Mgr. J. D.
eerbiedigen
J. Aengenent den
groet.
Duizenden brachten
laatsten
Indrukwekkende plechtigheid in de St. Bavo en langs den weg.
Grootsche escortes van schoolkinderen.
JATERP-^'G 7 SEPTEMBER'
Reeds vroeg kon men hedenmor
gen in de stad zien dat deze dag een
ongewoon druk karakter zou dragen.
Bijna zou men kunnen zeggen dat de
straten in de binnenstad en in de omge
ving van de Kathedrale Kerk St. Bavo
er anders uit zagen dan anders. Inder
daad was dit ook het geval door de
vele vlaggen die halfstok aan de ge
vels hingen en de geblindeerde ven
sters, gesloten ramen en neergelaten
gordijnen, vooral langs den weg die
de stoet zou volgen, de stoet die Mgr.
J. D. J. Aengenent naar zijn laatste
rustplaats begeleidde.
De belangstelling, vooral van het Katholieke
deel der Haaiiemsche bevolking was den laat
sten tijd eerst naar de Maria-Stichting uit
gedaan, waar tientallen ongerust informeer
den naar het verloop van het ziekteproces
van den bisschop. Daarna concentreerde de
belangstelling zich op het bisschoppelijk pa
leis aan de Nieuwe Gracht, waar ontelbaren
blijk gaven van hun medeleven en rouw door
hun condoleancebezoeken en het teekenen der
rouwregisters.
Nu Zaterdagmorgen, waren de belangstel
lenden samengestroomd aan de Leidschevaart
de Westergracht en omgeving, althans in de
r-'btfheid van de St. Bavo, waarheen Vrijdag-
i'dag het stoffelijk overschot was overge-
cht,
Doch zooals gezegd is, ook elders was meer
beweging dan gewoonlijk te bespeuren en of
schoon de escortes der Haarlemsche jeugd
langs den geheelen weg pas later in den mor
gen werden opgesteld, was toch reeds vóór de
dienst in de Kathedrale Kerk begon, iets te
zién van deze komende, aangrijpende, stille
eerbiedbetuigingen aan den doode.
Er waren veel hooggeplaatste personen uit-
genoodigd den kerkelijken dienst bij te wo
nen. Ongeveer drie kwartier voor het begin
der plechtigheden in de kerk kwamen de eer
ste uitgenoodigden aan.
De politie had ook uitgebreide maatregelen
moeten nemen om de drukte in de straten om
de kerk en op de Leidschevaart te regelen.
Het rij verkeer mocht alleen in de richting
van het Emmaplein, van de Westergracht af,
rijden, terwijl dit weggedeelte alleen toegan
kelijk was voor' houders- van kaarten. Deze
maatregelen waren niet overbodig gezien de
steeds wassende drukte.
Na den dienst in de kerk, die te ongeveer
twaalf uur was geëindigd, móésten ook alom
straten worden afgezet, terwijl tegemoetko
mend noch inhalend verkeer werd toegelaten.
In de Kathedrale Kerk St. Bavo.
Te tien uur begon in de Kathedrale Kerk
St. Bavo de plechtigheid, waarbij vele honder
den tegenwoordig waren, vooral geestelijke en
werèldlijke autoriteiten.
Assistentie bij de plechtige uit
vaart.
De plechtige H. Mis van Requiem wordt
opgedragen door Mgi\ P. Hopmans, bisschop
van Breda, met assistentie van:
Presbyter Assistens: Mgr. M. Möllmdnn,
vicaris-generaal van het bisdom.
Troondiakens; Mgr. dr. G. C. van Noopt,
deken van Amsterdam en M. Wijtenburg (ka
nunniken van het Kathedraal Kapittel).
Diaken der H. Mis: J. Dankelman, eere-
kanunnik van het bisdom en deken van Delft.
Subdiaken: H. Sondaal, eere-kanunnik en
déken van Haarlem.
De lagere assistenties zijn als volgt ver
deeld:
ad candelam: pater Roorda O.F.M., pastoor
van de Kerk van den H. Antonius.
ad ampullas: de heer H. van Dijk, pastoor
van de kerk van de H.H. Elisabeth en Barbara.
ad librum: de heer F. van Beükering, pastoor
van de kerk v. d. H. Josef.
ad gremiale; de heer L. Schalke, pastoor van
de kerk van de H. Liduina.
ad mytram: de heer J. de Vlieger, pastoor
v. d. kerk van O. L. Vrouw Rozenkrans en H.
