Bezuinigingsontwerp aangenomen. Aan de Staatslieden. TWEEDE KAMER Slechts op een klein onderdeel wijziging. V erkeerscoördinatie. DEN HAAG Woensdag. Op den laatsten dag van het debat over het Bezuinigingsontwerp deed Mr. Donker (s.d.) zijn intree in de Kamer. Deze parlementaire baby zal het vermoedelijk heden nog niet bijster interessant in 's lands vergaderzaal hebben gevonden. Trouwens, na het algemeen debat was, eerlijk gezegd, de aardigheid er af. Vooral ook, doordat bij de schriftelijke voor bereiding en de daarop gevolgde algemeene beschouwingen de hoofdstrijd was uitgevoch ten. Voor de besprekingen verder gingen moest de Kamer eerst eenige malen stemmen. Het amendement Duymaer v. Twist (a.r.), dat capitulanten wil behoeden voor baantjes met Zondagsarbeid Mr. Joekes (v.d.) en zijn vrienden, die gaarne ernstige gewetensbezwa ren geëerbiedigd willen zien, achten dit amen dement, dat de Minister bovendien overbodig vond, te ruim ging er met 3048 aan. Voor stemden met de anti-revolutionairen, de christelijk-historischen. de liberalen minus hun fractie-aanvoerder Dr. Bierema, een vier tal Katholieken en verder de heeren v. Hou ten (Chr. DJ, Lingbeek (Herv. Ger.) en als eenige aanwezige der Staatkundig Gerefor meerde fractie Ir. v. Dis. Het capitulanten- reglement werd met 56 tegen 26, de paragraaf betreffende verlenging van den eersten oefen tijd van de zeemacht en „het stoppen van de lekken" in het contingent met 59—23 aange nomen. In het eerste geval hadden zich bij de oppositie van sociaal-democraten, commu nisten en den heer v. Houten (Chr. D.) ook twee Katholieken gevoegd, te weten de heeren Steinmetz en IJsselmuiden. Zoo was dus ook weer dit gedeelte van het bezuinigingsontwerp er glad door gegaan en kon men aan de Waterstaat-paragrafen be- Hier was natuurlijk het onderwerp „coör dinatie van het ver keer" voor menigen spreker een vet kluif je. De heer v. Braam beek (s.d.)) betoogde, dat de verkeerscoördi- natie beter ware gere geld in de wet op de openbare middelen van vervoer, wat niet weg nam. dat hij zich met de thans voorgestelde bepalingen in hoofd zaak kon vereenigen. De vrijzmnig-democraat Ebels gaf te kennen, dat de Kamer zoo ruim mogelijk moet worden ingelicht over de regeling der verkeerscoör- dinatie. en bepleitte medewerking van Gede puteerde Staten en Gemeentebesturen. Nadat de heer v. d. Heuvel (a.r.) een soortgelijke opmerking had gemaakt omtrent de plaats waar de verkeerscoördinatie het beste behan deld ware, als de heer v. Braambeek, er nog aan toevoegende, dat bovendien wat thans het ontwerp tot verlaging deT openbare uit gaven ten dezen bevat al heel weinig bezuini ging zal opleveren, uitte Ir. Bongaerts (r.k.) zijn bezwaren tegen de z.i. nog altijd te ruime machtiging, die het aanhangige wetsvoorstel bevat. Men zorge er toch vooral voor, dat de coördinatie niet neerkome op tegenhouden van nieuwe verkeersondernemingen. Bij een bil lijke verdeeling van het verkeer moet ook plaats zijn voor opruiming van wat ver ouderd is. Nadat de heer v. Kempen (lib.) in het al gemeen zijn instemming met de ter tafel liggende regeling had betuigd, wat niet weg nam, - dat hij gaarne iets over 's Ministers visie op het coördinatievraagstuk zou ver nemen, kwam Excellentie v. Lidth de Jeude aan het woord. Preciese mededeelingen kon hij nog niet doen. De centrale verkeerscom- missie is pas sinds enkele maanden aan het werk. Zij zal nog eenige uitbreiding onder gaan, al zullen niet alle bedrijfs- en verkeers- takken er in vertegenwoordigd kunnen wor den. Wat sommiger vrees betreft, dat men uit den eenen verkeerstak de verliezen goed wil maken door een anderen tak geleden, wees de Minister er op dat de