Mgr. J. D. eerbiedigen J. Aengenent den groet. Duizenden brachten laatsten Indrukwekkende plechtigheid in de St. Bavo en langs den weg. Grootsche escortes van schoolkinderen. JATERP-^'G 7 SEPTEMBER' Reeds vroeg kon men hedenmor gen in de stad zien dat deze dag een ongewoon druk karakter zou dragen. Bijna zou men kunnen zeggen dat de straten in de binnenstad en in de omge ving van de Kathedrale Kerk St. Bavo er anders uit zagen dan anders. Inder daad was dit ook het geval door de vele vlaggen die halfstok aan de ge vels hingen en de geblindeerde ven sters, gesloten ramen en neergelaten gordijnen, vooral langs den weg die de stoet zou volgen, de stoet die Mgr. J. D. J. Aengenent naar zijn laatste rustplaats begeleidde. De belangstelling, vooral van het Katholieke deel der Haaiiemsche bevolking was den laat sten tijd eerst naar de Maria-Stichting uit gedaan, waar tientallen ongerust informeer den naar het verloop van het ziekteproces van den bisschop. Daarna concentreerde de belangstelling zich op het bisschoppelijk pa leis aan de Nieuwe Gracht, waar ontelbaren blijk gaven van hun medeleven en rouw door hun condoleancebezoeken en het teekenen der rouwregisters. Nu Zaterdagmorgen, waren de belangstel lenden samengestroomd aan de Leidschevaart de Westergracht en omgeving, althans in de r-'btfheid van de St. Bavo, waarheen Vrijdag- i'dag het stoffelijk overschot was overge- cht, Doch zooals gezegd is, ook elders was meer beweging dan gewoonlijk te bespeuren en of schoon de escortes der Haarlemsche jeugd langs den geheelen weg pas later in den mor gen werden opgesteld, was toch reeds vóór de dienst in de Kathedrale Kerk begon, iets te zién van deze komende, aangrijpende, stille eerbiedbetuigingen aan den doode. Er waren veel hooggeplaatste personen uit- genoodigd den kerkelijken dienst bij te wo nen. Ongeveer drie kwartier voor het begin der plechtigheden in de kerk kwamen de eer ste uitgenoodigden aan. De politie had ook uitgebreide maatregelen moeten nemen om de drukte in de straten om de kerk en op de Leidschevaart te regelen. Het rij verkeer mocht alleen in de richting van het Emmaplein, van de Westergracht af, rijden, terwijl dit weggedeelte alleen toegan kelijk was voor' houders- van kaarten. Deze maatregelen waren niet overbodig gezien de steeds wassende drukte. Na den dienst in de kerk, die te ongeveer twaalf uur was geëindigd, móésten ook alom straten worden afgezet, terwijl tegemoetko mend noch inhalend verkeer werd toegelaten. In de Kathedrale Kerk St. Bavo. Te tien uur begon in de Kathedrale Kerk St. Bavo de plechtigheid, waarbij vele honder den tegenwoordig waren, vooral geestelijke en werèldlijke autoriteiten. Assistentie bij de plechtige uit vaart. De plechtige H. Mis van Requiem wordt opgedragen door Mgi\ P. Hopmans, bisschop van Breda, met assistentie van: Presbyter Assistens: Mgr. M. Möllmdnn, vicaris-generaal van het bisdom. Troondiakens; Mgr. dr. G. C. van Noopt, deken van Amsterdam en M. Wijtenburg (ka nunniken van het Kathedraal Kapittel). Diaken der H. Mis: J. Dankelman, eere- kanunnik van het bisdom en deken van Delft. Subdiaken: H. Sondaal, eere-kanunnik en déken van Haarlem. De lagere assistenties zijn als volgt ver deeld: ad candelam: pater Roorda O.F.M., pastoor van de Kerk van den H. Antonius. ad ampullas: de heer H. van Dijk, pastoor van de kerk van de H.H. Elisabeth en Barbara. ad librum: de heer F. van Beükering, pastoor van de kerk v. d. H. Josef. ad gremiale; de heer L. Schalke, pastoor van de