Dr. Colijn sprak op verzoenenden toon
Haarlems Kunstschatten.
WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1935
TWEEDE KAMER
Kansen voor het kabinet gunstig?
Devaluatie kan worden
voorkomen.
Mits men rustig blijft.
DEN HAAG Dinsdag.
Op het Binnenhof de noodige belangstelling
en binnen de vergaderzaal ook een vrij goede
opkomst. Dit alles getuigde van interesse voor
de dingen, die komen zouden. En wel bovenal
voor. de door den Premier voort te zetten, eind
Juli/afgebroken, rede.
Dr. Colijn.
1 Dr. Colijn begon met de beantwoording van
de twee maanden geleden in tweede ter
mijn gemaakte opmerkingen. Allereerst dan
de toen door Prof. Aalberse gestelde vraag i,z.
maatregelen tot stuiting van executies. In
verband met den in den allerlaatsten tijd als
gevolg van zekere financieele onrust voorge
komen opzegging van hypotheken en toepas
sing van executies, is de Regeering bereid om
maatregelen te gaan treffen tot stuiting van
onredelijke executies. Deze zullen ongeveer
overeenstemmen met wat in dit opzicht reeds
geschiedt t.o.v. executie-stuiting in verband
met landbouwhypotheken.
Na vervolgens ook nog even over het capi-
tulantehstelsel gesproken te hebben, kwam
de Minister-President tot de hoofdzaak: de
vèrhoüd'ing tusschen kabinet en Kamer, en
dan speciaal die tot de crit-iseerende R.K.
fractie. Dat de Regeering hierdoor in te ge
prikkelde stemming verkeerde, was z.i. een op
'n ernstig misverstand berustende meening.
De heer Aalberse had 'n drietal punten (han
delspolitiek, industrialisatie en verlaging van
woninghuren) aangegeven, die er op wezen,
dat 't kabinet achteraf de katholieke kritiek
juist had geacht. De Regeering was volgens
hem te dien aanzien dufs .wan koers veranderd.
Indien dit al zoo ware aldus de Premier
dan getuigde dit toch juist" van bereidheid om
naar kritiek te luisterenden niet van .een daar
tegenover aangenomen verstoofde houding.
Dr. Coliin trachtte thans duidelijk te maken,
dat er van koerswijziging van eenïgszins wis-
pelturigen aard geen sprake was geweest.
Instantelijk verzocht de Minister de Kanier
vooral niet te gelooven, dat de Regeering op
't punt der industrialisatie wënscht stil te
staan, ook al meende zij herhaaldelijk tegen
de gevaren van overdrijving te moeten waar
schuwen. „Toen in mijn vorige Kabinet (ge
lach!) 'n vacature aan Economische Zaken
kwam vond ik 't juist 't beste om naar iemand
te zoeken die t.o.v. industrialisatiekansen wer
kelijk geloof koestert. En toen ik dit kabinet
moest vormen, heb ik terstond aan Prof.
Gelissen's verzoek gevolg gegeven hem alle
gelegenheid te schenken, dank zij 'n andere
departementale indeeling, zijn krachten op
het stuk van industrialisatie te concentree-
ALs volstrekt onjuist wees de Minis
ter de' vroeger door Ir. Albarda ver
kondigde opvatting van de hand, als
zou in de praktijk Prof. Gelissen bij
de rest van het kabinet tenslotte toch
geen -voldoenden steun voor z'n plan
nen ontmoeten. De gewijzigde depar
tementale indeeling èn het binnen
énkele weken in te dienen wetsont
werp tot financiering van verdere in
dustrialisatie wijzen op 't tegendeel.
Maar nogeensmen hoede zich voor al
te schoone' verwachtingen en bedenke, dat
het noodige kapitaal ter beschikking zal moe-
ten worden gesteld, dat hetgeen men gaat on
dernemen rendabel dient te wezen en dat te
letten valt op de noodzakelijkheid den uitvoer
niet al te zeer te doen afnemen, want dan
krijgt men alleen verplaatsing van werkloos
heid. „Hoofd voor hoofd staan alle Ministers
aan Prof. Gelissen's zijde". Maar het Kabinet
acht het tevens plicht het volk in dit opzicht j
geen gouden bergen te beloven.
