Bezuinigingsontwerp aangenomen.
Aan de Staatslieden.
TWEEDE KAMER
Slechts op een klein onderdeel wijziging.
V erkeerscoördinatie.
DEN HAAG Woensdag.
Op den laatsten dag van het debat over het
Bezuinigingsontwerp deed Mr. Donker (s.d.)
zijn intree in de Kamer. Deze parlementaire
baby zal het vermoedelijk heden nog niet
bijster interessant in 's lands vergaderzaal
hebben gevonden. Trouwens, na het algemeen
debat was, eerlijk gezegd, de aardigheid er af.
Vooral ook, doordat bij de schriftelijke voor
bereiding en de daarop gevolgde algemeene
beschouwingen de hoofdstrijd was uitgevoch
ten.
Voor de besprekingen verder gingen moest
de Kamer eerst eenige malen stemmen. Het
amendement Duymaer v. Twist (a.r.), dat
capitulanten wil behoeden voor baantjes met
Zondagsarbeid Mr. Joekes (v.d.) en zijn
vrienden, die gaarne ernstige gewetensbezwa
ren geëerbiedigd willen zien, achten dit amen
dement, dat de Minister bovendien overbodig
vond, te ruim ging er met 3048 aan. Voor
stemden met de anti-revolutionairen, de
christelijk-historischen. de liberalen minus
hun fractie-aanvoerder Dr. Bierema, een vier
tal Katholieken en verder de heeren v. Hou
ten (Chr. DJ, Lingbeek (Herv. Ger.) en als
eenige aanwezige der Staatkundig Gerefor
meerde fractie Ir. v. Dis. Het capitulanten-
reglement werd met 56 tegen 26, de paragraaf
betreffende verlenging van den eersten oefen
tijd van de zeemacht en „het stoppen van de
lekken" in het contingent met 59—23 aange
nomen. In het eerste geval hadden zich bij
de oppositie van sociaal-democraten, commu
nisten en den heer v. Houten (Chr. D.) ook
twee Katholieken gevoegd, te weten de heeren
Steinmetz en IJsselmuiden.
Zoo was dus ook weer dit gedeelte van het
bezuinigingsontwerp er glad door gegaan en
kon men aan de Waterstaat-paragrafen be-
Hier was natuurlijk
het onderwerp „coör
dinatie van het ver
keer" voor menigen
spreker een vet kluif
je. De heer v. Braam
beek (s.d.)) betoogde,
dat de verkeerscoördi-
natie beter ware gere
geld in de wet op de
openbare middelen van
vervoer, wat niet weg
nam. dat hij zich met
de thans voorgestelde
bepalingen in hoofd
zaak kon vereenigen.
De vrijzmnig-democraat Ebels gaf te kennen,
dat de Kamer zoo ruim mogelijk moet worden
ingelicht over de regeling der verkeerscoör-
dinatie. en bepleitte medewerking van Gede
puteerde Staten en Gemeentebesturen. Nadat
de heer v. d. Heuvel (a.r.) een soortgelijke
opmerking had gemaakt omtrent de plaats
waar de verkeerscoördinatie het beste behan
deld ware, als de heer v. Braambeek, er nog
aan toevoegende, dat bovendien wat thans
het ontwerp tot verlaging deT openbare uit
gaven ten dezen bevat al heel weinig bezuini
ging zal opleveren, uitte Ir. Bongaerts (r.k.)
zijn bezwaren tegen de z.i. nog altijd te ruime
machtiging, die het aanhangige wetsvoorstel
bevat. Men zorge er toch vooral voor, dat de
coördinatie niet neerkome op tegenhouden van
nieuwe verkeersondernemingen. Bij een bil
lijke verdeeling van het verkeer moet ook
plaats zijn voor opruiming van wat ver
ouderd is.
Nadat de heer v. Kempen (lib.) in het al
gemeen zijn instemming met de ter tafel
liggende regeling had betuigd, wat niet weg
nam, - dat hij gaarne iets over 's Ministers
visie op het coördinatievraagstuk zou ver
nemen, kwam Excellentie v. Lidth de Jeude
aan het woord. Preciese mededeelingen kon
hij nog niet doen. De centrale verkeerscom-
missie is pas sinds enkele maanden aan het
werk. Zij zal nog eenige uitbreiding onder
gaan, al zullen niet alle bedrijfs- en verkeers-
takken er in vertegenwoordigd kunnen wor
den. Wat sommiger vrees betreft, dat men
uit den eenen verkeerstak de verliezen goed
wil maken door een anderen tak geleden,
wees de Minister er op dat de tegenstelling
culmineert tusschen rail- en motorverkeer.