Dominicus.
ad turibulum: rector van Zon.
De Lauden zullen worden gezongen met ge
lijke assistentie.
Bij de Absouten der bisschoppen fungeeren:
ad candelam: de heer A. van Eeden, pastoor
der St. Bavokerk.
ad librum: de heer P. Roovers, pastoor dei-
kerk van den H. Joannes den Dooper.
Aanwezige geestelijke autoriteiten.
Op de eerste rij kanunnikenbanken namen
plaats; Kapittelvicaris Mgr. H. J. M. Taskin;
kanunnik deken van Heeswijk; kanunnik ple
baan L. Westerwoudt; kanunnik Th. W. Pi-
f'hot; kanünnik-öfficiaal J. Aalberse; kanun
nik-directeur J. Niekel; eere-kanunnik Mgr.
Pi'of Dr. Th. J. Beysens; eere-kanunnik W. P.
H. Jansen; eere-kanunnik J. van der Ven;
eere-kanunnik L. P. Stolk; procurator Mgr.
Dr. B. j. Eras; Mgr. C. A. W. de Gruyter; Mgr.
Th. M. Bekkers; Mr. P. G. Groenen; Mgr. J.
Postma; Mgr. dr. Th. Verhoeven; generaal-
abt Dom. F. M. Janssens o. Cist.; Abt Dom. J.
de Puniet de Parry O.S.B.; Mgr. W. van Din
ner O.S.Cr.
OP de tweede rij kanunnikenbanken: prelaat
A. Stocker O. Prem.; oud-secretaris deken
Van der Tuyn; regent N. L. A. Ammerlaan;
Ms°r Yzermans; biechvader fr. Reynenberg
o.F.M.; secretaris van Mgr. Diepen; secretaris
van Mgr. Lemmens; secretaris van Mgi\ de
J°iig; secretaris van Mgr. Hopmans; secretaris
van Mgr. Biermans; secretaris van Mgr. Smets;
voorts de lagere assistenten n.l. pastoors en
rector van Haarlem.
Ter weerszijden van het hoogaltaar de vol
lef6. bisschoppen; Mgr. Arrigoni. chargé
a affaires a. i. van Mgr. Micara, apostolisch
nuntius van Brussel; Mgr. P. Hopmans cele
brant, bisschop van Breda, met secretaris L.
Deckers; mgr. dr. J. de Jong, titulair aarts-
van Rusio, coadjutor en vertegen
woordiger van Mgr. J. H. G. Jansen, aarts
bisschop van Utrecht met secretaris; Mgr.
A. F. Diepen; Mgr. dr. J. H. G. Lemmens met
secretaris; Mgr. J. Biermans met secretaris
father Preyde; Mgr. A. Smets; Mgr. J. O. Smit;
Mgr. Dr. G. J. Vesters; Dr. J. M. Buckx; Mgr.
I. P. J. Verriet; Mgr. H. J. Paulussen; Mgr. C.
Dubbelman; Mgr. dr. H. Mekkelholt, alien met
secretarissen.
In het hoogkoor nemen op de
stoelen plaats:
Vooraan links twee eerekamerheeren van
den Paus, de heeren Heijmeyer van Heemstede
en W. Dreesmann; vooraan rechts twee Mal-
thezerridders.
Verder de paters-provinciaal: Aengenent
O.S.Cr.; C. Hoyng O.M.C.; Dr. N. Poelman; fr.
P. Stein O.F.M.; C. Schoemaker S.J.; V. Esser
S.J.; fr. Basilius Schaap O.P.; fr. F. H. Keulers
O.C.D.; fr. Dr. Athanasius O. Carm; fr. Dr.
Anacletus O.M.C; Dr N de Wit OE.S.A.; Th.
Meuffels C.M.; Dominicus Bongers C.P.; Dr.
M. Huppertz S.M.M.; N. Verhoeven M.S.C.P.
Saut Css R.; H. Finke S.C.J.
de dekens: C. J. Boekhorst: A. H. M. J. Ho-
mulle; E. M. J. van Rooy; P. Huibers; J. H. W.
Borsboom; E. F. Rengs; C. M. Jonckbloedt; G.
