Wat de afzonderlijke begrootingen vertellen. WOENSDAG 18 SEPTEME belastingverlaging zijn geweest, zooals oor spronkelijk in uitzicht was gesteld. 2o Nieuwe onvermijdelijke uitgaven zullen moeten worden gedaan. De noodlijdende ge meenten vorderen een hooger bedrag aan on derstand en ook andere, ten deele reeds ge noemde factoren werken hieraan mede. jj€t behoeft geen betoog, dat ongunstige factoren van een dergelijken omvang den mi nister op korten termijn voor een ernstige be slissing hebben geplaatst. De begrooting met Ten aanzienlijk tekort indienen scheen hem onder de huidige omstandigheden in hooge mate onwenschelijk. Op zeer korten termijn onnieuw de uitgaven vrij sterk, te verminde ren, was zonder nauwkeurige voorbereiding niet mogelijk. Een dergelijke vermindering wordt uiteraard telkens moeilijker, hoezeer zij niettemin, zooals uit het voorafgaande blijkt, onvermijdelijk zal blijken te zijn. Reeds wer den onder de nieuwe uitgaven, die aanvanke lijk in de concept-begrooting waren opgeno men, zeer belangrijke bedragen geschrapt, waarvan het twijfelachtig is of in het achter wege blijven dier uitgaven op den duur zal kunnen worden berust. Eenige belastingver- hooging was dus onvermijdelijk. De belastingver hoogingen zijn zoo gekozen, dat de vermeerderde druk zeer verdeeld en zoo min mogelijk voelbaar zal zijn. Een nieu we heffing, die pleizierreizen naar het buiten land in zekere mate belast, kan zelfs uit an der gezichtspunt dan het fiscale, zeer goed worden verdedigd. Wel ontveinst de Regee- ring zich geenszins, dat belastingverhooging aanpassing aan een lager levensniveau min of meer bemoeilijkt, doch in een tijd als de hui dige heeft elke maatregel tot vermindering van tekorten zijn speciale bezwaren. Zooals uit het voorafgaande zal zijn geble ken, bedraagt de voorgestelde belastingver hooging 26 millioen, waartegenover staat een verlaging van andere lasten ad 10 mil lioen, zoodat per saldo een bedrag van 16 millioen door verzwaring van lasten zal moe ten worden gevonden, hetgeen in verband met den omvang van het totaal tekort van 119 millioen niet buitensporig kan worden ge- noemd. De Regeermg is er zich zeer wel van bewust, dat over een eenigszins ruimer tijdvak bezien, met de genoemde voorzieningen niet kan wor den volstaan. Immers al dadelijk valt reke ning te houden met de onvermijdelijkheid, dat hi de naaste toekomst verschillende nieu we uitgaven dekking zullen komen vragen. Uit dit alles blijkt wel hoe ontzaglijk zwaar de strijd is, dien de Regeering heeft te voeren tegen telkens weder optredende nieuwe facto ren, die het begrootingsevenwicht verstoren. In dezen toestand zal geen afdoende verbete ring komen, zoolang het met onze volkswel vaart zal blijven gaan in dalende lijn. Belastingverhooging was uiterste noodzaak. Wie dit voor oogen houdt, zal tevens begrij pen, dat het slechts uiterste noodzaak is ge weest, die er de Regeering toe heeft kunnen brengen een begrooting in te dienen als de onderwerpelijke, die opnieuw den belasting druk komt verzwaren. Blijft in het licht der feiten, die op onze ver minderende volkswelvaart wijzen, een in over eenstemming brengen onzer Overheidshuis- houding met die verminderde welvaart plicht, dit beteekent niet, dat de Regeering zich bij die feiten berustend neerlegt. Zonder ophou den is zij werkzaam om ieder middel te be proeven, dat geschikt Is om ons te doen be houden wat wij hebben of ons iets waardevols te doen verkrijgen, dat wij nog niet bezitten. Behalve hetgeen gedaan werd en nog da gelijks gedaan wordt om met behulp van in directe maatregelen werkgelegenheid te be houden en te