Gaven bezuinigingsontwerp en voorstel i,z.
vaste lasten voldoende zekerheid voor het in j
evenwicht brengen van productiekosten en
prijzen? „Mij spijt het zoo gaf Dr. Colijn
te verstaan dat ik Prof. Aalberse bij de
beantwoording dezer vraag in Juli niet heb
bevredigd. Ik kan er echter niet veel aan
toevoegen en bepaal me tot de volgende ver
klaring.
Ondanks den vasten wil der Re
geering om de muntpariteit zoolang
maar eenigszins mogelijk te hand
haven, ware devaluatie moeilijk to
voorkomen indien het Ncderlandsche
publiek met zijn geld in 't buiten
land ging vluchten. Blijft 't publiek
echter rustig, dan zal devaluatie,
geheel onvoorziene omstandigheden
natuurlijk daargelaten, ongetwijfeld
kunnen uitblijven.
Aangenomen, dat door devaluatie het pro
bleem' der 'vaste lasten eenvoudiger zou wor
den, zou men met de grondstoffen weer in
een moeilijker parket komen en nu maken
deze een grooter deel uit van de productie-
kosten dan de vaste lasten. M.a.w. het nadeel
ware toch grooter dan het voordeel.
Onjuist en verwarring stichtend is de wel
in de Kamer gemaakte tegenstelling tus
schen devaluatie en consequente deflatie.
Devaluatie geeft voor geen enkel probleem
een blijvende oplossing en dus ook niet door
dat van aanpassing tusschen kosten, lasten
en prijzen.
Het systeem Brüning bevatte niet aantas
ting der hoofdsommen, wel echter van con
tractueel vastgestelde salarissen en ioonen.
Toepassing van het stelsel-Brür.ing op het
gebied der rente. nl. verlaging van deze over
de geheele linie is hier niet noodig. Voor zoo
ver z-ij zich boven het redelijke beweegt bij
wijze van uitzondering, is het Kabinet be
reid de rente redelijk te maken.
In overleg met de Kamer wil hij ook wel
tot huurverlaging komen. Wat daarentegen
gedwóngen ingrijpen in loonen en salarissen
aangaat, de Regeering acht dat niet aanbe
velenswaardig. De Kamer evenmin. Voorts
merkte de Premier op, dat voor aantasting
van de hoofdsommen eerst Grondwetswijzi
ging noodig ware.
Dr. Colijn kwam thans op de zes door Prof.
Aalberse in Juli op den voorgrond geplaatste
stellingen, waarvan er onmiddellijk twee wa
ren, die het Kabinet ten volle onderschreef.
Wat den wensch aangaat om het contingen-
teexingsstesel door iets anders tariefsver-
hooging) te vervangen, de Regeering is in
derdaad bereid te onderzoeken of het niet
mogelijk is in de plaats van het praktisch
bijkans niet meer te hanteeren contingentee-
ring-sapparaat tot heffingen aan de grens'
over te gaan. Op dit punt ziet de Regeering
dan ook geen onoverkomelijke moeilijkheden
cm overeenstemming met de meerderheid
der Kamer te bereiken.
Lastiger is echter de kwestie der z.gn. con
sequente deflatie, want blijkbaar verstaat
men hieronder het systeem-Brüning plus
aantasting van de hoofdsommen. Dit nu zou
z-ulk een schok op monetair gebied veroor
zaken (met als voornaamste gevolg: kapi-
taalvlucht), dat hiervan devaluatie het ge
volg zou zijn. Op dit punt nu is thans wer
kelijk bovenal waarheid noodig.
Uitermate gewenscht noemt de Minister het
dat. dit debat aan de huidige onzekerheid een
einde maaikt. Voor de crisis intrad was er
voor ongeveer 4 pet. crediet te krijgen; thans
is het 7 a 7K pet. Komt er geen rust en zeker
heid, dan zou ons land stuurloos in schadelijke
richting worden gedreven. De noodzakelijke
klaarheid op monetair gebied moge dank zij
dit debat verkregen worden.
De Regeering heeft op dit punt een
stellige zekerheid omtrent wat zij wil:
handhaving van den muntpariteit en
aanpassing van het bedrijfsleven aan
de gewijzigde omstandigheden.