Het is mogelijk het motorverkeer de taak te
doen overnemen van verliesgevend railver
keer. Hier nu treedt een eerste symptoom
van coördinatie aan den dag. In het alge
meen is het natuurlijk niet billijk dat de eene
verkeerstak het gelag voor een ander be
taalt. Overigens is het spoorwegtekort zoo
groot, dat het motorverkeer het nooit kan
dekken.
Het halen van een streep door de spoor-
weglasten is moeilijk. Zij verschijnen toch
weer op de Rijksbegrooting. Gelijkheid in de
bestaansvoorwaarden van de verschillende
verkeerstakken te scheppen is ondoenlijk.
Maar met behulp van een vergunningsstelsel
kan men het evenwicht bereiken. Met het
oog op aanvragen voor vergunningen zal er
een centrale commissie èn een beroepsin
stantie komen. Voor speciaal gewestelijke
aangelegenheden zal de bedoelde commissie
bijstand van Gedeputeerde Staten krijgen.
Voor zoover er nog bezwaren waren ge
maakt tegen de machtiging kon de Minister
zich een bescheiden man noemen, want de
door hem voorgestelde machtiging geldt niet,
gelijk met de andere machtigingen 't geval
is, voor vijf, doch slechts voor twee jaar.
Van 's Ministers betoog zij alleen nog aan-
geteekend, dat hij het voorloopig alleen
maar een academische vraag noemde of de
spoorbanen op den duur zouden moeten
worden afgebroken en vervangen door we
gen voor motorverkeer en dat hij mededeelde
dat de Spoorwegdirectie op korten termijn
voorstellen voorbereidt om tot vermindering
en laten we hopen op den duur verdwij
ning der tekorten te komen. Met krach
tige hand zal worden ingegrepen, aangezien
de harde noodzaak hiertoe dwingt. Daarbij i
hoopt de heer v. Lidth de Jeude de mede-
er r>or y^mer te verkrijgen.
De heer v. Voorst
tot Voorst (R.-K.)
bleek na de uiteen
zettingen van den
Minister in geen en
kel opzicht gerust
gesteld te zijn, wat
zijn in eerste in
stantie geuite vrees
betrof, dat het mo-
torvrachtverkeer
door de bij verlee
ning van vergunnin
gen te stellen voor
waarden zoozeer be
last zou worden, dat
de u^-opjiLKo^ten, tot schade voor het
land- en tuinbouwbedrijf, veel te hoog zou
den moeten zijn. Daarom zou hij tegenstem
men. Ook de heer v. d. Heuvel (a.-r.) was
met eenige fractiegenooten niet tevreden.
Hun ging de machtiging nog altijd veel te
ver.
Negen leden stemden tegen.
Bij de afdeeling Sociale Zaken, gaf de
heer Kupers (s.d.) uiting aan zijn verwonde
ring zoo niet ontstemming over de voorstel
len om de uitkeeringen van ziekte- en onge
vallenwet van 80 op 70 pet. terug te brengen,
wat een besparing van ongeveer 2,,2 millioen
gulden oplevert, echter niet ten behoeve van
de openbare kas maar van particulieren. En
dus is volgens spreker heel deze regeling in
dit wetsontwerp niet op zijn plaats.
De heer Smeenk (a.r.) sprak zich voor terug
nemen van dit voorstel uit, aangezien het z.i.
onrechtvaardig is. Ook Mr. Joekes (v.d.) had
ernstige bezwaren. Nu veelal de loonen reeds
verlaagd zijn, achtte hij dezen maatregel te
ondragelijk. Hierop voegde zich de heer
Loerakker (R.K.) bij de vorige sprekers wat
de heeren Bakker (c.h.), v. Houten (Chr. D.)
en de Visser (comm.) eveneens deden. De
heele maatregel kon hoogstens beschouwd
worden als een, zij het ook uiterst bescheiden,
poging om een verlichting van lasten voor het
bedrijfsleven tot stand te brengen. Mr. Kor-
tenhorst (R.K.) wien het wel en wee van het
bedrijfsleven .na aan het hart ligt, erkende,
dat dat voorstel eigenlijk in het aanhangige
wetsontwerp niet meer thuis hoort.
