklagenswaardigen toestand van
den landbouw.
Sinds 1932 heeft- de aanzienlijke daling der
landbouwproducten, in het bijzonder de rijst
en de zijde, de voornaamste takken van den
Japanschen landbouw, het toch reeds wan
kele bedrijf totaal geruïneerd. De rijst, die
per „koku" (142V2 K.G.) in 1928 een waarde
vertegenwoordigde van 31 yen en in 1931 tot
18.40 was gedaald, is' weliswaar weer tot on
geveer 26 yen gestegen, maar men dient niet
te vergeten, dat de yen inmiddels met 65
percent is gedevalueerd.
Nog catastrofaler is de achteruitgang ge
weest in de zijde-industrie, die aan bijna
twee millioen Japansche families middelen
van bestaan verschaft. De Japansche zijde
is als gevolg van de wereldcrisis en bovenal
door de ontwikkeling van de kunstzijde, tot
op een tiende van haar waarde gedaald-
Op het oogenblik zit de heele Japansche
landbouwwereld. van den grondbezitter tot
den arbeider, diep in de. schulden. De om
vang van die schulden wordt op 25 milliard
FransChe franken geschat, een enorme som.
wanneer men den zeer lagen levensstand
aard in Japan in aanmerking neemt,
Verleden jaar zijn de noordelijke provin
cies ernstig geteisterd door groote overstroo
mingen. die gedeeltelijk den oogst verniel
den. Zoodat een deel van de boerenbevolking
gebrek leed door het bijna totale gemis aan
levensmiddelen, terwijl een ander deel geen
kans zag den oogst te verkoópen.
De regeering kwam tusschenbeide, in het
bijzonder om maatregelen te beramen tegen
den slechten verkoop van de rijst, precies zoo-
als. de Fransche regeering heeft gedaan voor
het graan en de wijn. In Japan is iedereen
echter van oordeel, dat het de bemiddelaars
geweest zijn, die geprofiteerd hebben van de
door de wet vastgestelde minimumprijzen en
dat de boeren slechts een heel klein deel heb
ben gekregen van het bedrag, dat te hunnen
behoeve was gevoteerd (259 millioen Fransche
franken gedurende de laatste maanden). De
keizer heeft daarna geïntervenieerd en per
soonlijk een som van 21/2 millioen franken
beschikbaar gesteld.
De Japansche landbouwers beklagen zich,
evenals bij ons, over de invasie der koloniale
landbouwproducten, die op Korea verbouwd
worden en sinds kort ook in Mandsjoekwo met
nog goedkoop-ere arbeidskrachten een ge
vaarlijke concurrentie dus-voor het moeder
land.
De regeering heeft eenige maanden geleden
besloten landbouwcoöperaties op te richten
teneinde zoo voordeelig mogelijk te kunnen
produce-eren, de cultuur te regelen en den
verkoop in het algemeen te organiseeren. Die
coöperatie zal in principe in vijf jaar uitge
voerd moeten worden. Daar het plan de be
vordering van zekere landbouwproducten be
oogt, overwegen ook de Japanners zich door
middel van tolmuren te verdedigen tegen een
te grooten toevloed van producten uit hun
koloniën en zij hopen op deze wijze een waar
borg voor de prijzen te verkrijgen. In het al
gemeen zijn deze problemen betreffende den
landbouw even ingewikkeld als de onze en
soms precies dezelfde.
Vergezeld door een. tolk heb ik mij op weg
begeven naar het noorden van Japan, naar
Akita. In deze streek zijn de boeren verplich-
hun dochters te ver koopen
Men behoeft slechts de speciale wijken van
welke Japansche stad ook te bezoeken om te
zien, wat er van. deze ongelukkigen wordt.
1 Evenals in Siam teekenen zijeen contract
voor twee of drie jaar „werk" en krijgen daar
een bedrag van 1500 a 2000 Fransche franken
voor, die zij. naar hun ouders sturen voor het
afbetalen van hun schulden.-Deze handel- in
gele slavinnen levert tienduizenden boeren
meisjes aan de beruchte kooplieden over.
