Eerste Kamer herdenkt Koningin Astrid. Haarlems Kunstschatten. Als de Abessynische oorlog zou uitbreken.... EnJhr.Mr. W.A.Beelaerts van Blokland „Hef oude of het nieuwe kabinet De Eerste Kamer kwam Dinsdagavond bij een voor de afdoening van een aantal kleine ontwerpen. „Met het oude of met het nieuwe Kabinet- Colijn?" Er liepen geruchten, dat de Kamer zich met deze vraag zou bezighouden, alvorens met de afwerking der agenda te beginnen. Zog werd het evenwel niet. De Kamer liet zich met de politieke vraag niet in.en behan delde de op de agenda staande ontwerpjes met de acht Ministers, die aan de Regeerings- tafel zaten en van wie de nieuwe Minister Slingenberg die dicht bij zijn oude Kamer- plaats zat in ieder geval de vernieuwing in het Kabinet demonstreerde. Van de acht Excellenties behoefde er maar een het woord te voeren. Minister Gelissen. die tegenover de bewering van den heer van Sasse van IJsselt. dat het wetsontwerp betreffende het uitverkoopen en opruimen in het winkel bedrijf te beperkt van inhoud zou zijn, op merkte dat de middenstand zelf heel tevreden is met het ontwerp, waarom het zelf vroeg. Alle andere wetsontwerpen bleven geheel onbesproken. Het waren behalve dat tot ver laging van de wijnaccijnsopcenten in hoofd zaak naturalisatieontwerpen, contingentee- ringsontwerpen en regularisatieontwerpen. Bij het begin der vergadering sprak de voor zitter woorden van oprechte deelneming in het verlies, dat België en zijn koning leed door het heengaan van Koningin Astrid. De President zeide het volgende: Sedert onze laatste bijeenkomst is België in zwaren rouw gedompeld. Op 29 Augustus is Hare Majesteit Koningin Astrid, in den bloei Harer jaren, tengevolge van een ongeval plotseling tot Hooger leven opgeroepen. Zwaar is de slag, welke Vorstenhuis en volk treft. Aan Koning Leopold ontvalt een gemalin, aan zijn nog zoo jeugdige kinderen een moe der, aan de natie een vorstin, die zich aan haar hooge, veelzijdige taak met groote toewijding heeft gegeven, en dan ook in haar nieuwe va derland om strijd werd geëerd en bemind. De Eerste Kamer der Staten-Generaal neemt hartelijk deel in het schrijnend leed. dat over het Belgisch Koninklijk Huis zoomede over de naburige bevriende natie is gekomen. Namens de regeering sloot Minister Colijn zich bij de condoleance aan, welke nog door een tweede moest worden gevolgd, daar de Kamer haar griffier door den dood verloor. De voorzitter herdacht hem met een rede: Mede geheel onder den indruk van het ver scheiden van Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland, vervolgen wij heden in zeer droeve stemming onze werkzaamheden. Na een ziekbed van slechts enkele weken is hij in de kracht zijner jaren ons ontvallen. Sedert 1 Juli 1919 aan de Eerste Kamer der Staten Generaal verbonden, eerst als com mies-griffier, daarna van 1 September 1927 af als griffier, heeft de overledene zich van den aanvang af, met grooten ijver-en talent aan zijn taak gegeven. In hem verliest het College een voortreffe- lijken ambtenaar, door plichtsbetrachting uit blinkende, die dan ook door ons allen op hoo- gen prijs wordt gesteld. Maar niet alleen wegens de door hem be wezen zoo goede diensten. Niet minder waardeerden wij Beelaerts als mensch, om zijn karakter. Hij was iemand, hij was zich zelf. Hij kon het zijn, en hij veroorloofde het zich. Zeker, ook hij werd gedreven. Maar niet door men- schen. Een hooger gezag had de hand op hem gelegd. Immers zijn eigen weg ging hij niet. Hij bewandelde den hem door God aangewe zenen. Velen hebben hem, zich zelf heeft hij niet gezocht. Voorkomend, hulpvaardig, aangenaam, vrien delijk in den omgang, bezat hij hoedanighe den, welke tot de beste behooren, die in den Nederlandschen stam worden aangetroffen. Om er slechts twee te noemen. Zijn degelijk heid en zijn eenvoud. Degelijk was hij in alles. Ouderwetsch de gelijk. Hij wenschte en durfde het aan ouder wetsch te zijn. Want hij was een