kerk van de H. Liduina. ad mytram: de heer J. de Vlieger, pastoor v. d. kerk van O. L. Vrouw Rozenkrans en H. Dominicus. ad turibulum: rector van Zon. De Lauden zullen worden gezongen met ge lijke assistentie. Bij de Absouten der bisschoppen fungeeren: ad candelam: de heer A. van Eeden, pastoor der St. Bavokerk. ad librum: de heer P. Roovers, pastoor dei- kerk van den H. Joannes den Dooper. Aanwezige geestelijke autoriteiten. Op de eerste rij kanunnikenbanken namen plaats; Kapittelvicaris Mgr. H. J. M. Taskin; kanunnik deken van Heeswijk; kanunnik ple baan L. Westerwoudt; kanunnik Th. W. Pi- f'hot; kanünnik-öfficiaal J. Aalberse; kanun nik-directeur J. Niekel; eere-kanunnik Mgr. Pi'of Dr. Th. J. Beysens; eere-kanunnik W. P. H. Jansen; eere-kanunnik J. van der Ven; eere-kanunnik L. P. Stolk; procurator Mgr. Dr. B. j. Eras; Mgr. C. A. W. de Gruyter; Mgr. Th. M. Bekkers; Mr. P. G. Groenen; Mgr. J. Postma; Mgr. dr. Th. Verhoeven; generaal- abt Dom. F. M. Janssens o. Cist.; Abt Dom. J. de Puniet de Parry O.S.B.; Mgr. W. van Din ner O.S.Cr. OP de tweede rij kanunnikenbanken: prelaat A. Stocker O. Prem.; oud-secretaris deken Van der Tuyn; regent N. L. A. Ammerlaan; Ms°r Yzermans; biechvader fr. Reynenberg o.F.M.; secretaris van Mgr. Diepen; secretaris van Mgr. Lemmens; secretaris van Mgi\ de J°iig; secretaris van Mgr. Hopmans; secretaris van Mgr. Biermans; secretaris van Mgr. Smets; voorts de lagere assistenten n.l. pastoors en rector van Haarlem. Ter weerszijden van het hoogaltaar de vol lef6. bisschoppen; Mgr. Arrigoni. chargé a affaires a. i. van Mgr. Micara, apostolisch nuntius van Brussel; Mgr. P. Hopmans cele brant, bisschop van Breda, met secretaris L. Deckers; mgr. dr. J. de Jong, titulair aarts- van Rusio, coadjutor en vertegen woordiger van Mgr. J. H. G. Jansen, aarts bisschop van Utrecht met secretaris; Mgr. A. F. Diepen; Mgr. dr. J. H. G. Lemmens met secretaris; Mgr. J. Biermans met secretaris father Preyde; Mgr. A. Smets; Mgr. J. O. Smit; Mgr. Dr. G. J. Vesters; Dr. J. M. Buckx; Mgr. I. P. J. Verriet; Mgr. H. J. Paulussen; Mgr. C. Dubbelman; Mgr. dr. H. Mekkelholt, alien met secretarissen. In het hoogkoor nemen op de stoelen plaats: Vooraan links twee eerekamerheeren van den Paus, de heeren Heijmeyer van Heemstede en W. Dreesmann; vooraan rechts twee Mal- thezerridders. Verder de paters-provinciaal: Aengenent O.S.Cr.; C. Hoyng O.M.C.; Dr. N. Poelman; fr. P. Stein O.F.M.; C. Schoemaker S.J.; V. Esser S.J.; fr. Basilius Schaap O.P.; fr. F. H. Keulers O.C.D.; fr. Dr. Athanasius O. Carm; fr. Dr. Anacletus O.M.C; Dr N de Wit OE.S.A.; Th. Meuffels C.M.; Dominicus Bongers C.P.; Dr. M. Huppertz S.M.M.; N. Verhoeven M.S.C.P. Saut Css R.; H. Finke S.C.J. de dekens: C. J. Boekhorst: A. H. M. J. Ho- mulle; E. M. J. van Rooy; P. Huibers; J. H. W. Borsboom; E. F. Rengs; C. M. Jonckbloedt; G. J. M. Maat; J. M. Lucassen; A. J. C. Schraag; A. Hollenberg; J. M. Heiligers; G. Kuys; L. Dolle; J. Th. Jacobs. de klasgenooten van Mgr. Aengenent: pastoor J. van Vastenhoven; pastoor A. C. Rhee, pastoor J. Onel; pastoor J. Nuyven; pastoor P. de Kok; en pastoor H. van Baaren; de professoren van Warmond en Hageveld: M. A. Jansen; Dr. N. Steur; P. Stammeyer; C. van Trigt; A. Cleophas; Dr. N. Th. Greite- mann; J. J. Henneman; J. Laurier; J. Starren- burg; P. J. Heskes; L. Wof; Z. de Korte en Professor J. P. Verhaar. de archivaris van het bisdom J. P. Brugge- mann. de kapelaans der kathedrale kerk: H, Heyink; J. Alkemade; E. Determeyer; A. Hen