Minister Slingenberg ontkende, dat dit ge
deelte van het wetsontwerp hier niet thuis
zou hooren, want het zou toch ook een bespa
ring in de openbare staatsuitgaven teweeg
brengen, n.l. van ongeveer 20 a 25 duizend
gulden. Niet veel is dit. maar van voldoende
gewicht om er op te letten, vond de Minister,
die nog trachtte aan te toonen, dat voor 't
bedrijfleven de bezuiniging toch grooter zou
zijn, dan de heer Kupers had beweerd. In de
praktijk zou het neerkomen op 'n besparing
van 10 pet. op de premie. Intusschen was de
Minister zoo verstandig na de algeheele op
positie dit onderdeel van het wetsontwerp op
dit oogenblik terug te nemen. Zijne Excellen
tie zal echter nog eens nagaan of er niet 'n
andere regeling te treffen is, waarbij de uit
keeringen over de allerlaagste loonen dan op
80 pet gehandhaafd zouden blijven. Doch
thans nam Mr. Slingenberg de aangevallen
paragraaf terug. Aldus kwam er voor het
eerst tijdens dit debat een kleine wijziging
in het bezuinigingsvoorstel, zij het dan een,
die de bezuiniging zelf zoo goed als niet raakt!
Maar de Regeering had tenminste getoond
en dit bereikt tot gemeen overleg met de
Kamer en tot eenig toegeven bereid te zijn.
Nog een discussie over de ontworpen wijzi
ging in de financieering van Invaliditeits- en
Ouderdomsverzekering. waarbij niet alleen de
heer Kupers (s.d.)maar ook de heer Smeenk
(a.r.) bezwaren kenbaar maakten. Deze para
graaf, die gedurende de eerste vijf jaar een
jaarlijksche bezuiniging van 34 millioen op
levert, ging er natuurlijk zonder hoofdelijke
stemming door.
Zoo brak dan, via een treurzang van Mevrouw
de VriesBruins (s.d.) over enkele bezuini
gingen op de uitgaven van den Gezondheids
raad, ten langen lesten het oogenblik aan,
waarop de Kamer het groote bezuinigings
ontwerp goedkeurde. Dit geschiedde nadat de
heer Lingbeek i'Chr. Ger.) verklaard had uit
ontevredenheid over z.i. verzuimde besparing
op de salarissen vande kloosterlingen
onderwijzers, tegen te zullen stemmen
met 51 tegen 23.
Behalve de zoo even genoemde afgevaardig
de waren alleen de sociaal-democraten, de
communisten, en de heer v. Houten (Chr. D.)
in de oppositie.
Een reeks wetsvoorstellen gingen er met
enkèle hamerslagen door. Het ontwerp i.z. 1
de bevoegdheid tot eventueele uitvaardiging
van uitvoerverboden ter bevordering van de
internationale samenwerking in het belang1
van den vrede, gaf den heer Wijnkoop
(comm.) aanleiding tot de verklaring, dat
zijn fractie dit keer vóór zou stemmen, aange
zien hij in deze regeling een nuttig middel
zag als druk tegen oorlogsgevaar.
De Kamer ging hierna uiteen tot de voor
zitter aanleiding ziet om haar weer bijeen te
roepen.
E. v. R.
Een ernstig woord van de beroemdste
psychiaters.
Driehonderd vijftig artsen, specia
listen, waaronder professoren in de
psychiatrie, directeuren van krank
zinnigengestichten, directeuren van
zenuwinrichtingen, zenuwartsen en
psychologen, hebben een adres ge
richt tot de staatslieden van de we
reld, de ministers in alle kabinetten
van alle landen, waarin zij een be
roep doen op hun invloed tot tempe
ring van oorlogsstemming. De psy
chiaters, die het adres teekenden, be-
hooren tot alle nationaliteiten. Er
zijn vele Nederlanders onder, maar
ook vele Engelschen, Fransclien,
Amerikanen, Aziaten en zelfs een
tiental Duitschers en enkele Italia
nen, die eveneens voor hun overtui
ging hebben willen uitkomen. Deze
bloem van de psychiatrische weten
schap en de practijk heeft het vol
gende adres tot de staatslieden over
de geheclc wereld gericht:
„Aan de Staatslieden.
