UIT HET BUITENLAND Een onderhoud met het belangrijkste nieuws THIJS IJS IN HET DAL DER NEVELS DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1935 Italië schrijft een vijfproeentsleening uit. „Ter bestrijding van de kosten van de verdediging der koloniën". Ver hooging der belastingen. De Britsche „homefleet" bijna in haar geheel in de Middellandsche Zee. 'óe ministerraad heeft Woensdag besloten een vijfpi'ocentsleening uit te schrijven ter Lctriiding van de kosten van „de verdediging koloniën in Oost-Afrika". Deze leening is vrijgesteld van iedere tegen woordige of toekomstige belasting. De koers van "uitgifte bedraagt 95. Ten einde de houders van 3V2% rentende stukken te animeer en, is besloten dat deze stukken voor de inschrijving zullen worden .■„„gjfopvrt tegen 80% van de nominale lire- ^De leening zal worden geplaatst door een consortium onder leiding van den gouverneur van de Banca d'Italia. De datum van inschrijving zal later worden bekend gemaakt. De ministerraad heeft voorts maatregelen genomen, welke betrekking hebben op een om zetbelasting, inkomstenbelasting, een belas- tin0, op het transport van goederen per auto en een belasting op de spoorwegtarieven. Door deze maatregelen zal het de regeering mogelijk zijn de ontvangsten te vermeerderen en het begrootingstekort aanzienlijk te ver minderen. Te zijner tijd zal dan een sluitende begrooting kunnen worden verwacht. Verklaard wordt, dat de opofferingen, welke men een jaar geleden niet heeft kunnen vra gen thans wèl gevraagd kunnen worden we gens de verminderde werkloosheid, de hervat- tin0, van de activiteit van handel en industrie, en de verbetering van de situatie in den land bouw hetzij door overvloedige oogsten, hetzij door het pr, sniveau. Woensdag is voorts goedgekeurd een decreet, dat voorziet in den aanleg en aanvulling van voorraden vloeibare brandstof voor de be hoeften der marine, waarvoor een crediet van 337 millioen Lire zal worden verleend op de marinebegrooting voor het tijdvak 1935/'42. ENGELAND. Uèt bericht dat het grootste gedeelte der Britsche thuisvloot te Gibraltar zou zijn aan gekomen, wordt naar Reuter verneemt, te Lon den bevestigd noch ontkend. Men gelooft dat de Admiraliteit een nadere mededeeling zal doen, waarin de bewegingen der vloot waarschijnlijk als normaal zullen worden voorgesteld. In verband hiermede herinnert men eraan, dat de thuisvloot in de Schotsche wateren manoeuvres had moeten houden. Haar aan wezigheid te Gibraltar is echter in verband met het Italiaansch-Abessynische geschil van zekere beteekenis. Nader wordt gemeld dat de publicatie der telegrammen uit Gibraltar over de aankomst van het grootste deel der thuisvloot. in Engel- sche politieke kringen verrassing heeft ge wekt. Er wordt de grootste geheimhouding betracht ten aanzien van de bewegingen van dit. eskader, dat, naar voorgegeven werd, voor de jaar lij ksche manoeuvres naar Schotland was vertrokken. Volgens berichten uit de Middellandsche Zeehavens zijn de eenheden der thuisvloot, die in de Middellandsche Zee zijn samengetrok ken, de „Bahran", het vliegtuigmoederschip „Courageous", de slagkruisers „Hood" en „Renown" van het eerste eskader, voorts het tweede eskader kruisers, behalve het admi raalschip- „Le,ander", dat gerepareerd wordt, en zes vaartuigen behoorende tot het zesd'ë fiotille torpedojagers. Maandag waren hoven- dien reeds vier torpedojagers van de thuis vloot te Gibraltar aangekomen, namelijk de „Viceroy", „Vega", „Valorious" en „Venetia". Vrijwel de geheele „homefleet" zou derhalve thans in de Middellandsche Zee zijn- gecon centreerd. Vliegtuigen kruisen geregeld in de omge ving van Gibraltar. Te Algeciras verwachtte men een Spaansch vliegtuig-eskader, dat belast zou worden met de