tegenstelling culmineert tusschen rail- en motorverkeer. Het is mogelijk het motorverkeer de taak te doen overnemen van verliesgevend railver keer. Hier nu treedt een eerste symptoom van coördinatie aan den dag. In het alge meen is het natuurlijk niet billijk dat de eene verkeerstak het gelag voor een ander be taalt. Overigens is het spoorwegtekort zoo groot, dat het motorverkeer het nooit kan dekken. Het halen van een streep door de spoor- weglasten is moeilijk. Zij verschijnen toch weer op de Rijksbegrooting. Gelijkheid in de bestaansvoorwaarden van de verschillende verkeerstakken te scheppen is ondoenlijk. Maar met behulp van een vergunningsstelsel kan men het evenwicht bereiken. Met het oog op aanvragen voor vergunningen zal er een centrale commissie èn een beroepsin stantie komen. Voor speciaal gewestelijke aangelegenheden zal de bedoelde commissie bijstand van Gedeputeerde Staten krijgen. Voor zoover er nog bezwaren waren ge maakt tegen de machtiging kon de Minister zich een bescheiden man noemen, want de door hem voorgestelde machtiging geldt niet, gelijk met de andere machtigingen 't geval is, voor vijf, doch slechts voor twee jaar. Van 's Ministers betoog zij alleen nog aan- geteekend, dat hij het voorloopig alleen maar een academische vraag noemde of de spoorbanen op den duur zouden moeten worden afgebroken en vervangen door we gen voor motorverkeer en dat hij mededeelde dat de Spoorwegdirectie op korten termijn voorstellen voorbereidt om tot vermindering en laten we hopen op den duur verdwij ning der tekorten te komen. Met krach tige hand zal worden ingegrepen, aangezien de harde noodzaak hiertoe dwingt. Daarbij i hoopt de heer v. Lidth de Jeude de mede- er r>or y^mer te verkrijgen. De heer v. Voorst tot Voorst (R.-K.) bleek na de uiteen zettingen van den Minister in geen en kel opzicht gerust gesteld te zijn, wat zijn in eerste in stantie geuite vrees betrof, dat het mo- torvrachtverkeer door de bij verlee ning van vergunnin gen te stellen voor waarden zoozeer be last zou worden, dat de u^-opjiLKo^ten, tot schade voor het land- en tuinbouwbedrijf, veel te hoog zou den moeten zijn. Daarom zou hij tegenstem men. Ook de heer v. d. Heuvel (a.-r.) was met eenige fractiegenooten niet tevreden. Hun ging de machtiging nog altijd veel te ver. Negen leden stemden tegen. Bij de afdeeling Sociale Zaken, gaf de heer Kupers (s.d.) uiting aan zijn verwonde ring zoo niet ontstemming over de voorstel len om de uitkeeringen van ziekte- en onge vallenwet van 80 op 70 pet. terug te brengen, wat een besparing van ongeveer 2,,2 millioen gulden oplevert, echter niet ten behoeve van de openbare kas maar van particulieren. En dus is volgens spreker heel deze regeling in dit wetsontwerp niet op zijn plaats. De heer Smeenk (a.r.) sprak zich voor terug nemen van dit voorstel uit, aangezien het z.i. onrechtvaardig is. Ook Mr. Joekes (v.d.) had ernstige bezwaren. Nu veelal de loonen reeds verlaagd zijn, achtte hij dezen maatregel te ondragelijk. Hierop voegde zich de heer Loerakker (R.K.) bij de vorige sprekers wat de heeren Bakker (c.h.), v. Houten (Chr. D.) en de Visser (comm.) eveneens deden. De heele maatregel kon hoogstens beschouwd worden als een, zij het ook uiterst bescheiden, poging om een verlichting van lasten voor het bedrijfsleven tot stand te brengen. Mr. Kor- tenhorst (R.K.) wien het wel en wee van het bedrijfsleven .na aan het hart ligt, erkende, dat dat voorstel eigenlijk in het aanhangige wetsontwerp niet meer thuis hoort. Minister Slingenberg ontkende, dat dit ge deelte van het wetsontwerp hier niet thuis zou hooren, want het zou toch ook een bespa ring in de openbare staatsuitgaven teweeg brengen, n.l. van