Eerste Kamer herdenkt
Koningin Astrid.
Haarlems Kunstschatten.
Als de Abessynische oorlog
zou uitbreken....
EnJhr.Mr. W.A.Beelaerts van Blokland
„Hef oude of het
nieuwe kabinet
De Eerste Kamer kwam Dinsdagavond bij
een voor de afdoening van een aantal kleine
ontwerpen.
„Met het oude of met het nieuwe Kabinet-
Colijn?"
Er liepen geruchten, dat de Kamer zich met
deze vraag zou bezighouden, alvorens met de
afwerking der agenda te beginnen.
Zog werd het evenwel niet. De Kamer liet
zich met de politieke vraag niet in.en behan
delde de op de agenda staande ontwerpjes
met de acht Ministers, die aan de Regeerings-
tafel zaten en van wie de nieuwe Minister
Slingenberg die dicht bij zijn oude Kamer-
plaats zat in ieder geval de vernieuwing in
het Kabinet demonstreerde.
Van de acht Excellenties behoefde er maar
een het woord te voeren. Minister Gelissen. die
tegenover de bewering van den heer van Sasse
van IJsselt. dat het wetsontwerp betreffende
het uitverkoopen en opruimen in het winkel
bedrijf te beperkt van inhoud zou zijn, op
merkte dat de middenstand zelf heel tevreden
is met het ontwerp, waarom het zelf vroeg.
Alle andere wetsontwerpen bleven geheel
onbesproken. Het waren behalve dat tot ver
laging van de wijnaccijnsopcenten in hoofd
zaak naturalisatieontwerpen, contingentee-
ringsontwerpen en regularisatieontwerpen.
Bij het begin der vergadering sprak de voor
zitter woorden van oprechte deelneming in het
verlies, dat België en zijn koning leed door
het heengaan van Koningin Astrid.
De President zeide het volgende:
Sedert onze laatste bijeenkomst is België in
zwaren rouw gedompeld.
Op 29 Augustus is Hare Majesteit Koningin
Astrid, in den bloei Harer jaren, tengevolge
van een ongeval plotseling tot Hooger leven
opgeroepen.
Zwaar is de slag, welke Vorstenhuis en volk
treft.
Aan Koning Leopold ontvalt een gemalin,
aan zijn nog zoo jeugdige kinderen een moe
der, aan de natie een vorstin, die zich aan haar
hooge, veelzijdige taak met groote toewijding
heeft gegeven, en dan ook in haar nieuwe va
derland om strijd werd geëerd en bemind.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal
neemt hartelijk deel in het schrijnend leed.
dat over het Belgisch Koninklijk Huis zoomede
over de naburige bevriende natie is gekomen.
Namens de regeering sloot Minister Colijn
zich bij de condoleance aan, welke nog door
een tweede moest worden gevolgd, daar de
Kamer haar griffier door den dood verloor.
De voorzitter herdacht hem met een rede:
Mede geheel onder den indruk van het ver
scheiden van Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland,
vervolgen wij heden in zeer droeve stemming
onze werkzaamheden.
Na een ziekbed van slechts enkele weken is
hij in de kracht zijner jaren ons ontvallen.
Sedert 1 Juli 1919 aan de Eerste Kamer der
Staten Generaal verbonden, eerst als com
mies-griffier, daarna van 1 September 1927 af
als griffier, heeft de overledene zich van den
aanvang af, met grooten ijver-en talent aan
zijn taak gegeven.
In hem verliest het College een voortreffe-
lijken ambtenaar, door plichtsbetrachting uit
blinkende, die dan ook door ons allen op hoo-
gen prijs wordt gesteld.
Maar niet alleen wegens de door hem be
wezen zoo goede diensten.
Niet minder waardeerden wij Beelaerts als
mensch, om zijn karakter.
Hij was iemand, hij was zich zelf. Hij kon
het zijn, en hij veroorloofde het zich. Zeker,
ook hij werd gedreven. Maar niet door men-
schen. Een hooger gezag had de hand op hem
gelegd. Immers zijn eigen weg ging hij niet.