bewaking van de Straat van Gibraltar en de Spaansche kusten. Engeland. Lord Ponsonby afgetreden als Labourleider in het Hoogerhuis De leider der Labour-fractie in het Hooger huis, Lord Ponsonby, is plotseling en onver wacht afgetreden. In een brief aan de partij leiding motiveert hij zijn ontslag aldus, dat bij_ het in de belangrijkste vraagstukken der buibenlandsche politiek en in de kwestie van de houding der Labour Party ten aanzien van het Abessynische conflict niet meer met de partij eens was. In het algemeen meent men echter de di recte aanleiding tot het aftreden van Ponson by te zien in het feit, dat hij evenals de partij leider Lansbury de toepassing van geweld onder alle omstandigheden veroordeelt, ter wijl de meerderheid van de partijleiding voor stander is van het nemen van sanctiemaatre gelen tegen Mussolini onder leiding van den volkenbond. Het aftreden van Ponsonby heeft in Labour- hnngen groot opzien gebaard. Het bestuur der Labour Party is Donderdag a.s. bijeengeroepen een buitengewone zitting. (A.N.P.) Joegoslavië. Oud-premier Marinkowitsj overleden. De gewezen premier en minister van buiten- iandsche Zaken van Joegoslavië, Marinko witsj, is gisteren na een langdurige ziekte li den ouderdom van 59 jaar overleden. Marinkowitsj heeft van verscheidene mi nisteries deel uitgemaakt. In April 1932 vormde hij een kabinet dat slechts enkele baanden aan het bewind bleef. Gemève. Italië zal de volgende week op het commissierapport antwoorden. heerschte gisteravond te Genève een remming van onzekerheid en bezorgdheid; vheemt algemeen aan, dat Abessynië de orstellen van de commissie van vijf, die door Madariaga aan de gedelegeerden der beide partijen zijn medegedeeld, zal aan vaarden, doch dat Italië zich er niet mee zal vereenigen. De Italiaansche delegatie heeft naar men meent drie dagen uitstel gevraagd in ver band met den kabinetsraad van Zaterdag. Het antwoord van Abessynië en Italië op het rapport der commissie is derhalve niet voor het begin van de volgende week te verwach ten. Laval schijnt Aloisi te heibben verzocht naar Rome te gaan en het oordeel van Mus solini persoonlijk te vragen; het is nóg niet zeker of Aloisi dit zal doen. (Reuter). Arbeiderspartij onderschrijft het Belgische standpunt te Genève. De algemeene raad van de Belgische arbei derspartij, heeft, naar Reuter uit Brussel meldt, in een door alle socialistische ministers bijgewoonde vergadering met algemeene stem men een resolutie aangenomen, waarin sym pathie wordt betuigd met het Italiaansche volk, eveneens met alle andere volken, die door het fascisme worden onderdrukt en be dreigd. De algemeene raad wênscht den chef der regeering geluk, omdat hij te Genève, als de getrouwe vertolker van de gevoelens van het Jand, heeft verklaard, dat België in het con flict, waarbij de vitale Volkenbond-beginselen op het spel staan, zijn verplichtingen tot het uiterste zou nakomen, en ten volle zijn deel zou aanvaarden van de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid De „Torun" gedaald. Na hemelsbreed een afstand van 970 K.M. te hebben afgelegd. Uit Warschau wordt gemeld, dat de in Polen vervaardigde „Torun" met de Nederlandsche bemanning be staande uit de heeren M. te Bosch, als balloncommandant, en J. E. van Tijen als assistent-bestuurder,' Dins dagmorgen is gedaald bij het dorp Sina, dat tusschen Moskou en Lenin grad is gelegen .in' de. buurt van de stad Bologeje, een afstand van naar schatting 1100 K.M. van Warschau. De Torun heeft hemelsbreed een afstand afgelegd van 970 K.M. Volgens verder te Warschau, ontvangen "be richten is Maandag een Poolsche ballon, de „Koscioeszko" geland. De ballon landde om 4.50 uur des middag bij het plaatsje Nowo- bielaya ten Oosten van Charkow en ten