Noodzakelijk is de klaarheid ook en niet in
't minst met het oog cp den internationalen
gespannen toestand. Zoo groot mogelijke
harmonie tusschen Kamer en Regeering is
dus meer dan ooit vereischt. Vandaar de wen-
schelijkheid dat thans klaarheid kome t.a.v.
verhouding tusschen Kamer en kabinet. Dit
laatste wil de onaangename Juli-episode ver
geten en onder biddend opzien om den steun
Gods zijn uitertse krachten inspannen 0111
voor land en volk binnen de grenzen van het
mogelijke het bereikbare te bereiken.
Na het betoog van den Minister-president
.hield Minister Oud nog eenige speciaal finan-
cieel-getinte uiteenzettingen. Deze kwamen
in hoofdzaak hierop neer, dat de voorgestelde
belastingverzwaringen noodzakelijk zijn om
erger te voorkomen.
Nauwelijks had de Minister van Financiën
zijn taak voor heden volbracht, of het reeds
de vorige week aangekondigde afdeelingson-
derzoek van een aantal wetsontwerpen nam
een aanvang. Zoodoende kregen de afgevaar
digden, die straks in derde instantie het woord
willen voeren (waarbij zij ongetwijfeld ook
nog wel wat over het verloop van de kabinets
crisis in het midden zullen brengen!gele
genheid om zich op wat zij thans willen op
merken, nistig te bezinnen.
In het algemeen is de prognox, vooral na
wat, en zeker ook niet te vergeten na de
wijze waarop Dr. Colijn vandaag gesproken
heeft, gunstig met betrekking tot het levens
lot van het kabinet. Althans wat den gang
van zaken bij de verdere behandeling van het
nog steeds aanhangige Bezuinigingsontwerp
aangaat.
Had de Minister-president zich aldus in Juli
geuit, dan ware er toen vermoedelijk geen
enkel ongeluk gebeurd. Aldus veler gevoelen,
Ook van meer dan een voorman uit het R.K.
kamp. De toon van 's Ministers rede was im
mers van .gansch anderen, veel meer op toe na
dering berekenden aard. Wel moge hij in be
paalde opzichten misschien vooral ook t.a.v.
het vaste las ten-ontwerp dingen gezegd
hebben, die Prof. Aalberse en de zijnen niet
zullen kunnen bevredigen, in hoofdzaak be
vatte Dr. Colijn's rede verder heel wat, dat
den R.K. afgevaardigden slechts aangenaam
kon zijn. Kortom, de wog om elkaar te bena
deren schijnt momenteel open te staan. En dus-
ziet het er voor het kabinet op dit oogenblik
eer gunstig dan ongunstig uit. Met een beetje
takt over en weer zal men dan ook aldus
de overheerschende meening in parlementai
ren kring ditmaal tot aanneming van het
Bezuinigingsontwerp kunnen komen zonder
nieuwe politieke crisis.
E. v. R.
De dagboekbladen van Jos. van
Langen.
Overgedragen aan het Persmuseum.
Vele journalisten waren Dinsdagmiddag in
het Persmuseum te Amsterdam bijeengekomen
om getuige te zijn van de overdracht van
de aanteekeningen, die hun collega Jos. van
Langen gemaakt had op de noodlottige
laatste reis van de „Gaai" op 20 Juli jJ.
De voorzitter van den Kring Noord-Holland
van de R.K. Journalisten Vereeniging, de heer
H. baron van Lamsweerde zeide, dat deze
luttele blaadjes uit het zakboekje van Van
Langen een menschelijk, historisch en jour
nalistiek document vormen Een menschelijk
document, omdat zij, een menschelijk .actie
ven geest verraden en een historisch document
omdat zij. de eenige en onweerlegbare bewijs
stukken vormen voor de rehabilitatie van den
piloot van de „Gaai". De Zwitsersche autori
teiten immers waren van meening, dat hij te
laag had gevlogen en de róute onvoldoende
kende.
Uit deze aanteekeningen echter blijkt, dat
de piloot zeer spoedig na zijn start tot 4009
meter gestegen is en toen door de weersom
standigheden is gedwongen om te dalen.
Spr. bood hierop de fraai ingelijste dag
boekblaadjes aan den voorzitter van het Pers
museum aan, benevens een album met een le
vensbeschrijving van Vaii Langen én versla
gen van de ramp.
Namens het bestuur van de stichting het
Persmuseum dankte de voorzitter, de heer J.