ongeveer 20 a 25 duizend gulden. Niet veel is dit. maar van voldoende gewicht om er op te letten, vond de Minister, die nog trachtte aan te toonen, dat voor 't bedrijfleven de bezuiniging toch grooter zou zijn, dan de heer Kupers had beweerd. In de praktijk zou het neerkomen op 'n besparing van 10 pet. op de premie. Intusschen was de Minister zoo verstandig na de algeheele op positie dit onderdeel van het wetsontwerp op dit oogenblik terug te nemen. Zijne Excellen tie zal echter nog eens nagaan of er niet 'n andere regeling te treffen is, waarbij de uit keeringen over de allerlaagste loonen dan op 80 pet gehandhaafd zouden blijven. Doch thans nam Mr. Slingenberg de aangevallen paragraaf terug. Aldus kwam er voor het eerst tijdens dit debat een kleine wijziging in het bezuinigingsvoorstel, zij het dan een, die de bezuiniging zelf zoo goed als niet raakt! Maar de Regeering had tenminste getoond en dit bereikt tot gemeen overleg met de Kamer en tot eenig toegeven bereid te zijn. Nog een discussie over de ontworpen wijzi ging in de financieering van Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering. waarbij niet alleen de heer Kupers (s.d.)maar ook de heer Smeenk (a.r.) bezwaren kenbaar maakten. Deze para graaf, die gedurende de eerste vijf jaar een jaarlijksche bezuiniging van 34 millioen op levert, ging er natuurlijk zonder hoofdelijke stemming door. Zoo brak dan, via een treurzang van Mevrouw de VriesBruins (s.d.) over enkele bezuini gingen op de uitgaven van den Gezondheids raad, ten langen lesten het oogenblik aan, waarop de Kamer het groote bezuinigings ontwerp goedkeurde. Dit geschiedde nadat de heer Lingbeek i'Chr. Ger.) verklaard had uit ontevredenheid over z.i. verzuimde besparing op de salarissen vande kloosterlingen onderwijzers, tegen te zullen stemmen met 51 tegen 23. Behalve de zoo even genoemde afgevaardig de waren alleen de sociaal-democraten, de communisten, en de heer v. Houten (Chr. D.) in de oppositie. Een reeks wetsvoorstellen gingen er met enkèle hamerslagen door. Het ontwerp i.z. 1 de bevoegdheid tot eventueele uitvaardiging van uitvoerverboden ter bevordering van de internationale samenwerking in het belang1 van den vrede, gaf den heer Wijnkoop (comm.) aanleiding tot de verklaring, dat zijn fractie dit keer vóór zou stemmen, aange zien hij in deze regeling een nuttig middel zag als druk tegen oorlogsgevaar. De Kamer ging hierna uiteen tot de voor zitter aanleiding ziet om haar weer bijeen te roepen. E. v. R. Een ernstig woord van de beroemdste psychiaters. Driehonderd vijftig artsen, specia listen, waaronder professoren in de psychiatrie, directeuren van krank zinnigengestichten, directeuren van zenuwinrichtingen, zenuwartsen en psychologen, hebben een adres ge richt tot de staatslieden van de we reld, de ministers in alle kabinetten van alle landen, waarin zij een be roep doen op hun invloed tot tempe ring van oorlogsstemming. De psy chiaters, die het adres teekenden, be- hooren tot alle nationaliteiten. Er zijn vele Nederlanders onder, maar ook vele Engelschen, Fransclien, Amerikanen, Aziaten en zelfs een tiental Duitschers en enkele Italia nen, die eveneens voor hun overtui ging hebben willen uitkomen. Deze bloem van de psychiatrische weten schap en de practijk heeft het vol gende adres tot de staatslieden over de geheclc wereld gericht: „Aan de Staatslieden. „Wij psychiaters, wi^r taak het is om het normale en ziekelijke geestesleven te door- vorschen en met onze kennis het menschdom te dienen voelen ons gedrongen als artsen een ernstig woord tot u te richten. „Er heerscht in de wereld een geestes gesteldheid die groote gevaren in zich bergt voor het leven der volken, daar zij