VOOR DE VROUW DE VROUW IN DE XXe EEUW. Ons Wekelijksch Knippatroon. Brieven van de Hei. Nieuwe Uitgaven 'arijsche nieuwtjes. VRIJDAG 11 OCT OB ER 1935 Nr. 587 A. Allereerst blousje van donkere geruite wollen stof. De garneering bestaat uit mouwkapjes en breede kraag van wit piqué. Benoodigd materiaal van het blousje: 1.75 M. wollen stof van minstens 80 cM. breedte en 1 M. wit pique van 95 cM. breedte. Prijs van dit patroon 38 ets. per stuk. .Nr. 587 B: Aardige rok van diagonaal ge streepte wollen stof. De beide punten vormen aan de bovenzijde zakjes. Benoodigd materiaal: 2 maai de hoogte van de rok plus 20 cM. Prijs van het patroon 38 ets. per stuk. Nr. 574: bijzonder- leuk, jeugdig kleedend mantelpakje van soepel wollen stof. De een voudige stikselgarneering maken, dat het costuum dat zoowel voor gekleede als voor sportieve gelegenheden in aanmerking komt. Benoodigd materiaal: 3.50 meter van 130 cM. breedte. Prijs van het patroon 70 ets per stuk. Deze patronen zijn tegen bovenvermelde prijzen in alle maten te verkrijgen bij de „Af- deeling Knippatronen" van het bureau van dit blad, 'Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling van een der patronen duidelijk net gewenschte nummer en tevens de verlang de maat, d.w.z. boven-, taille-, heupwijdte enz. op te geven. Gelieve verder naam en adres zoo volledig en nauwkeurig mogelijk te vermelden; P}en voorkomt daardoor onnoodige vertcra- in de opsturing. KEESJE KOMT MET MOEDER OP BEZOEK. „Waarom doe je nou zoo oud?" Van den eersten dag af dat we hier wonen, ben ik bevriend met Keesje. Hij rolde door de hei, groef met z'n kleine jongensknuistjes een kabouterhol achter in den moestuin, en liep een groote zwarte veeg over zijn linker wang op toen hij probeerde onder de laagst- af.hang.ende takken van de Larix door te kruipen. Ik maakte de garage schoon en liep mijn zwarte veeg over mijn rechterwang op, toen ik probeerde zonder trapje de oude tuinparasol op de vliering te stoppen. Dit bracht een saamhoorigheid, die tot hechte vriendschap zou leiden. Elk oogenblik kan zijn hooge juichende stemmetje mij nu tijdens mijn werk verras sen met een „kijkis 'k heb bloemen voor je" maar meestal met een „oehoe! Wat doe je? Doe je schoonmaak?" Door dit laatste zou u misschien veronderstellen, dat ik tot de netste en ijverigste huisvrouwen ben gaan behooren. Maar 't is slechts een nasleep van enkele vacantie-weken-met-logés Maar vanmorgen had Keesje groot nieuws. Hij dacht er zelfs niet eens over de wasch, die buiten hangt te drogen, te bewonderen, om dan met een verbaasd gezicht te vra gen: „Is dat allemaal van jou?", maar hij liep regelrecht door naar het terrasje. „Me moeder komt vanmiddag bij je" zei hij plechtig. „En je moét zeggen of het kan". Natuurlijk kon het, en Keesje is hard naar huis geloopen om de boodschap over te brengen. Dit wordt nu dus de eerste officieel® vi site, want hoewel ik Keesje nu al drie we ken ken, en Keesjes moeder me uit al zijn gebabbel niet vreemd gebleven is, zal ik van middag toch maar de houding van „visite- ontvangende-gastvrouw" moeten aannemen. Om drie uur zet ik thee. Ik heb me netjes in een „dames-japon" gestoken, na minstens vijf minuten aan een rechte scheiding ge werkt te hebben. Dan gaat de bel met een kort. afgemeten getinkel over; Keesjes moe der in mantelcostuum, staat voor mij. Kees je zelf is onherkenbaar juist gewasschen, is hij vijf tinten lichter dan ik hem ooit