„Wij psychiaters, wi^r taak het is om het
normale en ziekelijke geestesleven te door-
vorschen en met onze kennis het menschdom
te dienen voelen ons gedrongen als artsen
een ernstig woord tot u te richten.
„Er heerscht in de wereld een geestes
gesteldheid die groote gevaren in zich bergt
voor het leven der volken, daar zij zou kun
nen voeren tot een manifeste oorlogspsy
chose.
„Oorlog beteekent dat alle vernielende
krachten door het menschdom op zichzelf
worden los gelaten
„Oorlog beteekent dat de techniek het
menschdom zal ten gronde richten.
„Zooals bij alle menschelijk gebeuren, zoo
spelen ook in het zoo gecompliceerde oorlogs-
IJMUIDEN
De loggerreeders en het
uitvaarverbod.
Uitvoering K. B. voorloopig opgeschort.
Ala gevolg van het door de Visscherij-
Centrale ingevoerde uitvoerverbod voor sche
pen, welke na 1 Januari 1934 van eigenaar
zijn verwisseld zouden niet minder c.an 17
Katwijksche loggers moeten worden opgelegd,
dit zou 110 zeelieden werkloos hebben ge
makt en een loonderving van f 1400 hebben
veroorzaakt.
Dezer dagen werd in een te Katwijk aan
Zee gehouden vergadering, - uitgeschreven
door het bestuur van den Nederl. Bond van
Chr. Fabrieks- en Transportarbediers besloten
tegen dezen maatregel schriftelijk te pro
testeeren. In een uitvoerig schrijven werd
daarop aan dit besluit gevolg gegeven.
Naar „Toenadering", thans mededeelt is
het dank zij dit optreden en de medewerking
van den burgemeester van Katwijk, gelukt de
uitvoering van dezen maatregel opgeschort te
krijgen.
VERSCHE-HARINGVISSCHERIJ.
We lezen in „Toenadering".
Wat ons te wachten staat met de versche-
haringvisscherij is nog even onzeker, als toen
we de vorige week een kort resumé schreven
over de onderhandelingen met de werkgevers.
Het eerste en tot op heden nog eenige schip
dat vanuit Scheveningen vaart, valt nog onder
de oude condities, dus onder het garantieloon.
De werkgevers hebben nog niets naders van
zich laten hooren.
Wellicht wordt ook in hun kring gevoeld
dat het toch te veel gevraagd is van de vis-
schers om zonder garantieloon naar zee te
gaan. Wellicht zijn ze aan 't overwegen, op
welke wijze die visscherij ook beperkt kan
worden.
Vanzelfsprekend is het uitgesloten te achten,
dat de geheele vloot ter versche-haringvangst
loonend zal kunnen visschen.
Als van dit laatste sprake zal zijn, dan zal
de aanvoer beperkt moeten worden door het
aantal schepen in te krimpen. Doet men dat
niet, dan zal dit tot gevolg hebben, dat de prijs
zoodanig inzinkt, dat er niets van terechtkomt
Om deze visscherij uit te gaan oefenen zon
der den arbeiders een weekloon van 14 te
garandeeren, zou echter immoreel zijn.
Laat men nu niet aankomen met het praatje
dat de menschen toch vrij zijn. Wat dat be
teekent weten we maar al te goed.
't Beteekent niets anders dan dat men van
de nare omstandigheden waarin de menschen
verkeeren, misbruik wil maken.
We willen echter hopen dat het niet zoo ver
zal komen
PROLETARISCHE VRIJDENKERS.
De afdeeling IJmuiden van den Bond van
Proletarische Vrijdenkers belegt Maandag 7
October a.s. een vergadering in het voormalig
kerkgebouw aan de Willebrordstraat. Als spre
kers zullen optreden de heeren Mulders en M.
Beversluys, die zullen spreken over „Leven
en strijd van Bisschop Brown uit Noord-Ame-
rika.
DE NOORDZEE SLUIZEN.
Door de Noordzeesluizen zijn in de maand
zijn in de maand September geschut: uit zee
271 stoom_ en motorzeeschepen met een in
houd vn 1.689.346 M3., 147 visschersvaartuigen
met 8950 M!3. en 551 binnenvaartuigen met
78.966 M3. en naar zee 246 stoom- en motor
zeeschepen met 1.519.438 M3., 119 visschers-
wartuigen met 7995 M3. en 553 binnenvaar
tuigen met 93.934 M'3. Totaal 1887 schepen met
een inhoud van 3.398.409 M3.