Zui den van Woronej. De ballon is 48 uur in de lucht geblevenen heeft 1300 K.M. afgelegd. De Poolsche ballon „Warschau", met kapi tein Janusz en Wawszczak, is bij Filonowo, dat op 240 K.M. ten N-NW van Etalingra-d aan de spoorlijn naar Borissogljebsk is gelegen, ge daald. Filonowo ligt aan de rivier Boesoeloek. De Warschau heeft dus 1500 K.M. afgelegd De Belgische ballon „Belgica" met E. Demuyter en L. Cockelbergh, is bij Millerowo op ongeveer 200 K.M. ten Noorden van Rostow in het Donezbekken neergekomen. De Belgica heeft 1400 K.M. afgelegd. De Fransche ballon „Lorraine" is bij Smolensk gedaald. Tot nu toe heeft men nog geen nieuws ontvangen nopens de Duitsche ballon Erich Deku en de Poolsche ballon Polonia II. Nederland totnogtoe op de vierde plaats. stand van de race, nadat er elf ballons zün, luidt als volgt: „Warschau" (Polen) 1500 K.M. „Belgica" (België, Demuyter) 1400 K.M. „Koscioesko" (Polen) 1330 K.M. „Torun" (Nederland) 970 K.M. „Maurice Mallett" (Frankrijk) 760 K.M. „Lorraine" (Frankrijk) 700 K.M. „Bruxelles" (België) 660 K.M. „Alfred Hildebrandt" (Duitschl.) 600 K.M. „U. S. Navy" (Amerika) 600 K.M. „Zürich III" (Zwitserland) 580 K.M. „Deutschland" (Duitschland) 560 K.M. Duitsche Jodenwetten niet van terugwerkende kracht. Reeds gesloten huwelijken tusschen Duitsche Joden en Ariërs zijn geldig. Op het Duitsche rijksministerie van binnen- landsche zaken werd den correspondent van het A.N.P. van bevoegde zijde het volgende medegedeeld omtrent de uitvoering van de nieuwe wettelijke bepalingen in zake den status der Joden in Duitschland: „De Joden zijn voor ons een vreemd volk op Duitschen bodem en worden als zoodanig behandeld. Van Jodenhaat is geen sprake. Wij willen geen vijandschap met de Joden, maar streven naar een wettelijke regeling, die tot draaglijke verhoudingen moet leiden. De nieuwe bepalingen der huwe lijkswetgeving zijn niet van terugwer kende kracht en huwelijken, welke reeds eerder in binnen- of buitenland door Duitsche Joden met Ariërs waren gesloten, zijn dus geldig. Met de Joodsche vlag wordt in de nieuwe wetten bedoeld de vlag der zionistische bewe ging. Deze is blauw;-wit met een Davidsschild in zwart. Nadrukkelijk is de wettelijke bescherming dezer vlag toegezegd. DE UITLEVERING VAN BERTHOLD JACOB BERN, 18 September. Inzake de uitleve ring van Berthold Salomon Jacob wordt nog gemeld: In het Duitsche memorandum dat voor 15 September moest worden ingediend bij het scheidsgerecht is de ontvoering, wat het wezenlijke gedeelte betreft, erkend waarbij verklaard werd, dat de Duitsche regeering het optreden van den bij deze affaire betrokken ambtenaar, die deswege gestraft is, ten scherp ste afkeurt. Van Duitsche zijde zijn geen juri dische bezwaren gemaakt tegen de Zwitser- sche voorstelling van het geval. Van Zwitser- sche zijde beschouwt men het uitleveren van Jacob als een te-eken van goeden wil tegenover Zwitserland. De chef van het politieke depar tement en de Bondsraad hebben het toege juicht, dat deze bevredigende oplossing van een moeilijk en zeer betreurenswaardig inci dent mogelijk is gebleken. Men neemt aan, dat de verdere betrekkingen met Duitschland hiervan een gunstige uitwerking zullen onder vinden. Salomon Jacob die reeds te Bazel is aangekomen is onmiddellijk in arrest gesteld op grond van het feit, dat hij indertijd hei' melijk zonder zich aan te melden bij de Zwit- sersche grenscontrole Zwitserland binnen- gereisd is en dat hij op Zwitserschen grond o.a. gepoogd heeft zich te voorzien van valsche passen. De autoriteiten achten een verdere aanwezigheid van Jacob op Zwitserschen bo dem ongewenscht. weshalve gelijk reeds ge meld is, besloten is hem uit het land te zetten. AZIE in 1935. sprek lijken de rollen soms wel te zijn