UIT HET BUITENLAND
Een onderhoud met
het belangrijkste nieuws
THIJS IJS IN HET DAL DER NEVELS
DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1935
Italië schrijft een vijfproeentsleening uit. „Ter bestrijding
van de kosten van de verdediging der koloniën". Ver
hooging der belastingen. De Britsche „homefleet" bijna
in haar geheel in de Middellandsche Zee.
'óe ministerraad heeft Woensdag besloten
een vijfpi'ocentsleening uit te schrijven ter
Lctriiding van de kosten van „de verdediging
koloniën in Oost-Afrika".
Deze leening is vrijgesteld van iedere tegen
woordige of toekomstige belasting. De koers
van "uitgifte bedraagt 95.
Ten einde de houders van 3V2% rentende
stukken te animeer en, is besloten dat deze
stukken voor de inschrijving zullen worden
.■„„gjfopvrt tegen 80% van de nominale lire-
^De leening zal worden geplaatst door een
consortium onder leiding van den gouverneur
van de Banca d'Italia.
De datum van inschrijving zal later worden
bekend gemaakt.
De ministerraad heeft voorts maatregelen
genomen, welke betrekking hebben op een om
zetbelasting, inkomstenbelasting, een belas-
tin0, op het transport van goederen per auto
en een belasting op de spoorwegtarieven.
Door deze maatregelen zal het de regeering
mogelijk zijn de ontvangsten te vermeerderen
en het begrootingstekort aanzienlijk te ver
minderen. Te zijner tijd zal dan een sluitende
begrooting kunnen worden verwacht.
Verklaard wordt, dat de opofferingen, welke
men een jaar geleden niet heeft kunnen vra
gen thans wèl gevraagd kunnen worden we
gens de verminderde werkloosheid, de hervat-
tin0, van de activiteit van handel en industrie,
en de verbetering van de situatie in den land
bouw hetzij door overvloedige oogsten, hetzij
door het pr, sniveau.
Woensdag is voorts goedgekeurd een decreet,
dat voorziet in den aanleg en aanvulling van
voorraden vloeibare brandstof voor de be
hoeften der marine, waarvoor een crediet van
337 millioen Lire zal worden verleend op de
marinebegrooting voor het tijdvak 1935/'42.
ENGELAND.
Uèt bericht dat het grootste gedeelte der
Britsche thuisvloot te Gibraltar zou zijn aan
gekomen, wordt naar Reuter verneemt, te Lon
den bevestigd noch ontkend. Men gelooft
dat de Admiraliteit een nadere mededeeling
zal doen, waarin de bewegingen der vloot
waarschijnlijk als normaal zullen worden
voorgesteld.
In verband hiermede herinnert men eraan,
dat de thuisvloot in de Schotsche wateren
manoeuvres had moeten houden. Haar aan
wezigheid te Gibraltar is echter in verband
met het Italiaansch-Abessynische geschil van
zekere beteekenis.
Nader wordt gemeld dat de publicatie der
telegrammen uit Gibraltar over de aankomst
van het grootste deel der thuisvloot. in Engel-
sche politieke kringen verrassing heeft ge
wekt. Er wordt de grootste geheimhouding
betracht ten aanzien van de bewegingen van
dit. eskader, dat, naar voorgegeven werd, voor
de jaar lij ksche manoeuvres naar Schotland
was vertrokken.
Volgens berichten uit de Middellandsche
Zeehavens zijn de eenheden der thuisvloot, die
in de Middellandsche Zee zijn samengetrok
ken, de „Bahran", het vliegtuigmoederschip
„Courageous", de slagkruisers „Hood" en
„Renown" van het eerste eskader, voorts het
tweede eskader kruisers, behalve het admi
raalschip- „Le,ander", dat gerepareerd wordt,
en zes vaartuigen behoorende tot het zesd'ë
fiotille torpedojagers. Maandag waren hoven-
dien reeds vier torpedojagers van de thuis
vloot te Gibraltar aangekomen, namelijk de
„Viceroy", „Vega", „Valorious" en „Venetia".
Vrijwel de geheele „homefleet" zou derhalve
thans in de Middellandsche Zee zijn- gecon
centreerd.
Vliegtuigen kruisen geregeld in de omge
ving van Gibraltar.
Te Algeciras verwachtte men een Spaansch
vliegtuig-eskader, dat belast zou worden met
de bewaking van de Straat van Gibraltar en
de Spaansche kusten.