Hij bewandelde den hem door God aangewe
zenen. Velen hebben hem, zich zelf heeft hij
niet gezocht.
Voorkomend, hulpvaardig, aangenaam, vrien
delijk in den omgang, bezat hij hoedanighe
den, welke tot de beste behooren, die in den
Nederlandschen stam worden aangetroffen.
Om er slechts twee te noemen. Zijn degelijk
heid en zijn eenvoud.
Degelijk was hij in alles. Ouderwetsch de
gelijk. Hij wenschte en durfde het aan ouder
wetsch te zijn. Want hij was een verstandig
man. De goden dezer eeuw hadden hem niet.
Zijn denkrichting ging naar het verleden,
waaruit hij schatten putte. Ook voor zijn eigen
persoonlijk leven. Degelijk dus ook in zijn
werk, zoowel hier als buiten dit gebouw.
Immers bleef zijn belangstelling niet beperkt
tot den arbeid dezer Kamer. Wel het tegen
deel. Ook daarbuiten hadden zeer uiteenloo
pend e belangen zijn aandacht. Ik denk aan
zijn talrijke geschriften, nauwgezette studiën
en nasporingen op oudheid- en geslachtkun
dig gebied, aan zijn bemoeiingen in kerkelijke
aangelegenheden en zoovele andere.
Rustloos was hij immer veelzijdig bezig.
Wellicht heeft hij te veel van zijn physieke
krachten gevorderd.
En hoe eenvoudig, natuurlijk, was hij in
zijn optreden. Steeds dezelfde, nooit gekun
steld, al gevoelde hij sterk de waarde, de on
misbaarheid van goede vormen en decorum.
Ook van afstand houden. Gemeenzaamheid
was hem vreemd.
Over hetgeen ik in den afgestorvene, als
medewerker en raadsman, persoonlijk verlies,
zijn steevasten bijstand ter bevordering van
een geregelde en vlugge afdoening van zaken,
zijn weloverwogen, bezonken adviezen, onzen
zoo vertrouwelijken omgang, de vriendschap,
welke ons verbond, niettegenstaande een leef
tijdsverschil van bijkans een kwarteeuw,
zwijg ik.
Ik volsta met te zeggen, dat toegewijd,
trouw als hij mij is geweest, ik zijn heengaan
diep, zeer diep betreur.
Der weduwe en den kinderen, die door het'
vroegtijdig verscheiden van zoo hoogstaanden
echtgenoot en vader smartelijk, onherstelbaar
zijn getroffen, schenke God den troost en de
kracht om in den geloove het hun opgelegd
kruis berustend te dragen.
Het is een zeer zwaar kruis.
Eij de Kamer zal de persoon van den over
ledene in uiterst dankbare herinnering blij
ven voortleven.
Lang, ja lang, zal het gemis van Beelaerts
zich doen gevoelen.
Ook nu vertolkte de Premier de gevoelens
van deelneming der regeering.
Tijdens de gevoelvolle herdenking waren
op de gereserveerde tribune tegenwoordig het
zwaar getroffen gezin van den overleden grif
fier en de griffier der Tweede Kamer, mr.
Kesper.
Toen was in de zaal nog niet aanwezig de
opvolger van den heer Smeenge, de heer van
Rappard. tot dusver lid der Tweede Kamer,
die eerst daarna weid. toegelaten en beëedigd.
Zweedsch schip voer zonder
navigatielichten.
Waarna een aanvaring niet een loodsboot
ontstond.
De Raad voor de Scheepvaart heeft onder
voorzitterschap van prof. mr. B. M. Taverne
een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van
de aanvaring, die in den nacht van 18 Juli 1.1.
nabij het lichtschip Maas heeft plaats gehad
tusschen de st-oomloodsboot No. 19 en het
Zweedsche stoomschip „Sverre Nergaard".
De schipper van de loodsboot verklaarde,
dat zijn schip, dat met 18 personen, o.w. 10
loodsen, bemand was, in den nacht van de
aanvaring kruiste in den omtrek van den gas-
boei. Het was fraai weer met een heldere maan.