verkrijgen, ook in het buiten land, worden de werkzaamheden der Regee ring op het terrein der rechtstreeksche werk verruiming genoemd. Tot dusver waren deze werkzaamheden in hoofdzaak geconcentreerd in het Werkfonds, dat zoowel voor de uitvoe ring van openbare werken als voor de finan- ciering van industrieele projecten credieten verschafte. Op het voor dit doel in den loop van het jaar 1934 door de Staten-Generaal be willigde crediet van 60 millioen gulden is langzamerhand vrijwel beslag gelegd. Wil deze taak verder kunnen worden voortgezet, dan zal verhooging van dit crediet niet kunnen uitblijven. Gelijk ook reeds elders werd me degedeeld, wenscht de Regeering, ten einde het beoogde doel beter te kunnen benaderen, in de thans bestaande organisatie een wijzi ging te brengen, welke in groote trekken hier- op neerkomt, dat voor de financiering van openbare werken het Werkfonds bestemd zal blijven, doch dat voor de verleening van in dustrieele credieten een nieuw instituut, een Maatschappij voor Industrie-financiering, in het leven zal worden geroepen. Dit alles zal intusschen alleen kunnen wor den verwezenlijkt, indien het crediet van den Staat ongerept is. Wil immers de Overheid credieten beschikbaar kunnen stellen, dan moet zij in staat zijn zich op haar beurt cre dieten te verschaffen. Men meent echter wel -eens al te gemakkelijk, dat de moeilijkheden van het heden voor een groot deel kunnen •worden ondervangen door het behulp van een „vlotte leeningpolitiek" credieten van grooten omvang voor allerlei doeleinden be schikbaar te stellen. Het hinkende paard komt echter achteraan in den vorm van rente en aflossing. Wanneer de betaling daarvan onvoldoende verzekerd is,- kunnen op den duur ernstige moeilijkheden niet uitblijven. Dit beteekent niet, dat zij het verleenen van nieuwe credieten moet stopzetten. Het betee kent wel, dat zij zich bij het verleenen daar van er terdege rekenschap van moet geven, dat de zaak, waarvoor het crediet gegeven wordt, dit waard is en dat de terugbetaling redelijkerwijs is verzekerd. Bij het financieren van industrieele onder nemingen zal erop gelet moeten worden dat uit een verkeerde stimuleering van de pro ductie voor de binnenlandsche markt ernsti ge gevaren zouden kunnen ontstaan voor on ze betalingsbalans. Dit moet wel in het oog worden gehouden, wil men voorkomen, dat ook in Nederland deviezenmoeilijkheden of grondstoffennood zullen ontstaan, gelijk die zich in sommige andere landen reeds hebben voorgedaan. Bij bet op dit terrein te voeren beleid zal voortvarendheid met voorzichtigheid moeten gepaard gaan. Wie zich daarvan rekenschap geeft, zal niet te spoedig klaar zijn met zijn oordeel, dat de Regeering niet actief genoeg optreedt, dat zij de werkverruiming op in dustrieel en ander terrein niet met voldoen den spoed bevordert. De Regeering zou niet gaarne beweren, dat zij alleen de wijsheid bezit, doch zij meent wel te mogen zeggen dat alle plannen, die de pretentie hebben, dat zij in tegenstelling met de politiek, die de Regeering voert, den weg wijzen „uit de crisis", ten eenenmale misken nen, van hoe geweldige beteekenis voor den huldigen toestand de internationale factoren zijn, waarop de Regeermg maar een uiterst beperkten invloed vermag te oefenen. Zoo lang niet deze internationale factoren veran deren, zal ons volk zich. of het wil of niet, hebben te schikken in de onvermijdelijke da ling van zijn welvaartspeil. Dit is een onaan gename, harde waarheid, die wij hebben te ER '1935 aanvaarden. Men ontkomt niet aan de macht der feiten door te doen, alsof die feiten niet bestaan. Ten slotte concentreert zich