verstandig man. De goden dezer eeuw hadden hem niet. Zijn denkrichting ging naar het verleden, waaruit hij schatten putte. Ook voor zijn eigen persoonlijk leven. Degelijk dus ook in zijn werk, zoowel hier als buiten dit gebouw. Immers bleef zijn belangstelling niet beperkt tot den arbeid dezer Kamer. Wel het tegen deel. Ook daarbuiten hadden zeer uiteenloo pend e belangen zijn aandacht. Ik denk aan zijn talrijke geschriften, nauwgezette studiën en nasporingen op oudheid- en geslachtkun dig gebied, aan zijn bemoeiingen in kerkelijke aangelegenheden en zoovele andere. Rustloos was hij immer veelzijdig bezig. Wellicht heeft hij te veel van zijn physieke krachten gevorderd. En hoe eenvoudig, natuurlijk, was hij in zijn optreden. Steeds dezelfde, nooit gekun steld, al gevoelde hij sterk de waarde, de on misbaarheid van goede vormen en decorum. Ook van afstand houden. Gemeenzaamheid was hem vreemd. Over hetgeen ik in den afgestorvene, als medewerker en raadsman, persoonlijk verlies, zijn steevasten bijstand ter bevordering van een geregelde en vlugge afdoening van zaken, zijn weloverwogen, bezonken adviezen, onzen zoo vertrouwelijken omgang, de vriendschap, welke ons verbond, niettegenstaande een leef tijdsverschil van bijkans een kwarteeuw, zwijg ik. Ik volsta met te zeggen, dat toegewijd, trouw als hij mij is geweest, ik zijn heengaan diep, zeer diep betreur. Der weduwe en den kinderen, die door het' vroegtijdig verscheiden van zoo hoogstaanden echtgenoot en vader smartelijk, onherstelbaar zijn getroffen, schenke God den troost en de kracht om in den geloove het hun opgelegd kruis berustend te dragen. Het is een zeer zwaar kruis. Eij de Kamer zal de persoon van den over ledene in uiterst dankbare herinnering blij ven voortleven. Lang, ja lang, zal het gemis van Beelaerts zich doen gevoelen. Ook nu vertolkte de Premier de gevoelens van deelneming der regeering. Tijdens de gevoelvolle herdenking waren op de gereserveerde tribune tegenwoordig het zwaar getroffen gezin van den overleden grif fier en de griffier der Tweede Kamer, mr. Kesper. Toen was in de zaal nog niet aanwezig de opvolger van den heer Smeenge, de heer van Rappard. tot dusver lid der Tweede Kamer, die eerst daarna weid. toegelaten en beëedigd. Zweedsch schip voer zonder navigatielichten. Waarna een aanvaring niet een loodsboot ontstond. De Raad voor de Scheepvaart heeft onder voorzitterschap van prof. mr. B. M. Taverne een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de aanvaring, die in den nacht van 18 Juli 1.1. nabij het lichtschip Maas heeft plaats gehad tusschen de st-oomloodsboot No. 19 en het Zweedsche stoomschip „Sverre Nergaard". De schipper van de loodsboot verklaarde, dat zijn schip, dat met 18 personen, o.w. 10 loodsen, bemand was, in den nacht van de aanvaring kruiste in den omtrek van den gas- boei. Het was fraai weer met een heldere maan. Te 12 uur was de schipper op de brug afge lost: vóór twaalven hadden twee schepen, welke uit verschillende richtingen kwamen, geseind, dat zij een loods moesten hebben. De loodsboot lag West Zuid-West voor en ging met volle kracht werkende machine en bakboordroer rond, tot zij weer in genoemde positie lag, toen de jol werd gevierd voor de beloodsing van het eerste schip, welks lichten, evenals dat van het andere, dat om een loods had gevraagd, zichtbaar waren. Op het oogen- blik, dat getuige naar voren liep, riep de roer ganger, een loods-kweekeling, die in het stuurhuis stond en tevens als uitkijk fun-, geerde omdat de eigenlijke uitkijk bij het uit zetten van de jol moest helpen, den schipper toe: „Ziet U die boot daar?" Voor zich uitkijkende, zag de schipper op een afstand van ongeveer 15 meter een don kere massa opdoenen. Het was een dieplig gend schip, dat zijn navigatielichten niet brandende had. Ofschoon de machine on middellijk op volle kracht achteruit werd ge zet, was een aanvaring niet meer te vermij den de stoomloodsboot raakte