Tot aan het vorige jaar rechtvaardigde de
Japansche wet dergelijke transacties, die
meestal op schrift gesteld waren en de meisjes,
die in strijd met hun contract ontvluchtten,
werden vervolgd en door dë justitie veroor
deeld. Het is pas sinds het afgeloopen jaar
symptoom van het doordringen -der wester
sche moraal in Japan dat justitie en poli
tie zich niet meer mengen in gevallen, van
dergelijken contractbreuk en de handelaars
hun zaken zelf laten opknappen.
Ik ben de afgelegen streken van Atika per
'auto doorgetrokken en ik heb gezien, "hoe de
boeren zich daar tegen.kou,de en regen be
schermen met jassen' van stï'oo:ën de mees
ten met bloote beenen en .voeten hun werk in
den modder van de rijstvelden verrichten.
En toch ben ik, wanneer ik onverwachts een
openbare school in een van die treurige dor
pen bezoek, verbaasd over de afmetingen van
het gebouw, de overvloedige hoeveelheid licht,
de groote gymnastiekzaal, over de onberispe
lijke netheid der lokalen, den smaak, waar
mede zij met teekeningen van de kinderen
versierd zijn. Die scholen, zijn heel wat aan
trekkelijker dan die in de meeste van onze
dorpen.
De pachters, met wie ik een gesprek aan
knoop, verklaren mij, dat h'et leven wel uit
te houden zou zijn, wanneer zij niet door
schulden geruïneerd werden.
„Er is in deze streek niemand, die aan zijn
schuldeischers niet één of t-weë jaar arbeid of
meer schuldig is," krijg ik te hooren.
Op goed geluk treed ik een arbeiderswoning
binnen. Het is een soort hut, die er betrekke
lijk netjes uitziet, maar waar iedereen op den
grond slaapt. De bewoner is vader van vijf
kinderen; twee hunner werken, de derde ver
zorgt de twee kleinsten; de geheele familie
verdient 250 yen per jaaiyd.w.z. 1.075 Fransche
franken plus 5 yen per. maand voor het uit
voeren van kleine werkzaamheden voor de
buren, in totaal ongeveer 135-0 Fransche fran
ken voor vijf personen. Dat is dus 270 frank
per hoofd en per jaar of nauwelijks 80. centi-
1 mes per dag en per persoon.
Zelfs wanneer men rekening houdt met den
zeer lagen levensstandaard ongeveer een
vierde van den onzen komt men tot circa
3.50 frank per dag en per persoon.
Toen ik aan dezen man vroeg, waarmede
hij zich voedde, antwoordde hij, dat zijn maal
tijd voornamelijk bestond uit groenten uit
eigen tuin en een beetje rijst, soms wat ge
droogde visch en hij voegde eraan toe.:
„Ik heb nog nooit in mijn leven vleesch
gegeten, maar ik heb de- hoop het nog eens
te proeven".
Al de kinderen, die ïk 'in dézè streek gezien
heb zijn, ondanks alles, vrij behoorlijk ge
kleed en dragen allen' sèhöeiïen en kousen.
Zij zien er opgewekt uit en schijnen niet zoo
heel erg van den toestand te lijden te hebben.
In elk geval is het niet mogel"k eenige verge
lijking te maken tusschen hen en-de zwer
vende kinderen, die ik bij mijn terugkeer met
den Trans-Siberisehen trein in de Sovjet-
Unie aantrof. i
Ondanks deze armoede is Japan op schit
terende wijze door zijn boeren in cultuur ge
bracht. Ieder brokje grond in dit land waar
minder dan een kwart van de totale opper
vlakte voör landbouwdoeleinden kan worden
gebruikt is het voorwerp van uiterst nauw
keurige behandeling, de véld-én lijken wel „ge
kamd" te zijn en de geheele cultuur doet dan
ook sterk aan de kunst van den kapper
denken.