Te 12 uur was de schipper op de brug afge
lost: vóór twaalven hadden twee schepen,
welke uit verschillende richtingen kwamen,
geseind, dat zij een loods moesten hebben.
De loodsboot lag West Zuid-West voor en
ging met volle kracht werkende machine en
bakboordroer rond, tot zij weer in genoemde
positie lag, toen de jol werd gevierd voor de
beloodsing van het eerste schip, welks lichten,
evenals dat van het andere, dat om een loods
had gevraagd, zichtbaar waren. Op het oogen-
blik, dat getuige naar voren liep, riep de roer
ganger, een loods-kweekeling, die in het
stuurhuis stond en tevens als uitkijk fun-,
geerde omdat de eigenlijke uitkijk bij het uit
zetten van de jol moest helpen, den schipper
toe:
„Ziet U die boot daar?"
Voor zich uitkijkende, zag de schipper op
een afstand van ongeveer 15 meter een don
kere massa opdoenen. Het was een dieplig
gend schip, dat zijn navigatielichten niet
brandende had. Ofschoon de machine on
middellijk op volle kracht achteruit werd ge
zet, was een aanvaring niet meer te vermij
den de stoomloodsboot raakte met bakboord
aan boord het schip, dat het Zweedsche stoom
schip „Sverre Nergaard" bleek te zijn, in
schuine richting. Door de botsing werd de boeg
van de loodsboot zwaar beschadigd, het Zweed
sche schip liep geen schade op.
De schipper wijt de aanvaring, behalve aan
de omstandigheid, dat het Zweedsche schip
geen navigatielichten brandende had, aan
den stand van de maan, welke zich tusschen
hem en het schip bevond, waardoor de „Sverre
Nergaard", die grijs geschilderdwas, slechts
op het laatste oogenblik zichtbaar moet zijn
geworden.
In de ter zitting voorgelezen verklaringen
van gezagvoerder en eersten stuurman van
het Zweedsche schip geven dezen te kennen,
dat voor zoover hun bekend, de lichten van
dit schip helder brandden. Zij wijten de aan
varing aan onvoldoende aandacht van de zijde
der loodsboot.
Deze verklaringen werden echter teniet ge
daan door de mededeelingen, ter zitting, van
de gezagvoerders van de beide schepen, die om
een loods gevraagd hadden. Positief hadden
zij gezien, dat het aangevaren schip zijn na
vigatielichten niet brandende had, wel zijn
zij na de aanvaring aangegaan. Beide gezag
voerders hadden echter het schip reeds op vrij
grooten afstand waargenomen; zij zagen het
echter in een gunstiger positie dan de loods
boot. Ook van een Duitsche boot is waargeno
men, dat de Zweed zijn lichten niet brandde.
De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart,
de gep. viee-admiraal C. Fock, was van oor
deel, dat de oorzaak van de aanvaring gezocht
moet worden bij het Zweedsche schip, waar
van wel vaststaant, dat het zonder lichten
de kust genaderd is. Wel lijkt het onbegrijpe
lijk, dat men het schip van de stoomloodsboot
niet eerder bemerkt heeft, doch spr. zou niet
durven beweren, dat dit mogelijk is geweest.
Beter ware het echter geweest als de ruiten
van het stuurhuis, gezien het fraaie weer,
open waren gelaten; het uitzicht is dan in elk
geval gunstiger.
De Raad zal later uitspraak doen.
NIEUWE BRUG BIJ MARINIERSPLEIN
BEVESTIGD.
De duizend ton wegende nieuwe brug over
de Dijksgracht bij het Mariniersplein te Am
sterdam die Zaterdagavond op schuiten van
de Nederlandsche Dok Maatschappij is ge
transporteerd! is na uren van ingespannen ar
beid op haar plaats bevestigd.
Doordat het gevaarte voor dit karwei, met
staaldraden aan de oude brug moest worden
bevestigd, is deze door de opgetreden span
ningen, uit haar verband getrokken. Ongeval
len kwamen gelukkig niet voor.