zou kun nen voeren tot een manifeste oorlogspsy chose. „Oorlog beteekent dat alle vernielende krachten door het menschdom op zichzelf worden los gelaten „Oorlog beteekent dat de techniek het menschdom zal ten gronde richten. „Zooals bij alle menschelijk gebeuren, zoo spelen ook in het zoo gecompliceerde oorlogs- IJMUIDEN De loggerreeders en het uitvaarverbod. Uitvoering K. B. voorloopig opgeschort. Ala gevolg van het door de Visscherij- Centrale ingevoerde uitvoerverbod voor sche pen, welke na 1 Januari 1934 van eigenaar zijn verwisseld zouden niet minder c.an 17 Katwijksche loggers moeten worden opgelegd, dit zou 110 zeelieden werkloos hebben ge makt en een loonderving van f 1400 hebben veroorzaakt. Dezer dagen werd in een te Katwijk aan Zee gehouden vergadering, - uitgeschreven door het bestuur van den Nederl. Bond van Chr. Fabrieks- en Transportarbediers besloten tegen dezen maatregel schriftelijk te pro testeeren. In een uitvoerig schrijven werd daarop aan dit besluit gevolg gegeven. Naar „Toenadering", thans mededeelt is het dank zij dit optreden en de medewerking van den burgemeester van Katwijk, gelukt de uitvoering van dezen maatregel opgeschort te krijgen. VERSCHE-HARINGVISSCHERIJ. We lezen in „Toenadering". Wat ons te wachten staat met de versche- haringvisscherij is nog even onzeker, als toen we de vorige week een kort resumé schreven over de onderhandelingen met de werkgevers. Het eerste en tot op heden nog eenige schip dat vanuit Scheveningen vaart, valt nog onder de oude condities, dus onder het garantieloon. De werkgevers hebben nog niets naders van zich laten hooren. Wellicht wordt ook in hun kring gevoeld dat het toch te veel gevraagd is van de vis- schers om zonder garantieloon naar zee te gaan. Wellicht zijn ze aan 't overwegen, op welke wijze die visscherij ook beperkt kan worden. Vanzelfsprekend is het uitgesloten te achten, dat de geheele vloot ter versche-haringvangst loonend zal kunnen visschen. Als van dit laatste sprake zal zijn, dan zal de aanvoer beperkt moeten worden door het aantal schepen in te krimpen. Doet men dat niet, dan zal dit tot gevolg hebben, dat de prijs zoodanig inzinkt, dat er niets van terechtkomt Om deze visscherij uit te gaan oefenen zon der den arbeiders een weekloon van 14 te garandeeren, zou echter immoreel zijn. Laat men nu niet aankomen met het praatje dat de menschen toch vrij zijn. Wat dat be teekent weten we maar al te goed. 't Beteekent niets anders dan dat men van de nare omstandigheden waarin de menschen verkeeren, misbruik wil maken. We willen echter hopen dat het niet zoo ver zal komen PROLETARISCHE VRIJDENKERS. De afdeeling IJmuiden van den Bond van Proletarische Vrijdenkers belegt Maandag 7 October a.s. een vergadering in het voormalig kerkgebouw aan de Willebrordstraat. Als spre kers zullen optreden de heeren Mulders en M. Beversluys, die zullen spreken over „Leven en strijd van Bisschop Brown uit Noord-Ame- rika. DE NOORDZEE SLUIZEN. Door de Noordzeesluizen zijn in de maand zijn in de maand September geschut: uit zee 271 stoom_ en motorzeeschepen met een in houd vn 1.689.346 M3., 147 visschersvaartuigen met 8950 M!3. en 551 binnenvaartuigen met 78.966 M3. en naar zee 246 stoom- en motor zeeschepen met 1.519.438 M3., 119 visschers- wartuigen met 7995 M3. en 553 binnenvaar tuigen met 93.934 M'3. Totaal 1887 schepen met een inhoud van 3.398.409 M3. PERSONALIA. De directeur van den gemeentelijken ge neeskundigen en gezondheidsdienst, Dr. L. S. Lhnborgh Meyer is ongesteld en moet voor loopig het bed houden BURGERLIJKE STAND. HAARLEM, 2 October. Bevallen 1 October: M. W. Visbeenvan Grootveld, z. Overleden 29 September: W. EijssenBen jamin, 81 