J. M. Maat; J. M. Lucassen; A. J. C. Schraag;
A. Hollenberg; J. M. Heiligers; G. Kuys; L.
Dolle; J. Th. Jacobs.
de klasgenooten van Mgr. Aengenent:
pastoor J. van Vastenhoven; pastoor A. C.
Rhee, pastoor J. Onel; pastoor J. Nuyven;
pastoor P. de Kok; en pastoor H. van Baaren;
de professoren van Warmond en Hageveld:
M. A. Jansen; Dr. N. Steur; P. Stammeyer; C.
van Trigt; A. Cleophas; Dr. N. Th. Greite-
mann; J. J. Henneman; J. Laurier; J. Starren-
burg; P. J. Heskes; L. Wof; Z. de Korte en
Professor J. P. Verhaar.
de archivaris van het bisdom J. P. Brugge-
mann.
de kapelaans der kathedrale kerk: H,
Heyink; J. Alkemade; E. Determeyer; A. Hen
driks, l^eef van Mgr.; en Pastoor G. van Nie-
De dirigent is pastoor Th. Beukers
Mgr. H. J. M. Taskin spreekt
de lijkrede uit.
Hoe is de kroon u van het hoofd gevallen, o
Kerk van Haarlem! Hij dien gij nauwelijks
zeven jaren gelsden met stralenden luister
en jubel hebt ingehaald, uw herder, ligt daar
nu op de doodsbaar. Onbedrieglijk schenen
de voorteekenën, die hem een langdurig,
episcopaatbeloofdenzijn., krachten leken
zoo forsch, zoo sterk. Maar zie! nadat hij van
velerlei toekomstplannen eerst de grondlij
nen uitgestippeld, daarna de fundeering ge
legd had, grijpt eensklaps een kwaadaardige
ziekte hem aan, en rukt hem bijna plotseling
uit het midden van zijn werk weg. u achter
latend als eenzame, als treurende weduwe.
O God! hoe onnaspeurlijk zijn Uwe wegen!
hoe ondoorgrondelijk Uwe raadsbesluiten.
Hier blijkt weer voor de i zooveelste maal:
hetzij wij leven of sterven, wij zijn het
eigendom des Heeren, waarmee Hij handelt
naar welgevallen. Hij, Hij alleen is de Heer
van ons leven; als maaksel Zijner handen
zijn wij volkomen afhankelijk van Hem. Doch
wij weten dat de beschikkingen Zijner Voor
zienigheid nooit falen en daarom hebben wij
niets anders te doen dan ons hoofd te buigen
en in stille berusting te zeggen: de Heer heeft
gegeven, de Heer heeft genomen: zooals het
den Heer behaagde is geschied: de Naam des
Heeren zij gezegend.
Na deze acte van overgeving aan den H.
Wil van God past het verder dat wij, niet ter
uitbazuining van ij delen lof, doch alleen tot
glorie en verheerlijking van dienzelfden God
eenige oogenblikken vertoeven in de dank
bare herinnering aan hetgeen deze bisschop
in de korte jaren van zijn bestuur voor ons
geweest is.
Bij de uitvaart van Mgr. Callier mocht ik
hem voor u gedenken als een godsge-zant met
den geest en de kracht van Elias bezield, die
als een Joannes de Dooper onder ons gewerkt
en gepredikt heeft, om ons te maken tot een
heilig volk voor God.
Deze bisschop heeft opvallend gestreefd
naar gelijkenis met een anderen Joannes,
met den Apostel, die de beminde leerling van
Jesus eai de Apostel der liefde genoemd
wordt.
Mgr. Aengenent heeft onder ons willen
zijn Joannes, de Apostel der liefde: Apostel
van de liefde tot God, en omdat ware
Godsliefde zich uit en vervolmaakt in liefde
voor de menschen ook Apostel der naas
tenliefde, Aan allen, voor allen en in alles
zichzelven geven, goed zijn en blijmoedig en
hartelijk en behulpzaam en vredebrengend,
dat was zijn vreugde en zijn leven; hierin lag
het eigenlijke kenmerk van zijin karakter.
De bisschoppelijke grafkelder te Overveen.
