Het 500-jarig bestaan van Leeuwarden.
ALS IEMAND VERRE
REIZEN DOET
Ter gelegenheid van het 500-jarig bestaan van Leeuwarden had Woensdag de opvoering plaats van het historisch tafreel,
voorstellende de samenvoeging van Oldehoeve en Hoek bij Leeuwarden. Een der scènes
Een der drie Engelsche vliegbooten, die te Plymouth zijn aangekomen voor de nieuwe exploratie-vlucht
naar Basra. Luchtmaarschalk Longmore inspecteert de cockpit
Een auto kwam Woensdag op de Rozengracht te Amsterdam
in botsing met een tramwagen. De auto werd vrijwel geheel
vernield, terwijl de chauffeur ernstige kwetsuren opliep
Demonstraties van Chineesche zwaard- en slok-
vechters tijdens de V.V.V.-week te Rotterdam
Het Argentijnsche opleidingsschip .Presidente Sar-
miento" arriveerde Woensdag te Amsterdam en nam
ligplaats aan den steiger der Holland Amerika Lijn.
Na aankomst kwam een officier van piket ter be
groeting aan boord
Ex-koning Alfonso van Spanje is Woens
dag in de hoofdstad aangekomen. De in 11 i i i i t 11 \a/ j
ex-koning in gesprek met den directeur De landing van den Prins van Oranje vormde net hoogtepunt van de historische feesten welk® Woensdag
van het Amstel Hotel, waar hij verblijf te Katwijk aan Zee werden gehouden
houdt
FEUILLETON.
Een avontuurlijk verhaal van drie
studenten.
door ARNOLD BARTEL.
(Nadruk verboden).
6)
„Zoo Jumbo!" groet Volkers lachend.
„Niks Jumbo ik Mohammed!" verbetert
de jongen met een bestraffend gezicht, terwijl
hij zijn oogen vervaarlijk laat rollen.
„Dat is toch hetzelfde", plaagt Volkers. „Of
je nu Jumbo heet of Mohammed
Maar de jongen is het daar niet mee eens.
„Niks hetzelfde meent hij, met hoofd
en handen een grappige afwerende beweging
makend. „Jumbo is olifant ik kleine boy".
Mohammed is de lieveling van de beman
ning en tegelijkertijd hun tijdverdrijf. Hij is
met zijn vader als oppasser van giraffen en
gnoe's naar Europa gekomen, en nu op den
terugweg naar zijn geboorteland. Vijf Perzi-
aansche schapen zijn aan zijn zorgen toever
trouwd. De dierenhandelaar, bij wie de zwar
ten behooren, heeft de dieren met groote
moeite uit Rusland gehaald en brengt ze nu
naar Europeesche farmers in Oost-Afrika.
Mohammed noodigt het drietal uit de dieren
onder zijn leiding te bezichtigen. Met groote
zorg geeft hij de schapen te drinken en te
eten.
Dan krijgt Harry Diesel plotseling een
gen aal idee. Hij vraagt Mohammed of hij een
stuk chocolade verdienen wil.
„Niks chocolade sigaretten!" eischt deze
echter, als Diesel hem daarop vertelt, dat hij
zijn diensten noodlg heeft om een brief te
bezorgen aan een dame in de le klasse.
Volkers en Snavel kijken verbaasd op, als
zij hooren, wat hun vriend en bondgenoot van
plan is.
„Dat gaat te ver!" protesteert de korte.
„Zonder gemeenschappelijk overleg mag zoo
iets niet gebeuren".
„Ik vind het zeer decoratief een Moor als
postillon d'amour te gebruiken", zegt Snavel
bedachtzaam.
„Hij moest er alleen niet zoo armoedig
uitzien", meent Diesel en zich tot den jongen
wendend: „Heb je niet een behoorlijk pak.
„Mooi paktwee sigaretten!" verhoogt
de kleine Moor zijn eisch.