j., Leidsclievaart; 30 September: G. R. de Vreede, 28 j., Hazepaterslaan; N. Heeren, 40 j., Kamperlaan; W. C. Kleijwegt, 25 j., Gasthuisvest. probleem zielkundige factoren een zeer be langrijke rol. „Zal de oorlog vermeden worden, dan moe ten de volken en hun leiders zichzelf in hun verhouding tot den oorlog leeren kennen. Door zelfkennis kan een wereldramp voor komen worden. „Wij vestigen daarom uw aandacht op het volgende „1. Er bestaat een schijnbare tegenstrij digheid tusschen den bewusten indivïdueelen afkeer van den oorlog en de collectieve be reidheid om oorlog te voeren. „De verklaring hiervan ligt in het feit dat de mensch zich geheel anders gedraagt, voelt en denkt als zelfstandig individu dan als onderdeel van een collectiviteit „In de cultuurmensch van de 20ste eeuw leven nog krachtige, wilde en destructieve instincten, die niet of slechts ten deele zijn gesublimeerd en deze kunnen losbreken zoo dra de gemeenschap waartoe hij behoort zich in gevaar meent te bevinden. Het on bewuste verlangen om die primitieve in stincten te kunnen botvieren, ongestraft, ja zelfs beloond, bevordert in hooge mate de bereidheid tot den krijg. „De strijdinstincten, in goede banen ge leid, leveren energie voor veel dat goed en nuttig is, doch zij kunnen een chaos veroor zaken indien zij ongeteugeld in actie komen, gebruik makend Van de grootste vindingen van het menschelijk intellect. „2. De volken toonen een angstwekkend gebrek aan realiteitsbesef. De populaire ideeën over oorlogvoering, zich symbolisch uitend in parade uniformen en militair ver toon passen in het geheel niet meer bij den oorlog zooals hij in werkelijkheid is. „Verwonderlijk is ook de apathie ten op zichte van de schadelijke handelingen en intriges der internationale wapenindustrie gezien de gevaren waarin deze hen dreigt te voeren. Men moest beseffen dat het dwaas is om te dulden dat enkelingen persoonlijk voordeel kunnen hebben bij den dood van millioenen menschen. „Wij raden u dringend den werkelijkheids zin en de collectieve zucht tot zelfbehoud van de volken wakker te schudden daar deze de machtigste bondgenooten zijn tegen den oor log. ..Het verhoogen van het zedelijk en gods dienstig besef bij de volken kan in dezelfde richting werken. „3. Uit redevoeringen van bekende staats lieden is herhaaldelijk gebleken, dat vele van hen even simplistische opvattingen hebben Het feest van Leiden's Ontzet. Sprookjesland in de Sleutelstad. Der traditie getrouw werd de jaarlij ksche herdenking van Leiden's ontzet Woensdag avond ingezet met een taptoe aan den voet van het standbeeld van burgemeester Pieter Adriaanszoon van der Werff, waaraan door een groot aantal vereenigingen werd deel genomen en waarvoor groote publieke belang stelling bestond. De feestdag zelf werd van morgen om 7 uur ingeluid met een door de Leidsche politiemuziek geblazen reveille van het balcon der Stadsgehoorzaal, gevolgd door stemmige koraalmuziek in het van der Werffpark, waarbij Leiden's burgervader, mv. A. van de Sande Bakhuyzen de nagedachtenis van zijn roemruchten voorganger eerde door zijn standbeeld met een krans in de stads kleuren te sieren. Tezelfder tijd ving voor het historische Waaggebouw de uitreiking der traditioneele feestgave, haring en wittebrood, aan. welke dit jaar aan 3276 personen werd uitgedeeld. Terwijl treinen, trams en autobussen dui zenden vreemdelingen binnen de feestvieren de Sleutelstad brachten, werden er in de mor genuren tal van muzikale ommegangen ge houden, waarvan de intocht van het Urker Muziekkorps, de grootste belangstelling trok. Behalve door den burgemeester werden de eilandbewoners ontvangen door het Leidsch Studentencorps in de sociëteit Minerva". Voor