driks, l^eef van Mgr.; en Pastoor G. van Nie- De dirigent is pastoor Th. Beukers Mgr. H. J. M. Taskin spreekt de lijkrede uit. Hoe is de kroon u van het hoofd gevallen, o Kerk van Haarlem! Hij dien gij nauwelijks zeven jaren gelsden met stralenden luister en jubel hebt ingehaald, uw herder, ligt daar nu op de doodsbaar. Onbedrieglijk schenen de voorteekenën, die hem een langdurig, episcopaatbeloofdenzijn., krachten leken zoo forsch, zoo sterk. Maar zie! nadat hij van velerlei toekomstplannen eerst de grondlij nen uitgestippeld, daarna de fundeering ge legd had, grijpt eensklaps een kwaadaardige ziekte hem aan, en rukt hem bijna plotseling uit het midden van zijn werk weg. u achter latend als eenzame, als treurende weduwe. O God! hoe onnaspeurlijk zijn Uwe wegen! hoe ondoorgrondelijk Uwe raadsbesluiten. Hier blijkt weer voor de i zooveelste maal: hetzij wij leven of sterven, wij zijn het eigendom des Heeren, waarmee Hij handelt naar welgevallen. Hij, Hij alleen is de Heer van ons leven; als maaksel Zijner handen zijn wij volkomen afhankelijk van Hem. Doch wij weten dat de beschikkingen Zijner Voor zienigheid nooit falen en daarom hebben wij niets anders te doen dan ons hoofd te buigen en in stille berusting te zeggen: de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen: zooals het den Heer behaagde is geschied: de Naam des Heeren zij gezegend. Na deze acte van overgeving aan den H. Wil van God past het verder dat wij, niet ter uitbazuining van ij delen lof, doch alleen tot glorie en verheerlijking van dienzelfden God eenige oogenblikken vertoeven in de dank bare herinnering aan hetgeen deze bisschop in de korte jaren van zijn bestuur voor ons geweest is. Bij de uitvaart van Mgr. Callier mocht ik hem voor u gedenken als een godsge-zant met den geest en de kracht van Elias bezield, die als een Joannes de Dooper onder ons gewerkt en gepredikt heeft, om ons te maken tot een heilig volk voor God. Deze bisschop heeft opvallend gestreefd naar gelijkenis met een anderen Joannes, met den Apostel, die de beminde leerling van Jesus eai de Apostel der liefde genoemd wordt. Mgr. Aengenent heeft onder ons willen zijn Joannes, de Apostel der liefde: Apostel van de liefde tot God, en omdat ware Godsliefde zich uit en vervolmaakt in liefde voor de menschen ook Apostel der naas tenliefde, Aan allen, voor allen en in alles zichzelven geven, goed zijn en blijmoedig en hartelijk en behulpzaam en vredebrengend, dat was zijn vreugde en zijn leven; hierin lag het eigenlijke kenmerk van zijin karakter. De bisschoppelijke grafkelder te Overveen. Het was deze liefde voor zijn medemenschen, vooral voor de maatschappelijk achtergestel- den, die hem in de eerste jaren van zijn priesterschap bracht tot het bijzonder bestu- deeren van liet sociale vraagstuk. Hij be schouwde en overdacht dit vraagstuk hoofd zakelijk in het licht van wijsbegeerte ei openbaring. Wat deze studie hem leerde over de mateloos groo-te goedheid van den Schepper, die niet enkel onze verdiensten, maar ook al onze verlangens te boven gaat heeft een on- uitwischbaar diepen indruk gemaakt op zijn van nature zoo goedaardig en warmvoelend hart, heeft zijn liefde geadeld tot een echte bovennatuurlijke, goddelijke deugd. Toen hem een leerstoel in het Groot-Semi- narie was toegewezen liet hij niet na bij het vormen van de levieten, die straks zouden uitgezonden worden om het Evangelie der liefde te verkondigen, van zijn goedheid en liefde en deernis met de scharen der verdruk ten in