Engeland.
Lord Ponsonby afgetreden als
Labourleider in het Hoogerhuis
De leider der Labour-fractie in het Hooger
huis, Lord Ponsonby, is plotseling en onver
wacht afgetreden. In een brief aan de partij
leiding motiveert hij zijn ontslag aldus, dat
bij_ het in de belangrijkste vraagstukken der
buibenlandsche politiek en in de kwestie van
de houding der Labour Party ten aanzien van
het Abessynische conflict niet meer met de
partij eens was.
In het algemeen meent men echter de di
recte aanleiding tot het aftreden van Ponson
by te zien in het feit, dat hij evenals de partij
leider Lansbury de toepassing van geweld
onder alle omstandigheden veroordeelt, ter
wijl de meerderheid van de partijleiding voor
stander is van het nemen van sanctiemaatre
gelen tegen Mussolini onder leiding van den
volkenbond.
Het aftreden van Ponsonby heeft in Labour-
hnngen groot opzien gebaard. Het bestuur der
Labour Party is Donderdag a.s. bijeengeroepen
een buitengewone zitting. (A.N.P.)
Joegoslavië.
Oud-premier Marinkowitsj
overleden.
De gewezen premier en minister van buiten-
iandsche Zaken van Joegoslavië, Marinko
witsj, is gisteren na een langdurige ziekte
li den ouderdom van 59 jaar overleden.
Marinkowitsj heeft van verscheidene mi
nisteries deel uitgemaakt. In April 1932
vormde hij een kabinet dat slechts enkele
baanden aan het bewind bleef.
Gemève.
Italië zal de volgende week op
het commissierapport
antwoorden.
heerschte gisteravond te Genève een
remming van onzekerheid en bezorgdheid;
vheemt algemeen aan, dat Abessynië de
orstellen van de commissie van vijf, die
door Madariaga aan de gedelegeerden der
beide partijen zijn medegedeeld, zal aan
vaarden, doch dat Italië zich er niet mee zal
vereenigen.
De Italiaansche delegatie heeft naar men
meent drie dagen uitstel gevraagd in ver
band met den kabinetsraad van Zaterdag.
Het antwoord van Abessynië en Italië op het
rapport der commissie is derhalve niet voor
het begin van de volgende week te verwach
ten.
Laval schijnt Aloisi te heibben verzocht
naar Rome te gaan en het oordeel van Mus
solini persoonlijk te vragen; het is nóg niet
zeker of Aloisi dit zal doen. (Reuter).
Arbeiderspartij onderschrijft
het Belgische standpunt te
Genève.
De algemeene raad van de Belgische arbei
derspartij, heeft, naar Reuter uit Brussel
meldt, in een door alle socialistische ministers
bijgewoonde vergadering met algemeene stem
men een resolutie aangenomen, waarin sym
pathie wordt betuigd met het Italiaansche
volk, eveneens met alle andere volken, die
door het fascisme worden onderdrukt en be
dreigd.
De algemeene raad wênscht den chef der
regeering geluk, omdat hij te Genève, als de
getrouwe vertolker van de gevoelens van het
Jand, heeft verklaard, dat België in het con
flict, waarbij de vitale Volkenbond-beginselen
op het spel staan, zijn verplichtingen tot het
uiterste zou nakomen, en ten volle zijn deel
zou aanvaarden van de gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid
De „Torun" gedaald.
Na hemelsbreed een afstand van 970 K.M.
te hebben afgelegd.
Uit Warschau wordt gemeld, dat
de in Polen vervaardigde „Torun" met
de Nederlandsche bemanning be
staande uit de heeren M. te Bosch, als
balloncommandant, en J. E. van
Tijen als assistent-bestuurder,' Dins
dagmorgen is gedaald bij het dorp
Sina, dat tusschen Moskou en Lenin
grad is gelegen .in' de. buurt van de
stad Bologeje, een afstand van naar
schatting 1100 K.M. van Warschau.
De Torun heeft hemelsbreed een
afstand afgelegd van 970 K.M.
Volgens verder te Warschau, ontvangen "be
richten is Maandag een Poolsche ballon, de
„Koscioeszko" geland. De ballon landde om
4.50 uur des middag bij het plaatsje Nowo-
bielaya ten Oosten van Charkow en ten Zui
den van Woronej. De ballon is 48 uur in de
lucht geblevenen heeft 1300 K.M. afgelegd.