ge zien heb. Hij zit nu netjes op een stoel, en zegt „dank u wel" als ik hem thee geef. We doen allebei wat onwennig. Keesjes moeder is eigenlijk de eenige, die zich thuis voelt, Ze babbelt over allerlei, ze prijst ons huisje, ze heeft kennissen die precies dezelfde gordijnen hebben. Ze houdt niet van mijn cactussen, en ze zal mij eens een neef van een vriendin van haar moeder sturen, omdat die zulke lekkere thee verkoopt, en niet eens duur ook. Keesje zegt weinig. Hij kent zijn moeder blijkbaar in een dergelijk „op-visite-zijn"- stadium. Maar mij observeert hij met zicht bare belangstelling. Eindelijk wordt 't hem toch te machtig, en hij vervalt in onzen da gelij kschen spreektrant. „Zeg, waarom doe je nou zoo oud", zegt hij opeens op bestraffenden toon. Dit vindt Keesjes moeder blijkbaar een welkom oogen blik om op te stappen. Je kunt duidelijk zien dat ze maar half ingenomen is met deze nieuwe vriendin van haar zoon. „Geen con versatie" staat er streng en afkeurend op haar gezicht te lezen. En waardig wandelt zij weg. Keesje is opgelucht. Bij de deur is hij niet meer te houden. „Morgen kom ik vroeg", zegt hij, „en doe je dan weer mee konijntjes vangen? Ik neem wel zout mee". Ik ben verrukt over dit plan. Nu ontdek ik pas goed dat mijn waardige visite-japon vandaag misplaatst was. Ik ren naar boven en trek weer een katoenen bloemetje aan. H. V. D. S. MAALTIJDEN VOL AFWISSELING Wij beleven een slechten nazomer, daar is ieder het over eens. En vooral sinds de zomer tijd voorbij is, hebben we nog meer het gevoel, dat de zomer ergens in een ver verschiet is verdwenen en dat we al middenin den herfst zitten. Dat beteekent voor veel huisvrouwen: meer thuis zijneten eerste omdat het weer te weinig aanlokkelijk is om uit te gaan, ten tweede, omdat de dagelij ksche gang van zaken belet, dat zij zooveel uitgaat als in de zomer- en vacantiemaanden. Het gevolg hiervan is, dat velen zich weer eens wat meer met de keuken inlaten, ook al omdat de tijd van overvloed van zomergroenten en vruchten voorbij is, en het daardoor moeilijker wordt, smakelijke maaltijden met de noodige afwisseling te bereiden. Wie het zich erg gemakkelijk wil maken, brengt iederen dag van iedere week hetzelfde op tafel, maar men mag toch tegenwoordig wel veronderstellen, dat in slechts enkele ge zinnen deze ouderwetsehe methode nog maar gevolgd wordt. Evenals trouwens de gewoonte om op eiken werkdag hetzelfde dessert aan de huisgenooten voor te zetten, een zoogenaamd gezond dessert, maar dat met heel weinig moeite en zonder onkosten uitstekend ge- variëerd kan worden voor iederen dag. In deze eentonigheden is in de laatste tien tallen van jaren al een zeer groote verbete ring gekomen, maar zijn de verschillende ge rechten dan al afwisselend genoeg, in het schema is al heel weinig verandering in veel gezinnen. Daar geldt de vaste stelregel: vleesch, aardappelen, groenten en „iets toe" en dan voor den Zondag nog soep vooraf. Dit vaststaande schema wordt iederen dag, jaar in jaar uit als norm aangenomen, en al zijn gerechten dan ook vol afwisseling, deze een maal aangenomen volgorde moet en zal blij ven bestaan. En toch is het niet moeilijk om ook daarin eens wat afwisseling te brengen. Daarmee bedoelen wij niet, dat op een kwaden dag de zaak eens op zijn kop gezet moet wor den, zooals men als dwaas experiment wei eens heeft uitgehaald: beginnen bij het des sert en eindigen met de soep. Maar om te