hun harten over te gieten? En zoo kunnen we begrijpen dat zijn hart opsprong van vreugdetoen hij tot het hoogverheven bisschopambt werd geroepen niet om de eer; maar omdat hij nu zijn levensideaal kon gaan uitvieren op een wijze als -hij zich vroeger nooit had durven denken: goed zijn voor allen die hij. te besturen kreeg; hen allen aan zich èn aan elkander binden door den band der liefde, en zoo hen allen brengen tot hun tijdelijk en eeuwig geluk. Hoe jubelde hij dit uit in zijn eerste herderlijk schrijven„Het eerste woord, dat ik u, mijne geliefde kinderen, toespreek, ontleen ik aan mijn grooten Patroon den H. Jóannes, den Apostel der liefde: „Kin deren, bemint elkander". In dit woord ligt de oplossing van alle nooden enkwalen van den tijd waarin wij leven. Indien dit gebod der naastenliefde in zijn volheid wordt opgevolgd, dan zal zoowel in het sociale als in het parti culiere leven een toestand worden geboren, die aan dé wereld een heel ander aanschijn zal geven." Deze woorden welden op uit de volheid van zijn gemoed, en wat hij neerschreef vervulde hij zelf van ganscher harte. Met warme er offervaardige liefde gaf hij zich aan zijn bis schoppelijke taak. Het ontzettend zware pak zorgen dat hem op de schouders-drukte droeg hij gemakkelijk en blijmoedig, want hij droeg het met liefde. Alleen in de beide laatste maanden scheen het alsof hij iets van zijn blijmoedigheid verloor: 't was het gevolg van de ziekte, die in '-t verborgen reeds haar sloo- pend werk was begonnen. Dat echter zijn liefde niet verminderd was, en dat hij zijn blijmoedigheid wilde bewaren bleek wel uit het woord, wat hij zijn priesters tijdens zijn laatste retraite op den verjaardag zijner con secratie heeft toegesproken. Zijn lief-de was breed: zij daalde niet alleen Het stoffelijk overschot van den Bisschop wordt de Kathedraal binnengedragen. af, maar zij hief op: zij omvatte allen, zij maakte geen onderscheid tusschen rijken en armen, tusschen meer en minder beschaafden, tusschen maatschappelijk hooger en lager staanden, zelfs niet tusschen katholieken en andersdenkenden; afkeerig was zij van alles wat verdeelt en zocht ijverig naar alles wat samenbindt. Dit levensprincipe voerde hij door in alle omstandigheden, ook wanneer hij krachtens zijn ambt van bestuurder verplicht was tot ernstige vermaning of berisping: daarbij wist altijd de liefde en goedheid de gestrengheid zooveel mogelijk te temperen. In èèn woord de geheele opzet van zijn bisschoppelijk be stuur is geweest: door liefde en goedheid alles tot stand te brengen wat zijn volk ge lukkig kon maken en den tegenstand, dien hij ontmoette, door liefde en goedheid te over winnen, want immer had hij dat heerlijke woord van zijn grooten Patroon voor oogen: „God is liefde: wie in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem". Hoe ontroerend spreekt zijn liefde uit zijn laatsten Vastenbrief. Nooit heeft hij vermoed dat hij toen zijn testament schreef, waarin hij aan zijn volk als erfenis zijn hartelijke al les medelevende liefde vermaakte. „Wij komen tot u,:' zoo begon hij, „om u een woord van troost en opbeuring toe te spreken, want wij zijn overtuigd, dat zeer velen onder u, gedrukt door den nood der tijden, aan zulk een woord ten zeerste behoefte gevoelen." En nu is de mond, die zulke bemoedigende woorden kon spreken, voor altijd gesloten; den vriendelijken glimlach, die altijd speelde op dat goedige gelaat, zullen we niet meer zien. Spoediger d$n wie ook had durven denken is hij van