beroemde oude steden. WEEKABONNEMENTEN Schouwen, het rustige eiland. 728 km Ongeveer tien duizend jaar geleden (ik spreek kier niet uit eigen ondervinding) leef den in deze buurt drie volken, waarvan niet meer is na te gaan wie het eerst met land bouw op groote schaal is begonnen en daar voor de vlakten in de omgeving der groote rivieren door grachten en slooten, greppels, De Ziggurat, oeroude tempeltoren als minaret. die het water er over heen leidden vruchtbaar heeft gemaakt. Maar dat staat wel vast, dat de irrigatie der Egyptenaren in de Nijlvallei, der Assyrieërs in den bovenloop van de Euphraat en de Tigris en der Sumeriers in het eigenlijke tweestroomenland rond het tegenwoordige Bagdad eigenlijk eerst het bij eenwonen van groote menschenmassa's, dus het op de been brengen van groote legers, het verwerven van schatten en rijkdommen heeft mogelijk gemaakt. Deze landbouwers kenden bovendien weefsels en aardewerk. Rondom hen hier leefden en leven nog nomadenvolken, zooals Hunnen, die het paard hadden getemd, de Semieten met hun schapen, geiten en ezels, die door hun zwerversleven de edelgesteenten en metalen hadden leerën kennen. Ze waren kooplui en dieven, in vroeger eeuwen stee'ds in één adem genoemd. Kippendieven als de Zi geuners waren zé echter niet, want de kip werd pas een duizend jaar voor het begin onzer jaartelling uit het verre Oosten ingevoerd. Uit deze nomadengroepen kwamen telkens lei ders voort, die een groot deel der toen beken de wereld veroverden. Zoo de Herderskoningen van Egypte en de verovering van Sumerie door de Semieten, die omstreeks het jaar 2000 voor Chr. Babyion stichtten. Europa was bewoond door de Noorsche volken, toen zeker een min derwaardig ras. Eerst de Phoeniciërs, de se mieten der zee, brengen Europa in contact met het nabije Oosten. Babylon! Nebukadnezar! Daar komen we op bekend terrein. Gisteren is mij de plaats ge wezen waar de gedenkwaardige, woorden: Mene, Mene, Tekel" Upharsin door onzichtbare hand op den muur verschenen enkele uren voor dat het rijke Babyion werd verwoest. Wanneer we lezen van de weelde van die tij den, van de feesten, de bijeengebrachte schat ten, wanneer we' de kunstvoorwerpen en sie raden zien, die de opgravingen hebben opge leverd en wij zien de reconstructies, die Duit- sche onderzoekers van deze tempels en palei zen hebben te voorschijn gebracht, dan staan wij stom verbaasd bij een bezoek aan Babyion te ontdekken, dat al deze glorie is opgebouwd uit nauwelijks gebakken, grootendeels slechts in de zon gedroogde leeimsteen. En hoe het mo gelijk is, dat de in dit losse materiaal uitge sneden leeuwen en eenhoorns van het paleis van Nebukadnezar nog zijn blijven bestaan, begrijpt alleen hij, die evenals vriend Wormser en ik urenlang door die groote woestijnvlak- ten heeft voortgejaagd, elk uur minstens stoppende om volle glazen thee en mineraal water, dozijnen sinaasappels en rijtjes water meloenen te verwerken. De droogte, de uiterst geringe regenval heeft evenals in Peru in dit land conserveering van zulk slecht materiaal tot op den huldigen dag mogelijk gemaakt. Toch zijn van de eens zoo groote en machtige steden slechts uitgebreide ruïnehoopen over gebleven, echter net genoeg om met de be schrijvingen van geschiedschrijvers als Hero dotus bijv. een reconstructie mogelijk te ma ken en dan staan we verbaasd over de strenge lijnen, den geweldigen opzet van het geheel. Vanmórgen dronken we thee in de groote zaal van Chesiphon, een der steden, die na de veld tochten van Alexander den Grooten op bloeide Deze hal was 28 M. breed en ongeveer 40 M. hoog, iets dergelijks dus als het schip