met bakboord aan boord het schip, dat het Zweedsche stoom schip „Sverre Nergaard" bleek te zijn, in schuine richting. Door de botsing werd de boeg van de loodsboot zwaar beschadigd, het Zweed sche schip liep geen schade op. De schipper wijt de aanvaring, behalve aan de omstandigheid, dat het Zweedsche schip geen navigatielichten brandende had, aan den stand van de maan, welke zich tusschen hem en het schip bevond, waardoor de „Sverre Nergaard", die grijs geschilderdwas, slechts op het laatste oogenblik zichtbaar moet zijn geworden. In de ter zitting voorgelezen verklaringen van gezagvoerder en eersten stuurman van het Zweedsche schip geven dezen te kennen, dat voor zoover hun bekend, de lichten van dit schip helder brandden. Zij wijten de aan varing aan onvoldoende aandacht van de zijde der loodsboot. Deze verklaringen werden echter teniet ge daan door de mededeelingen, ter zitting, van de gezagvoerders van de beide schepen, die om een loods gevraagd hadden. Positief hadden zij gezien, dat het aangevaren schip zijn na vigatielichten niet brandende had, wel zijn zij na de aanvaring aangegaan. Beide gezag voerders hadden echter het schip reeds op vrij grooten afstand waargenomen; zij zagen het echter in een gunstiger positie dan de loods boot. Ook van een Duitsche boot is waargeno men, dat de Zweed zijn lichten niet brandde. De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart, de gep. viee-admiraal C. Fock, was van oor deel, dat de oorzaak van de aanvaring gezocht moet worden bij het Zweedsche schip, waar van wel vaststaant, dat het zonder lichten de kust genaderd is. Wel lijkt het onbegrijpe lijk, dat men het schip van de stoomloodsboot niet eerder bemerkt heeft, doch spr. zou niet durven beweren, dat dit mogelijk is geweest. Beter ware het echter geweest als de ruiten van het stuurhuis, gezien het fraaie weer, open waren gelaten; het uitzicht is dan in elk geval gunstiger. De Raad zal later uitspraak doen. NIEUWE BRUG BIJ MARINIERSPLEIN BEVESTIGD. De duizend ton wegende nieuwe brug over de Dijksgracht bij het Mariniersplein te Am sterdam die Zaterdagavond op schuiten van de Nederlandsche Dok Maatschappij is ge transporteerd! is na uren van ingespannen ar beid op haar plaats bevestigd. Doordat het gevaarte voor dit karwei, met staaldraden aan de oude brug moest worden bevestigd, is deze door de opgetreden span ningen, uit haar verband getrokken. Ongeval len kwamen gelukkig niet voor. Jan van Scorei's Portret van Jan Diert in het Bisschoppelijk Museum. Deze reeks van praatjes over Haarlemsche schilderijen zijn wij indertijd met een Scorel aangevangen (de portretten der Haarlemsche broederschap van het Heilige Land. de beken de schilderij uit het Frans Hals-museum) over Scorel zelf schreven wij toen het een en ander, ook over dat andere werk van hem ter zelf- cer plaatse: de doop van Christus in den Jor- daan. Doch ook het Bisschoppelijk Museum bezit, in de beide portretten van Jan Diert en zijn huisvrouw, een paar interessante werken van den veelbereisden meester, die door de kunst wetenschap thans als onaangevochten werken van zijn eigen hand erkend zijn. Wij beelden hierbij het mansportret af en grijpen die ge legenheid tevens aan aldus twee vliegen in één klap slaande, om het zoo juist verschenen twaalfde deel van Prof. Friedlander's Alt-Nie- derlandische Malerei aan te kondigen, dat in hoofdzaak aan Scorel en Pieter Coeck van Aalst gewijd is. Voor wie in die vroeg-Neaer- landsche schilderkunst belang stelt zal voor loopig het veel-omvattende werk van Max Friedlander wel de onmisbare vraagbaak blij ven. Prachtig eenvoudig en geheel in Fried lander's stijl is weer de inleiding tot dit twaalfde deel geschreven. Hij schetst daarin de moeilijkheden aan deze materie verbonden, daar van veel meesters uit dien tijd maar weinig werken overgebleven zijn: waarover bovendien met zekerheid maar weinig te zeg gen valt en waarvan de toeschrijving dus met