Jan van Scorei's Portret
van Jan Diert in het
Bisschoppelijk Museum.
Deze reeks van praatjes over Haarlemsche
schilderijen zijn wij indertijd met een Scorel
aangevangen (de portretten der Haarlemsche
broederschap van het Heilige Land. de beken
de schilderij uit het Frans Hals-museum) over
Scorel zelf schreven wij toen het een en ander,
ook over dat andere werk van hem ter zelf-
cer plaatse: de doop van Christus in den Jor-
daan.
Doch ook het Bisschoppelijk Museum bezit,
in de beide portretten van Jan Diert en zijn
huisvrouw, een paar interessante werken van
den veelbereisden meester, die door de kunst
wetenschap thans als onaangevochten werken
van zijn eigen hand erkend zijn. Wij beelden
hierbij het mansportret af en grijpen die ge
legenheid tevens aan aldus twee vliegen in
één klap slaande, om het zoo juist verschenen
twaalfde deel van Prof. Friedlander's Alt-Nie-
derlandische Malerei aan te kondigen, dat in
hoofdzaak aan Scorel en Pieter Coeck van
Aalst gewijd is. Voor wie in die vroeg-Neaer-
landsche schilderkunst belang stelt zal voor
loopig het veel-omvattende werk van Max
Friedlander wel de onmisbare vraagbaak blij
ven. Prachtig eenvoudig en geheel in Fried
lander's stijl is weer de inleiding tot dit
twaalfde deel geschreven. Hij schetst daarin
de moeilijkheden aan deze materie verbonden,
daar van veel meesters uit dien tijd maar
weinig werken overgebleven zijn: waarover
bovendien met zekerheid maar weinig te zeg
gen valt en waarvan de toeschrijving dus met
groote voorzichtigheid door toepassing van
stijlcritische vergelijking en met gebruikma
king van oorkonden uit den tijd zelf, zoo die
tenminste voorhanden zijn, dient te geschie-
den.
Friedlander heeft dat boven velen zijner
even beroemde collega's in de kunstwetenschap
vóór, dat zijn enorme bekendheid met het
materiaal en zijn zeer scherpe blik hem nooit
verleiden tot apodiktisch beweren; hij blijft
altijd eenvoudig en omkleedt ieder inzicht
met redenen, die te volgen zijn en hij erkent
steeds de mogelijkheid van vergissingen. Wan
neer een geleerde als hij de portretten van
Diert ^en zijn vrouw in de lijst der erkende
Scorels opneemt, de Kruisiging uit hetzelfde
Wil de Nederlansche regeering over
uitvoerverboden beschikken.
Critiek op den Volkenbond onjuist
geacht.
Verschenen is de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag over het wetsontwerp
„Voorbehoud der bevoegdheid tot het uit
vaardigen van uitvoerverboden ter bevorde
ring van de internationale samenwerking in
het belang van den vrede of ter bescherming
van de levensbelangen van het Rijk in tijden
van buitengewone internationale spanning".
Naar aanleiding van de opmerking van som
mige leden, die hun verwondering uitspraken
over het feit, dat dit wetsontwerp wordt inge
diend op een tijdstip, waarop de Volkenbond
hun ernstig verzwakt toeschijnt, brengt de
regeering in herinnering, dat de indiening van
het wetsontwerp zijn grond vond in de om
standigheid, dat ter gelegenheid van het ge
schil tusschen Bolivia en Paraguay de regee
ring voldoende bevoegdheid bleek te bezitten
om over to gaan tot de maatregelen, die als
uitvloeisel van de ondernomen gemeenschap
pelijke internationale actie gewenscht werden
geacht. Al is dit geschil inmiddels in een sta
dium gekomen, dat de hoop wettigt, dat een
definitieve vreedzame oplossing wordt ver
kregen, zoo is het, naar het oordeel der regee
ring. noodzakelijk, te voorkomen, dat de re
geering zich wederom voor eenzelfden toe
stand ziet geplaatst als vóór genoemd geschil
het geval was.