van de Groote St. Bavo Kerk op de Markt in Haarlem. Het centrum van al deze oude steden moet de Ziggurat, de tempeltoren geweest zijn. Het type, de hooge toren met spiraalvormig er omheen loopenden opgang, bekend genoeg daar de toren van Babel er zóó moet hebben uitge zien. Er staat er nog een, gebouwd als heilig dom voor den zonnegod, Marduk, later als een vuurtempel voor den Perzischen vuurgod Zoroaster en niemand minder dan Haroen al Rasjid wijdde den oerouden Ziggurat tot Mi naret bij zijn groote moskee, die hij te Samar- ra liet bouwen. Wij hebben Samarra ook be zocht. Weer woestijn urenlang niettegenstaan de onze Chevrolet zijn 60 mijl per uur hep over oude karavaanwegen. Overal irrigatieslooten en vaarten. Verwaarloosd en droog echter. Het tweestroomenland, waar het Paradijs moet hebben gelegen, is door wanbeheer weer vrij -i wel tot woestijn geworden. Drie uur lang gaat het door de woestijn. Eerst ontmoeten wij de melkmeisjes, in den vroegen morgen op weg naar de stad. Ze dragen torens van kleine lage kersenmandjes op het hoofd, die met pek zijn gedicht en waarin de geiten en ezelinnen- melk naar de markt wordt gebracht. Dan vol gen ezeltjes met vrachten kameeldoorn, struik gewas van een halven meter hoog. De brand stof buiten de kameelenmest, die in platte koeken overal langs den weg te drogen ligt. Vele ezels zijn ook beladen met dezelfde pri mitieve baksteen, die Aisurbamjal, Nebukad nezar en Haroen al Rasjid gebruikten. Er ver andert hier weinig in de Orient. Dan komen nog wat kudden vetstraatschapen en langoor geiten, hier en daar een bedouinentent en ein delijk de uitgestrekte levenlooze vlakten. Wij behoeven maar een keer een half uur te mar telen om den wagen uit het stuifzand los te Werken en dan ligt plots de breede Tigris voor ons en aan den overkant een groote ommuur de stad met gouden koepels en blauw glanzen de minarets er boven uit. Groote vlotten drij ven stroom af, vlotten van palmbladstelen en stamanen, maar vooral gedragen door met lucht opgeblazen geiten en ezelsvellen, zooals ook de bewoners van de Sutley in den Hima laya voor oversteken der rivier gebruikten. Groote hoeveelheden tarwe, haver en inaïs Worden op deze wijze stroomaf getranspor- Wat er van over is. teerd. Er zeilen ook een paar ruwe houten schuiten met driehoekige zeilen en langs den kant peddelen wat Gouffa's, de cirkelronde booten van riet gevlochten en met asfalt be smeerd, die zoo typisch zijn voor de Tigris en die voorkomen van de gezellige afmetingen van een waschtobbe, maar ook zoo groot, dat ze 5 ton, 5000 K.G. kunnen laden. Ge moet maar weer denken aan het biezen mandje Mozes Gelukkig ligt de pont aan onzen kant, een keurige gierpont, gedragen door twee schui ten aan een staalkabel. Leuk was de manier waarop het instrument in de vaart werd ge bracht. De kapitein ging op den staalkabel staan, pakte hem goed tusschen de groote en andere teenen en duwde ons zoo van den wal. Aan den overkant zwom de halve jeugd van Samarra, allemaal met zakken van geiten- vel.... en wachtten twee politieagenten, waarvan een meteen voor in de auto plaats nam. Wij wei-den regelrecht bij den Commis saris gebracht, die even onzen namen noteer de en ons een agent meegaf, die ons overal begeleiden zou, alleen in de Moskee mochten wij niet binnengaan. Eerst ging het de stad weer uit naar het paleis dat Haroen al Rasjid hier indertijd aan de Tigris bouwen liet, maar interessanter was de moskee van dezen vorst, waarvan de Minaret immers de oude Ziggurat is, waarvan ik u hierboven schreef. Wij zijn er boven op geklauterd langs den spiraalvor- migen opgang, een voetpad van meer