Het was deze liefde voor zijn medemenschen,
vooral voor de maatschappelijk achtergestel-
den, die hem in de eerste jaren van zijn
priesterschap bracht tot het bijzonder bestu-
deeren van liet sociale vraagstuk. Hij be
schouwde en overdacht dit vraagstuk hoofd
zakelijk in het licht van wijsbegeerte ei
openbaring. Wat deze studie hem leerde over
de mateloos groo-te goedheid van den Schepper,
die niet enkel onze verdiensten, maar ook al
onze verlangens te boven gaat heeft een on-
uitwischbaar diepen indruk gemaakt op zijn
van nature zoo goedaardig en warmvoelend
hart, heeft zijn liefde geadeld tot een echte
bovennatuurlijke, goddelijke deugd.
Toen hem een leerstoel in het Groot-Semi-
narie was toegewezen liet hij niet na bij het
vormen van de levieten, die straks zouden
uitgezonden worden om het Evangelie der
liefde te verkondigen, van zijn goedheid en
liefde en deernis met de scharen der verdruk
ten in hun harten over te gieten? En zoo
kunnen we begrijpen dat zijn hart opsprong
van vreugdetoen hij tot het hoogverheven
bisschopambt werd geroepen niet om de
eer; maar omdat hij nu zijn levensideaal kon
gaan uitvieren op een wijze als -hij zich vroeger
nooit had durven denken: goed zijn voor
allen die hij. te besturen kreeg; hen allen aan
zich èn aan elkander binden door den band
der liefde, en zoo hen allen brengen tot hun
tijdelijk en eeuwig geluk. Hoe jubelde hij dit
uit in zijn eerste herderlijk schrijven„Het
eerste woord, dat ik u, mijne geliefde kinderen,
toespreek, ontleen ik aan mijn grooten Patroon
den H. Jóannes, den Apostel der liefde: „Kin
deren, bemint elkander". In dit woord ligt de
oplossing van alle nooden enkwalen van den
tijd waarin wij leven. Indien dit gebod der
naastenliefde in zijn volheid wordt opgevolgd,
dan zal zoowel in het sociale als in het parti
culiere leven een toestand worden geboren,
die aan dé wereld een heel ander aanschijn
zal geven."
Deze woorden welden op uit de volheid van
zijn gemoed, en wat hij neerschreef vervulde
hij zelf van ganscher harte. Met warme er
offervaardige liefde gaf hij zich aan zijn bis
schoppelijke taak. Het ontzettend zware pak
zorgen dat hem op de schouders-drukte droeg
hij gemakkelijk en blijmoedig, want hij droeg
het met liefde. Alleen in de beide laatste
maanden scheen het alsof hij iets van zijn
blijmoedigheid verloor: 't was het gevolg van
de ziekte, die in '-t verborgen reeds haar sloo-
pend werk was begonnen. Dat echter zijn
liefde niet verminderd was, en dat hij zijn
blijmoedigheid wilde bewaren bleek wel uit
het woord, wat hij zijn priesters tijdens zijn
laatste retraite op den verjaardag zijner con
secratie heeft toegesproken.
Zijn lief-de was breed: zij daalde niet alleen
Het stoffelijk overschot van den Bisschop wordt de Kathedraal
binnengedragen.
af, maar zij hief op: zij omvatte allen, zij
maakte geen onderscheid tusschen rijken en
armen, tusschen meer en minder beschaafden,
tusschen maatschappelijk hooger en lager
staanden, zelfs niet tusschen katholieken en
andersdenkenden; afkeerig was zij van alles
wat verdeelt en zocht ijverig naar alles wat
samenbindt.
Dit levensprincipe voerde hij door in alle
omstandigheden, ook wanneer hij krachtens
zijn ambt van bestuurder verplicht was tot
ernstige vermaning of berisping: daarbij wist
altijd de liefde en goedheid de gestrengheid
zooveel mogelijk te temperen. In èèn woord
de geheele opzet van zijn bisschoppelijk be
stuur is geweest: door liefde en goedheid
alles tot stand te brengen wat zijn volk ge
lukkig kon maken en den tegenstand, dien
hij ontmoette, door liefde en goedheid te over
winnen, want immer had hij dat heerlijke
woord van zijn grooten Patroon voor oogen:
„God is liefde: wie in de liefde blijft, blijft in
God, en God in hem".
Hoe ontroerend spreekt zijn liefde uit zijn
laatsten Vastenbrief. Nooit heeft hij vermoed
dat hij toen zijn testament schreef, waarin
hij aan zijn volk als erfenis zijn hartelijke al
les medelevende liefde vermaakte. „Wij komen
tot u,:' zoo begon hij, „om u een woord van
troost en opbeuring toe te spreken, want wij
zijn overtuigd, dat zeer velen onder u, gedrukt
door den nood der tijden, aan zulk een woord
ten zeerste behoefte gevoelen."