De Poolsche ballon „Warschau", met kapi
tein Janusz en Wawszczak, is bij Filonowo, dat
op 240 K.M. ten N-NW van Etalingra-d aan de
spoorlijn naar Borissogljebsk is gelegen, ge
daald. Filonowo ligt aan de rivier Boesoeloek.
De Warschau heeft dus 1500 K.M. afgelegd
De Belgische ballon „Belgica" met E.
Demuyter en L. Cockelbergh, is bij Millerowo
op ongeveer 200 K.M. ten Noorden van
Rostow in het Donezbekken neergekomen. De
Belgica heeft 1400 K.M. afgelegd.
De Fransche ballon „Lorraine" is bij
Smolensk gedaald.
Tot nu toe heeft men nog geen nieuws
ontvangen nopens de Duitsche ballon Erich
Deku en de Poolsche ballon Polonia II.
Nederland totnogtoe op de vierde
plaats.
stand van de race, nadat er elf ballons
zün, luidt als volgt:
„Warschau" (Polen) 1500 K.M.
„Belgica" (België, Demuyter) 1400 K.M.
„Koscioesko" (Polen) 1330 K.M.
„Torun" (Nederland) 970 K.M.
„Maurice Mallett" (Frankrijk) 760 K.M.
„Lorraine" (Frankrijk) 700 K.M.
„Bruxelles" (België) 660 K.M.
„Alfred Hildebrandt" (Duitschl.) 600 K.M.
„U. S. Navy" (Amerika) 600 K.M.
„Zürich III" (Zwitserland) 580 K.M.
„Deutschland" (Duitschland) 560 K.M.
Duitsche Jodenwetten niet van
terugwerkende kracht.
Reeds gesloten huwelijken tusschen Duitsche
Joden en Ariërs zijn geldig.
Op het Duitsche rijksministerie van binnen-
landsche zaken werd den correspondent van
het A.N.P. van bevoegde zijde het volgende
medegedeeld omtrent de uitvoering van de
nieuwe wettelijke bepalingen in zake den
status der Joden in Duitschland:
„De Joden zijn voor ons een vreemd volk
op Duitschen bodem en worden als zoodanig
behandeld. Van Jodenhaat is geen sprake. Wij
willen geen vijandschap met de Joden, maar
streven naar een wettelijke regeling, die tot
draaglijke verhoudingen moet leiden.
De nieuwe bepalingen der huwe
lijkswetgeving zijn niet van terugwer
kende kracht en huwelijken, welke
reeds eerder in binnen- of buitenland
door Duitsche Joden met Ariërs waren
gesloten, zijn dus geldig.
Met de Joodsche vlag wordt in de nieuwe
wetten bedoeld de vlag der zionistische bewe
ging. Deze is blauw;-wit met een Davidsschild
in zwart.
Nadrukkelijk is de wettelijke bescherming
dezer vlag toegezegd.
DE UITLEVERING VAN BERTHOLD JACOB
BERN, 18 September. Inzake de uitleve
ring van Berthold Salomon Jacob wordt nog
gemeld: In het Duitsche memorandum dat
voor 15 September moest worden ingediend bij
het scheidsgerecht is de ontvoering, wat het
wezenlijke gedeelte betreft, erkend waarbij
verklaard werd, dat de Duitsche regeering het
optreden van den bij deze affaire betrokken
ambtenaar, die deswege gestraft is, ten scherp
ste afkeurt. Van Duitsche zijde zijn geen juri
dische bezwaren gemaakt tegen de Zwitser-
sche voorstelling van het geval. Van Zwitser-
sche zijde beschouwt men het uitleveren van
Jacob als een te-eken van goeden wil tegenover
Zwitserland. De chef van het politieke depar
tement en de Bondsraad hebben het toege
juicht, dat deze bevredigende oplossing van
een moeilijk en zeer betreurenswaardig inci
dent mogelijk is gebleken. Men neemt aan,
dat de verdere betrekkingen met Duitschland
hiervan een gunstige uitwerking zullen onder
vinden. Salomon Jacob die reeds te Bazel is
aangekomen is onmiddellijk in arrest gesteld
op grond van het feit, dat hij indertijd hei'
melijk zonder zich aan te melden bij de Zwit-
sersche grenscontrole Zwitserland binnen-
gereisd is en dat hij op Zwitserschen grond
o.a. gepoogd heeft zich te voorzien van valsche
passen. De autoriteiten achten een verdere
aanwezigheid van Jacob op Zwitserschen bo
dem ongewenscht. weshalve gelijk reeds ge
meld is, besloten is hem uit het land te zetten.