H. Rogge, voor dit geschenk. Deze enkele
blaadjes vormen een journaal, zooals er ze
ker in de luchtvaart geen tweede bestaat en
wij zijn er dankbaar voor, zoo beide hij, dat
deze in het Persmuseum bewaard kunnen
blijven.
De plechtigheid weird bijgewoond door eenige
familieleden van wijlen Jos. van Langen.
STAKERS TE TILBURG WILLEN ]j
WERK HERVATTEN.
Bemiddelingsvoorstel aanvaard.
Fabrikanten moeten nog beslissen.
De tekst van het voorstel dat de bemidde
laar in het stakingsconflict in de wollenstof-
fenindustrie, de burgemeester van Tilburg
Mr. Dr. Vonk de Both aan het stakings
comité heeft voorgelegd en aan de Vereeni
ging van Fabrikanten, luidt als volgt:
a. de arbeiders aanvaarden het werk met
de bepaling, dat de nieuwe loonen zullen in
gaan op een datum in overleg met de vereeni-
gingen St. Lambertus, de Eendracht en Uni-
tas nader vast te stellen, welke datum niet
eerder wordt gesteld dan 14 dagen na de
aanvaarding van het werk, en niet later dan
een maand. Een en ander geschiedt teneinde
de leden van de organisaties gelegenheid te
geven met hun besturen over deze aangelegen
heid van gedachten te wisselen.
b. de werkgevers betalen 40% van het
ingehouden loon en van hetgeen door de werk
nemers is verdiend voor alsnog gepresteerden
arbeid en dat van de drie kermisdagen.
c. partijen verbinden zich geen rancune
maatregelen van welken aard ook tegen el
kaar te zullen nemen.
Het voorstel is Dinsdagavond in
een viertal stakersvergadelingen met
overgroote meerderheid aangenomen.
Het comité kon niet met alle stakers
tegelijk beraadslagen, waarom achter
eenvolgens vier vergaderingen met een
gedeelte van lien werden belegd. Van
de drie duizend stakers verklaarden
zich slechts ongeveer honderd tegen.
Morgen zouden de fabrikanten bij
eenkomen. Wanneer deze het voorstel
aannemen, zal het werk Donderdag
hervat worden. (A.N.P.)
J. Pzn. Sweelinck in
Amsterdam teruggekeerd.
In het algemeen belang.
Het Comité voor de Zomerpostzeg-els heeft,
in samenwerking* met het S tudentenmuzie k ge -
zeischap „J. Pzn. Sweelinck" een merkwaar
dige prestatie verricht. Zij heeft/om redenen
van algemeen belang, den beroemden. oud-Ne-
derlandschen componist en eertijds organist
van de 'Sint Nicolaaskerk in de hoofdstad „in
het leven teruggeroepen", waarna men zich
gehaast heeft, hem een gastvrij onderdak aan
te bieden in een behuizinge aan den Willems
parkweg.
Dinsdagmorgen heeft het nageslacht van
de burgerij, die eertijds Amsterdam bevolkte,
den, ondanks zijn hoogen leeftijd, kranigen
ouden heer aanschouwd op een tocht met
open rijtuigen door de stad.
Aan het hoofdpostkantoor aangekomen^
zweeg de muziek, welke door het studenten
gezelschap „J. Pzn. Sweelinck" kwistig ten
gehoore was gebracht, teneinde den directeur
en de heer en J, A. Joseplius Jitta en W. F. De-
tiger, gedelegeerden van het Comité voor de
ZomerpostzegeLs, gelegenheid te geven, den
roemruchtigen gast hun opwachting te ma
ken. Toen dit geschied was, volgde, ten over
staan van een groote menigte nieuwsgierigen,
die voor het meerendeel niet wist wat er aan
de hand was, een muzikale hulde op de trappen
van "t gebouw, waarna' de heer Sweelinck zich
met de overige leden 'naar binnen begaf en
een groot gebaar maakte dóór persoonlijk een
groot aantal zomerzegels, waarvan er één zijn
beeltenis draagt, te koopen. Mogen velen
want daar gaat het om! dit goede voor
beeld volgen. (A. N. P.)
DE RUBBERRESTRICTIE VERSCHERPT.
Het internationaal' Rubber-comité heeft
gisteren te Londen vergaderd en besloten de
beslissing, vervat in het communiqué van
Maart 1935 te wijzigen.