Dat op het oogenblik de Volkenbond weer
een periode doormaakt, waarin zijn onmacht
om den vrede afdoende te waarborgen weer
duidelijk schijnt te worden gedemonstreerd,
mag geen reden zijn, voorzieningen, als in dit
ontwerp beoogd, achterwege te laten,
Reeds meermalen is van de zijde der
regeering gewezen op het onwensche-
lijke, de beoordeeling van den Volken
bond al te zeer te doen beheerschen
door stemmingen, in het leven geroe
pen door oogenblikkelijke successen of
mislukkingen van den Bond.
Overigens moge bij de beoordeeling van dit
wetsontwerp niet uit het oog worden ver
loren, dat het ontwerp de strekking heeft aan
de regeering de bevoegdheid te geven tot het
nemen van zekere maatregelen, maar dat het
aan de regeering zelf zal blijven overgelaten
te beoordeelen, of inderdaad termen voor de
toepassing daarvan aanwezig zijn.
Het mag als genoegzaam bekend worden
verondersteld, dat zoowel de tekst van de
betreffende artikelen van het Volkenbonds
verdrag als de gangbare interpretatiedaar
van aan de regeeringen een zeer groote zelf
standigheid laten bij de beslissing, of aan
sancties zal worden deelgenomen of niet. Dit
laatste moge in het bijzonder onder de aan
dacht worden gebracht' van die leden, die
meenden, dat de regeerihg, indien zij niet tot
uitvoerverboden zou weiischen over te gaan,
sterker zou staan als zij een beroep kon doen
op haar onmacht in dezen.
Eenerzijds heeft de regeering, gelijk
uit het bovenopgemerkte voortvloeit,
geen behoefte aan een zoodanig be^
roep, anderzijds zou dit haar, indien
het inderdaad een rechtsplicht betrof,
niet baten, aangezien in zoodanig geval
de onvoldoendheid der nationale wet
geving niet als een verontschuldiging
Men zegt unaniem
„HAAS* mosterd subliem
(Adv. Ingez. Med.)
museum daarentegen voor een copie uit den
tijd verklaart, dan is, vcorloopig althans, in de
wereld der kunstgeleeraheia die zaak van de
baan. Een kunstenaar uit Scorel's kring en ver
moedelijk zijn leerling, Vermeyen geheeten,
wordt in dit deel door Friedlander uitvoerig
behandeld. Buiten den kring der geleerden zal
die naam allicht nog nieuw zijn. Daar het kan
wezen dat er onder onze lezers zijn die belang
stellen in deh verderen inhoud van Deel XII,
wil ik hier, zonder daar verder bij stil te staan,
de namen afschrijven van die vroeg-Neder-
landsche kunstenaars, die de heer Friedlander
bespreekt en van wier bekend geraakte werken
hij den inventaris opmaakt. Het zijn dan be
halve de genoemde en bekende Scorel en Pie
ter Coeck van Aeist nog: Jacob van Amster
dam, Jan van Hemessen, Marinus van Roe-
merswaele, Dirk Vellert, Bellegambe en de
Meesters der Vrouwelijke Half figuren en der
Magdalena-legende.
Om tot onzen Scorel terug te keeren: veel
over zijn afkomst en leven is bevestigd, of
geopenbaard door de publicatie van een
handschrift, dat zich in de universiteitsbi
bliotheek van Utrecht bevindt, dat geschre
ven moet zijn door een tijdgenoot van Scorel,
Arnout van Buchall en dat zeven jaar geleden
door twee kunsthistorici, Hoogewerff en Van
Regteren Aitena werd uitgegeven.
Volgens dit manuscript zou Scorel's vader
geestelijk heer van het dorp Schoorl ge
weest zijn en de adellijke familie van Egmond
van Nijenborgh zijn- opvoeding verzorgd heb
ben. Dat verklaart dan tevens dat de schil
der in zijn later leven steeds schitterende
relaties met de geestelijke en wereldlijke
heeren van zijn tijd onderhield, een man
van groote eruditie en beschaving was
en evenals later Rubens én Van Dijk met de
grooten der aarde op aangenamen voet en
profijtelijk kon omgaan.