omge keerd, want de jonge keizer, die groote be langstelling heeft voor alles, wat er in de we reld gebeurt, neemt mij als het ware een in terview af over de verschillende landen, die ik bezochi heb. Het. uiterlijk van den keizer is dat van een gedistingeerden, verstandigen, gevoeligen jongeman en wekt van het eerste oogenblik af de volledige sympathie van den bezoeker. Hoe we) hij zuiver Engelsch spreekt, schrijft het protocol voor, dat de woorden, die ik tot hem richt, door den tolk in het Chineesch vertaald moeten worden. Toch verzuimt de keizer niet. door een paar uitroepen zijn bij zondere belangstelling kenbaar te maken voor eenige détails,die ik hem .in het Engelsch geef. Wanneer de officieele tolk dezelfde zin nen in het Chineesch voor hem vertaalt herhaalt hij op dezelfde plaatsen dezelfde uitroepen. Het protocol van een vorst heeft nu eenmaal van dergelijke noodzakelijkheden. Ais ik Zijne Majesteit vertel, dat ik hem te Tokio gezien heb, toen ik mij onder de me nigte bevond, die zijn vertrek na zijn bezoek aan den mikado aadesloeg. zest de keizer: De verhouding Japan-Mandsjoekwo. Door Emile Schreiber. Als u niet het gevaar wilt loopen een Ja panner, met wien u een gesprek over Mand- sjoekwo bent begonnen, te krenken, gebruik dan nooit de benaming „uw kolonie", zelfs niet „uw protectoraat". Want alle Japanners zullen u met stelligheid verzekeren, dat Mandsjoekwo een volkomen onafhankelijk land is, dat slechts een verdrag, behelzende een belangengemeenschap met Tokio getee- kend heeft. Dit verdrag, of liever dit verbond, dat van 15 September 1932 dateert, geeft onder den naam „militair verbond" aan Japan het recht in het land troepen te stationeeren zoolan< het noodig is en vertrouwt bovendien den Ja panners de verdediging van het land toe te gen iederen aanval van buiten af. In Azië spelen, meer nog dan in Europa, de woorden een groote rol, hetgeen blijkt uit het feit, dat men de benaming .„onafhankelijk" toepast op een land, waar de legers van een ander volk een vast verblijf hebben. Het ziet er naar uit, dat de andere naties zich nog niet met deze verandering kunnen vereenigen, want geen enkel land, San Salvador uitgezon derd, heeft tot nu toe den nieuwen staat of ficieel erkend. Het is overigens niet zeker of Japan er in den grond van de zaak naar verlangt de er kenning van den staat Mandsjoekwo verwe zenlijkt te zien, want dit zal tevens een diplo matieke en vooral consulaire vertegenwoordi ging van de andere volkeren noodzakelijk ma ken. Op deze wijze zou Japan haar huidige positie ten opzichte van Mandsjoekwo verlie zen en niet langer het eenige land zijn, dat met den nieuwen staat betrekkingen onder houdt. Waar het principe van de open deur bij het protocol voor alle naties erkend is, zou den nieuwe verhoudingen aan anderen de ge legenheid geven zich eenigen 'invloed in de zaken van het land te verschaffen. Hoe het ook zij, het lijkt ons niet ge- wenscht, waar Mandsioekwo zichzelf onaf hankelijk verklaard heeft en Japan de juist heid van die bewering bevestigt, ons nog im- perialistischer te betooneix dan keizer Kang- Teh, wiens geschiedenis van voldoende belang is om in enkele woorden in de herinnering te worden teruggeroepen. Keizer Kang-Teh, die nu dertig jaar wordt, heeft, ondanks zijn jeugdigen leeftijd, reeds een buitengewoon bewogen leven achter den rug. Twee jaar oud bestijgt hij te Peking den troon van zijn Mandsjoerijsche voorvaderen als keizer van China. Als hij zeven jaar oud is dwingt de Chineesche revolutie h-ern afstand van den troon te doen. Op twaalfjarigen leef tijd wordt hij gedurende dertig dagen als kei- ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Even staat de booze toovenaar besluiteloos. Maar langen tijd om te