PERSONALIA.
De directeur van den gemeentelijken ge
neeskundigen en gezondheidsdienst, Dr. L. S.
Lhnborgh Meyer is ongesteld en moet voor
loopig het bed houden
BURGERLIJKE STAND.
HAARLEM, 2 October.
Bevallen 1 October: M. W. Visbeenvan
Grootveld, z.
Overleden 29 September: W. EijssenBen
jamin, 81 j., Leidsclievaart; 30 September: G.
R. de Vreede, 28 j., Hazepaterslaan; N. Heeren,
40 j., Kamperlaan; W. C. Kleijwegt, 25 j.,
Gasthuisvest.
probleem zielkundige factoren een zeer be
langrijke rol.
„Zal de oorlog vermeden worden, dan moe
ten de volken en hun leiders zichzelf in hun
verhouding tot den oorlog leeren kennen.
Door zelfkennis kan een wereldramp voor
komen worden.
„Wij vestigen daarom uw aandacht op het
volgende
„1. Er bestaat een schijnbare tegenstrij
digheid tusschen den bewusten indivïdueelen
afkeer van den oorlog en de collectieve be
reidheid om oorlog te voeren.
„De verklaring hiervan ligt in het feit dat
de mensch zich geheel anders gedraagt, voelt
en denkt als zelfstandig individu dan als
onderdeel van een collectiviteit
„In de cultuurmensch van de 20ste eeuw
leven nog krachtige, wilde en destructieve
instincten, die niet of slechts ten deele zijn
gesublimeerd en deze kunnen losbreken zoo
dra de gemeenschap waartoe hij behoort
zich in gevaar meent te bevinden. Het on
bewuste verlangen om die primitieve in
stincten te kunnen botvieren, ongestraft, ja
zelfs beloond, bevordert in hooge mate de
bereidheid tot den krijg.
„De strijdinstincten, in goede banen ge
leid, leveren energie voor veel dat goed en
nuttig is, doch zij kunnen een chaos veroor
zaken indien zij ongeteugeld in actie komen,
gebruik makend Van de grootste vindingen
van het menschelijk intellect.
„2. De volken toonen een angstwekkend
gebrek aan realiteitsbesef. De populaire
ideeën over oorlogvoering, zich symbolisch
uitend in parade uniformen en militair ver
toon passen in het geheel niet meer bij den
oorlog zooals hij in werkelijkheid is.
„Verwonderlijk is ook de apathie ten op
zichte van de schadelijke handelingen en
intriges der internationale wapenindustrie
gezien de gevaren waarin deze hen dreigt te
voeren. Men moest beseffen dat het dwaas
is om te dulden dat enkelingen persoonlijk
voordeel kunnen hebben bij den dood van
millioenen menschen.
„Wij raden u dringend den werkelijkheids
zin en de collectieve zucht tot zelfbehoud van
de volken wakker te schudden daar deze de
machtigste bondgenooten zijn tegen den oor
log.
..Het verhoogen van het zedelijk en gods
dienstig besef bij de volken kan in dezelfde
richting werken.
„3. Uit redevoeringen van bekende staats
lieden is herhaaldelijk gebleken, dat vele van
hen even simplistische opvattingen hebben
Het feest van Leiden's Ontzet.
Sprookjesland in de Sleutelstad.
Der traditie getrouw werd de jaarlij ksche
herdenking van Leiden's ontzet Woensdag
avond ingezet met een taptoe aan den voet
van het standbeeld van burgemeester Pieter
Adriaanszoon van der Werff, waaraan door
een groot aantal vereenigingen werd deel
genomen en waarvoor groote publieke belang
stelling bestond. De feestdag zelf werd van
morgen om 7 uur ingeluid met een door de
Leidsche politiemuziek geblazen reveille van
het balcon der Stadsgehoorzaal, gevolgd
door stemmige koraalmuziek in het van der
Werffpark, waarbij Leiden's burgervader, mv.
A. van de Sande Bakhuyzen de nagedachtenis
van zijn roemruchten voorganger eerde door
zijn standbeeld met een krans in de stads
kleuren te sieren.
Tezelfder tijd ving voor het historische
Waaggebouw de uitreiking der traditioneele
feestgave, haring en wittebrood, aan. welke
dit jaar aan 3276 personen werd uitgedeeld.