alles om de be slissende vraag: hoe de totale koopkracht te vermeerderen van het gelieele volk, zonder den één een kans te geven, die men den an der ontneemt. Dit bereikt men alléén door meer export van goederen en diensten, zoowel uit het moederland als uit de Indien. Een absolute voorwaarde voor eenig succes, althans voorzoover de industrie en het transport betreft, is een prijsniveau, dat con currentie op de wereldmarkt mogelijk maakt. En daarmede komt men automatisch weer bij de aanpassing terecht, die het uitgangspunt is van het Regeeringsbeleid. Ten slotte doet de minister nog eenige me- dedeelingen omtrent den stand der kas. De Kapitaaldienst. De Kapitaaldienst wijst voor 1936 een totaal in uitgaven van f 91.925.534 en ïn ontvangsten van f 23.744.47o zoodat het nadeel saldo bedraagt f 68.181.064 Voor 1935 is geraamd: uitgaven f 56.283.186 ontvangsten f 19.420.276 Nadeelig saldo 1935 f 36.862.910 „Staking in IJmuiden was merkbaar Van de afzonderlijke begrootingsstukken, deel uitmakende van de rijksbegrooting 1936 noemen wij voor zoover reeds in ons bezit o.m. die van het Staatsvissohershaventoedrijf te IJmuiden.. Sombere klanken voor IJmuiden. Nu de toekomst voor het visscherijbedrijf in het algemeen nog weinig reden tot opti misme biedt, is het geraden ook bij de raming van den omzet van het Staatsvisschershaven bedrijf voor 1936, bij welk bedrijf de da lende inkomsten nog steeds tot een aanzien lijk tekort op de exploitatie leiden, geen hooge verwachtingen te koesteren. Bij een raming van f 10.000.01)0 voor 1933 bleek de omzet in werkelijkheid slechts f 5.573,611 te bedragen, welke ongunstige uitkomst voor een deel op rekening moet worden gesteld van de staking in het IJmuider treilvisscberijbedrijf gedu rende een geruimen tijd van dat jaar. Tegfön- over de raming van f 8.000.000 voor 1934 stond een werkelijke omzet van f 6.708,966. De raming van den omzet voor 1935 werd voorzichtigheidshalve op f 7,500.000 gesteld; op de resultaten van dat jaar kan bezwaarlijk reeds thans worden vooruitgeloopen, doch ook hier is voor eenig optimisme geen aan leiding. Het verdient dan ook aldus de mi nister van waterstaat in de Memorie van Toe lichting aanbeveling de-raming" van - den omzet vöor 1936 op niet hooger dan f 6.500.000 te stellen, hetgeen nieerkomt op een opbrengst, van de retributie voor den verkoop van visch van f 130.000. Het tekort op de exploitatie wordt in totaal thans geraamd op f 207,890, dat is rond f 8000 hooger dan dé raming voor 1935. Het totaal van de lasten der exploitatie wordt thans geraamd op f 642,465, dat van de baten op f 434.575. Geen aandeel voor het rijk uit de Staatsmijnen. De lasten en baten der exploitatie zijn voor 1936 geraamd op f 82,780,750. Uitgetrokken zijn o.m. f 1,350.000 voor af schrijving op het Stikstofbindingsbedrijf f 150.000 voor afschrijving op het Gasdistri- butiebedrijf en f 4.2000.000 voor afschrijving op het mijnbedrijf, de cokesovens, centrales, enz. Wegens de onzekere vooruitzichten is voor 1936 geen uitkeering aan het Rijk als dividend op het aandeelenka pitaal geraamd. De kapitaalsuitgaven en -ontvangsten zijn geraamd op f 11,400.000. Wegens de mogelijkheid van verdere deel neming van gemeenten in de N.V. Limbutg- sche Maatschappij voor Gasdistributie (Lh.iO- gas). en voor eventueele verdere kleinere deelnamen in ondernemingen, waarvan de werkzaamheden met die van het Staats- mijnbedrijf verband houden, wordt f 100.000 geraamd. Uitkeering van het gemeentefonds. De begrooting van uitgaven van het Ge meentefonds voor het begrootingsjaar, loo- pende van 1 Mei 1936 tot 3-0 April 1937, ver meldt: Gewone dienst f 91,194.000 Kapitaaldienst 15,777,000 Gelieele dienst f 106,971,000 Het totaalbedrag der uitkeeringen aan de gemeenten wordt geraamd op f 91,194.000. De nationale schuld in 1936. Aan de memorie van toelichting tot het wetsontwerp hoofdstuk "VII A der Rijksbe grooting (nationale schuld) voor 1936 wordt ontleend, dat voor 1936 wordt aangevraagd voor den gewonen dienst f 153.825.211, waar van voor den kapitaaldienst f 6.780.000 en voor den gewonen dienst f 147.045.2ill. Voor 1935 is daartoe onderscheidenlijk toegestaan f 147.492.887, f 780.000 en f 146.712.887. Derhalve wordt voor den gewonen dienst van 1936 meer aangevraagd f 332.324. De uitgaven, wegens gevestigde schuld ten laste van den gewonen dienst komende, zijn f 8.066.676 lager geraamd dan het voor 1935 toegestane bedrag ,n.l. f 789.212 minder voor rente en f 6.277.404 minder voor schulddel ging. Is de vermindering van het rentebedrag een gevolg van voortgezette schuldamorti satie, de verlaging van het voor delging ge raamde bedrag is het resultaat van enkele factoren waarvan de voornaamste zijn: het beëindigen van de amortisatie krachtens de wet van 9 Juni 1898, anderzijds de verhooging welke onderscheidene aflossingsbedragen heb- ben ondergaan met de sommen der vrijgeval len rente, terwijl voorts de plaats gevonden herberekening van de aandeelen van andere begrootrngshoofdstukken in de lasten der staatsschuld eenigen invloed heeft gehad zoowel op rente- als aflossingsbedragen. Er is voorts f 6.060.000 overgebracht van den gewonen dienst naar den kapitaaldienst om daar te worden gesteld tegenover een deel der door de staatsbedrijven gedane uitkeerin gen wegens aflossing van versterkt kapitaal., zoo lang 's Rijks financieele positie dit ge- wenscht doet zijn. De kasvoorzieningen zullen in 1936, naar verwacht wordt f 8.400.000 meer vereischen, dan voor 1935 toegestaan, gevolg van een hoogere raming van de rente van schatkist papier, door stijging van den rentevoet ver oorzaakt. Inpoldering van het IJsselmeer gaat verder. Aan de Memorie van Toelichting tot vast stelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Zuiderzee fonds voor het dienstjaar 1936 ten totale van f 16.850.000, wordt het volgende ontleend. Bij de op 11 Maart 1935 ingezonden nota van wijziging in het wetsontwerp tot vast stelling van de begrooting van het Zuider- zeefonds voor het loopende dienstjaar, werd de voor de Noordoostelijke inpoldering altge trokken post van f 2.000.000 voorhands terug genomen. De minister van waterstaat heeft reeds bij de behandeling van de motie Van der Waer- den-Bongaerts te kennen gegeven, dat het voorloopig terugnemen van den post van f 2.000.000 niet beteekende een wijziging van het standpunt ten opzichte van de voortzet ting van den inpolderingsarbeid. De regeering Kamer van Koophandel en Fabrieken. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken hield Dinsdag avond in haar gebouw aan het Nassauplein een openbare vergadering, die gepresideerd werd door den heer G. J. Droste Jr. De voorzitter herinnerde aan de ope ning der Staten-Generaal. Hij hoopt, dat de Regeering de vele moeilijkheden, die zich ook dit jaar waar zullen voordoen, zal weten te overwinnen en dat handel en nijverheid niet al te zeer door de te nemen maatregelen van de regeering zullen worden getroffen. Het Hoogovenbedrijf. Hoewel het in het algemeen niet de ge woonte is melding te maken van zich uit breidende bedrijven in het district der Kamer, meende de voorzitter ditmaal een onderscheid te moeten maken voor het Hoogovenbedrijf, dat zich zal uitbreiden door den bouw eener buizengieterijDaarmede