Wie nu deze heer Jan Diert wiens beelte
nis wij in het Bisschoppelijk Museum kunnen
bewonderen, geweest is, weet ik niet. Fried
lander zegt van hem slechts dat hij van 1539
tot 1572 in Gouda werkzaam was en zijn
kleedij zoowel als zijn aan den boom opge
hangen familiewapen toonen aan dat hij in
ieder geval een man van hoogen stand was.
Doch hetzelfde Haarlemsche museum bezit
van deze familie Diert een gansche reeks
portretten, die de achtereenvolgende geslach
ten tot in de achttiende eeuw vertoonen,
zoodat in de archivalia, voor wie daar be
lang in stelt voldoende gegevens over het
geslacht te vinden zullen zijn. Ons interes
seert voor het oogeniblik die schilderij om den
schilder meer dan pm den voorgestelde. Wij
zien dan daar in, evenals in liet pendant,
het vrouwsportret waarop wij later nog wel
voor het niet nakomen v-an verdrags
verplichtingen kaïi gelden.
Inderdaad zal ran de door het wetsontwerp
krachtens art. 1 te verleenen bevoegdheid vrij
wel uitsluitend gebruik zijn te maken als uit
vloeisel van Volkenbondsuitspraken.
De overweging echter, dat gelijk in het ge
schil tusschen Bolivia en Paraguay, de onder
nomen actie om reden van formeelen aard
den vorm kan aannemen van een gemeen
schappelijke internationale actie, die formeel
niet op een Volkenbondsbeslissing berust heeft
aan de thans voorgestelde redactie de
voorkeur doen geven.
De vraag of de nadoelen, welke uitvaardi
ging van uitvoerverboden voor bepaalde be
drijfstakken kan medebrengen, geheel of ge
deeltelijk door het geheele volk gedragen zul
len moeten worden, wordt door de regeering
ontkennend beantwoord,
Naar het oordeel der regeering moet, even
min als dit het geval is bij in het algemeen
belang genomen oeconomische maatregelen,
schadevergoeding worden gegeven voor de
gevolgen van uitvoerverboden, als in de on
derhavige wet voorzien.
Oss komt voor den rechter.
Gedurende vele lange weken
De behandeling van de tallooze misdrijven
te Oss en omgeving gepleegd, welke behande
ling voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch ge
schiedt, zal beginnen op 10 October.
Het ligt in de bedoeling elke week de zit
tingen van Dinsdag en Donderdag aan deze
zaken te wijden, waarmede verscheidene weken
gemoeid zullen zijn.
Met welke zaken de behandeling beginnen
zal, is nog niet vastgesteld.
Stukken dak vlogen rond.
Bij brand te Huizen.
Dinsdag is door onbekende oorzaak een he
vige brand uitgebroken in het pand Zusterlaan
2 nabij den Bussumerweg onder Huizen, be
woond door den heer Hoogenkamp. De bewo
ner, die alleen thuis was, werd door geknetter
wakker. Het bleek dat de bovenverdieping van
het huis in brand stond. Toen de brandweer
arriveerde stond deze etage reeds in lichter
laaie. Deelen van het smeulende rieten dak
viogen links en rechts.in het rond. De brand
weer bestreed het vuur met twee stralen, doch
kon niet verhinderen, dat het. heele pand uit
brandde. Tenslotte werd het vuur gebluscht en
werden de muren omver gehaald. De kostbare
inboedel, waaronder schilderijen was vrij hoog
verzekerd.
Wat gebeurt er met den Kon.
Hollandschen Lloyd?
_.egeering wil wel steunen.
Binnenkort móet een beslissing worden ge
nomen over de al of niet definitieve verleening
der surséance van betaling aan den Kon. Hol-
landsche Lloyd. Wordt zij-, wat wel waarschijn
lijk is, verleend dan is daarmede een regeling
bereikt voor de financieele moeilijkheden. Bo
vendien wordt in samenwerking met de Benas
naar een oplossing voor de verdere exploitatie
gezocht. De regeering heeft ziGh bereid ver
klaard tot medewerking en financieelen steun
voor het behoud van deze Nederlandsche
vrachtverbinding met het Zuiden van Amerika.