Het percentage van de basis-contingenten
welke kunnen worden geëxporteerd is voor
October, November en December vastgesteld
op 60. pet
Jan Diert's huisvrouwe,
door Scorel. (Bisschop
pelijk Museum).
Nadat wij, veertien dagen geleden, het man
nelijk pendant van dit portret gereproduceerd
hebben, zal het wellicht aangenaam zijn ook
dezen anderen Scorel in afbeelding te bezitten.
Temeer, waar het een waarlijk mooi schilderij
geldt, dat gerust in wat breeder kring bekend
mag zijn.
Wij willen den schilder en zijn leven nu ver
der laten rusten, om aan dit portret'een paar
korte opmerkingen over het vrouwenportret
in het algemeen toe te voegen.
In de vroeg Nederlandsche kunst is eigenlijk
eerst in Scorel's tijd van, een portret als zelf
standig opgedragen arbeid sprake en het valt
in de kunst van die periode op, hoe sterk rea
listisch de kunstenaar zich tegenover zijn mo
del instelt. De idealiseering waarmee tevoren
de Moeder Gods werd afgebeeld, het meest
voorkomend vrouwenbeeld natuurlijk dat in
de vroeg Europeesche schilderkunst gevonden
wordt, heeft voor een nucliter-scherpe obser
vatie plaats gemaakt die zelfs al bij de dona
trices op de altaarstukken van Van Eyk de
plaats der verheerlijking inneemt. Een zeer
zuiver gevoelde onderscheiding overigens,
maar die wij in dien tijd nauwelijks verwacht
zouden hebben.
Zoo is er ook bij dit portret van Diert's
huisvrouw niet de minste poging gedaan haar
te flatteeren: de scherpe profiellijn van den
kop is nergens verzacht, de breede jukbeende
ren en de spits toeloopende kin geven, met
den vastberaden gesloten mond, aan mevrouw
Dierts al den lof eener betrouwbare intelli
gentie doch een beauty is zij niet. En was ook
Scorei's bedoeling niet er van te maken. Doch
haar beeld zal voor haar omgeving geleefd
hebben zooals zij in de werkelijkheid van allen
dag verscheen: als de verstandige, besturende
vrouw van een machtig burger, en die op haar
beurt leven en lot der hai'en in de stevige
vingers hield. In dit realisme der kunstenaars
aanschouwing vinden wij reeds den werkelijk
heidszin onzer zeventiende eeuwsche kunste
naars voorhanden. Scorel is hier reeds echt
Hollandsch, al laat het versierende landschap,
dat hij als achtergrond benut, hem ruimte te
over om zijn fantasie en herinnering vrij spel
te geven. Daarin leeft het Italië van zijn rei
zen evenzeer als de smaak van zijn tijd.
Dat deze realistische visie op het mensch-
beeld geen voornaamheid behoeft buiten te
sluiten zien wij reeds in zulk een portret van
Scorel. De rijzige compositie, de prachtige ge
leidelijkheid, waarmee de lichte bovenhelft
uit een basis van zware orchestkleur ontwik
keld wordt, verraden ook hier den meester,
terwijl men zich nog aan de vaardigheid,
waarmee ringen en gordel geschilderd zijn,
kan verlustigen. Toch is zulk een beeld een ln
hoofdzaak intellectueel portret en het ligt
voor de hand dat er later in de portretkunst,
van vrouwen vooral, elementen van gansch
anderen aard zullen komen opzetten. Zoo men
in zulk een Scorel reeds verwantschap met
Holbein's latere straffe structuiir kan erken
nen, er blijft in de portretkunst ook een an
dere, meer sensueele visie mogelijk, die in de
achttiende eeuw tot wuftheid kon overslaan,
maar in haar zuivers ten vorm door alle tijden
heen wordt aangetroffen. Zelfs al in de aller
vroegste historie. Wie in het Musée du Cin
quantenaire te Brussel wel eens met verwon
dering in de Egyptische af deeling naar de res
ten der mummies gestaard heeft en de ge
schilderde portretplankjes bekeken waarop de
overledene soms werd afgebeeld en die dan
met het omwikkelde lichaam werden begraven,
die zal zich zonder twijfel dat kleine, intens
lieftallige beeldje eener jonge vrouw herinne
ren, met het Romemsch-Egyptiseh gelaat,
waarin prachtige donkere vraag-oogen bo
ven een Gioconda-achtigen glimlach staan. De
Egyptische schilder van dat plankje heeft,