Hét?5Schouwspel-'.van dhgëb'dgéhlïtfttdïh's
werkende ;boer«i -met de'"beenen diep -in de
modcler en' de banden" in het water zööals.
men dat in het bijzonder bij het verpoten
van de rijst kan zien is-op zichzelf als vol
doende om de Europeesche boeren er van te
overtuigen,, dat „h u n lot, ,hoé zwaar het ook
moge zijn, nog benijdenswaardig is in verge
lijking met dat van- hun .Japansche kamera
den.
(Nadruk verboden).
BOOG Azijn te allen tijd,
Billijk, èn tóch kwaliteit!
(Adv. Jngez. Med.)
Communist gebruikte valsch
paspoort.
In hooger beroep een lagere straf
gerequireerd.
Het Gerechtshof te Amsterdam behandelde
Woensdag in hooger beroep de strafzaak tegen
den Duitschen communist G, L., die op 7 Juni
j.l. door de rechtbank tot een jaar gevange
nisstraf met aftrek van 3 maanden en 3
weken voorarrest is veroordeeld, wegens het
opzettelijk gebruikmaken van een valsch pas
poort.
Op 14 Februari is deze lüan door de politie
aangehouden op het oogenblik, dat hij een
café aan den Overtoom verliet. Aanvankelijk
gaf hij op Ernst Bauer te heeten en van Zwit-
sersche nationaliteit-te zijn. Weldra bleek, dat
zijn pas valsch was en verd. gaf toe de Duit-
scher L. te zijn. Voor een bespreking was hij
uit Parijs gekomen op uitnoodiging van
zekeren Kroll, deze zou .volgens verd.- een
spion van de Gestapo zijn, die aan de politie
te Amsterdam zijn komst had aangekondigd
en verraden had, dat hij in het bezit van een
valsche pas was.
Requisitoir.
De procureur-generaal requireerde 6 maan
den gevangensst-raf met aftrek van het ge
heele voorarrest (vanaf 19 Februari).
De verdediger bepleitte een straf gelijk aan
de preventieve hechtenis en verzocht het Hof
verd. onmiddellijk in vrijheid te stellen. Na
raadkamer werd dit verzoek ingewilligd.
BRANDSTICHTER GEARRESTEERD.
Als verdacht van brandstichting in zijn
woning te Eelde op 1 Juni jl., is aangehou
den. zekere H. de W te Groningen, vroeger
woonachtig te Eelde. De W. heeft bekend en
zal ter beschikking van de Justitie worden
gesteld.
KIND TUSSCHEN KAR EN MUUR BEKNELD
GERAAKT.
Toen -de landbouwer J. van Beers te Oostel-
beers een kar haver achteruit in de schuur
reed, na zich vergewist te hebben, dat er
niemand in den weg stond, wilde plotseling
zijn zoontje Anton, oud 8 laar. nog langs de
kar naar buiten loopen. Hij raakte hierbij
tusschen de kar en den muur en werd be
wusteloos opgenomen en naar binnen ge
dragen. Het jongetje is aan zijn verwondin
gen overleden.
„Klein Oss" werd berecht.
Bende pleegde tal van
misdrijven.
Roofovervallen, stonden nog op het
programma.
Voor de rechtbank te Zwolle hebben
verschillende leden van èèn bende
terecht gestaan, die gedurende tal van
jr'ane de omgeving yah Ol'denbroek èn
Doornspijk onveilig heeft gemaakt met
het plegen vaiv kippendiefstallen, het
stelen van koper van de schietterrei-
nen te Oldenbroeb, van konijnen, van
geld en van dekens en linnengoed
uit het kamp van de Ned...Christ. Stu
denten Vereenïging "te Nunspeet e.d.
Verschillende dier gevallen gingen mét
braak gepaard. Bij de ontmaskërïng der bende
ging er 'n zucht van'verlichting op in de "be
trokken streek. Met betrekking .tot den aard
der verschillende diefstallen, en inbraken en
de veelvuldigheid daarvan sómmigé werden
tien jaar geleden g-epleegcl' sprak men reeds
van „Klein Oss".