ons heengegaan; spoediger ook dan hij zelf verwachtte. Hierin is hij geen navolger van zijn Patroon, die een zeer hoogen leeftijd bereikt heeft. Ik moge u verzekeren dat het brengen van dit offer: niet langer voor ons te mogen werken, hem zwaar is gevallen. Doch ook hier heeft zijn liefde heldhaftig overwon nen. „Wat God doet is welgedaan, want God is goed in alles" sprak hij, toen hem openhar tig werd meegedeeld, dat zijn kwaal ongenees lijk was. Geheel overgegeven aan den wil van God en in de verwachting der Christelijke hoop, dat hij nu de heerlijkheid van Gods liefde zou gaan aanschouwen heeft hij den dood in het aangezicht- gezien en aangenomen. Ach, waarom kende de dood geen genade voor hem? Heeft de felle gloed zijner liefde zijn levenskracht te snel opgeteerd? Want hij heeft dubbel gewerkt en zich niet gespaard daartoe dreef hem de liefde van Christus. Of zou een stil verdriet (wat hij echter voor allen zorgvuldig verborgen heeft ge houden) zou een stil verdriet, omdat zijn vurige liefde niet door allen begrepen of door eeii enkele werd miskend, de doodelijke kwaal in zijn lichaam hebben uitgezaaid, die hem zoo vroegtijdig ten grave voert? Doch neen weg met dergelijke nuttelooze vragen en veronderstellingen. De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen; zooals het den Heer behaagde is het geschied; de Naam des Heeren zij gezegend. En wij? Wij hebben den plicht dankbaar te zijn jegens God, omdat Hij ons in Mgr. Aen genent zulk een voorbeeldigen bisschop, zulk een Apostel van liefde heeft geschonken. Zijn lessen hebben we in eere te houden door die te beleven. Zijn „Kinderen bemint elkander' blijve ons immer bij, maar dan zooals hij ons door woord en voorbeeld heeft geleerd: niet liefhebben -met woorden of met de tong,, doch met -de daad en in waarheid. De Apostel Joannes schrijft „Hiertoe juist is bij ons -de liefde tot volmaaktheid gebracht, dat we vertrouwen mogen hebben, op den van het oordeel." Niemand-betwijfelt dat voor dezen Joannes, die het groote gebod der lief de zoo hoog heeft gehouden, de vreugde des hemels verzekerd is. Toch ontslaan deze woor den ons niet van den plicht voor de zielerust van onzen geliefden Vader veel te bidden. Im mers een ander schriftuurwoord zegt, dat zij die in overheid gesteld zijn zware rekenschap moeten afleggen. En wie is zóó volmaakt in alles, dat hij geheel zonder vlek of smet Daarom bidt de Kerk bij de lijkbaar ook van een bisschop: He-er treedt niet in het gericht met uwen dienaar, want geen mensch is bij U gerechtvaardigd, indien Gij hem geen kwijt schelding verleent. Derhalve bidder, wij, en blijven wij bididen „God, die onder de apostolische priesters Uw dienaar Joannes met de bisschoppelijke waai" digheid bekleed hebt, geef, bidden wij U, dat hij voor eeuwig in hun heilig gezelschap worde opgenomen. Geef zijn ziel de eeuwige rust: dat hij ruste in vrede. De absoutes, De eerste absoute wordt verricht door Mgr. Diepen, de tweede door Mgr. Lemmens, de derde door Mgr. Biermans, de vierde door Mgr, Smets, de vijfde door Mgr. Hopmans, cele brant. Het stoffelijk hulsel over gebracht naar de St. Bavo. Vrijdagmiddag werd het stoffelijk over schot van mgr. Aengenent van het bisschop pelijk paleis, waar in de afgeloopen dagen duizenden langs de baar trokken,, naar de Kathedrale kerk St. Bavo aan de Leidsehe Vaart overgebracht. Het was een eenvoudige plechtigheid. On geveer vijf uur werd de bruinhouten kist naar buiten gedragen uit het- paleis aan de Nieuwe Gracht