groote voorzichtigheid door toepassing van stijlcritische vergelijking en met gebruikma king van oorkonden uit den tijd zelf, zoo die tenminste voorhanden zijn, dient te geschie- den. Friedlander heeft dat boven velen zijner even beroemde collega's in de kunstwetenschap vóór, dat zijn enorme bekendheid met het materiaal en zijn zeer scherpe blik hem nooit verleiden tot apodiktisch beweren; hij blijft altijd eenvoudig en omkleedt ieder inzicht met redenen, die te volgen zijn en hij erkent steeds de mogelijkheid van vergissingen. Wan neer een geleerde als hij de portretten van Diert ^en zijn vrouw in de lijst der erkende Scorels opneemt, de Kruisiging uit hetzelfde Wil de Nederlansche regeering over uitvoerverboden beschikken. Critiek op den Volkenbond onjuist geacht. Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag over het wetsontwerp „Voorbehoud der bevoegdheid tot het uit vaardigen van uitvoerverboden ter bevorde ring van de internationale samenwerking in het belang van den vrede of ter bescherming van de levensbelangen van het Rijk in tijden van buitengewone internationale spanning". Naar aanleiding van de opmerking van som mige leden, die hun verwondering uitspraken over het feit, dat dit wetsontwerp wordt inge diend op een tijdstip, waarop de Volkenbond hun ernstig verzwakt toeschijnt, brengt de regeering in herinnering, dat de indiening van het wetsontwerp zijn grond vond in de om standigheid, dat ter gelegenheid van het ge schil tusschen Bolivia en Paraguay de regee ring voldoende bevoegdheid bleek te bezitten om over to gaan tot de maatregelen, die als uitvloeisel van de ondernomen gemeenschap pelijke internationale actie gewenscht werden geacht. Al is dit geschil inmiddels in een sta dium gekomen, dat de hoop wettigt, dat een definitieve vreedzame oplossing wordt ver kregen, zoo is het, naar het oordeel der regee ring. noodzakelijk, te voorkomen, dat de re geering zich wederom voor eenzelfden toe stand ziet geplaatst als vóór genoemd geschil het geval was. Dat op het oogenblik de Volkenbond weer een periode doormaakt, waarin zijn onmacht om den vrede afdoende te waarborgen weer duidelijk schijnt te worden gedemonstreerd, mag geen reden zijn, voorzieningen, als in dit ontwerp beoogd, achterwege te laten, Reeds meermalen is van de zijde der regeering gewezen op het onwensche- lijke, de beoordeeling van den Volken bond al te zeer te doen beheerschen door stemmingen, in het leven geroe pen door oogenblikkelijke successen of mislukkingen van den Bond. Overigens moge bij de beoordeeling van dit wetsontwerp niet uit het oog worden ver loren, dat het ontwerp de strekking heeft aan de regeering de bevoegdheid te geven tot het nemen van zekere maatregelen, maar dat het aan de regeering zelf zal blijven overgelaten te beoordeelen, of inderdaad termen voor de toepassing daarvan aanwezig zijn. Het mag als genoegzaam bekend worden verondersteld, dat zoowel de tekst van de betreffende artikelen van het Volkenbonds verdrag als de gangbare interpretatiedaar van aan de regeeringen een zeer groote zelf standigheid laten bij de beslissing, of aan sancties zal worden deelgenomen of niet. Dit laatste moge in het bijzonder onder de aan dacht worden gebracht' van die leden, die meenden, dat de regeerihg, indien zij niet tot uitvoerverboden zou weiischen over te gaan, sterker zou staan als zij een beroep kon doen op haar onmacht in dezen. Eenerzijds heeft de regeering, gelijk uit het bovenopgemerkte voortvloeit, geen behoefte aan een zoodanig be^ roep, anderzijds zou dit haar, indien het inderdaad een rechtsplicht betrof, niet baten, aangezien in zoodanig geval de onvoldoendheid der nationale wet geving niet als een verontschuldiging Men zegt unaniem „HAAS* mosterd subliem (Adv. Ingez. Med.) museum daarentegen voor een copie uit den tijd verklaart, dan is, vcorloopig althans, in de wereld der kunstgeleeraheia die zaak van de baan. Een kunstenaar uit Scorel's kring