Bij het onderzoek bleek tevens, dat de bende
nog eenige roofovervallen op haar lijst had
staan, waartoe men auto's wilde laten ver
ongelukken en dat zekere Van der Meulen
te Oosterwolde de leider en aanvoerder van
de bende was.
Woensdag hebben de leden terecht gestaan,
waarbij de volgende straffen werden geëischt:
Tegen Van der Meulen 4' jaar gevangenisstraf;
tegen E. v. S. 3 jaar; F. B.: 3 jaar; G. van der
B. 1 jaar; L. D. 1 jdafW-. v. d. B. 3 jaar;
D. V. 1 jaar; A. N. 1 maand' en J. M. twee
weken gevangenisstraf. Allen wonen te Olden-
broek en omgeving.
Tegen E. de L. te Harderwijk wegens heling
van koper werd 100, subs. 50 dagen hechte
nis geëischt.
Als men de zwemkunst niet
goed machtig is.
Woensdagmiddag is in het riviertje de Aa
te Brouwhuis onder d'e gemeente Bakel de
18-jarige W. van Veghel uit Helmond bij het
zwemmen verdronken. -•
In de Waal bij Nijhiegen is verdronken de
27-jarige A. W. uit Nijmegen, vader van vijf
kinderen, die vermoedelijk bij het visschen te
water is geraakt.
Woensdagavond omstreeks negen uur is de
11-jarige jongen M. Wittebrood uit Uitgeest
in de Beemsterringvaart onder de gemeente
De Rijp. terwijl hij bij het. spelen, naar iets
wilde grijpen over boord gevallen en verdron
ken. Na eenige uren dreggen is het lijk dooi
de politie opgehaald en naar het gemeentehuis
te De Rijp overgebracht.
Woensdagmiddag omstreeks half vijf was de
21-jarige rnej. Visser uit Bussum in de z.g.
Dobbertjeskom te Muiderberg bezig de begin
selen van de zwemkunst aan te leeren. Plot
ting verdween zij in de dïeote. Een lid van
de .Amst, Reddings Brigade, P. M.; J. Schraa,
dié toevallig aafiutezig $as; zag' 'dit" en be
dacht zich geen oogenblik. Hij dook de dame
na en hij mocht er in slagen haar op te halen.
Na haar tot bewustzijn te hebben gebracht,
heeft hij de juffrouw naar.éen":der ziekenhui
zen te Bussum gebracht.
Acht kaas^moMcelaars aan
gehouden.
Tevens een vrachtauto door Duitsche kom
miezen in beslag genomen.
Door de Duitsche kommiezei is Woensdag
aangehouden een s.raokkelaar.s.bencle, bestaan
de uit acht man, die er den laatsten tijd werk
van maakte groote hoeveelheden kaas uit Ne
derland naar Duitschland -te smokkelen. Een
vrachtauto, welke met een groote hoeveelheid
kaas was geladen is in beslag genomen.
Een der hoofdverdachten, zekere G. A. uit
Beek bij Nijmegen, die bij de Duitsche kom
miezen minder goed bekend staat, is Woens
dag nog naar Essen overgebracht.
Koninklijke familie hartelijk
verwelkomd.
Groote belangstelling voor het bezoek aan
St. Fillans.
Koningin Wilhelmïna en Prinses Juliana
zijn te Criewf aangekomen met een gevolg
van vier personen. Op het station werden zij
verwelkomd door den Nederlandschen ge
zant te Londen Jhr. rnr. De' Marees van'
Swinderen en mevrouw en den Nederland-
schen consul te Dundee den heer Farquehar-
son. De volgende woorden stonden als welkom
aangebracht: Ceud Mille Failte Duibh", welke
Schotsche woorden beteekenen 100.000 wel
komstgroeten.
Langs den weg haar St. Fillans, waar de
Koninklijke familie verblijf zal houden,
stonden honderden kinderen geschaard.