Terwijl treinen, trams en autobussen dui
zenden vreemdelingen binnen de feestvieren
de Sleutelstad brachten, werden er in de mor
genuren tal van muzikale ommegangen ge
houden, waarvan de intocht van het Urker
Muziekkorps, de grootste belangstelling trok.
Behalve door den burgemeester werden de
eilandbewoners ontvangen door het Leidsch
Studentencorps in de sociëteit Minerva".
Voor de jeugd waren er inmiddels wedstrij
den op rolschaatsen georganiseerd.
De hoofdschotel van het uitgebreide feest-
menu zou worden gevormd door een Ooster-
schen optocht, getiteld „Haroen-al-Razjid,
Kalief van Bagdad en Aladdin en de Wonder
lamp, ontwerp van den heer W. van Rossum
du Chattel, eerelid der 3 October-vereeniging,
uitvoering de heer Jan de Quack, architect
te Den Haag.
MINISTER SLINGENBERG NAAR OMMEN.
Naar wij vernemen zal de minister van
sociale zaken mr. Slingenberg zich Vrijdag
a.s. in gezelschap van den directeur generaal
der steunverleening en werkverschaffing naar
Ommen begeven om op het landgoed Eerde
een jeugdkamp te openen.
Verhooging van een aantal
belastingen.
Aangekondigd wetsontwerp ingediend.
Ingediend is een wetsontwerp tot heffing
van opcenten op enkele belastingen ter ver
sterking van de inkomsten van het Werk-
loosheidssubsidiefonds.
In de nota, betreffende den toestand van
's Rijks financiën, overgelegd bij de ontwer
pen van wet tot vaststelling der Rijksbe
grooting voor het dienstjaar 1936, aldus de
toelichting, heeft de regeering de redenen
ontvouwd, die nopen tot het doen van voor
stellen ter versterking van de inkomsten der
begrooting voor 1936 van het Werkloosheids-
subsidiefonds. Dit wetsontwerp beoogt om
het daar aangekondigde voornemen, voorzoo
ver betreft de heffing van opcenten op een
aantal, mede in die nota vermelde belastin
gen, uitvoering te geven. Zooals men weet, zijn
voorgesteld: 20 opcenten op de successie- en
schenkingsrechten, de registratierechten, de
evenredige zegelrechten, de dividend- en. .tan
tièmebelasting, de omzetbelasting.
Artikel 2. Het van de heffing uitgezonderd
registratierecht is dat, hetwelk geheven
wordt wegens plaatsing en storting van ka
pitaal in naamlooze vennootschappen. De mi
nister acht het niet wenschelijk dit recht, dat
vooral in de tegenwoordige tijdsomstandighe
den bij reorganisatie van vennootschappen
reeds vrij drukkend is, nog te verhoogen.
De toelichting van art. 3 zegt: Voorgesteld
wordt de heffing te beperken tot de z.g.n.
evenredige zegelrechten. Het tijdelijk heffen
van opcenten op het formaatzegel en op de
zg.n. vaste zegelrechten stuit zoowel wat de
invordering als wat de controle betreft op
zoodanige bezwaren van technischen aard,
dat de minister gemeend heeft hiervan te
moeten afzien.
Artikel 4. Door de opcentenheffing worden
voor wat betreft de dividend- en tantième-
belasting getroffen zoowel de winstuitdee-
lingen als de salarissen, welke ten laste van
een in 1936 eindigend boekjaar worden ge
bracht.
over den oorlog als de middelmatige mensch.
„De beweringen als: „De oorlog is het
hoogste hof van cassatie", en „De oorlog is
een noodzakelijk uitvloeisel van Darwin's
leer" zijn onjuist en gevaarlijk, gezien de
huidige realiteit van den oorlog. Zij maskee-
ren primitieve macht- en vechtinstincten en
moeten dienen om de oorlogsbereidheid bij
het eigen volk te stimuleeren.
„De suggestie, die er van redevoeringen
van leidende stataslieden uitgaat is groot en
kan zeer gevaarlijk zijn. De oorlogsgeest, zoo
gemakkelijk opgeroepen is niet meer te be
zweren. Men herinnere zich het parool van
1914: „Het vaderland is in gevaar" en zijn
uitwerking op de volken.
„Volken kunnen, evenals individuen, neu
rotisch worden; door angstvoorstellingen en
waandenkbeelden meegesleurd kunnen zij
komen tot voor henzelf en andere volken le
vensgevaarlijke avonturen.