en ver moedelijk zijn leerling, Vermeyen geheeten, wordt in dit deel door Friedlander uitvoerig behandeld. Buiten den kring der geleerden zal die naam allicht nog nieuw zijn. Daar het kan wezen dat er onder onze lezers zijn die belang stellen in deh verderen inhoud van Deel XII, wil ik hier, zonder daar verder bij stil te staan, de namen afschrijven van die vroeg-Neder- landsche kunstenaars, die de heer Friedlander bespreekt en van wier bekend geraakte werken hij den inventaris opmaakt. Het zijn dan be halve de genoemde en bekende Scorel en Pie ter Coeck van Aeist nog: Jacob van Amster dam, Jan van Hemessen, Marinus van Roe- merswaele, Dirk Vellert, Bellegambe en de Meesters der Vrouwelijke Half figuren en der Magdalena-legende. Om tot onzen Scorel terug te keeren: veel over zijn afkomst en leven is bevestigd, of geopenbaard door de publicatie van een handschrift, dat zich in de universiteitsbi bliotheek van Utrecht bevindt, dat geschre ven moet zijn door een tijdgenoot van Scorel, Arnout van Buchall en dat zeven jaar geleden door twee kunsthistorici, Hoogewerff en Van Regteren Aitena werd uitgegeven. Volgens dit manuscript zou Scorel's vader geestelijk heer van het dorp Schoorl ge weest zijn en de adellijke familie van Egmond van Nijenborgh zijn- opvoeding verzorgd heb ben. Dat verklaart dan tevens dat de schil der in zijn later leven steeds schitterende relaties met de geestelijke en wereldlijke heeren van zijn tijd onderhield, een man van groote eruditie en beschaving was en evenals later Rubens én Van Dijk met de grooten der aarde op aangenamen voet en profijtelijk kon omgaan. Wie nu deze heer Jan Diert wiens beelte nis wij in het Bisschoppelijk Museum kunnen bewonderen, geweest is, weet ik niet. Fried lander zegt van hem slechts dat hij van 1539 tot 1572 in Gouda werkzaam was en zijn kleedij zoowel als zijn aan den boom opge hangen familiewapen toonen aan dat hij in ieder geval een man van hoogen stand was. Doch hetzelfde Haarlemsche museum bezit van deze familie Diert een gansche reeks portretten, die de achtereenvolgende geslach ten tot in de achttiende eeuw vertoonen, zoodat in de archivalia, voor wie daar be lang in stelt voldoende gegevens over het geslacht te vinden zullen zijn. Ons interes seert voor het oogeniblik die schilderij om den schilder meer dan pm den voorgestelde. Wij zien dan daar in, evenals in liet pendant, het vrouwsportret waarop wij later nog wel voor het niet nakomen v-an verdrags verplichtingen kaïi gelden. Inderdaad zal ran de door het wetsontwerp krachtens art. 1 te verleenen bevoegdheid vrij wel uitsluitend gebruik zijn te maken als uit vloeisel van Volkenbondsuitspraken. De overweging echter, dat gelijk in het ge schil tusschen Bolivia en Paraguay, de onder nomen actie om reden van formeelen aard den vorm kan aannemen van een gemeen schappelijke internationale actie, die formeel niet op een Volkenbondsbeslissing berust heeft aan de thans voorgestelde redactie de voorkeur doen geven. De vraag of de nadoelen, welke uitvaardi ging van uitvoerverboden voor bepaalde be drijfstakken kan medebrengen, geheel of ge deeltelijk door het geheele volk gedragen zul len moeten worden, wordt door de regeering ontkennend beantwoord, Naar het oordeel der regeering moet, even min als dit het geval is bij in het algemeen belang genomen oeconomische maatregelen, schadevergoeding worden gegeven voor de gevolgen van uitvoerverboden, als in de on derhavige wet voorzien. Oss komt voor den rechter. Gedurende vele lange weken De behandeling van de tallooze misdrijven te Oss en omgeving gepleegd, welke behande ling voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch ge schiedt, zal beginnen op 10 October. Het ligt in de bedoeling elke week de zit tingen van Dinsdag en Donderdag aan deze zaken te wijden, waarmede verscheidene weken gemoeid zullen zijn. Met welke zaken de behandeling beginnen zal, is nog niet vastgesteld. Stukken dak vlogen