be ginnen kan de soep, die alleen voor den Zon dag geldt, ook weieens in de week aan bod komen; duurder behoeft de maaltijd daarom niet te worden, dan vervalt het dessert en de kosten blijven dus hetzelfde. Of in plaats van soep neemt men een koude of warme schotel vooraf en laat eveneens het dessert vervallen, vervangt het misschien in een royale bui door vruchten of beschuit met kaas en dan ziet het maal er al wat anders uit. Maar de hoofdzaak schuilt in het eentonige rijtje: vleesch, aardappelen, groenten, en ook dat kan heel goed afgewisseld worden door andere combinaties. In plaats van vleesch worden de groenten eens tot hoofdschotel gepromoveerd, zooals bij gevulde kool bijvoorbeeld het geval is. Of de aardappelen, die altijd de onmisbare bijloopers zijn, worden als aardappelcroquetjes, waarin ham vermengd is, hoofdgerecht met sla of met spinazie. Hierbij gaan wij dan nog van het standpunt uit, dat de combinatie vleesch, groenten en aardappelen, die natuurlijk niet zonder reden in verband met de voedingswaarde in hét leven is geroepen, noodzaak is. En toch zijn er dan al genoeg variaties te bedenken en de kookboeken helpen ons in dit opzicht tegen woordig uitstekend. Maar nog grooter kan de afwisseling worden, wanneer de traditie van dit drietal grondgerechten ook zoo nu en dan eens wordt losgelaten, waardoor geheel nieuwe combinaties mogelijk worden. Daarbij helpen eveneens de kookboeken in niet geringe mate, en wie zich met deze manier van af wisseling in de maaltijden wat vertrouwd heeft gemaakt, geholpen door menu's, door anderen bedacht, zal op den duur zelf zulke maaltijden kunnen bedenken en daardoor de mogelijkheden voor afwisseling kolossaal zien uitgebreid. Misschien zal er in het gezin wel eenige tegenstand te overwinnen zijn in het begin: vooral het mannelijk deel van het gezelschap als het wat ouder wordt, is geneigd om het te laten zooals het is, vooral wanneer de noo dige variatie toch al aanwezig was. Maar die tegenstand zal wel verdwijnen, wanneer de nieuwe maaltijden smakelijk zijn klaarge maakt, en wanneer men vooral zijn doel niet voorbijloopt door de oude combinatie radicaal af te schaffen: het is juist bedoeld als uit breiding van de mogelijkheden, en niet als afschaffing van het oude en beproefde E. E. J.—P. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK ZONDAG: Tomatensoep Schotel van spinazie met spiegeleieren op geroosterd brood, Pommes Frites, Appelcompöte. MAANDAG: Runderrollade, Andijvie, Aardappelen, Citroenrijst. DINSDAG: Rest van de runderrollade, laag om laag verwarmd, met plakken ham. Slaboonen, Gebakken aardappelen, Caramelvla WOENSDAG: Varkenskarbonaden, Bloemkool, Aardappelen, Rijstrand met gestoofde pruimen. DONDERDAG: Groentesoep, Kalfsragout, Aardappelpurée, Sla, Beschuit met kaas. VRIJDAG: Gebakken schol, Worteltjes, Aardappelen, Griesmeelpudding met amandelen. ZATERDAG: Biefstuk, Gebakken aardappelen, Witte boonen, Vruchten. In de schaduw eener vrouw. Bij' J. L. Joachimsthal te Amsterdam is ver schenen: ,,In de schaduw eener vrouw", door Henri Duvenois, in de geautoriseerde verta ling van Andries de Rosa. De zeven pijlers, door W. Fernandez Florez. N.V. Weieldbiliotheek te Amsterdam gaf uit „De zeven pijlers" (Las siete columnas) van den Spaanschen schrijver W. Fernandez Florez, Hét boek is vertaald door H. van der Leeuw. Het bandontwerp is van A. Boumees- ter. Stoere zwoegers door Caroline Miller. een