en in een eenvoudigen lijk koets geplaatst. Achter deze koets kwamen nog twee volgrij-tuigen. In het eerste hadden plaats genomen mgr. Th. Pichot, vicaris- generaal van het bisdom; kanunnik J. Aalibers-e, officiaal en H. W. Agterof, secre taris van het bisdom. In het tweede zaten mgr. M. P. J. Möllmann vicaris-generaal van het bisdom, pastoor F. C. van Beukering en F. J. Bank, secretaris van het bisdom. Langs den weg, die deze kleine, droeve stoet volgde, hadden zich vele belangstel lenden opgesteld. Vooral aan de Zuidzijde van de Nieuwe Gracht en op de brug was een groot aantal menschen gaan staan. Aan de Kathedraal aan de Leidsehe vaart was het mgr. Taskin, die het stoffelijk over schot ontving, terwijl vele geestelijken mede aanwezig waren. Metten in de Kathedraal, Des avonds werden, aanvangende om half acht metten in de kathedrale kerk gecele breerd. Als agens fungeerde mgr. H. J. M. Taskin, kapittel-vicaris van het bisdom, met assisten tie van pater J. P. Reijnenberg O.F.M.. pastoor van de parochiekerk van het H. Hart en kapelaan A. Th. L. Hendriks, kapelaan aan de St. Bavo-kat-hedraal. Hónderden waren in de kerk aanwezig bij deze rouwplechtigheid. Bij de te Hilversum gehouden controle op de rijwielbelastingnierken bleek, dat door een wielrijder een valsch belastingplaatje werd gebruikt. De Hilversumsche recherche stelde onmiddellijk een onderzoek in. Een spoor leidde naar de gemeenten Laren, Blaricum en Ankeveen. In deze laatste gemeente werd zekere M, gearresteerd, als verdacht van het opzettelijk ten verkoop aanbieden van valsche rijwielmerken. Bij verhoor verklaarde hij aanvankelijk in het geheel niets van het vervalschte, in beslag genomen rijwielplaatje af te weten en zelfs ontkende hij een valsch plaatje te hebben gehad. Tenslotte, toen het bewijs tegen hem te sterk bleek, erkende hij een valsch rijwielplaatje verhandeld te heb ben. Verdachte M. was bevriend met zekeren H., wonende te Blaricum, in wiens woning een onderzoek werd ingesteld. Hierbij werden op de rijwielen van H. en diens echtgenoote val sche rijwielmerken aangetroffen. H. gaf toe, dat hij valsche rijwielplaatjes had verhan deld, doch weigerde te verklaren,, van wie hij ze had ontvangen. De vrouw van H. ont kende iets van de transacties van haar man af te weten. Zoowel M. als H. zijn naar het Hoofdbureau van politie te Hilversum overge bracht en aldaar ingesloten. Het gelukte de Hilversumsche recherche verder den vermoedelijken vervaardiger van de valsche rijwielmerken op te sporen; het is zekere W„ woonachtig te Laren, die door de recherche, in samenwerking met de politie te Laren van zijn bed is gelicht en eveneens in het politiebureau te Hilversum Is ingesloten. Volgens de verklaring van een der ver dachten zijn vermoedelijk 100 valsche plaatjes in omloop gebracht. Hiernaar wordt thans een onderzoek ingesteld. Verwacht wordt, dat nog 'meer arrestaties zullen volgen. Tot dus ver zijn drie valsche belastingmerken in be slag genomen. De valsche plaatjes zijn zeer buigzaam en iets lichter van kleur dan de echte. Valsche rijwielbelasting- merken opgespoord. Drie personen gearresteerd. Nog meer arrestaties te wachten. CHRISTELIJK DEMOCRATISCHE UNIE. De onlangs opgerichte Organisatie voor Christelijk Democratische leden der Staten Generaal, Provinciale Staten en Gemeente raden vergaderde te Zwolle. De voorgestelde reglementen werden aangenomen. De hierop volgende bestuursverkiezing had tot resultaat, dat dit als volgt is samengesteld: voorzitter H. van