rond. Bij brand te Huizen. Dinsdag is door onbekende oorzaak een he vige brand uitgebroken in het pand Zusterlaan 2 nabij den Bussumerweg onder Huizen, be woond door den heer Hoogenkamp. De bewo ner, die alleen thuis was, werd door geknetter wakker. Het bleek dat de bovenverdieping van het huis in brand stond. Toen de brandweer arriveerde stond deze etage reeds in lichter laaie. Deelen van het smeulende rieten dak viogen links en rechts.in het rond. De brand weer bestreed het vuur met twee stralen, doch kon niet verhinderen, dat het. heele pand uit brandde. Tenslotte werd het vuur gebluscht en werden de muren omver gehaald. De kostbare inboedel, waaronder schilderijen was vrij hoog verzekerd. Wat gebeurt er met den Kon. Hollandschen Lloyd? _.egeering wil wel steunen. Binnenkort móet een beslissing worden ge nomen over de al of niet definitieve verleening der surséance van betaling aan den Kon. Hol- landsche Lloyd. Wordt zij-, wat wel waarschijn lijk is, verleend dan is daarmede een regeling bereikt voor de financieele moeilijkheden. Bo vendien wordt in samenwerking met de Benas naar een oplossing voor de verdere exploitatie gezocht. De regeering heeft ziGh bereid ver klaard tot medewerking en financieelen steun voor het behoud van deze Nederlandsche vrachtverbinding met het Zuiden van Amerika. De twee mogelijkheden zijn: voortzetting door de firma Wm H. Müller en Co., die ook nu al de directie van den K.H.L. heeft, of door een groep van drie reederijen. waarmede ook onderhandelingen worden gevoerd. Als deze slagen, zou het in de bedoeling liggen de vaart althans voorloopig te onderhouden met be staande schepen, zoodat in dat geval geen nieuwe schepen op stapel gezet zouden worden. eens terugkomen, den invloed van Scorel's Italiaansch verblijf in de wijze waarop het landschap op den achtergrond behandeld is, wij bewonderen de fraaie schildertrant in het nog juist zichtbare stuk van het onder kleed, onder den mantel, den reëelen zin waarmee kop en expressie gegeven zijn zon der neiging tot flatteering hetgeen wij ook bij de handen opmerken, die méér dan op het vrouwenportret aan handwerkers-handen doen denken, eer dan aan die van een geeste lijk arbeider. Het is mogelijk dat boven in de lucht en de boombladpartij tegen den gesohulpten rand van het paneel aan, de schilderij in den loop der eeuwen iets ge leden heeft, doch dat belet niet dat wij hier een zeer bijzonder vroeg-N-ederlandsch por tret voor ons hebben en dat Haarlem met trots op vier officieel als echt erkende Scorel's wijzen mag, daar zooals wij reeds in ons eerste stukje over de kruisvaarders schreven de Adam en Eva uit het Frans Hals museum niet meer als Scorel's arbeid be schouwd Wordt. J H. DE BOIS. WOENSDAG lï 5 P T. 1935 Eert halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 11 September In een vergadering van den Volks bond, afdeeling Haarlem en Omstreken, werd vóór eenigen tijd een commissie van drie leden benoemd tot het in stellen van een onderzoek naar de wer king enz. van volks bier- en koffie huizen zonder „vergunning", om lang zamerhand den werkman aan iets anders dan aan jenever te doen ge wennen; met het doel om de mogelijk heid na te gaan. of hier namens of door tusschenkomst van den Volksbond een dergelijke inrichting zou kunnen worden geopend, waar de werkman voor weinig geld een goed glas bier en andere ver snaperingen verkrijgen kan en zich te gelijk nuttig en aangenaam kan ver- poozen van den arbeid. Die commissie heeft getracht, uit ver schillende deelen van ons land inlich tingen in te winnen en heeft bij die informatiën kennis gemaakt met den heer F. van der Wolk, te Rotterdam, die reeds meer dan 30 dergelijke inrichtin gen hier te lande in het aanzijn riep en met het beste succes doet exploiteeren. Het gevolg van deze kennismaking was, "dat de heer v., d. Wolk zich bereid ver klaarde, die zaak den Volksbond uit de hand te nemen, door te Haarlem ook een