onbewust, daarin een type van nobel sensuee
le kunst gegeven zooals we die met allerhand
variaties alle tijden door zullen overnemen,
We noemden reeds de Gioconda. Hoe ver staat
haar schepper. Da Vinei, weer van Scorel af
en hoe zal, weer wat later, het nobel-sensuee-
le bij een Rubens bijvoorbeeld, weer een meer-
direct-aansprekenden draai nemen, een luid
ruchtiger toon aanslaan. Om in de achttien
de eeuw bij een Boucher en een Greuze weer
meer omsluierd maar misschien frivool te
worden en van de nobilitas van het sentiment
wel wat verloren te doen gaan. De negentien
de eeuw brengt in haar beste kunstenaars
weer een gezonde realiteit; het vrouwenpor
tret is noch overwegend intellectueel, noch
overwegend sensueel gezien, maar houdt den
royalen middenweg. Met uitzondering mis
schien van een even opduikenden fin-de-
siècle geest tegen dat de twintigste eeuw be
gint. En wat nu kort vóór ons ligt, zal mis
schien de tijd van het experiment later ge
noemd worden. Een teveel aan intellect, een
beredeneerde sensualiteit, een verpopulariseer-
de psychische wetenschap en een vergissing
ten opzichte der noodzakelijke vakkundigheid
van den artist, vormen het mengsel waaruit
de schilderkunst, dus ook het portret, van de
eerste dertig jaren onzer eeuw gebrouwen
moest worden. Overweldigend werd het niet.
Voor de latere historieschrijvers wel interes
sant, en waarschijnlijk nog moeilijker uit el
kaar te pluizen dan de tijdperken van een
Scorel en een Da Vinei.
J. H. DE BOIS.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
25 September:
Een duel, waartoe twee heeren uit
Koningsbergen in allen ernst dezer
dagen besloten hadden, vond op de vol
gende wijze zijn einde. De duellisten en
secondanten kwamen ter afgesproken
plaatse, maar op voorstel van één
hunner ging men eerst te zamen nog
een glas wijn drinken. In dien tusschen-
tijcl werd een papieren soldaat tegen
een boom gespijkerd en de beleedigde
partij stelde nu voor dat men, in plaats
van op elkander, op die schijf zou schie
ten. Wie de slechtste schoten deed, zou
een geldboete betalen. De andere partij
nam het voorstel aan en deed de beste
schoten. Daarop betaalde de beleedigde
de afgesproken som, men bleef nog een
poos gezellig bijeen en scheidde als
goede vrienden.
Welk een aardige parodie op het
tweegevecht, niet het minst omdat er uit
blijkt, dat in den „eerestrijd" niet de-
geen die gelijk heeft, maar die het best
kan schieten, gelijk krijgt!
Prof. Vening Meinesz over
zijn reis.
Belangrijke resultaten.
Aarde aan aequator niet afgeplat.
Prof. dr. F. A. Vening Meinesz, die de reis
met de K XVm in verband met verschillende
wetenschappelijke onderzoekingen heeft mee
gemaakt, is met het m.s. Tajandoen te Am
sterdam aangekomen. Prof. Vening Meinesz
verklaarde o.a. een verslaggever van liet
A. N. P., dat hij een goede reis met de K XVHI
had gehad, welke uit wetenschappelijk oog
punt volkomen is geslaagd.
Gewoonlijk tweemaal per etmaal en soms
wel drie of vier maal is, aldus prof. Vening
Meinesz te mijnen behoeve gedoken; in 't ge
heel zijn wij op onzen wereldtooht van acht
maanden 231 maal onder water geweest, waar
bij ik bij mijn arbeid veel hulp heb gehad vau
de beide radio-seiners, die het echo-loodings-
toëstel bedienden. Het leven in zoo'n kleine
ruimte, waarvan nog zoo'n groot gedeelte is
ingenomen door de instrumenten, is overigens
niet bepaald aangenaam; men kan het alleen
en vooral als de boot zich onder water be
vindt verduren als de onderlinge verstand
houding-en de inschikkelijkheid niets te wen-
schen overlaten. Daaraan heeft het echter
allerminst ontbroken! De opofferingsgezind
heid van de bemanning teekent bovendien in
het algemeen den uitstekenden, prettigen
geest bij onze Marine, terwijl ik feitelijk niet
behoef te herhalen, van hoe groote beteekenis
de reis is geweest voor het Nederlandsche
vlagvertoon.