De twee mogelijkheden zijn: voortzetting
door de firma Wm H. Müller en Co., die ook
nu al de directie van den K.H.L. heeft, of door
een groep van drie reederijen. waarmede ook
onderhandelingen worden gevoerd. Als deze
slagen, zou het in de bedoeling liggen de vaart
althans voorloopig te onderhouden met be
staande schepen, zoodat in dat geval geen
nieuwe schepen op stapel gezet zouden worden.
eens terugkomen, den invloed van Scorel's
Italiaansch verblijf in de wijze waarop het
landschap op den achtergrond behandeld is,
wij bewonderen de fraaie schildertrant in
het nog juist zichtbare stuk van het onder
kleed, onder den mantel, den reëelen zin
waarmee kop en expressie gegeven zijn zon
der neiging tot flatteering hetgeen wij ook
bij de handen opmerken, die méér dan op
het vrouwenportret aan handwerkers-handen
doen denken, eer dan aan die van een geeste
lijk arbeider. Het is mogelijk dat boven in
de lucht en de boombladpartij tegen den
gesohulpten rand van het paneel aan, de
schilderij in den loop der eeuwen iets ge
leden heeft, doch dat belet niet dat wij hier
een zeer bijzonder vroeg-N-ederlandsch por
tret voor ons hebben en dat Haarlem met
trots op vier officieel als echt erkende
Scorel's wijzen mag, daar zooals wij reeds
in ons eerste stukje over de kruisvaarders
schreven de Adam en Eva uit het Frans Hals
museum niet meer als Scorel's arbeid be
schouwd Wordt.
J H. DE BOIS.
WOENSDAG lï 5 P T. 1935
Eert halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
11 September
In een vergadering van den Volks
bond, afdeeling Haarlem en Omstreken,
werd vóór eenigen tijd een commissie
van drie leden benoemd tot het in
stellen van een onderzoek naar de wer
king enz. van volks bier- en koffie
huizen zonder „vergunning", om lang
zamerhand den werkman aan iets
anders dan aan jenever te doen ge
wennen; met het doel om de mogelijk
heid na te gaan. of hier namens of door
tusschenkomst van den Volksbond een
dergelijke inrichting zou kunnen worden
geopend, waar de werkman voor weinig
geld een goed glas bier en andere ver
snaperingen verkrijgen kan en zich
te gelijk nuttig en aangenaam kan ver-
poozen van den arbeid.
Die commissie heeft getracht, uit ver
schillende deelen van ons land inlich
tingen in te winnen en heeft bij die
informatiën kennis gemaakt met den
heer F. van der Wolk, te Rotterdam, die
reeds meer dan 30 dergelijke inrichtin
gen hier te lande in het aanzijn riep en
met het beste succes doet exploiteeren.
Het gevolg van deze kennismaking was,
"dat de heer v., d. Wolk zich bereid ver
klaarde, die zaak den Volksbond uit de
hand te nemen, door te Haarlem ook
een dergelijk volks bier- en koffiehuis
te ODenen.
Met veel energie en grooten spoed
werd in den korten tijd van drie weken,
een huis in de Anegang geheel verbouwd
en doelmatig ingericht, waarvan de
opening, onder den naam van „Maas
trichts Bierhuis", Zaterdag 12 dezer zal
plaats hebben.
De eigenaar, de heer v. d. Wolk, die
overal, waar hij dergelijke inrichtingen
opende, met veel succes gewerkt heeft,
stelt zich voor, door lage prijzen en uit
stekende hoedanigheid van spijzen en
dranken den werkman ook in de ge
legenheid te stellen, daar te schaften,
en o.a. een goed. smakelijk glas bier
voor 5 cents verkrijgbaar te stellen.