„Wij psychiaters verklaren dat onze we
tenschap zoover gevorderd is. dat zij zeer
goed in staat is om werkelijke, voorgewende
en onbewuste motieven te onderscheiden, dus
ook bij staatslieden.
„De geschiedenis zal over die staatslieden
oordeelen, die hun volken militair drillen en
daarbij steeds over vrede praten
„Zij vooral zullen de verantwoording dra
gen voor de onafzienbare ellende, die een
nieuwe oorlog zou brengen
„De organisatie der volkerengemeenschap
is ver genoeg gevorderd om, bij een juist ge
bruik, de staatslieden in staat te stellen ge
meenschappelijk iederen oorlog te voorko
men.
„Nadrukkelijk wijzen wij er op dat zelfs
oprecht gemeende betuigingen van vredes
gezindheid nog geen waarborg bieden dat de
vaste wil bestaat blijvend den vrede te hand
haven, zoo noodig ten koste van nationale
offers.
„Mochten sommige staatslieden van mee
ning zijn dat het apparaat ter verzekering
van den vrede nog niet goed genoeg georga
niseerd is, dan raden wij hen aan evenveel
energie en geldmiddelen daarvoor beschik
baar te stellen als zij thans doen om de be
wapening van hun land te versterken.
„Wij eindigen met onze bewondering uit te
spreken voor die staatslieden, die door hun
handelingen toonen dat hun cultureele en
moreele ontwikkeling reeds zoover gevorderd
is, dat zij de volkeren naar 'n hechten vrede
kunnen voeren; naar onze meening zijn zij
uitsluitend bevoegd om op te treden als lei
ders der volken".
DONDERDAG 3 OCT. 1935
Het provinciaal personeel.
De standplaatsaftrek.
Een concessie voor ambtenaren der
Provinciale bedrijven en het Ziekenhuis bii
Santpoort.
Ged. Staten van Noord-Holland doen aan
de Prov. Staten opnieuw een voorstel tot op
neming in het „Salarisreglement 1920", van
een bepaling betreffende standplaatsa'ftrek
welke bepaling op een bepaald onderdeel in
gunstigen zin belangrijk afwijkt van die, ver
vat in hun voordracht van 26 Juni 1935*. lm.
mers daardoor zullen 315 ambtenaren van de
Provinciale Bedrijven en het personeel van
het Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort
buiten de regeling vallen.
Ter toelichting van dit voorstel doen Ged.
Staten in de eerste plaats mededeeling van
het nadere overleg, dat tusschen den Minister
van Bimienlandsche Zaken en hun College
omtrent de aangelegenheid heeft plaats ge
vonden.
Nadat Ged. Staten bij schrijven van 24 Juli
1935 aan den Minister hadden medegedeeld,
dat zij na kennismaking van het rapport der
Commissie uit de Prov. Staten belast met
het onderzoek van de bovenaangeduide voor
dracht, het op den standplaatsaftrek betrek
king hebbende gedeelte dier voordracht had
den teruggenomen en te dier zake opnieuw
met de Regeering in overleg wenschten te
treden, ontvingen zij van den Minister een
telegram, waarin er op werd aangedrongen
de kwestie van invoering van standplaats als
nog in de eerste gewone zitting der Prov.
Staten te doen behandelen.
Dit telegram werd echter een uur, nadat
de zitting in naam der Koningin was gesloten,
ter provinciale griffie bezorgd. De Voorzitter
van het College stelde zich daarop onverwijld
telefonisch met den Minister van Binnen-
landsche Zaken in verbinding en deelde dezen
mede, dat het dientengevolge onmogelijk was
nog aan het verzoek, in het telegram vervat,
te voldoen.
Bij brief van Ged. Staten van 31 Juli 1935,
bevestigden zij het door den Voorzitter tele
fonisch medegedeelde, en berichtten boven
dien, dat de bezwaren, welke bij de meerder
heid van hun College tegen den standplaats
aftrek bestonden, voor een groot deel zouden
zijn weggenomen, indien Zijne Excellentie
er in zou kunnen berusten, dat de gemeenten
Bloemendaal en Velsen voor de toepassing
van dien aftrek zouden worden gerekend
tot de eerste klasse te behooren.
De Minister bleek evenwel, blijkens zijn
schrijven van 9 Augustus 1935, niet bereid
goed te vinden, dat ten aanzien van de beide
bovengenoemde gemeenten een afwijking in
dien zin in het leven zou worden geroepen.