Hebt U met uw wetenschappelijken ar
beid successen geboekt
Gelukkig zeer veel, was het enthousiaste
antwoord. Omtrent den nauwkeurigen vorm
van de 'aarde- pp het Zuidelijk halfrond was
tot nu toe weinig bekend. Wij wisten niet of
de aarde niet alleen is afgeplat aan de polen,
maar ook een geringe afplatting heeft in het
vlag van "den- aequator.
Gebleken is/ dat dit niet het geval is; de
afwijkingen die ik- gevonden heb, zijn van an
deren aard en hangen waarschijnlijk samen
met de wijze, waarop de continenten en de
oceanen over de aarde verdeeld zijn. Dit is een
probleem, dat de wetenschap der geodozie
(aardmeting) lang bezig heeft gehouden.
Verder wilde ik graag meer weten over de
processen, die in de aarde zelve- optreden om
haar in evenwicht te brengen. Het belang
rijke resultaat van mijn onderzoek is geweest
dat er systematische verschillen blijken te be
staan wat betreft de zwaartekracht tusschen
de vastelanden en oceanen. Beide deelen blij
ken niet met elkaar in evenwicht te zijn, het
geen tot nu toe een vermoeden was, hetwelk
ik thans op tal van plaatsen bevestigd heb ge
kregen. De zwaartekracht is op de oceanen
iets grooter dan op de vastelanden; het gaat
echter om zeer geringe verschillen.
De aarde blijkt rond te zijn, met slechts een
geringe afplatting aan de polen.
Bijzonder interessant waren de indrukken,
welke prof. Vening Meinesz desgevraagd me
dedeelde over het in den Atlantischen Oceaan
liggende eiland Tristan da Cunha, wiaaraan de
K XVIII op verzoek der Engelsche regeering
een bezoek heeft gebracht teneinde rapport
uit te brengen over de levensomstandigheden
-. .in de sohaarsche bevolking.
Prof. Vening Meinesz noemde het zeer
merkwaardig dat bij een zoo kleine en zoo
sterk geisoleerde bevolking de inteelt vrijwel
geen nadeelig effect voor het ras schijnt te
hebben. Behalve bronchitis komen ziekten niet
op het eiland voor. Er leeft een goed gebouwd,
flink slag mensehen, van wie vooral het gebit
zeer sterk is. Van afstomping of verwildering
is geen sprake.
Het spoor van Klein-Duimpje.
Dieven werden al heel gemakkelijk gesnapt.
In het Belgische grensplaats je Santvliet is
in den nacht van Maandag op Dinsdag inge
broken in een schuur van den landbouwer
Heylaerts. De dieven maakten zich meester
van een zak erwten, inhoudende ongeveer
100 K.G., en zij laadden de erwten in kleinere
zakjes over. Ongelukkig voor hen zat in een
dier zakjes een gaatje, met het gevolg, dat
zich, toen zij de boerderij verlieten een spoor
van erwten vormde.
Toen de landbouwer Dinsdagmorgen de
dief stad ontdekte, waarschuwde hij de
politie van Santvliet, die gemakkelijk werk
had, doordat zij dit spoor van Klein-Duimpje
maar had te volgen. Zij kwam zoo in de wo
ning van een der dieven, een zekeren Hendriks
uit Santvliet, die op den zolder van zijn
huis werd aangetroffen in gezelschap van zijn
medeplichtigen, Van Lcenhout, eveneens uit
Santvliet, en den Nederlander Hugens uit Os*
sendrecht. De politie vond op dezen zolder de
erwten en bovendien een groote hoeveelheid
fietsenonderdeelen en koffie. De drie mannen
werden gearresteerd; men vermoedt, dat nog
meer arrestaties zullen volgen, daar de inbre
kers handlangers moeten hebben.
Hugens is uitgeleverd aan de marechaussee
te Ossendrecht. Het onderzoek wordt door de
Belgische en de Nederlandsche politie ge
zamenlijk voortgezet.