Maar Snavel is het er nog niet geheel mee
eens. ,,Nee Lou", zegt hij, „nu moet je mij eerst
laten uitspreken. Wanneer het geen collectief
schrijven betreft, kan van één brief natuur
lijk geen sprake zijn. Mijns inziens verdient
het alle aanbeveling drie brieven.'
„Drie brievenvangt de zwarte jon
geling op. „Dan drie sigaretten!"
„Jij bent een geboren zakenman!" lacht
Diesel. „Over een uur kom je in de Toeristen
klasse begrepen?"
„In je beste pak!" roept Volkers nog. als
zij hun wandeling om het schip reeds hervat
hebben.
Gedurende eenige minuten wordt er geen
woord tusschen hen gewisseld. Hoewel de naam
Nini Collijn geen enkele maal genoemd is.
begrijpen Volkers en Snavel wel. dat h*>t nm
haar te doen is En beiden denken zij het
zelfde. n.l. dat Diesel zich weer eens veroor
looft, wat geheel buiten hun programma om
gaat en lijnrecht tegen de ongeschreven wet
ten van hun kameraadschap indruischt.
Maar als zij hem dat bijna gelijktijdig onder
het oog brengen, noemt hij hun verwijten lou
ter jalouzie. Hij verklaart zich echter bereid
erom te knobbelen, wie den brief zal schrijven.
Zij zal immers toch wel begrijpen, dat de brief
van hem afkomstig is.
En v,i; het ontbijt wordt er inderdaad ge-
knobb'ki Tusschen de koffie, havermouth en
versche broodjes rollen de dobbelsteenen. Vol-
kers is met een twee het eerst uitgeschakeld.
Tenslotte wint Snavel. Nochtans gaat de in
houd van den brief, welke zij dan aan een
tafeltje in 'n hoekje van de eetzaal op papier
zetten, slechts voor een klein deel van hem
uit. De beide andere assisteeren hem op be
paald hinderlijke wijze. Drie maal wordt het
epistel verscheurd, tot zij het eindelijk over
den inhoud eens zijn.
En dan bemerken zij, dat Mohammed in de
deur al een half uur op hen staat te wachten.
Zag deze er bij de eerste kennismaking in zijn
verschoten katoenen pakje en gescheurde
blouse min of meer armelijk uit, zooals hij
thans voor hen verschijnt, werkt hij bepaald
lachwekkend. Hij draagt een langen broek als
een volwassen man, schoenen met breede, aan
den rand genaaide zooien en gewelfde kappen,
als een Amerikaan en daarbij een soort jaquet,
dat hem tot aan de knie reikt en dat een af
schuwelijke geel-groene das slechts ten deele
verbergt.
Mohammed's verschijning baart allerwege
groot opzien. Van alle zijden informeert men
met groote belangstelling, waarom hij er zoo
keurig uitziet; het is toch immers geen Zon
dag. Bereidwillig verstrekt hij de gewenschte
inlichtingen en zoo weet al spoedig de getrele
toeristenklasse, dat hij 'n brief aan een dame
in de eerste moet brengen.
Allen lachen.
„SufferdUil" geeft Volkers in onver-
valscht Nederlandsch aan zijn ontstemming
lucht, maar dat verstaat Mohammed geluk
kig niet. Slechts de andere passagiers begrij
pen Lou's uitbarsting van woede en zij amu
seeren er zich kostelijk over. Maar eindelijk
komt het toch zoover, dat hij den witten brief
in zijn zwarte handen neemt en ermee ver
dwijnt. De beste wenschen van de geheele
Toeristenklasse vergezellen hem en op eenigen
afstand volgt het drietal, dat zoo lang moge
lijk assistentie wil verleenen.
Voor de deur, welke toegan? geeft tot de
le klasse worden, nadat men een blik door
het raam van de eetzaal geworpen heeft,
de laatste instructies gegeven.
„Een knappe, blonde jongedamein het
wit gekleedaan den tafel rechts in den
hoek!"