AZIE in 1935.
sprek lijken de rollen soms wel te zijn omge
keerd, want de jonge keizer, die groote be
langstelling heeft voor alles, wat er in de we
reld gebeurt, neemt mij als het ware een in
terview af over de verschillende landen, die ik
bezochi heb.
Het. uiterlijk van den keizer is dat van een
gedistingeerden, verstandigen, gevoeligen
jongeman en wekt van het eerste oogenblik
af de volledige sympathie van den bezoeker.
Hoe we) hij zuiver Engelsch spreekt, schrijft
het protocol voor, dat de woorden, die ik tot
hem richt, door den tolk in het Chineesch
vertaald moeten worden. Toch verzuimt de
keizer niet. door een paar uitroepen zijn bij
zondere belangstelling kenbaar te maken voor
eenige détails,die ik hem .in het Engelsch
geef. Wanneer de officieele tolk dezelfde zin
nen in het Chineesch voor hem vertaalt
herhaalt hij op dezelfde plaatsen dezelfde
uitroepen. Het protocol van een vorst heeft
nu eenmaal van dergelijke noodzakelijkheden.
Ais ik Zijne Majesteit vertel, dat ik hem te
Tokio gezien heb, toen ik mij onder de me
nigte bevond, die zijn vertrek na zijn bezoek
aan den mikado aadesloeg. zest de keizer:
De verhouding Japan-Mandsjoekwo.
Door Emile Schreiber.
Als u niet het gevaar wilt loopen een Ja
panner, met wien u een gesprek over Mand-
sjoekwo bent begonnen, te krenken, gebruik
dan nooit de benaming „uw kolonie", zelfs
niet „uw protectoraat". Want alle Japanners
zullen u met stelligheid verzekeren, dat
Mandsjoekwo een volkomen onafhankelijk
land is, dat slechts een verdrag, behelzende
een belangengemeenschap met Tokio getee-
kend heeft.
Dit verdrag, of liever dit verbond, dat van
15 September 1932 dateert, geeft onder den
naam „militair verbond" aan Japan het recht
in het land troepen te stationeeren zoolan<
het noodig is en vertrouwt bovendien den Ja
panners de verdediging van het land toe te
gen iederen aanval van buiten af.
In Azië spelen, meer nog dan in Europa, de
woorden een groote rol, hetgeen blijkt uit het
feit, dat men de benaming .„onafhankelijk"
toepast op een land, waar de legers van een
ander volk een vast verblijf hebben. Het ziet
er naar uit, dat de andere naties zich nog niet
met deze verandering kunnen vereenigen,
want geen enkel land, San Salvador uitgezon
derd, heeft tot nu toe den nieuwen staat of
ficieel erkend.
Het is overigens niet zeker of Japan er in
den grond van de zaak naar verlangt de er
kenning van den staat Mandsjoekwo verwe
zenlijkt te zien, want dit zal tevens een diplo
matieke en vooral consulaire vertegenwoordi
ging van de andere volkeren noodzakelijk ma
ken. Op deze wijze zou Japan haar huidige
positie ten opzichte van Mandsjoekwo verlie
zen en niet langer het eenige land zijn, dat
met den nieuwen staat betrekkingen onder
houdt. Waar het principe van de open deur
bij het protocol voor alle naties erkend is, zou
den nieuwe verhoudingen aan anderen de ge
legenheid geven zich eenigen 'invloed in de
zaken van het land te verschaffen.
Hoe het ook zij, het lijkt ons niet ge-
wenscht, waar Mandsioekwo zichzelf onaf
hankelijk verklaard heeft en Japan de juist
heid van die bewering bevestigt, ons nog im-
perialistischer te betooneix dan keizer Kang-
Teh, wiens geschiedenis van voldoende belang
is om in enkele woorden in de herinnering te
worden teruggeroepen.
Keizer Kang-Teh, die nu dertig jaar wordt,
heeft, ondanks zijn jeugdigen leeftijd, reeds
een buitengewoon bewogen leven achter den
rug.
Twee jaar oud bestijgt hij te Peking den
troon van zijn Mandsjoerijsche voorvaderen
als keizer van China. Als hij zeven jaar oud is
dwingt de Chineesche revolutie h-ern afstand
van den troon te doen. Op twaalfjarigen leef
tijd wordt hij gedurende dertig dagen als kei-
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC.