dan een meter breed, uitgesleten door de voetstappen van talrijke imams, die van dezen top de ge- loovigen tot het gebed moesten oproepen. Ik schat den toren een zestigtal meters hoog en van boven keken wij prachtige uit over het ommuurde Samarra. Hoog ommuurd, als zoo vele oude steden, die schatten herbergen. Daar liggen immers weer twee afstammelingen van den Profeet begraven in een groote moskee met gouden koepeldak. Wij klauterden op een dak van een huis er vlak bij en konden van daaraf prachtig genieten van den gouden dom en de van tegels blinkende blauwe-en groene minarets. DINSDAG 13 AUGUSTUS 1935 nog iets betalen wil, ben ik mijn portemon- naie kwijt. Ik ben niet weg geweest uit de veranda van het kroegje. Er zitten behalve een zestal bezoekers, twee politieagenten. Iedereen helpt zoeken ende politie gaat weg om den Commissaris te waarschuwen. Enkele gasten dropen rustig af en ik heb mijn mooie beursje met twee Iraksche ponden maar opgegeven. Een laatste blik in de moskee, weer over de Tigris, weer vast in het zand, weer thee en watermeloenen en na drie uur zonnehitte, zandhoosjes en heete luchtbaden lag Bagdad weer voor ons. De avond bracht wat koelte. Mijn matras ging weer op het dak. Ik ben in slaap gevallen onder de Noorderkroon en heb de Groote Beer een kwartslag rond zien maken. Om één uur worden we gewekt. De volle maan staat hoog aan den hemel. Om 2 uur ra zen we voort over het stille Bagdad, waar óveral op de platte daken der huizen de bed den of slaapzakken zichtbaar zijn. Telkens spiegelt de Tigris onder ons, heel af en toe een donker dadelboschje. Je zoudt toch niet zeg gen dat 75 pet. van de dadels, die in den han del komen, hier in Basra aan den Tigrismond worden verscheept. Laten wij hopen, dat Irak zijn petroleumrijkdom zal weten, uit te buiten en kans zal zien het tweestroomenland weer te maken tot een graanschuur, tot één dei- rijkste landen van Azië. Dr. VAN DER SLEEN. Motorfiets rijdt bakfiets aan. Drie ernstig gewonden. ALKMAAR, 12 Aug. (A.N.P.) Op den Ken- nemerstraatweg tusschen Alkmaar en Heiloo is gisteravond een driewielige bakfiets door een achteroprij dende motorfiets aangereden. De bestuurder van de bakfiets en een in zittende, beiden uit Limmen alsmede de mo torrijder werden ernstig gewond. Alle drie personen werden oyergebracht naar het stadsziekenhuis te Alkmaar. Melkverkoopster te Bagdad. Uitgedost als wij waren, streken wij neer in de schaduw van een Arabisch koffiehuis. De eigenaar bood ons dadelijk thee, koffie en een sigaret aan, speelde gastheer en enkele nota belen vulden al spoedig de banken langs de wanden. Ik betaalde, maar als ik even later HAARLEMMER IN DUITSCHE STEDEN GEHULDIGD. Maandag 5 Augustus vertrok de reisleider van Reisbureau du Mee, de heer H. Stinis met een zestigtal stadgenooten naar den Rijn voor de 150ste maal. Voor het vertrek had in de Rozenstraat een kleine huldiging plaats; uit naam van vele reisgenooten bood de heer J. de Laat met eeni- ge hartelijke woorden een verguld hoefijzer aan, versierd met bloemen en voorzien van de cijfers 150. Een dame uit het bood bloemen aan. De Duitsche Rijnsteden hadden overal een grootsche huldiging bereid. Te Kleef was de éerste door het gemeen te bestuur en den voorzitter van Vreemdelin genverkeer. Verscheidene dagbladen in het Rijnland hadden de aandacht gevestigd op het werk van den heer Stinis. Herinnerd werd aan de Rheinsche avonden te Königswinter waarbij hij Hollanders, Engelschen, Franschen, Belgen, en Duit- schers in feeststemming tezamen wist te brengen. Te Kleef werd een schilderij aangeboden. Te Königswinter deelde een groot deel van de bevolking in de huldiging, tal van bloem stukken en geschenken werden hier aangebo den, zoowel door gemeentebestuur, Vreemde- .