is een nieuwe stap gezet in de ontwikkelingsgeschiedenis der Hoogovens, waarbij wij zeker allen hopen, dat deze gunstige resultaten moge opleveren. (Applaus"» Openstelling hulppostkantoor Bennebroek Op den door de Kamer dd. 11 Juli 1935 ge zonden brief aan den, dir.ecteur-generaal der Posterijen, Telegrafie .en,telefonie te 's-Gra- venhage. niet verzoek om het.aantal uren van opensteiimg van het hulppostkantoor te Ben nebroek weder uit te breiden en den ouden toestand te herstellen, werd bij schrijven van 21 Augustus medegedeeld, dat met ingang van 2 September aan het verzoek voldaan zou worden. Het pontverkeer te Velsen. De voorzitter las een briefwisseling voor tusschen het Bureau en B. en W. van Vel sen naar aanleiding van een artikel in de Opr. Hrl. Crt. over het pontverkeer tusschen Velsen en Beverwijk. Op 3 Juni j.l. had het Bureau een brief dienaangaande aan B. en W. van Velsen geschreven en daarin gevraagd, of dit college ook bijzondere wenschen of opmer kingen had. Ook was medegedeeld, dat een dergelijke brief ook aan B. en W. van Bever wijk en aan de Beverwijksche Vereeniging voor Handel en Industrie was verzonden. Tot onze verbazing, aldus spreker, ontving het Bureau van B. en W. van Velsen een schrij ven, waarin zij opmerkten, dat een goede regeling van het pontverkeer in de eerste plaats een aangelegenheid was voor Rijk en provincie en pas in dé tweede plaats voor Velsen. Ook werd in dezen brief bevreemding uitgesproken over het feit, dat het Bureau zich over deze aangelegenheid ook tot B. en W, van Beverwijk had gericht. De voorzit ter deelde mede, dat het Bureau op advies van den heer Uitzinger zich nogm'aals tot B. en W. van Velsen had gericht, maar dat dit college dd. 11 September j.l. geantwoord had, dat het den eersten brief geheel handhaafde en dat het geen aanleiding vond om er verder op in te gaan. Wereldtentoonstelling te Amsterdam. De voorzitter herinnerde aan de plan nen tot het organiseeren van een wereldten toonstelling in 1939 te Amsterdam, waarvoor de heer Crone, voorzitter van de Kamer van Koophandel té Amsterdam, zich reeds veel moeite gegeven heeft. Spreker hoopte, dat deze tentoonstelling evenveel succes mag heb ben als die te Brussel en dat de algemeene toestand in 1939 in ons land zóóveel verbeterd zal zijn, dat de vreemdelingen zich niet door dure prijzen zullen behoeven af te laten schrikken, maar dat ze in drommen naar ons land zullen komen (applaus). Een aantal ingekomen stukken werd voor kennisgeving aangenomen. Goedgekeurd werden de volgende verzonden brieven: aan Gedeputeerde Staten van Noord- Holland betreffende economisch technologisch Instituut en Industriebank in Noord-Holland; aan het hoofd van het Telefoondistrict, be treffende klachten telefoon district kamer; aan den directeur-generaal der P.T.T. te 's-Gravenhage betreffende opensteiimg van het postkantoor te Bennebroek; aan de admi nistratie der directe belastingen, invoerrech ten en accijnzen te Haarlemmermeer betref fende wijziging uren openstelling kantoor; aan B. en W. van Haarlem betreffende plaat sing van automatenkiosken. De datum voor de periodieke verkiezingen van leden der Kamer werd vastgesteld op 20 November. Mr. J. Vérheus werd benoemd tot adjunct secretaris der Kamer. Goedgekeurd werd het besluit van het Bu reau tot aanstelling van mej. A. Beemster- boerGoossens als klerk der Kamer. Herbenoemd werden de leden en plaatsver vangende leden van de BevrachtingscommiS' sie. Verschillende verslagen werden uitgebracht, >.a. van den Cursus Warenkennis; van de is nog steeds van meening, dat zoo spoedig mogelijk voortzetting van de inpoldering