Uit St. Fillans wordt gemeld, dat Koningin
Wilhelmina en Prinses Juliana met gevolg
aldaar in den loop van den middag na een
prachtigen autotocht, die begunstigd werd
door schitterend weer,, zijn aangekomen.
Dwars over de hoofdstraatwas wederom een
doek gespannen-, waarop in' het oude Gaelic
den hoogen bezoekstex-s honderdduizend
maal welkom werd gèwenscht.
De hotel-ingang werd belegerd door een
legertje persfotografen en'een groot aantal
belangstellenden. Aangezien de Koningin alle
drukte en opzien wilde vermijden, mijdde zij
den hoofdingang en door den achtertuin en
een bijkeuken kwam zij in het Drummond
Arms Hotel aan.
Toen de Koningin echtei' kort na haar aan
komst vernam, hoe 'groote teleurstelling dit
had veroorzaakt bij de persfotografen, waar
van sommigen een groote reis achter den rug
hadden om de aankomst van de Koningin te
kunnen fotografeeren, verklaarde H.M. zich
onmiddellijk bereid voor de persfotografen
te poseeren. Dit welwillende gebaar heeft de
reeds bestaande sympathie voor de vorstelijke
bezoeksters zoo mogelijk nog vergroot.
Den avond heeft- de Koningin rustig in het
hotel doorgebracht. -
DONDERDAG 8 AUG. 1935
Vliegtuig had geen benzine
Daarom noodlanding in de
Haarlemmermeer.
Jeugdige rondvlucht-passagiers stapten
terstond in een ander toestel.
Woensdagmiddag heeft een twee-
motorige Fokker, de P.H.A.E.H. op
een bietenveld in de Haarlemmermeer
een noodlanding gemaakt, welke vlot
is verloopen. Geen der inzittenden,
een aantal jongens, aan wie door een
fabriek hier te lande een rondvlucht
was aangeboden, werd gewond. Ook
het vliegtuig werd niet beschadigd.
De jeugdige passagiers zijn met een auto
bus afgehaald en naar het vliegveld terug
gebracht, waar zij in een ander toestel zijn
gestapt om opnieuw op te stijgen voor een
rondvlucht. Zij hadden zich door het voorval
dus niet laten afschrikken!
De aanleiding tot de landing was een plot
seling opgetreden stoornis van den linker
motor. De vlieger achtte het raadzaam de
machine dadelijk aan den grond te zetten. Te-
rugkeeren naar Schiphol achtte hij onge-
wenscht, omdat hij dan op één motor zou
hebben moeten draaien, een manoeuvre, waar
aan veel risico is verbonden.
Onmiddellijk na de landing, welke vanaf den
starttoren op Schiphol werd waargenomen, is
personeel van den Technischen Dienst naar
het toestel vertrokken, teneinde het ter plaatse
te repareeren en het naar den luchthaven
terug te vliegen. Ook rukte de Geneeskundige
dienst uit, doch deze hoefde geen hulp te
verleenen:
Zooals vanzelf spreekt trok de noodlanding
van af den weg veel belangstelling van pas-
seerende automobilisten en andere voorbij
gangers.
Bij het onderzoek naar de oorzaak van de
motorstoornis van de P.H.A.E.H. is komen
vast te staan, dat de bezinetanks nagenoeg
leeg waren. Een en ander is toe te schrijven
aan het feit, dat de bestuurder, die verschei
dene rondvluchten achtereen met het vlieg
tuig gemaakt had, in de meening verkeerde,
dat er nog voldoende bezine aanwezig was
en daarbij heeft nagelaten zijn peilglazen te
raadplegen.
Indien er benzine genoeg geweest zou zijn,
zou het wel mogelijk geweest zijn met één ge
stopte motor terug te keeren. Dit ging nu ech
ter niet, omdat bovendien de tweede motor
halve toeren maakte door het tekort aan ben
zine. De piloot heeft derhalve verstandig ge
daan door meteen te dalen.