üngpnverkeerals..door tal van corporaties, Des. avonds' had e&n speciale, feestavond ■■■ïiaafcs-. '.i! v. Zoo was de huldiging in Ems, Kloblenz, Keulen en Wezel, dienen uiterlijk Woensdagsavonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag afrekenen. DE ADMINISTRATIE Waar de bevolking hard moet werken. „Vacantiegangers, toont uw belangstelling." Voorne is dank zij den prachtigen nieuwen weg van Rotterdam naar den Briel al „ont dekt" en menigeen, die rustig wil genieten van zon, zand en zee vindt het daar te druk. Schouwen is veel moeilijker te bereiken ondanks de gemakkelijke en snelle verbin ding van de K. L. M., waarvan al zoo druk ge bruik gemaakt wordt dat men Douglas-ma chines in dienst gesteld heeft en toch menige passagier op een volgend vliegtuig moet wachten. De gewone route is over Rotterdam, daar de tram naar Numansdorp, daar de bus naar Zijpe, daar de tram naar Zierikzee en verdol* naar Renesse en HaamstedeMaar zoo'n reisje is in de eerste plaats weinig goedkoo- per dan met de K. L. M. en men is een halve dag op reis. Ik zocht naar een andere route en wie veel fietst en toch geen haast heeft kan ik de vol gende aanbevelen: Van Maassluis over twee veren naar den Briel, vandaar op de fiets naar Hellevoetsluis (men kan ook over Rotterdam komen met een tram) daar de boot naar Mid- delharnis, van daar op de fiets naar Her- kingen (10 K.M.) In Herkingen is een kastelein, die een onge regelde dienst onderhoudt naar de overzijde. Hij vaart met een motorbootje zoodra zich een passagier aanmeldt. Wie in Herkingen komt kan zich bij hem melden maar het ver dient aanbeveling vooruit een kaartje te schrijven of onder no. 9 op te bellen wanneer men komt. In den regel vaart hij over om een uur of 5 's middags, als de passagiers van de boot van 3 uur uit Hellevoetsluis er zijn. Nu is deze route wel iets duurder dan over Rotter damNumansdorpZijpe maar veel korter. Eenmaal aangekomen op Schouwen behoeven we slechts 20 K.M. te fietsen van Dreischor naar Renesse terwijl we vanaf Zijpe dwars door Duiveland en Schouwen niet minder dan 30 K.M. over een vrij slechten weg en met als eenïge voordeel dat we Zierikzee kunnen be zoeken, overigens het mooiste stadje dat ik ken. Maar van Dreischor naar Renesse pas- seeren we o.a. Brouwershaven. We troffen het met de overvaart, prachtig warm weer, wind mee. Daar het laag water was moesten we Roodvonk te Haarlem. Sterk verminderd. In de afgeloopen jaren zijn te Haarlem vrij veel gevallen van roodvonk voorgekomen, In 1933: 447 en in 1934: 311. Thans zijn in het le halfjaar van 1935 slechts 92 gevallen voorgekomen, zoodat inder daad van een sterke vermindering gesproken kan worden. BEVESTIGING EN INTREDE VAN PROF. DR. M. C. VAN MOURIK BROEKMAN Z-ondag werd Prof. dr. M. C. van Mourik Broekman, vroeger predikant van de Ned. Herv. Gem. te Breda, bevestigd als predikant der Ned. Herv. Gemeente te Moordrecht. Des morgens had de bevestiging plaats door ds. A. J. Werner, Ned. Herv. Prèd. tb Deventer, die een predicatie hield naar aanleiding van een 3-tal verzen uit 2 Corinthe 4. Hij was dankbaar-verheugd, dat praf dr. van Mourik Broekman wederom in het „Wondere Ambt" mocht terugkeeren. De kerk leed indertijd derdaad een groot verlies, toen dr. van Mourik Broekman de kerk verliet; heden boekt de kerk wederom een winst. Des namiddags deed dr. van Mourik Broek man zijn intrede. Na het zingen van Psalm 89 1 en 7 las spreker zijn intreetekst voor: 2 Corinthe 1 vers 24: „Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medewerkers Uwer blijd schap; want gij staat door geloof". MEDEDLAMDSCtlE ROMDVLUCHT 1935 23-2^ AUGUSTUS TEBiCHELUW^^pl SCHIERMONNIKOOG. *2* 23 AUGUSTUS VERTREK. SCHIPHOL9.00 HAAMSTEDE II 00 TM^EHTHE 15.00 AANKOMST. HAAMSTEDE. 