ge- wenscht is. De minister stelt zich voor, om vóór de mondelinge behandeling van dit wetsontwerp aan de Tweede Kamer een uitvoerige nota te doen toekomen, waarin het geheele plan in groote lijnen wordt uiteengezet. Dit alles uiteraard in de verwachting, dat het crediet van den Staat toelaat de be- noodigde gelden beschikbaar te stellen. In afwachting daarvan wordt thans de destijds teruggenomen post van f 2.000.000 weer uit getrokken, welk bedrag voorloopig voldoende is te achten om een begin te maken met de werken, welke het eerst voor uitvoering in aanmerking komen. De uitgaven voor de Zuiderzeesteunwet konden voor 1836 f 43.120 lager worden ge raamd dan voor 1935, wegens de te verwach ten liquidatie. Een hooger bedrag moest wor den uitgetrokken voor de opleiding van kin deren van belanghebbenden ter bevordering van hun tewerkstelling. Huis der Koningin. Evenals in vorige jaren wordt ook voor 1936 f 50.000 aangevraagd voor de voortzet ting der restauratie van het Koninklijk Paleis te Amsterdam. Onvoorziene uitgaven. Van de som van f 30,000 voor 1934 tot be strijding van onvoorziene uitgaven toege staan, is f 6161.75 noodig geweest. De onzeker heid omtrent het bedrag der onvoorziene uitgaven doet het wenschelijk achten, ook voor 1936 een gelijke som als voor 1935 te ramen. onderwijscommissie betreffende de cursussen 1934/'35. Voorgesteld werd, deze cursussen voort te zetten. Dit werd goedgekeurd. Verder werden nog uitgebracht een verslag van de Commissie inzake Middenstandssteun in 1934/'35 en van de Commissie voor verkeer en vervoer over het ijsbestrijdingsfonds in 1934/'35. Deze verslagen werden goedgekeurd, even als een concept-schrijven van het Bureau aan den Minister van Justitie betreffende het innen van kleine vorderingen. De heer Van der Burg drong er bij de goedkeuring dezer verslagen op aan, dat de cursussen Warenkennis in ieder geval zullen doorgaan. De heer Hoog en de secretaris merk ten op, dat er niet voldoende leerlingen komen. Zakelijke belasting op het bedrijf. De voorzitter stelde vervolgens aan de orde het voorstel van het Bureau, om bij de voorbereiding der gemeentebegrooting 1936 een adres aan den Raad te zenden, waarin andermaal op afschaffing van de zakelijke belasting op het bedrijf wordt aangedrongen. De heer Van der Burg vroeg of er geen aanleiding bestond om een dergelijk adres ook aan den raad van andere gemeenten in dit district waar zakelijke belasting op het bedrijf geheven wordt, te zenden. De voorzitter: „Bestaat hier nog zulk een gemeente?" De secretaris: „Er is in het district van deze Kamer maar één gemeente, waar die belasting geheven wordt, en üa't is Haar lem". Het voorstel werd zonder discussie of stem ming goedgekeurd, evenals een concept- schrijven van het Bureau aan den gemeente raad van Haarlem betreffende lasten voor industrie en handel Rondvraag. De heer Deddens dankte het Bureau voor de mooie vergadering van de vorige week Vrijdag in Hoofddorp. Speker merkte echter op, gelezen te hebben dat de dienst naar Uit hoorn met ingang van 6 October opgeheven zou worden, Dit zou spreker ten zeerste be treuren. Hij vroeg het Bureau, pogingen in het. werk te willen stellen, dit te voorkomen. De voorzitter antwoordde, dat het te probeeren is. De heer Treur was van meening, dat de Nederlandsche Spoorwegen zich steeds min der populair maken door het opheffen van haltes, zooals nu weer aan den IJweg. De heer B u r ge r sd ij k gaf in overweging aan de Spoorwegen te verzoeken, wél de be waking aan de haltes op te heffen, maar deze zelf te handhaven. De voorzitter antwoordde, dat ook dit gevraagd kan worden. De