beraadslagen gunt hij zich niet. Hij vindt het 't beste om den vluch teling maar achterna te zetten. Thijs mag hem in geen geval ontkomen De flesch zet hij maar weer op de tafel om zich sneller te kunnen voortbewegen. Dan rent hij dezelfde gang in, die hij Thijs heeft zien binnengaan. Zoo vliegen dus die twee als razenden achter elkaar het toover- paleis door. zer gerestaureerd, n.l. in den loop van het zes de jaar sedert de vestiging van de republiek. Op zeven tienjarigen leeftijd treedt hij in het huwelijk; hij leeft vrij in zijn paleis, dat hij echter niet mag verlaten, te Peking, de zelfde stad waar de president van de republiek resideert. Als hij negentien jaar oud is breekt er bur geroorlog in het land uit, legers dreigen Pe king te bezetten, hij verlaat het paleis en neemt d-e wijk naar de Japansche legatie. Eenige maanden later komt hij in vermom ming te Hsingking aan en vandaar vertrekt hij naar Japan, waar hij aan de Japansche school voor krijgskunde militaire cursussen volgt. Zonder twijfel hadden de leidende figuren in Japan van dat tijdstip af bedoelingen met hem voor, die later verwezenlijkt zijn. Want in Keizer Kang-Teh van Mandsjoekwo. November 1931 keert Poe-Nji, zooals hij zich toen noemde, terug naar Mandsjoekwo, het land van zijn voorvaderen, de Mandsjoe-kei- zers, die vele eeuwen over China hebben gere geerd en aanvaardt in Maart 1932 den titel van staatspresident. Verleden jaar Maart nam Poe-Nji onder den naam Kang-Teh den titel van keizer aan. Vele Europeanen, die in Japan of in Mand sjoekwo leven, zijn er van overtuigd, dat het hier niet bij zal blijven, maar dat het uitein delijk doel van Japan is hem eens op den troon te Peking te herstellen. Maar wie zal met zekerheid durven beweren, dat hij op de hoogte is met d-e geheime plannen van de Ja pansche politiek en de duistere toekomst van Azië kan voorspellen? Het is dus in zijn nieuwe hoofdstad Hsing king het vroegere Sjantoeng waar keizer Kang-Teh thans resideert. In hotel Yamato te Hsingking verneem ik door middel van een telefoongesprek met het Mandsjoerijsche ministerie van buitenland- sche zaken, dat de keizer mij den volgenden morgen in audiëntie zal ontvangen. Tegen den middag komen de officieele tolken, een Japan ner en een Chinees, mij op de hoogte stellen met het ceremonieel van het bezoek en ik stel mij ai voor, met de verhalen van vroegere audiënties voor den geest, hoe ik daar den volgenden dag tusschen die twee functionaris sen zal zitten; de Chinees, die mijn woorden vertaalt en de Japanner, die er naar luistert. Maar zonder twijfel is er het een en ander veranderd sinds het recente bezoek van den keizer van Mandsjoekwo aan den keizer van Japan, want alleen de Chineesche tolk zal mij naar de keizerlijke audiëntie vergezellen in het tijdelijke paleis, dat meer op een school lijkt dan op een paleis, waardig voor een af stammeling van de Mandsjoekeizers. In zijn kleine werkkamer, in het zwart ge kleed en staande voor zijn fauteuil, hoort Z.M. Kang-Teh de enkele woorden van dank en eerbetoon aan, die ik in het Engelsch volgens het gebruik tot hem richt. Daarna noodigt de keizer mij uit tegenover hem plaats te nemen. Het onderhoud duurt langer dan een half uur en tijdens het ge De keizerin van Mandsjoekwo. „Dergelijke bezoeken van vorsten onderling komen in Europa dikwijls voor. In Azië had zoo'n gebeurtenis zich nog nooit voorge daan en u zult begrijpen van welk historisch belang deze ontmoeting voor de toekomst van beide land-en is." De keizer verklaart zich overigens enthou siast over deze reis en de wonderbaarlijke ont vangst, die hem en zijn gevolg in Japan ten deel zijn gevallen. Voordat hij het onderhoud beëindigt belt de keizer met charmanten eenvoud zijn ka merheer en vraagt