roman, die met den Pulitzerprijs en den prix fémina is bekroond, vertaald door G. van Nes-Uilkens. „Bridge zonder leeraar' door Carat. „Bridge zonder leeraar, volgens dee nieuw ste telling" is een boekje dat Carat, de bridge- redacteur van de Haagsche Post heeft ge schreven en dat N.V. H. P. Leopold's Uit geversmaatschappij in Den Haag uitgaf. Even naar Indië door Edward Startz Wij ontvingen „Even naar Indië", een boek over* het vliegerleven door Edward Startz, dat werd uitgegeven bij A. J. G. Strengholt's Uit geversmij. N.V. te Amsterdam en dat ge ïllustreerd is door Wladlmir Bielkine. Haar Arbeidsmogelijkheid. Het lot van het voorontwerp tot inperking van den arbeid der vrouw is nog lang niet beslist, maar reeds deden zich vele stemmen hooren tegen deze poging om het meisje op lateren leeftijd de fabriek en het kantoor te doen betreden en haar voor sommige soorten werk den pas af te snijden. Deze stemmen kwamen niet enkel uit het feministisch kamp hoewel men daar zonder buitengewoon warm te loopen voor den arbeid der vrouw in de fabriek beseft, dat elk begin van ver drijven der werkende vrouw uit door haar veroverd arbeidsterrein, de positie versterkt van hen,' die aansturen op het geheel terug dringen van de arbeidster naar het zeer klei ne hoekje van den arbeid in de zoogenaamd vrouwelijke beroepen, waarvan een deel reeds is overgegaan naar de fabriek Geen wonder dus, dat de vereenigingen, welke op de bres staan voor vrouwenbelangen, ondanks de onzekerheid der tijden, die velen onverschil lig doet neerzien op al wat er gebeurt, en de opvoeders doet weifelen bij het kiezen van een toekomst voor hun pupillen, meenen thans meer dan ooit te moeten opkomen voor de belangen der jonge meisjes, welke ook de belangen der maatschappij zijn. Want deze is er niet mee gediend, wanneer zij niet kan beschikken over de werkkracht en toewijding van de begaafdsten, van welk geslacht dezen mogen zijn, dus niet met uit sluiting van eenige categorie van werkers. Zij profiteert er evenmin van, als de eens eco nomisch onafhankelijke ongehuwde vrou^ weder gaat steunen op haar broeders, en dezen daardoor belet te huwen, en evenmin als de a.s. moeders en tantes gevangen zitten in een klein belangenkringetje, de wereld niet kunnen verrijken met nieuwe idealen. En de vrouw, wier opleidingsmogelijkheid wordt verminderd, als gevolg van een streven haar te verdrijven van de arbeidsmarkt, komt weer op lager geestelijk peil te staan, tot schade van de gemeenschap. Toch gebruiken velen de crisis als verontschuldiging om de vrcuw tot den zondebok te maken, haar te verwijten, dat zij den man zijn werkgele genheid ontneemt, terwijl toch de werkloos heid juist het belangrijkst is, in de beroepen, waar de vrouw niet mede concurreert! Wat kunnen de benadeelden en bedreigden doen? Protesteeren? Beter is'het den positieven weg te volgen, te trachten te voorkomen, anderen te overtuigen, dat het algemeen belang ge baat is door vrouwen met heldere hoofden, die kunnen aanpakken; beter is het de opr voeders voor te lichten omtrent de wegen, welke nog openstaan, de noodzakelijkheid van een opleiding, zooveel mogelijk overeenkom stig den aanleg en de beschikbare middelen. Van dit inzicht sprak een bijeenkomst door de Haagsche afdeeling van de Vereeniging van Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsbur gerschap georganiseerd, om deze groepen belanghebbenden door een bevoegde te laten