secret aris meende, dat de Kamer niet vooruit moet loopen op het werk van de j.l. Vrijdag benoemde commissie. De heer Teding van Berkhout was deze zelfde meening t edaan. De heer Hoog merk..; op, dat de Kamer het verzoek alleen wil doen hangende deze zaak. De voorzitter deelde mede, dat het Bureau met de commissie zal overleggen, wat gedaan moet worden. De heer Lasschuit vroeg, of van de zijde van het Bureau ook kan worden medegedeeld, door welke oorzaak het verbruik van electri- citeit in Haarlem zooveel grooter is gewor den, in tegenstelling met het gebruik van gas. De voorzitter antwoordde, dat het Bu reau hier over geen gegevens beschikt. De heer Lasschuit vroeg aan den heer Burgersdijk, of die toeneming misschien te danken was aan grooter verbruik door de Noord-Zuid. De heer Burgersdijk antwoordde ont kennend. Z.i. is het te danken aan de toe neming der bevolking en aan het feit, dat electriciteit tegenwoordig meer gebruikt wordt voor warmte-dseleinden. Hiermee wordt de discussie gesloten. De Kamer gaat daarna nog in geheime zit ting. - INSTALLATIE VAN RIJKSMETAAL- COMMISSIE. DEN HAAG, 17 September (A. N. P.) Naar wij vernemen zal als onderdeel van de plan nen tot stelselmatige economische technolo gische exploitatie van Nederland Donderdag 19 September a.s. door prof. dr. ir. H. C. Ge- lissen, minister van handel, nijverheid en scheepvaart de z.g. rijksmetaalcommissie wor den geïnstalleerd. De heeren van deze commis sie zullen zijn: prof. L. A. van Royen te Was senaar, die tevens als voorzitter zal optreden, mr. R. A. H. M. Gielen te Maastricht, direc teur van het economisch-technologisch insti tuut in Limburg, ir. A. Groothoff te Amers foort, lid van de commissie van advies voor de crisisinvoerwet, prof. dr. ir. F. K. T. van Iterson te Heerlen, directeur van de staats mijnen in Limburg, ir. G. A. Kessler te IJmui den, directeur van de n.v. Hoogovens, C. J. P. Zaalberg te Den Haag, oud-directeur-generaal van den arbeid en J. A. Lagas te Den Haag, verbonden aan het bureau nijverheid van het departement van handel, nijverheid en scheep- vaart. Laatstgenoemde zal tevens optreden als secretaris. AMSTERDAM ROTTERDAM - UTRECHT (Adv. Ingez. Med.) Staten-Generaal Hef nieuwe jaar der Staten Generaal begonnen. Verloop der eerste zitting. De plechtige openingszitting leverde dit keer gelukkig in de zaal geen enkel opschuddend incident op. De twee nation aal- socialistische Eerste Kamerleden brachten bij het binnenkomen en weggaan der vorstelijke personen den nationaal socialistischen groet Eer wij ons naar de Tweede Kamer bega ven, beleefden wij intusschen wel een inci dent. Met alle verdere aanwezige persbroeders zaten wij op een wenteltrap van het oude Grafelijke slot gevangen. Een politic-beambte die over gezond verstand noch takt beschikte, daarentegen volgens zijn zeggen wel over een onbegrijpelijke order van zijn chef, weigerde den journalisten het hun zoowel volgens ge bruik als volgens afspraak met den Hoofd commissaris toekomend recht, zich terstond naar buiten te begeven. Voor den in dezen tenslotte verantwoordelijken nieuwen H. C. was dit geen prettig begin. Hij zal er zorg voor moeten dragen, dat voortaan zijn luitjes zulke onhebbelijke en gekke gedragingen achter wege laten. In de Tweede Kamer een warm woord van herdenking door den tijdelijken voorzitter Ruys de Beerenbrouek, aan wijlen Koningin Astrid gewijd en van meegevoel met het zware lot dat België's vorstenhuis en volk trof. Het opmaken van de nominatie voor het praesidium bracht natuurlijk Excellentie Ruys weer nummer één öp het lijstje, den a.r. v. Dijk twee en den s.d. Vliegen