Nadat de benzinetanks weer waren gevuld is
het toestel gestart en op het vliegveld Schip
hol teruggekeerd.
Onze bijen worden bedreigd-
Door den bijenwolf
Thans reeds op tal van plaatsen waargenomen
De bijenwolf, de zoo gevreesde vijand der
imkers, is thans weer op vele plaatsen in ons
land waargenomen.
Ht insect kwam oorspronkelijk alleen in
Duitschland voor, doch eenigen tijd geleden
trof men het eveneens in de sintelhoopen van
de mijnen in Limburg aan, terwijl het nu ook,
en veelvuldig, opgemerkt is op andere plaat
sen van ons land, waar bijen worden gehou-
dn. Zoo b.v. in het Gooi en op de Veluwe.
Het kleine roofdier, een sort wesp, maakt
zijn nest in de steile wanden van zandafgra-
vingen, door hierin kleine gaatjes te maken
van eenige centimeters diep. In de gaatjes
worden de eitjes gelegd en nu gaat de bijen
wolf. op roof uit.
Hij vangt de bijen, die bezig zijn op de bloe
men haar honig te verzamelen, maakt ze weer
loos, sleept ze mee en legt in ieder gaatje
naast de eitjes vier van deze gevangen bijen
neer als voedsel.
Hij doodt de bijen niet, daar ze anders als
voedsel voor de larven zouden bederven. Op
deze wijze weet de bijenwolf honderden bijen
per dag te vangen, zoodat een bijenstand door
een troep van deze roovers binnen enkele da
gen geheel kan zijn uitgemoord.
De eenige manier om hieraan een einde te
maken is, de nesten van de bijenwolven op te
zoeken en deze tegen den tijd dat de eitjes
zullen uitkomen, te vernietigen, door de steile
wanden, waarin de nesten voorkomen, af te
graven. Dit zal natuurlijk vele malen achter
een moeten gebeuren, om steeds weer nieuwe
larven te vernietigen.
Bezit van Koloniën zedelijk
gerechtvaardigd
Inleiding voor de V. D. J. O.
De Vrijzinnige Democratische Jongeren
Organisatie, de V.D.J.O., houdt op het oogen
blik haar .iaarlijiksche zomerkamp te Colden-
hove (Eerbeek, Gelderland).
De hoofdkampleider, lid der Tweede-Ka
mer Mr. A. M. Joekes, hield een inleiding
over het onderwerp: „Is het bezit van Ko
loniën zedelijk gerechtvaardigd?"
Nadat spr. de beide uiterste richtingen: die
welke elk koloniaal bezit veroordeelt en die,
welke koloniaal bestuur op het eigen belang
van het moederland gericht wil zien. had
verworpen, behandelde hij uitvoeriger zijn
opvattingen omtrent dit koloniale beleid.
De economische oplossing zag hij niet in
een uitsluitende bevoorrechting van de
groote culturee'le ondernemingen. Het is on
juist te meenen, dat deze voor een bevolking
van 60.000.009 menschen doorslaggevend is.
Aan den anderen kant versterkt het bestaan
van die ondernemingen de economische
kracht van het land. Zonder de inkomsten
van het land. welke door de groote onderne
mingen werden opgebracht, zou de bestuurs
zorg op verschillend gebied veel beperkter
zijn dan thans het geval is.
Bij de bestuursorganisatie dient rekening
te worden gehouden met de uiteenloopende
schakéeringen en ontwïkkelingsverschieten.
Het is de taak van ons bestuur in Indië om
de volden langs gelijken weg zeggingschap
te doen krijgen voor eigen land en volk.
Spr. kwam tot de slotsom, dat het bezit
van koloniën zedelijk gerechtvaardigd is,
•mits het bestuur zich ten doel stelt de be
langen te behartigen van Indië zelf en de
ontwikkeling van de Indische bevolkings
groepen.
Voorts heeft de heer J. C. Deering uit
Utrecht ee nreferaat gehouden over: „De be-
teekenis van Thomas Masaryk" -