dergelijk volks bier- en koffiehuis te ODenen. Met veel energie en grooten spoed werd in den korten tijd van drie weken, een huis in de Anegang geheel verbouwd en doelmatig ingericht, waarvan de opening, onder den naam van „Maas trichts Bierhuis", Zaterdag 12 dezer zal plaats hebben. De eigenaar, de heer v. d. Wolk, die overal, waar hij dergelijke inrichtingen opende, met veel succes gewerkt heeft, stelt zich voor, door lage prijzen en uit stekende hoedanigheid van spijzen en dranken den werkman ook in de ge legenheid te stellen, daar te schaften, en o.a. een goed. smakelijk glas bier voor 5 cents verkrijgbaar te stellen. Mocht men genegen zijn, den onder nemer behulpzaam te wezen door het afstaan van Hollandsche illustratiën, couranten of andere lectuur, om het den werkman daar genoegelijk en nuttig, tevens te maken, dan zullen dergelijke toezendingen dankbaar worden aan genomen. DE KUNSTSCHILDER VAN BLAADEREN OVERLEDEN. Op 62-jarigen leeftijd is te Bergen ia Noord-Holland, plotseling overleden de be kende kunstschilder G. W. van Blaaderen, De heer van Blaaderen is op 18 Juni 1873 te Nieuwer Amstel geboren en was de laatste jaren woonachtig te Bergen. Hij was een der oprichters van den Hollandschen Kunste naarskring te Amsterdam. Van zijn werken zijn vele in musea opge nomen o.a. in het Stedelijk Museum te Am sterdam. Iets over bruggen. Over de Zambéri ia Niassaland in Oost-Afrika heeft men een brug gebouwd die 11650 voet lang ie. De brug over de „Héllepoort" te New-York is echter nog langer n.l. 13553 voet. De duurste brug is evenwel de brug die het vorige jaar ever de haven van Sydney geslagen is; ze heeft n.l, GO millioen gld. gekost. De arbeiders verdien den hier 12 gld. per uur. Deze brug ligt 1650 voet boven het water. Ais'men onder de brug doorvaart lijken de menschen, die er over- loopen net mieren zoo klein. Over de brug loo- pen 4 sporen, 4 tramwegen, 4 autowegen. Voet gangers schijnen er niet over te mogen, want er is geen pad voor voetgangers. Roest.. IJzer aan de lucht blootgesteld, begint te roesten en wanneer men de roest niet verwijdert en niet zorgt dat het niet weer begint te roesten, zal het langzaam maar ze ker geheel door de roest verteerd worden. Ken heeft nagegaan hoeveel ijzer er over de hcolc wereld op deze manier jaarlijks verloren gaat en men kwam tot de kolossale hoeveelheid van 21 millioen ton. 1 ton is zoo je weet 180!) K.G. Het is dus wel zaak onze ijzeren voor werpen goed te onderhouden. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 10 September. Ondertrouwd 9 September: M. N. Keuken meester en M. E. Nieuwveen. Bevallen 5 September: J. H. de JongSmit, d.; 6 September: E. C. v. d. LeijVander, z.; 7 September: W. KomduurReinders, z.; A. van Santenv. d. Ban, z.; M. A. ColinKool, z.; H. J. DelchambreZoet, z.; J. E. Vegter— Veeze, z.; 8 September: H. A. de Nooijer— Christiansen, z.; 9 September: M. Hoogka merHoreman, d.; C. B .Beijkv. Cittert, z. Overleden 6 September: W. de Wolf, 81 j., Damaststraat; 7 September: M. A. Lagerweij— Boeree, 42 j., Wilgenstraat; M. Mesv. d. Bosch, 88 j., Ruycha verstra at; C. J. W., 2 j., d. v. J. W. Raatgever, Ged. Oudegracht; Q. Kroezen, 68 j., Klamperlaan; 8 September: A. H. Oliedam, 63 j., Indischestraat. AGENDA TE HAARLEM Heden: WOENSDAG 11 SEPTEMBER Cinema Palace: „De heele wereld lacht". Op het tooneel: Rettichini's, fantasie- en acrobatische dansen. 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Hartedief", geprolon geerd. Op het tooneel: Wang Sion Ching- troupe. 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „De man die zijn hoofd behield." Doorloopende voorstelling van 7 uur tot 11.30 uur. Frans Hals Theater: „100 dagen van Na poleon". 2.30, 7 en 9.15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. DONDERDAG 12 SEPTEMBER Groote Kerk: Orgelbespeling van 3-4 uur. Bioscoopvoorstellingen des middags en des» avonds.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2