Mocht men genegen zijn, den onder
nemer behulpzaam te wezen door het
afstaan van Hollandsche illustratiën,
couranten of andere lectuur, om het
den werkman daar genoegelijk en nuttig,
tevens te maken, dan zullen dergelijke
toezendingen dankbaar worden aan
genomen.
DE KUNSTSCHILDER VAN BLAADEREN
OVERLEDEN.
Op 62-jarigen leeftijd is te Bergen ia
Noord-Holland, plotseling overleden de be
kende kunstschilder G. W. van Blaaderen,
De heer van Blaaderen is op 18 Juni 1873
te Nieuwer Amstel geboren en was de laatste
jaren woonachtig te Bergen. Hij was een der
oprichters van den Hollandschen Kunste
naarskring te Amsterdam.
Van zijn werken zijn vele in musea opge
nomen o.a. in het Stedelijk Museum te Am
sterdam.
Iets over bruggen. Over de Zambéri ia
Niassaland in Oost-Afrika heeft men een
brug gebouwd die 11650 voet lang ie. De brug
over de „Héllepoort" te New-York is echter
nog langer n.l. 13553 voet. De duurste brug is
evenwel de brug die het vorige jaar ever de
haven van Sydney geslagen is; ze heeft n.l,
GO millioen gld. gekost. De arbeiders verdien
den hier 12 gld. per uur. Deze brug ligt 1650
voet boven het water. Ais'men onder de brug
doorvaart lijken de menschen, die er over-
loopen net mieren zoo klein. Over de brug loo-
pen 4 sporen, 4 tramwegen, 4 autowegen. Voet
gangers schijnen er niet over te mogen, want
er is geen pad voor voetgangers.
Roest.. IJzer aan de lucht blootgesteld,
begint te roesten en wanneer men de roest
niet verwijdert en niet zorgt dat het niet weer
begint te roesten, zal het langzaam maar ze
ker geheel door de roest verteerd worden. Ken
heeft nagegaan hoeveel ijzer er over de hcolc
wereld op deze manier jaarlijks verloren gaat
en men kwam tot de kolossale hoeveelheid
van 21 millioen ton. 1 ton is zoo je weet 180!)
K.G. Het is dus wel zaak onze ijzeren voor
werpen goed te onderhouden.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 10 September.
Ondertrouwd 9 September: M. N. Keuken
meester en M. E. Nieuwveen.
Bevallen 5 September: J. H. de JongSmit,
d.; 6 September: E. C. v. d. LeijVander, z.;
7 September: W. KomduurReinders, z.; A.
van Santenv. d. Ban, z.; M. A. ColinKool,
z.; H. J. DelchambreZoet, z.; J. E. Vegter—
Veeze, z.; 8 September: H. A. de Nooijer—
Christiansen, z.; 9 September: M. Hoogka
merHoreman, d.; C. B .Beijkv. Cittert, z.
Overleden 6 September: W. de Wolf, 81 j.,
Damaststraat; 7 September: M. A. Lagerweij—
Boeree, 42 j., Wilgenstraat; M. Mesv. d.
Bosch, 88 j., Ruycha verstra at; C. J. W., 2 j.,
d. v. J. W. Raatgever, Ged. Oudegracht; Q.
Kroezen, 68 j., Klamperlaan; 8 September: A.
H. Oliedam, 63 j., Indischestraat.
AGENDA TE HAARLEM
Heden:
WOENSDAG 11 SEPTEMBER
Cinema Palace: „De heele wereld lacht".
Op het tooneel: Rettichini's, fantasie- en
acrobatische dansen. 7 en 9.15 uur.
Rembrandt Theater: „Hartedief", geprolon
geerd. Op het tooneel: Wang Sion Ching-
troupe. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „De man die zijn
hoofd behield." Doorloopende voorstelling van
7 uur tot 11.30 uur.
Frans Hals Theater: „100 dagen van Na
poleon". 2.30, 7 en 9.15 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
DONDERDAG 12 SEPTEMBER
Groote Kerk: Orgelbespeling van 3-4 uur.
Bioscoopvoorstellingen des middags en des»
avonds.