de jeugd waren er inmiddels wedstrij den op rolschaatsen georganiseerd. De hoofdschotel van het uitgebreide feest- menu zou worden gevormd door een Ooster- schen optocht, getiteld „Haroen-al-Razjid, Kalief van Bagdad en Aladdin en de Wonder lamp, ontwerp van den heer W. van Rossum du Chattel, eerelid der 3 October-vereeniging, uitvoering de heer Jan de Quack, architect te Den Haag. MINISTER SLINGENBERG NAAR OMMEN. Naar wij vernemen zal de minister van sociale zaken mr. Slingenberg zich Vrijdag a.s. in gezelschap van den directeur generaal der steunverleening en werkverschaffing naar Ommen begeven om op het landgoed Eerde een jeugdkamp te openen. Verhooging van een aantal belastingen. Aangekondigd wetsontwerp ingediend. Ingediend is een wetsontwerp tot heffing van opcenten op enkele belastingen ter ver sterking van de inkomsten van het Werk- loosheidssubsidiefonds. In de nota, betreffende den toestand van 's Rijks financiën, overgelegd bij de ontwer pen van wet tot vaststelling der Rijksbe grooting voor het dienstjaar 1936, aldus de toelichting, heeft de regeering de redenen ontvouwd, die nopen tot het doen van voor stellen ter versterking van de inkomsten der begrooting voor 1936 van het Werkloosheids- subsidiefonds. Dit wetsontwerp beoogt om het daar aangekondigde voornemen, voorzoo ver betreft de heffing van opcenten op een aantal, mede in die nota vermelde belastin gen, uitvoering te geven. Zooals men weet, zijn voorgesteld: 20 opcenten op de successie- en schenkingsrechten, de registratierechten, de evenredige zegelrechten, de dividend- en. .tan tièmebelasting, de omzetbelasting. Artikel 2. Het van de heffing uitgezonderd registratierecht is dat, hetwelk geheven wordt wegens plaatsing en storting van ka pitaal in naamlooze vennootschappen. De mi nister acht het niet wenschelijk dit recht, dat vooral in de tegenwoordige tijdsomstandighe den bij reorganisatie van vennootschappen reeds vrij drukkend is, nog te verhoogen. De toelichting van art. 3 zegt: Voorgesteld wordt de heffing te beperken tot de z.g.n. evenredige zegelrechten. Het tijdelijk heffen van opcenten op het formaatzegel en op de zg.n. vaste zegelrechten stuit zoowel wat de invordering als wat de controle betreft op zoodanige bezwaren van technischen aard, dat de minister gemeend heeft hiervan te moeten afzien. Artikel 4. Door de opcentenheffing worden voor wat betreft de dividend- en tantième- belasting getroffen zoowel de winstuitdee- lingen als de salarissen, welke ten laste van een in 1936 eindigend boekjaar worden ge bracht. over den oorlog als de middelmatige mensch. „De beweringen als: „De oorlog is het hoogste hof van cassatie", en „De oorlog is een noodzakelijk uitvloeisel van Darwin's leer" zijn onjuist en gevaarlijk, gezien de huidige realiteit van den oorlog. Zij maskee- ren primitieve macht- en vechtinstincten en moeten dienen om de oorlogsbereidheid bij het eigen volk te stimuleeren. „De suggestie, die er van redevoeringen van leidende stataslieden uitgaat is groot en kan zeer gevaarlijk zijn. De oorlogsgeest, zoo gemakkelijk opgeroepen is niet meer te be zweren. Men herinnere zich het parool van 1914: „Het vaderland is in gevaar" en zijn uitwerking op de volken. „Volken kunnen, evenals individuen, neu rotisch worden; door angstvoorstellingen en waandenkbeelden meegesleurd kunnen zij komen tot voor henzelf en andere volken le vensgevaarlijke avonturen. „Wij psychiaters verklaren dat onze we tenschap zoover gevorderd is. dat zij zeer goed in staat is om werkelijke, voorgewende en onbewuste motieven te onderscheiden, dus ook bij staatslieden. „De geschiedenis zal over die staatslieden oordeelen, die hun volken militair drillen