Het College wenschte intusschen geen po
ging achterwege te laten, die tot een ook voor
de Prov. Staten aanvaardbare oplossing zou
kunnen leiden. Zij verzochten daarom den
Minister, een Comimssie uit hun midden te
willen ontvangen, welke het standpunt nader
mondeling zou kunnen toelichten
Inmiddels was Ged. Staten gebleken, dat
het gedeelte der gemeente Velsen, waar per
soneel in dienst der Provincie standplaats
heeft, reeds volgens de bestaande bepalingen
als behoorende tot de el klasse wordt aange
merkt, zoodat het verschil in gevoelen tus
schen den Minister en het College zich nog.,
slechts beperkte tot de gemeente Bloemen
daal.
JDe Commissie uit Ged. Staten verkreeg op
6 September 1.1. gelegenheid het standpunt
mondeling aan den Minister uiteen te zet
ten en nog hij schrijven van dienzelfden dag
berichtte meergenoemde Minister, bereid te
zijn goed te vinden, dat ten aanzien van liet
te Bloemendaal gestationneerde provinciaal
personeel de door Ged. Staten voorgestane
uitzonderingsregeling zou gelden. De Minister
voegde daaraan intusschen de mededeeling
toe, dat de aldus gemitigeerde regeling op 1
October 1935 in werking zou dienen te treden
en dat hij, indien het door Ged. Staten in te
dienen voorstel onverhoopt bij de Prov. Staten
geen gunstig onthaal mocht vinden, zich in
dat geval tot zijn leedwezen genoopt zou zien,
de invoering te bevorderen van den stand
plaatsaftrek in zijn oorspronkelijken vorm,
dus zonder eene bijzondere bepaling ten gun
ste van het in de gemeente Bloemendaal ge
stationneerde personeel.
Ged. Staten verklaarden zich daarop bij
schrijven van 11 September j.l. bereid tot de
spoedige indiening van een vorostel, als door
de Minister bedoeld, bij de Prov. Staten. Al
vorens tot die indiening over te gaan, vroe
gen Ged. Staten, ingevolge voorschrift van
het „Ambtenarenreglement 1920", het advies
van de Centrale Commissie voor georganiseerd
overleg, welke daartoe op 19 September j.l.
bijeenkwam. De conclusie, waartoe de be
sprekingen in deze Commissie leidden, en die
met 8 tegen 2 stemmen werd aangenomen,
hield geen positief advies in omtrent het door
Ged. Staten in te dienen voorstel. Zij luidt
als volgt:
„Het Georganiseerd Overleg,
kennis genomen hebbende van de dwang
positie, waarin Gedeputeerde Staten geplaatst
zijn met betrekking tot de invoering van een
standplaatsaftrek, welke positie, ondanks hun
aanvankelijk verzet, geleid heeft tot hun be
reidverklaring om aan de Staten een voorstel
te doen tot invoering van dien aftrek,
lettende ook op de bedreiging, waarmede
de Minister zich bereid heeft verklaard tot een
tegemoetkoming, welke op zichzelf moeilijk
aanvaardbaar is,
van oordeel, dat onder die omstandigheden
van eenig overleg geen sprake kan zijn,
meent zich van het doen van een uitspraak
te moeten onthouden".
De Provinciale Staten komen door het slot
van 's Ministers brief voor het alternatief
te staan om de invoering van standplaats-
aftrek zonder meer af te wijzen, met als ge
volg een ongunstiger regeling van booger
hand, of het aanvaarden van dien aftrek m
gemitigeerden vorm. Dat laatstgenoemde
wijze van handelen de voorkeur verdient kan
volgens Ged. Staten niet twijfelachtig zlJn-
Op grond van het vorenstaande adviseeren
Ged. Staten tot het opnemen van een be
paling nopens standplaatsaftrek in het „Sa-
larisreglernent 1920" te bieden.
Uitverkoopen en opruimen.
Wet in het Staatsblad afgekondigd.
In het Staatsblad is afgekondigd de wet van
13 September 1935, houdende regeling he-rei-
fende het uitverkoopen en opruimen in net
winkelbedrijf.
Deze wet treedt in werking op een nades
door de Kroon te bepalen tijdstip.
L. F. J. M. Baron van
Voorat tnt Voorat
(R.K. Staatap.)