Even staat de booze toovenaar besluiteloos. Maar langen tijd om te
beraadslagen gunt hij zich niet. Hij vindt het 't beste om den vluch
teling maar achterna te zetten. Thijs mag hem in geen geval
ontkomen
De flesch zet hij maar weer op de tafel om zich sneller te kunnen
voortbewegen. Dan rent hij dezelfde gang in, die hij Thijs heeft zien
binnengaan.
Zoo vliegen dus die twee als razenden achter elkaar het toover-
paleis door.
zer gerestaureerd, n.l. in den loop van het zes
de jaar sedert de vestiging van de republiek.
Op zeven tienjarigen leeftijd treedt hij in
het huwelijk; hij leeft vrij in zijn paleis, dat
hij echter niet mag verlaten, te Peking, de
zelfde stad waar de president van de republiek
resideert.
Als hij negentien jaar oud is breekt er bur
geroorlog in het land uit, legers dreigen Pe
king te bezetten, hij verlaat het paleis en
neemt d-e wijk naar de Japansche legatie.
Eenige maanden later komt hij in vermom
ming te Hsingking aan en vandaar vertrekt
hij naar Japan, waar hij aan de Japansche
school voor krijgskunde militaire cursussen
volgt.
Zonder twijfel hadden de leidende figuren
in Japan van dat tijdstip af bedoelingen met
hem voor, die later verwezenlijkt zijn. Want in
Keizer Kang-Teh van Mandsjoekwo.
November 1931 keert Poe-Nji, zooals hij zich
toen noemde, terug naar Mandsjoekwo, het
land van zijn voorvaderen, de Mandsjoe-kei-
zers, die vele eeuwen over China hebben gere
geerd en aanvaardt in Maart 1932 den titel
van staatspresident.
Verleden jaar Maart nam Poe-Nji onder
den naam Kang-Teh den titel van keizer aan.
Vele Europeanen, die in Japan of in Mand
sjoekwo leven, zijn er van overtuigd, dat het
hier niet bij zal blijven, maar dat het uitein
delijk doel van Japan is hem eens op den
troon te Peking te herstellen. Maar wie zal
met zekerheid durven beweren, dat hij op de
hoogte is met d-e geheime plannen van de Ja
pansche politiek en de duistere toekomst van
Azië kan voorspellen?
Het is dus in zijn nieuwe hoofdstad Hsing
king het vroegere Sjantoeng waar keizer
Kang-Teh thans resideert.
In hotel Yamato te Hsingking verneem ik
door middel van een telefoongesprek met het
Mandsjoerijsche ministerie van buitenland-
sche zaken, dat de keizer mij den volgenden
morgen in audiëntie zal ontvangen. Tegen den
middag komen de officieele tolken, een Japan
ner en een Chinees, mij op de hoogte stellen
met het ceremonieel van het bezoek en ik stel
mij ai voor, met de verhalen van vroegere
audiënties voor den geest, hoe ik daar den
volgenden dag tusschen die twee functionaris
sen zal zitten; de Chinees, die mijn woorden
vertaalt en de Japanner, die er naar luistert.
Maar zonder twijfel is er het een en ander
veranderd sinds het recente bezoek van den
keizer van Mandsjoekwo aan den keizer van
Japan, want alleen de Chineesche tolk zal mij
naar de keizerlijke audiëntie vergezellen in
het tijdelijke paleis, dat meer op een school
lijkt dan op een paleis, waardig voor een af
stammeling van de Mandsjoekeizers.
In zijn kleine werkkamer, in het zwart ge
kleed en staande voor zijn fauteuil, hoort Z.M.
Kang-Teh de enkele woorden van dank en
eerbetoon aan, die ik in het Engelsch volgens
het gebruik tot hem richt.
Daarna noodigt de keizer mij uit tegenover
hem plaats te nemen. Het onderhoud duurt
langer dan een half uur en tijdens het ge
De keizerin van Mandsjoekwo.
„Dergelijke bezoeken van vorsten onderling
komen in Europa dikwijls voor. In Azië had
zoo'n gebeurtenis zich nog nooit voorge
daan en u zult begrijpen van welk historisch
belang deze ontmoeting voor de toekomst van
beide land-en is."
De keizer verklaart zich overigens enthou
siast over deze reis en de wonderbaarlijke ont
vangst, die hem en zijn gevolg in Japan ten
deel zijn gevallen.