dezen om een van zijn fo tografieën, welke hij mij, na er zijn handtee- kening op gezet te hebben, aanbiedt. Na afscheid van Zijne Majesteit genomen te hebben volgens een lastig ceremonieel, dat van den bezoeker verlangt, dat hij zich achterwaarts loopende verwijdert, loopen we door de galerij', die voor wachtzaal dient en waar, evenals in de paleizen van alle staats hoofden, een groot aantal bezoekers, hooge functionarissen en diplomaten hun beurt voor de audiëntie staan af te wachten. Het kabinet van Mandsjoekwo. Ons verblijf te Hsingking valt samen met een wijziging in het ministerie, waarvoor als officieele oorzaak wordt opgegeven de nood zakelijkheid de regeering een verjongingskuur te doen ondergaan. Ik ben dus een bezoek gaan brengen aan generaal Tsjang Tsjing Hui, den nieuwen president van den minister raad. Ik werd bij hem gebracht door zijn Ja- panschen vice-minister (iedere Mandsjoerij sche minister heeft naast zich een Japan- schen vice-minister, die, al moge hij in titel de mindere zijn, in bevoegdheid op z'n minst met hem gelijk staat). De generaal is in een lang Chineesch kleed gestoken en laat mij zeggen, dat hij geen enkele vreemde taal spreekt. Ik heb den indruk, dat hij zich. in tegen stelling met den keizer, aan mogelijke onge mak-ken van een te precies onderhoud wenscht te onttrekken. De nieuwe Mandsjoe-minister van openbare voorlichting is nog erg jong nauwelijks de dertig gepasseerd. Hij ver-telt mij met char mante naïveteit, dat hij, waar hij voor de eerste maal in zijn leven minister is, niet weet hoe hij een vreemden journalist moet ont vangen en nog minder, wat hij hem moet zeggen. Hij verzoekt nu daarom eenvoudig een kop thee te willen aannemen als bewijs van de sympathie, die hij me wenscht te betuigen. Generaal Minami, die Japansch gezant en tegelijk commandant van de Japansche le gers in Mandsjoekwo is, ontvangt mij met het kennelijke verlangen mijn nieuwsgierig heid te bevredigen. Generaal Minami heeft zijn haar naar Duitsche trant afgeschoren. De generaal brengt mij voor' een kaart van Mandsjoekwo en stelt me, heel openhartig, op de hoogte met de toekomstige operaties tegen de nog niet onderworpen Mandsjoerijsche bandieten, die zich vooral ophouden in de bergachtige stre ken ten oosten van Dairen en ten noord oosten van Hsingking. „Hun aantal" vertelt hij mij, „vermindert al meer en meer, evenals onze verliezen. In 1932 werden tweeduizend van onze soldaten door hen gedood, in 1934 tweehonderd en in 1935 niet meer dan twintig. De activiteit der bandieten doet zich vooral gelden in den zomer, in het bijzonder wan neer als gevolg van de droogheid de oogst slecht is geweest en niet voldoende om de be volking van voedsel te voorizen. Zooals de wolven het bosch verlaten, zoo komen, de vroeger soldaten van het Mandsjoerijsche leger, die nog over hun geweren en soms zelfs over mitrailleurs beschikken, uit de bergen om de bevolking en de reizigers te berooven. Zij zijn er nog ten getale van 25.000, dik wijls gesteund door Chineesche of Koreaan- sche communisten. Tezamen met de Japanners hebben de Mandsjoes corpsen gevormd ter bescherming van de bevolking. Bijna 10.000 Mandsjoes zijn op deze wijze aangeworven, niet alleen om eventueel op te trekken, maar ook om de Japanners op de hoogte te houden met de bewegingen der ban dieten. Al naar mate men er in zal slagen de op brengst van den landbouw verder op te voe ren zal het kwaad in omvang afnemen, om dat den bandieten op deze wijze normale mid delen van bestaan kunnen worden verzekerd. Zoodat er reden is om te gelooven, dart; het banditisme over enkele jaren tot het verleden en tot de geschiedenis is gaan behooren. .(Nadruk verboden)',

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 3