10.00 TWEHTHE ...11.45 EELDE.16.90 ooSTvooane, 23 AUGUSTUS SCHIPHOL 24 AUGUSTUS: EELDE-SCHIPHOL TOTAAL 24 AUGUSTUS VERTREK EELDE.... IO.OO AANKOMST DE KOOYII30 DE KOOT..15 00 WAALMAVEH 16-00 eerst met een roeiboot een eind de rivier op gaan, de Grevelingen, waarna de motorboot ons overneemt. Zonder het minste bezwaax gingen onze fietsen weer op de motorboot en een zwaar motorrijwiel werd door sterke ar men in de roeiboot neergelaten. Alles ging zonderveel praten, we zitten bijna in Zeeland en Zeeuwen zijn zwijgzaam. Het dialect van Flakkee is ook met veel Zeeuwsche elementen doorspekt, bijv. „langen" voor „aangeven" en meer. Een roeibootje dat voor anker lag werd achter onze motorboot vastgemaakt om ons bij Dreischor over de ondiepte te brengen, de motor werd aangezet het roeibootje ging met de punt omhoog en we genoten een half uur lang van de prachtige overvaart, de koelte van het water die meer dan welkom was op dezen snikheeten Juli-dag, van Aalscholvers, kabel jauwen en meer wat een zeearm aldaar op levert, De tocht naar Dreischor over Brouwersha ven naar Renesse had een vlot verloop in de avonduren, de ergste warmte was voorbij en toen we in Renesse op onze oude kampeer plaats kwamen was het nog niet donker. En natuurlijk moesten we direct na het op slaan van de teent op visite komen bij de boer, op wiens land we kampeerden, we moesten hooren hoe het met de „pries van de lepinen en het gewas van de rogge stond en met de knienen" (konijnen), met den steun van de regeering voor de rogge; zoodat de cultuur loonend was en met de treurig-lage melk- en boterprijzen, met de schade van den zeewind aan de voederbieten, ,,'t Had zoo gestoven op Tweeden Pinksterdag dat je 't uusje, van de Waaiboom, nog geen duizend meter van iere niet zie kon en moest ons overzèje, en da eb ons toe mèr gedè", klonk het berustend. Bepaald berustend over den crisis-politiek is men den laats ten tijd niet meer op het plat teland. „In de margarine-industrie werken 1500 en in het veebedrijf een half millioen menschen", zijn de slagzinnen uit de land bouwbladen en destrekking is dan dat de vet- invoer uit het buitenland verboden zou moe ten worden om de binnenlandsche boter tegen redelijken prijs te kunnen verkoopen. Laat ik het boerenleven tot slot nog even illustreeren met de werktijden van de boerin, een vrouw van 62 jaar. Deze begint 's ochtends om half vijf en werkt den geheelen dag, de uren voor eten en drinken uitgezonderd, tot ongeveer half- acht. Dan dut ze wel eens in bij het thee lichtje tot ze om 9 uur of half tien naar bed gaat. Dit beteekent een werkdag van een uur of twaalf waarbij ik in aanmerking neem dat de middaguren niet zoo druk zijn op de boerderij. Deze menschen hebben wel radio maar geen gas of eletcriciteit, geen fietsen, geen groot dagblad, komen zelden in het dorp, eens in de zooveel jaar in Zierikzee en Rotterdam is voor hun even bereikbaar als voor ons stedelingen Warschau of Madrid. En deze mensehen beta len nog duizend gulden pacht voor hun boer derij wat mogelijk is door een erisissteun van ongeveer eenzelfde bedrag, die de regeering geeft voor rogge. Het eten, dat ze gebruiken is veel eenvoudi ger en eentooniger dan wij het in de steden gewoon zijn, daar er echter voldoende vet, eiwitten en meélkostgebruikt kan worden is deze niet onvoldoende. Groente wordt er ech ter weinig gegeten. Voor genotmiddelen