En nu is de mond, die zulke bemoedigende
woorden kon spreken, voor altijd gesloten; den
vriendelijken glimlach, die altijd speelde op
dat goedige gelaat, zullen we niet meer zien.
Spoediger d$n wie ook had durven denken is
hij van ons heengegaan; spoediger ook dan
hij zelf verwachtte. Hierin is hij geen navolger
van zijn Patroon, die een zeer hoogen leeftijd
bereikt heeft. Ik moge u verzekeren dat het
brengen van dit offer: niet langer voor ons
te mogen werken, hem zwaar is gevallen. Doch
ook hier heeft zijn liefde heldhaftig overwon
nen. „Wat God doet is welgedaan, want God
is goed in alles" sprak hij, toen hem openhar
tig werd meegedeeld, dat zijn kwaal ongenees
lijk was.
Geheel overgegeven aan den wil van God
en in de verwachting der Christelijke hoop,
dat hij nu de heerlijkheid van Gods liefde zou
gaan aanschouwen heeft hij den dood in het
aangezicht- gezien en aangenomen.
Ach, waarom kende de dood geen genade
voor hem? Heeft de felle gloed zijner liefde
zijn levenskracht te snel opgeteerd? Want hij
heeft dubbel gewerkt en zich niet gespaard
daartoe dreef hem de liefde van Christus.
Of zou een stil verdriet (wat hij echter
voor allen zorgvuldig verborgen heeft ge
houden) zou een stil verdriet, omdat zijn vurige
liefde niet door allen begrepen of door eeii
enkele werd miskend, de doodelijke kwaal in
zijn lichaam hebben uitgezaaid, die hem zoo
vroegtijdig ten grave voert?
Doch neen weg met dergelijke nuttelooze
vragen en veronderstellingen. De Heer heeft
gegeven, de Heer heeft genomen; zooals het
den Heer behaagde is het geschied; de Naam
des Heeren zij gezegend.
En wij? Wij hebben den plicht dankbaar te
zijn jegens God, omdat Hij ons in Mgr. Aen
genent zulk een voorbeeldigen bisschop, zulk
een Apostel van liefde heeft geschonken. Zijn
lessen hebben we in eere te houden door die
te beleven. Zijn „Kinderen bemint elkander'
blijve ons immer bij, maar dan zooals hij ons
door woord en voorbeeld heeft geleerd: niet
liefhebben -met woorden of met de tong,, doch
met -de daad en in waarheid.
De Apostel Joannes schrijft „Hiertoe juist
is bij ons -de liefde tot volmaaktheid gebracht,
dat we vertrouwen mogen hebben, op den
van het oordeel." Niemand-betwijfelt dat voor
dezen Joannes, die het groote gebod der lief
de zoo hoog heeft gehouden, de vreugde des
hemels verzekerd is. Toch ontslaan deze woor
den ons niet van den plicht voor de zielerust
van onzen geliefden Vader veel te bidden. Im
mers een ander schriftuurwoord zegt, dat zij
die in overheid gesteld zijn zware rekenschap
moeten afleggen. En wie is zóó volmaakt in
alles, dat hij geheel zonder vlek of smet
Daarom bidt de Kerk bij de lijkbaar ook van
een bisschop: He-er treedt niet in het gericht
met uwen dienaar, want geen mensch is bij
U gerechtvaardigd, indien Gij hem geen kwijt
schelding verleent.
Derhalve bidder, wij, en blijven wij bididen
„God, die onder de apostolische priesters Uw
dienaar Joannes met de bisschoppelijke waai"
digheid bekleed hebt, geef, bidden wij U, dat
hij voor eeuwig in hun heilig gezelschap worde
opgenomen. Geef zijn ziel de eeuwige rust: dat
hij ruste in vrede.
De absoutes,
De eerste absoute wordt verricht door Mgr.
Diepen, de tweede door Mgr. Lemmens, de
derde door Mgr. Biermans, de vierde door Mgr,
Smets, de vijfde door Mgr. Hopmans, cele
brant.
Het stoffelijk hulsel over
gebracht naar de St. Bavo.