en daarbij steeds over vrede praten „Zij vooral zullen de verantwoording dra gen voor de onafzienbare ellende, die een nieuwe oorlog zou brengen „De organisatie der volkerengemeenschap is ver genoeg gevorderd om, bij een juist ge bruik, de staatslieden in staat te stellen ge meenschappelijk iederen oorlog te voorko men. „Nadrukkelijk wijzen wij er op dat zelfs oprecht gemeende betuigingen van vredes gezindheid nog geen waarborg bieden dat de vaste wil bestaat blijvend den vrede te hand haven, zoo noodig ten koste van nationale offers. „Mochten sommige staatslieden van mee ning zijn dat het apparaat ter verzekering van den vrede nog niet goed genoeg georga niseerd is, dan raden wij hen aan evenveel energie en geldmiddelen daarvoor beschik baar te stellen als zij thans doen om de be wapening van hun land te versterken. „Wij eindigen met onze bewondering uit te spreken voor die staatslieden, die door hun handelingen toonen dat hun cultureele en moreele ontwikkeling reeds zoover gevorderd is, dat zij de volkeren naar 'n hechten vrede kunnen voeren; naar onze meening zijn zij uitsluitend bevoegd om op te treden als lei ders der volken". DONDERDAG 3 OCT. 1935 Het provinciaal personeel. De standplaatsaftrek. Een concessie voor ambtenaren der Provinciale bedrijven en het Ziekenhuis bii Santpoort. Ged. Staten van Noord-Holland doen aan de Prov. Staten opnieuw een voorstel tot op neming in het „Salarisreglement 1920", van een bepaling betreffende standplaatsa'ftrek welke bepaling op een bepaald onderdeel in gunstigen zin belangrijk afwijkt van die, ver vat in hun voordracht van 26 Juni 1935*. lm. mers daardoor zullen 315 ambtenaren van de Provinciale Bedrijven en het personeel van het Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort buiten de regeling vallen. Ter toelichting van dit voorstel doen Ged. Staten in de eerste plaats mededeeling van het nadere overleg, dat tusschen den Minister van Bimienlandsche Zaken en hun College omtrent de aangelegenheid heeft plaats ge vonden. Nadat Ged. Staten bij schrijven van 24 Juli 1935 aan den Minister hadden medegedeeld, dat zij na kennismaking van het rapport der Commissie uit de Prov. Staten belast met het onderzoek van de bovenaangeduide voor dracht, het op den standplaatsaftrek betrek king hebbende gedeelte dier voordracht had den teruggenomen en te dier zake opnieuw met de Regeering in overleg wenschten te treden, ontvingen zij van den Minister een telegram, waarin er op werd aangedrongen de kwestie van invoering van standplaats als nog in de eerste gewone zitting der Prov. Staten te doen behandelen. Dit telegram werd echter een uur, nadat de zitting in naam der Koningin was gesloten, ter provinciale griffie bezorgd. De Voorzitter van het College stelde zich daarop onverwijld telefonisch met den Minister van Binnen- landsche Zaken in verbinding en deelde dezen mede, dat het dientengevolge onmogelijk was nog aan het verzoek, in het telegram vervat, te voldoen. Bij brief van Ged. Staten van 31 Juli 1935, bevestigden zij het door den Voorzitter tele fonisch medegedeelde, en berichtten boven dien, dat de bezwaren, welke bij de meerder heid van hun College tegen den standplaats aftrek bestonden, voor een groot deel zouden zijn weggenomen, indien Zijne Excellentie er in zou kunnen berusten, dat de gemeenten Bloemendaal en Velsen voor de toepassing van dien aftrek zouden worden gerekend tot de eerste klasse te behooren. De Minister bleek evenwel, blijkens zijn schrijven van 9 Augustus 1935, niet bereid goed te vinden, dat ten aanzien van de beide bovengenoemde gemeenten een afwijking in dien zin in het leven zou worden geroepen. Het College wenschte intusschen geen po ging