wijzen op de levenshouding, welke in deze past. Er was een rrij groote opkomst van ge- noodigden, want de spreekster, mejuffrouw Wiener is een leerares, die het vertrouwen geniet van vele leerlingen en haar ouders. Ên zij behandelde haar onderwerp niet fel, maar rustig en logisch, met het idealisme, dat niemand wil beletten haar roeping te vol gen, als haar gaven liggen op een terrein, dat weinig succes belooft, maar wel waarschu wend^ tegen zelfoverschatting en voor de ge ringe vooruitzichten in sommige beroepen, waar de vrouw nagenoeg geheel uitgescha keld wordt of de markt volstrekt overladen is. Het trof daarbij dat zij den ondernemen- den vrouwen in het bedrijfsleven nog wel een kans gaf, het-' de apothekersassistente in een drogisterij haar geluk wilde beproeven, of de vrouw met huishoudelijke opleiding en zakenkennis de leiding van hotel of pension op zich neemt. Voor een enkele meende zij zelfs mogelijkheid te zien in den boekhandel, mits zij goed onderlegd was en iets nieuws aandurfde als tentoonstellingen etc. Zij dacht voorts aan een zaak, waar de kunstlievende vrouw foto's zou ontwikkelen van de amateur fotografen en ook aan fotografeeren voor films. En vooral liet zij het licht vallen op de mogelijkheid van het combineeren van meer dan een opleiding of beroep, zooals die van verpleegster en huishoudkundige, of de tand- technica, die assistente zou kunnen zijn van den tandarts, etc. Durf en fantasie, naast kennis van het bestaande zullen hier van nut zijn. Mejuffrouw Wiener kon niet volle dig zijn ze liet de vliegstewardess bijv. on besproken, vermoedelijk omdat de ervaring hier nog onvoldoende is maar zij, die er meer van willen weten, kunnen zich vervoe gen bij het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid Van Speykstraat 30 Den Haag. Hoofdzaak is dat men zich late voorlichten, en dat men niet het standpunt inneme dat het meisje alles moet prijsgeven, omdat de tijden moeilijk zijn. Zij zal alleen meer moeten aanpakken, harder moeten werken, en terecht meende mejuffrouw Wiener „dat zij het best in staat zal zijn haar werk zoo voortreffelijk mogelijk te verrichten, als dit overeenstemt met haar gaven. En ook de presidente, mevrouw van Biema legde den nadruk op de arbeidsvreug de. Dit kan niet genoeg geschieden. In de dagen van luxe is het accent te zeer ver plaatst naar het verdienen als middel om ge not te zoeken, dat geen levensbevrediging kan schenken aan de echte vrouw. Laat men thans weer letten op degelijke voorbereiding niet enkel examenafrichting maar ook moreele vorming voor een beroep, dat zoo veel mogelijk overeenstemt met den aanleg en om daarna flink aan te pakken, niet be- bezwaard door moeilijkheden-, welke „the fittest" weten te overwinnen. EMMV J. B. De winter is begonnen; alle modeshows van bekende en onbekende huizien zijn achter den rug en pas thans kan men goed beoordeelen, wat de mode ons voor werkelijk nieuws gebracht heeft, wat ze ook dit jaar nog dra gen zal en wat als absoluut „onmodern" ge kenschetst zal worden. Alles hier te bespre ken zou onmogelijk zijn. Wel kunnen we de groote lijnen voor dit winterseizoen in hoofd zaak bespreken. Daar zijn allereerst de hoeden. Het meeren- deel van de hier gedragen en geëtaleerde hoeden worden in het gezicht getrokken en laten het achterhoofd, dat meestal met een .toetje" getooid is, vrij'. De laatste nieuwig heid is, om om het hoedje een zwart sluier tje te binden