Vrijdagmiddag werd het stoffelijk over
schot van mgr. Aengenent van het bisschop
pelijk paleis, waar in de afgeloopen dagen
duizenden langs de baar trokken,, naar de
Kathedrale kerk St. Bavo aan de Leidsehe
Vaart overgebracht.
Het was een eenvoudige plechtigheid. On
geveer vijf uur werd de bruinhouten kist
naar buiten gedragen uit het- paleis aan de
Nieuwe Gracht en in een eenvoudigen lijk
koets geplaatst. Achter deze koets kwamen
nog twee volgrij-tuigen. In het eerste hadden
plaats genomen mgr. Th. Pichot, vicaris-
generaal van het bisdom; kanunnik J.
Aalibers-e, officiaal en H. W. Agterof, secre
taris van het bisdom.
In het tweede zaten mgr. M. P. J. Möllmann
vicaris-generaal van het bisdom, pastoor F.
C. van Beukering en F. J. Bank, secretaris
van het bisdom.
Langs den weg, die deze kleine, droeve
stoet volgde, hadden zich vele belangstel
lenden opgesteld. Vooral aan de Zuidzijde
van de Nieuwe Gracht en op de brug was
een groot aantal menschen gaan staan.
Aan de Kathedraal aan de Leidsehe vaart
was het mgr. Taskin, die het stoffelijk over
schot ontving, terwijl vele geestelijken mede
aanwezig waren.
Metten in de Kathedraal,
Des avonds werden, aanvangende om half
acht metten in de kathedrale kerk gecele
breerd.
Als agens fungeerde mgr. H. J. M. Taskin,
kapittel-vicaris van het bisdom, met assisten
tie van pater J. P. Reijnenberg O.F.M.. pastoor
van de parochiekerk van het H. Hart en
kapelaan A. Th. L. Hendriks, kapelaan aan
de St. Bavo-kat-hedraal.
Hónderden waren in de kerk aanwezig bij
deze rouwplechtigheid.
Bij de te Hilversum gehouden controle op
de rijwielbelastingnierken bleek, dat door een
wielrijder een valsch belastingplaatje werd
gebruikt. De Hilversumsche recherche stelde
onmiddellijk een onderzoek in. Een spoor
leidde naar de gemeenten Laren, Blaricum
en Ankeveen. In deze laatste gemeente werd
zekere M, gearresteerd, als verdacht van het
opzettelijk ten verkoop aanbieden van valsche
rijwielmerken. Bij verhoor verklaarde hij
aanvankelijk in het geheel niets van het
vervalschte, in beslag genomen rijwielplaatje
af te weten en zelfs ontkende hij een valsch
plaatje te hebben gehad. Tenslotte, toen het
bewijs tegen hem te sterk bleek, erkende hij
een valsch rijwielplaatje verhandeld te heb
ben.
Verdachte M. was bevriend met zekeren H.,
wonende te Blaricum, in wiens woning een
onderzoek werd ingesteld. Hierbij werden op
de rijwielen van H. en diens echtgenoote val
sche rijwielmerken aangetroffen. H. gaf toe,
dat hij valsche rijwielplaatjes had verhan
deld, doch weigerde te verklaren,, van wie
hij ze had ontvangen. De vrouw van H. ont
kende iets van de transacties van haar man
af te weten. Zoowel M. als H. zijn naar het
Hoofdbureau van politie te Hilversum overge
bracht en aldaar ingesloten.
Het gelukte de Hilversumsche recherche
verder den vermoedelijken vervaardiger van
de valsche rijwielmerken op te sporen; het is
zekere W„ woonachtig te Laren, die door de
recherche, in samenwerking met de politie te
Laren van zijn bed is gelicht en eveneens in
het politiebureau te Hilversum Is ingesloten.
Volgens de verklaring van een der ver
dachten zijn vermoedelijk 100 valsche plaatjes
in omloop gebracht. Hiernaar wordt thans
een onderzoek ingesteld. Verwacht wordt, dat
nog 'meer arrestaties zullen volgen. Tot dus
ver zijn drie valsche belastingmerken in be
slag genomen. De valsche plaatjes zijn zeer
buigzaam en iets lichter van kleur dan de
echte.
Valsche rijwielbelasting-
merken opgespoord.
Drie personen gearresteerd.
Nog meer arrestaties te wachten.
CHRISTELIJK DEMOCRATISCHE UNIE.