Mohammed knikt ten teeken, dat hij het
begrepen heeft, struikelt over den drempel en
een oogenblik later ontwaren zij hem, vanuit
hun observatiepost aan het raam, als het door
allen aangegaapte middelpunt van de aan het
ontbijt vereenigde eerste klas.
Allen houden op met eten. Aller oogen zijn
op het potsierlijk uitgedoschte, zwarte jonge
tje gericht, dat onmmiddelijk daarop zijn drie
principalen aan het raam tot wanhoop
brengt. Want in plaats van naar den rechter-,
stevent hij regelrecht op den linkerhoek af.
Ook daar zit een blonde dame in het wit,
maar zij is noch jong, noch knap.
Hevig gestlculeerd en met rollende
oogen, die meer wit dan zwart laten zien,
duwt hij de Baltische barones den brief in de
hand. En dan zien zij nog, hoe hij met zijn
zwarte vinger in de richting van het raam
wijst, naar de plaats, waar zij zich verdekt
hebben opgesteld.
Als op commando maken zij alle drie tege
lijk een diepe kniebuiging om onmiddellijk
daarna, sluipend langs den houten wand van
de eetzaal, te verdwijnen.
Wat zij echter niet zien, is, dat zich in
de eetzaal, ter hoogte van de plaats, waar zij
hun observatiepost betrokken hadden, de heer
Pirzel bevindt en zich aan zijn Engelsch ont
bijt te goed doet. Zoodat de geheele le klasse
er nu van overtuigd is, dat deze omineuze
brief van hem afkomstig is.
Dat is dus in den strijd om Nini Collijn de
derde nederlaag.
Engeland komt steeds dichterbij. Eerst zijn
het twee ronde forten, die als het ware uit
de zee omhoog rijzen en de reede van Spit-
head beschermen. Eneelsche watervliegtuigen
zweven zoo laag over het dek van de „Ukami",
dat men elkaar kan toewuiven. Van stuur
boord af ziet men het Engelsche vasteland,
aan bakboord het eiland Wight met zijn smal
wit strand, de zacht glooiende, groene weiden,
de zeebaden en de groote landgoederen, om
geven door fraai aangelegde parken.
Op een geheel bezette plezierboot, welke de
„Ukami" passeert, speelt een gramofoon een
internationale Schlager. De dierenhandelaar,
die de Perziaansche schapen vervoert, een dor,
kleurloos mannetje met een vaalgrijze snor
en een lorgnet op den spitzen neus, allerminst
't type van een leeuwen jager, zooals men zich
dien voorstelt, vraagt een meisje ten dans en
stept met haar over het promenadedek. Op
hun ligstoelen kijken de passagiers lusteloos
toe.
Diesel, Volkers en Snavel hebben slechts
belangstelling voor een Engelsche dread
nought, die een vlaggengroet met de „Ukami"
wisselt. Daarnaast ligt het mailschip „Ballin",
dat, na 'n deel van zijn lading gelost te hebben
voor de thuisreis koers zet naar Hamburg. Op
korten afstand passeert de Oceaanstoomer,
men ontwaart onbekende landgenooten en
groeten en kwinkslagen klinken over en weer.
Met hun drieën hebben zij de beschikking
over één verrekijker. Hij behoort eigenlijk aan
geen van allen, want Lou Volkers heeft hem
geleend van zijn erf-oom, die in Schagen
woont.
„Geef mij de kijker eens, vlug!" roept hij,
ln een plotseling opkomend verlangen om den
Oceaanstoomer wat dichterbij te halen.
Maar Snavel antwoordt min of meer ver
legen, dat hij hem heeft uitgeleend. Volkers
is woedend. „Wel verdraaid nou hebben
we met z'n drieën één kijker en als je hem
noodig hebt, blijkt een vierde man ermee van
door te zijn!" z
,,'t Is geen man, maar een vrouw", verbeter*
Snavel.
(Wordt vervolgd.)