en de losse einden achter in den bals te laten hangen. Een dracht, die slechts zeer weinige vrouwen met succes kunnen dra gen en dan nog alleen blonde vrouwen; want het zwarte sluiertje zal de kleur van heur haar nog beter accentueeren, terwijl het bij don kere vrouwen een vodje zonder beteekenis is. Nieuw zijn de garnituren, die bestaan uit losse shawls van bont en bijpassende lederen handschoenen met kappen van het zelfde bont. Deze garnituren ziet men vooral bij de mantelcostuums dragen. Het silhouet voor den winter blijft lang en slank; in tegenstelling met vorig jaar worden de schouders weer een weinig verbreed. Dit wordt bereikt met stiksels patten, bont, enz. Een voorbeeld van deze verbreede schouder lijn is, dat de heupen zeer smal lijken, iets dat door gedrapeerde ceintuurs nog geaccen tueerd wordt. Ook wel ziet men bij de mantels breede leeren ceintuurs dragen, gegarneerde mantels hebben ceintuurs, die eveneens van bont z5jn. Sportieve ensembles hebben driekwart lange en half-lange mantels, die óf zeer ruim val len óf de klassieke tailleurlijn bezitten. Ook bontpassen ziet men in het ruime model, dat het voordeel heeft, zoowel bij gekleede als bij sportieve evenementen gedragen te kunnen worden. De ruimte zit hoofdzakelijk in den rug en wordt verkregen door een diepe plooi of een ingerimpeld gedeelte. De materialen voor de gekleede middag- japonnen zijn zeer verscheiden. Behalve de effen wollen weefsels en de met metaaldraad doorweven stoffen van verleden jaar, ziet men thans ook wollen stoffen met dik opgelegde noppen in dezelfde kleur of in. een andere tint. Ook de angoraweefsels zijn nog zeer gewild. Bijzonder groote voorliefde leggen Parijsche couturiers altijd aan den dag voor het avond toilet. Over het algemeen enkele taft- en tulen japonnen uitgezonderd is de wijdte van de avondjapon iets minder geworden. Overal ziet men meer de neiging tot de verticale lij nen. De modehuizen, die aan het begin van den winter propaganda probeerden te maken voor de broekrokken bij het avondtoilet hebben geen succes gehad en eigenlijk is het een zeer verheugend verschijnsel, dat de moderne vrouw niet meer willoos slikt, wat de coutu riers haar als „nouveauté" voorzetten. Wat men wel ziet is de zeer hooggespleten rok van het avondtoilet, die het been tot on geveer kniehoogte laat zien. Voor vrouwen met mooie beenen is dit de aangewezen dracht. Wat we ook weer veel zien, zijn de borduur sels op blouses, japonnen, enz. De meeste mo tleven, ontleend aan de Tiroolsche en Scan dinavische volksdrachten, zijn vroolijk èn 'fél van kleur en uitermate geschikt om een simpel, wit blousje, of eenvoudig donker ja ponnetje op te fleuren. Wat de schoenen betreft: het zijn de schoe nen met halfhooge hakken, die dezen winter in trek zijn De kleuren zijn: beige, grijs, zwart en blauw. Op de illustratie ziet u een paar zijden middagjaponnetjes, zooals die door een be kend modehuis gelanceerd werden. Veeleters. Dat waren zeker onze voor ouders uit de Middeleeuwen; want op het feestmaal dat Philips de Goede in 1454 te Rijssel gaf waren ingeslagen 9000 wittebroo- den, 4800' kleine broodjes, 35 vaten wijiï, 800 hoenderpasteien, ÏGOO braadvarkens en even- zooveel schapenbouten, 400 wilde vogels. 600 patrijzen, 1400 konijnen, 400 roerdompen, 36 pauwen, terwijl er ten slotte nog 6 paarden noodig waren om de nagerechten aan te dragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7