Houten, Groningen; secretaris H. Posthuma, Leeuwarden; penningmeester J. K. Rie-mersma, Enschede; 2e voorzitter S. Noord hof, Zwolle; alg. adj. G. Schaafsma, Haarlem. De vereeniging telt thans 50 leden. De voorzitter leidde het onderwerp „De Ge meentepolitiek" in. Regeering steunt scheepvaart slechts noodgedwongen. Maar geen navolging van andere landen. In zijn Memorie van Antwoord aan de Eerste Kanier betreffende de wijziging der Rijksbegrooting 1935 voor het verleenen van rentel-ooze voorschotten ten behoeve van de zeescheepvaart,, deelt minister Gelissen mede, dat de besprekingen in verband met den bouw van een tweede „Statendam" in vollen gang zijn. Mocht tot den aanbouw daarvan in Nederland besloten worden, dan zal bij even- tueele samenwerking tusschen meerdere wer ven alleen een zoodanige uitvoering van het werk in aanmerking komen als technisch verantwoord is. De regeering erkent, dat hetgeen van rijkswege ten behoeve van de scheepvaart geschiedt zeer weinig is, vergeleken met wat in het algemeen het buitenland op het ge bied van subsidies te zien geeft. De regeering wenscht bij het verleenen van steun echter niet verder te gaan, dan strikt noodzakelijk is. Ook wenscht zij het slechte voorbeeld dat het buitenland in vele opzichten heeft ge geven, niet na te volgen. De minister kan de leden, die in devaluatie de eenige mogelijkheid zagen om de Neder- landsehe scheepvaart weder in staat te stel len met het buitenland te concurreeren, niet volgen. Immers, het is niet alleen de valuta- concurrentie, waarmede de N-ederlandsche scheepvaart heeft te kampen, doch zij on dervindt daarenboven de ernstige gevolgen van de wanverhouding tusschen aanbod en vraag naar laadruimte op de internationale vrachtenmarkt, zoomede van de door ver schillende landen toegepaste subsidiepolitiek. De opvatting, alsof de regeering zich een Pensioenfonds van den K.H.L. toegeëigend zou hebben, moet volkomen onjuist geacht worden. Een dergelijk fonds bestond zelfs niet. Den rechtstreeks belanghebbenden bij de pensioenen was het bekend, dat er geen afzonderlijk rechtspersoonlijkheid bezittend fonds was. In het jaarverslag over 1931 was dit- duidelijk medegedeeld. Een vroeger be staand spaarfonds werd, in 1923 reeds, ge liquideerd en allen betrokkenen werd net gestorte bedrag plus de rente uitgekeerd. Bakkers denken over ver hooging van den broodprijs. Noodzakelijk geworden door de jongste regeeringsmaatregelen. De dagelijksche besturen der vijf Neder- landsche Bakkersorganisaties hebben Vrijdag middag te 's-Gravenhage vergaderd ten einde den toestand in de broodbakkerij, ontstaan ten gevolge van de verhooging der mono polierechten, onder de oogen te zien. Van de besprekingen in deze bijeenkomst is het volgende communiqué vérstrekt: De prijs van de voornaamste grondstof van het brood, de tarwebloem, is sinds eenigen tijd voortdurend stijgende, zoodat een ver hooging van 1.50 per 100 K.G. geconstateerd kan worden. De jongste verzwaring van de monopolierechten veroorzaakte een derde van die stijging. Ook andere grondstoffen van het brood, zooals melk en vetten, vertoonen een prijsstijging, hoofdzakelijk ten gevolge van de steunmaatregelen. Tot dusver heeft het bakkersbedrijf getracht een broodprijsverhooging te voorkomen. Des te meer werd in de vergadering de thans af gekomen maatregel betreurd. Men kwam tot de conclusie, dat thans in vele plaatsen een broodprijsverhooging onvermijdelijk zal zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7