De onlangs opgerichte Organisatie voor
Christelijk Democratische leden der Staten
Generaal, Provinciale Staten en Gemeente
raden vergaderde te Zwolle. De voorgestelde
reglementen werden aangenomen. De hierop
volgende bestuursverkiezing had tot resultaat,
dat dit als volgt is samengesteld: voorzitter
H. van Houten, Groningen; secretaris H.
Posthuma, Leeuwarden; penningmeester J. K.
Rie-mersma, Enschede; 2e voorzitter S. Noord
hof, Zwolle; alg. adj. G. Schaafsma, Haarlem.
De vereeniging telt thans 50 leden.
De voorzitter leidde het onderwerp „De Ge
meentepolitiek" in.
Regeering steunt scheepvaart
slechts noodgedwongen.
Maar geen navolging van andere landen.
In zijn Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kanier betreffende de wijziging der
Rijksbegrooting 1935 voor het verleenen van
rentel-ooze voorschotten ten behoeve van de
zeescheepvaart,, deelt minister Gelissen mede,
dat de besprekingen in verband met den
bouw van een tweede „Statendam" in vollen
gang zijn.
Mocht tot den aanbouw daarvan in
Nederland besloten worden, dan zal bij even-
tueele samenwerking tusschen meerdere wer
ven alleen een zoodanige uitvoering van het
werk in aanmerking komen als technisch
verantwoord is.
De regeering erkent, dat hetgeen van
rijkswege ten behoeve van de scheepvaart
geschiedt zeer weinig is, vergeleken met wat
in het algemeen het buitenland op het ge
bied van subsidies te zien geeft. De regeering
wenscht bij het verleenen van steun echter
niet verder te gaan, dan strikt noodzakelijk
is. Ook wenscht zij het slechte voorbeeld dat
het buitenland in vele opzichten heeft ge
geven, niet na te volgen.
De minister kan de leden, die in devaluatie
de eenige mogelijkheid zagen om de Neder-
landsehe scheepvaart weder in staat te stel
len met het buitenland te concurreeren, niet
volgen. Immers, het is niet alleen de valuta-
concurrentie, waarmede de N-ederlandsche
scheepvaart heeft te kampen, doch zij on
dervindt daarenboven de ernstige gevolgen
van de wanverhouding tusschen aanbod en
vraag naar laadruimte op de internationale
vrachtenmarkt, zoomede van de door ver
schillende landen toegepaste subsidiepolitiek.
De opvatting, alsof de regeering zich een
Pensioenfonds van den K.H.L. toegeëigend
zou hebben, moet volkomen onjuist geacht
worden. Een dergelijk fonds bestond zelfs
niet. Den rechtstreeks belanghebbenden bij
de pensioenen was het bekend, dat er geen
afzonderlijk rechtspersoonlijkheid bezittend
fonds was. In het jaarverslag over 1931 was
dit- duidelijk medegedeeld. Een vroeger be
staand spaarfonds werd, in 1923 reeds, ge
liquideerd en allen betrokkenen werd net
gestorte bedrag plus de rente uitgekeerd.
Bakkers denken over ver
hooging van den broodprijs.
Noodzakelijk geworden door de jongste
regeeringsmaatregelen.
De dagelijksche besturen der vijf Neder-
landsche Bakkersorganisaties hebben Vrijdag
middag te 's-Gravenhage vergaderd ten einde
den toestand in de broodbakkerij, ontstaan
ten gevolge van de verhooging der mono
polierechten, onder de oogen te zien. Van de
besprekingen in deze bijeenkomst is het
volgende communiqué vérstrekt:
De prijs van de voornaamste grondstof van
het brood, de tarwebloem, is sinds eenigen
tijd voortdurend stijgende, zoodat een ver
hooging van 1.50 per 100 K.G. geconstateerd
kan worden. De jongste verzwaring van de
monopolierechten veroorzaakte een derde
van die stijging. Ook andere grondstoffen van
het brood, zooals melk en vetten, vertoonen
een prijsstijging, hoofdzakelijk ten gevolge
van de steunmaatregelen.
Tot dusver heeft het bakkersbedrijf getracht
een broodprijsverhooging te voorkomen. Des
te meer werd in de vergadering de thans af
gekomen maatregel betreurd. Men kwam tot
de conclusie, dat thans in vele plaatsen een
broodprijsverhooging onvermijdelijk zal zijn.