Voordat hij het onderhoud beëindigt belt
de keizer met charmanten eenvoud zijn ka
merheer en vraagt dezen om een van zijn fo
tografieën, welke hij mij, na er zijn handtee-
kening op gezet te hebben, aanbiedt.
Na afscheid van Zijne Majesteit genomen te
hebben volgens een lastig ceremonieel, dat
van den bezoeker verlangt, dat hij zich
achterwaarts loopende verwijdert, loopen we
door de galerij', die voor wachtzaal dient en
waar, evenals in de paleizen van alle staats
hoofden, een groot aantal bezoekers, hooge
functionarissen en diplomaten hun beurt
voor de audiëntie staan af te wachten.
Het kabinet van Mandsjoekwo.
Ons verblijf te Hsingking valt samen met
een wijziging in het ministerie, waarvoor als
officieele oorzaak wordt opgegeven de nood
zakelijkheid de regeering een verjongingskuur
te doen ondergaan. Ik ben dus een bezoek
gaan brengen aan generaal Tsjang Tsjing
Hui, den nieuwen president van den minister
raad. Ik werd bij hem gebracht door zijn Ja-
panschen vice-minister (iedere Mandsjoerij
sche minister heeft naast zich een Japan-
schen vice-minister, die, al moge hij in titel
de mindere zijn, in bevoegdheid op z'n minst
met hem gelijk staat). De generaal is in een
lang Chineesch kleed gestoken en laat mij
zeggen, dat hij geen enkele vreemde taal
spreekt.
Ik heb den indruk, dat hij zich. in tegen
stelling met den keizer, aan mogelijke onge
mak-ken van een te precies onderhoud wenscht
te onttrekken.
De nieuwe Mandsjoe-minister van openbare
voorlichting is nog erg jong nauwelijks de
dertig gepasseerd. Hij ver-telt mij met char
mante naïveteit, dat hij, waar hij voor de
eerste maal in zijn leven minister is, niet weet
hoe hij een vreemden journalist moet ont
vangen en nog minder, wat hij hem moet
zeggen. Hij verzoekt nu daarom eenvoudig een
kop thee te willen aannemen als bewijs van
de sympathie, die hij me wenscht te betuigen.
Generaal Minami, die Japansch gezant en
tegelijk commandant van de Japansche le
gers in Mandsjoekwo is, ontvangt mij met
het kennelijke verlangen mijn nieuwsgierig
heid te bevredigen.
Generaal Minami heeft zijn haar naar
Duitsche trant afgeschoren. De generaal
brengt mij voor' een kaart van Mandsjoekwo
en stelt me, heel openhartig, op de hoogte met
de toekomstige operaties tegen de nog niet
onderworpen Mandsjoerijsche bandieten, die
zich vooral ophouden in de bergachtige stre
ken ten oosten van Dairen en ten noord
oosten van Hsingking.
„Hun aantal" vertelt hij mij, „vermindert
al meer en meer, evenals onze verliezen. In
1932 werden tweeduizend van onze soldaten
door hen gedood, in 1934 tweehonderd en in
1935 niet meer dan twintig.
De activiteit der bandieten doet zich vooral
gelden in den zomer, in het bijzonder wan
neer als gevolg van de droogheid de oogst
slecht is geweest en niet voldoende om de be
volking van voedsel te voorizen. Zooals de
wolven het bosch verlaten, zoo komen, de
vroeger soldaten van het Mandsjoerijsche
leger, die nog over hun geweren en soms zelfs
over mitrailleurs beschikken, uit de bergen
om de bevolking en de reizigers te berooven.
Zij zijn er nog ten getale van 25.000, dik
wijls gesteund door Chineesche of Koreaan-
sche communisten.
Tezamen met de Japanners hebben de
Mandsjoes corpsen gevormd ter bescherming
van de bevolking.
Bijna 10.000 Mandsjoes zijn op deze wijze
aangeworven, niet alleen om eventueel op te
trekken, maar ook om de Japanners op de
hoogte te houden met de bewegingen der ban
dieten.
Al naar mate men er in zal slagen de op
brengst van den landbouw verder op te voe
ren zal het kwaad in omvang afnemen, om
dat den bandieten op deze wijze normale mid
delen van bestaan kunnen worden verzekerd.
Zoodat er reden is om te gelooven, dart; het
banditisme over enkele jaren tot het verleden
en tot de geschiedenis is gaan behooren.
.(Nadruk verboden)',