is geen geld, evenmin voor boeken. Het is wel eens goed als in de steden bekend wordt hoe men in zandstreken leeft en werkt op het plat teland. Voor de kleipolders geldt het boven staande natuurlijk niet. En ieder die in de vacantie met de plattelandsbevolking in aan raking komt stelle zich eens op de hoogte en toone eens wat belangstelling en medegevoel met de moeilijkheden die men daar door te maken heeft. Want de boeren verlangen niet en berusten slechts noodgedwongen in een zoo laag levenspeil waar als eenigste voordeel te genover de stads toes tanden tegenover staat dater in de dorpen weinig werkloosheid is. En de loonen? 'sZomers f2 per dag en 's winters f 1,75. Terwijl kleeren en schoeisel e. d. in de steden goedkooper zijn dan in de dorpen. Men begrijpt dat dergelijke toestanden niet geschikt zijn om de tegenstelling tusschen stad en platteland te verzachten. Dat kam peerders en vacantiegangers veel kunnen doen om deze twee groepen tot elkaar te brengen spreekt vanzelf. Schouwen is het mooiste eiland van Zuid- Holland en Zeeland. De duinen zijn ten deele beboscht. Speciaal aan de westzijde wat een prachtige belofte inhoudt voor de toekomst. Houtvoorziening, klimaatsverbetering, toene mend vreemdelingenverkeer, blijvende vastleg ging Van het beweeglijke duinzand, blijvende werkverruiming, het zijn elders de voordee- len en hier in dit winderige land in nog ster ker mate. Maar de waterstand daalt zoowel door de bosschen in de duinen als door de wa terleiding. Men graaft nu in het 'belang van den vogelstand, plassen water doch mijn be zwaar is dat dit cirkels en ovalen z-ijn met een dijkje er om inplaats van aanpassing te zoe ken met het bestaande landschap. Een advies van een landschaparchitect is hier niet over bodig. Meer naar Haamstede liggen de duinen nog volkomen ongerept. Honderden zilver meeuwen zweven en krijschen hoven de stuif- hellingen die een bijzondere charme aan het duinlandschap geven. Meer naar Renesse zijn enkele valleien dicht gegroeid met moeras-orchideeën Parnassia, duizendguldenkruid. Wat een bloemenweelde! Bergeenden vliegen met hun langen hals over het strand, jongen van schol-eksters trip pelen over de duin-weitjes terwijl de ouden in grooten angst ons trachten weg te lokken. Nog grooter vogels vliegen af en aan, allumi- niumkleurig, gonzend en bestuurd door een mensch: 't zijn de machines van de K. L. M. die het in deze vacantietijd druk hebben op deze lijn. Hommels en vlinders komen op een eenzame kruiskruidplant om er honing te zuigen. En om ons vertrouwen in te boezemen komt een militair vliegtuig boven ons, een-' zame wandelaar*, heen en weer vliegen, hoog en laag en de bestuurder wuift en wij wuiven terug en het vliegtuig gaat weer verder. Daarna komt een sportvliegtuig en zweeft een meter of tien boven het strand, om dan weer te verdwijnen. De meeuwen trekken zich van al die machinale vogels niets aan, ze zijn er aan gewoon en voelen hun meerderheid. Ze mogen niet geschoten worden zooals in onze 'provincie Ze voelen zich de baas in het duin waar vrijwel geen wandelaar komt, zeker niet in den broedtijd. Want de bosch-aanlegger ziet ze graag, ze verbeteren den grond met kalk en stikstof. Het is te zien aan de plan tengroei en aan de kleur van de dennen. Het duin is hier overheidsbezit en ze worden als nuttig beschouwd. In onze provincie is be halve bij Castricum, Schoorl en Petten het duin in particulier bezit en opeens is de zil vermeeuw vogelvrij ze ploffen, aangeschoten, op het strand bij spelende kinderen Ik geef den voorkeur aan Schouwen. C. SIPKES,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7