drie. Als ten vorigen jare. Toen brak het door velen met zekere span ning tegemoet geziene oogenblik aan. Prof. Aalberse vroeg het woord. Echter niet om voor te stellen een adres van antwoord op de Troon rede te zenden noch om een interpellatie aan te vragen, maar om den wensch uit te spreken, dat de President straks bij de'regeling van werkzaamheden voortzetting van de in Juli dooi- de crisis geschorste behandeling van het bezuinigingsontwerp vooraan zal plaatsen. Daarbij zal dan tevens over het verloop van de kabinetscrisis en over de toekomst gespro ken kunnen worden. Namens de communisten betoogde de heer de Visser, dat het veel beter ware te interpelleeren, zoowel over wat er op en tijdens die crisis is gebeurd alsook omtrent het verder te voeren algemeen sociaal-econo misch beleid der Regeering. De leider der s.d. fractie Ir. Albarda had aanvankelijk ook zulk een verzoek willen doen. Doch hij meende nu, na wat Prof. Aalberse had opgemerkt, voor loopig van een interpellatie te moeten afzien al behield hij zich de vrijheid voor hierop te rug te komen, indien de door den R.K. aan voerder voorgeslagen weg niet tot spoedige opheldering zou leiden. In elk geval achtte hij het noodzakelijk, dat zulk een klaarheid schenkend debat zou plaats vinden vóór den aanvang van het afdeelingsonderzoek der be grooting 1936. Waarnemend voorzitter Ruys zal aan den definitieven voorzitters (dus aan zichzelf) kennis geven van Mr. Aalberse's verzoek. Ik vermoed zoo, dat Donderdag reeds het gunstig antwoord zal komen, d.w.z. dat dan zal worden voorgesteld en besloten, de volgende week al aan de suggestie-Aalberse gevolg te geven, Mij is overigens bekend, dat der Regeering niets aangenamer zal wezen juist omdat spoedige klaarheid aan de positie van den gul den slechts ten goede kan komen dan ver dere behandeling van het bezuinigingsont werp binnen zeer korten tijd. Wat ik hier en daar zoo opving wees er op, dat men meent, dat de kansen op een momen teel rustigen loop van zaken vrij groot zijn. Uit het optreden van den heer Aalberse zou zijn op te maken, dat het hem en zijn vrien den thans niet ontbreekt aan de neiging een vrij conciliante houding tegenover het Kabi net aan te nemen, In de Troonrede viel immers ook heel wat waar te nemen, dat tot meer be vrediging der R.K. fractie kan leiden. Aan de overzijde luidde President de Vos van Steenwijk de niet weer teruggekeerde se natoren uit, waarbij hij speciaal nog den lof van Mr. Fock (lib.) zong E. v. R„ Tilburgsche stakers doen andere voorstellen. Wijzen die van den heer De Jong af. In vier vergaderingen der stakers is be sloten het volgende .antwoord te zenden aan den heer P. W. de Jong-van den Heuvel, die een bemiddelingsvoorstel had gedaan: De stakers en het stakingscomité deelen in antwoord op uw schrijven mede, dat zij afwijzend op uw voorstel moeten beschik ken. Daar zij uw bemiddeling echter zeer waar de eren, willen zij u het volgende tegen voorstel formuleeren le. de arbeid wordt onverwijld hervat op de voorwaarden van de oude loonregeling met een garantietermijn van drie maanden, te rekenen van den dag der werkhervatting. 2e. de arbeidersorganisaties houden, zoo dra de arbeid is hervat, vergaderingen met. haar leden, zoowel de werkenden als dege nen, die werkloos ?ijn. 3e. de fabrikanten verplichten zich tot uit betaling van de 40 pet. van'het loon over de dagen, op welke alsnog werk is verricht, en tot uitbeta'ing var. de vacantisdagen. Tevens moeten wij er van verzekerd zijn, dat geen rancunemaatregelen zullen worden genomen tegenover de stakers. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7