achterwege te laten, die tot een ook voor de Prov. Staten aanvaardbare oplossing zou kunnen leiden. Zij verzochten daarom den Minister, een Comimssie uit hun midden te willen ontvangen, welke het standpunt nader mondeling zou kunnen toelichten Inmiddels was Ged. Staten gebleken, dat het gedeelte der gemeente Velsen, waar per soneel in dienst der Provincie standplaats heeft, reeds volgens de bestaande bepalingen als behoorende tot de el klasse wordt aange merkt, zoodat het verschil in gevoelen tus schen den Minister en het College zich nog., slechts beperkte tot de gemeente Bloemen daal. JDe Commissie uit Ged. Staten verkreeg op 6 September 1.1. gelegenheid het standpunt mondeling aan den Minister uiteen te zet ten en nog hij schrijven van dienzelfden dag berichtte meergenoemde Minister, bereid te zijn goed te vinden, dat ten aanzien van liet te Bloemendaal gestationneerde provinciaal personeel de door Ged. Staten voorgestane uitzonderingsregeling zou gelden. De Minister voegde daaraan intusschen de mededeeling toe, dat de aldus gemitigeerde regeling op 1 October 1935 in werking zou dienen te treden en dat hij, indien het door Ged. Staten in te dienen voorstel onverhoopt bij de Prov. Staten geen gunstig onthaal mocht vinden, zich in dat geval tot zijn leedwezen genoopt zou zien, de invoering te bevorderen van den stand plaatsaftrek in zijn oorspronkelijken vorm, dus zonder eene bijzondere bepaling ten gun ste van het in de gemeente Bloemendaal ge stationneerde personeel. Ged. Staten verklaarden zich daarop bij schrijven van 11 September j.l. bereid tot de spoedige indiening van een vorostel, als door de Minister bedoeld, bij de Prov. Staten. Al vorens tot die indiening over te gaan, vroe gen Ged. Staten, ingevolge voorschrift van het „Ambtenarenreglement 1920", het advies van de Centrale Commissie voor georganiseerd overleg, welke daartoe op 19 September j.l. bijeenkwam. De conclusie, waartoe de be sprekingen in deze Commissie leidden, en die met 8 tegen 2 stemmen werd aangenomen, hield geen positief advies in omtrent het door Ged. Staten in te dienen voorstel. Zij luidt als volgt: „Het Georganiseerd Overleg, kennis genomen hebbende van de dwang positie, waarin Gedeputeerde Staten geplaatst zijn met betrekking tot de invoering van een standplaatsaftrek, welke positie, ondanks hun aanvankelijk verzet, geleid heeft tot hun be reidverklaring om aan de Staten een voorstel te doen tot invoering van dien aftrek, lettende ook op de bedreiging, waarmede de Minister zich bereid heeft verklaard tot een tegemoetkoming, welke op zichzelf moeilijk aanvaardbaar is, van oordeel, dat onder die omstandigheden van eenig overleg geen sprake kan zijn, meent zich van het doen van een uitspraak te moeten onthouden". De Provinciale Staten komen door het slot van 's Ministers brief voor het alternatief te staan om de invoering van standplaats- aftrek zonder meer af te wijzen, met als ge volg een ongunstiger regeling van booger hand, of het aanvaarden van dien aftrek m gemitigeerden vorm. Dat laatstgenoemde wijze van handelen de voorkeur verdient kan volgens Ged. Staten niet twijfelachtig zlJn- Op grond van het vorenstaande adviseeren Ged. Staten tot het opnemen van een be paling nopens standplaatsaftrek in het „Sa- larisreglernent 1920" te bieden. Uitverkoopen en opruimen. Wet in het Staatsblad afgekondigd. In het Staatsblad is afgekondigd de wet van 13 September 1935, houdende regeling he-rei- fende het uitverkoopen en opruimen in net winkelbedrijf. Deze wet treedt in werking op een nades door de Kroon te bepalen tijdstip. L. F. J. M. Baron van Voorat tnt Voorat (R.K. Staatap.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2